1956 was jaar van omslag Overbesteding mogelijk door beroep op inflatoire financieringsbronnen Drie neomisten in Haarlem Zilveren priesterfeest van pater A. Groen hartelijk gevierd Een week met het Rode Kruis uit varen KM1 MMii k De Nederlandse speelt „Macbeth" in Haade D AiM NAAIMACHINES FAöIÜi Financieringsspanningen worden door bestedingsbeperking niet opgeheven Belastingdruk steeg in 1956 *ZM. NORIT Kind maakt dodenrit met op hol geslagen paarden 72 chronische zieken met de Kasteel Staverdenop trektocht Pro Ecclesia kerkmeester en «Rs IK;- Zeer verzorgde Vertolking dooJf Ko Van Dijk en Ank Van der JAARVERSLAG NEDERLANDSCHE BANK Grote voorzichtigheid bij krediet geving Huuraanpassing blijft dringend noodzakelijk Ondanks tariefverlaging Kan Uw maag jonge groente verdragen? ERNSTIG ONGEVf^, te zandvoohT Ul; k! i R S, w DINSDAG 23 APRIL 1957 Automatische looncomper satie niet verantwoord Bij de Augustijnen ,Jan, ik ben een klomp kwijt" „Pas" 17 jaar ziek 1 mei-viering K.A.B. Haarlem 'T WORDT BESLIST als U een keuze wa de 400 dessins van akt1 SI, v'a K VUi SLM*? Dat leuke, vlotte k M O L E N D II K voö ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 .<SX' De president van de Nederlandsche Bank, dr. M. W. Holtrop, merkt in het verslag over 1956 op, dat de conjuncturele hausse, die de beide vooraf gaande jaren reeds had gekenmerkt, ook in 1956 onverflauwd heeft aan gehouden. Wanneer niettemin het verslagjaar moet worden aangemerkt als een jaar van omslag, dan is dat niet omdat 1956 een breuk bracht in de conjunctuur, doch omdat in de loop van het jaar het evenwicht tussen na tionale bestedingen en middelen in toenemende mate verstoord bleek. Het teveel aan bestedingen openbaarde zich in spanningen op geld- en kapitaal markt en in een aanzienlijk betalingsbalanstekort, dat aan het einde van het jaar bleek te zjjn opgelopen tot ruim 900 miljoen (v.j. overschot van 17 miljoen), waarvan ruim 600 miljoen (overschot ruim 300 miljoen) uit hoofde van het lopend verkeer. Bezien uit een financieel en monetair gezichtspunt was de overbesteding slechts mogelijk, doordat de behoefte aan middelen ter financiering van het excedent der investeringen (de voorraadinvesteringen en de netto-bui tenlandse investeringen daarbij inbegrepen), boven het bedrag der lopende besparingen gedekt kon worden uit een beroep op een tweetal financie ringsbronnen, welke van inflatoire aard zijn, te weten het beroep op be schikbare liquiditeitsreserves en het beroep op geldcreatie. Het was kenmerkend voor de monetaire ontwikkeling in 1956, dat voor al de eerstgenoemde financieringsbron, het beroep op bestaande liquide reserves, een zeer belangrijke rol speelde. Langs indirecte weg valt uit de da ling van de binnenlandse geldhoeveel- heid met ruim 350 miljoen gulden bjj een gelijktijdige, met de stijging van het nominale nationale inkomen samen gaande, vermeerdering van de geldbe hoeften voor het lopende verkeer in de orde van grootte van 600 miljoen, te concluderen, dat per saldo niet minder dan 900 1.000 miljoen uit liquide re serves in geldvorm moeten z(in vrij ge maakt, welke langs directe of indirec te weg zijn gebruikt voor de financie ring van bestedingen. Daarnaast werd aan beroep op geld creatie bijna 600 miljoen ontleend. Hiervan kunnen ruim 100 miljoen worden toegeschreven aan de activiteit der giro-instellingen en aan de uitgifte van munten en muntbiljetten ten laste van het rijk, de overige ca 450 mil joen werden ontleend aan de uitbrei ding van het actieve bedrijf van het gezamenlijke bankwezen. De vooral door het ingetreden beta- Hngsbalanstekort sterk tot de verbeel ding sprekende omslag in 's lands eco nomische positie, heeft voor de door de belastingverlaging, loonsverhoging, so ciale verbetering en niet aflatende geid en kapitaalruimte in een zekere wel- vaartoptimisme geraakte volkshuishou ding een ernstige ontnuchtering ge bracht. Volgens een strikt monetaire beschou wingswijze is overbesteding niet moge lijk zonder inflatoire financiering en moet in die zin de inflatoire financie ring zelf, wanneer zij aanvaardbare grenzen te boven gaat, als oorzaak voor de overbesteding worden beschouwd. In dit licht gezien moet gesteld worden, dat de overbesteding in het verslagjaar een zo aanzienlijke omvang kon aanne men, omdat de monetaire speelruimte voor de financiering daarvan nog zo groot was. Met het allengs uitgeput raken van de nog aanwezige speelruim te moest echter de spanning op geld en kapitaalmarkt onvermijdelijk toene men en nadert meer en meer het tijd stip, waarop de overbesteding niet kan worden voortgezet, omdat de inflatoire financieringsmiddelen, die daarvoor no dig zijn gaan ontbreken. Op dat ogen blik zal onvermijdelijk moeten worden beslist welke bestedingen zullen kunnen worden voortgezet en welke zullen moe ten worden beperkt. Uit strikt monetair gezichtspunt moet op deze vraag het antwoord worden ge geven, dat de bestedingen, die op niet- inflatoire wijze kunnen worden gefinan cierd, voortgang kunnen hebben, doch dat die waarvoor een beroep op infla toire financiering zou moeten worden gedaan, dienen te worden nagelaten. Of deze laatste wellicht uit econo misch of sociaal gezichtspunt belang rijker moeten worden geacht dan ande re bestedingen, waarvoor de middelen wel ter beschikking staan, mag mone tair gezien geen rol spelen. Indien zij zo belangrijk zijn, dat aan hen een voor rang moet worden toegekend, dan is het de taak van de algemene economische politiek ervoor te zorgen, dat andere minder belangrijke bestedingen worden nagelaten en de daarvoor vrijkomende fi nancieringsmiddelen dienstbaar worden gemaakt aan het belangrijker geachte doel. Het voorgestelde bestedingsbeper kingsprogramma, aldus de president van de Nederlandsche Bank, lijkt, mits In het jaarverslag van de Nederland sche wordt t.a.v. het huurvraagstuk nog opgemerkt: Indien in aanmerking wordt genomen, dat de reële welstand, incl. sociale voorzieningen der loontrek kers, sedert 1953 is gestegen met meer dan het tweevoud van de 4 a 8 pet. van het inkomen, welke bij aanpassing van de huren tot het richtniveau méér aan huishuur zou moeten worden besteed, moet het wel zeer worden betreurd, dat deze periode van produktiviteltsvergro- ting niet dienstbaar is gemaakt aan het tot een oplossing brengen van het zo urgente huurvraagstuk. Het hljjft drin gend noodzakelijk, dat voor de komen de jaren een geleidelijke huuraanpas sing, volgens vast plan, wordt aan vaard. Daarbij zal dan echter tevens erkenning moeten vinden, dat het niet verantwoord, en voor de prijsstabili teit uiterst gevaarlijk is, aan een der gelijke huuraanpassing de eis van een automatische looncompensatie te ver binden. Looncompensatie kan inder daad plaats vinden, voorzover deze mo gelijk wordt gemaakt door de produk- tlviteitsontwikkeling. Het streven, hier boven uitgaande compensatie te vin den, miskent evenwel het reële ka rakter van de tot stand te brengen aan passing en kan er slechts toe lelden, dat ofwel de prijsstabiliteit ofwel de werkgelegenheid wordt ondergraven. op jaarbasis bezien, voldoende om het evenwicht in de rijksfinanciën te her stellen en te verzekeren, dat door de schatkist voor eigen behoeften, buiten de rijksfondsen, gen noemenswaard be roep op de kapitaalmarkt zal behoeven te worden gedaan; het zal echter, be houdens een onverwacht sterke vermin dering van de kapitaalvraag van het bedrijfsleven, vrijwel zeker onvoldoen de blijken om de financieringsspannin gen te doen verdwijnen en de daaruit voortvloeiende aandrang tot het ge bruik van inflatoire financieringsmidde len weg te nemen. Dit laatste geldt vooral voor de sector van de lagere overheid. Om deze redenen moet ge vreesd worden, dat het programma van de regering niet zal voldoen aan het door de Sociaal-Economische Raad te recht gestelde desideratum, dat aan de monetaire politiek niet een te groot aan deel in het afdwingen van de beste dingsbeperking worde overgelaten. De Nederlandsche Bank dreigt door deze ontwikkeling voor bijzondere beleids problemen te worden gesteld. In de eerste fase van de bestedings inflatie, welke thans voorbij is, konden de behoefte aan inflatoire financierings middelen en het uit de bestedingsinfla tie voortvloeiende deviezenverlies vrij wel geheel worden gefinancierd uit de in het monetaire systeem aanwezige spelingen. Deze spelingen zijn thans grotendeels verbruikt, al mag niet uit het oog worden verloren, dat 's rtjks tegoed op bijzondere rekening b;j de Nederlandsche Bank nog een potentie tot inflatoire financiering overlaat. Daarnaast is het mogelijk dat bankwe zen of bedrijfsleven zich uit het buiten land nog enige liquiditeitsruimte ver schaffen. Tenslotte komt dan het ogenblik, waarop slechts de Nederlandsche Bank als bron van liquiditeitscreatie over blijft. Het belangrijke beroep dat in de laatste maanden van 1956 op haar werd gedaan getuigt ervan hoezeer dit mo ment nadert. Onder deze omstandigheid is de centrale bank niet slechts de hoedster, maar wordt zij ook de sleu telbewaarster van de deviezenvoor raad. Dit stelt haar voor de vraag in welke mate zjj een beroep op haar fa ciliteiten mag toelaten. Zij heeft zich daarbij bewust te zijn van een dubbele taak. Enerzijds dient zij zich te laten leiden door het voor schrift, wat medebrengt, dat zij een niet verantwoord gebruik van inflatoire fi nancieringsmiddelen dient te verhinde ren. Anderzijds dient zij in het oog te houden, dat het eveneens haar taak is, op te treden als „lender of last resort". De gedragslijn die zü, van dit laat ste gezichtspunt uit beschouwd, dient te volgen, kan onder bepaalde omstan digheden met haar eerste taak in bot sing komen. Daarom dient de Bank bij haar kredietgeving grote voorzichtig heid te betrachten en kan zij niet ver der gaan dan het verlenen van een slechts tijdelijke krediethulp. Nimmer mag zij zelf een bron van duurzame inflatoire financiering worden. Met deze richtlijn voor haar gedrag bevindt zij zich, aldus de president, in overeenstemming met de regeringsver klaring, door het nieuwe kabinet in ok tober 1956 afgelegd, waarin de handha ving van het monetaire en budgetaire evenwicht genoemd wordt als eerste cen trale doelstelling van het binnenlandse beleid der Regering. Hoofdkantoor van de Bank In het verslag van de Nederalndsche Bank wordt vermeld, dat destijds aan een zeven tal architecten opdracht was verstrekt tot het maken van een schetsontwerp voor een nieuw gebouw voor het hoofdkantoor van de bank, aan de Oude Turfmarkt te Am sterdam. De van zes dezer architecten ont vangen ontwerpen gaven de directie aan leiding aan hen een vervolgopdracht te ver strekken, aan welke opdracht inmiddels door drie hunner is voldaan. De beoordeling van deze ontwerpen is nog niet zover gevorderd, dat een keuze kon worden gedaan. In fe bruari j.l. is de directie benaderd door het gemeentebestuur met de vraag of de Neder landsche Bank bereid zou zijn een plan te overwegen om haar nieuwe hoofdgebouw aan het Frederiksplein te stichten. De di rectie heeft geantwoord, dat zij bereid was hierover met het gemeentebestuur te onder handelen. De besprekingen met de gemeente zijn inmiddels geopend, doch verkeren nog in haar aanvangsstadium. De Bank behaalde over 1956 een netto winst van f17,8 (10,81 miljard, die geheel aan de Staat wordt uitgekeerd. In het jaarverslag van de Nederland sche Bank wordt ten aanzien van de belastingdruk in 1956 opgemerkt, dat deze volgens voorlopige gegevens, on danks de tariefverlagingen, een geringe stijging vertoonde. De belastingdruk uitgedrukt in procenten van het na tionale inkomen tegen marktprijzen steeg van 24,1 pet. in 1955 tot 24,4 pet. in 1956. Het nationale inkomen tegen marktprijzen steeg volgens voorlopige raming van 1955 op 1956 met 1910 mil joen tot 28.640 miljoen. Pater Camillus (in de wereld Ton) Gimbrère O.E.S.A. heeft op Tweede Paasdag in de parochiekerk van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Overveen zijn eerste plechtige H. Mis opgedragen. Pastoor J. Th. van Galen, van die parochie, was presbyter-assls- tens, de rector van het Triniteitslyce- um, pater dr. Modestus van Straaten O.E.S.A., fungeerde als diaken, subdi aken was pater Rietbergen. Naar aanleiding van de woorden van Sint Paulus wees pastoor Van Galen er in zijn feestpredicatie op, dat de roe ping van de priester het dienaarschap van God is. De priester staat in contact zowel met God als met de mensen. Het parochieel jongens- en herenkoor zong een mis van Palestrina, gediri geerd door Jan Mul. Na de H. Mis speelde Jan Mul op het orgel een motet van Johann Sebastian Bach. s Middags recipieerde de neomist in zijn ouderlijke woning aan de Johan Willem Frisolaan te Overveen, waarna hij agens was bij een plechtig danklof in de parochiekerk. Assistenten daarbij waren de parochiekapelaans P. W. van Leeuwen en J. L. AScholten. In de morgen van Tweede Paasdag heeft pater P. Schoen, Montfortaan, in de kerk van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten en Sint Bavo, waar hij in ziin jongensjaren zo vaak de H. Mis diende, zijn eerste plechtige H. Mis op gedragen. De middag tevoren was hij nabij de Jan Gijzenvaart officieel in de parochie ontvangen en, voorafgegaan door een stoet bruidjes, naar zijn ouderlijke wo ning geleid. Bij de H. Mis werd hij door pastoor A. van Eeden (diaken), kapelaan E. Klaver (subdiaken) en de gardiaan van de Montfortanen, pater Hermans (pres byter) geassisteerd. Laatstgenoemde hield ook de feestpredikatie, waarin hij de blijdschap schetste niet slechts van de jonge priester, maar ook van diens familie en de gehele parochie. Hij be lichtte het mysterie van het priester schap en de offerbereidheid van de ouders van de jonge priester en van de neomist zelf, die zich gaat wijden aan de zielzorg in de missielanden. Het parochieel koor zong onder lei ding van de heer Peters de bekende mis van Casali. De plechtigheid werd besloten met het „Cantate Dominum" van Haszler. Nadat de r.-k. harmonie „Sint Bavo" een serenade had gebracht was er 's middags een druk bezochte receptie in de speelzaal van de Catharinaschool. Daarbij werd o.a. namens de parochia nen een kofferschrijfmachine aangebo den, een elektrisch scheerapparaat en een collectie boeken. De kerkelijke viering van het feest vond haar besluit in een plechtig dank lof. In de kapel van het Augustijnen- klooster aan de Zij!weg in Overveen heeft pater R. Schmidt, van de Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria, en oud-leerling van het Triniteitslyceum zondag zijn eerste plechtige H. Mis op gedragen. Presbyter-assistens was hier bij de provinciaal van de missionaris sen oblaten van de H. Maria, pater A. Evers. De prior van het Augustijnen- klooster, pater Leopold Verhagen O.E. S.A., was diaken en pater Valentinus Hutjens O.E.S.A., rector van het Mendel- college in Haarlem-Noord assisteerde als subdiaken. Pater Verhagen hield de feestpredi catie, waarin hij de roeping van de priester vergeleek met de roeping van de aartsvader Abraham door God naar het voor hem onbekende. Voor een priester is veel geloof nodig bij het ver vullen van zijn priesterlijke taak. De gezangen tijdens de plechtige H. Mis werden, aan het orgel begeleid door de heer Jos. J. F. Mollmann, uitge voerd door het koor van paters en leer lingen van het Triniteitslyceum, onder leiding van pater H. van Beurden O.E. S.A. 's Middags recipieerde de neomist in restaurant Roozendaal in Overveen. Op verzoek van pater Schmidt werd de viering zo sober mogelijk gehouden. De „Kasteel Staverdenis met chroni sche zieken aan boord van IJmuiden vertrokken voor een weektocht naar Friesland en Groningen. Advertentie Jonge zomergroenten zijn heer lijk en gezond. Maar misschien is Uw maag er nog niet hele maal aan gewend. Haal daarom vandaag nog Norit in huis! tegen maag- en darmstoornissen „Jan ik ben een klompje kwtft", zei het 4-jarig zoontje Henk van de heer J. Oostdam uit Voorhout, toen hij een tocht op een boerenkar had medege maakt, hetgeen zqn leven wel had kun nen kosten. Zaterdagmiddag keerde de knecht van de Fa. J. Oostdam van het erf van de veehouder S. P. Heemskerk huiswaarts met een met twee paarden bespannen wagen. Bij de uitgang van het erf, zette de berijder „het span" even stil, om het hek dicht te doen. Op de wagen zat de 4-jarige Henk en deze is vermoedelijk aan de leidsels gekomen, want de paarden gingen er metéén in volle ren van door. Aan de Rijnsburgerweg gekomen zagen oogge tuigen, die zelf het vege lijf moesten redden nadat zij gepoogd hadden de hollende paarden tot stilstaan te bren gen, dat de paarden ieder een kant uit wilden gaan. Dit had tot gevolg dat het gehele gerjj van 'een twee meter hoge berm viel en terecht kwam in de bloeiende bollen velden van de heer J. v. Stejjn. Eén paard kreeg de hele wagen op het lichaam, maar mankeerde wonder bo ven wonder niets. De kleine baas heeft zich op deze „Dodenrit" aan iets vast gehouden, kroop na de val van voor naar achter van de wagen en het eerste wat hij zei tegen de knecht, die buiten adem kwam aanhollen: „Jan, waar is mjjn éne klomp?" Het mag een wonder genoemd worden dat kind zowel als die ren geen nadelige gevolgen ondervonden van deze rit. De schade aan bollen, wagen en bielzenheining was niet ge ring. Zondag 5 mei zullen 's middags in Stoops Bad van twee uur tot half vijf de jaarlijkse zwemwedstrijden gehouden worden voor de welpen, verkenners, voortrekkers en leiders der katholieke Verkenners in het district Haarlem. De vanwege de vasten uitgestelde viering van het zilveren priesterfeest van pater A. K. Groen van de Sint An- toniusparochie te Haarlem heeft Eer ste Paasdag met grote luister plaats gehad, 's Morgens droeg de jubilaris aan een feestelijk versierd altaar een plechtige H. Mis op, waarbij hij werd geassisteerd door pastoor K. J. Noten boom als presbyter, legeraalmoezenier L. A. M. Haver als diaken, pater S. van Rijn als subdiaken en pater Th. v. Schie als ceremoniarius. Het parochieel zang koor zong onder leiding van André Kaart de vaste gezangen uit de meer- gtemmige door don Lorenzo Perosi ge componeerde mis „Benedicamus Do mino". Na de mis, die door zeer vele parochianen werd bijgewoond, bracht het koor het „Laudate Dominum" van de Haarlemse componist Tom de Vries ten gehore. De organist Jan Krouwels speelde onder het dankoffer een tocca ta van Purcell en op verzoek van de jubilaris het beroemde toccata uit de vijfde orgelsymphonie van de Parijse organist en componist Charles Widor. Van de gelegenheid om pater Groen na de mis te complimenteren maakten velen gebruik. Tijdens een receptie voor genodigden die 's middags in het katholiek militair tehuis aan het Donkere Begijnhof plaats had, is herhaalde malen gezin speeld op een betere huisvesting en de directeur van het Katholiek Thuisfront, mr. J. F. M. Homulle, heeft pater Groen en het bestuur van het Haarlem se tehuis de toezegging gedaan, dat elke redelijke eis tot verbetering beantwoord zal worden met een redelijk antwoord. Verder bleek op deze receptie welke grote plaats pater Groen heeft ingeno men in de harten van de blinden en de bejaarden. De rij van sprekers werd geopend door de secretaris van het militair te huis, de heer J. W. Vermeulen, die het nuchter inzicht van de pater prees. In dat deze te allen tijde op de loyale me dewerking van het bestuur kan reke nen. Een geschenk onder couvert onder streepte de dankbaarheid van het be stuur. De voorzitter van de katholieke onderofficiersvereniging Sint Martinus van de afdeling Haarlem, sergeant majoor H. Gelens, releveerde ln een niet van humor gespeend speeehje net werk van pater Groen, die sinds 1947 met het geestelijk adviseurschap van de Haarlemse afdeling is belast. Hu toonde zich erkentelijk voor hetgeen pater Groen vooral op sociaal terrein tot stand had gebracht. Namens de leden van Sint Martinus overhandigde hij de jubilaris een fraaie lees-schemer- lamp. Zowel de voorzitter van de Haarlem se afdeling van de bond van katholieke bejaarden en gepensioneerden, de heer C. Selhorst, als de voorzitter van de afdeling Noord-Holland van de r.-k. blindenhond Sint Odillia, de heer A. Pelk, legden getuigenis af van de vele verdiensten, die pater Groen in de 1°°P der jaren voor beide verenigingen heeft verworven. Het was bepaald ontroerend te horen hoe beide sprekers de pater met loftuitingen overlaadden. De blin den, die pater Groen in een vertrouwe lijke omgang „oom Dorus" noemen, en de bejaarden, die de pater hun mede werking bij de collectes voor het mili tair tehuis nimmer onthouden de laatste had op een paar gulden na een bedrag van 5000 opgebracht dragen hem op de handen. Dat bleek duidelijk. Terwijl 'pater Groen aan het ,wat hij noemde moeilijkste ogenblik van de dag toe was een dankspeechje hou den verscheen de hoofdaalmoezenier van het leger, mgr. H. J. J. M. van Straelen. Na een kort begroetingswoord ging pater Groen verder met ieder te bedanken, die hem in de loop der jaren bij zijn directeurschap ter zijde had ge staan. Mgr. Van Straelen dankte pa- het openbaar zegde hij pater Groen toe, ter Groen namens de centrale van mi- Om 10 minuten voor twaalf Tweede Paasdag trok kapitein J. Miedema in •de brug aan de scheepsfluit van de „Kasteel Staverden". Van 's morgens half negen af waren mannen en vrou wen van het Rode Kruis in de weer geweest met het embarkeren van 72 chronische zieken, naar IJmuiden ge reden uit alle hoeken van de provincie Noordholland. Was het voor al die Rode Kruis helpers en helpsters dan geen zondag? Wis en waarachtig. Is er mooi er zondagstaak te bedenken, dan zie ken, die jaren en jaren aan hun bed of stoel gekluisterd zijn, die nooit eens een deur uitkomen of hoogstens het eigen straatje kennen, aan boord te brengen van een schip, dat een hele week met hen gaat varen, het land door? Voor het eerst was IJmuiden aan gewezen om de plaats van embarkatie, en zaterdag van ontscheping te zijn. Het was voortreffelijk georganiseerd. Het liep uitstekend. En zeer velen heb ben met een dankbaar hart op de kade staan kijken naar al die drukte. Naar al die zorg vooral. De scheepsfluit gaf een korte stoot. De trossen werden losgegooid. Even ma noeuvreren om tussen de andere sche pen vandaan te komen. Aan dek ston den verpleegsters, helpsters en hel pers, onder leiding van de Haarlemse arts W. C. Kors, in het gelid. Uit de luidsprekers klonken de tonen van het Wilhelmus. En die op de wal het ver trek gadesloegen, voelden een brok in hun keel. Een gevoel van diepe dank baarheid, van innig meeleven met de mensen in de bedden achter de ramen. Heerlijk voor hen, om er eens uit te zijn. Om alleen maar te genieten en te vergeten, dat je al zo lang ziek bent. De „Kasteel Staverden" was zaterdag al in IJmuiden gekomen. In Utrecht waren de passagiers van de eerste reis ontscheept. Kapitein Miedema was klaar voor de tweede reis. H(j is 56 jaar, doet dit werk al vijf jaar. Negen tien reizen gaat hjj dit jaar maken, nu eens naar het Noorden van het land, dan weer de grote rivieren op. Aan boord heeft hij deze reis 72 patiënten, pe scheepsarts dokter Kors, die inviel omdat zün collega dokter v. d. Heyden uit Enkhuizen wegens een hersenschud ding verstek moest laten gaan, de scheepsmoeder, mevrouw W. C. v. d. Velde-van Driem uit Apeldoorn, die zorgt dat alles op rolletjes loopt en die voortdurend over alle patiënten als een moeder waakt, 4 verpleegsters, 25 help sters en 6 helpers van het Rode Kruis, en dan nog mej. J. Bultman uit Nun- speeten mevrouw J. Cyvat Acda uit Oost Souburg, die in de keuken hun handen vol hebben. Die keuken aan boord is heel be langrijk. Op deze paasmaandagmorgen was de koffie al vroeg bruin en alle werkers en werksters werden direct op- tevangen als zij aan boord kwamen, inige assistenten waren al druk in de weer met de voorbereidingen voor de warme maaltijd. De soep geurde, de ge haktballetjes werden gedraaid en de lapjes vlees lagen te sudderen in de braadslee. Iedereen was druk in de weer. Maar niemand liep iemand in de weg. Ieder kende zijn taak. Ieder sjouwde alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. En met het ver strijken van de morgen, raakten steeds meer bedden gevuld. Een van de pa tiënten, M. Onneweer uit Westwoud, pakte direct schetsboek en crayon en tekende de mensenmenigte op de kade. Het zijn allemaal chronische patiën ten, mensen, die al vele jaren ziek zijn, vertelde ons dokter Kors. De meesten hebben chronische reuma, een rugge- merg-ziekte of zijn door een beroerte gedeeltelijk verlamd. Uit Velsen zijn vijf patiënten mee. Mevrouw Sala, al zes jaar ziek, me vrouw Boender, „pas" 17 jaar ziek, me vrouw Berlee, 13 jaar ziek en pas vorige week vrijdag terug uit het zie kenhuis waar zij weer negen weken ge legen heeft, de heer Hoogerwerff die al 13 jaar aan bed gekluisterd is en die nu al voor de derde keer me mag, en de heer H. Kippersluis, die zich alleen maar op krukken kan voortbewegen en dan nog zeer moeilijk. Maar geen treuri ge zieken. Alleen maar blijde gezichten. Deze mensen hebben geleerd te aan vaarden. En hun hart is voldankbaar- heid, dat het Rode Kruis deze tocht voor hen mogelijk heeft gemaakt. De laatste, die aan boord kwam, was mevrouw A. Eelman-De Haas de Waal. Zij was 's morgens al vroeg met een taxi van huis gegaan, met de boot „Dr. Wagemaker" naar Den Helder gevaren en daar overgenomen door de afde ling Den Helder van het Rode Kruis. Chauffeur P. C. Breeker leverde haar om half twaalf keurig op tijd in IJmuiden af. Vóór het vertrek heeft de kringcom missaris van het Rode Kruis in Noord holland, de heer J. C. Corver, de pa tiënten hartelijk welkom geheten aan boord. Het prachtige weer op deze dag voorspelt alle goeds voor de rest van de week, meende hij. U heeft een be kwame kapitein, een bekwaam genees heer en een leger van helpsters en hel pers. De heer Corver bracht bijzondere dank aan de commissaris van politie te Velsen, tevens voorzitter van de plaat selijke Rode Kruis-afdeling, de heer J. P. Weyburg, voor het werk door zijn mensen bij de organisatie verricht. En tenslotte wenste hij allen het aller beste voor deze week en een goede reis. Nagewuifd door de honderden op de kade, vertrok het schip met zijn kost bare lading. Kapitein J. Miedema, machinist II. v. d. See, stuurman W. Keessen en matroos N. Scherpenisse brachten het schip nog dezelfde dag naar Volendam. Dinsdag gaat het naar Sneek, woensdag naar Groningen, don derdag naar Grouw, vrijdag naar Enk huizen en zaterdag weer naar IJmuiden. Iedere dag 6 A 7 uur varen, steeds naar een andere streek, steeds andere in drukken. Het moge de hele week zon neschijn zijn. De 1ste mei, het feest van St. Joseph, de patroon van de arbeid, zal door de Haarlemse K.A.B. gevierd worden met een H. Mis in alle parochiekerken. In iedere parochiekerk is dat de eerste H. Mis, welke, naar verwacht wordt, door alle leden zal worden bijgewoond. 's Avonds om acht uur is er in ge bouw Sint Bavo een toneelvoorstelling, waarbij de r.-k. gemengde toneelver eniging „Laudamus" voor het voetlicht komt met „Er komt een vriend van avond". Advertentie Hij staat U bovendien daad terzijde GEN. CONJ HAARLEM ÉSTRAA»^. v j Tweede Paasdag heeft rde<'l>'' van Stijn te Heemskerk "e -v8 rt. behorende bij de pauselyhe p ,cHu %(.u ding Pro Ecclesia et F®" .i jldt, c reikt aan de heer A.A. de gt> FliL meester van de parochie .AC**, tie, In tegenwoordigheid de'wildt uit Dordrecht, y*i j( i vond deze plechtigheid deAflli 5ft toor L. C. van de Nouwe van de parochie en het .i-V '"'''i-' Uc Vï UUt UIL UUI Ui "Lllti w Jprl -jlfv j H giftigde, verdere familielede' pe toor L. C. van de Nouweland'„j^e- t ze van de heer de Wildt dorperweg. Het feit, dat hli gs huwelijksfeest vierde, had ra iff dwh,\i'' t knopingspunt gebruikt om ZV nSte' le in lange jaren bewezen <"t0 de parochie te erkennen en ren. i7< T' Si «V hs„, ooi heer W. van HL jaar, uit Zandvoort op zun^~ rjc;y ling het rijwielpad'over, en 0f\A op de Zandvoorterweg uit Haarlem. Een voetganger st^e li! fietser kon hem niet meer Ji'gti?; De gevolgen waren zeer j-Jt; gtfvuigen waren zee-i pg 0V f heer van Koningsbruggen nieW kop en moest, vermoedelilk ciAA schedelbasisfractuur, naar het ,g[1 jj bethsgasthuis te Haarlem w°l gebracht. Zijn zoontje, dat zat, liep geen letsel op. i Advertentie maakt II SANTPOORTERPLEIN 1 - Bus 3-4. A Maandag 29 april houdt ,,'haarlem-Oost" zijn JfV'i", v, - - -ti® Zijl, gepmiony mité dering in „Het OosterkwarujM'p' heer J. van Zijl, gepension6 dant van politie, zal een cau= den 'over verkeersproblemen- j Woensdagavond 24 april (0 t, neelgroep „Katholiek Instud h,( in het parochiehuis St.-Jan Lp JiL Teylerplein een voorstelling f geheim van dr. Spencer" ofl van Bob Jansen. Na afloop danst worden. De Raad van Grootwinkelbp 0 de Middenstandscentrale te hebben hun leden zaken op Koninginnedag: april, te sluiten Advertentie Alle merken - dus ruime keuze litaire tehuizen en de geestelijke ver zorging voor diens zorgen aan de in Haarlem gelegerde militairen besteed. Na de receptie celebreerde pater Groen in de Sint Antoniuskerk een plechtig danklof. e reeks goede toneelstukken, waarop „De Nederlandse Co- medie" het Haarlemse schouw burgpubliek gedurende de paasdagen heeft vergast, heeft zondagavond haar hoogtepunt bereikt in de alles zins te waarderen voorstelling van Shakespeare's „Macbeth". Het is een in de details bijzonder goede en ver zorgde vertolking geworden, en wan neer wij opmerken, dat de grote lijn veelal ontbrak, dan doen wij dit niet om afbreuk te doen aan de voorstel ling, maar enkel om de waarheid recht te doen wedervaren, een waar heid die het toneelgenot van deze zondagavond nauwelijks heeft kun nen aantasten. De schouwburg was geheel uitverkocht en het publiek heeft na afloop de spelers een lang durig en dankbaar applaus gebracht. „Macbeth", daterend uit 1606, be hoort tot Shakespeare's gaafste toneel werken. Het is de geschiedenis van de legeraanvoerder Macbeth die zich wa dend door bloed, een weg baant naar de kroon van Schotland. Toch is hij een rechtschapene. Innerlijk moet hij zijn eigen geweten geweld aandoen om zijn deugdzaam bloedverwant, koning Dun can uit de weg te ruimen. Uiterlijk moet hij zijn vrienden, zijn mede-aan voerders overwinnen. De grote stuw kracht, die hem aanzet tot de moord partijen, is zijn eigen eerzucht en het verlangen naar de kroon. Maar die eigen tot het kwaad drijvende krachten zijn niet voldoende. De aansporingen en influisteringen van zjjn vrouw, Lady Macbeth, moeten hem over het dode punt heen helpen, zoals Othello de in fluisteringen van Jago nodig had. Johan de Meester, die de voorstel ling met veel zin voor het kleurrijke detail heeft geregisseerd, schrijft in het programma, dat hij niet een bepaalde, subjectieve interpretatie aan de ver tolking ten grondslag heeft willen leg gen. Hij heeft slechts Shakespeare's „doorlopend ritme" in het oog willen houden. Maar wat noemt De Meester ritme? Uit de voorstelling bleek, dat hij elke scène, elk detail een even sterke nadruk en een even grote verzorging meegaf. Het gevolg daarvan is, dat de grote lijn, die Shakespeare in het drama heeft gelegd, en die hij nu en dan door minder ter zake doende scènes onder breekt, in deze vertolking vervaagde. De tot het uiterste doorgevoerde detail- lering gaf het stukzelfs terigs, iets burgerlijks, de grote, bijna bovenmensei ties van het drama beg?" t D M Doeve had daarentegen Ju^,êrvVii woon gigantische decors jiet »r j die zeer goed pasten MTflji>Vrfr' i karakter van Macbeth. 'rai"i f, fnfle f noeg bood het Haarlems ,,gdi3n?H weinig ruimte om ze vo" f0eLe'-! recht te doen komen. Ooj' dat men een zeer geslaa» ,g sM van Doeve, behorende bU 1 de hei, niet heeft gebruikt te^(l lijk omdat het toneel {fijt k' diepte heeft. Lex van XV,f. soms wat al te nadrukke'u p die vooral in de slotscène V* aandeed en herinnering?" ,e I?tpl'y A {.ki massa-scènes van Cecil e({- kostuums in traditionele if V en daardoor nogal syn*8^ WO» van A. Eol.nd Hol,.-de heerste passie tot drift. Naast hem ston» TVTnpr nlc T.arlv MaCÖ°,'j Moer als Lady ij, door Van Dijk overspe® n "■.jl'ikVtt. K niet bolwerken tegen - en poogde met vrou^^® V, dingskunsten haar di pUlA 1 V spelen, maar faalde jVb'Ht boze genius van Lady <j, 'j VjV i\ lijk andere oorzaken slaapwandelscène in V. juiste toon. Louis va"„u z tr /FV een rechtschapen, b°Ljia" f jt/W W? geheven Duncan, - uitstekend verze"*^ prachtig genuanceerde get p j «Jte, Rigters bouwde, een Banquo op en Johan" po- .««X&h niet helemaal de voor j tp(. vji grootheid van geest. e fcV AH', Een woord van bijz"" ''vr Een woord van du*-, .«i* André van den Heuv zKLthi'V,.^ (-? Sl zoon Malcolm. Hij to°"d r, en duidelijk verzenzegg u-N Ajta, dit gezelschap al een at' is, en speelde bovendoe Elisabeth Hoytink en als de drie heksen, be' -c'VJ1 lannani</la nloetiol/ PpH _lf*l!* -V)^ i lanceerde plastiek een sifl>-cV< drage leverden tot N v waarin het drama VV' dient af te spelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 4