Aartsbisschop van Westminster
dient Anglicanen van repliek
Niet de organisatie, maar de
mens moet voorop staan
Hopediamant op Schiphol
gearriveerd
Oprichting van lichamen ter
bevordering van eenheid
Schip
in nood
ERIC DE NOORMAN
„Men wordt geen lid van iemands
gezin door zijn erfgoed te naasten
„Folderartikel" van Valkenburgse
gemeenteverordening onverbindend
Verbod in strijd met de grondwet
Studiedagen aartsdiocesane K.A.B.
„Heeft iemand een mesje?"
Inbrekers worden aanschouwelijk
getart
Pelgrimage naar
Dokkum
Doctor, dokter en musicus
OLLENHAUER voor
vreedzame samenleving
met de Sovjet-Unie
Maastrichtste kantonrechter
Zege voor Libanese
regeringspartij
Economisch Beneluxcongres in Maastricht
26ste St.-Bonifatius-
bedevaart
dr. H. Rudersdorff
MAANDAG 17 JUNI 195/
PAGINA T
Minister Wilson
Amerikaanse lange-
afstandsraket komt er
te allen tijde
Ook zonder atoomproeven
Hope-diamant aan
gekomen
Belgische treiler in
moeilijkheden
Vertaald door
JOHAN M. PALM
(Van onze Londense correspondent)
Londen, hedenmorgen
Cisteren werd in alle kerken van het
aartsdiocees van Westminster een
herderlijk schreven voorgelezen van
aartsbisschop dr. Godfrey. In dit schrij
ven zet de aartsbisschop het katholieke
standpunt uiteen betreffende het recht
van de Kerk haar leer uit te dragen.
Het merkwaardige namelijk van de
houding van de Anglicaanse bisschop
pen in hun felle aanvallen op de Ka
tholieke Kerk in Engeland is dat zij
haar het recht ontzeggen haar geloofs
leer uit te dragen. De aanleiding hiertoe
waren de talrijke advertenties welke
sedert enige tijd zijn verschenen in de
Engelse nationale pers, advertenties,
waarin aan geïnteresseer len een adres
wordt verstrekt dat bereid is hun bro
chures te zenden over het katholieke
geloof. Deze zeer geslaagde adverten
tiecampagne zit de Anglicanen zo
dwars, dat zij nu zelf zullen beginnen
met een eigen advertentiecampagne.
In zijn herderlijk schrijven verklaart
mgr. Godfrey dat de Katholieke Kerk
tekort zou schieten in haar zending,
Indien zii niet haar uiterste best deed
de leer van Christus bekend te maken
aan alle volkeren van de wereld. De
aartsbisschop achtte het ongelukkig,
dat deze missie-arbeid van de Katho
lieke kerk door sommigen is geïnter
preteerd als een aanval op hun eigen
kerkgenootschappen, en dat zelfs de
publikatie van de jaarlijkse statistieken
van de Katholieke Kerk in Engeland
werd uitgelegd als een ongerechtvaar
digde aanspraak op katholieke vooruit
gang.
In verband met de bewering van
de Anglicaanse bisschop van South
well, dat een aanzienlijk aantal ka
tholieken ieder jaar over zou gaan
tot-de Anglicaanse kerk, merkt aarts
bisschop Godfrey op in zijn herder
lijk schrijven, dat het ongetwijfeld
waar is dat katholieken in vele ge
vallen afvallen van hun geloof, maar
dat de ervaring leert, dat zij niet
overgaan tot andere kerkgenoot
schappen maar geheel vervallen tot
godsdienstige onverschilligheid.
Verder verklaarde de aartsbisschop
van Westminster dat katholieken zich
niet konden verenigen met het denk
beeld, dat men een veelheid van Chis-
telijke kerkgenootschappen behoorde te
aanvaarden, welke alle gesticht zouden
zijn door Christus.
„Onze mensen", aldus het herderlijk
schrijven, „weten maar al te goed,
dat, zelfs indien andere kerkgenoot
schappen onze terminologie overnemen
en onze methodes volgen, en indien zij
congregaties oprichten voor monniken
en zusters, en benamingen gebruiken
die een halve eeuw geleden door hm
eigen kerkgenootschap zouden zijn ver
worpen, dat dit alles slechts schijn is
en niet de werkelijkheid van het ka
tholicisme. Men kan niet aanspraak
maken op verwantschap met een man
omdat men dezelfde uniform heeft
aangetrokken, noch wordt men lid van
zijn gezin door zich meester te maken
van zijn erfgoed."
Het schrijven van de aartsbisschop
van Westminster is duidelijk bedoeld
voor een niet-katholiek gehoor en als
verweer tegen de aanvallen van de Ang
licaanse prelaten.
Ten aanzien van deze laatste aanval
len verdienen wellicht de volgende pun
ten vermelding. De eerwaarde Trevor
Huddleston, lid van een Anglicaanse
kloostercongregatie en een man die zich
grote faam heeft verworven als bestrij
der van de apartheidsleer in Zuid-Afri-
ka, noemde in een recensie over een
boek gewijd aan enige kloosters en aan
het kloosterleven in het algemeen (in
de Sunday Times van gisteren) de aan
vallen van de Anglicaanse bisschoppen
op de Katholieke Kerk „steriel en zon
dig."
De bekende Engelse Jezuïet pater
Basset, geregeld medewerker van de
Catholic Herald, verklaart uit goede
bron te hebben vernomen dat de aan
vallen op de Katholieke Kerk in Enge
land zijn ingegeven door een verlangen
om de Presbyterianen van Schotland te
tonen, dat de Anglicaanse kerk echt pro
testant is, zulks in verband met de va
ge verenigingsplannen van de Angli
caanse en Presbyteriaanse kerkgemeen
schappen.
Tenslotte enige informatie welke een
fel licht werpt op de mentaliteit van
Anglicaanse bisschoppen zoals dr. Bar
ry, bisschop van Southwell, die ver
klaarde dat in het Anglicaanse diocees
van Nottingham geen sprake was van
de vooruitgang waarop de katholieken
van Engeland aanspraak maken.
Volgens de officiële statistieken
voor het katholieke diocees Notting
ham is het aantal katholieken aldaar
sinds het eind van de oorlog toegeno
men met 35 procent. Het aantal leer
lingen opgeleid aan katholieke scho
len is sedert 1945 gestegen van 3400
tot 15.300. In dezelfde periode is door
de katholieken van het diocees tien
miljoen gulden bijeengebracht voor
het bouwen van nieuwe bijzondere
scholen. In hetzelfde diocees zijn 28
nieuwe kerken gebouwd gedurende
hetzelfde tijdperk.
Deze informatie stond ter beschik
king van dr. Barry. Desondanks be
weerde hij in het openbaar dal; de ka
tholieken geen voortgang hadden ge
maakt in het diocees. Een Engels ka
tholiek weekblad heeft dr. Barry ruim
te aangeboden om zijn beschuldigingen
te staven. De brave man heeft deze uit
nodiging geweigerd. Hij verklaarde:
„Het is maar het beste alles te verge
ten. Ik ben niet bereid mij in te laten
met een godsdienstige politiek." Dit is
de bisschop, die beweerde, dat de ka
tholieke hiërarchie Anglicanen in zijn
diocees aanwees, welke bekeerd hoor
den te worden. Men begint zich werke
lijk af te vragen hoe laag deze Engel
se prelaten kunnen zinken voordat zij
enige schuld beginnen te voelen.
AMSTERDAM, 14 juni (G.U.) Be
vorderd tot doctor in de geneeskunde
op proefschrift„De oudere eerstbarende
in de Amsterdamse vrouwenkliniek",
E. M. van Soest, geb. te Djokjakarta en
op proefschrift„Reconstructieve oor
operaties, A. M. E. Imkamp, geb. te
Beek (L). Doctoraal sociale aardrijksk.
H. J. A. Morsink (Haarlem) doctoraal
rechten mej. Chr. Röling (Amsterdam),
F. G. Boulono.s (Baarn) en J. Kraayen-
hof (Amsterdam).
De Amerikaanse minister van defen
sie, Wilson, heeft zaterdag, aan het ein
de van een geheime conferentie van
chefs van staven, hoge regeringsfunc
tionarissen en andere autoriteiten, te
Quantico, in Je staat Virginia, ver.
klaard dat de „I.C.B.M." (Intercontinen
tal Ballistic Missile), de Amerikaan,
se lange-afstandsraket, ook zal worden
ontwikkeld wanneer ep geen atoom-
bomproeven mogen worden gehouden.
Hij verklaarde dat het werk aan dit
projectiel toch wel kan worden afge
maakt, en voegde eraan toe dat de
atoom-lading voor dit wapen waar
schijnlijk ook ter beschikking zal komen.
De verklaring van Wilson was vervat
in een aantal antwoorden op vragen
die journalisten hem na afloop van de
bijeenkomst stelden. Het bleek dat de
ontwikkeling der lange afstandsraket
ten het belangrijkste discussiepunt is
geweest, mede in verband met het
hangende Russische voorstel tot een
tijdelijk verbod' op atoom- en waterstof-
bomproeven.
De voorzitter van de Westduitse soci
aal-democratische oppositiepartij, Erich
Ollenhauer, heeft zich gisteren bij de
opening van de verkiezingscampagne
van zijn partij uitgesproken voor vreed
zame samenleving met de Sovjet-Unie
en haar bondgenoten. Ollenhauer, die
de kandidaat van zijn partij voor het
kanselierschap is. sprak op een massa
bijeenkomst van ongeveer 20.000 men
sen te Dortmund. Hij zei voorstander
te zijn van een „normalisering van
onze betrekkingen met de Sovjet-Unie
en de volkeren van Oost-Europa". Hier
door zouden de problemen, die allen
aangaan, kunnen worden opgelost in
een geest van wederzijds begrip. Een
dergelijke politiek zou moeten worden
gevolgd ondanks het telt, dat de soci
aal-democraten het communistische re
gime afwijzen. Kanselier Adenauer zou
niet in staat zijn een dergelijke politiek
na te streven. „De kanselier van de kou
de oorlog en de zogenaamde politiek
van kracht is politiek gesproken uit de
tijd", aldus Ollenhauer.
(Reuter)
AMSTERDAM, 15 juni. (G.U.) Doc
toraal rechten mej. C. Bouman en J.
W. v. d. Laag en C. C. Berntrop, Am
sterdam; doctoraal sociologie mej. M.
A. Thung, Amsterdam; doctoraal rech
ten mej. L. F. Moens, Amsterdam; D.
J. Prins (Den Haag) en F. Bergsma
Amsterdam.
De kantonrechter te Maastricht mr.
P. Ballieux heeft artikel 33a van de al
gemene politie verordening van de ge
meente Valkenburg-Houthem, waarbij
het verboden was op door B. en W. be
paalde straten of wegen, dagen en uren,
fedrukte of geschreven stukken of af-
eeldingen hiervan aan te bieden, het
kopen of de kennisneming daarvan aan
te bevelt.1 of de inhoud bekend te ma
ken, alsmede het verbod om deze stuk
ken bij zich te dragen, onverbindend
verklaard. Bovendien verklaarde de
kantonrechter het artikel in strijd met
artikel 7 van de grondwet, waarbij be
paald is, dat „niemand voorafgaand
overleg nodig heeft om door de druk
pers gedachten of gevoelens te openba
ren, behoudens ieders verantwoordelijk
heid volgens de wet."
De mens, zijn vereenzaming in de
moderne maatschappij en de mense
lijke ontmoeting vormden de gesprek
stof tijdens de studiedagen van de
Utrechtse diocesane bond van de
K.A.B.die vrijdag en zaterdag op
Woudschoten bij Zeist gehouden wer
den „Terug naar de menselijke ont
moeting" was het thema, dat speci
aal in de sfeer van de eigen bewer
ging getrokken werd. De discussie
leiders en hun 150 toehoorders sneden
daarbij met grote vrijmoedigheid de
meest actuele problemen aan, zoals
het al of niet afschaffen van leden
vergaderingen, in de plaats waarvan
een oplossing gezocht zou kunnen
worden in de richting van b.v. ge
spreksgroepen, eventueel in de wq-
ken of bi) de leden thuis, en van
speciale acties voor forensen en
ploegenwerkers.
De derde discussieleider, de heer
L. Vermeulen, leraar aan het A. C.
de Bruijn-instituut bracht deze moge
lijkheden onder het oog, daarbij echter
benadrukkend, dat ook al het nieuwe
zal falen, wanneer er geen verande
ring in de mentaliteit van het kader
komt. Men was het er overigens wel
over eens, dat ledenvergaderingen in
de afdelingen niet meer trekken en dat
er gestreefd moet worden naar spe
ciale bijeenkomsten, waarop actuele
problemen aan de orde gesteld worden.
„Voor wat de methoden betreft, zit
ten we nog hopeloos vastgeroest in oude
normen", aldus de voorzitter, de heer
Joh. Zwanikken, die zijn inleiding ove
rigens moest laten voorlezen door pa
ter H. Hoekstra, o.f.m., leider van het
Credo Pugnowerk, omdat hij vrijdag
middag zelf in de Tweede Kamer
moest stemmen over de IJ-tunnel. De
voorzitter meende, dat vele goede be
stuursleden slechte leiders zijn; er wor
den allerlei besluiten genomen, waar
de leden geen invloed op hebben en
nooit iets van horen. Er zijn voorbeel
dig zuinige penningmeesters, zeer nauw
keurige secretarissen en gloedvol spre
kende voorzitters, maar zij lijden aan
„institutionalisme" en hun werk ge
schiedt vooral tot meerdere eer en glo
rie van de organisatie. Er is te weinig
werkelijk contact met de leden. Vfele
bestuursleden vergeten, dat zij op de
eerste plaats leiders van mensen zijn,
die zfl liefdevol moeten steunen.
Pater dr. Alfred, O.F.M. Cap., leid
de de eerste discussie in met de
vraag. „Kennen wij de mens?" en
wees daarbij op de gevaren van ver
maatschappelijking, verbijzondering,
bureaucratie en vertechnisering, die
alle het contact van mens tot mens
bemoeilijken, waarbij bet individu
steeds meer vereenzaamt en steeds
meer behoefte krijgt, als mens ge
zien en gewaardeerd te worden.
Gedurende twee dagen hebben de
deelnemers over dit alles gediscussi
eerd, waarbij overigens de kwalen dui
delijker onderkend werden dan de mo
gelijkheden tot verbetering. De ver
bondsvoorzitter, de heer J. A. Middel
huis, die een deel van de discussies
bijwoonde, stelde onomwonden vast,
dat de organisatie, haar vorm, struc
tuur en werk niet meer voldoende aan-
sp/eekt. „We lopen achter en het is
de hoogste tijd, de beweging aan te pas
sen, waarbij niet de vorm, maar de
j ens voorop moet staan". Met deze
conclusie, die alles samenvatte, wer
den de besproken problemen weliswaar
niet opgelost, maar werd wel richting
gegeven aan de toekomstige ontwikke
ling.
Een gevolg van deze uitspraak is dat
een 34-jarige Valkenburgse touringcar
houder tegen wie 26 mei proces-verbaal
werd opgemaakt, omdat hij op een
„verboden" straat enkele reclamefol
ders bij zich droeg, van rechtsvervol
ging ontslagen werd.
De officier van justitie, mr. W. A. G.
Moors had zuiver op formele gronden
een geldboete van 11,- gevraagd om
daardoor de mogelijkheid open te laten,
over het gewraakte artikel van de Val
kenburgse gemeenteverordening een
uitspraak van de hoogste rechterlijke
instanties te verkrijgen.
Speciaal de bepaling van de Valken
burgse gemeenteverordening, dat het
verboden is gedrukte of geschreven
stukken op bepaalde straten, dagen en
uren bij zich te dragen is volgens de
officier van justitie wel zeer ongeluk
kig geredigeerd. Een consequentie
hiervan zou zijn, dat de politie niet al
leen tegen exploitanten van attracties
of toeristen, die folders uitgeven c.q. bij
zich dragen, moet optreden, maar ook
tegen postbestellers of krantenbezor
gers. Persoonlijk was mr. Moors van
mening, dat de Valkenburgse voor
schriften in strijd zijn met de grond
wet.
De verdediger ontlokte tijdens de
rechtzitting bij de aanwezigen vrolijk
gelach, toen hij de rechter er op wees,
dat men in Valkenburg zelfs beboet kan
worden, wanneer men een bankbiljet
bij zich draagt, waarvan men niet aan
nemelijk kan maken, dat men niet van
plan was om het uit te geven.
De gemeenteraad van Valkenburg
stelde 25 april de gewraakte en tijdens
de rechtzitting geridiculiseerde bepalin
gen op om daarmee gedurende het toe
ristenseizoen een einde te maken aan
de chaos, die er heerste op het gebied
van reclamefolder-verspreiding door
de plaatselijke attractiebedrijven.
De gemeente Valkenburg-Houthem is,
zo vernamen we van burgemeester F.
Breekpot, na deze rechtelijke uitspraak
nog niet van plan de verordening te wij
zigen. Het gemeentebestuur wil eerst,
zo zei hij, afwachten of eventueel een
hogere gerechtelijke instantie een uit
spraak inzake de folderkwestie zal
doen.
12. Zoekend glijden Axe's ogen over zee. Er is echter nergens een zeil te
ontdekken, zodat het hem onwaarschijnlijk voorkomt, dat Voron het schip
van Keil wél gezien zou hebben. Achteloos slentert Axe naderbij, als hij
bemerkt, dat Voron met enkele krijgers staat te redeneren. Zodra zij hem
in de gaten krijgen, gaan zij uiteen en dit bevalt Axe in het geheel niet.
Hij besluit dubbel op zijn hoede te zijn, maar in de dagen die volgen, gebeurt
er verder niets onregelmatigs, afgezien dan van de fluisterende gesprekken
tussen Voron en zijn krijgers. Het valt Axe en ook Winonah op, dat
Voron opeens dicht onder de kust gaat, bij het vallen van de avond. De hele
nacht doet Axe geen oog dicht, doch er gebeurt ook nu niets. Wat hij eigen
lijk verwacht, weet hij zelf niet, maar de hele sfeer aan boord doet hem op zijn
hoede zijn. En dan de volgende morgen vroeg, als de eerste zonnestralen over
de golven glijden, weet Axe, dat zijn gevoelens hem niet bedrogen hebben.
Met enkele snelle passen staat hij tegenover Voron, die zelf het roer hanteert.
„Wat betekent dit, Heer Voron?" zegt hij scherp. „Gij zijt van koers veran
derd. Ik zie het aan de zeestroming! Wij zeilen van Noorwegen vandaan, in
plaats van er heen te gaan".
(Van een verslaggever)
De 300-karaats saffier waarmee ooit
Catharina de Grote pronkte op de luis
terrijkste hofbals in een vroeger Rus
land, zal een van de attracties zijn op
de internationale tentoonstelling „Am
sterdam-Diamantstad" De minister
van economische zaken prof. dr.
J. Zijlstra zal de grootste diamantex
positie die ooit gehouden is, vrijdag in
de Apollohal openen. Deze dag is de
expositie nog niet toegankelijk voor het
publiek. De camera's voor de Eurovisie
zullen vrijdag van dit schitterende
schouwspel opnamen maken, waarmee
vele uren gemoeid zijn.
Wat er tot dusver aan edelstenen is
toegezegd voor de tentoonstelling loopt
al in de dertig miljoen gulden. Daar
bij is nog niet gerekend de onschatba
re Hope-diamant, die vandaag op Schip
hol zou arriveren. De dertig miljoen
zal nog wel ver overschreden worden,
aangezien vele standhouders nog ver
rassingen in petto hebben, die pas op
het laatst geopenbaard zullen worden.
„Niemand echter hoeft te proberen in
te breken", zo vertelde ons de voor
zitter van het werkcomité. Onder de
leiding van de Amsterdamse hoofdcom
missaris is een menigte van beveili
gingen aangebracht. Een legertje van
rechercheurs, agenten en brandweer
lieden zal dagelijks de bewaking ver
zorgen.
In het naast de Apollohal gelegen
Théatre du Midi zal tegelijk met de
opening van de tentoonstelling de film
„Diamanten vermist" gaan draaien.
De hierin gedemonstreerde diamant
roof zal wel tartend op het duistere
gilde der inbrekers werken, maar de
organisatoren vrezen niets.
Iedere tentoonstellingsdag zal er
een waardevolle ring aan een bezoe
ker worden geschonken. En dan wat
er zo ongeveer te bewonderen zal
zijn: het wapen van de Verenigde
Naties met vijfduizend diamanten,
een gezicht op Amsterdam bij avond,
een fontein, een schilderij van van
Kruiningen, zes taferelen uit de ge
schiedenis, alles met duizenden dia
manten bezet, de een nog fraaier dan
de ander. Een fluorescerende dia
mant, Emeraude-slijpsel, oude met
diamant gegraveerde glazen, bijzon
der gekleurde stenen, en het klein
ste kogellagertje ter wereld zullen
voorts de aandacht trekken. De slij
perij in bedrijf zal men eveneens tonen.
Er komen inzendingen o.a. uit China,
Japan, Indië, Verenigde Staten, Zwit
serland. Elke avond zal een manne
quin, de dame die vorig jaar tot Miss
Holland werd verheven, flonkerende
sieraden tonen op allerlei toiletten.
Grote collecties smaakvolle, eenvoudi
ge juwelen moeten duidelijk maken dat
velen een droom van schittering wer
kelijkheid kunnen maken.
Drie rechercheurs met de rechter
hand In de zak van hun colbert, keken
met enige diamantairs, douanes en
persmensen gespannen toe, toen zater
dag op Schiphol de beroemde Hope-
diamant werd uitgepakt. Dit legendari
sche kleinood, dat ongeluk heet te bren
gen, is vrijdag uit New York aange
komen en bestemd voor de tentoonstel
ling Amsterdam-diamantstad. Het uit
pakken was nodig voor de douane-for
maliteiten. De Hope-diamant, die voor
een miljoen dollar verzekerd is en
bij verkoop minstens het dubbele van
dit bedrag zou opbrengen, zat in een
vrij simpel pakket, dat de hele nacht
in de kluis bij de douane opgeborgen
was geweest. Een touwtje was twee
maal verzegeld en met lood dichtge
knoopt.
„Heeft iemand een mesje?" zo werd
gevraagd door de vertegenwoordiger
van d<_ eigenaar in New York, de firma
Harry Winston. Eerst kwam er wat
crêpe papier te voorschijn en vervol
gens een zwarte cassette. Voorzichtig
werd die geopend: daar hing de Hope-
diamant aan een diamanten hanger
en omgeven door kostbare steentjes.
Hij glansde in de schaduw van zwart
tot blauw, maar, eenmaal in de zon
geplaatst, schoot hij aan alle kanten
vurige vonken. Een batterij fototoestel
len werd gericht. Vervolgens werd het
tweede deel van de zending uitgepakt:
de saffier die ooit toebehoorde aan
Catharina de Grote van Rusland en in
de vorige eeuw verkocht is voor een
ambulancetrein. De geschatte waarde
van deze 337-karaats inktblauwe steen,
de grootste saffier ter wereld, is onge
veer 150.000 dollar. Beide stenen zijn,
nadat er enige tonnen aan invoerrech
ten waren betaald, vervoerd naar de
kluis van de Amsterdamse Bank.
Petroleos Mexicanos heeft medegedeeld
dat in de zuid-oostelijke Mexicaanse staat
Tabasco een nieuw olieveld is gevonden,
dat men zeer rijk acht. In de eerste boor
toren werd reeds 384 barrels per dag
gewonnen. Het veld ligt een paar mijlen van
Campo la Venta.
Zondagmiddag is de Belgische trei
ler Confiance O 173 in moeilijkheden
geraakt. Om kwart over zes werd ge
meld, dat het schip in zinkende toestand
was op 57 graden Noorderbreedte en 3
graden Oosterlengte. Vermoedelijk is
net schip op een voorwerp onder water
gestoten en zo lek geslagen. Verschil
lende schepen begaven zich direct naar
de opgegeven positie. Om half negen
meldde de Belgische treiler Esperance
O 326 nabij zijn in nood verkerende col
lega te zijn. Pompen werden overge
bracht om te trachten het schip drijven
de te houden. De aanwezigheid van een
ander schip was voor de opvarenden
van de Confiance een hele geruststel
ling. Zou de toestand kritiek worden,
dan konden zij direct op het andere
schip overstappen.
Bij de tweede ronde van de verkie
zingen in de Libanon heeft de westers-
gezinde regeringspartij een grote over
winning behaald. Van de twintig be
twiste zetels werden er gisteren negen
tien door de regeringspartij veroverd.
Slechts één zetel ging naar de opposi
tie. Hij wordt bezet door een politicus,
die niet gekant is tegen de Eisenhower-
leer. Thans zijn in totaal 42 van de 66
afgevaardigden in de volksvertegen
woordiging gekozen. Aanstaande zondag
heeft de laatste ronde van de Libanese
verkiezing' plaats en men verwacht,
dat de oppositie dan in totaal over
twaalf zetels zal beschikken.
De verkiezingen zelf zijn gisteren zon
der incidenten verlopen. Maar in Zog-
harta heeft de beslechting van een
oude familie-vete dertig mensenlevens
geëist. De families Fragiyeh en Dar-
weish, die eikaars traditionele vijanden
zijn, groeven de strijdbijl weer op. De
fevechten ontstonden na afloop van een
egrafenis. (UP)
Terwijl de ministers van de drie
Beneluxlanden te Brussel confereerden
over het economisch Beneluxverdrag,
stelden de deelnemers aan het elfde
Beneluxcongres te Maastricht zaterdag
resoluties op, waarin diverse desiderata
werden opgenomen ten aanzien van de
realisatie van de Benelux.
Zo b.v. sprak het congres de wens
uit, dat het verdrag daadwerkelijk de
instrumenten zal mogen scheppen tot
een eenheid van inzichten en optreden,
welke tot op heden nog niet voldoende
bestond. Voorts werd de aandacht van
de drie regeringen gevestigd op de nood
zakelijkheid van politiek en de harmo
nisatie van bepaalde wetten en veror
deningen, als de zo zeer gewenste eli
minatie van beperkingen, die het
verkeer tussen de drie landen nog in
de weg staat, te regelen.
Vooruitgang moet, aldus het congres,
ook nog met betrekking tot de volgen
de punten worden geboekt o.a. volledi
ge afschaffing van de dubbele belas
tingen; vrijheid van kapitaalverkeer;
unificatie van de stelsels en de tarie
ven van de accijnzen en van de omzet
belasting; alsmede harmonisatie van
alle wetten, die het vrije verkeer op
de gemeenschappelijke markt zouden
kunnen schaden.
Ten aanzien van het monetaire as
pect van het Beneluxverdrag gaf het
congres de drie regeringen in overwe
ging zich bereid te verklaren elkaar
ter overbrugging van tijdelijke beta
lingsbalansmoeilijkheden kredieten te
verlenen of van elkaar inconvertibele
valuta aan te nemen.
Het landbouwvraagstuk kan, naar de
mening van het congres, worden op-
44
„Ollivier kan niet veel vertellen," viel Vox hem
met een zekere aarzeling, nu hij gevangen was tus
sen zijn verlangen veel te horen en zijn gebruikelijke
terughouding en schroom, in de rede. „En het staat niet
aan mij hem te ondervragen. Ik heb ook niet de be
voegdheid jou te ondervragen; jij spreekt omdat..,."
„Ik weet het, ik weet het, kapitein. Neem het mij
niet kwaljjk. Ik spreek omdat Ik alleen geweest
ben, vreselijk alleen, al die tijd, omdat... ik zal het
u dadelijk vertellen. Rouveyre was een goede vriend,
maar een vriend van acht dagen. Acht dagen pre
cies. Na die acht dagen stond ik voor een muur; ik
wist maar een paar woorden, gehoord, geraden, be
halve wat ik in het scheepsjournaal gelezen had.
Ik behoorde niet tot de groep, begrijpt u en ik wist
niets van het verleden van aï die mannen. De onge
lukkige Bertrand, die ik door de golven zag neer
slaan, sprak geen woord.
„De Canopus had haar koers gewijzigd om de Mar
co Polo te gaan helpen zonder dat het mij verteld
was. Het gehele schip was natuurlijk gewaarschuwd;
men had in de tussendekken lijflijnen gespannen en
de emigranten voorgehouden voorzichtig te zijn. Maar
ik wist niets".
„Niet te geloven!"
„Ik verzeker het u, kapitein, maar ik vertel het
alleen om te tonen hoe alleen ik was. Men had mij
vergeten. Toen het S.O.S. van de Marco Polo was
opgevangen (maar ik hoorde dat pas later, toen we
ai naar de Italianen onderweg waren) bevond ik me
op de brug, waar ik Bertrand verving, die aan het
diner zat.
„Sedert de ochtend had Godde de vaart ietwat
laten verminderen om niet te veel water over te
nemen. We kregen hevige stoten bij het stampen en
in de duisternis zagen we de glans van brokken wa
ter, die van de bak op het voordek stroomden.
„Ik had een hagelbui gehad, een zware, hevige
bui. Er was geen zicht en we moesten buiten de
schuilhokjes blijven. Ik rilde, want ik had al een
aanval van koorts, veroorzaakt door de koude dade
lijk na mijn genezing. Ik heb er niets van gezegd,
neen, Godde had al genoeg zorgen en ik wilde niet
dat de officier die hij in Napels aan boord genomen
had, in bed zou blijven. Overigens had dat ijs tegen
mijn gezicht me opgefrist...
„De kapitein kwam uit de stuurhut, ging naast
me staan en bleef daar zonder een woord tegen me
te zeggen. Dat was niet abnormaal. De bui was net
over en het zicht was beter geworden. Door de koorts
had ik een gevoel alsof ik me in een niet geheel
werkelijke wereld bevond. Alles wat ik zag en hoor
de was verdraaid. Het was of ik een beetje aange
schoten was. Godde kwam me onrustig voor, maar
was hij dat werkelijk? In het schijnsel van het nacht
huis, waarvan hij het zeil optilde, zag ik zijn gezicht,
gerimpeld, vertrokken door zenuwschokken. Zijn lip
pen bewogen alsof hij binnensmonds sprak. Ik dacht
dat hij van plan was de vaart nog meer te ver
minderen om de Canopus te sparen.
„Ik werd er zeker van toen hi) me plotseling vroeg
de eerste officier en de hoofdwerktuigkundige in de
messroom te gaan roepen. „Of ze dadelijk boven
komen; ik wacht op hen". „Je kunt je gang gaan", voeg
de hij er bij. Ziet u; Je kunt je gang gaan. Nu zult u
begrijpen kapitein, waarom ik spreek".
„Bertrand en Charrel zaten met het servet onder
de kin de soèp te eten. Laurelle was er ook, met Olli
vier aan zijn rechterhand en Rouveyre tegenover
hem. Jean, onze steward, nam de koffiekop weg, die
ik kort tevoren had leeggedronken en veegde de
kruimels van het tafellaken, waar ik gezeten had.
Niemand sprak; trouwens, behalve het klagen en
gelamenteer werd er in de messroom, sedert we in
werkelijk stormweer waren gekomen, niet meer of
heel weinig gesproken. De herinnering aan het uit
zonderlijke slingeren en de vrees voor machineschade
wogen zwaar.
„Meneer Bertrand en meneer Charrel zei ik,
„de kapitein laat u verzoeken allebei dadelijk op
de brug te komen".
„De eerste officier stond op en greep zpn jas. De
chef van de machinekamer legde zijn lepel in het
nog halfvolle bord, keek me aan alsof ik, bekend
met de reden van dit dringende verzoek, hem die
zou meedelen, maakte zijn servet los en legde dat
op tafel.
„Doe uw jassen aan," zei ik tegen hen. „Het hagelt
„Ik rilde, maar naar de rode gezichten van mijn
kameraden te oordelen, moest de messroom over
verhit zijn.
„Waarom heeft hij hen laten roepen?" vroeg Rou
veyre me.
„Ik weet er niets van".
„Nog een kop koffie, meneer?" vroeg Jean.
„Neen, dank je. Ik ga naar kooi".
Dufor was dadelijk in die eigenaardige slaap ge
vallen die door de koorts wordt veroorzaakt, maar
waaruit hij spoedig weer schreeuwend was ontwaakt
omdat hij droomde te worden geslagen, op zijn hoofd,
tegen zijn schouders. Hij had zich tijdig aan de
slingerplank vastgehouden om niet uit zijn kooi te
worden geworpen. De laden schoven open en wer
den geleegd, boeken en papieren gleden van de ta
fel, de deur van de kast sloeg heen en weer, het
water van de wastafel stroomde over het linoleum.
„Ik was zo versuft dat ik geen verband kon vin
den tussen deze wanorde eri het verzoek aan Ber
trand en Charrel waarmee Godde me belast had.
Hoe is het denkbaar dat men de Canopus opzettelijk
een koers liet stomen, zo... zo catastrofaal en nagela
ten had mij te waarschuwen'. Ik dacht dat wat de
mannen, met wie ik een week lang had omgegaan,
hadden gevreesd, nu waarheid geworden was, dat
de Canopus was gaan rollen".
Wordt vervolgd)
gelost, wanneer de regeringen op zo
kort mogelijke termijn onderling tot
overeenstemming komen over een Be-
nelux-landbouwpolitiek en daarvoor
ook alles zullen doen.
In een ontwerp-resolutie werd o.m.
oprichting van Benelux-Kamerg van
Koophandel; instelling van Benelux-
missies ter verovering van nieuwe bui
tenlandse markten: samenwerking tus
sen Belgische en Nederlandse overzee
se gebieden en het oprichten van een
centrale economische Beneluxraad be
pleit.
(Van onze correspondent)
De pontificale H. Mis, opgedragen
door de bisschop van Groningen,
mgr. P. A. Nierman, op de plaats die
door het bloed van de H. Bonifatius
patroon van het bisdom Groningen
en zijn 52 metgezellen is geheiligd,
zondagmorgen te Dokkum is een in
drukwekkend hoogtepunt geworden
van de 26e nationale St.-Bonifatius
bedevaart. Uit alle delen van het
land, doch voornamelijk uit het bis
dom Groningen waren duizenden pel
grims in Dokkum bijeengekomen om
te bidden voor het behoud en de uit
breiding van het geloof, dat
Bonifatius ons heeft gebracht. Met
hun priesters zaten de gelovigen
rond hun bisschop geschaard aan het
H. Misoffer om op deze stralende,
zonovergoten zondagmorgen hun ge
loof nieuwe impulsen te geven en
zich voor te nemen het te beleven
in trouwe plichtsvervulling.
Er waren zoveel bedevaartgangers
naar Dokkum gekomen, dat ér in
de openluchtkapel nauwelijks plaats
was voor iedereen. Massaal klonken
de gebeden en de gezangen op.
Henri de Greeve vergeleek in zijn
predikatie de H. Bonifatius met een
atoomzuil; waarin de genade zich mil-
joenvoudig splitst. Hij ging uit van
de tekst van Paulus; Als er geroemd
moet worden, zal ik roemen op het
Kruis van Christus". Het is moeilijk te
roemen op het Kruis. Ook wij staan in
een overgangstijd. Velen zijn pessimis
tisch, maar dit pessimisme kon spr.
niet delen. Evenwel, is er één grote
ramp, n.l. de onkerkelijkheid. Alleen in
geloof diep waarachtig geloof
kunnen we deze ramp aan. Au„
moeten we van ons afkrabben en be
denken dat de H. Bonifatius geen „ge
makkelijk geloof je" kwam prediken
of de een of andere levensregel. Het
is evenwel moeilijk om het Geloof te
nemen als een waarmerk van alle din
gen en zó katholiek zijn, dat iedereen
zegt; hij (zij) meent het.
Na de bijdrage geschetst te hebben
van diverse voorvechters van ons ge
loof als eerste Christenen, de H. Bo
nifatius, pater Titus Brandsma, kar
dinaal Mindszenty, kardinaal de Jong,
vond spr. dat in deze overgangstijd on
ze bijdrage moet zijn ons geloof gestal
te te geven. Wij moeten de techniek
overwinnen, waarvan wij thans nog
slaven zijn.
Na deze plechtigheid trokken de dui
zenden pelgrims in processie door het
park met het Allerheiligste.
In de parochiekerk kon men nadien
de relikwieën van de H. H. Marte
laren vereren.
AMSTERDAM, 15 juni. (V.U.) Kand.
theologie C. J. Tissink, Middelburg.
Op 21 juni 1907
slaagde de 24-jarige
Hagenaar Hendrik
Rudersdorff aan de
Leidse Universiteit
voor zijn artsexa
men. Op 21 juni 1957
is hij dus een halve
eeuw arts. Tussen
beide jaartallen in
werd de dokter doc
tor. Nog altijd zit
hij volop in de
praktijk, hij loopt
met zijn 74 jaren
nog rechtop, hij
rookt zijn pijp en
hij strijkt nog altijd
zijn partijtje viool
in het Lunterens
Strijkkwartet, dat
o.a. in het Kröl-
ler Müller-museum
pleegt op te treden.
Hij speelt nog elke
dag piano en kan
het nog altijd niet
kerkte1 laten vertrekken zonder hem een goeie mop te hebben verteld.
Hij zit in het bestuur van de Edese Kunstkring en van de plaatselijke
Filmliga. Hij schreef een boekje over homoeopathie en onder de schuil
naam dr. H. Waning een detectiveroman De Doodsbloem, die jaren
geleden bü Bruna verscheen.
Een merkwaardig man; zoon van een musicus en zélf musicus. J ai
deux amours, zegt de doctor; de praktijk en de muziek. Heel zijn lange,
gelukkige leven is het zo geweest. Kort na zijn artsexamen vestigde hij
zich in Amsterdam alsarts-dirigent. Hij dirigeerde het machtige ama
teursorkest van 60-70 man van de vereniging Phoenix. Hij dirigeerde de
operette-uitvoeringen van deze vereniging en hij zat in het bestuur. Toen
die Phoenix tien jaar bestond kwam er een gedenkboekje uit, waarin o.a.
werd gezegd, dat Phoenix in die tien jaren netto f 37.000 heeft afgedragen
aan liefdadige instellingen.
„Nou u", zei de dokter, waarschijnlijk zonder zich te realiseren, dat
wij dat niet kunnen.
In 1914 moest hij onder de wapenen als reserve-officier van ge
zondheid. Hij had een gloeiende hekel aan het soldatendom en koesterde
vergeefs de zoete wens, dat Hare Majesteit en het Vaderland hem zouden
loslaten. Om de ergernis te verdragen ging hij les nemen bij Fem Dresden,
toen directeur van het Amsterdams Conservatorium, en behaalde in 1918
het diploma muziektheorie. Hij was een trouw klant van Willem Men
gelberg.
In 1923 ging dr. Rudersdorff naar Den Haag en daar begon de medi
sche revolutie. H j was onvoldaan over de gangbare geneeskunde en werd
homoeopaath. In 1937 ging hij twee jaren naar Zwitserland als leider van
een herstellingsoord aan de Italiaanse grens, en in 1939 vestigde hij zich
te Rotterdam. Hij beleefde er de weergaloze verschrikkingen van het bom
bardement. Daarna vond hij het in de Maasstad niet meer zo goed uit te
houden en zo kwam hij door bemiddeling van de directeur van het homoeo-
patisch ziekenhuis te Utrecht in Ede terecht.
„Wat is volgens u de grootste kwaal van deze tijd?" zo vroegen wij
de doctor. Hij antwoordde iets politieks, dat wij niet in de krant kunnen
zetten, omdat wij de regeringscoalitie niet in gevaar willen brengen. Toen
zei de dokter; „de grootste kwaal van onze tijd is het klaarblijkelijk verlies
van het mystieke contact met de geestelijke wereld. Daar zit ook de kern
van de ontzaglijk toenemende nerveuze stoornissen".
Dr. Rudersdorfj zal het druk krijgen op 21 juni in zijn rustige huis aan
de Beatrixlaan 45 in het landelijke Ède.