Aartsbisschop van Westminster dient Anglicanen van repliek Niet de organisatie, maar de mens moet voorop staan Hopediamant op Schiphol gearriveerd Oprichting van lichamen ter bevordering van eenheid Schip in nood ERIC DE NOORMAN „Men wordt geen lid van iemands gezin door zijn erfgoed te naasten „Folderartikel" van Valkenburgse gemeenteverordening onverbindend Verbod in strijd met de grondwet Studiedagen aartsdiocesane K.A.B. „Heeft iemand een mesje?" Inbrekers worden aanschouwelijk getart Pelgrimage naar Dokkum Doctor, dokter en musicus OLLENHAUER voor vreedzame samenleving met de Sovjet-Unie Maastrichtste kantonrechter Zege voor Libanese regeringspartij Economisch Beneluxcongres in Maastricht 26ste St.-Bonifatius- bedevaart dr. H. Rudersdorff MAANDAG 17 JUNI 195/ PAGINA T Minister Wilson Amerikaanse lange- afstandsraket komt er te allen tijde Ook zonder atoomproeven Hope-diamant aan gekomen Belgische treiler in moeilijkheden Vertaald door JOHAN M. PALM (Van onze Londense correspondent) Londen, hedenmorgen Cisteren werd in alle kerken van het aartsdiocees van Westminster een herderlijk schreven voorgelezen van aartsbisschop dr. Godfrey. In dit schrij ven zet de aartsbisschop het katholieke standpunt uiteen betreffende het recht van de Kerk haar leer uit te dragen. Het merkwaardige namelijk van de houding van de Anglicaanse bisschop pen in hun felle aanvallen op de Ka tholieke Kerk in Engeland is dat zij haar het recht ontzeggen haar geloofs leer uit te dragen. De aanleiding hiertoe waren de talrijke advertenties welke sedert enige tijd zijn verschenen in de Engelse nationale pers, advertenties, waarin aan geïnteresseer len een adres wordt verstrekt dat bereid is hun bro chures te zenden over het katholieke geloof. Deze zeer geslaagde adverten tiecampagne zit de Anglicanen zo dwars, dat zij nu zelf zullen beginnen met een eigen advertentiecampagne. In zijn herderlijk schrijven verklaart mgr. Godfrey dat de Katholieke Kerk tekort zou schieten in haar zending, Indien zii niet haar uiterste best deed de leer van Christus bekend te maken aan alle volkeren van de wereld. De aartsbisschop achtte het ongelukkig, dat deze missie-arbeid van de Katho lieke kerk door sommigen is geïnter preteerd als een aanval op hun eigen kerkgenootschappen, en dat zelfs de publikatie van de jaarlijkse statistieken van de Katholieke Kerk in Engeland werd uitgelegd als een ongerechtvaar digde aanspraak op katholieke vooruit gang. In verband met de bewering van de Anglicaanse bisschop van South well, dat een aanzienlijk aantal ka tholieken ieder jaar over zou gaan tot-de Anglicaanse kerk, merkt aarts bisschop Godfrey op in zijn herder lijk schrijven, dat het ongetwijfeld waar is dat katholieken in vele ge vallen afvallen van hun geloof, maar dat de ervaring leert, dat zij niet overgaan tot andere kerkgenoot schappen maar geheel vervallen tot godsdienstige onverschilligheid. Verder verklaarde de aartsbisschop van Westminster dat katholieken zich niet konden verenigen met het denk beeld, dat men een veelheid van Chis- telijke kerkgenootschappen behoorde te aanvaarden, welke alle gesticht zouden zijn door Christus. „Onze mensen", aldus het herderlijk schrijven, „weten maar al te goed, dat, zelfs indien andere kerkgenoot schappen onze terminologie overnemen en onze methodes volgen, en indien zij congregaties oprichten voor monniken en zusters, en benamingen gebruiken die een halve eeuw geleden door hm eigen kerkgenootschap zouden zijn ver worpen, dat dit alles slechts schijn is en niet de werkelijkheid van het ka tholicisme. Men kan niet aanspraak maken op verwantschap met een man omdat men dezelfde uniform heeft aangetrokken, noch wordt men lid van zijn gezin door zich meester te maken van zijn erfgoed." Het schrijven van de aartsbisschop van Westminster is duidelijk bedoeld voor een niet-katholiek gehoor en als verweer tegen de aanvallen van de Ang licaanse prelaten. Ten aanzien van deze laatste aanval len verdienen wellicht de volgende pun ten vermelding. De eerwaarde Trevor Huddleston, lid van een Anglicaanse kloostercongregatie en een man die zich grote faam heeft verworven als bestrij der van de apartheidsleer in Zuid-Afri- ka, noemde in een recensie over een boek gewijd aan enige kloosters en aan het kloosterleven in het algemeen (in de Sunday Times van gisteren) de aan vallen van de Anglicaanse bisschoppen op de Katholieke Kerk „steriel en zon dig." De bekende Engelse Jezuïet pater Basset, geregeld medewerker van de Catholic Herald, verklaart uit goede bron te hebben vernomen dat de aan vallen op de Katholieke Kerk in Enge land zijn ingegeven door een verlangen om de Presbyterianen van Schotland te tonen, dat de Anglicaanse kerk echt pro testant is, zulks in verband met de va ge verenigingsplannen van de Angli caanse en Presbyteriaanse kerkgemeen schappen. Tenslotte enige informatie welke een fel licht werpt op de mentaliteit van Anglicaanse bisschoppen zoals dr. Bar ry, bisschop van Southwell, die ver klaarde dat in het Anglicaanse diocees van Nottingham geen sprake was van de vooruitgang waarop de katholieken van Engeland aanspraak maken. Volgens de officiële statistieken voor het katholieke diocees Notting ham is het aantal katholieken aldaar sinds het eind van de oorlog toegeno men met 35 procent. Het aantal leer lingen opgeleid aan katholieke scho len is sedert 1945 gestegen van 3400 tot 15.300. In dezelfde periode is door de katholieken van het diocees tien miljoen gulden bijeengebracht voor het bouwen van nieuwe bijzondere scholen. In hetzelfde diocees zijn 28 nieuwe kerken gebouwd gedurende hetzelfde tijdperk. Deze informatie stond ter beschik king van dr. Barry. Desondanks be weerde hij in het openbaar dal; de ka tholieken geen voortgang hadden ge maakt in het diocees. Een Engels ka tholiek weekblad heeft dr. Barry ruim te aangeboden om zijn beschuldigingen te staven. De brave man heeft deze uit nodiging geweigerd. Hij verklaarde: „Het is maar het beste alles te verge ten. Ik ben niet bereid mij in te laten met een godsdienstige politiek." Dit is de bisschop, die beweerde, dat de ka tholieke hiërarchie Anglicanen in zijn diocees aanwees, welke bekeerd hoor den te worden. Men begint zich werke lijk af te vragen hoe laag deze Engel se prelaten kunnen zinken voordat zij enige schuld beginnen te voelen. AMSTERDAM, 14 juni (G.U.) Be vorderd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift„De oudere eerstbarende in de Amsterdamse vrouwenkliniek", E. M. van Soest, geb. te Djokjakarta en op proefschrift„Reconstructieve oor operaties, A. M. E. Imkamp, geb. te Beek (L). Doctoraal sociale aardrijksk. H. J. A. Morsink (Haarlem) doctoraal rechten mej. Chr. Röling (Amsterdam), F. G. Boulono.s (Baarn) en J. Kraayen- hof (Amsterdam). De Amerikaanse minister van defen sie, Wilson, heeft zaterdag, aan het ein de van een geheime conferentie van chefs van staven, hoge regeringsfunc tionarissen en andere autoriteiten, te Quantico, in Je staat Virginia, ver. klaard dat de „I.C.B.M." (Intercontinen tal Ballistic Missile), de Amerikaan, se lange-afstandsraket, ook zal worden ontwikkeld wanneer ep geen atoom- bomproeven mogen worden gehouden. Hij verklaarde dat het werk aan dit projectiel toch wel kan worden afge maakt, en voegde eraan toe dat de atoom-lading voor dit wapen waar schijnlijk ook ter beschikking zal komen. De verklaring van Wilson was vervat in een aantal antwoorden op vragen die journalisten hem na afloop van de bijeenkomst stelden. Het bleek dat de ontwikkeling der lange afstandsraket ten het belangrijkste discussiepunt is geweest, mede in verband met het hangende Russische voorstel tot een tijdelijk verbod' op atoom- en waterstof- bomproeven. De voorzitter van de Westduitse soci aal-democratische oppositiepartij, Erich Ollenhauer, heeft zich gisteren bij de opening van de verkiezingscampagne van zijn partij uitgesproken voor vreed zame samenleving met de Sovjet-Unie en haar bondgenoten. Ollenhauer, die de kandidaat van zijn partij voor het kanselierschap is. sprak op een massa bijeenkomst van ongeveer 20.000 men sen te Dortmund. Hij zei voorstander te zijn van een „normalisering van onze betrekkingen met de Sovjet-Unie en de volkeren van Oost-Europa". Hier door zouden de problemen, die allen aangaan, kunnen worden opgelost in een geest van wederzijds begrip. Een dergelijke politiek zou moeten worden gevolgd ondanks het telt, dat de soci aal-democraten het communistische re gime afwijzen. Kanselier Adenauer zou niet in staat zijn een dergelijke politiek na te streven. „De kanselier van de kou de oorlog en de zogenaamde politiek van kracht is politiek gesproken uit de tijd", aldus Ollenhauer. (Reuter) AMSTERDAM, 15 juni. (G.U.) Doc toraal rechten mej. C. Bouman en J. W. v. d. Laag en C. C. Berntrop, Am sterdam; doctoraal sociologie mej. M. A. Thung, Amsterdam; doctoraal rech ten mej. L. F. Moens, Amsterdam; D. J. Prins (Den Haag) en F. Bergsma Amsterdam. De kantonrechter te Maastricht mr. P. Ballieux heeft artikel 33a van de al gemene politie verordening van de ge meente Valkenburg-Houthem, waarbij het verboden was op door B. en W. be paalde straten of wegen, dagen en uren, fedrukte of geschreven stukken of af- eeldingen hiervan aan te bieden, het kopen of de kennisneming daarvan aan te bevelt.1 of de inhoud bekend te ma ken, alsmede het verbod om deze stuk ken bij zich te dragen, onverbindend verklaard. Bovendien verklaarde de kantonrechter het artikel in strijd met artikel 7 van de grondwet, waarbij be paald is, dat „niemand voorafgaand overleg nodig heeft om door de druk pers gedachten of gevoelens te openba ren, behoudens ieders verantwoordelijk heid volgens de wet." De mens, zijn vereenzaming in de moderne maatschappij en de mense lijke ontmoeting vormden de gesprek stof tijdens de studiedagen van de Utrechtse diocesane bond van de K.A.B.die vrijdag en zaterdag op Woudschoten bij Zeist gehouden wer den „Terug naar de menselijke ont moeting" was het thema, dat speci aal in de sfeer van de eigen bewer ging getrokken werd. De discussie leiders en hun 150 toehoorders sneden daarbij met grote vrijmoedigheid de meest actuele problemen aan, zoals het al of niet afschaffen van leden vergaderingen, in de plaats waarvan een oplossing gezocht zou kunnen worden in de richting van b.v. ge spreksgroepen, eventueel in de wq- ken of bi) de leden thuis, en van speciale acties voor forensen en ploegenwerkers. De derde discussieleider, de heer L. Vermeulen, leraar aan het A. C. de Bruijn-instituut bracht deze moge lijkheden onder het oog, daarbij echter benadrukkend, dat ook al het nieuwe zal falen, wanneer er geen verande ring in de mentaliteit van het kader komt. Men was het er overigens wel over eens, dat ledenvergaderingen in de afdelingen niet meer trekken en dat er gestreefd moet worden naar spe ciale bijeenkomsten, waarop actuele problemen aan de orde gesteld worden. „Voor wat de methoden betreft, zit ten we nog hopeloos vastgeroest in oude normen", aldus de voorzitter, de heer Joh. Zwanikken, die zijn inleiding ove rigens moest laten voorlezen door pa ter H. Hoekstra, o.f.m., leider van het Credo Pugnowerk, omdat hij vrijdag middag zelf in de Tweede Kamer moest stemmen over de IJ-tunnel. De voorzitter meende, dat vele goede be stuursleden slechte leiders zijn; er wor den allerlei besluiten genomen, waar de leden geen invloed op hebben en nooit iets van horen. Er zijn voorbeel dig zuinige penningmeesters, zeer nauw keurige secretarissen en gloedvol spre kende voorzitters, maar zij lijden aan „institutionalisme" en hun werk ge schiedt vooral tot meerdere eer en glo rie van de organisatie. Er is te weinig werkelijk contact met de leden. Vfele bestuursleden vergeten, dat zij op de eerste plaats leiders van mensen zijn, die zfl liefdevol moeten steunen. Pater dr. Alfred, O.F.M. Cap., leid de de eerste discussie in met de vraag. „Kennen wij de mens?" en wees daarbij op de gevaren van ver maatschappelijking, verbijzondering, bureaucratie en vertechnisering, die alle het contact van mens tot mens bemoeilijken, waarbij bet individu steeds meer vereenzaamt en steeds meer behoefte krijgt, als mens ge zien en gewaardeerd te worden. Gedurende twee dagen hebben de deelnemers over dit alles gediscussi eerd, waarbij overigens de kwalen dui delijker onderkend werden dan de mo gelijkheden tot verbetering. De ver bondsvoorzitter, de heer J. A. Middel huis, die een deel van de discussies bijwoonde, stelde onomwonden vast, dat de organisatie, haar vorm, struc tuur en werk niet meer voldoende aan- sp/eekt. „We lopen achter en het is de hoogste tijd, de beweging aan te pas sen, waarbij niet de vorm, maar de j ens voorop moet staan". Met deze conclusie, die alles samenvatte, wer den de besproken problemen weliswaar niet opgelost, maar werd wel richting gegeven aan de toekomstige ontwikke ling. Een gevolg van deze uitspraak is dat een 34-jarige Valkenburgse touringcar houder tegen wie 26 mei proces-verbaal werd opgemaakt, omdat hij op een „verboden" straat enkele reclamefol ders bij zich droeg, van rechtsvervol ging ontslagen werd. De officier van justitie, mr. W. A. G. Moors had zuiver op formele gronden een geldboete van 11,- gevraagd om daardoor de mogelijkheid open te laten, over het gewraakte artikel van de Val kenburgse gemeenteverordening een uitspraak van de hoogste rechterlijke instanties te verkrijgen. Speciaal de bepaling van de Valken burgse gemeenteverordening, dat het verboden is gedrukte of geschreven stukken op bepaalde straten, dagen en uren bij zich te dragen is volgens de officier van justitie wel zeer ongeluk kig geredigeerd. Een consequentie hiervan zou zijn, dat de politie niet al leen tegen exploitanten van attracties of toeristen, die folders uitgeven c.q. bij zich dragen, moet optreden, maar ook tegen postbestellers of krantenbezor gers. Persoonlijk was mr. Moors van mening, dat de Valkenburgse voor schriften in strijd zijn met de grond wet. De verdediger ontlokte tijdens de rechtzitting bij de aanwezigen vrolijk gelach, toen hij de rechter er op wees, dat men in Valkenburg zelfs beboet kan worden, wanneer men een bankbiljet bij zich draagt, waarvan men niet aan nemelijk kan maken, dat men niet van plan was om het uit te geven. De gemeenteraad van Valkenburg stelde 25 april de gewraakte en tijdens de rechtzitting geridiculiseerde bepalin gen op om daarmee gedurende het toe ristenseizoen een einde te maken aan de chaos, die er heerste op het gebied van reclamefolder-verspreiding door de plaatselijke attractiebedrijven. De gemeente Valkenburg-Houthem is, zo vernamen we van burgemeester F. Breekpot, na deze rechtelijke uitspraak nog niet van plan de verordening te wij zigen. Het gemeentebestuur wil eerst, zo zei hij, afwachten of eventueel een hogere gerechtelijke instantie een uit spraak inzake de folderkwestie zal doen. 12. Zoekend glijden Axe's ogen over zee. Er is echter nergens een zeil te ontdekken, zodat het hem onwaarschijnlijk voorkomt, dat Voron het schip van Keil wél gezien zou hebben. Achteloos slentert Axe naderbij, als hij bemerkt, dat Voron met enkele krijgers staat te redeneren. Zodra zij hem in de gaten krijgen, gaan zij uiteen en dit bevalt Axe in het geheel niet. Hij besluit dubbel op zijn hoede te zijn, maar in de dagen die volgen, gebeurt er verder niets onregelmatigs, afgezien dan van de fluisterende gesprekken tussen Voron en zijn krijgers. Het valt Axe en ook Winonah op, dat Voron opeens dicht onder de kust gaat, bij het vallen van de avond. De hele nacht doet Axe geen oog dicht, doch er gebeurt ook nu niets. Wat hij eigen lijk verwacht, weet hij zelf niet, maar de hele sfeer aan boord doet hem op zijn hoede zijn. En dan de volgende morgen vroeg, als de eerste zonnestralen over de golven glijden, weet Axe, dat zijn gevoelens hem niet bedrogen hebben. Met enkele snelle passen staat hij tegenover Voron, die zelf het roer hanteert. „Wat betekent dit, Heer Voron?" zegt hij scherp. „Gij zijt van koers veran derd. Ik zie het aan de zeestroming! Wij zeilen van Noorwegen vandaan, in plaats van er heen te gaan". (Van een verslaggever) De 300-karaats saffier waarmee ooit Catharina de Grote pronkte op de luis terrijkste hofbals in een vroeger Rus land, zal een van de attracties zijn op de internationale tentoonstelling „Am sterdam-Diamantstad" De minister van economische zaken prof. dr. J. Zijlstra zal de grootste diamantex positie die ooit gehouden is, vrijdag in de Apollohal openen. Deze dag is de expositie nog niet toegankelijk voor het publiek. De camera's voor de Eurovisie zullen vrijdag van dit schitterende schouwspel opnamen maken, waarmee vele uren gemoeid zijn. Wat er tot dusver aan edelstenen is toegezegd voor de tentoonstelling loopt al in de dertig miljoen gulden. Daar bij is nog niet gerekend de onschatba re Hope-diamant, die vandaag op Schip hol zou arriveren. De dertig miljoen zal nog wel ver overschreden worden, aangezien vele standhouders nog ver rassingen in petto hebben, die pas op het laatst geopenbaard zullen worden. „Niemand echter hoeft te proberen in te breken", zo vertelde ons de voor zitter van het werkcomité. Onder de leiding van de Amsterdamse hoofdcom missaris is een menigte van beveili gingen aangebracht. Een legertje van rechercheurs, agenten en brandweer lieden zal dagelijks de bewaking ver zorgen. In het naast de Apollohal gelegen Théatre du Midi zal tegelijk met de opening van de tentoonstelling de film „Diamanten vermist" gaan draaien. De hierin gedemonstreerde diamant roof zal wel tartend op het duistere gilde der inbrekers werken, maar de organisatoren vrezen niets. Iedere tentoonstellingsdag zal er een waardevolle ring aan een bezoe ker worden geschonken. En dan wat er zo ongeveer te bewonderen zal zijn: het wapen van de Verenigde Naties met vijfduizend diamanten, een gezicht op Amsterdam bij avond, een fontein, een schilderij van van Kruiningen, zes taferelen uit de ge schiedenis, alles met duizenden dia manten bezet, de een nog fraaier dan de ander. Een fluorescerende dia mant, Emeraude-slijpsel, oude met diamant gegraveerde glazen, bijzon der gekleurde stenen, en het klein ste kogellagertje ter wereld zullen voorts de aandacht trekken. De slij perij in bedrijf zal men eveneens tonen. Er komen inzendingen o.a. uit China, Japan, Indië, Verenigde Staten, Zwit serland. Elke avond zal een manne quin, de dame die vorig jaar tot Miss Holland werd verheven, flonkerende sieraden tonen op allerlei toiletten. Grote collecties smaakvolle, eenvoudi ge juwelen moeten duidelijk maken dat velen een droom van schittering wer kelijkheid kunnen maken. Drie rechercheurs met de rechter hand In de zak van hun colbert, keken met enige diamantairs, douanes en persmensen gespannen toe, toen zater dag op Schiphol de beroemde Hope- diamant werd uitgepakt. Dit legendari sche kleinood, dat ongeluk heet te bren gen, is vrijdag uit New York aange komen en bestemd voor de tentoonstel ling Amsterdam-diamantstad. Het uit pakken was nodig voor de douane-for maliteiten. De Hope-diamant, die voor een miljoen dollar verzekerd is en bij verkoop minstens het dubbele van dit bedrag zou opbrengen, zat in een vrij simpel pakket, dat de hele nacht in de kluis bij de douane opgeborgen was geweest. Een touwtje was twee maal verzegeld en met lood dichtge knoopt. „Heeft iemand een mesje?" zo werd gevraagd door de vertegenwoordiger van d<_ eigenaar in New York, de firma Harry Winston. Eerst kwam er wat crêpe papier te voorschijn en vervol gens een zwarte cassette. Voorzichtig werd die geopend: daar hing de Hope- diamant aan een diamanten hanger en omgeven door kostbare steentjes. Hij glansde in de schaduw van zwart tot blauw, maar, eenmaal in de zon geplaatst, schoot hij aan alle kanten vurige vonken. Een batterij fototoestel len werd gericht. Vervolgens werd het tweede deel van de zending uitgepakt: de saffier die ooit toebehoorde aan Catharina de Grote van Rusland en in de vorige eeuw verkocht is voor een ambulancetrein. De geschatte waarde van deze 337-karaats inktblauwe steen, de grootste saffier ter wereld, is onge veer 150.000 dollar. Beide stenen zijn, nadat er enige tonnen aan invoerrech ten waren betaald, vervoerd naar de kluis van de Amsterdamse Bank. Petroleos Mexicanos heeft medegedeeld dat in de zuid-oostelijke Mexicaanse staat Tabasco een nieuw olieveld is gevonden, dat men zeer rijk acht. In de eerste boor toren werd reeds 384 barrels per dag gewonnen. Het veld ligt een paar mijlen van Campo la Venta. Zondagmiddag is de Belgische trei ler Confiance O 173 in moeilijkheden geraakt. Om kwart over zes werd ge meld, dat het schip in zinkende toestand was op 57 graden Noorderbreedte en 3 graden Oosterlengte. Vermoedelijk is net schip op een voorwerp onder water gestoten en zo lek geslagen. Verschil lende schepen begaven zich direct naar de opgegeven positie. Om half negen meldde de Belgische treiler Esperance O 326 nabij zijn in nood verkerende col lega te zijn. Pompen werden overge bracht om te trachten het schip drijven de te houden. De aanwezigheid van een ander schip was voor de opvarenden van de Confiance een hele geruststel ling. Zou de toestand kritiek worden, dan konden zij direct op het andere schip overstappen. Bij de tweede ronde van de verkie zingen in de Libanon heeft de westers- gezinde regeringspartij een grote over winning behaald. Van de twintig be twiste zetels werden er gisteren negen tien door de regeringspartij veroverd. Slechts één zetel ging naar de opposi tie. Hij wordt bezet door een politicus, die niet gekant is tegen de Eisenhower- leer. Thans zijn in totaal 42 van de 66 afgevaardigden in de volksvertegen woordiging gekozen. Aanstaande zondag heeft de laatste ronde van de Libanese verkiezing' plaats en men verwacht, dat de oppositie dan in totaal over twaalf zetels zal beschikken. De verkiezingen zelf zijn gisteren zon der incidenten verlopen. Maar in Zog- harta heeft de beslechting van een oude familie-vete dertig mensenlevens geëist. De families Fragiyeh en Dar- weish, die eikaars traditionele vijanden zijn, groeven de strijdbijl weer op. De fevechten ontstonden na afloop van een egrafenis. (UP) Terwijl de ministers van de drie Beneluxlanden te Brussel confereerden over het economisch Beneluxverdrag, stelden de deelnemers aan het elfde Beneluxcongres te Maastricht zaterdag resoluties op, waarin diverse desiderata werden opgenomen ten aanzien van de realisatie van de Benelux. Zo b.v. sprak het congres de wens uit, dat het verdrag daadwerkelijk de instrumenten zal mogen scheppen tot een eenheid van inzichten en optreden, welke tot op heden nog niet voldoende bestond. Voorts werd de aandacht van de drie regeringen gevestigd op de nood zakelijkheid van politiek en de harmo nisatie van bepaalde wetten en veror deningen, als de zo zeer gewenste eli minatie van beperkingen, die het verkeer tussen de drie landen nog in de weg staat, te regelen. Vooruitgang moet, aldus het congres, ook nog met betrekking tot de volgen de punten worden geboekt o.a. volledi ge afschaffing van de dubbele belas tingen; vrijheid van kapitaalverkeer; unificatie van de stelsels en de tarie ven van de accijnzen en van de omzet belasting; alsmede harmonisatie van alle wetten, die het vrije verkeer op de gemeenschappelijke markt zouden kunnen schaden. Ten aanzien van het monetaire as pect van het Beneluxverdrag gaf het congres de drie regeringen in overwe ging zich bereid te verklaren elkaar ter overbrugging van tijdelijke beta lingsbalansmoeilijkheden kredieten te verlenen of van elkaar inconvertibele valuta aan te nemen. Het landbouwvraagstuk kan, naar de mening van het congres, worden op- 44 „Ollivier kan niet veel vertellen," viel Vox hem met een zekere aarzeling, nu hij gevangen was tus sen zijn verlangen veel te horen en zijn gebruikelijke terughouding en schroom, in de rede. „En het staat niet aan mij hem te ondervragen. Ik heb ook niet de be voegdheid jou te ondervragen; jij spreekt omdat..,." „Ik weet het, ik weet het, kapitein. Neem het mij niet kwaljjk. Ik spreek omdat Ik alleen geweest ben, vreselijk alleen, al die tijd, omdat... ik zal het u dadelijk vertellen. Rouveyre was een goede vriend, maar een vriend van acht dagen. Acht dagen pre cies. Na die acht dagen stond ik voor een muur; ik wist maar een paar woorden, gehoord, geraden, be halve wat ik in het scheepsjournaal gelezen had. Ik behoorde niet tot de groep, begrijpt u en ik wist niets van het verleden van aï die mannen. De onge lukkige Bertrand, die ik door de golven zag neer slaan, sprak geen woord. „De Canopus had haar koers gewijzigd om de Mar co Polo te gaan helpen zonder dat het mij verteld was. Het gehele schip was natuurlijk gewaarschuwd; men had in de tussendekken lijflijnen gespannen en de emigranten voorgehouden voorzichtig te zijn. Maar ik wist niets". „Niet te geloven!" „Ik verzeker het u, kapitein, maar ik vertel het alleen om te tonen hoe alleen ik was. Men had mij vergeten. Toen het S.O.S. van de Marco Polo was opgevangen (maar ik hoorde dat pas later, toen we ai naar de Italianen onderweg waren) bevond ik me op de brug, waar ik Bertrand verving, die aan het diner zat. „Sedert de ochtend had Godde de vaart ietwat laten verminderen om niet te veel water over te nemen. We kregen hevige stoten bij het stampen en in de duisternis zagen we de glans van brokken wa ter, die van de bak op het voordek stroomden. „Ik had een hagelbui gehad, een zware, hevige bui. Er was geen zicht en we moesten buiten de schuilhokjes blijven. Ik rilde, want ik had al een aanval van koorts, veroorzaakt door de koude dade lijk na mijn genezing. Ik heb er niets van gezegd, neen, Godde had al genoeg zorgen en ik wilde niet dat de officier die hij in Napels aan boord genomen had, in bed zou blijven. Overigens had dat ijs tegen mijn gezicht me opgefrist... „De kapitein kwam uit de stuurhut, ging naast me staan en bleef daar zonder een woord tegen me te zeggen. Dat was niet abnormaal. De bui was net over en het zicht was beter geworden. Door de koorts had ik een gevoel alsof ik me in een niet geheel werkelijke wereld bevond. Alles wat ik zag en hoor de was verdraaid. Het was of ik een beetje aange schoten was. Godde kwam me onrustig voor, maar was hij dat werkelijk? In het schijnsel van het nacht huis, waarvan hij het zeil optilde, zag ik zijn gezicht, gerimpeld, vertrokken door zenuwschokken. Zijn lip pen bewogen alsof hij binnensmonds sprak. Ik dacht dat hij van plan was de vaart nog meer te ver minderen om de Canopus te sparen. „Ik werd er zeker van toen hi) me plotseling vroeg de eerste officier en de hoofdwerktuigkundige in de messroom te gaan roepen. „Of ze dadelijk boven komen; ik wacht op hen". „Je kunt je gang gaan", voeg de hij er bij. Ziet u; Je kunt je gang gaan. Nu zult u begrijpen kapitein, waarom ik spreek". „Bertrand en Charrel zaten met het servet onder de kin de soèp te eten. Laurelle was er ook, met Olli vier aan zijn rechterhand en Rouveyre tegenover hem. Jean, onze steward, nam de koffiekop weg, die ik kort tevoren had leeggedronken en veegde de kruimels van het tafellaken, waar ik gezeten had. Niemand sprak; trouwens, behalve het klagen en gelamenteer werd er in de messroom, sedert we in werkelijk stormweer waren gekomen, niet meer of heel weinig gesproken. De herinnering aan het uit zonderlijke slingeren en de vrees voor machineschade wogen zwaar. „Meneer Bertrand en meneer Charrel zei ik, „de kapitein laat u verzoeken allebei dadelijk op de brug te komen". „De eerste officier stond op en greep zpn jas. De chef van de machinekamer legde zijn lepel in het nog halfvolle bord, keek me aan alsof ik, bekend met de reden van dit dringende verzoek, hem die zou meedelen, maakte zijn servet los en legde dat op tafel. „Doe uw jassen aan," zei ik tegen hen. „Het hagelt „Ik rilde, maar naar de rode gezichten van mijn kameraden te oordelen, moest de messroom over verhit zijn. „Waarom heeft hij hen laten roepen?" vroeg Rou veyre me. „Ik weet er niets van". „Nog een kop koffie, meneer?" vroeg Jean. „Neen, dank je. Ik ga naar kooi". Dufor was dadelijk in die eigenaardige slaap ge vallen die door de koorts wordt veroorzaakt, maar waaruit hij spoedig weer schreeuwend was ontwaakt omdat hij droomde te worden geslagen, op zijn hoofd, tegen zijn schouders. Hij had zich tijdig aan de slingerplank vastgehouden om niet uit zijn kooi te worden geworpen. De laden schoven open en wer den geleegd, boeken en papieren gleden van de ta fel, de deur van de kast sloeg heen en weer, het water van de wastafel stroomde over het linoleum. „Ik was zo versuft dat ik geen verband kon vin den tussen deze wanorde eri het verzoek aan Ber trand en Charrel waarmee Godde me belast had. Hoe is het denkbaar dat men de Canopus opzettelijk een koers liet stomen, zo... zo catastrofaal en nagela ten had mij te waarschuwen'. Ik dacht dat wat de mannen, met wie ik een week lang had omgegaan, hadden gevreesd, nu waarheid geworden was, dat de Canopus was gaan rollen". Wordt vervolgd) gelost, wanneer de regeringen op zo kort mogelijke termijn onderling tot overeenstemming komen over een Be- nelux-landbouwpolitiek en daarvoor ook alles zullen doen. In een ontwerp-resolutie werd o.m. oprichting van Benelux-Kamerg van Koophandel; instelling van Benelux- missies ter verovering van nieuwe bui tenlandse markten: samenwerking tus sen Belgische en Nederlandse overzee se gebieden en het oprichten van een centrale economische Beneluxraad be pleit. (Van onze correspondent) De pontificale H. Mis, opgedragen door de bisschop van Groningen, mgr. P. A. Nierman, op de plaats die door het bloed van de H. Bonifatius patroon van het bisdom Groningen en zijn 52 metgezellen is geheiligd, zondagmorgen te Dokkum is een in drukwekkend hoogtepunt geworden van de 26e nationale St.-Bonifatius bedevaart. Uit alle delen van het land, doch voornamelijk uit het bis dom Groningen waren duizenden pel grims in Dokkum bijeengekomen om te bidden voor het behoud en de uit breiding van het geloof, dat Bonifatius ons heeft gebracht. Met hun priesters zaten de gelovigen rond hun bisschop geschaard aan het H. Misoffer om op deze stralende, zonovergoten zondagmorgen hun ge loof nieuwe impulsen te geven en zich voor te nemen het te beleven in trouwe plichtsvervulling. Er waren zoveel bedevaartgangers naar Dokkum gekomen, dat ér in de openluchtkapel nauwelijks plaats was voor iedereen. Massaal klonken de gebeden en de gezangen op. Henri de Greeve vergeleek in zijn predikatie de H. Bonifatius met een atoomzuil; waarin de genade zich mil- joenvoudig splitst. Hij ging uit van de tekst van Paulus; Als er geroemd moet worden, zal ik roemen op het Kruis van Christus". Het is moeilijk te roemen op het Kruis. Ook wij staan in een overgangstijd. Velen zijn pessimis tisch, maar dit pessimisme kon spr. niet delen. Evenwel, is er één grote ramp, n.l. de onkerkelijkheid. Alleen in geloof diep waarachtig geloof kunnen we deze ramp aan. Au„ moeten we van ons afkrabben en be denken dat de H. Bonifatius geen „ge makkelijk geloof je" kwam prediken of de een of andere levensregel. Het is evenwel moeilijk om het Geloof te nemen als een waarmerk van alle din gen en zó katholiek zijn, dat iedereen zegt; hij (zij) meent het. Na de bijdrage geschetst te hebben van diverse voorvechters van ons ge loof als eerste Christenen, de H. Bo nifatius, pater Titus Brandsma, kar dinaal Mindszenty, kardinaal de Jong, vond spr. dat in deze overgangstijd on ze bijdrage moet zijn ons geloof gestal te te geven. Wij moeten de techniek overwinnen, waarvan wij thans nog slaven zijn. Na deze plechtigheid trokken de dui zenden pelgrims in processie door het park met het Allerheiligste. In de parochiekerk kon men nadien de relikwieën van de H. H. Marte laren vereren. AMSTERDAM, 15 juni. (V.U.) Kand. theologie C. J. Tissink, Middelburg. Op 21 juni 1907 slaagde de 24-jarige Hagenaar Hendrik Rudersdorff aan de Leidse Universiteit voor zijn artsexa men. Op 21 juni 1957 is hij dus een halve eeuw arts. Tussen beide jaartallen in werd de dokter doc tor. Nog altijd zit hij volop in de praktijk, hij loopt met zijn 74 jaren nog rechtop, hij rookt zijn pijp en hij strijkt nog altijd zijn partijtje viool in het Lunterens Strijkkwartet, dat o.a. in het Kröl- ler Müller-museum pleegt op te treden. Hij speelt nog elke dag piano en kan het nog altijd niet kerkte1 laten vertrekken zonder hem een goeie mop te hebben verteld. Hij zit in het bestuur van de Edese Kunstkring en van de plaatselijke Filmliga. Hij schreef een boekje over homoeopathie en onder de schuil naam dr. H. Waning een detectiveroman De Doodsbloem, die jaren geleden bü Bruna verscheen. Een merkwaardig man; zoon van een musicus en zélf musicus. J ai deux amours, zegt de doctor; de praktijk en de muziek. Heel zijn lange, gelukkige leven is het zo geweest. Kort na zijn artsexamen vestigde hij zich in Amsterdam alsarts-dirigent. Hij dirigeerde het machtige ama teursorkest van 60-70 man van de vereniging Phoenix. Hij dirigeerde de operette-uitvoeringen van deze vereniging en hij zat in het bestuur. Toen die Phoenix tien jaar bestond kwam er een gedenkboekje uit, waarin o.a. werd gezegd, dat Phoenix in die tien jaren netto f 37.000 heeft afgedragen aan liefdadige instellingen. „Nou u", zei de dokter, waarschijnlijk zonder zich te realiseren, dat wij dat niet kunnen. In 1914 moest hij onder de wapenen als reserve-officier van ge zondheid. Hij had een gloeiende hekel aan het soldatendom en koesterde vergeefs de zoete wens, dat Hare Majesteit en het Vaderland hem zouden loslaten. Om de ergernis te verdragen ging hij les nemen bij Fem Dresden, toen directeur van het Amsterdams Conservatorium, en behaalde in 1918 het diploma muziektheorie. Hij was een trouw klant van Willem Men gelberg. In 1923 ging dr. Rudersdorff naar Den Haag en daar begon de medi sche revolutie. H j was onvoldaan over de gangbare geneeskunde en werd homoeopaath. In 1937 ging hij twee jaren naar Zwitserland als leider van een herstellingsoord aan de Italiaanse grens, en in 1939 vestigde hij zich te Rotterdam. Hij beleefde er de weergaloze verschrikkingen van het bom bardement. Daarna vond hij het in de Maasstad niet meer zo goed uit te houden en zo kwam hij door bemiddeling van de directeur van het homoeo- patisch ziekenhuis te Utrecht in Ede terecht. „Wat is volgens u de grootste kwaal van deze tijd?" zo vroegen wij de doctor. Hij antwoordde iets politieks, dat wij niet in de krant kunnen zetten, omdat wij de regeringscoalitie niet in gevaar willen brengen. Toen zei de dokter; „de grootste kwaal van onze tijd is het klaarblijkelijk verlies van het mystieke contact met de geestelijke wereld. Daar zit ook de kern van de ontzaglijk toenemende nerveuze stoornissen". Dr. Rudersdorfj zal het druk krijgen op 21 juni in zijn rustige huis aan de Beatrixlaan 45 in het landelijke Ède.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 2