Geslaagde manifestatie van
het Nederlands toneel
Bredero's „Moortje'' in een
levendige voorstelling
i*
John Gielgud leest tachtig
fragmenten uit Shakespeare
Strawinsky's „The Rake's Progress
1
Het orkest van Cleveland
onder George Szell
Requiem van Verdi op het
Holland-F esti val
m
Vier zusjes op
één dag getrouwd
Opdrachten via
de T.V.
Nederlandse Opera geeft voorstelling
van goed gehalte
Waarom eerst nu
I
Concerten in Amsterdam en
Scheveningen
Concertgebouworkest
in Helsinki
Holland Festival
Politie Brabant rit
Jos Teeuwen, Tegelen,
ridder St.-Gregorius
MAANDAG 11 JÜNI 1957
PAGINA 4
TITUS BRANDSMA
Getuigen te Rome gehoord
Groningens bisschop
verhuisd
Pater J. v. d. Loo S.J. t
D. Manassen overleden
kLa„rten OA sth°r's lijfde pianocon
cert. Ook de Eerste symfonie van
Voorzitter Passiespelen
Prinses Beatrix en
het ronde jacht
meer te doen dan hevig lamenteren,
maar ook deze rollen werden goed ge
speeld, respectievelijk door Lies Fran
ken, Bert van der Linde en Marle
Hamel.
Zo is „Moortje", in zo lange tijd niet
meer opgevoerd, dan werkelijk tot
leven gekomen. Kleine aanmerkingen
zouden er hier en daar nog wel te
maken zijn, doch ze vallen weg tegen
het feit, dat de voorstelling in haar
geheel uitstekend in elkaar zat. In een
festival moet men iets bijzonders doen,
zei minister Cals vorige week. Wel,
de bewindsman die bU de première
aanwezig was, heeft kunnen constateren
dat het geld gestoken in deze gedurfde
onderneming goed besteed is: er is met
geest en energie mee gewerkt.
T. E.
Het concertgebouworkest onder lei
ding van dr. Eduard van Beinum heeft
zondag met het eerste van de twee con.
certen, die het te Helsinki geeft als on
derdeel van het Sibelius-festival, een
groot succes geoogst. De grote zaal, die
plaats biedt aan ruim vierduizend per
sonen, was vrijwel geheel uitverkocht.
Onder de toehoorders bevonden zich tal
rijke persoonlijkheden uit het Finse
openbare leven en leden van het diplo
matieke corps.
Het programma bestond uit de ouver
ture „Der Freischütz" van Carl Maria
von Weber, het symfonische gedicht
„Tapiola" van Sibelius en de derde
symfonie van Beethoven.
Naar aanleiding van het bezoek van
het orkest gaven de Nederlandse ge
zant te Helsinki, de heer D. M. de Smit,
en zijn echtgenote in hun woning een re
ceptie.
Het tweede concert wordt vandaag
gegeven. De vierde symfonie van Men
delssohn, ILA Mer" van Debussy en de
vijfde symfonie van Sibelius worden ten
gehore gebracht.
Nell Koppen, Magda Janssen: en Luc Lutz in poortje"
Nadat men elkaar
van tevoren van
alle kanten ge
waarschuwd had,
dat Bredero's
„Moortje" qua
compositie nogal
wat mankementen
vertoont, is de
speelbaarheid van
dit stuk op de fees
telijke première,
die Den Haag za
terdag ten deel viel,
bepaald meegeval-
len. De bruisende
levenskracht, die dit toneelspel, inclusief
al z'n uitweidingen, doortintelt, heeft
het na driehonderdzoveel jaar toch
weer glansrijk gewonnen. Meteen daar
op aansluitend moge een compliment
volgen aan het adres van regisseur Ton
Lutz, die enerzijds bij de bekortingen,
welke hier vrijwel onvermijdelijk wa
ren, met veel inzicht te werk is gegaan
en anderzijds het spel zoveel beweeg
lijkheid heeft gegeven als maar moge
lijk is. Ten derde lof voor de spelers,
die over het geheel genomen Bredero's
uitbundige woordenstroom zeer wel
bicken aan te kunnen, ook in de lange
alleenspraken, en die daar, waar zij
niet aan het woord kwamen, de starre
luisterhouding of het geforceerde ge
drentel wisten te vermijden wat bij
voorbeeld een Paul Steenbergen met
zijn stille spel op de achtergrond te
zien geeft is zeer lovenswaard. Ten
slotte moet met grote waardering ge
noemd worden het werk van Nicolaas
Wijnberg, wiens decor niet alleen van
goede smaak getuigt, doch ook van het
praktische vernuft om allerlei situa
ties op te vangen. Wijnberg heeft be
halve het décor ook de ontwerpen van
de costumes, rijke en bonte, op zijn
naam staan en daarenboven de litho's
van een fraai programma, dat mede
deze opvoering van „Moortje" tot een
recht feestelijke maakte.
Feestelijk bij alle platheden, die zo
als men weet, in dit stuk, spelend rond
het huis van de lichtekooi Moy-Aal,
ruim voorhanden zijn. Ook als we in
aanmerking nemen, dat sommige uit
drukkingen, die Bredero bezigt, in zijn
tijd minder grof hebben geklonken dan
ze ons nu voorkomen, dan nog is aan
te nemen, dat men ook in 1615 kon
zeggen, dat de schrijver er echt niet
om loog. De regie heeft deze plathe
den niet verbloemd, integendeel ze
hier en daar extra goed doen uitko
men. Moet men dit Ton Lütz kwalijk
nemen? Het komt ons voor van niet.
Hij illustreert slechts het felle, kleur
rijke Amsterdamse leven, dat Brede
ro met zoveel temperament beschreef.
Moraal moet men in dit stuk niet zoe
ken; voor zover ze er in aanwezig zou
ziln, is ze toch maar dubieus. Het is
Inmiddels goed te bedenken, dat er
niet alleen baldadige taal wordt uitge
slagen wanneer „een maagd schande
lijk van haar reinigheid ontzet is", doch
dat evenzeer in andere scènes zich een
heel ander leven voor ons ontvouwt
dan wt) thans kennen, zo bijvoorbeeld
wanneer de snoevende kapitein Roe-
mert met een zatte aanhang optrekt
naar het verdachte huis. Men zit er
zich alleen bil voortduring over te ver
bazen, dat deze hartelijke en schel
dende, ruige en rumoerige, rokkenjagen,
de, warmbloedige en drinkende mensen
de voorouders zijn geweest van een
zo ordentelijke generatie als wij thans
vormen.
De Koninklijke Schouwburg heeft als
eerste in het Holland Festival dit on
Haagse stuk met veel smaak genoten.
Het zon overdreven zijn te zeggen, dat
ledereen alles heeft verstaan, maar
Het momenteel in Nederland gevoer
de diocesane proces voor de zaligverkla
ring van pater Titus Brandsma O. Carm.,
heeft een aftakking te Rome gehad. Op
h9t vicariaat zijn n.l. twee getuigen ge
hoord en wel pater P. v. Gestel S.J., die
met Brandsma te Dachau gevangen ge
zeten heeft en zijn heldhaftige dood
meemaakte. Pater van Gestel is as
sistent van de Generaal der Jezuïeten.
Een tweede getuige was de Carsnellet
pater Grammatico. Deze is een studiege
noot van pater Brandsma geweest toen
hij colleges liep aan de pauselijke unl
versiteit, de Gregoriana te Rome. De
stukken zullen binnenkort naar de bis
schoppelijke rechtbank in Nederland
gezonden worden.
dat Bredero's plastische taal toch al
lerminst over de hoofden der aanwe
zigen heen ging bewezen de gul gego-
ven open doekjes. Men mag deze Ne
derlandse Toneelmanifestatie, verzorgd
door spelers uit allerlei gezelschappen,
dan ook zeer geslaagd noemen.
Daar viel op tal van onderdelen voel
te appreciëren.
Neem een Hans Kaart, die de han
dige Kackerlack speelde; te verwach
ten was, dat hij deze prachtige fi
guur wel zo volks zou presenteren als
nodig Is, maar hij heeft ook Bredero's
taal recht laten ervaren en dit bete
kent een succes boven het goedkope
niveau. Neem een Nell Koppen, die
al eerder bewees, dat zij zeer ge
schikt is voor de rol van zo een fel
wijfje als hier de dienstmeid Ange-
niet ook zij wist met dat waar
lijk niet eenvoudige zeventiende eeuw-
se Nederlands uitstekend weg. Karin
Haage als het „morssebelletje"
Klaartje Klonters sprak minder dui
delijk en ook Ton van Duinhoven in de
nogal moeilijke rol van Reynier haal
de het, hoewel zün spel goed was, in
zijn monoloog met de tekst niet
helemaal, maar daarmee werd de
goede indruk van het geheel niet
weggenomen.
Moeten we verder nog vermelden,
dat Myra Ward als Moy-Aal, Guus Her
mus als kapitein Koemert, Paul Steen
bergen als Koenraat, Johan Walhain
als Writsart, Luc Lutz als Frederyck,
Magda Janssens als de minnemoer
Geertruy. Coen Flink als Ritsart en
Ton Lutz als vader Lambert sterke bij
dragen hebben geleverd in deze opvoe
ring? Zij hebben aan de hoge verwach
tingen, die men van deze eenmalige
keurtroep mocht koesteren ten volle be
antwoord zowel individueel als tezamen.
Bredero heeft zich over de construc
tie van sommige rollen kennelijk niet
al te veel zorgen gemaakt. Het Haag
se dochtertje Katryntje dwingt hij tot
epn langdurig zwijgend luisteren naar
de verhalen van Kackerlack, Jan-Neef
komt alleen op het eind van het stuk
even aan het woord en Moortje, naar
wie het spel genoemd is, krijgt weinig
Toen John Gielgud gisteren in het
Nieuwe de la Mar Theater te Am
sterdam zijn voordrachtavond zou
beginnen, kon men met een woord van
Shakespeare constateren: „Now sits
Expectation in the air". De roem van
de acteur was ook in Nederland door
gedrongen en men had dus alle reden
hoge verwachtingen te koesteren van
wat er gegeven zou worden. In zijn lan
ge en succesvolle toneelcarrière heeft
Gielgud zich intens ingeleefd in Shake
speare's werk. Hij wordt dan ook be
schouwd als een der grootste vertolkers
van de spelen van de meester. Maar
gisteren hebben we niet Gielgud de to
neelspeler, maar Gielgud de declama
tor ontmoet, en de laatstgenoemde heeft
ons teleurgesteld.
Op de eerste plaats was de samen
stelling van het programma niet ge
lukkig. Het was gebaseerd op de
bloemlezing van Rylands uit de wer
ken van Shakespeare; een bloemle
zing vervaardigd op het thema van
de grote perioden in het leven van de
mens; jeugd, volwassenheid en ouder
dom. Nu is dit een boek om nu en
dan eens ter hand te nemen, maar
vooral niet om in één avond uit te
lezen, en ook niet om in één avond
voorgedragen te krijgen, waar het gis
teren veel op leek. Men kreeg zowat
tachtig fragmenten te horen, ge
kozen uit de meest uiteenlopende stuk
ken. De fragmenten illustreerden de
levensfasen, maar zij waren te kort
en volgden te snel op elkaar. Van de
toehoorder werd werkelijk te veel ge
vraagd, door van hem te vergen, dat
h\j met hetzelfde duizelingwekkende
tempo als Gielgud van het ene onder
werp op het andere over sprong en van
de ene stemming in de andere raakte.
Eefri tweede opmerking, die ons van
het hart moet, geldt de voordracht
zelf. Men had de voordracht even
goed door de radio kunnen horen. Men
kon met gesloten ogen luisteren zon
der het gevoel te hebben iets van be
tekenis te missen. Gielgud las zijn tek
sten voor uit een boek, en hij maakte
zich veel te weinig los van het papier.
Hij speelde de passages niet de zaal
in, maar hij declameerde naar zijn
lessenaar. Zijn mimiek was uiterst so
ber; te sober.
Al was dus noch de opzet noch de
vertolking bevredigend, Gielguds mees
terschap over Shakespeare's taal dwong
onze grootste bewondering af. Zijn stem
is als een perfect instrument, dat tot
in de perfectie wordt bespeeld. Zijn in
terpretatie van verscheidene passages
was bepaald aangrijpend. Hoe lichtvoe
tig klonk zijn weergave van die blijde
regels: „As it fell upon a day, In the
merry month of May, Sitting in a plea
sant shade With a grove of Myrtles
made..." en hoe werd men meegesleept
met zijn als klaroenstoten schallende
koor uit Hendrik de Vijfde: „Now all
the youth of England are on fire..."
Een belangrijk aspect van Gielguds
talent als acteur bleek uit zijn magni
fieke dictie. Maar de overladenheid en
de onoverzichtelijkheid van 't program
ma, gepaard aan het gemis aan „spel"
hebben ons niet voldoende kunnen doen
genieten van de schoonheid van Shake
speare's woord, die ontegenzeglijk vol
ledig recht werd gedaan, al kwam Sha-
kespeare-de-dramaturg te kort
Van iemand als John Gielgud had
den we meer mogen verwachten.
Michael Redgrave, die een paar jaar
geleden ook met fragmenten uit Shake
speare kwam, maar die een minder
bo repertoire had en die bepaald wèl
acteerde, heeft ons toen een heel wat
boeiender avond bezorgd. Op het gebied
van voordracht zijn wij in Nederland
op. de eerste plaats van landgeno
ten meer gewend dan de vermaar
de John Gielgud gisteren presteerde.
H. Br.
-WW»»
-r
Niet eik Grevenbichts bruidspaar kan
rekenen op een muzikale feeststoet,
doch voor de bruidjes Elly, Maria,
Annie en Fien Kitzen was er zaterdag
volop muziek. De harmonie St.-Caeci-
lia, alsmede de plaatselijke drumband
van Grevenbicht, begeleidden deze
bruidjes naar en uit de St. Catharina-
kerk, omdat Grevenbicht het nog nooit
heeft beleefd, dat er vier zusjes op
dezelfde dag in het huwelijk treden.
Het was een grandioos feest, waar
aan zelfs het journaal te pas kwam.
Pastoor J. van Eijseren droeg de H.
Mis op weike door praktisch alle be
woners van Grevenbicht werd bijge
woond. Ook op de receptie was het
hele dorp present.
De bisschop van Groningen, mgr. P.
A. Nierman, heeft vandaag de nieuwe
bisschopswoning aan de Marktstraat 19
te Groningen betrokken. Ook het bu
reau van het bisdom is hier gevestigd.
Het adres van mgr. Nierman en van
het bureau is niet meer: Ossenmarkt 5,
maar Marktstraat 19, tel. 24126.
In Londen heeft de Engelse koningin-moeder op Dorset Square no. 1 een
plaquette onthuld ter nagedachtenis aan de in de laatste wereldoorlog gevallen
Franse verzetsstrijders. Het gebouw op dat nummer werd n.l. tijdens de tweede
wereldoorlog gebruikt als hoofdkwartier voor het Frans verzet in Londen. Men
ziet hier de koningin-moeder bij haar aankomst, geëscorteerd door (links) de
Franse kolonel Chateau-Jobert, commandant van het regiment „Parachutistes
Coloniaux" en (rechts) de nieuwe Franse premier Maurice Bourgès. Deze laatste
kreeg in Engeland zijn opleiding tot verzetsleider in de laatste oorlog en was toen
bekend onder de schuilnaam „Mr. Polygoon".
Dinsdag 18 Juni
AMSTERDAM:
Concertgebouw: Nederlands Kamerorkest.
DEN HAAG:
Gebouw K. en W.: The Royal Ballet.
ROTTERDAM:
Schouwburg: Verdi's Requiem.
ARNHEM:
Schouwburg: Moortje.
Meer dan driehonderd Nederlandse
opsporingsambtenaren van politie, jus
titie, douane en koninklijke marechaus
see zullen dinsdag deelnemen aan de
zevende Poltie Brabant Rit, tijdens wel
ke zij niet alleen een moeilijke rallye,
maar ook een ingewikkelde opsporings
opdracht moeten afwerken. Aanwijzin
gen voor deze opdracht zullen de deel
nemers worden gegeven via telex, mo
bilofoon en televisie. Met dit laatste
communicatiemiddel hebben de organi
satoren van de Tilburgse politie sport
vereniging een wereldprimeur; zij kon
den deze introduceren dankzij de me
dewerking van de N.T.S. en Philips.
De deelnemers zullen zich in afwach
ting van de startopdracht, van 7 uur
's morgens af gereed moeten houden
in de vier startplaatsen; Rotterdam,
Nijmegen, Culemborg en Weert.
Het is al weer jaren geleden, dat men
in de toonaangevende Europese muziek-
steden kennis heeft kunnesi nemen van
Strawlnsky's opera „The Rake's Pro
gress". De destijds zeer levendigo dis
cussies rond de tamelijk problemati
sche bedoelingen van de componist zijn
sedert lang verstomd en het werk is
inmiddels al lang en breed op de plaat
vastgelegd. Desondanks is het met dit
stuk dat de Nederlandse Opera zater
dagavond te Amsterdam haar eerste en
meest spectaculaire bijdrage tot het
Holland Festival 1957 heeft gemeend te
moeten geven en naar de redenen van
deze belegen première kan men slechts
gissen.
Zich hierin verder te verdiepen, lijkt
weinig vruchtbaar. Indien het de be
doeling geweest is Nederland op de
hoogte te houden van de muziekcul
tuur onzer dagen, dan is dat een prij
zenswaardige bedoeling, maar dan werd
zij aanzienlijk te laat gerealiseerd. Een
andere mogelijkheid had nog kunnen
zijn dat de initiatiefnemers deze opera
reeds hebben ondergebracht in het klas-
"i-
•V;
m
Graziella Sciutti en Euaen Conley in The Rake's Progress
sieke repertoire, maar dat werd weer
legd door de uitvoering, die overduide
lijk heeft aangetoond, dat er alle ne
oclassicisme ten spijt, niets klassieks in
deze partituur te bespeuren valt, niets
dat men met een groot woord algemeen
menselijk zou kunnen noemen of dat
zelfs maar voor één generatie als waar
heid zou kunnen gelden.
Wellicht heeft Strawinsky niets an
ders beoogd dan een muziek die het ge
moed zou verkwikken en die de zangers
zou inspireren tot loutere welluidend
heid. Nu, dat gebeurt dan ook wel hier
en daar in de Rake's Progress, precies
zoals dat geschiedt in de oude Italiaanse
operaatjes die de componist tot voor
beeld dienden. De verkwikkende frag
menten zijn alleen heel wat minder in
aantal en zij behouden ook tijdens hun
meest geslaagde momenten nog een ka.
rakter van willekeur, gezochtheid en na
maak. Wie een ongekunsteld bel canto
verlangt te horen, mag op deze opera
dan ook niet te veel rekenen. En wil
men geboeid worden door een drama
tische spanning of gepakt door een
poëtische sfeer, men stelle zijn verwach
tingen vooral niet te hoog.
Zij zullen het ook wel niet zo heel ern
stig bedoeld hebben, Strawinsky en zijn
librettisten Auden en Kallman. De los
bol Tom Rakewell mag dan, krankzin
nig geworden, zijn dolle leven eindigen
in een gruwelijke kerker temidden van
kronkelende lichamen, maar dit belet
hem niet om na het vallen van het doek
goed gehumeurd in vier regels zijn mo
raal te preken. De overigen stemmen
met hem in en hun schertsend betoog
is zo volmaakt gratuit dat het aan de
eindindruk alle eventueel nog restende
tragische of dichterlijke facetten ont-
nee^nt.
In verschuldigde eerbied voor Stra-
winsky's fabuleuze compositietechniek
en voor de bekwame manier waarop hij
in deze opera oude vormen hanteert en
voorgangers citeert, zou men dan ook
schouderophalend de Stadsschouwburg
hebben willen verlaten, als daar niet
ook nog de verplichting geweest was om
van zijn respect ten aanzien der uit
voerenden te getuigen. Een verplichting
die het publiek overigens zeer licht is
gevallen en dit terecht, want deze
voorstelling was over het algemeen van
een goed gehalte.
Als uitblinker fungeerde Ottakar
Kraus in zijn in alle opzichten boei
ende creatie van Nick Shadow, de lis
tige vertegenwoordiger der helse
machten. Vocaal zijn gelijken en der
halve zeer voortreffelijk waren Gra-
zi dia Sciutti als Anne Trulove en de
tenor Eugen Conley als Tom Rake
well. De overige rollen werden ver
vuld door leden van de Nederlandse
Opera.
De bij du gezelschap heersende tra
ditie om overmatig duidelijk te typeren,
manifesteerde zich in het spel van Mimi
Aarden, die zich zelfs voor een Turkse
met een baard wat erg bizar gedroeg.
Gematigderen dus ook sterker was
Frans Vroons' vertolking van de veiling,
meestei Sellem, terwijl er voorts naar
behoren gezongen en geacteerd is door
Gee Smith als vader Trulove, Jo van
der Meent als Mother Goose, de bor
deelhoudster en door Jan van Mantgem
als de bewaker van het gekkenhuis.
Men ziet: het waren wel ongewone ta
ken, waarvoor zich onze goede zangers
festeld zagen. Bpzonder moeilijk leken
e tisen waaraan door het orkest en het
koor van de Nederlandse Opera moes
ten worden beantwoord, maar de diri
gent Erich Leinsdorf had al zijn mede
werkers krachtig in de hand, zodat men
wat de muzikale kant van de uitvoering
betreft, slechts redenen tot tevreden
heid kon hebben.
Het regisseren van de Rake's Pro
gress moet voor de Engelsman Peter
Potter geen onverdeeld genoegen zijn
geweest. Echte theater-mogelijkheden
biedt het stuk slechts tijdens de scènes
in het bordeel en in de gevangenis en
uiteraard viel er aan die kansen ook
nog maar weinig eer te behalen. Het is
ook de vraag of Potter niet meer aan de
opzet van componisten scenarioschrij
vers had voldaan, wanneer hjj conse
quent alle pogingen om een realistische
uitbeelding te geven had laten varen.
Een ongeloofwaardige en lichtelUk on
zinnige geschiedenis blijft deze
Rake's Progress tóch. Alleen al de gro
teske decors van Kenneth Green ontna
men de toeschouwer in dit opzicht iede
re twijfel.
Hst.
Amsterdam trad zaterdagavond in
het kader van het Holland Festival als
eerste gastheer op van het Cleveland
Orchestra, dat In het Concertgebouw
Nederlands mooiste muziektempel ter
beschikking kreeg. Het was voor de di
rigent George Szell niet d< eerste keer
dat hjj hier het podium beklom en in
het komende muziekseizoen zal hl) voor
enige weken de leiding hebben van het
Concertgebouworkest. Dit keer stond
hij voor zijn orkest, want sinds 1946 is
hjj dirigent van het Cleveland Orches
tra.
Van de meest opvallende van de goe
de kwaliteiten van dit orkest bezit, de
monstreerde zich gisteravond wel zeer
duidelijk de uiterste accuratesse, de
voorbeeldige discipline. Daar ontbreekt
nu werkelijk niets aan, maar men krijgt
ook 2eer stork de indruk dat aan de di
rigent geen enkele slordigheid zou kun
nen ontgaan. Vanzelfsprekend is dan
ook de detailafwerking uiterst pre
cies.
He* gevaar bestaat echter dat men
met deze wijze van musiceren door de
bomen het bos niet meer ziet. Ik meen
zelfs dat dit gevaar er reeds is, want
bij alle feilloze gelijkheid van spelen
en samenspel, ontbrak er lets van die
alles vervullende klankschoonheid,
waarmee wij door ons eigen orkest zo
verwend zijn. De klank stroomt niet
door, vloèit niet samen, en kan vaak
niet uit de ban van het detail losbre
ken
Het nogal heterogene programma
maakte dan ook ups en downs door.
De ouverture tot „La Gazza Ladra"
van Rossini was een wonderlijk feest,
waarin aan glans en levendige kleuren
niets ontbrak.
Het samengaan van orkest en so
list in het Vierde Pianoconcert van
Beethoven verrukte de toehoorders te
recht; dit was nu eens in de ware zin
pianosolo met orkest en niet omge-
Diep geschokt door het overlijden van
de dichter Alessandro Manzoni voltooi
de Verdi in 1873 zijn Mezza da Requiem.
De Italiaanse Meester heeft niet kunnen
bevroeden dat het produkt van zijn
smartelijke overwegingen ooit zou die
nen tot opening van het Holland Fes
tival in de Kurzaal te Scheveningen.
Toch was daar zaterdagavond de stem
ming allerminst gedrukt, en waar het
niet past om van een feestelijke doden
herdenking te spreken, kan men min
stens gewagen van een kleurrijk en
temperamentvol vertolkt Requiem. Waar
het muziek op religieuze tekst betreft is
men hier te lande geneigd de noorde
lijke opvatting van stille devotie op alle
geestelijke muziek toe te passen.
De zonnige, uitbundige devotie van
het zuiden is in mist- en wolkenrljke
streken vreemd. Zo hoort men hier
doorgaans de jongenskoren met fluweel
zachte kopstemmen, de Missa van Pa-
lestrina zingen. De jongens van de
Sixtjjnse Kapel vertolken deze muziek
echter met een helder en metaalhard
stemgeluid. Maar wordt een Nederlands
koor geleid door een begaafde Itali-.an,
dan ontsteekt het vuur van zijn enthou
siasme in de harten van de Nederlan
ders koorzangers- en zangeressen. Nooit
zong het r.-k. Residentie Koor zo spon
taan, zo heftig en vurig als zaterdag
avond, toen het onder leiding van Carlo
Maria Giulini het Requiem van Verdi
zong. Die heftigheid was misschien wat
ongewoon en overdonderend voor de
nuchterlingen die de uitbundigheid s.hu
wen, maar in feite zou het dwaas zijn
om de geiuidshevigheid waarmee Ver
di wat naïef het vergaan van de wereld
beschrijft te diminueren. Tegenover het
fel gezongen forte plaatste Carlo Maria
Giulini een warm en innig klinkend
piano. Doch ook in de zacht voorgedra
gen gedeelten bleef de spanning heer
sen en het was opvallend hoe duidelijk
elke stemgroep, ofschoon in volkomen
klankgelijkheid met het geheel, hoor
baar bleef. Deze duidelijkheid was ove
rigens kenmerkend voor de gehele uit
voering. Ook in het prachtig begelei
dende Residentieorkest was dit het ge
val. Passages waar men anders nau
welijks acht op slaat, omdat zij verva
gen in onduidelijk spel, klonken thans
nieuw en verrassend.
De solisten droegen er ruimschoots
het hunne toe bij om het Festivalcon
cert tot een muziekfeest te maken.
Gré Brouwenstijn was volkomen
opgewassen tegen haar drie Italiaan
se partners. Haar voordracht was na
tuurlijk iets koeler dan die van haar
meer emotionele collegae, maar het
verschil was niet groot.
De mezzosopraan Miriam Pirazzini
heeft een aantrekkelijk stemgeluid, dat
in de lage ligging naar het tenorale
timbre zweemt. Haar uitbeelding was
boeiend en Indrukwekkend. In dit op
zicht overtrof haar evenwel de tenor
Alvinio Misclano. Bij zijn zingen denkt
men niet aan zangtechniek. Hij verliest
zich geheel en met een grote liefde in
hetgeen hij zingt en deelt zijn oprechte
ontroering aan de toehoorders mee. Bi]
de bas Raffaeie Arië twijfelt men onwil
lekeurig aan de echtheid van zyn in
nerlijke bewogenheid. Zijn stem is voor
treffelijk, maar iets in zijn voordracht
zweemt naar het uiterlijk theatrale. Niet
alti 1 klonk de samenzang in de Kwar
tetten zuiver, doch waarschijnlijk
was de hoge temperatuur in de zaal de
oorzaak daarvan. Het terecht zeer te
vreden publiek dankte langdurig en er
werden veel bloemstukken op bet podi
um gebracht.
H. v. K.
Zaterdag is te Nijmegen pater J. van
der Loo S.J. op 68-jarige leeftijd over
leden.
Pater v. d. Loo werd 9 februari 1889
te Amsterdam geboren en trad in de
orde 26 september 1908. 22 december
1917 ontving hij de H. Priesterwijding.
Van 1920 tot 1926 was de thans over
ledene kapelaan in >e parochie van O.
L. Vr. Onbevlekt Ontvangen aan de
Elandstraat in Den Haag. Tot 1929 was
hij als kapelaan verbonden aan de kerk
van de Molenstraat (H. Petrus Canisius)
te Nijmegen, van 1929 tot 1932 aan de
kerk van de H. Joseph aldaar, van 1932
tot 1943 was hij kap. in Den Haag (H.
Theresia), van 1943 tot 1945 te Rotter
dam aan de Westzeedijk en van 1947 tot
op heden weer kapelaan in de parochie
van de H. Joseph te Nijmegen.
Zaterdagmiddag is in zijn woning te
Amsterdam op tachtigjarige leeftijd on
verwacht overleden de heer D. Manas
sen, oud-journalist en oud-raadslid van
Amsterdam. Het stoffelijk overschot zal
op woensdag 19 juni a.s. des middags
om één uur ter aarde worden besteld
op de begraafplaats „Zorgvlied" aan
de Amsteldijk te Amsterdam.
keerd. Mijns inziens lag hier het
hoogtepunt van het concert, mede
ook door het voortreffelijk spel van
de solist Leon Fle.isher.
De Vierde symfonie in d kl. t. van
Schumann ligt dit gezelschap beslist
njet. Ik schrijf dit toe aan een zekere
mentaliteit maar ook aan de erg preg
nante klankproduktie en te geringe sou
plesse in de manier van spelen. Daar
tussen ln kreeg „Music for a scene
from Shelley" van de Amerikaan Bar
ber een plaats in het program.
Een welluidende compositie, niet
bijster origineel, een beetje vaag zich
in de ruimte verliezend en soms onno
dig overdadig door een surplus aan ko
per en slaginstrumenten. Naar Amster
damse begrippen was het program wel
wat lang. Hindemlth schreef symfoni
sche metamorphosen op thema's van
C. M. von Weber als stunt en om j,
de moderne muziek in te schakelen ih
een geest van muzikale verstrooiing en
amusement. D'e zeker te gewilde opzet
maakte het werk als compositie min
der belangrijk, zodat de echte ontspan
ning ontbrak. Aan het eind van dit lang
durig concert moesten orkest en diri
gent een enthousiast applaus in ont
vangst nemen. Het orkest had dan ook
zichtbaar hard gewerkt en dank zij de
beknopte maar zeer duidelijke directie
van de dirigent vaak bewonderenswaar
dige prestaties geleverd.
T. VR.
In Scheveningen
Zondagavond zat het representatieve,
honderd man tellende Amerikaanse Cle
veland Orchestra aan de lessenaars in
de warme Scheveningse Kurzaal Zij
voerden een programma uit van over
bekende werken, zodat een oordeel door
de bekende interpretaties van onze
eigen orkesten gemakkelijk kon worden
gevormd. Helaas is dit niet meegeval
len. Hoewel wij vervuld werden van
bewondering voor de gladde en «Inge
slepen techniek van dit orkest, verkre
gen wij toch de indruk dat bijzonder
weinig geïnspireerd werd gespeeld en
dat de ondoorzichtige klank bewust als
schoonheidsideaal wordt beleden Hoe
anders de log-zware begeleiding te ver-
i hïïS<lieen iwn deze opvatting en
wa muziek van Strawins-
ky s ,,g ui^eau de Feu" saf een hel-
'irte be,Uisteren. Dit scheen
mn rü n? te zlJn tot de directie
bontrcrS-mv!?® zel1' wlens duidelijke,
Sw? s'ag e i ander klankge-
Term in ^"Sgereerde. De Amerikaan
was sol'st in het boven
genoemde Concert. Ook op hem scheen
.,uw,e. sfeer van dit muziek maken
neerdrukkend te werken, althans wjj
rin!ïeren ons verschillende recitals
waarin hij zich juist als een bijzonder
dynamische persoonlijkheid deed ken-
nen- a. L
Tot de 19 medewerkers aan de Te-
gelse Passiespelen, die zondag op fees
telijke wijze hun zilveren lidmaatschap
van de stichting Tegelse Passiespelen
nebben gevierd, behoorde ook voorzit
ter J. Teeuwen. Tijdens een feestelijke
bijeenkomst, voorafgegaan door een
plechtige H. Mis door Dom Amandus
Prick, O.C.S.O., abt van de Cisterciën-
ser abdij Ulingsheide-Tegelen in het
openluchttheater De Doolhof opgedra
gen, werd de jubilerende voorzitter
verrast met de hoge Pauselijke onder
scheiding: ridder in de orde van St.-
Gregorius. De versierselen, verbon" i
aan deze orde, werden door mgr. dr.
A. Hanssen, bisschop-coadjutor van
Roermond, aan de jubilaris uitgereikt
Velen, onder wie deken G. Stoot en
burgemeester mr. F. Pesch, kwamen
de heer Teeuwen met deze onderschei
ding, alsmede met zijn jubileum geluk
wensen. Burgemeester Pesch bood aan
deze jubilaris, alsmede aan alle andere
jubilarissen een gouden zegelring aan.
Tot de jubilarissen behoren de secre
taris van de stichting, de heer H. 1 -ux
en de Petrusfiguur uit de Passiespelen,
de 76-jarige A. Franssen. De jubileum
feesten werden besloten met een ge
slaagd concert, verzorgd door de Ko
ninklijke Zangvereniging „Maastreech-
ter Staar" uit Maastricht.
Op de dag, dat zij eigenares is ge
worden van het ronde jacht „De Groene
Draeek" heeft H.K.H. prinses Beatrix
het beschermvrouwschap aanvaard van
de Stichting Stamboek Ronde en Plat
bodem: achten.