Geslaagde manifestatie van het Nederlands toneel Bredero's „Moortje'' in een levendige voorstelling i* John Gielgud leest tachtig fragmenten uit Shakespeare Strawinsky's „The Rake's Progress 1 Het orkest van Cleveland onder George Szell Requiem van Verdi op het Holland-F esti val m Vier zusjes op één dag getrouwd Opdrachten via de T.V. Nederlandse Opera geeft voorstelling van goed gehalte Waarom eerst nu I Concerten in Amsterdam en Scheveningen Concertgebouworkest in Helsinki Holland Festival Politie Brabant rit Jos Teeuwen, Tegelen, ridder St.-Gregorius MAANDAG 11 JÜNI 1957 PAGINA 4 TITUS BRANDSMA Getuigen te Rome gehoord Groningens bisschop verhuisd Pater J. v. d. Loo S.J. t D. Manassen overleden kLa„rten OA sth°r's lijfde pianocon cert. Ook de Eerste symfonie van Voorzitter Passiespelen Prinses Beatrix en het ronde jacht meer te doen dan hevig lamenteren, maar ook deze rollen werden goed ge speeld, respectievelijk door Lies Fran ken, Bert van der Linde en Marle Hamel. Zo is „Moortje", in zo lange tijd niet meer opgevoerd, dan werkelijk tot leven gekomen. Kleine aanmerkingen zouden er hier en daar nog wel te maken zijn, doch ze vallen weg tegen het feit, dat de voorstelling in haar geheel uitstekend in elkaar zat. In een festival moet men iets bijzonders doen, zei minister Cals vorige week. Wel, de bewindsman die bU de première aanwezig was, heeft kunnen constateren dat het geld gestoken in deze gedurfde onderneming goed besteed is: er is met geest en energie mee gewerkt. T. E. Het concertgebouworkest onder lei ding van dr. Eduard van Beinum heeft zondag met het eerste van de twee con. certen, die het te Helsinki geeft als on derdeel van het Sibelius-festival, een groot succes geoogst. De grote zaal, die plaats biedt aan ruim vierduizend per sonen, was vrijwel geheel uitverkocht. Onder de toehoorders bevonden zich tal rijke persoonlijkheden uit het Finse openbare leven en leden van het diplo matieke corps. Het programma bestond uit de ouver ture „Der Freischütz" van Carl Maria von Weber, het symfonische gedicht „Tapiola" van Sibelius en de derde symfonie van Beethoven. Naar aanleiding van het bezoek van het orkest gaven de Nederlandse ge zant te Helsinki, de heer D. M. de Smit, en zijn echtgenote in hun woning een re ceptie. Het tweede concert wordt vandaag gegeven. De vierde symfonie van Men delssohn, ILA Mer" van Debussy en de vijfde symfonie van Sibelius worden ten gehore gebracht. Nell Koppen, Magda Janssen: en Luc Lutz in poortje" Nadat men elkaar van tevoren van alle kanten ge waarschuwd had, dat Bredero's „Moortje" qua compositie nogal wat mankementen vertoont, is de speelbaarheid van dit stuk op de fees telijke première, die Den Haag za terdag ten deel viel, bepaald meegeval- len. De bruisende levenskracht, die dit toneelspel, inclusief al z'n uitweidingen, doortintelt, heeft het na driehonderdzoveel jaar toch weer glansrijk gewonnen. Meteen daar op aansluitend moge een compliment volgen aan het adres van regisseur Ton Lutz, die enerzijds bij de bekortingen, welke hier vrijwel onvermijdelijk wa ren, met veel inzicht te werk is gegaan en anderzijds het spel zoveel beweeg lijkheid heeft gegeven als maar moge lijk is. Ten derde lof voor de spelers, die over het geheel genomen Bredero's uitbundige woordenstroom zeer wel bicken aan te kunnen, ook in de lange alleenspraken, en die daar, waar zij niet aan het woord kwamen, de starre luisterhouding of het geforceerde ge drentel wisten te vermijden wat bij voorbeeld een Paul Steenbergen met zijn stille spel op de achtergrond te zien geeft is zeer lovenswaard. Ten slotte moet met grote waardering ge noemd worden het werk van Nicolaas Wijnberg, wiens decor niet alleen van goede smaak getuigt, doch ook van het praktische vernuft om allerlei situa ties op te vangen. Wijnberg heeft be halve het décor ook de ontwerpen van de costumes, rijke en bonte, op zijn naam staan en daarenboven de litho's van een fraai programma, dat mede deze opvoering van „Moortje" tot een recht feestelijke maakte. Feestelijk bij alle platheden, die zo als men weet, in dit stuk, spelend rond het huis van de lichtekooi Moy-Aal, ruim voorhanden zijn. Ook als we in aanmerking nemen, dat sommige uit drukkingen, die Bredero bezigt, in zijn tijd minder grof hebben geklonken dan ze ons nu voorkomen, dan nog is aan te nemen, dat men ook in 1615 kon zeggen, dat de schrijver er echt niet om loog. De regie heeft deze plathe den niet verbloemd, integendeel ze hier en daar extra goed doen uitko men. Moet men dit Ton Lütz kwalijk nemen? Het komt ons voor van niet. Hij illustreert slechts het felle, kleur rijke Amsterdamse leven, dat Brede ro met zoveel temperament beschreef. Moraal moet men in dit stuk niet zoe ken; voor zover ze er in aanwezig zou ziln, is ze toch maar dubieus. Het is Inmiddels goed te bedenken, dat er niet alleen baldadige taal wordt uitge slagen wanneer „een maagd schande lijk van haar reinigheid ontzet is", doch dat evenzeer in andere scènes zich een heel ander leven voor ons ontvouwt dan wt) thans kennen, zo bijvoorbeeld wanneer de snoevende kapitein Roe- mert met een zatte aanhang optrekt naar het verdachte huis. Men zit er zich alleen bil voortduring over te ver bazen, dat deze hartelijke en schel dende, ruige en rumoerige, rokkenjagen, de, warmbloedige en drinkende mensen de voorouders zijn geweest van een zo ordentelijke generatie als wij thans vormen. De Koninklijke Schouwburg heeft als eerste in het Holland Festival dit on Haagse stuk met veel smaak genoten. Het zon overdreven zijn te zeggen, dat ledereen alles heeft verstaan, maar Het momenteel in Nederland gevoer de diocesane proces voor de zaligverkla ring van pater Titus Brandsma O. Carm., heeft een aftakking te Rome gehad. Op h9t vicariaat zijn n.l. twee getuigen ge hoord en wel pater P. v. Gestel S.J., die met Brandsma te Dachau gevangen ge zeten heeft en zijn heldhaftige dood meemaakte. Pater van Gestel is as sistent van de Generaal der Jezuïeten. Een tweede getuige was de Carsnellet pater Grammatico. Deze is een studiege noot van pater Brandsma geweest toen hij colleges liep aan de pauselijke unl versiteit, de Gregoriana te Rome. De stukken zullen binnenkort naar de bis schoppelijke rechtbank in Nederland gezonden worden. dat Bredero's plastische taal toch al lerminst over de hoofden der aanwe zigen heen ging bewezen de gul gego- ven open doekjes. Men mag deze Ne derlandse Toneelmanifestatie, verzorgd door spelers uit allerlei gezelschappen, dan ook zeer geslaagd noemen. Daar viel op tal van onderdelen voel te appreciëren. Neem een Hans Kaart, die de han dige Kackerlack speelde; te verwach ten was, dat hij deze prachtige fi guur wel zo volks zou presenteren als nodig Is, maar hij heeft ook Bredero's taal recht laten ervaren en dit bete kent een succes boven het goedkope niveau. Neem een Nell Koppen, die al eerder bewees, dat zij zeer ge schikt is voor de rol van zo een fel wijfje als hier de dienstmeid Ange- niet ook zij wist met dat waar lijk niet eenvoudige zeventiende eeuw- se Nederlands uitstekend weg. Karin Haage als het „morssebelletje" Klaartje Klonters sprak minder dui delijk en ook Ton van Duinhoven in de nogal moeilijke rol van Reynier haal de het, hoewel zün spel goed was, in zijn monoloog met de tekst niet helemaal, maar daarmee werd de goede indruk van het geheel niet weggenomen. Moeten we verder nog vermelden, dat Myra Ward als Moy-Aal, Guus Her mus als kapitein Koemert, Paul Steen bergen als Koenraat, Johan Walhain als Writsart, Luc Lutz als Frederyck, Magda Janssens als de minnemoer Geertruy. Coen Flink als Ritsart en Ton Lutz als vader Lambert sterke bij dragen hebben geleverd in deze opvoe ring? Zij hebben aan de hoge verwach tingen, die men van deze eenmalige keurtroep mocht koesteren ten volle be antwoord zowel individueel als tezamen. Bredero heeft zich over de construc tie van sommige rollen kennelijk niet al te veel zorgen gemaakt. Het Haag se dochtertje Katryntje dwingt hij tot epn langdurig zwijgend luisteren naar de verhalen van Kackerlack, Jan-Neef komt alleen op het eind van het stuk even aan het woord en Moortje, naar wie het spel genoemd is, krijgt weinig Toen John Gielgud gisteren in het Nieuwe de la Mar Theater te Am sterdam zijn voordrachtavond zou beginnen, kon men met een woord van Shakespeare constateren: „Now sits Expectation in the air". De roem van de acteur was ook in Nederland door gedrongen en men had dus alle reden hoge verwachtingen te koesteren van wat er gegeven zou worden. In zijn lan ge en succesvolle toneelcarrière heeft Gielgud zich intens ingeleefd in Shake speare's werk. Hij wordt dan ook be schouwd als een der grootste vertolkers van de spelen van de meester. Maar gisteren hebben we niet Gielgud de to neelspeler, maar Gielgud de declama tor ontmoet, en de laatstgenoemde heeft ons teleurgesteld. Op de eerste plaats was de samen stelling van het programma niet ge lukkig. Het was gebaseerd op de bloemlezing van Rylands uit de wer ken van Shakespeare; een bloemle zing vervaardigd op het thema van de grote perioden in het leven van de mens; jeugd, volwassenheid en ouder dom. Nu is dit een boek om nu en dan eens ter hand te nemen, maar vooral niet om in één avond uit te lezen, en ook niet om in één avond voorgedragen te krijgen, waar het gis teren veel op leek. Men kreeg zowat tachtig fragmenten te horen, ge kozen uit de meest uiteenlopende stuk ken. De fragmenten illustreerden de levensfasen, maar zij waren te kort en volgden te snel op elkaar. Van de toehoorder werd werkelijk te veel ge vraagd, door van hem te vergen, dat h\j met hetzelfde duizelingwekkende tempo als Gielgud van het ene onder werp op het andere over sprong en van de ene stemming in de andere raakte. Eefri tweede opmerking, die ons van het hart moet, geldt de voordracht zelf. Men had de voordracht even goed door de radio kunnen horen. Men kon met gesloten ogen luisteren zon der het gevoel te hebben iets van be tekenis te missen. Gielgud las zijn tek sten voor uit een boek, en hij maakte zich veel te weinig los van het papier. Hij speelde de passages niet de zaal in, maar hij declameerde naar zijn lessenaar. Zijn mimiek was uiterst so ber; te sober. Al was dus noch de opzet noch de vertolking bevredigend, Gielguds mees terschap over Shakespeare's taal dwong onze grootste bewondering af. Zijn stem is als een perfect instrument, dat tot in de perfectie wordt bespeeld. Zijn in terpretatie van verscheidene passages was bepaald aangrijpend. Hoe lichtvoe tig klonk zijn weergave van die blijde regels: „As it fell upon a day, In the merry month of May, Sitting in a plea sant shade With a grove of Myrtles made..." en hoe werd men meegesleept met zijn als klaroenstoten schallende koor uit Hendrik de Vijfde: „Now all the youth of England are on fire..." Een belangrijk aspect van Gielguds talent als acteur bleek uit zijn magni fieke dictie. Maar de overladenheid en de onoverzichtelijkheid van 't program ma, gepaard aan het gemis aan „spel" hebben ons niet voldoende kunnen doen genieten van de schoonheid van Shake speare's woord, die ontegenzeglijk vol ledig recht werd gedaan, al kwam Sha- kespeare-de-dramaturg te kort Van iemand als John Gielgud had den we meer mogen verwachten. Michael Redgrave, die een paar jaar geleden ook met fragmenten uit Shake speare kwam, maar die een minder bo repertoire had en die bepaald wèl acteerde, heeft ons toen een heel wat boeiender avond bezorgd. Op het gebied van voordracht zijn wij in Nederland op. de eerste plaats van landgeno ten meer gewend dan de vermaar de John Gielgud gisteren presteerde. H. Br. -WW»» -r Niet eik Grevenbichts bruidspaar kan rekenen op een muzikale feeststoet, doch voor de bruidjes Elly, Maria, Annie en Fien Kitzen was er zaterdag volop muziek. De harmonie St.-Caeci- lia, alsmede de plaatselijke drumband van Grevenbicht, begeleidden deze bruidjes naar en uit de St. Catharina- kerk, omdat Grevenbicht het nog nooit heeft beleefd, dat er vier zusjes op dezelfde dag in het huwelijk treden. Het was een grandioos feest, waar aan zelfs het journaal te pas kwam. Pastoor J. van Eijseren droeg de H. Mis op weike door praktisch alle be woners van Grevenbicht werd bijge woond. Ook op de receptie was het hele dorp present. De bisschop van Groningen, mgr. P. A. Nierman, heeft vandaag de nieuwe bisschopswoning aan de Marktstraat 19 te Groningen betrokken. Ook het bu reau van het bisdom is hier gevestigd. Het adres van mgr. Nierman en van het bureau is niet meer: Ossenmarkt 5, maar Marktstraat 19, tel. 24126. In Londen heeft de Engelse koningin-moeder op Dorset Square no. 1 een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan de in de laatste wereldoorlog gevallen Franse verzetsstrijders. Het gebouw op dat nummer werd n.l. tijdens de tweede wereldoorlog gebruikt als hoofdkwartier voor het Frans verzet in Londen. Men ziet hier de koningin-moeder bij haar aankomst, geëscorteerd door (links) de Franse kolonel Chateau-Jobert, commandant van het regiment „Parachutistes Coloniaux" en (rechts) de nieuwe Franse premier Maurice Bourgès. Deze laatste kreeg in Engeland zijn opleiding tot verzetsleider in de laatste oorlog en was toen bekend onder de schuilnaam „Mr. Polygoon". Dinsdag 18 Juni AMSTERDAM: Concertgebouw: Nederlands Kamerorkest. DEN HAAG: Gebouw K. en W.: The Royal Ballet. ROTTERDAM: Schouwburg: Verdi's Requiem. ARNHEM: Schouwburg: Moortje. Meer dan driehonderd Nederlandse opsporingsambtenaren van politie, jus titie, douane en koninklijke marechaus see zullen dinsdag deelnemen aan de zevende Poltie Brabant Rit, tijdens wel ke zij niet alleen een moeilijke rallye, maar ook een ingewikkelde opsporings opdracht moeten afwerken. Aanwijzin gen voor deze opdracht zullen de deel nemers worden gegeven via telex, mo bilofoon en televisie. Met dit laatste communicatiemiddel hebben de organi satoren van de Tilburgse politie sport vereniging een wereldprimeur; zij kon den deze introduceren dankzij de me dewerking van de N.T.S. en Philips. De deelnemers zullen zich in afwach ting van de startopdracht, van 7 uur 's morgens af gereed moeten houden in de vier startplaatsen; Rotterdam, Nijmegen, Culemborg en Weert. Het is al weer jaren geleden, dat men in de toonaangevende Europese muziek- steden kennis heeft kunnesi nemen van Strawlnsky's opera „The Rake's Pro gress". De destijds zeer levendigo dis cussies rond de tamelijk problemati sche bedoelingen van de componist zijn sedert lang verstomd en het werk is inmiddels al lang en breed op de plaat vastgelegd. Desondanks is het met dit stuk dat de Nederlandse Opera zater dagavond te Amsterdam haar eerste en meest spectaculaire bijdrage tot het Holland Festival 1957 heeft gemeend te moeten geven en naar de redenen van deze belegen première kan men slechts gissen. Zich hierin verder te verdiepen, lijkt weinig vruchtbaar. Indien het de be doeling geweest is Nederland op de hoogte te houden van de muziekcul tuur onzer dagen, dan is dat een prij zenswaardige bedoeling, maar dan werd zij aanzienlijk te laat gerealiseerd. Een andere mogelijkheid had nog kunnen zijn dat de initiatiefnemers deze opera reeds hebben ondergebracht in het klas- "i- •V; m Graziella Sciutti en Euaen Conley in The Rake's Progress sieke repertoire, maar dat werd weer legd door de uitvoering, die overduide lijk heeft aangetoond, dat er alle ne oclassicisme ten spijt, niets klassieks in deze partituur te bespeuren valt, niets dat men met een groot woord algemeen menselijk zou kunnen noemen of dat zelfs maar voor één generatie als waar heid zou kunnen gelden. Wellicht heeft Strawinsky niets an ders beoogd dan een muziek die het ge moed zou verkwikken en die de zangers zou inspireren tot loutere welluidend heid. Nu, dat gebeurt dan ook wel hier en daar in de Rake's Progress, precies zoals dat geschiedt in de oude Italiaanse operaatjes die de componist tot voor beeld dienden. De verkwikkende frag menten zijn alleen heel wat minder in aantal en zij behouden ook tijdens hun meest geslaagde momenten nog een ka. rakter van willekeur, gezochtheid en na maak. Wie een ongekunsteld bel canto verlangt te horen, mag op deze opera dan ook niet te veel rekenen. En wil men geboeid worden door een drama tische spanning of gepakt door een poëtische sfeer, men stelle zijn verwach tingen vooral niet te hoog. Zij zullen het ook wel niet zo heel ern stig bedoeld hebben, Strawinsky en zijn librettisten Auden en Kallman. De los bol Tom Rakewell mag dan, krankzin nig geworden, zijn dolle leven eindigen in een gruwelijke kerker temidden van kronkelende lichamen, maar dit belet hem niet om na het vallen van het doek goed gehumeurd in vier regels zijn mo raal te preken. De overigen stemmen met hem in en hun schertsend betoog is zo volmaakt gratuit dat het aan de eindindruk alle eventueel nog restende tragische of dichterlijke facetten ont- nee^nt. In verschuldigde eerbied voor Stra- winsky's fabuleuze compositietechniek en voor de bekwame manier waarop hij in deze opera oude vormen hanteert en voorgangers citeert, zou men dan ook schouderophalend de Stadsschouwburg hebben willen verlaten, als daar niet ook nog de verplichting geweest was om van zijn respect ten aanzien der uit voerenden te getuigen. Een verplichting die het publiek overigens zeer licht is gevallen en dit terecht, want deze voorstelling was over het algemeen van een goed gehalte. Als uitblinker fungeerde Ottakar Kraus in zijn in alle opzichten boei ende creatie van Nick Shadow, de lis tige vertegenwoordiger der helse machten. Vocaal zijn gelijken en der halve zeer voortreffelijk waren Gra- zi dia Sciutti als Anne Trulove en de tenor Eugen Conley als Tom Rake well. De overige rollen werden ver vuld door leden van de Nederlandse Opera. De bij du gezelschap heersende tra ditie om overmatig duidelijk te typeren, manifesteerde zich in het spel van Mimi Aarden, die zich zelfs voor een Turkse met een baard wat erg bizar gedroeg. Gematigderen dus ook sterker was Frans Vroons' vertolking van de veiling, meestei Sellem, terwijl er voorts naar behoren gezongen en geacteerd is door Gee Smith als vader Trulove, Jo van der Meent als Mother Goose, de bor deelhoudster en door Jan van Mantgem als de bewaker van het gekkenhuis. Men ziet: het waren wel ongewone ta ken, waarvoor zich onze goede zangers festeld zagen. Bpzonder moeilijk leken e tisen waaraan door het orkest en het koor van de Nederlandse Opera moes ten worden beantwoord, maar de diri gent Erich Leinsdorf had al zijn mede werkers krachtig in de hand, zodat men wat de muzikale kant van de uitvoering betreft, slechts redenen tot tevreden heid kon hebben. Het regisseren van de Rake's Pro gress moet voor de Engelsman Peter Potter geen onverdeeld genoegen zijn geweest. Echte theater-mogelijkheden biedt het stuk slechts tijdens de scènes in het bordeel en in de gevangenis en uiteraard viel er aan die kansen ook nog maar weinig eer te behalen. Het is ook de vraag of Potter niet meer aan de opzet van componisten scenarioschrij vers had voldaan, wanneer hjj conse quent alle pogingen om een realistische uitbeelding te geven had laten varen. Een ongeloofwaardige en lichtelUk on zinnige geschiedenis blijft deze Rake's Progress tóch. Alleen al de gro teske decors van Kenneth Green ontna men de toeschouwer in dit opzicht iede re twijfel. Hst. Amsterdam trad zaterdagavond in het kader van het Holland Festival als eerste gastheer op van het Cleveland Orchestra, dat In het Concertgebouw Nederlands mooiste muziektempel ter beschikking kreeg. Het was voor de di rigent George Szell niet d< eerste keer dat hjj hier het podium beklom en in het komende muziekseizoen zal hl) voor enige weken de leiding hebben van het Concertgebouworkest. Dit keer stond hij voor zijn orkest, want sinds 1946 is hjj dirigent van het Cleveland Orches tra. Van de meest opvallende van de goe de kwaliteiten van dit orkest bezit, de monstreerde zich gisteravond wel zeer duidelijk de uiterste accuratesse, de voorbeeldige discipline. Daar ontbreekt nu werkelijk niets aan, maar men krijgt ook 2eer stork de indruk dat aan de di rigent geen enkele slordigheid zou kun nen ontgaan. Vanzelfsprekend is dan ook de detailafwerking uiterst pre cies. He* gevaar bestaat echter dat men met deze wijze van musiceren door de bomen het bos niet meer ziet. Ik meen zelfs dat dit gevaar er reeds is, want bij alle feilloze gelijkheid van spelen en samenspel, ontbrak er lets van die alles vervullende klankschoonheid, waarmee wij door ons eigen orkest zo verwend zijn. De klank stroomt niet door, vloèit niet samen, en kan vaak niet uit de ban van het detail losbre ken Het nogal heterogene programma maakte dan ook ups en downs door. De ouverture tot „La Gazza Ladra" van Rossini was een wonderlijk feest, waarin aan glans en levendige kleuren niets ontbrak. Het samengaan van orkest en so list in het Vierde Pianoconcert van Beethoven verrukte de toehoorders te recht; dit was nu eens in de ware zin pianosolo met orkest en niet omge- Diep geschokt door het overlijden van de dichter Alessandro Manzoni voltooi de Verdi in 1873 zijn Mezza da Requiem. De Italiaanse Meester heeft niet kunnen bevroeden dat het produkt van zijn smartelijke overwegingen ooit zou die nen tot opening van het Holland Fes tival in de Kurzaal te Scheveningen. Toch was daar zaterdagavond de stem ming allerminst gedrukt, en waar het niet past om van een feestelijke doden herdenking te spreken, kan men min stens gewagen van een kleurrijk en temperamentvol vertolkt Requiem. Waar het muziek op religieuze tekst betreft is men hier te lande geneigd de noorde lijke opvatting van stille devotie op alle geestelijke muziek toe te passen. De zonnige, uitbundige devotie van het zuiden is in mist- en wolkenrljke streken vreemd. Zo hoort men hier doorgaans de jongenskoren met fluweel zachte kopstemmen, de Missa van Pa- lestrina zingen. De jongens van de Sixtjjnse Kapel vertolken deze muziek echter met een helder en metaalhard stemgeluid. Maar wordt een Nederlands koor geleid door een begaafde Itali-.an, dan ontsteekt het vuur van zijn enthou siasme in de harten van de Nederlan ders koorzangers- en zangeressen. Nooit zong het r.-k. Residentie Koor zo spon taan, zo heftig en vurig als zaterdag avond, toen het onder leiding van Carlo Maria Giulini het Requiem van Verdi zong. Die heftigheid was misschien wat ongewoon en overdonderend voor de nuchterlingen die de uitbundigheid s.hu wen, maar in feite zou het dwaas zijn om de geiuidshevigheid waarmee Ver di wat naïef het vergaan van de wereld beschrijft te diminueren. Tegenover het fel gezongen forte plaatste Carlo Maria Giulini een warm en innig klinkend piano. Doch ook in de zacht voorgedra gen gedeelten bleef de spanning heer sen en het was opvallend hoe duidelijk elke stemgroep, ofschoon in volkomen klankgelijkheid met het geheel, hoor baar bleef. Deze duidelijkheid was ove rigens kenmerkend voor de gehele uit voering. Ook in het prachtig begelei dende Residentieorkest was dit het ge val. Passages waar men anders nau welijks acht op slaat, omdat zij verva gen in onduidelijk spel, klonken thans nieuw en verrassend. De solisten droegen er ruimschoots het hunne toe bij om het Festivalcon cert tot een muziekfeest te maken. Gré Brouwenstijn was volkomen opgewassen tegen haar drie Italiaan se partners. Haar voordracht was na tuurlijk iets koeler dan die van haar meer emotionele collegae, maar het verschil was niet groot. De mezzosopraan Miriam Pirazzini heeft een aantrekkelijk stemgeluid, dat in de lage ligging naar het tenorale timbre zweemt. Haar uitbeelding was boeiend en Indrukwekkend. In dit op zicht overtrof haar evenwel de tenor Alvinio Misclano. Bij zijn zingen denkt men niet aan zangtechniek. Hij verliest zich geheel en met een grote liefde in hetgeen hij zingt en deelt zijn oprechte ontroering aan de toehoorders mee. Bi] de bas Raffaeie Arië twijfelt men onwil lekeurig aan de echtheid van zyn in nerlijke bewogenheid. Zijn stem is voor treffelijk, maar iets in zijn voordracht zweemt naar het uiterlijk theatrale. Niet alti 1 klonk de samenzang in de Kwar tetten zuiver, doch waarschijnlijk was de hoge temperatuur in de zaal de oorzaak daarvan. Het terecht zeer te vreden publiek dankte langdurig en er werden veel bloemstukken op bet podi um gebracht. H. v. K. Zaterdag is te Nijmegen pater J. van der Loo S.J. op 68-jarige leeftijd over leden. Pater v. d. Loo werd 9 februari 1889 te Amsterdam geboren en trad in de orde 26 september 1908. 22 december 1917 ontving hij de H. Priesterwijding. Van 1920 tot 1926 was de thans over ledene kapelaan in >e parochie van O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen aan de Elandstraat in Den Haag. Tot 1929 was hij als kapelaan verbonden aan de kerk van de Molenstraat (H. Petrus Canisius) te Nijmegen, van 1929 tot 1932 aan de kerk van de H. Joseph aldaar, van 1932 tot 1943 was hij kap. in Den Haag (H. Theresia), van 1943 tot 1945 te Rotter dam aan de Westzeedijk en van 1947 tot op heden weer kapelaan in de parochie van de H. Joseph te Nijmegen. Zaterdagmiddag is in zijn woning te Amsterdam op tachtigjarige leeftijd on verwacht overleden de heer D. Manas sen, oud-journalist en oud-raadslid van Amsterdam. Het stoffelijk overschot zal op woensdag 19 juni a.s. des middags om één uur ter aarde worden besteld op de begraafplaats „Zorgvlied" aan de Amsteldijk te Amsterdam. keerd. Mijns inziens lag hier het hoogtepunt van het concert, mede ook door het voortreffelijk spel van de solist Leon Fle.isher. De Vierde symfonie in d kl. t. van Schumann ligt dit gezelschap beslist njet. Ik schrijf dit toe aan een zekere mentaliteit maar ook aan de erg preg nante klankproduktie en te geringe sou plesse in de manier van spelen. Daar tussen ln kreeg „Music for a scene from Shelley" van de Amerikaan Bar ber een plaats in het program. Een welluidende compositie, niet bijster origineel, een beetje vaag zich in de ruimte verliezend en soms onno dig overdadig door een surplus aan ko per en slaginstrumenten. Naar Amster damse begrippen was het program wel wat lang. Hindemlth schreef symfoni sche metamorphosen op thema's van C. M. von Weber als stunt en om j, de moderne muziek in te schakelen ih een geest van muzikale verstrooiing en amusement. D'e zeker te gewilde opzet maakte het werk als compositie min der belangrijk, zodat de echte ontspan ning ontbrak. Aan het eind van dit lang durig concert moesten orkest en diri gent een enthousiast applaus in ont vangst nemen. Het orkest had dan ook zichtbaar hard gewerkt en dank zij de beknopte maar zeer duidelijke directie van de dirigent vaak bewonderenswaar dige prestaties geleverd. T. VR. In Scheveningen Zondagavond zat het representatieve, honderd man tellende Amerikaanse Cle veland Orchestra aan de lessenaars in de warme Scheveningse Kurzaal Zij voerden een programma uit van over bekende werken, zodat een oordeel door de bekende interpretaties van onze eigen orkesten gemakkelijk kon worden gevormd. Helaas is dit niet meegeval len. Hoewel wij vervuld werden van bewondering voor de gladde en «Inge slepen techniek van dit orkest, verkre gen wij toch de indruk dat bijzonder weinig geïnspireerd werd gespeeld en dat de ondoorzichtige klank bewust als schoonheidsideaal wordt beleden Hoe anders de log-zware begeleiding te ver- i hïïS<lieen iwn deze opvatting en wa muziek van Strawins- ky s ,,g ui^eau de Feu" saf een hel- 'irte be,Uisteren. Dit scheen mn rü n? te zlJn tot de directie bontrcrS-mv!?® zel1' wlens duidelijke, Sw? s'ag e i ander klankge- Term in ^"Sgereerde. De Amerikaan was sol'st in het boven genoemde Concert. Ook op hem scheen .,uw,e. sfeer van dit muziek maken neerdrukkend te werken, althans wjj rin!ïeren ons verschillende recitals waarin hij zich juist als een bijzonder dynamische persoonlijkheid deed ken- nen- a. L Tot de 19 medewerkers aan de Te- gelse Passiespelen, die zondag op fees telijke wijze hun zilveren lidmaatschap van de stichting Tegelse Passiespelen nebben gevierd, behoorde ook voorzit ter J. Teeuwen. Tijdens een feestelijke bijeenkomst, voorafgegaan door een plechtige H. Mis door Dom Amandus Prick, O.C.S.O., abt van de Cisterciën- ser abdij Ulingsheide-Tegelen in het openluchttheater De Doolhof opgedra gen, werd de jubilerende voorzitter verrast met de hoge Pauselijke onder scheiding: ridder in de orde van St.- Gregorius. De versierselen, verbon" i aan deze orde, werden door mgr. dr. A. Hanssen, bisschop-coadjutor van Roermond, aan de jubilaris uitgereikt Velen, onder wie deken G. Stoot en burgemeester mr. F. Pesch, kwamen de heer Teeuwen met deze onderschei ding, alsmede met zijn jubileum geluk wensen. Burgemeester Pesch bood aan deze jubilaris, alsmede aan alle andere jubilarissen een gouden zegelring aan. Tot de jubilarissen behoren de secre taris van de stichting, de heer H. 1 -ux en de Petrusfiguur uit de Passiespelen, de 76-jarige A. Franssen. De jubileum feesten werden besloten met een ge slaagd concert, verzorgd door de Ko ninklijke Zangvereniging „Maastreech- ter Staar" uit Maastricht. Op de dag, dat zij eigenares is ge worden van het ronde jacht „De Groene Draeek" heeft H.K.H. prinses Beatrix het beschermvrouwschap aanvaard van de Stichting Stamboek Ronde en Plat bodem: achten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 4