Nehr oe hoopt op oplossing
kwestie Nieuw-Guinea
Europese eenheid
moet groeien
Regering ten opzichte van
de Euromarkt niet al
te somber gestemd
Strijd om de kinderbijslag
m
E
>i
HAA
EURATOM: Slechts vreedzame
toepassing van kernenergie
Naar de Jaarbeurs
Kernenergie
i
t
y
m
Mutaties in Kremlin zouden
betrekkingen tussen Oost en West
kunnen verbeteren
Nehroe
vertrokken
(fem zuur venijn.
Pleidooi tot uitkering van een
verhoging van 4 procent
Internat, controle op
radio-activiteit
beroemde
geneesmiddelen
zorgen, dat U
weer met plezier
Uw werk doet
Chefarine „4"
Dr. G. v. d. Wal
g#
Persconferentie premier van Indië:
Holland-F estival
COMPENSATIE HUURVERHOGING
WOENSDAG 10 JULI 1957
PAGINA 3
'T'ui'
Gering prijsverhogend
effect
preekt
Pepern,
H.H. Wijdingen
Lt. s.
,ter V*J
engtetflJ
l i» J'
.'■-AiC'il
paleis ëm<d<lag heeft H. M. de Koningin de premier van Indie, Nehroe, op het
en 2yn °CsWyJc ontvangen. Men ziet de Koningin hier in het park met de premier
Zuster, Shrimati Vijayalakhsmi, die Hoge Commissaris van Indie m Londen
is.
Advertentie
(Van een verslaggever)
fipnVMharlal Nehroe, die dinsdag te
hoont .aalg ee" persconferentie hield,
en j a' het conflict tussen Nederland
ïal "aesië over Nieuw-Guinea spoedig
den d r"en opgelost, en dat beide lan
den u,;.",™6'1'' tot vriendschappelijke sa-
hanrt ''hing zullen komen. In dit ver-
Va,, Verklaarde hjj ook, dat het bezit
?'aUs^ oni«n u>t de tyd is. „Het kolo-
««hii.p *oii tot het verleden moeten
'kte i n' Au« gebieden die nog door an-
'®n v.!Vu'en worden gedomineerd moe-
dit 'J borden, maar zo mogelijk moet
^«rkfl Vreedzame wijze en in samen-
geschieden".
de stond de pers te woord ln
aantai a' op het Binnenhof. Een groot
büjf',Journalisten van binnenlandse en
\Vo0rj. hdse bladen alsmede vertegen
den dl8ers van radio en televisie, span-
disr.hich in om de woorden van de T.>
Zièn di>ren?icr te volgen. Maar aange-
slecht is ®koestiek van de Rolzaal
den had Jnk-men, het niet nodig gevon-
hohXo ge luids versterking te zor-
vpret«m Ve'°n bitter weinig kun-
flen verstaan van wat er gezegd werd.
Gevraagd naar zUn opinie over de
jongste gebeurtenissen in Moskou, zei
Nehroe, dat de veranderingen zijns in
ziens twee belangrijke gevolgen zouuen
kannen hebben: Op de eerste plaats
verwacht hü dat de mutaties in het
Kremlin zouden leiden tot betere be
trekkingen tussen Oost en West, en op
de tweede plaats acht hij het niet on
waarschijnlijk dat er in Rusland zelt een
zekere ontspanning zou intreden, als
mede een wat grotere vrijheid.
Hij verklaarde vurig te zullen blijven
Ijveren voor het stopzetten van de kern
proeven. ,,I detest nuclear tests", zei
hij letterlijk. ,,Hoe eerder men er mee
ophoudt hoe beter". Hij juichte het
plan toe om de kernproeven voorlopig
oen jaar uit te stellen. Als men de proe
ven maar eenmaal onderbrak zou er
een grondslag gelegd zijn voor ontwape
ning.
Gevraagd naar de verhouding tus
sen Indië en Rood-China zette hij uit
een dat het beide uitgestrekte agrari
sche landen zijn, die bijgevolg vele ge
meenschappelijke problemen hebben.
Hij ontkenae het bestaan van een
strijd tussen Indië en Rood-China om
de macht in Zuid-Azië. Volgens hem
is er geen sprake van concurrentie.
Hij merkte op dat het democratische
Indië de sociaal-economische proble
men anders aanpakt dan het commu
nistische China, al staan de beide lan
den in vele gevallen voor soortgelijke
moeilijkheden.
Nehroe deelde vervolgens mee dat
hii grote interesse heeft voor de plan
nen voor een Europese gemeenschap
pelijke markt. Hij hoopt echter, dat de
•narkt Indië's import en export niet on
gunstig zou beïnvloeden, en dat de in-
stellinjj van de markt het de koloniën
Va*> de betrokken landen niet moeilij
ker zou maken vrij te worden.
Nehroe gaf in de loop van zijn pers-
conferenie ook nog een korte uiteen
zetting van de Indische visie op de
kwestie-Kashmir. Hij sprak de hoop
ü't dat Algiers spoedig een vru land
2°u zjjn en hij verklaarde bij zijn ko
kend bezoek aan Nasser te zullen
'fachten bij te dragen tot een betere
^standhouding tussen Engeland en
Egypte.
j dinsdagavond hebben de ambarsa-
tiür van Indië en mevrouw Kapur ui
W61 De Witte Berg een receptie gege-
dp ter ere van premier Nehroe. Onder
jijSanwezigen waren verscheidene mi-
rs en andere autoriteiten, alsmede
rij.?, groot aantal leden van het corp
pl°hiatique.
tevoren heeft Nehroe prijzen uitge
mikt aan vier Nederlandse kinderen, die
«ebben meegedongen in de internatio
nale kindertekeningenwedstrtjd, georga
niseerd door een weekblad in Indië.
Hendrik van Deursen uit Den Haag,
■Klaas Versteegen uit Lisse, Hans Stcrm
van 's-Gravesande, Den Haag en Rob
van Leeuwen, Pünacker ontvingen uit
de handen van de hoge gast vier van de
twintig eerste prijzen.
De eerste minister van Indië, Nehroe,
is hedenochtend om kwart voor acht
aan boord van een Vickers Viscount
van de Indische luchtmacht van het mi
litaire vliegkamp Valkenburg vertrok
ken. De premier begeeft zich met
een tussenlanding in Brindisi naar
Cairo, waar hij een bezoek brengt aan
president Nasser en waar hij twee da
gen zal verblijven. Nehroe zal eveneens
een bezoek aan de Soedan brengen.
Bij zijn vertrek van Valkenburg werd
Nehroe uitgeleide gedaan door de Ne
derlandse minister van buitenlandse za
ken, mr. J. M. A. H. Luns, de comman
dant van het marine-vliegkamp, kolo
nel A. W. Witholt, door zijn zuster Shri
mati Vijayalakshmi Pandit, hoge com-
misaris voor India in Londen
AMSTERDAM: U Juli
ConcertgebouwConcertgebouworkest.
DEN HAAG
Gemeentemuseum: Pro Musica Antiqua.
LEIDEN:
Schouwburg: Balletgroep Ximenez-Vargaa.
Vervolg van pagina 1)
Bn de behandeling der artikelen van
het verdrag wordt er op gewezen dat,
teneinde een zo groot mogelijke zeker-
heid omtrent het toekomstige tarief
tegenover derde landen te verkrijgen,
de regering zich aanvankelijk op het
standpunt gesteld had dat aan het ver
drag een volledig uitgewerkt douane
tarief zou moeten worden toegevoegd.
Het is haar echter gebleken dat dit
standpunt niet kon worden volgehouden
zonder de totstandkoming van het ver
drag voor zeer geruime tijd uit te stel
len. De bezwaren hieraan verbonden
zijn door de regering zo zwaarwegend
geacht, dat zd genoegen heeft geno
men met de formulering van een aan
tal algemene bepalingen, op grond
waarvan het overgrote deel van de ta
rieven tijdens de werking van het ver
drag zal kunnen worden berekend. Zij
heeft er evenwel naar gestreefd het
aantal belangrijke tariefposten waarom
trent onzekerheid bestaat zo klein mo
gelijk te houden. Het gemeenschappe
lijke douane-tarief zal in zijn werking
tegenover derde landen hoger zijn dan
het bestaande Beneluxtarief. Een be
langrijk deel van onze industriële in
voer uit derde landen (halffabrikaten
en onderdelen) zal van deze verhoging
invloed ondervinden.
Voor de volkshuishouding als geheel
heeft dit over de overgaansperiode ge
zien, in doorsnee slechts een gering
prijsverhogend effect (1 a 2 pet, in
12 jaar) voor bepaalde sectoren van
het economisch leven zal de invloed
evenwel aanzienlijk groter kunnen zijn.
Het is van meet af het stand
punt niet allee van de Nederlandse
regering, maar ook van de regerin
gen der andere deelnemende landen
geweest, dat de landbouw een
integrerend deel zou moeten uitma
ken van de gemeenschappelijke
markt. Erkend werd tijdens de on
derhandelingen dat in de gemeen
schappelijke markt de nationale re
gelingen zouden moeten worden ver
vangen door gemeenschapsregelin
gen, hetgeen uiteraard een proces
van lange adem zal zijn.
Opgemerkt wordt dat Frankrijk over
eenkomsten op lange termijn voor de
levering van bepaalde agrarische pro-
dukten heeft bedongen om de afzet van
bepaalde Franse basisprodukten ais
tarwe en suiker te bevorderen. Het
is niet dan na lange aarzeling dat
de Nederlandse regering bereid is ge
weest dit beginsel te aanvaarden en
zij heeft dit ook eerst gedaan nadat
de andere landen bereid waren in het
verdrag een aantal waarborgen op te
nemen, welke de ernstige Nederlandse
bezwaren ondervangen.
De sombere verwachtingen, welke
men in sommige kringen schijnt te
hebben omtrent onze toekomstige af
zet van landbouwprodukten binnen
de gemeenschap kan de regering
moeilijk delen. De regering vertrouwt
erop dat uiteindelijk het gemeen
schappelijk landbouwbeleid in het
voordeel van de Nederlandse land
bouw zal zijn.
De procedure voor stemmingen in de
ministerraad der gemeenschap beoogt,
aldus de memorie, een sterkere be
scherming te geven aan de nationale
belangen van Frankrijk, Duitsland en
Italië, dan aan die van de Benelux-
landen. Tijdens de onderhandelingen
heeft de Nederlandse delegatie zich
uit principiële overwegingen tegen een
dergelijk stelsel verzet. Zij bleek even
wel van de aanvang af alleen te staan
in dit verzet en heeft tenslotte slechts
enkele verzachtingen kunnen bereiken.
Tenslotte merkt de regering in haar
memorie van toelichting nog op dat
naar raming de financiële lasten, die
uit het verdrag de eerstkomende ja
ren voor de Nederlandse schatkist
kunnen voortvloeien, inclusief de ge
derfde inkomsten uit hoofde van ta
riefverlaging, netto ongeveer 320
miljoen bedragen voor de eerste vijf
jaar na de inwerkingtreding van het
verdrag. Het is zeer wel mogelijk, zo
heet het, dat dit bedrag uiteindelijk
hetzij hoger, hetzij lager zal blijken te
zijn.
Het is voor West-Europa een levens
voorwaarde dat een einde wordt ge
maakt aan de reeds menigmaal zo
rampzalig gebleken rivaliteit tussen
Frankrijk en Duitsland. In de tweede
plaats is de eenheid van Europa no
dig om ,e bereiken dat Europa zijn
positie in de wereld zal kunnen hand
haven en versterken. Concluderend
meent de regering dan ook dat alleen
reeds om deze politieke redenen een
aanvaarding van dit verdrag van het
grootste belang is voor ons land. De
ze vooropstelling van de politieke as
pecten betekent niet dat de regering
van oordeel is dat de economische as
pecten van weinig belang zouden zijn.
Volgens de regering is er ook econo
misch gezien alle aanleiding het ver
drag te beschouwen ais een positieve
bijdrage aan de Europese en zeker
aan de Nederlandse welvaart.
(Van onze parlementaire redacteur)
„Het zou interessant zijn de moeders
van onze grote gezinnen eens te vra
gen of zij het met de regering eens zijn,
dat de prijsverhoging voor huren, melk,
suiker, en het vervoer niet te vergeten,
hen niet belangrijk achterop stelt bij an
dere gezinnen," aldus de heer van der
Ploeg (K.V.P.) in de Tweede Kamer in
een dispuut met staatssecretaris mr.
dr. van Rhijn bij diens verdediging van
de verhoging der uitkeringen van de so
ciale wetten in verband met de huur
verhoging. De heer van der Ploeg greep
deze gelegenheid aan, om de regering
eraan te herinneren, dat zij destijds bij
het debat over de bestedingsbeperking
met cijfers over de lasten der gezinnen
voor de dag is gekomen, waaraan een
geheel verkeerd uitgangspunt ten grond
slag was gelegd. Men had daarvoor het
jaar 1951 genomen, maar dat was het
jaar van de „consumptiebeperking" na
Korea. Een jaar dat voor de gezinnen
een groter offer heeft betekend.
Hij vroeg bij deze gelegenheid een
iets minder schriele uitkering, waar
door het evenwicht zou kunnen worden
hersteld. Ook mr. van Lier (P.v.d.A.)
ging in zijn betoog dezelfde kant op en
dreigde zelfs met het indienen van twee
amendementen. Hij wilde in plaats van
3 pet een verhoging met 4 pet van de
uitkeringen der andere sociale wetten
en ook van de kinderbijslag.
Mr. van Rhijn bracht daar tegenin,
dat de Kamer meer wilde dan het wets
ontwerp beoogt, dat los van de vraag
of het evenwicht hersteld moet worden
of niet, thans de nodige compensatie
ln verband met de huurverhoging wil
geven. Beide katholieke Kamerleden
waren het niet met hem eens. Zij von
den dat er wat meer voor de gezinnen
moet worden gegeven als deze meer
van de bestedingsbeperking moet dra
gen dan anderen. Het komt er dan op
neer, dat een deel van de extra lasten
op deze groep wordt afgewenteld, al
dus de socialistische spreker. Hij kreeg
bij zijn partijgenoot van Rhijn echter
nog minder gedaan dan de heer van
der Ploeg, die als eis stelde, dat de re
gering beter cijfermateriaal zal produ
ceren, zodat een discussie met de Ka
mer over dit onderwerp mogelijk is.
Daar het ontwerp door deze eis gevaar
ging lopen heeft dr. van Rhijn dit toe
gegeven. De cijfers zullen bij de begro
ting van sociale zaken worden overge-
legd.
De heer van Lier trok zijn amende
menten aanstonds in, toen de staatsse
cretaris het „onaanvaardbaar" daar
over uitsprak. Ook de heer van Eiber
gen (A.R.) sloot zich aan bij de beide
katholieke sprekers en toonde met cij
fers aan, dat zij gelijk hadden.
De heer van der Ploeg herinnerde aan
de grote reserve die het verevenings
fonds vertoont. Berekend is, dat het in
1962 ook na de thans in te voeren ver
hogingen der uitkeringen nog 24 mil
joen zou bedragen. Mr. van Rhijn had
ook de précaire positie van de schat
kist als argument aangevoerd. Hij bleef
erbij, dat, ook al is er een goed gespekt
vereveningsfonds, de bestedingsbeper
king alle aandacht blijft opeisen wan
neer er verhogingen moeten worden ge
geven. De thans toegestane 3 pet bete
kent al 3,5 miljoen meer. Zou men er
4 pet van maken, dan zou daar nog eens
f 1 i miljoen bovenop komen.
Hij betoogde ook, dat men globale
maatregelen moet treffen. Het is niet
mogelijk zodanige huurcompensatie te
geven, dat er individueel niets meer te
verzorgen zou zijn. Integendeel het sys
teem moet juist zijn: een ruwe algeme
ne maatregel en bijschaven door de ge
meentelijke sociale diensten, wanneer
er ondercompensatie zal zijn, waar mr.
van Rhijn wel overtuigd van was.
Hij vond het niet juist om terwille van
de kleine zelfstandigen de maatregel
toe te passen, die de heer van der Ploeg
hem had geadviseerd. Het zou een voor
uitlopen zijn op de nieuwe kinderbijslag
verzekering en bovendien zou de ver
hoging tot de andere bijslagen worden
verstoord.
Mgr. W. M. Bekkers, bisschop-coadju
tor van 's-Hertogenbosch, zal zondag
21 juli in het missie-seminarie der pa
ters van de H. Geest te Gemert de H.
Priesterwijding toedienen aan de fraters
L. v. d. Wildenberg (Soerendonk), C.
Kok (Vinkeveen), G. Versteijnen (Leen
de), B. Visbeek (Amsterdam), J. van
Breemen (Eindhoven), J. Reinsma
(Groningen), J. Berndsen Cs Heeren-
berg), H. Leenen (Roermond), J. Riet
bergen (Utrecht) en G. Odenkirchen
(Roermond), allen van de Congrega
tie van de H. Geest.
De fraters P. Verwegen, Th. Kui
pers, J. Verhees en W. Hegge even
eens van de Congregatie van de H.
Geest, allen afkomstig uit de parochie
van O. L. Vrouw-Visitatie te Budel, zul
len de H. priesterwijding zater
dag 20 juli uit de handen van Z. H.
Exc. mgr. Bekkers ontvangen in de
kerk van genoemde parochie.
Wil ons land zich handhaven, dan zal
het in de voorste gelederen moeten
staan van de landen, die in de
komende jaren een zo ruim mogelijk
gebruik zullen maken van de kernener
gie, zo zegt de regering ln haar me
morie van toelichting op het wetsont
werp voor het Euratom-verdrag. Het is
uitgesloten, dat Nederland op eigen
kracht de ontwikkeling op dit terrein
zou kunnen volgen. Zelfs de allergroot
ste landen grijpen iedere kans aan om
bijvoorbeeld door een verantwoorde uit
wisseling van kennis het effect van
hun inspanningen te verhogen. De re
gering heeft daarom steeds een zo po
sitief mogelijke houding aangenomen
zowel ten aanzien van bilaterale als ten
aanzien van multilaterale samenwer
king. Deze samenwerking heeft haar
nut reeds bewezen. Dat met het oog op
de bevordering van de Europese inte
gratie de gedachten in de eerste plaats
zijn uitgegaan naar de partnerlanden
in de Europese Gemeenschap voor Ko
len en Staal ligt voor de hand.
De memorie van toelichting
verder o.m. deze punten:
bevat
1. Het is niet zo, dat na de inwerking
stelling van het Euratom-verdrag de na
tionale kernenergieprogramma's als het
ware zullen opgaan in een gemeen
schappelijk programma. Ieder land zal
ook in de toekomst zijn eigen kernener
gieprogramma kunnen vaststellen Of
deze programma's in de aan het ver
drag deelnemende landen geheel of ten
dele van staatswege worden opgesteld
dan wel in handen van het particulier
initiatief blijven, is een zaak van de on
derscheidene regeringen.
2. Veel zal verder afhangen van de in
vloed en het gezag van de Europese
commissie voor kernenergie. In de har
de praktijk der onderhandelingen is ko
men vast te staan, dat ook op het ge
bied van de kernenergie rekening moet
worden gehouden met gevestigde natio
nale belangen van politieke en zakelijke
aard en met het niet te ontkennen ver
schil in ontwikkeling tussen de Europe
se partners. In laatste analyse is het
Euratom-verdrag het enige mogelijke
compromis op grond waarvande be
staande belangen der deelnemende lan
den in concrete een gemeenschappelijke
behartiging kunnen vinden.
3. Het opstellen van een gecoördi
neerd programma voor opwekking van
kernenergie ten behoeve van de elek
triciteitsvoorziening in de partnerlan
den ligt in een verder verschiet en valt
buiten het eigenlijke kader van de ge
meenschap.
4. Aan de Nederlandse wensen op
het stuk van regelingen ter bescher
ming van de gezondheid is in vér
gaande mate tegemoet gekomen. Er
is voorzien in een internationale con
trole op de radio-activiteit van lucht,
land en water. Aan deze controle
moet grote waarde worden gehecht
in verband met de geografische lig
ging van ons land aan de mond van
de grote rivieren.
S. Zowel in de internationale atoom
organisatie van de V.N. als in de
O.E.E.S. zullen door de controle op het
gebruik van bijzondere splijtstoffen
militaire toepassingen worden verhin
derd, voor zover deze stoffen onder
auspiciën van de betrokken organisatie
zijn geproduceerd of verkregen. Ook de
doelstellingen van de Euratom zjjn uit
sluitend gericht op vreedzame toepas
singen van kernenergie. In het verdrag
is er niet naar gestreefd voor het pro
bleem van het militair gebruik van
kernenergie een oplossing te vinden.
Dit vraagstuk moet veeleer behandeld
worden in het raam van de Verenigde
Naties.
6. De voorziening met ertsen, grondstof
fen en in het bijzonder splijtstoffen is
vooral van belang, omdat een vrije we
reldmarkt in deze materialen ontbreekt.
De producerende landen stellen steeds
bijzondere voorwaarden bij levering. Om
West-Europa een zekere onafhankelijk
heid bij de voorziening en een sterke
onderhandelingspositie tegenover der
de landen te verschaffen, is onderlinge
samenwerking nuttig.
Groot-Brittannië Aan de Britse re
gering zijn gisteren petities overhan
digd, waarin bijna 40.000 Britten verzoe
ken de proeven met waterstofbommen
te staken, in afwachting van een inter
nationaal akkoord. (Reuter)
Advertentie
Bij pijnen, griep of „landerig" gevoel doet
en enkel tablet werkelijk wonderenl
nkele uren reeds na zijn
officiële installatie als
voorzitter van het alge
meen bestuur en van de raad
van beheer van de Koninklijke
Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht
heeft dr. G. van der Wal, bege
leid en ingeleid door zijn voor
ganger mr. W. H. Fockema
Andreae, zich voorgesteld aan
de pers, d.w.z. aan de journa
listen, die regelmatig het jaar-
beursnieuws verzorgen. Zo n
eerste kennismaking is uiter
aard een en al vriendelijkheid
van weerskanten. Mr. Fockema
Andreae, nu weer geheel vrij
man, mocht dan wel eens een
steek onder water geven, zijn
opvolger bleef vooralsnog aan
de oppervlakte. „Ik voel me riog
een vreemde eend in de bijt,
bekende hij eerlijk. Dr. Van der
Wal voorkwam daarmee de
moeilijkheid om antwoord te
geven op Lastige vragen, die
journalisten ook wanneer zij
alleen maar op een glaasje en
een hapje zijn genodigd toch
niet kunnen nalaten te stellen.
Vragen over het nieuwe secre
tariaatsgebouw, de verhouding
tussen algemene beurzen en
vakbeurzen, de nieuwbouw aan
het Croeselaanterrein enz. bleven dus onbeantwoord. Toch was deze ont
moeting waardevol. Niet alleen omdat de nieuwe voorzitter beloofde, dat
hij aan de vooravond van de komende najaarsbeurs de pers op zakelijk
niveau zal toespreken, maar vooral omdat wij en ongetwijfeld ook de
collega's van deze eerste informele ontmoeting de indruk hebben meege
nomen, dat de jaarbeurs een goede keus heeft gedaan met deze bescheiden,
hoewel zakelijk besliste voorzitter, die zich bovendien ontpopte als een
charmant causeur.
In het zakenmilieu is de heer Van der Wal bepaald geen vreemde eend.
Gedurende zeventien jaar was hij aan de Bijenkorf verbonden, de laatste
jaren als algemeen directeur, welke functie hij onlangs neerlegde bij de
voltooiing van wat een levenswerk genoemd zou kunnen worden: de nieuw
bouw in Rotterdam. Men spreekt echter niet over een levenswerk voor de
herfst van het leven aangebroken is, hetgeen bij dr. Van der Wal zijn
grijze lokken ten spijt nog niet het geval schijnt te zijn. Als 52-jarige
staat hij voor een nieuwe levensperiode en voor een nieuwe functie, die
geenszins een erebaantje is. Zo beschouwt hij het ook niet, zoals uit het
gesprek bleek. De nieuwe voorzitter zal in de toekomst veel in Utrecht zijn
en zich intensief met de Jaarbeurs bezighouden. „Het is geen bijbaantje
meer," zei de heer Fockema Andreae na zijn zesjarige ervaring als voor
zitter. „Een zakenman kan dit werk niet meer doen zonder zijn eigen
bedrijf te kort doen." De heer Van der Wal weet dus wat hem te wachten
staat.
De nieuwe voorzitter is tevens lid van de S.E.R., dagelijks bestuurslid
van de Internationale Kamer van Koophandel en voorzitter van de raad
van grootwinkelbedrijven. Zijn ervaringen op het gebied van het organisatie
leven ook als bestuurslid van het Verbond van Nederlandse Werkgevers
zullen hem in Utrecht van pas komen. Voor Utrecht valt bovendien te
hopen, dat hij aan de nieuwbouw te Rotterdam zoveel prettige herinneringen
bewaart, dat ook het Vredenburg onder zijn bestuur een nieuw aanzien zal
krijgen. Zij het dan eventueel zonder Gabo
Vervolg van pagina 1)
welke het deviezenverlies zouden
kunnen beperken en ons misschien
zelfs deviezen zouden kunnen ople
veren.
Een andere belangrijke vraag Is
natuurlijk of wij in staat zullen
zijn, de bouw van kernenergie
centrales te financieren. In de perio
de 1962-1975 zal dit jaarlijks gemid
deld een extra investering van on
geveer 200 miljoen gulden opeisen.
Dat kan bij datgene wat reeds nodig
is voor overige diepte-investeringen,
voor de woningbouw e.d., natuurlijk
tot moeilijkheden leiden. De minis
ter meent, dat wij het uiterste moe
ten doen om de financiering van het
plan te doen gelukken, maar er zijn
natuurlijk tal van investeringen
waarvan men hetzelfde moet zeg
gen. Bovendien zijn er consumptie
behoeften waarvan de noodzakelijk
heid misschien minder aantoonbaar
is, doch waarvan de bevrediging op
politieke gronden zal worden afge
dwongen. Of er voldoende be
sparingen zullen zijn om aan de
investeringsvraag te voldoen valt
dus niet te voorspellen, zodat men
daar ad libitum optimistisch of pes
simistisch over mag wezen.
Intussen schijnt minister Zijlstra
op dit punt het zekere voor het on
zekere te willen nemen. Hij zegt, dat
een gunstige ontwikkeling van de
rentabiliteit van kernenergiecentra
les, welke ontwikkeling hij in de na
bije toekomst niet uitgesloten acht,
voor een zeker deel voor zelffinan
ciering zou kunnen worden gebruikt.
Als wij de minister goed begrijpen,
betekent dit, dat de prijzen van elek
triciteit, welke door kernenergiecen
trales wordt opgewekt, niet in de
zelfde mate verlaagd zullen worden
als de kostprijs eventueel zou kunnen
dalen. Neemt de minister hier bij
voorbaat stelling tegen een winstaf
roming van de kernenergiecentra
les? Er is ongetwijfeld veel voor te
zeggen om de elektriciteitsbedrijven,
die zo grote kosten aan de pioniers
arbeid moeten besteden, op deze
wijze wat minder afhankelijk te doen
zijn van de situatie op de kapitaal
markt. Hetzelfde kan overigens ge
zegd worden van alle andere indus
trieën, welke voor de ontplooiing
van onze welvaart, op welke manier
dan ook, werkzaam zijn. Ook zij zul
len kapitaal nodig hebben en het zou
natuurlijk onredelijk zijn indien hun
mogelijkheden tot zelffinanciering
beperkt werden door het feit, dat zij
de zelffinanciering van de elektrici
teitscentrales mogelijk zouden moe
ten maken door een relatief hogere
prijs voor hun elektriciteitsvoorzie
ning te betalen. In verband daarme
de zal dan ook de grootste behoed
zaamheid in acht moeten worden ge
nomen.
Het plan dat in de kernenergie-
nota ontvouwd werd is indicatief
Gelukkig mag men wel zeggen. Het
is immers te verwachten, dat de
ontwikkeling van de kernenergie een
stormachtig verloop zal hebben. Wat
vandaag nieuw is kan morgen hope
loos verouderd zijn. Dat is geen re
den om de toekomst af te wachten
en af te kijken wat anderen ons voor
doen. Het is echter wel een waar
schuwing om de stappen niet te
groot te nemen. De primaire verant
woordelijkheid daarvoor berust bij
de elektriciteitsondernemingen. Ho
pelijk is hun onderlinge samenwer
king zo groot, dat zij met elkaar in
de pas blijven.