GROTE BRAND van DORDRECHT
RAAKT IN VERGETELHEID
Zelfs het vijfde eeuw,,feest" was geen reden tot herdenking
De hoffeesten onderhouden nog
een zwakke band met historie
GELEEN bestaat niet
maar 399 jaar
De salarisverbeteringen
het mijnpersoneel
voor
Kinderziekten met een kleurtje (II)
H
De besteding
van het loon
D
Monument van prinses Wilhelmina
Aspirin
Voortijdige eeuwfeestviering
ZATERDAG 20 JULT 105?
I
f f et was ons verzekerd door iemand, die het
J a^s goed observerend inwoner weten kan:
de Dordtenaar weet nauwelijks iets over de
geschiedenis van zijn stad en interesseert zich er
niet v°or. Op een enkele jaren geleden op
uw gezette historische tentoonstelling versche-
bplnJmJJtr honderd bezoekers. Dit gebrek aan
langstelling is deels toe te schrijven aan het
jn9 a(wtal authentieke Dordtse burgers, deels
°°k aan het tempo van onze dagen, dat weinig
9elegenheid overlaat voor het werpen van een
terugblik op het voorbije. En misschien is dit ver
schijnsel er wél oorzaak van, dat de stadsgemeen
schap stilzwijgend is voorbijgegaan aan de vijf
honderdste verjaardag van een gebeurtenis clie
voor Dordrecht toch zo rampzalige gevolgen had:
de grote stadsbrand van 29 juni 1457, die 600 hou
ten huizen in de as legde - wat toen zo ongeveer
driékwart van de stad betekende. Nu zou er ook
voor de felste historiofiél van Dordrecm bitter
weinig tastbaars te ontdekken zijn als souvenir
aan de Dordtse brand. Stadskronieken waren in
die dagen nog onbekend, en zouden anders ver
moedelijk ook verbrand zijn. Slechts een eenvoudige
koperen plaat in een der zuilen van de Grote Kerk,
aangebracht vijftien jaar na de brand, houdt de
herinnering aan de calamiteit levendig. Daarvoor
alleen behoeft men dus bepaald niet naar de
Merwestad te komen. Maar het Dordrecht van na
de brand stelt anderzijds allerminst teleur. Er is
natuurlijk, als in zoveel Hollandse steden, erbar
melijk met bouwstijlen gesold. Een moderne, en
lelijke, bioscoop schoudert schaamteloos tegen een
sierlijk oud kerkje, om één monstruositeit te noe
men, maar er zijn gélukkig véle bekoorlijke en
schilderachtige plekjes te vinden, alle daterend
va,n na de brand, die hun aantrekkelijkheid niet
voor liet minste deel ontlenen aan het overal zorg
vuldig beschermde geboomte.
ooooooooooooo
o i
Prijsvraag Jorritsma-
fonds
hoort in
uw bagage
Over de grote besmettelijkheid van roodvonk,
het laten verwijderen van amandelen en de
(betrekkelijke) onschuldigheid van rode hond
St.-Jozefcongregatie
van Mill Hill
Vivien Leigh
zet haar actie voort
En bereikt alvast compromis
Wg oprgetek^0ie stadsbrand is dus wei-
nen achterhai ^en heeft nog wel kun-
ts in een h„n' dat de brand ontstaan
straat. De aan de Klein. Spui-
bouwsel, Adria oner van dit houten
schrikt weg z„aa Danekertsz, liep ver-
geluk te verwitti r iemand van het on-
dekt werd, wa* t?en- Toen het vuur ont-
zich ongelukkig "et al te laat. Men had
gehouden, die Wis niet aan de keur
ven te bebouwen 00d de Voorstadsha
men van het en en z0 konden de vlam-
overspringen, buis op het andere
door de emmertiuwelijks gehinderd
hopige bevolking ?s water die de wan-
leegwierp. Ook n bet laaiend geweld
werd door het vun L- Vrouwekerk
ai bleet de eiePrlr-,deerlÖk aangetast,
spaard. De bra na e constructie ge-
voort en verteerde J^dde vijf dagen
mngen. Adriaan Da?„^ie tüd 600 w°-
straf voor zijn nnio^ertsz ontliep de
moest 3 roeden £eetlf.heid niet- H«
betgeen wilde zeggen ^fen -eta.!en'
ten een deel van rtt op z;in kos"
ZOU worden. stadswal hersteld
Met de grote brand van Donit
verbrekelifk het wonder verb0nd£n
van het „Heylighe Hout", zoals het op
schrift op de koperen gedenkplaat te
verstaan geeft:
Dusent Vierhondert Zevenenvijftich
mede,
toe screef men als te Dordrecht in
stede
verbemde menich Huys int
openbare.
Corts nae midder nacht word
mens gheware
in junio op Sinte Pieters Pauwels-
dach.
Soe wast dat men al of verbernen
sach
Vander Visbrick Westwaart in
grote armoe,
Vanden beghinen tot die Vuyl-
poert toe.
Sonder twee earners en op dat
zelfde pas tijdstip)
dese kerek met al datter binnen
was
tot asschen toe, coper, silver
ende gout,
sonder alleen dit waerde Heylighe
Hout,
welc in dese monstrancy be
sloten sy.
ende tseventig der by
Soe screef men als ment hier in
dede,
met der Tabernakel ghemact
teser stede.
Het „Heylighe Hout", een deel van
net kruis, was sinds 1431 in het bezit
van de O. L. Vrouwekerk. De pelgrim
Claes Scoutate had de reliek op een
reis in het Heilig Land toevallig in han
den gekregen en het de kerk geschon-
Den: H.eel Dordrecht was trots op de
noutsplinter en groot was dan ook de
vreugde dat de relikwie na de brand
weer teruggevonden werd. doch nu als
een zachte, weke massa. Op het gebed
van het kapittel en de gelovigen, aldus
het verhaal, herkreeg het blokje hout
echter weer zdn vroegere gedaante. Dit
Advertentie
o
o
wonder riep de Grote Ommegang of
Processie van Dordrecht in het leven,
die van 1459 tot de hervorming toe
ieder jaar op de feestdag van Sint
Petrus en Paulus werd gehouden, en
duizenden pelgrims trok. Toen de nieu
we leer ook de O. L. Vrouwekerk op
eiste bleef er van alle sier en kunstige
stoffering in het kerkgebouw weinig
over. Het wonderbaar reliek verdween
spoorloos, en tot 5 jaar geleden dacht
niemand anders of Dordrecht had voor
goed het kostbare „Heylighe Hout"
verloren. Op een dag echter werd pas
toor J. Haring, die juist de consecratie
van de door hem gebouwde kerk van
O. L. Vrouw in een nieuwe wijk van
de stad voorbereidde, door een vroe
gere Amsterdamse parochiaan opgebeld,
die hem vertelde, dat zijn zuster, Bene
dictines in het Vlaamse dorpje Hekel-
gem, een ontdekking had gedaan. Zij
zou in de schatkamer van het nonnen
klooster de reliek van Dordrecht aan
getroffen hebben. Pastoor Haring er
heen, en inderdaad scheen het hout
splintertje hem toe de verloren ge
waande relikwie te zijn. Alleen was de
splinter wel wat erg klein. De Belgische
kerkelijke autoriteiten stonden het
kostbare aandenken aan Christus' dood
bereidwillig af en zo kon de reliek
weer teruggebracht worden naar de
stad die er historische rechten op kon
laten gelden. Het „Heylighe Hout" werd
m een kruis gevat en ter ere van het
kleinood richtte pastoor Haring een
speciaal altaar op in de nieuwe O. L.
Vrouwekerk van Dordrecht. Ook de
grote processie voerde hij weer in, zo
dat de middeleeuwse devotie, zij het
op vreemde bodem, in nieuwe luister
kon herleven. De gemeente-archivaris
van Dordrecht, mr. J. J. Beyerman,
heeft zojuist een uitvoerig onderzoek
voltooid naar de destijds verdwenen
relikwie en hij meent op grond van de
resultaten, dat de thans weer in Dordt
vereerde minuscule houtsplinter inder
daad een deel van het oorspronkelijk
„Heylighe Hout" moet zijn.
Nog een andere legende is verweven
met de historie van Hollands oudste
stad, en meer in het bijzonder met de
Grote Kerk. Er leefde omstreeks het
jaar 1000 in Dordrecht dat toen
waarschijnlijk Thuredrecht heette, naar
een riviertje een vrome maagd, ge
naamd Sura, die een bijzondere devotie
had opgevat voor de Heilige Maagd.
Haar verering was zo innig, dat Maria
het meisje uitverkoor voor het bouwen
van een kerk. Het beursje waaruit zij
de werklieden betaalde, vulde zich
dagelijks weer opnieuw, en enkelen
onder hen, in de mening verkerend
dat Sura over veel contanten beschik
te, staken haar neer met een vismes
en maakten zich meester van de bui
del. Deze bevatte slechts 3 kopken, het
dagloon van drie werklieden, en de
teleurgestelde moordenaars werden la
ter ontdekt en ter dood gebracht. Het
vrome meisje echter verrees uit haar
graf en wist voor de booswichten in
Rome absolutie te verkrijgen. Op de
plaats waar haar onschuldig bloed ge
vloeid was, ontsprong een wonder
dadige bron. Aan de Heilige Sura werd
in de O. L. Vrouwekerk een speciale
kapel toegewijd. Wie nu gaat kijken
in het herhaaldelijk gerestaureerde ge
bouw treft op de plaats van de vroe
gere gedachteniskapel slechts een dode
ruimte aan, afgesloten door een met
sombere waarschuwingen overdekt,
houten hek. Een stenen ring die de
plaats van de bron aanduidde, werd
reeds in 1603 op last van de Hervorm
de Kerkeraad verwijderd.
Men kan Dordrecht geen te klein
aandeel verwijten in de vaderlandse
historie. Hoewel de oorsprong van de
stad zich in de nevel der vroege
middeleeuwen verliest, staat het toch
wel vast, dat Dordt als eerste neder
zetting in het graafschap Holland stads
rechten verwierf. Door zijn ligging aan
een samenvloeiing van rivieren bloeide
de handel snel op en gaf de Merwe
stad in dit opzicht eeuwenlang de toon
aan. Het befaamde stapelrecht, dat
Dordrecht de markt van alle goederen
die over Lek en Merwede werden aan
gevoerd, garandeerde, dreef de welvaart
nog hoger. De bloei hield praktisch aan
tot de Franse tijd; daarop volgde een
geduchte inzinking, en de stad raakte
zjjn prominente positie geheel kwijt.
Het economisch herstel ging langzaam
maar gestaag. Nü is Dordrecht een
typisch provinciaals stadje, dat dank
zij een indrukwekkend uitbreidende in
dustrialisatie men zou in dit ver
band wel van Dordrecht's sleutelpositie
kunnen spreken, als de lezer begrijpt
wat wy bedoelen en een nog steeds
uiterst gunstige ligging aan 3 rivieren:
Noord, Merwede en Oude Maas, van
meer en meer betekenis gaat worden.
En al heeft de grote brand dan onge
twijfeld veel schoons verwoest, histo
rische bezienswaardigheden van na die
tijd zijn er nog te over. Zo zou de
Dordtenaar nog met trots kunnen wij
zen op het gebouw, waar in 1572 de
eerste statenvergadering van het vrije
Holland is gehouden, en de republiek
der Zeven Verenigde Nederlanden werd
gefundeerd, de overigens niet direct
bekoorlijke Hof. De oude haventjes
hebben de geest van vervlogen tijd
perken, perioden van bloei en verval,
nog bewaard en dragen deze van de
ene dag aan de andere over. Op som
mige plekken wordt deze atmosfeer
heel intens uitgestraald, en dan is het,
of men een soort weemoed gewaar
wordt om eenmaal verworven roem die
niet meer wordt geacht. Naast de con
servering van het oude draagt Dord
recht zijn steentje bij aan de heden
daagse stedebouwkundige opvattingen,
waarbij het stadsbestuur er steeds voor
zorgt, dat de natuur royaal aan bod
komt. Bomen worden in deze stad nog
niet beschouwd als louter verkeers
obstakels. Er zijn drie grote parken op
een bevolking van 80.000 inwoners.
De talloze industriële vestigingen in
en rond Dordt vormen een hoofdstuk
apart. Zij zijn het vooral die de Merwe
stad weer „opstoten in de vaart der
volkeren". „De Staart" is een van die
industriecentra, die van de oude stad
door het Wantij gescheiden is Van
Staart tot stad komt Dordt een 'brug
tekort", geven raamaffiches te verstaan
aldus de plaatselijke burgerzin prikke
lend om dit euvel spoedig te verhelpen.
Het Rely Jorritsmafonds heeft voor
dit jaar weer een prijsvraag uitgeschre
ven ter bevordering van de Friese lit -
ratuur. Voor oorspronkelijke Friese
gedichten en korte oorspronkelijke ver
halen in Fries proza is een bedrag van
1.700 aan prijzen beschikbaar De jurv
wordt gevormd door prof. dr. K. Fokke
ma te Amstelveen, ds. H. J. Brouwer te
Holwerd en de heer G. G. Brouwer te
Gorredijk.
BAYER
1 Gedeponeerd handelsmerk
Geleen heeft de historie lichtelijk ge
weld aangedaan. Eén jaar eerder dan
strikt historisch verantwoord is viert
deze stad het 400-jarig bestaan van de
heerlijkheid Geleen. De ietwat voorba
rige eeuwfeesten werden vrijdag met
een stijlvolle herdenkingszitting en een
hoogstaande muziekuitvoering ingezet
en juist tijdens deze herdenning deed
Geleen bittere ironie de ontdek
king dat de stad te vroeg aan het vieren
is geslagen. De burgemeester van Ge
leen, mr. dr. J. P. D. van Banning, en
de commissaris van de koningin in
Limburg, dr. F. Houben, die in het
bijzijn van geestelijke en wereldlijke
autoriteiten het historische feit dat Ge
leen vier eeuwen geleden tot heerlijk
heid werd verheven herdachten, wis
ten op dat plechtige moment niet, dat
zij bezig waren een historische vergis
sing te begaan.
Dinsdag zal de Mijnindustrieraad in
openbare vergadering in Heerlen bij
eenkomen voor de vaststelling van de
verordening, welke de premieregeling
voor het mijnpersoneel regelt, alsmede
de wijzigingsverordeningen, welke be.
trekking hebben op de verhoging van
het verlofloon tot het A.M.F.-loon (Al
gemeen Mijnwerkers Fonds).
Verder zal de mijnindustrieraad de
verbetering van de diensttijdentoeslag
en de verkorting van de arbeidsduur in
de continudienst tot 44 uur behandelen.
Na de vaststelling door de Mijnindus
trieraad zal de minister aan de diver
se besluiten zijn goedkeuring dienen te
hechten, alvorens tot uitvoering hiervan
kan worden overgegaan.
Het ligt in het voornemen de verbe
tering van de diensttijdentoeslag per 1
januari te laten ingaan, de verhoging
van het verlofloon in werking te laten
treden per 1 mei. De nieuwe premie
regeling en de verkorting van de ar
beidsduur, welke behoudens ministerië
le goedkeuring, in werking zullen tre
den per 1 augustus.
Volgens de nieuwe regeling zullen ar
beiders voor elke dienst, ondergronds
verricht, een bijzondere premie ontvan
gen van 1.50, voor elke bovengrondse
dienst, verricht door arbeiders, ouder
dan 18 jaar zal de premie 1,- zjjn en
voor arbeiders beneden 18 jaar vijftig
cent. In feite betekent de aanwezig
heidspremie een verhoging van inko
men voor de ondergrondse arbeider
van 37.50 per maand, voor boven
grondse arbeiders van 25,- per maand.
Voor de ondergrondse technische be
ambten en adspirant-beambten zal de
premie, al naar gelang hun functie,
40,- tot 75,. per maand bedragen,
voor de bovengrondse technische be
ambten en adspirant-beambffen 25,-
tot 65,- per maand en voor de admi
nistratieve beambten en adspirant-be
ambten 25,. tot 60,- per maand.
Voor maandloners worden soortgelij
ke premiën ingevoerd. Zij ontvangen
boven 18 jaar een minimum van 25,-
per maand, beneden die leeftijd de helft
van deze premie. Diverse reeds be
staande premiën voor in kolenafdelin-
gen werkende adspirant-beambten, op
zichters, afdelings-opzichters en mees-
ter-opzichters zullen worden verhoogd.
De nieuwe verordening op de dienst
tijdtoeslag wordt gewijzigd met dien
verstande, dat de mijnwerkers volgens
de nieuwe regeling diensttijdtoeslag
zullen ontvangen over alle jaren, wel
ke zij in de Nederlandse mijnindustrie
hebben doorgebracht. De toeslag wordt
toegekend na tien ondergrondse, res
pectievelijk vijftien bovengrondse
dienstjaren, onder handhaving van het
verschil tussen de dienstjaren voor en
na het bereiken van de 22-jarige leef
tijd. De toeslag gaat na tien onder
grondse dienstjaren, respectievelijk vijf
tien bovengrondse dienstjaren 60,- per
jaar bedragen. Zij wordt met 6,- per
verder dienstjaar verhoogd. Het maxi
mum is gesteld op 150,- per jaar.
Vivien ^eigh, de Britse actnce, die zich beijvert voor het behoud van het Lon-
dense St.-James-theater, heeft ten huize van een vriendin besprekingen gevoerd
met de miljonair Felix Fenston, die op de plek, waar nu nog het theater staat,
een complex kantoorgebouwen wil doen verrijzen. Het ziet er naar uit, dat er
een compromis zal worden bereikt. Intussen gaat de Britse theaterwereld
zachtjes dóór met protesteren. Vandaag wordt er een protestmars door Londen
georganiseerd, met Miss Leigh voorop.
(Van onze medische medewerker)
et zal U wel bekend
zijn, dat roodvonk
J minder veelvuldig
voorkomt dan mazelen
Als iemand in zijn kin
derjaren geen mazelen
heeft doorgemaakt is
dat iets bijzonders. Voor
I roodvonk en in minde-
X re mate voor rode
N\. hond gaat dit niet op
<1 Er zijn zelfs gezinnen en
- families waarin rood
vonk nooit is voorgekomen.
Roodvonk wordt veroorzaakt door
dezelfde bacterie, die ook de boosdoe
ner is bij de angina. Het is niet be
kend, of er bij roodvonk bovendien nog
een virus in het spel is. Verband hier
mede houdt de vraag hoe het te ver
klaren is, dat iemand die meerdere
malen angina krijgt vrij blijft van
roodvonk. Omgekeerd gaat roodvonk
wel altijd gepaard met angina.
Angina is een ontsteking van de
amandelen, begeleid door koorts. Elk
keelpijntje, zoals bijvoorbeeld vooraf
gaande aan een verkoudheid nogal
eens voorkomt, is nog geen echte an
gina.
Als een angina geregeld terugkomt
(maar ook wel in andere gevallen)
kan het overweging verdienen, de
amandelen te verwijderen. Het beoor
delen van de noodzaak hiervan ver
eist ervaring en bovendien een bekend
zijn met de gehele patiënt. Daarom is
de huisarts de bij uitstek geschikte
persoon om zich in eerste instantie een
oordeel te vormen, waarbij hij dan zo
nodig de specialist kan consulteren.
matig „geklodderd" als bij mazelen.
Opvallend is na een paar dagen ook
de donkerrode tong, alsof de patiënt
zo juist frambozen heeft gegeten. De
duur en de intensiteit va* de uitslag
zijn zeer wisselend, van enkele uren
tot enkel dagen, waardoor het niet al
tijd wordt opgemerkt. Misschien blijft
het zelfs wel eens achterwege. Begrij
pelijk derhalve, dat de diagnose moei
lijk kan zijn en de ziekte miskend kan
worden. Wel treedt na één tot twee
weken altijd vervelling op, vooral van
handpalmen en voetzolen, waardoor
Er is eigenlijk slechts één gevaar,
n.l. voor aanstaande moeders in de
eerste drie maanden van de zwanger
schap, als zij vroeger geen rode hond
hebben doorgemaakt (en dus niet im
muun zijn). De Australische oogarts
Gregg heeft in 1941 ontdekt, dat er
verband bestond tussen bepaalde aan
geboren oogafwijkingen en rode hond,
Hü kreeg n.l. in korte tijd tientallen
zuigelen met aangeboren oogafwijkin
gen op zijn spreekuur. Bij zorgvuldig
navragen bleek hem, dat bijna alle
moeders in de eerste drie maanden
Niemand van de vele genodigden
was zich hiervan trouwens bewust,
behalve feestredenaar M. K. J.
Smeets, hoofd-archivaris bij het rijks
archief in Limburg. De door de we
tenschap voorgeschreven objectivi
teit gebood hem de feestvierenden er
op te wijzen dat het eigenlijke herden
kingsjaar niet 1957 maar 1958 is om
dat Arnold Huyn pas 20 januari 1558
de rechten van de heerlijkheid Ge
leen van Philips II kocht.
Overigens maakte de heer Smeets de
gemeente Geleen geen verwijt over de
begane vergissing. Het was zelfs voor
hem als historich deskundige moeilijk
uit de oude achriefstukken af te leiden
dat niet in 1557 maar in 1558 Geleen
heerlijkheid werd. Voor de Geleense be
volking levert de vergissing het pretti
ge vooruitzicht op een tweede herden
kingsfeest op en wel in 1958.
Ook zonder vergissing zou Geleen be
gin 1958 de herdenking hebben overge
daan daar het burgercomité tot aanbie
ding van een huldeblijk reeds eerder be
sloten had in Geleen op de markt een
monument ter herdenking van de eeuw
feesten op te richten. Dit monument
stelt prinses Wilhelmina voor, onder
wier bestuur het dorpje Geleen uit
groeide tot een stad. De dynamische uit
groei van Geleen is mede te danken aan
de vestiging aldaar van staatsmijn Mau-
rits en van de chemische bedrijven van
de staatsmijnen. Derhalve zal de figuur
van prinses Wilhelmina geflankeerd
worden door een mijnwerker alsmede
door een boer, het symbool van de land
bouw, waaraan Geleen zijn ontstaan te
danken heeft.
Dit alles deelde tijdens de herden
kingszitting ir. C. A. Bauduin, voorzit
ter van het comité aanbieding hulde
blijk, mede. Het herdenkingsmonument
het eerste Wilhelmina-monument in
ons landwordt vervaardigd door de
Limburgse beeldhouwer Piet Roovers uit
Heyen.
In het algemeen kapittel van de St.
Jozefcongregatie van Mill Hill dat in
het Moederhuis te Mill Hill (Londen)
wordt gehouden heeft de verkiezing
plaats gehad van het hoofdbestuur
der congregatie. Als algemeen overste
werd gekozen dr. Th. Mc Laughlin
(Schotland). Als eerste consultor, te
vens vicaris-generaal, werd gekozen
father J. Zuydervliet uit Noorden
(Zuid-Holland), tot op heden algemeen
missieprocurator van Mill-Hill in Ne
derland; als tweede consultor father
F. Figl (Tirol), als derde father J. de
Reeper uit Den Bosch (herkozen) en
als vierde father W. Coates (Enge
land).
Father J. Zuydervliet, die juist op
de dag van zijn verkiezing tot vica
ris-generaal In het missiehuis te Roo
sendaal zijn zilveren priesterfeest vier
de, is inmiddels per vliegtuig naar
Mill-Hill vertrokken.
Vivien Leigh, de Britse actrice die
vorige week in het Hogerhuis demon
streerde tegen de voorgenomen afbraak
van het oude St. James-theater, heeft
donderdag met de zakenman, die op de
plaats van het theater en kantoorgebouw
wil laten bouwen, een voorlopig com
promis bereikt. Genoemde zakenman,
de miljonair Felix Fenston, bleef welis
waar bij zijn voornemen om de oude
schouwburg te slopen, maar verklaarde
zich bereid, een door hem ontdekte
oude schuur te Heresford, die in de tijd
van koningin Elizabeth I een theater
was, in deze oude toestand te herstellen.
Dat de actie om het St. James-thea
ter alsnog te behouden, nog niet wordt
gestaakt blijkt uit de aankondiging, dat
de vereniging van Britse toneelspelers
zaterdag in de straten van Londen een
protestbetoging zal houden, waarbij o.a.
Lady Olivier en enige parlementsleden
het woord zullen voeren.
e ziekteverschijnselen van rood
vonk beginnen enkele dagen na
de besmetting (de incubatietijd
is veel minder constant dan bij maze
len) vrij plotseling met keelpijn, waar
bij koorts en hoofdpijn optreden. Na
één tot drie dagen ontstaat de huid
uitslag, het eerst op de romp. Typisch
voor roodvonk is, dat mond en neus
als een masker vrij blijven en voorts
dat de uitslag egaal op de huid ge
verfd lijkt en niet slordig en onregel-
de diagnose achteraf nog gesteld kan
worden.
Bij de keelontsteking komt zwelling
van de lymfklieren onder de kaak-
rand en in de hals. Dit geldt zowel voor
de gewone angina als voor roodvonk.
De besmettelijkheid van roodvonk
duurt enkele weken. Alles wat de pa
tiënt uitscheidt is besmettelijk: speek
sel (bij spreken en hoesten, aan eet
gerei), neusvocht (men denke aan be
smetting via zakdoeken), ontlasting.
De te nemen maatregelen hangen
af van de omstandigheden in het ge
zin en kunnen het best met de huis
arts besproken worden.
Voornamelijk bij kinderen treden een
enkele maal complicaties op, o.a. oor
ontsteking. Tegenwoordig is zulks ech
ter zeldzaam geworden door de be
handeling met penicilline.
ode hond is een onschuldige kin
derziekte eveneens met een rode
uitslag, die de eerste dag al be
gint, en wel in het gelaat. De verwek
ker is een virus. Het kind heeft klier-
zwellingên, vooral in de nek. Een be
handeling behoeft niet toegepast te
worden.
van de zwangerschap contact hadden
gehad met rode hond-patiënten of de
ziekte zelf hadden doorgemaakt. Het
virus is blijkbaar alleen in de eerste
drie maanden in staat de jonge vrucht
te beschadigen.
Gelukkig is het mogelijk deze be
schadigingen te voorkomen, door de
aanstaande moeder, die niet immuun
is en in de eerste drie maanden in
contact komt met het virus (bijvoor
beeld als een buurmeisje rode hond
krijgt) In te spuiten met serum van
een pas hersteld patiëntje: „passieve
immumsatie" De vrouw krijgt dan an
tistoffen, die de pas genezen zieke
heeft gemaakt.
Tenslotte nog iets over de zogenaam
de vierde en vijfde ziekte. Het zijn
zeer licht verlopende infectieziekten
eveneens met een rode uitslag. Vol
gens sommigen zouden het geen af
zonderlijke ziekten zijn, maar lichtere
vormen van de andere kinderziekten.
De „vierde ziekte" zou misschien
een licht verlopende vorm van rood
vonk zijn. Van veel praktisch belang
is het niet, omdat deze ziekten volko
men onschuldig zijn.
St.
Vervolg van pagina 1)
e praktijk schijnt deze theorie te
bevestigen. Het werknemers-aan
deel in het nationale Inkomen is
èn tengevolge van de loonstijging in
contanten èn door de sociale maatre
gelen ook procentieel niet onbelangrijk
gestegen. En inderdaad betekende dit
op de eerste plaats een sterk vergrote
consumptie door het grote publiek en
niet een deelname van dezelfde bevol
kingsgroep aan de noodzakelijke inves
teringen. Zouden we zo doorgaan (denk
aan de overbesteding welke blijkens de
officiële cijfers nog onverminderd door
gaat) dan roept dit vroeg of laat een
economische ramp over ons volk af.
Maar, vragen we ons af, wordt in de
ze theorie niet een denkfout gemaakt?
Moet het werknemers-inkomen onder
alle omstandigheden ook gelijk staan
met consumptief aan te wenden geld?
Zolang een werknemer een „economi
sche grensganger' 'blijft, d.w.z. zolang
hij een inkomen houdt, dat hem ternau
wernood in staat stelt in de kosten van
levensonderhoud van zich en de zijnen
te voorzien, zolang zal Inderdaad de
neiging tot „opmaken' van wat ver
diend wordt aanwezig blijven. Maar
ook hier ligt ergens een grens, waarbo
ven het deelnemen aan het onmisbare
investeren mogelijk wordt.
De werknemers zullen dan moeten
Ieren uit het arbeidsinkomen hun aan
deel te leveren in het onderhouden en
versterken van het nationaal produk-
tief vermogen. M.a.w. de werknemer
moet leren bezitten en daarom moet hh
leren sparen.
Het wetsontwerp-jeugdsparen zien we
vooreerst als een belangrijke poging
daartoe, en een noodzakelijke poging te
vens.
Er is vorig jaar en dit voorjaar heel
wat gepraat en geschreven over de be
stedingsbeperking. Er zijn noodkreten
geslaakt over de noodzaak daartoe; er
is gewaarschuwd tot en met; maar de
overconsumptie blijft toenemen. Er is
gepleit voor sparen, maar het sparen
blijft afnemen. De cijfers tonen aan,
dat de netto-besparingen over de eer
ste 5 maanden van 1956 nog ruim
283.000.000 bedroegen. Daartegenover
slaat 1957 wel een droevig figuur met
ruim 91.000.000 over dezelfde periode
ondanks een sterk gestegen loonpeil
over dezelfde vergelijkingsperiode.
Een krachtige propaganda voor spa
ren is onmisbaar. Maar ch-
tig" bedoelen we dan 'iet
alleen het werken met fi ^t-
beeldplaatjes. Het jongst 'rp
is een effectieve stap in
ting.
Duwd
s een
van
mier
i di®
pro-
en
richt
van
varna
is de
I wat
geen
hem
zelfs
uwd,
aken
rocht
theid
wia
thiek
opt.
>rlin-
geen
recht
n h«
-nde.
vond
ot te
zeg-
eftge
Isme
„Ik
ar ik
van
zeer
echt-
geen
j in
isten
•kge-
vens
issen
Jaar.
ve
il een
Afri-
end.
:enis
vol-
1 het
er-
iede-
nog
le-
iken.
Afri-
llicht
itige
rart®
dat
natie
ellen
tigd-
rvan
over
•diga
3.ST.
ram®
Nel-
mui-
tr de
jling
irder
ge-
t in-
hud-
rden