GROTE BRAND van DORDRECHT RAAKT IN VERGETELHEID Zelfs het vijfde eeuw,,feest" was geen reden tot herdenking De hoffeesten onderhouden nog een zwakke band met historie GELEEN bestaat niet maar 399 jaar De salarisverbeteringen het mijnpersoneel voor Kinderziekten met een kleurtje (II) H De besteding van het loon D Monument van prinses Wilhelmina Aspirin Voortijdige eeuwfeestviering ZATERDAG 20 JULT 105? I f f et was ons verzekerd door iemand, die het J a^s goed observerend inwoner weten kan: de Dordtenaar weet nauwelijks iets over de geschiedenis van zijn stad en interesseert zich er niet v°or. Op een enkele jaren geleden op uw gezette historische tentoonstelling versche- bplnJmJJtr honderd bezoekers. Dit gebrek aan langstelling is deels toe te schrijven aan het jn9 a(wtal authentieke Dordtse burgers, deels °°k aan het tempo van onze dagen, dat weinig 9elegenheid overlaat voor het werpen van een terugblik op het voorbije. En misschien is dit ver schijnsel er wél oorzaak van, dat de stadsgemeen schap stilzwijgend is voorbijgegaan aan de vijf honderdste verjaardag van een gebeurtenis clie voor Dordrecht toch zo rampzalige gevolgen had: de grote stadsbrand van 29 juni 1457, die 600 hou ten huizen in de as legde - wat toen zo ongeveer driékwart van de stad betekende. Nu zou er ook voor de felste historiofiél van Dordrecm bitter weinig tastbaars te ontdekken zijn als souvenir aan de Dordtse brand. Stadskronieken waren in die dagen nog onbekend, en zouden anders ver moedelijk ook verbrand zijn. Slechts een eenvoudige koperen plaat in een der zuilen van de Grote Kerk, aangebracht vijftien jaar na de brand, houdt de herinnering aan de calamiteit levendig. Daarvoor alleen behoeft men dus bepaald niet naar de Merwestad te komen. Maar het Dordrecht van na de brand stelt anderzijds allerminst teleur. Er is natuurlijk, als in zoveel Hollandse steden, erbar melijk met bouwstijlen gesold. Een moderne, en lelijke, bioscoop schoudert schaamteloos tegen een sierlijk oud kerkje, om één monstruositeit te noe men, maar er zijn gélukkig véle bekoorlijke en schilderachtige plekjes te vinden, alle daterend va,n na de brand, die hun aantrekkelijkheid niet voor liet minste deel ontlenen aan het overal zorg vuldig beschermde geboomte. ooooooooooooo o i Prijsvraag Jorritsma- fonds hoort in uw bagage Over de grote besmettelijkheid van roodvonk, het laten verwijderen van amandelen en de (betrekkelijke) onschuldigheid van rode hond St.-Jozefcongregatie van Mill Hill Vivien Leigh zet haar actie voort En bereikt alvast compromis Wg oprgetek^0ie stadsbrand is dus wei- nen achterhai ^en heeft nog wel kun- ts in een h„n' dat de brand ontstaan straat. De aan de Klein. Spui- bouwsel, Adria oner van dit houten schrikt weg z„aa Danekertsz, liep ver- geluk te verwitti r iemand van het on- dekt werd, wa* t?en- Toen het vuur ont- zich ongelukkig "et al te laat. Men had gehouden, die Wis niet aan de keur ven te bebouwen 00d de Voorstadsha men van het en en z0 konden de vlam- overspringen, buis op het andere door de emmertiuwelijks gehinderd hopige bevolking ?s water die de wan- leegwierp. Ook n bet laaiend geweld werd door het vun L- Vrouwekerk ai bleet de eiePrlr-,deerlÖk aangetast, spaard. De bra na e constructie ge- voort en verteerde J^dde vijf dagen mngen. Adriaan Da?„^ie tüd 600 w°- straf voor zijn nnio^ertsz ontliep de moest 3 roeden £eetlf.heid niet- H« betgeen wilde zeggen ^fen -eta.!en' ten een deel van rtt op z;in kos" ZOU worden. stadswal hersteld Met de grote brand van Donit verbrekelifk het wonder verb0nd£n van het „Heylighe Hout", zoals het op schrift op de koperen gedenkplaat te verstaan geeft: Dusent Vierhondert Zevenenvijftich mede, toe screef men als te Dordrecht in stede verbemde menich Huys int openbare. Corts nae midder nacht word mens gheware in junio op Sinte Pieters Pauwels- dach. Soe wast dat men al of verbernen sach Vander Visbrick Westwaart in grote armoe, Vanden beghinen tot die Vuyl- poert toe. Sonder twee earners en op dat zelfde pas tijdstip) dese kerek met al datter binnen was tot asschen toe, coper, silver ende gout, sonder alleen dit waerde Heylighe Hout, welc in dese monstrancy be sloten sy. ende tseventig der by Soe screef men als ment hier in dede, met der Tabernakel ghemact teser stede. Het „Heylighe Hout", een deel van net kruis, was sinds 1431 in het bezit van de O. L. Vrouwekerk. De pelgrim Claes Scoutate had de reliek op een reis in het Heilig Land toevallig in han den gekregen en het de kerk geschon- Den: H.eel Dordrecht was trots op de noutsplinter en groot was dan ook de vreugde dat de relikwie na de brand weer teruggevonden werd. doch nu als een zachte, weke massa. Op het gebed van het kapittel en de gelovigen, aldus het verhaal, herkreeg het blokje hout echter weer zdn vroegere gedaante. Dit Advertentie o o wonder riep de Grote Ommegang of Processie van Dordrecht in het leven, die van 1459 tot de hervorming toe ieder jaar op de feestdag van Sint Petrus en Paulus werd gehouden, en duizenden pelgrims trok. Toen de nieu we leer ook de O. L. Vrouwekerk op eiste bleef er van alle sier en kunstige stoffering in het kerkgebouw weinig over. Het wonderbaar reliek verdween spoorloos, en tot 5 jaar geleden dacht niemand anders of Dordrecht had voor goed het kostbare „Heylighe Hout" verloren. Op een dag echter werd pas toor J. Haring, die juist de consecratie van de door hem gebouwde kerk van O. L. Vrouw in een nieuwe wijk van de stad voorbereidde, door een vroe gere Amsterdamse parochiaan opgebeld, die hem vertelde, dat zijn zuster, Bene dictines in het Vlaamse dorpje Hekel- gem, een ontdekking had gedaan. Zij zou in de schatkamer van het nonnen klooster de reliek van Dordrecht aan getroffen hebben. Pastoor Haring er heen, en inderdaad scheen het hout splintertje hem toe de verloren ge waande relikwie te zijn. Alleen was de splinter wel wat erg klein. De Belgische kerkelijke autoriteiten stonden het kostbare aandenken aan Christus' dood bereidwillig af en zo kon de reliek weer teruggebracht worden naar de stad die er historische rechten op kon laten gelden. Het „Heylighe Hout" werd m een kruis gevat en ter ere van het kleinood richtte pastoor Haring een speciaal altaar op in de nieuwe O. L. Vrouwekerk van Dordrecht. Ook de grote processie voerde hij weer in, zo dat de middeleeuwse devotie, zij het op vreemde bodem, in nieuwe luister kon herleven. De gemeente-archivaris van Dordrecht, mr. J. J. Beyerman, heeft zojuist een uitvoerig onderzoek voltooid naar de destijds verdwenen relikwie en hij meent op grond van de resultaten, dat de thans weer in Dordt vereerde minuscule houtsplinter inder daad een deel van het oorspronkelijk „Heylighe Hout" moet zijn. Nog een andere legende is verweven met de historie van Hollands oudste stad, en meer in het bijzonder met de Grote Kerk. Er leefde omstreeks het jaar 1000 in Dordrecht dat toen waarschijnlijk Thuredrecht heette, naar een riviertje een vrome maagd, ge naamd Sura, die een bijzondere devotie had opgevat voor de Heilige Maagd. Haar verering was zo innig, dat Maria het meisje uitverkoor voor het bouwen van een kerk. Het beursje waaruit zij de werklieden betaalde, vulde zich dagelijks weer opnieuw, en enkelen onder hen, in de mening verkerend dat Sura over veel contanten beschik te, staken haar neer met een vismes en maakten zich meester van de bui del. Deze bevatte slechts 3 kopken, het dagloon van drie werklieden, en de teleurgestelde moordenaars werden la ter ontdekt en ter dood gebracht. Het vrome meisje echter verrees uit haar graf en wist voor de booswichten in Rome absolutie te verkrijgen. Op de plaats waar haar onschuldig bloed ge vloeid was, ontsprong een wonder dadige bron. Aan de Heilige Sura werd in de O. L. Vrouwekerk een speciale kapel toegewijd. Wie nu gaat kijken in het herhaaldelijk gerestaureerde ge bouw treft op de plaats van de vroe gere gedachteniskapel slechts een dode ruimte aan, afgesloten door een met sombere waarschuwingen overdekt, houten hek. Een stenen ring die de plaats van de bron aanduidde, werd reeds in 1603 op last van de Hervorm de Kerkeraad verwijderd. Men kan Dordrecht geen te klein aandeel verwijten in de vaderlandse historie. Hoewel de oorsprong van de stad zich in de nevel der vroege middeleeuwen verliest, staat het toch wel vast, dat Dordt als eerste neder zetting in het graafschap Holland stads rechten verwierf. Door zijn ligging aan een samenvloeiing van rivieren bloeide de handel snel op en gaf de Merwe stad in dit opzicht eeuwenlang de toon aan. Het befaamde stapelrecht, dat Dordrecht de markt van alle goederen die over Lek en Merwede werden aan gevoerd, garandeerde, dreef de welvaart nog hoger. De bloei hield praktisch aan tot de Franse tijd; daarop volgde een geduchte inzinking, en de stad raakte zjjn prominente positie geheel kwijt. Het economisch herstel ging langzaam maar gestaag. Nü is Dordrecht een typisch provinciaals stadje, dat dank zij een indrukwekkend uitbreidende in dustrialisatie men zou in dit ver band wel van Dordrecht's sleutelpositie kunnen spreken, als de lezer begrijpt wat wy bedoelen en een nog steeds uiterst gunstige ligging aan 3 rivieren: Noord, Merwede en Oude Maas, van meer en meer betekenis gaat worden. En al heeft de grote brand dan onge twijfeld veel schoons verwoest, histo rische bezienswaardigheden van na die tijd zijn er nog te over. Zo zou de Dordtenaar nog met trots kunnen wij zen op het gebouw, waar in 1572 de eerste statenvergadering van het vrije Holland is gehouden, en de republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd gefundeerd, de overigens niet direct bekoorlijke Hof. De oude haventjes hebben de geest van vervlogen tijd perken, perioden van bloei en verval, nog bewaard en dragen deze van de ene dag aan de andere over. Op som mige plekken wordt deze atmosfeer heel intens uitgestraald, en dan is het, of men een soort weemoed gewaar wordt om eenmaal verworven roem die niet meer wordt geacht. Naast de con servering van het oude draagt Dord recht zijn steentje bij aan de heden daagse stedebouwkundige opvattingen, waarbij het stadsbestuur er steeds voor zorgt, dat de natuur royaal aan bod komt. Bomen worden in deze stad nog niet beschouwd als louter verkeers obstakels. Er zijn drie grote parken op een bevolking van 80.000 inwoners. De talloze industriële vestigingen in en rond Dordt vormen een hoofdstuk apart. Zij zijn het vooral die de Merwe stad weer „opstoten in de vaart der volkeren". „De Staart" is een van die industriecentra, die van de oude stad door het Wantij gescheiden is Van Staart tot stad komt Dordt een 'brug tekort", geven raamaffiches te verstaan aldus de plaatselijke burgerzin prikke lend om dit euvel spoedig te verhelpen. Het Rely Jorritsmafonds heeft voor dit jaar weer een prijsvraag uitgeschre ven ter bevordering van de Friese lit - ratuur. Voor oorspronkelijke Friese gedichten en korte oorspronkelijke ver halen in Fries proza is een bedrag van 1.700 aan prijzen beschikbaar De jurv wordt gevormd door prof. dr. K. Fokke ma te Amstelveen, ds. H. J. Brouwer te Holwerd en de heer G. G. Brouwer te Gorredijk. BAYER 1 Gedeponeerd handelsmerk Geleen heeft de historie lichtelijk ge weld aangedaan. Eén jaar eerder dan strikt historisch verantwoord is viert deze stad het 400-jarig bestaan van de heerlijkheid Geleen. De ietwat voorba rige eeuwfeesten werden vrijdag met een stijlvolle herdenkingszitting en een hoogstaande muziekuitvoering ingezet en juist tijdens deze herdenning deed Geleen bittere ironie de ontdek king dat de stad te vroeg aan het vieren is geslagen. De burgemeester van Ge leen, mr. dr. J. P. D. van Banning, en de commissaris van de koningin in Limburg, dr. F. Houben, die in het bijzijn van geestelijke en wereldlijke autoriteiten het historische feit dat Ge leen vier eeuwen geleden tot heerlijk heid werd verheven herdachten, wis ten op dat plechtige moment niet, dat zij bezig waren een historische vergis sing te begaan. Dinsdag zal de Mijnindustrieraad in openbare vergadering in Heerlen bij eenkomen voor de vaststelling van de verordening, welke de premieregeling voor het mijnpersoneel regelt, alsmede de wijzigingsverordeningen, welke be. trekking hebben op de verhoging van het verlofloon tot het A.M.F.-loon (Al gemeen Mijnwerkers Fonds). Verder zal de mijnindustrieraad de verbetering van de diensttijdentoeslag en de verkorting van de arbeidsduur in de continudienst tot 44 uur behandelen. Na de vaststelling door de Mijnindus trieraad zal de minister aan de diver se besluiten zijn goedkeuring dienen te hechten, alvorens tot uitvoering hiervan kan worden overgegaan. Het ligt in het voornemen de verbe tering van de diensttijdentoeslag per 1 januari te laten ingaan, de verhoging van het verlofloon in werking te laten treden per 1 mei. De nieuwe premie regeling en de verkorting van de ar beidsduur, welke behoudens ministerië le goedkeuring, in werking zullen tre den per 1 augustus. Volgens de nieuwe regeling zullen ar beiders voor elke dienst, ondergronds verricht, een bijzondere premie ontvan gen van 1.50, voor elke bovengrondse dienst, verricht door arbeiders, ouder dan 18 jaar zal de premie 1,- zjjn en voor arbeiders beneden 18 jaar vijftig cent. In feite betekent de aanwezig heidspremie een verhoging van inko men voor de ondergrondse arbeider van 37.50 per maand, voor boven grondse arbeiders van 25,- per maand. Voor de ondergrondse technische be ambten en adspirant-beambten zal de premie, al naar gelang hun functie, 40,- tot 75,. per maand bedragen, voor de bovengrondse technische be ambten en adspirant-beambffen 25,- tot 65,- per maand en voor de admi nistratieve beambten en adspirant-be ambten 25,. tot 60,- per maand. Voor maandloners worden soortgelij ke premiën ingevoerd. Zij ontvangen boven 18 jaar een minimum van 25,- per maand, beneden die leeftijd de helft van deze premie. Diverse reeds be staande premiën voor in kolenafdelin- gen werkende adspirant-beambten, op zichters, afdelings-opzichters en mees- ter-opzichters zullen worden verhoogd. De nieuwe verordening op de dienst tijdtoeslag wordt gewijzigd met dien verstande, dat de mijnwerkers volgens de nieuwe regeling diensttijdtoeslag zullen ontvangen over alle jaren, wel ke zij in de Nederlandse mijnindustrie hebben doorgebracht. De toeslag wordt toegekend na tien ondergrondse, res pectievelijk vijftien bovengrondse dienstjaren, onder handhaving van het verschil tussen de dienstjaren voor en na het bereiken van de 22-jarige leef tijd. De toeslag gaat na tien onder grondse dienstjaren, respectievelijk vijf tien bovengrondse dienstjaren 60,- per jaar bedragen. Zij wordt met 6,- per verder dienstjaar verhoogd. Het maxi mum is gesteld op 150,- per jaar. Vivien ^eigh, de Britse actnce, die zich beijvert voor het behoud van het Lon- dense St.-James-theater, heeft ten huize van een vriendin besprekingen gevoerd met de miljonair Felix Fenston, die op de plek, waar nu nog het theater staat, een complex kantoorgebouwen wil doen verrijzen. Het ziet er naar uit, dat er een compromis zal worden bereikt. Intussen gaat de Britse theaterwereld zachtjes dóór met protesteren. Vandaag wordt er een protestmars door Londen georganiseerd, met Miss Leigh voorop. (Van onze medische medewerker) et zal U wel bekend zijn, dat roodvonk J minder veelvuldig voorkomt dan mazelen Als iemand in zijn kin derjaren geen mazelen heeft doorgemaakt is dat iets bijzonders. Voor I roodvonk en in minde- X re mate voor rode N\. hond gaat dit niet op <1 Er zijn zelfs gezinnen en - families waarin rood vonk nooit is voorgekomen. Roodvonk wordt veroorzaakt door dezelfde bacterie, die ook de boosdoe ner is bij de angina. Het is niet be kend, of er bij roodvonk bovendien nog een virus in het spel is. Verband hier mede houdt de vraag hoe het te ver klaren is, dat iemand die meerdere malen angina krijgt vrij blijft van roodvonk. Omgekeerd gaat roodvonk wel altijd gepaard met angina. Angina is een ontsteking van de amandelen, begeleid door koorts. Elk keelpijntje, zoals bijvoorbeeld vooraf gaande aan een verkoudheid nogal eens voorkomt, is nog geen echte an gina. Als een angina geregeld terugkomt (maar ook wel in andere gevallen) kan het overweging verdienen, de amandelen te verwijderen. Het beoor delen van de noodzaak hiervan ver eist ervaring en bovendien een bekend zijn met de gehele patiënt. Daarom is de huisarts de bij uitstek geschikte persoon om zich in eerste instantie een oordeel te vormen, waarbij hij dan zo nodig de specialist kan consulteren. matig „geklodderd" als bij mazelen. Opvallend is na een paar dagen ook de donkerrode tong, alsof de patiënt zo juist frambozen heeft gegeten. De duur en de intensiteit va* de uitslag zijn zeer wisselend, van enkele uren tot enkel dagen, waardoor het niet al tijd wordt opgemerkt. Misschien blijft het zelfs wel eens achterwege. Begrij pelijk derhalve, dat de diagnose moei lijk kan zijn en de ziekte miskend kan worden. Wel treedt na één tot twee weken altijd vervelling op, vooral van handpalmen en voetzolen, waardoor Er is eigenlijk slechts één gevaar, n.l. voor aanstaande moeders in de eerste drie maanden van de zwanger schap, als zij vroeger geen rode hond hebben doorgemaakt (en dus niet im muun zijn). De Australische oogarts Gregg heeft in 1941 ontdekt, dat er verband bestond tussen bepaalde aan geboren oogafwijkingen en rode hond, Hü kreeg n.l. in korte tijd tientallen zuigelen met aangeboren oogafwijkin gen op zijn spreekuur. Bij zorgvuldig navragen bleek hem, dat bijna alle moeders in de eerste drie maanden Niemand van de vele genodigden was zich hiervan trouwens bewust, behalve feestredenaar M. K. J. Smeets, hoofd-archivaris bij het rijks archief in Limburg. De door de we tenschap voorgeschreven objectivi teit gebood hem de feestvierenden er op te wijzen dat het eigenlijke herden kingsjaar niet 1957 maar 1958 is om dat Arnold Huyn pas 20 januari 1558 de rechten van de heerlijkheid Ge leen van Philips II kocht. Overigens maakte de heer Smeets de gemeente Geleen geen verwijt over de begane vergissing. Het was zelfs voor hem als historich deskundige moeilijk uit de oude achriefstukken af te leiden dat niet in 1557 maar in 1558 Geleen heerlijkheid werd. Voor de Geleense be volking levert de vergissing het pretti ge vooruitzicht op een tweede herden kingsfeest op en wel in 1958. Ook zonder vergissing zou Geleen be gin 1958 de herdenking hebben overge daan daar het burgercomité tot aanbie ding van een huldeblijk reeds eerder be sloten had in Geleen op de markt een monument ter herdenking van de eeuw feesten op te richten. Dit monument stelt prinses Wilhelmina voor, onder wier bestuur het dorpje Geleen uit groeide tot een stad. De dynamische uit groei van Geleen is mede te danken aan de vestiging aldaar van staatsmijn Mau- rits en van de chemische bedrijven van de staatsmijnen. Derhalve zal de figuur van prinses Wilhelmina geflankeerd worden door een mijnwerker alsmede door een boer, het symbool van de land bouw, waaraan Geleen zijn ontstaan te danken heeft. Dit alles deelde tijdens de herden kingszitting ir. C. A. Bauduin, voorzit ter van het comité aanbieding hulde blijk, mede. Het herdenkingsmonument het eerste Wilhelmina-monument in ons landwordt vervaardigd door de Limburgse beeldhouwer Piet Roovers uit Heyen. In het algemeen kapittel van de St. Jozefcongregatie van Mill Hill dat in het Moederhuis te Mill Hill (Londen) wordt gehouden heeft de verkiezing plaats gehad van het hoofdbestuur der congregatie. Als algemeen overste werd gekozen dr. Th. Mc Laughlin (Schotland). Als eerste consultor, te vens vicaris-generaal, werd gekozen father J. Zuydervliet uit Noorden (Zuid-Holland), tot op heden algemeen missieprocurator van Mill-Hill in Ne derland; als tweede consultor father F. Figl (Tirol), als derde father J. de Reeper uit Den Bosch (herkozen) en als vierde father W. Coates (Enge land). Father J. Zuydervliet, die juist op de dag van zijn verkiezing tot vica ris-generaal In het missiehuis te Roo sendaal zijn zilveren priesterfeest vier de, is inmiddels per vliegtuig naar Mill-Hill vertrokken. Vivien Leigh, de Britse actrice die vorige week in het Hogerhuis demon streerde tegen de voorgenomen afbraak van het oude St. James-theater, heeft donderdag met de zakenman, die op de plaats van het theater en kantoorgebouw wil laten bouwen, een voorlopig com promis bereikt. Genoemde zakenman, de miljonair Felix Fenston, bleef welis waar bij zijn voornemen om de oude schouwburg te slopen, maar verklaarde zich bereid, een door hem ontdekte oude schuur te Heresford, die in de tijd van koningin Elizabeth I een theater was, in deze oude toestand te herstellen. Dat de actie om het St. James-thea ter alsnog te behouden, nog niet wordt gestaakt blijkt uit de aankondiging, dat de vereniging van Britse toneelspelers zaterdag in de straten van Londen een protestbetoging zal houden, waarbij o.a. Lady Olivier en enige parlementsleden het woord zullen voeren. e ziekteverschijnselen van rood vonk beginnen enkele dagen na de besmetting (de incubatietijd is veel minder constant dan bij maze len) vrij plotseling met keelpijn, waar bij koorts en hoofdpijn optreden. Na één tot drie dagen ontstaat de huid uitslag, het eerst op de romp. Typisch voor roodvonk is, dat mond en neus als een masker vrij blijven en voorts dat de uitslag egaal op de huid ge verfd lijkt en niet slordig en onregel- de diagnose achteraf nog gesteld kan worden. Bij de keelontsteking komt zwelling van de lymfklieren onder de kaak- rand en in de hals. Dit geldt zowel voor de gewone angina als voor roodvonk. De besmettelijkheid van roodvonk duurt enkele weken. Alles wat de pa tiënt uitscheidt is besmettelijk: speek sel (bij spreken en hoesten, aan eet gerei), neusvocht (men denke aan be smetting via zakdoeken), ontlasting. De te nemen maatregelen hangen af van de omstandigheden in het ge zin en kunnen het best met de huis arts besproken worden. Voornamelijk bij kinderen treden een enkele maal complicaties op, o.a. oor ontsteking. Tegenwoordig is zulks ech ter zeldzaam geworden door de be handeling met penicilline. ode hond is een onschuldige kin derziekte eveneens met een rode uitslag, die de eerste dag al be gint, en wel in het gelaat. De verwek ker is een virus. Het kind heeft klier- zwellingên, vooral in de nek. Een be handeling behoeft niet toegepast te worden. van de zwangerschap contact hadden gehad met rode hond-patiënten of de ziekte zelf hadden doorgemaakt. Het virus is blijkbaar alleen in de eerste drie maanden in staat de jonge vrucht te beschadigen. Gelukkig is het mogelijk deze be schadigingen te voorkomen, door de aanstaande moeder, die niet immuun is en in de eerste drie maanden in contact komt met het virus (bijvoor beeld als een buurmeisje rode hond krijgt) In te spuiten met serum van een pas hersteld patiëntje: „passieve immumsatie" De vrouw krijgt dan an tistoffen, die de pas genezen zieke heeft gemaakt. Tenslotte nog iets over de zogenaam de vierde en vijfde ziekte. Het zijn zeer licht verlopende infectieziekten eveneens met een rode uitslag. Vol gens sommigen zouden het geen af zonderlijke ziekten zijn, maar lichtere vormen van de andere kinderziekten. De „vierde ziekte" zou misschien een licht verlopende vorm van rood vonk zijn. Van veel praktisch belang is het niet, omdat deze ziekten volko men onschuldig zijn. St. Vervolg van pagina 1) e praktijk schijnt deze theorie te bevestigen. Het werknemers-aan deel in het nationale Inkomen is èn tengevolge van de loonstijging in contanten èn door de sociale maatre gelen ook procentieel niet onbelangrijk gestegen. En inderdaad betekende dit op de eerste plaats een sterk vergrote consumptie door het grote publiek en niet een deelname van dezelfde bevol kingsgroep aan de noodzakelijke inves teringen. Zouden we zo doorgaan (denk aan de overbesteding welke blijkens de officiële cijfers nog onverminderd door gaat) dan roept dit vroeg of laat een economische ramp over ons volk af. Maar, vragen we ons af, wordt in de ze theorie niet een denkfout gemaakt? Moet het werknemers-inkomen onder alle omstandigheden ook gelijk staan met consumptief aan te wenden geld? Zolang een werknemer een „economi sche grensganger' 'blijft, d.w.z. zolang hij een inkomen houdt, dat hem ternau wernood in staat stelt in de kosten van levensonderhoud van zich en de zijnen te voorzien, zolang zal Inderdaad de neiging tot „opmaken' van wat ver diend wordt aanwezig blijven. Maar ook hier ligt ergens een grens, waarbo ven het deelnemen aan het onmisbare investeren mogelijk wordt. De werknemers zullen dan moeten Ieren uit het arbeidsinkomen hun aan deel te leveren in het onderhouden en versterken van het nationaal produk- tief vermogen. M.a.w. de werknemer moet leren bezitten en daarom moet hh leren sparen. Het wetsontwerp-jeugdsparen zien we vooreerst als een belangrijke poging daartoe, en een noodzakelijke poging te vens. Er is vorig jaar en dit voorjaar heel wat gepraat en geschreven over de be stedingsbeperking. Er zijn noodkreten geslaakt over de noodzaak daartoe; er is gewaarschuwd tot en met; maar de overconsumptie blijft toenemen. Er is gepleit voor sparen, maar het sparen blijft afnemen. De cijfers tonen aan, dat de netto-besparingen over de eer ste 5 maanden van 1956 nog ruim 283.000.000 bedroegen. Daartegenover slaat 1957 wel een droevig figuur met ruim 91.000.000 over dezelfde periode ondanks een sterk gestegen loonpeil over dezelfde vergelijkingsperiode. Een krachtige propaganda voor spa ren is onmisbaar. Maar ch- tig" bedoelen we dan 'iet alleen het werken met fi ^t- beeldplaatjes. Het jongst 'rp is een effectieve stap in ting. Duwd s een van mier i di® pro- en richt van varna is de I wat geen hem zelfs uwd, aken rocht theid wia thiek opt. >rlin- geen recht n h« -nde. vond ot te zeg- eftge Isme „Ik ar ik van zeer echt- geen j in isten •kge- vens issen Jaar. ve il een Afri- end. :enis vol- 1 het er- iede- nog le- iken. Afri- llicht itige rart® dat natie ellen tigd- rvan over •diga 3.ST. ram® Nel- mui- tr de jling irder ge- t in- hud- rden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 9