OMAN
en
en MUSCATE, tumultueus
onherbergzaam
gebied
goedé,
Die nieuwe is een heel
zei Koning Willem
N
M
REISER OKKEN- BR OKKENREIS
Onbekend sultanaat doet hartstochten
Midden-Oosten weer oplaaien
Londen èn Washington geïnteresseerd
in
Ibhadi's opnieuw in verzet tegen
verlicht despotisme van de sultan
Theo Bouwmeester dweepte met het mondaine stuk
en zijn alles verterende liefdesvuren
mV i u§ /v
ZWERFTOCHT DOOR EUROPA
Er leiden vele wegen naar Rome
Nieuwe afdeling van voedings-
genotmiddelen
en
DINSDAG 23 JULI 1957
PAGINA 6
Fotografeer
eens in kleuren
maar dan met
-//^/a,cc/cjr
Rome-bedevaart van
de Ka jotters
Kruisheren in België
Nederlander gekozen
tot prior-provinciaal
Pater Auxilius van
Schalkwijk
Provinciaal der
Kapucijnen
Benoemingen paters
Montfortanen
lil
H.H. Wijdingen
Najaarsbeurs van 3 t/m 12 september
Belangrijke expositie
van spoorwegwagons
Vrouw uit Haarlem-
Noord blijft in arrest
Verdacht van moord op
een van haar kinderen
Uitzending van
missionarissen
Nationale plechtigheid
voor de K.R.O.
Advertentie
18 augustus vertrekt uit Den Bosch
de eerste trein met 450 deelnemers aan
de Internationale Kajottersbedevaart
naar Rome. Drie dagen later volgen en
kele andere treinen, resp. uit Amster
dam met 600 deelnemers, Rotterdam,
Breda en Eindhoven met 650 deelne
mers elk.
In Rome zullen de Nederlandse Ka-
Jotsters en Kajotters worden onderge
bracht in hotels, pensionaten en kloos
ters over de gehele stad verspreid.
Mgr. dr. B. J. Alfrink zal 24 augus
tus de Nederlandse dag bijwonen. Ook
zal hij aan de bischoppenconferentie
deelnemen.
Tijdens het eerste provinciaal kapit
tel van de Belgische provincie der
Kruisheren te Hannuit is tot prior pro
vinciaal gekozen pater dr. Andreas Ra-
maekers.
Pater Ramaekers werd op 3 februari
1914 te Baarlo geboren; in 1932 trad hij
in de Orde der Kruisheren te Diest. In
1942 behaalde hij te Leuven het docto
raat in het kerkelijk recht. Pater Ra
maekers werd op 22 juli 1938 priester
gewijd. Sinds 1942 is hij professor iri het
kerkelijk recht aan het studiehuis te
Diest waar hij van 1943 tot 1946 tevens
prior is geweest.
In 1955 werd hij rector van het stu
diehuis te Leuven. Van 1946 tot 1949
was pater Ramaekers ook nog defini-
tor der Orde, welke functie hij sinds
1955 opnieuw bekleedde.
Tijdens het provinciaal kapittel der
paters Kapucijnen, dat vanmorgen te
's-Hertogenbosch is begonnen, is pater
Auxilius van Schalkwijk O.F.M. Kap.
gekozen tot provinciaal. Tot definitoren
koos het kapittel pater Bellarminus van
Breda, Fidentius van Tilburg, Michel-
angelis van St. Antonis en Paschalis
van Rinnegom. Het kapittel duurt voort
tot zaterdagmorgen.
In verband met opheffing of ver
plaatsing van enkele kloosters hebben
dit jaar meer leden van de congrega
tie van de paters Montfortanen benoe
mingen gekregen dan anders. Het no
viciaat te La Houppe (B.) is verplaatst
naar Kontich-Kazerne bij Antwerpen,
terwijl de paters Montfortanen het
werk in de St.-Biasiusparochie te
Salzburg (O.) aan het bisdom aldaar
hebben overgedragen. In Oostenrijk
blijft wel het Montfortaanse Mariaal
secretariaat te Alpensiedlung bestaan.
Een nieuw klooster zal gesticht worden
ln het Duitse plaatsje Mariënheide,
.waar de paters Montfortanen een
Mariaheiligdom. Maria-Heimsuchung,
hebben overgenomen. Dit heiligdom
dateert van 1400 en trekt jaarlijks meer
dan dertigduizend pelgrims.
De provinciaal van de paters Montfor
tanen in Nederland, de hoogeerw. pater
C. Heiligers brengt momenteel een be
zoek aan diverse Montfortaanse missie
gebieden. De Congo werd reeds
bezocht, Nyassaland is thans aan
de beurt. Mozambique zal 20 augustus
bezoek van de provinciaal ontvan
gen. Ook is pater Heiligers van plan
Borneo te bezoeken mits hem hiervoor
een visum wordt verleend.
Benoemd zijn te Nederland de paters
M. Bertrand (leraar Oirschot) tot
overste en novicenmeester te Meers-
sen; J. Habraken (overste Voorscho
ten) tot rector te Kitselenberg-Nijme-
gen; G. Toebosch, tot volksmissionaris
te Voorschoten-Haagse Schouw; A.
Ubaghs (rector Schimmert) tot leraar
te Beresteyn-Voosrchoten; G. van de
Eng (leraar Schimmert) tot kapelaan
te Hoensbroek; J. Limpens tot con
rector en leraar te Schimmert, broeder
Martinus is verplaatst van Rheydt naar
Berg en Dal. België: J. de Bruyne
tot overste en novicenmeester te Kon-
tich; M. Schreurs tot overste te Geule;
P. Franssen tot pastoor en overste te
La Houppe; L. Laplooi tot assistent
te La Houppe; J. Smeets jr. tot pro
visor te Rotselaar; G. Humblé tot
leraar te Rotselaar; J. Monseux tot
assistent te Charleroi; J. Hensgens tot
volksmissionaris Rotselaar; J. Klaps
tot provisor te La Houppe; Jean Haa-
ne, socius te Kontich; Ph. Bosmans;
leider Bond Zonder Naam te Kontich
en broeder Johannes te La Houppe.
Duitsland: St. Wevers tot overste en
pastoor te Mariënheide; J. de Kever
tot eerste kapelaan en F. Stams tot
tweede kapelaan te Mariënheide; H.
Hendriks tot overste te Born; K. We
vers tot assistent te Rheindahlen, H.
Bonnier, Oostpriesterhulp te Rheindah
len; F. Heckman tot leraar te Rheydt
en de broeders Konrad en Eugène te
Rheydt. Oostenrijk: H. Jongen en
J. Weijnen te Salzburg. Portugal: P.
Janssen (Meerssen) tot novicenmeester
van het in 1958 te openen noviciaat
te Fatima; en F. Roex tot leraar te
Fatima.
Van de jonggewijden kreeg P. Jans
sen opdracht kerkelijk recht te stude
ren te Rome; H. Verdegaal, Maria-
logie te Rome en M. Welters, theolo
gie te Rome, P. Schoen werd be
noemd tot leraar te Oirschot. Voor
het volgen van de pastorale cursus bij
de paters Franciscanen te Maastricht
werden aangewezen M. Papez; J. Ne-
geman en P. Daniëls. Te Leuven .uilen
deze cursus gaan volgen: W. Wester,
J. Metselaar, D. Kooloos, M. Thijssen,
P. Verschraegen, J. Schrouff en C.
Raes.
(Van een onzer redacteuren)
Over het sultanaat van Oman en
Muscate Is op het ogenblik min
der bekend dan vijftig jaar gele
den over Tibet of Groenland. Het is een
land van overwegend bergen, woestijnen
en zoutpoelen, maar hier en daar is de
invloed merkbaar van de moesson en
daar groeien dadels, vijgen en tal van
oosterse vruchten. Ongeveer een half
miljoen mensen wonen er, in de ooste
lijke hoek van he* Arabisch schierei
land. De sultan zelf is een waardig heer
schap van zesenveertig jaar, niet groot,
doorgaans gekleed in een met goud
draad afgezette aba, een tulband op het
hoofd en een zwaard aan zijn zijde, Zij
ne Hoogheid Sultan Said bin Taimur,
omgeven door een lichte wierookgeur.
Zijn onderdanen zijn Bedoeinen, „lords
of the desert", maar ook negers, In
diërs, Beloetsjistani's en enkele duizen
den Qara's, kleine zwarte holbewoners,
die nominaal de Islamietische gods
dienst belijden, maar wier taal,
afkomst en geschiedenis een compleet
raadsel vormen en die zich bij hun ge
beden niet richten naar Mekka, maar
naar de zon. Soms verschijnen zjj als
zwarte faunen op de markt van Salada,
waar negerinnen neerhurken b(j hun
pannen met bonen.
Het sultanaat van Oman en Muscate
is een ruw en onherbergzaam land,
door de meeste cartografen met aar
zelende hand ingeschetst. Het ironische
van de geschiedenis is nu, dat juist dit
onbekende sultanaat de hartstochten in
het Midden-oosten weer doet oplaaien.
Said bin Taimur is theoretisch een on
afhankelijk vorst. Maar in de praktijk
geeft hij een ruime interpretatie aan
het vriendschapsverdrag, dat zijn voor
vaderen meer dan honderd jaar geleden
met het Britse Rijk hebben gesloten
Zijn buitenlandse betrekkingen laat hij
door het Foreign Office behartigen en
Britse officieren staan aan het hoofd
van de vier legertjes die hij er op na
houdt. Britse oliebelangen vormen de
beste garantie voor de voortzetting van
zijn heerschappij, die men maar het
vriendelijkst omschrijft als een verlicht
despotisme.
Tegen die heerschappij is nu, voor
de zoveelste keer, een opstand uitge
broken. In het omstreden binnenland
van Oman wonen talrijke aanhangers
van een Islamitische sekte, de Ib-
hadhiya. Geslachten achtereen heb
ben de Ibhadi's van Oman zich een
geestelijk leider, die in de loop der
jaren ook heel wat politieke macht
heeft gekregen. De tegenwoordige
imam, Ghalib bin Ali, is een zwakke
persoonlijkheid, maar achter hem
staat zijn ambitieuze jongere broer,
Talib, die over uitstekende relaties
in de Arabische wereld beschikt en
die een fijn instinct heeft om op on
gelegen ogenblikken moeilijkheden te
veroorzaken.
De voornaamste woonplaats der Ibha
di's is het bergland ten zuidwesten van
de stad Muscate. De stammen die daar
wonen betwisten allang de territoria
le aanspraken van de sultans in Mus
cate. In 1913 hebben zij met zoveel suc
ces voor hun zelfstandigheid gevochten,
dat de toenmalige sultan moest toestem
men in een vredesverdrag, het z.g. ver
drag van Sib, waarin werd bepaald dat
hij zich niet meer zou bemoeien t
de binnenlandse aangelegenheden van
Oman. Ten tijde van het verdrag wa
ren sommige Engelsen van oordeel, dat
er eigenlijk twee aparte staatjes waren
gevormd: Muscate en Oman. De sul
tans waren het daarmee niet eens en
veertig jaar later veranderde het getij
in hun voordeel. Het gerucht ging, dat
er olie in de grond van Oman zou zit
ten.
Op dat bericht spitsten zowel de Britse
oliemagnaten als het Britse ministerie
van Oorlog de oren. Als er werkel'Jk
olie zou zijn te vinden in Oman, dan
moest men rekening houden met de con
currentie van de Amerikanen, die in het
aangrenzende Saoedie-Arabië een olie
monopolie bezitten. Bovendien zou de
Britse vloot in de Indische wateren dan
olie kunnen tanken zonder dat zij zich
in de Perzische Golf behoefde te wagen.
Talib, de broer van de imam van Oman,
overzag de situatie snel, hij toog aan
het werk en in 1952 trok hij, met Saoe-
di-Arabisch goud in de buidel en voor
zien van Amerikaanse trucks het gebied
van Oman binnen. Twee namen kregen
in de buitenwereld opeens een beken
de klank: Buraimi en Nizwa.
Nizwa is het centrum van de Ibhad-
hiya, bedoeld als hoofdstad van een
onafhankelijk Oman. Buraimi is een uit
negen dorpen bestaande oase, die de
voornaamste toegang vormt tot Oman.
Alle grote karavaanwegen naar Oman
lopen door die oase. In Buraimi zelf is
geen olie te vinden. De prospectors rich-
imam gekozen, oorspronkelijk een ten al hun aandacht op een gebied dat
veel verder naar de Arabische Zee toe
is gelegen, Fahud. Als er ln Oman olie
te vinden is, dan moet het in Fahud
zijn. Met lede ogen zagen de Britten
aan, hoe de Ibhadi's met hun Ameri
kaanse trucks èn Buraimi èn Nizwa
bezetten. De sultan in Muscate, ijverig
gesteund door Groot-Brittannië, onder
wierp het geschil aan een internationa
le arbitragecommissie in rfenève. Een
uitspraak scheen er niet te komen, al
trachtte koning Ibn Saoed nog zoveel
weldaden en giften over de hoofden van
de scheidsrechters uit te storten.
In december 1955 hakten de sultan en
de Engelsen de knoop door; tegen de
Ibhadi's werd een militaire campagne
ondernomen, zij werden uit geheel
Oman verjaagd en de imam en zijn
broer slaagden er maar ternauwernood
in Saoedi Arabië te bereiken. De sultan
van Muscate ondernam een triomftocht
door de bergen en woestijnen van Oman
en voor het eerst in deze eeuw wap
perden van alle citadellen en forten,
die dit tumultueuze gebied rijk is, de
rode vlag van Muscate.
Maar tegelijkertijd steeg er in het Na
bije Oosten een storm van verontwaar
diging op over het „imperialistische"
optreden van Groot-Brittannië en be
paalde vaak Amerikaanse waar
nemers menen, dat met de Buraimi-
affaire de toenadering tussen Saoed en
Nasser in ernst is begonnen. Het is een
van de bescheiden successen der Ame
rikaanse diplomatie geweest dat zij Sa-
oedi-Arabië geleidelijk weer uit de Egyp
tische invloedssfeer heeft losgeweekt.
Dat maakt, nu de Ibhadi's opnieuw
in actie zijn gekomen, de situatie voor
de Britten zo bijzonder delicaat. Een
nieuwe campagne tegen Ghalib bin Ali
zou een van de werkstukken van het
State Department kunnen ruineren.
Aan de andere kant, zelfs al zou Oman
geen olie opleveren, dan nog zou Groot-
Brittannië het zich niet kunnen veroor
loven sultan Said bin Taimur, de enige
Arabier die Eden's Suez-avontuur heeft
geprezen, in de steek te laten. Wat voor
indruk zou zo'n handelwijze maken op
de heersers van Bahrein, Kuweit en
Qatar, allemaal Britse protectoraten,
waar wel degelijk olie wordt gevonden?
Het sultanaat Muscate en Oman be
zorgt de Britse regering in deze dagen
heel wat hoofdbrekens.
Nagenoeg alle steden en dorpen in het sultanaat van Mus cate en Oman hebben hun eigen fort of citadel en meestal
meer dan een. Dit is het Murani- fort in de hoofdstad Muscate.
Toen Theo Bouwmeester 23
jaar was en een nog weinig
betekenende actrice, keek ze
terug op bijna een mensenleven
aan ervaringen. Zij, de moeder van
vier zoontjes, de jongste een zuige
ling, was juist weduwe geworden.
Theo was in Zutfen ter wereld ge
komen, geboren op de planken, zo
als het dan heet. Maandenlang zag
ze soms haar vader en moeder
niet. Als het zo uitkwam met een
tournee, bezocht ze een school. Ze
reed in alle diligences van Van
Gend en Loos daarna het land af,
van kermis naar kermis. Zo ging
dat. Als je vijf jaar was, kreeg je
een kinderrolletje. Had je de lagere
school zo'n beetje bezichtigd, dan
ging je in je onderhoud voorzien.
Met een paar draken, enkele kluch
ten en operettes op het repertoire
trok je zomer en winter langs alle
onooglijke dorpstheatertjes, vaak
niet anders dan een tochtige, lek
kende tent. Zeventien telde ze toen
ze trouwde met de operakapelmees
ter Maurits Frenkel. Hij was een
jonge, melancholieke man, die de
moeilijkheden van elke dag niet zo
best aankon. Ze bleef met hem en
kele jaren in Rotterdam en Am
sterdam, hard werkend voor haar
snel groeiend gezin.
Een permanent verblijf zoals in
die periode, eiste uitbreiding van
het repertoire. Tussen de repetities,
zelfs onder de voorstelling soms,
moest Door naar huis rennen om
wat in het huishouden te beredde
ren of de kinderen in bed te stop
pen. En het volgende kind kon al
komende zijn. Enfin, dan zou dat,
als het zo ver was, maar weer
meegedragen worden naar de
schouwburg, zachtgehouden achter
de coulissen en aan een collega of
een toneelknecht in bewaring ge
geven als ze zelf op moest. Haar
sterke constitutie, haar weinig ge
compliceerde, opgeruimde aard
kwamen ook de tegenslagen, de be
slommeringen en misères te boven.
Enige tüd na de dood van haar
echtgenoot kreeg de jonge vrouw
een engagement bij Abraham van
Lier. Deze in het theatervak ver
grijsde man vermoedde iets van
het talent in de ijverige, leergierige
vrouw met haar temperamentvolle
vitaliteit. Hij had haar met haar
lichte, kleine stem in operettes ho
ren zingen. Nu zou hij haar eens
de vrijheid geven in melodrama's
en pittige comedies. Ze verraste
hem steeds vaker. Door kon plot
seling een houding aannemen, een
vorstin waardig. Haar intuïtie trof
bijna altijd zeker. Ze bezat een ware
hartstocht voor het spel, die haar
op weg naar huis al een nieuwe
rol deed inzien. Ze ging niet slapen
voor ze de juiste karakterisering
vond. Haar gezicht kon sterk boei
en, kon schokkend zijn of vertede
rend. Een vrijmoedig boerenjonge
tje sloeg er ooit eens voor op de
vlucht. In die tijd immers kreeg
Theo de hoofdrol in Medea te spe
len. In de provincie had men voor
een van de kinderrollen een pien
tere knaap uit het dorp moeten
zoeken. De jongen deed het op de
repetities naar behoren. Maar toen
Theo tijdens de voorstelling met
haar ogen vol vuur op hem af
kwam, ging hij angstig gillend aan
de haal.
Van Lier vertrouwde Theo Bouw
meester rollen toe die ze heel haar
verdere leven is blijven spelen: Fe
dora, Medea, Marguerite Gau-
thierHet was in de jaren dat
Amsterdam van een pittoreske,
burgerlijke plaats snel uitgroeide
tot een stad vol bruisend leven.
Er werd grif geld verdiend en uit
gegeven. Wereldvermaarde figuren
lieten er zich zien. In de Amstel-
straat, midden in een bloeiend ver
maakscentrum, ontving Theo haar
eerste bloemen, haar eerste ova
ties. Het stijgende succes genoot ze
met gulzige teugen.
Nerveus ineens
ederlands eerste gezelschap,
de koninklijke vereniging Het
Nederlandsch Tooneel was
dank zij Schimmel, de man achter
de schermen, dank zij de aanwinst
van Louis Bouwmeester en het ijve
ren van velen de weg van de artis
tieke voorspoed opgegaan. Maar
zij beschikte sinds mevrouw Kleine-
Gartman zich terugtrok en Jose
phine de Groot van het plan ver
dween, niet over een eerste actrice.
Theo Bouwmeester ze was 35
jaar toonde zich verrukt toen
zij het verzoek kreeg op het Leidse-
plein „de hoofdrollen voor alle vak
ken" op zich te nemen.
Het was een nerveus, bedeesd
vrouwtje dat bij de aanvang van
het nieuwe seizoen in 1885 op de
planken van de oude, deftige stads
schouwburg stond. Vreemd, deze
Theo Mann-Bouwmeester op
haar tachtigste verjaardag
als Liane Orland in Het kind
van de liefde, het stuk waar
mee ze afscheid nam.
ras-artieste was toch doorkneed in
het vak, beleefde al duizenden ma
len de koorts van een begeesterend
spel, het bewonderend applaus
van een tot vervoering gebracht
publiek. Maar Theo had in haar
leven nauwelijks tijd gekregen om
zich haar talent bewust te worden.
Er was in lyrische bewoordingen
over haar uitgeweid door hoog-
aangeschreven pennevoerders, de
scholing van haar vader berustte
op de eminente tradities van enkele
generaties, maar Theo bleek verre
van gerust. Ze nam in de gauwig
heid nog spraaklessen en studeer
de haar rol nauwgezetter in dan
ooit.
„Die nieuwe is een heel goede",
Het koning Willem III zich ont
vallen toen hij haar voor het eerst
in de stadsschouwburg zag optre
den. „Zeg mevrouw Bouwmeester
dat de koning over haar tevreden
is, zeg het haar," ordonneerde hij
bij zijn kort daarop volgend bezoek.
De toneel-minnende koning haastte
zich een nieuwe onderscheiding in
te stellen, waarvan mevrouw Bouw
meester de eerste medaille in ont
vangst mocht nemen.
Luxueuze japonnen
en kon sedertdien van
groot toneel getuige zijn in
het hoofdstedelijke theater.
Theo dweepte met de romantische
stukken uit de mondaine wereld
met haar „alles verterende liefdes-
vuren". Ze was verzot op de zgn.
kostuumstukken. Hoeveel uren had
ze niet besteed aan het knippen en
naaien van de prachtigste japon
nen! Chic en weelderig waren ze
altijd geweest, maar nu kregen ze
zo mogelijk een nog rijkere, luxu
euzere opschik. Theo maakte er een
gewoonte van naar Parijs te reizen
om er kennis te nemen van de
modeprimeurs. Wist ze haar ge
drongen, gevulde gestalte, haar
woorden een weergaloze grandezza
te geven, haar japonnen verleenden
het laatste accent aan de konink
lijke allure van haar verschijning.
Ze gleed hierbij, zo moet gezegd
worden, ook wel eens over de
schreef van de meest libertijnse
ingetogenheid, maar wat wil men
van een nog altijd naïef gebleven
uit een klein-burgerlijk milieu
voortgekomen actrice. Haar huis
met poedel en kat mocht een ra
riteitenkabinet heten, haar staat
van sier een vergoelijkende glim
lach opwekken, maar op de plan
ken weefde zij als geen ander de
illusie van het magische toneel.
Theo had later de gewoonte het
haar rood te verven. Bij een wel
bespraakte coiffeur liet zij zich
eens een acajou-rood middeltje ver
kopen, het nieuwste van het nieuw
ste. Bij het ontwaken 's morgens
zag ze vol behagen haar pas-ge
verfde lokken over het kussen
plooien. Voor de spiegel zou ze
deze tooi eens tot een kunstwerk
schikken, maar al borstelend ver
loor ze al haar schoongekleurde
haren. Vier dagen heeft ze niet
kunnen optreden, hoe overijld de
geslagen kapper ook werkte om een
Pruik te maken. Er verstreken wel
enige maanden voordat Theo een
nieuw verfmiddel kon proberen.
„Verkade, een ramp"
Tientallen jaren bleef zij bij de
koninklijke vereniging de al-
om-bewonderde ster. Ze was
intelligent en wist 2ich steeds te
vernieuwen. Haar faam steeg
slechts. Ze kon later van Verkade
zeggèn dat ze hem als toneelleider
een ramp vond, maar hij, hoe af
kerig ook van haar speeltrant, zei
altijd dat ze geniaal was. Haar
jubilea waren schitterende gebeur
tenissen, hoogtepunten van een on
afgebroken huldiging. Honderden
malen speelde zi) Madame Sans-
Gêne, vele keren met haar broer
Louis als Napoleon. Het publiek
raakte niet op haar uitgekeken.
Voerman Henschel werd ook zo'n
onvergetelijke creatie. Het kind van
de liefde, het stuk waarmee ze in
1926 afscheid nam, al evenzeer.
Maar haar levensrol was die van
Marguerite Gauthier ir La dame
aux camélias. „In deze rol schrei
ik vaak mijn eigen tranen," zei
Theo, wie het huilen op het toneel
geen moeite kostte. In haar jeugd
jaren. had ze Trinette Beersmans
daarin zien optreden. In tranen,
overstuur en blootshoofds was Theo
tie schouwburg uitgerend, alles ver-
getend. Hoe bewogen was ze niet
geweest toen zij Sarah Bernhardt
deije rol zag uitbeelden. De acteur
Schoonhoven, jarenlang een onver
beterlijke Gybreght, verhaalde
eens van de zoveelste opvoering
van het stuk in Alkmaar. Het spel
was wat vertraagd en het zag er
al aardig naar uit dat de spelers
de laatste trein zouden missen.
Schoonhoven komt op het ziekbed
toelopen en weet Marguerite toe te
fluisteren: „Sterf een beetje aan
Theo, over een kwartier gaat de
trein." Onmerkbaar voor het pu
bliek onderbreekt Marguerite haar
doodsgerochel en sist, woedend als
een getergd dier, tussen haar tan
den: „ik zal creperen als ik dat
wil."
In haar testament beschikte zij
niet alleen dat de schouwburg hel
verlicht moest zijn bij haar over
lijden, dat zij slechts fleurige bloe
men en witte kransen wilde heb
ben bij haar begrafenis, maar ook
dat zij gecremeerd wilde worden
in de japon van Marguerite Gau
thier. Zo is dan ook geschied na
haar overlijden de 18e april 1939.
HENK SUÈR
Mgr. Kramer, O.F.M., bisschop van Luan-
fu (China) heeft in het missiehuis der La
zaristen te Helden-Panningen de wijding
van het H. Subdiaconaat toegediend aan:
M. v. d. Pas (Melderslo-Horst)V. Bieler
(Surabaia), J. Poppelaars (Oosterhout), J.
Vaessen (Maasbree), F. Overheyden (Steen
bergen), G. Heintjes (Broekhuizen), M. v. d.
Maagdenberg (Sprundel), L. v. Gmneken
(Roosendaal), W. Bellemakers (Rumpen), en
L. Timmermans (Tegelen).
XI. lometers per uur. De Franse
grens kwam in zicht en een-
De M.G. reed nog door tot maal in België, na vele lange
het dorp Lor, waar wij, naast uren, waanden wij ons thuis,
vijf huizen en 'n schamele her- wij wilden ons rentree met
berg, een smid vonden, die een fiks glas bier vieren, toen,
sleutels genoeg had om ons niet meer dan vijf kiometer in
vehikel te demonteren. Het België, de as het voor de twee-
bleek dat bij een reparatie in de maal begaf. En daarmee
Barcelona, de Spaanse meca- brak tevens onze weerstand,
niciens vergeten waren een wij waren geestelijk en lijfe
niet daar behorend onderdeel lijk ziek geworden. Wij had-
uit de omgeving van het den wegens geldgebrek in de
kroonwiel weg te halen. Dat auto geslapen en nauwelijks
had de zaak na enkele dui- gegeten. Een kou had ons in
zenden kilometers geblokkeerd zjjn kille greep gekregen en
met het gevolg, dat een steek- onze ogen waren ontstoken ge-
as het begaf. Een nieuwe was raakt. Wij konden nauwelijks
in Lor niet te vinden en daar meer zien en voelden ons als-
de smid ons verzekerde dat hij of de reislust voorgoed in ons
de breuk met zijn onge
ëvenaarde laskunst kon her
stellen, lieten wij na een nieu
we in Parijs te bestellen. Het
was geblust. Onze verlangens
waren teruggebracht tot een
hunkering naar een goed
warm maal en een eenvoudig
zou evenwel minstens een dag bed en bovenal naar vrienden
duren, aleer hij de zaak in or- om lets van onze zorg over te
de zou hebben. In Lor was nemen. Gedurende de werke-
geen hotel, geen restaurant, loze dagen in Dijon hadden wij
alleen de schamele herberg, rëeds getracht een vrachtrij
waar brood met kaas te eten,
en wijn te drinken was. Vier
entwintig uur lang hebben wij
ons lorrig gevoeld, totdat wij
dor te vinden die op België of
Nederland reed en ons wilde
slepen. Maar niemand bleek
bereid. Vierentwintig uur had-
weer konden rijden. „Nog den wij langs de weg gestaan,
lanzamer," had ons de smid met een kabel aan onze weige-
gezegd. Wij vertrokken op een rende wagen om een vader-
schema van veertig trage ki- lander te strikken, die zijn na
tionale gevoelens in menslie
vendheid zou willen omzetten.
Maar liften met een kapotte
auto is een onmogelijkheid en
iedereen die bemerkt dat auto-
mobilistische hulp van hem
wordt gevraagd, drukt zijn
gaspedaal wat dieper in. In
onze somberheid noemd'en wij
alle bezitters van rijdende
auto's egoïsten en wisten voor
altijd dat wij anders zouden
zijn. Maar alle impulsen zijn
betrekkelijk, zij worden inge
geven door de omstandighe
den. En als men zich beter
voelt dan anderen bewijst men
hetzelfde te zijn, omdat ieder
een zich dat voelt.
n België besloten wij op
nieuw al liftend onze kans
te wagen. En op ons eer
ste teken stopte een levensgro
te vrachtauto, afkomstig uit
Arnhem. De chauffeur, die
Evert heette, maakte korte
metten. Hij knoopte de willoze
M.G. achter zijn bakbeest vast
en trok meteen fors aan. Met
zeventig per uur raasde hij op
Mons af, scheurde dwars door
de slapende stad heen en stopte
enkele kilometers verder. „Zet
die kar hier maar neer, dan
kan je verder met me mee
naar Holland, maar slepen is
me te riskant." En hij wees
naar rechts, naar het terrein
van een sloper.
Evert liet ons geen keus,
knoopte de kabel los en duwde
de wagen het autokerkhof op.
„Daar kan je hem later wel
weer eens gaan halen," zei ie
en begon onze bagage over te
laden. „Zo, en bij het eerste
café het beste mag je met
tracteren," decreteerde hij
toen hij het monsterachtig ge
weld van zijn motor op gang
bracht. Evert bleek ervan te
houden, van het café, en sloeg
er geruime tijd zijn luidruch
tig bivak op. „Camioneurs zui
pen," beweerde hij en sloeg
er nog een naar binnen.
„Vooral als ze het aangeboden
krijgen," deelde hij vervolgens
mee. Het duurde tot de volgen
de morgen voordat wij in Am
sterdam waren, want Evert
bleek tenslotte niet meer zo
best in staat zijn waardevolle
machine te besturen. Toen
eerst kregen wij onze maaltijd
en ons eenvoudige bed. Een
vriend van ons bood aan ons
met een verse steekas naar
België te brengen om de ge-
strandde M.G. op te halen. On
derweg halverwege naar de
Belgische grens slipte hij in de
regen en belandde met een
meer dan middelmatige snel
heid tegen een boom. Het in
gepleisterde been dat wij daar
van hebben overgehouden, is
als een witte mijlpaal op de
weg die onze reislust ons heeft
gedwongen te gaan. Met de
trein zijn wij tenslotte weerge
keerd naar ons Spanje. Wij
zijn verzonden langs gore sta
tions en nergens hebben wij
even kunnen uitstappen om er
op verhaal te komen. Wij heb
ben overigens niet de behoefte
gevoeld aan de noodrem te
trekken toen wij in de buurt
van Lamalou waren en even
min in de buurt van Palavas
les Flots. Wij zijn blijven zit
ten, moe van het reizen, met
maar een verlangen, ons naar
Spanje te laten verplaatsen
zonder inspanning onzerzijds,
om daar aan de stranden van
de Middellandse Zee rust te
vinden. Maar wij vrezen dat
de zwerver in ons nooit zal
sterven en ons niet de zeker
heid zal geven, die onze vrien
den bezitten, wanneer zij be
sluiten naar Rome te gaan,
naar hun zomerhuis in Men
ton of het reisgezelschap op
zoeken en de autobus, naar
een lang te voren beraamde
bestemming.
EINDE
Op de komende najaarsbeurs, die van
3 t/m 1£ september te Utrecht wordt ge
houden, zullen twee bijzondere aspecten
de aandacht vragen. In de eerste plaats
een nieuwe afdeling voedings- en genot
middelen, die op de parterre van de Vre-
denburggebouwen een oppervlakte van on
geveer 2000 m2 zal beslaan. Een aantal
vooraanstaande Nederlandse fabrikanten
heeft zich redes voor deelneming gemeld.
Behalve produkten van Nederlandse oor
sprong zullen hier ook buitenlandse wa
ren te zien zijn.
De nieuwe afdeling wordt opgezet in
nauwe samenwerking met de Federatie
van Nederlandse Bonden van Groente en
Fruithandelaren, die tot 1956 jaarlijks on
der de naam „Schakels tussen tuin en ta
fel" een tentoonstelling organiseerden, wel-
De Haarlemse rechtbank heeft van
morgen beslist, dat de Haarlemse
vrouw, die ervan verdacht wordt woens
dag 3 juli een van haar kinderen, een
baby van ongeveer zeven maanden
vermoord te hebben in de schuur ach
ter haar woning in Haarlem-Noord, in
arrest blijft.
Na het gebeurde werd de vrouw in
bewaring genomen, maar de psychi
sche toestand van de vrouw was zoda
nig, dat de officier van justitie het be
ter achtte, haar voorlopig te doen op
nemen in de psychiatrische inrichting
te Den Dolder. Daaruit kon zij inmid
dels worden ontslagen, waarop de rech-
ter-commissaris bij de Haarlemse recht
bank een bevel tot bewaring verleende, zenden.
ke thans in de nieuwe jaarbeurs-afdeling
wordt opgenomen.
Vervolgens zal op het Croeselaanterrein
een belangrijke plaats worden ingeruimd
voor de internationale expositie van laad*
kisten en spoorwegwagons, onder het mot*
to „Efficiency in vervoer en bedrijf". Be*
halve fabrikanten en importeurs van laad*
kisten zullen de Nederlandse, Britse, Bel*
gische, Duitse, Franse- en Zwitserse spoor
wegen met inzending deelnemen. Voor
deze expositie en de daaraan verbonden
demonstraties zullen o.m. zeven spoorweg
emplacementen worden aangelegd.
In de efficiency-afdeling in de Bernhard*
laan zullen de nieuwste kantoormachines
en administratie-systemen worden ge
toond.
In de Julianahal en Margriethal zal in
het kader van de Electrobeurs een uitge
breide collectie van electrotechnische huis
houdelijke artikelen te zien zijn.
Met het oog op de feestdagen in het
komende seizoen zullen de exposanten van
speelgoed, lederwaren, bijauteriën, uurwer
ken, kunstnij verheidartikelen en textiel*
waren met uitgebreide collecties versche
nen.
Met het tot nu toe gevolgde gebruik,
dat elke missiecongregatie haar eigeO
missionarissen in een besloten plechtig'
heid uitzond naar de missiegebieden»
wordt dit jaar gebroken. Voor het eers'
zullen de jonge missionarissen van all®
congregaties in Nederland gezamenlijk
worden uitgezonden in een national®
uitzendingsplechtigheid, welke zond®*
gecelebreerd wordt door mgr. dr. B.
Alfrink, aartsbisschop van Utrecht.
In de kathedrale kerk van St.-Cath®'
rina en St.-Willibrord te Utrecht z3'
de aartsbisschop een predikatie houd®1'
en vervolgens het gebed tot St.-Wüf'
brord uitspreken. Hierna volgt de
zending van de missionarissen, het ze
genen en uitreiken van de missiekri-V
sen en de zegening der missionariss
zelf. De KRO zal de plechtigheid u