OMAN en en MUSCATE, tumultueus onherbergzaam gebied goedé, Die nieuwe is een heel zei Koning Willem N M REISER OKKEN- BR OKKENREIS Onbekend sultanaat doet hartstochten Midden-Oosten weer oplaaien Londen èn Washington geïnteresseerd in Ibhadi's opnieuw in verzet tegen verlicht despotisme van de sultan Theo Bouwmeester dweepte met het mondaine stuk en zijn alles verterende liefdesvuren mV i u§ /v ZWERFTOCHT DOOR EUROPA Er leiden vele wegen naar Rome Nieuwe afdeling van voedings- genotmiddelen en DINSDAG 23 JULI 1957 PAGINA 6 Fotografeer eens in kleuren maar dan met -//^/a,cc/cjr Rome-bedevaart van de Ka jotters Kruisheren in België Nederlander gekozen tot prior-provinciaal Pater Auxilius van Schalkwijk Provinciaal der Kapucijnen Benoemingen paters Montfortanen lil H.H. Wijdingen Najaarsbeurs van 3 t/m 12 september Belangrijke expositie van spoorwegwagons Vrouw uit Haarlem- Noord blijft in arrest Verdacht van moord op een van haar kinderen Uitzending van missionarissen Nationale plechtigheid voor de K.R.O. Advertentie 18 augustus vertrekt uit Den Bosch de eerste trein met 450 deelnemers aan de Internationale Kajottersbedevaart naar Rome. Drie dagen later volgen en kele andere treinen, resp. uit Amster dam met 600 deelnemers, Rotterdam, Breda en Eindhoven met 650 deelne mers elk. In Rome zullen de Nederlandse Ka- Jotsters en Kajotters worden onderge bracht in hotels, pensionaten en kloos ters over de gehele stad verspreid. Mgr. dr. B. J. Alfrink zal 24 augus tus de Nederlandse dag bijwonen. Ook zal hij aan de bischoppenconferentie deelnemen. Tijdens het eerste provinciaal kapit tel van de Belgische provincie der Kruisheren te Hannuit is tot prior pro vinciaal gekozen pater dr. Andreas Ra- maekers. Pater Ramaekers werd op 3 februari 1914 te Baarlo geboren; in 1932 trad hij in de Orde der Kruisheren te Diest. In 1942 behaalde hij te Leuven het docto raat in het kerkelijk recht. Pater Ra maekers werd op 22 juli 1938 priester gewijd. Sinds 1942 is hij professor iri het kerkelijk recht aan het studiehuis te Diest waar hij van 1943 tot 1946 tevens prior is geweest. In 1955 werd hij rector van het stu diehuis te Leuven. Van 1946 tot 1949 was pater Ramaekers ook nog defini- tor der Orde, welke functie hij sinds 1955 opnieuw bekleedde. Tijdens het provinciaal kapittel der paters Kapucijnen, dat vanmorgen te 's-Hertogenbosch is begonnen, is pater Auxilius van Schalkwijk O.F.M. Kap. gekozen tot provinciaal. Tot definitoren koos het kapittel pater Bellarminus van Breda, Fidentius van Tilburg, Michel- angelis van St. Antonis en Paschalis van Rinnegom. Het kapittel duurt voort tot zaterdagmorgen. In verband met opheffing of ver plaatsing van enkele kloosters hebben dit jaar meer leden van de congrega tie van de paters Montfortanen benoe mingen gekregen dan anders. Het no viciaat te La Houppe (B.) is verplaatst naar Kontich-Kazerne bij Antwerpen, terwijl de paters Montfortanen het werk in de St.-Biasiusparochie te Salzburg (O.) aan het bisdom aldaar hebben overgedragen. In Oostenrijk blijft wel het Montfortaanse Mariaal secretariaat te Alpensiedlung bestaan. Een nieuw klooster zal gesticht worden ln het Duitse plaatsje Mariënheide, .waar de paters Montfortanen een Mariaheiligdom. Maria-Heimsuchung, hebben overgenomen. Dit heiligdom dateert van 1400 en trekt jaarlijks meer dan dertigduizend pelgrims. De provinciaal van de paters Montfor tanen in Nederland, de hoogeerw. pater C. Heiligers brengt momenteel een be zoek aan diverse Montfortaanse missie gebieden. De Congo werd reeds bezocht, Nyassaland is thans aan de beurt. Mozambique zal 20 augustus bezoek van de provinciaal ontvan gen. Ook is pater Heiligers van plan Borneo te bezoeken mits hem hiervoor een visum wordt verleend. Benoemd zijn te Nederland de paters M. Bertrand (leraar Oirschot) tot overste en novicenmeester te Meers- sen; J. Habraken (overste Voorscho ten) tot rector te Kitselenberg-Nijme- gen; G. Toebosch, tot volksmissionaris te Voorschoten-Haagse Schouw; A. Ubaghs (rector Schimmert) tot leraar te Beresteyn-Voosrchoten; G. van de Eng (leraar Schimmert) tot kapelaan te Hoensbroek; J. Limpens tot con rector en leraar te Schimmert, broeder Martinus is verplaatst van Rheydt naar Berg en Dal. België: J. de Bruyne tot overste en novicenmeester te Kon- tich; M. Schreurs tot overste te Geule; P. Franssen tot pastoor en overste te La Houppe; L. Laplooi tot assistent te La Houppe; J. Smeets jr. tot pro visor te Rotselaar; G. Humblé tot leraar te Rotselaar; J. Monseux tot assistent te Charleroi; J. Hensgens tot volksmissionaris Rotselaar; J. Klaps tot provisor te La Houppe; Jean Haa- ne, socius te Kontich; Ph. Bosmans; leider Bond Zonder Naam te Kontich en broeder Johannes te La Houppe. Duitsland: St. Wevers tot overste en pastoor te Mariënheide; J. de Kever tot eerste kapelaan en F. Stams tot tweede kapelaan te Mariënheide; H. Hendriks tot overste te Born; K. We vers tot assistent te Rheindahlen, H. Bonnier, Oostpriesterhulp te Rheindah len; F. Heckman tot leraar te Rheydt en de broeders Konrad en Eugène te Rheydt. Oostenrijk: H. Jongen en J. Weijnen te Salzburg. Portugal: P. Janssen (Meerssen) tot novicenmeester van het in 1958 te openen noviciaat te Fatima; en F. Roex tot leraar te Fatima. Van de jonggewijden kreeg P. Jans sen opdracht kerkelijk recht te stude ren te Rome; H. Verdegaal, Maria- logie te Rome en M. Welters, theolo gie te Rome, P. Schoen werd be noemd tot leraar te Oirschot. Voor het volgen van de pastorale cursus bij de paters Franciscanen te Maastricht werden aangewezen M. Papez; J. Ne- geman en P. Daniëls. Te Leuven .uilen deze cursus gaan volgen: W. Wester, J. Metselaar, D. Kooloos, M. Thijssen, P. Verschraegen, J. Schrouff en C. Raes. (Van een onzer redacteuren) Over het sultanaat van Oman en Muscate Is op het ogenblik min der bekend dan vijftig jaar gele den over Tibet of Groenland. Het is een land van overwegend bergen, woestijnen en zoutpoelen, maar hier en daar is de invloed merkbaar van de moesson en daar groeien dadels, vijgen en tal van oosterse vruchten. Ongeveer een half miljoen mensen wonen er, in de ooste lijke hoek van he* Arabisch schierei land. De sultan zelf is een waardig heer schap van zesenveertig jaar, niet groot, doorgaans gekleed in een met goud draad afgezette aba, een tulband op het hoofd en een zwaard aan zijn zijde, Zij ne Hoogheid Sultan Said bin Taimur, omgeven door een lichte wierookgeur. Zijn onderdanen zijn Bedoeinen, „lords of the desert", maar ook negers, In diërs, Beloetsjistani's en enkele duizen den Qara's, kleine zwarte holbewoners, die nominaal de Islamietische gods dienst belijden, maar wier taal, afkomst en geschiedenis een compleet raadsel vormen en die zich bij hun ge beden niet richten naar Mekka, maar naar de zon. Soms verschijnen zjj als zwarte faunen op de markt van Salada, waar negerinnen neerhurken b(j hun pannen met bonen. Het sultanaat van Oman en Muscate is een ruw en onherbergzaam land, door de meeste cartografen met aar zelende hand ingeschetst. Het ironische van de geschiedenis is nu, dat juist dit onbekende sultanaat de hartstochten in het Midden-oosten weer doet oplaaien. Said bin Taimur is theoretisch een on afhankelijk vorst. Maar in de praktijk geeft hij een ruime interpretatie aan het vriendschapsverdrag, dat zijn voor vaderen meer dan honderd jaar geleden met het Britse Rijk hebben gesloten Zijn buitenlandse betrekkingen laat hij door het Foreign Office behartigen en Britse officieren staan aan het hoofd van de vier legertjes die hij er op na houdt. Britse oliebelangen vormen de beste garantie voor de voortzetting van zijn heerschappij, die men maar het vriendelijkst omschrijft als een verlicht despotisme. Tegen die heerschappij is nu, voor de zoveelste keer, een opstand uitge broken. In het omstreden binnenland van Oman wonen talrijke aanhangers van een Islamitische sekte, de Ib- hadhiya. Geslachten achtereen heb ben de Ibhadi's van Oman zich een geestelijk leider, die in de loop der jaren ook heel wat politieke macht heeft gekregen. De tegenwoordige imam, Ghalib bin Ali, is een zwakke persoonlijkheid, maar achter hem staat zijn ambitieuze jongere broer, Talib, die over uitstekende relaties in de Arabische wereld beschikt en die een fijn instinct heeft om op on gelegen ogenblikken moeilijkheden te veroorzaken. De voornaamste woonplaats der Ibha di's is het bergland ten zuidwesten van de stad Muscate. De stammen die daar wonen betwisten allang de territoria le aanspraken van de sultans in Mus cate. In 1913 hebben zij met zoveel suc ces voor hun zelfstandigheid gevochten, dat de toenmalige sultan moest toestem men in een vredesverdrag, het z.g. ver drag van Sib, waarin werd bepaald dat hij zich niet meer zou bemoeien t de binnenlandse aangelegenheden van Oman. Ten tijde van het verdrag wa ren sommige Engelsen van oordeel, dat er eigenlijk twee aparte staatjes waren gevormd: Muscate en Oman. De sul tans waren het daarmee niet eens en veertig jaar later veranderde het getij in hun voordeel. Het gerucht ging, dat er olie in de grond van Oman zou zit ten. Op dat bericht spitsten zowel de Britse oliemagnaten als het Britse ministerie van Oorlog de oren. Als er werkel'Jk olie zou zijn te vinden in Oman, dan moest men rekening houden met de con currentie van de Amerikanen, die in het aangrenzende Saoedie-Arabië een olie monopolie bezitten. Bovendien zou de Britse vloot in de Indische wateren dan olie kunnen tanken zonder dat zij zich in de Perzische Golf behoefde te wagen. Talib, de broer van de imam van Oman, overzag de situatie snel, hij toog aan het werk en in 1952 trok hij, met Saoe- di-Arabisch goud in de buidel en voor zien van Amerikaanse trucks het gebied van Oman binnen. Twee namen kregen in de buitenwereld opeens een beken de klank: Buraimi en Nizwa. Nizwa is het centrum van de Ibhad- hiya, bedoeld als hoofdstad van een onafhankelijk Oman. Buraimi is een uit negen dorpen bestaande oase, die de voornaamste toegang vormt tot Oman. Alle grote karavaanwegen naar Oman lopen door die oase. In Buraimi zelf is geen olie te vinden. De prospectors rich- imam gekozen, oorspronkelijk een ten al hun aandacht op een gebied dat veel verder naar de Arabische Zee toe is gelegen, Fahud. Als er ln Oman olie te vinden is, dan moet het in Fahud zijn. Met lede ogen zagen de Britten aan, hoe de Ibhadi's met hun Ameri kaanse trucks èn Buraimi èn Nizwa bezetten. De sultan in Muscate, ijverig gesteund door Groot-Brittannië, onder wierp het geschil aan een internationa le arbitragecommissie in rfenève. Een uitspraak scheen er niet te komen, al trachtte koning Ibn Saoed nog zoveel weldaden en giften over de hoofden van de scheidsrechters uit te storten. In december 1955 hakten de sultan en de Engelsen de knoop door; tegen de Ibhadi's werd een militaire campagne ondernomen, zij werden uit geheel Oman verjaagd en de imam en zijn broer slaagden er maar ternauwernood in Saoedi Arabië te bereiken. De sultan van Muscate ondernam een triomftocht door de bergen en woestijnen van Oman en voor het eerst in deze eeuw wap perden van alle citadellen en forten, die dit tumultueuze gebied rijk is, de rode vlag van Muscate. Maar tegelijkertijd steeg er in het Na bije Oosten een storm van verontwaar diging op over het „imperialistische" optreden van Groot-Brittannië en be paalde vaak Amerikaanse waar nemers menen, dat met de Buraimi- affaire de toenadering tussen Saoed en Nasser in ernst is begonnen. Het is een van de bescheiden successen der Ame rikaanse diplomatie geweest dat zij Sa- oedi-Arabië geleidelijk weer uit de Egyp tische invloedssfeer heeft losgeweekt. Dat maakt, nu de Ibhadi's opnieuw in actie zijn gekomen, de situatie voor de Britten zo bijzonder delicaat. Een nieuwe campagne tegen Ghalib bin Ali zou een van de werkstukken van het State Department kunnen ruineren. Aan de andere kant, zelfs al zou Oman geen olie opleveren, dan nog zou Groot- Brittannië het zich niet kunnen veroor loven sultan Said bin Taimur, de enige Arabier die Eden's Suez-avontuur heeft geprezen, in de steek te laten. Wat voor indruk zou zo'n handelwijze maken op de heersers van Bahrein, Kuweit en Qatar, allemaal Britse protectoraten, waar wel degelijk olie wordt gevonden? Het sultanaat Muscate en Oman be zorgt de Britse regering in deze dagen heel wat hoofdbrekens. Nagenoeg alle steden en dorpen in het sultanaat van Mus cate en Oman hebben hun eigen fort of citadel en meestal meer dan een. Dit is het Murani- fort in de hoofdstad Muscate. Toen Theo Bouwmeester 23 jaar was en een nog weinig betekenende actrice, keek ze terug op bijna een mensenleven aan ervaringen. Zij, de moeder van vier zoontjes, de jongste een zuige ling, was juist weduwe geworden. Theo was in Zutfen ter wereld ge komen, geboren op de planken, zo als het dan heet. Maandenlang zag ze soms haar vader en moeder niet. Als het zo uitkwam met een tournee, bezocht ze een school. Ze reed in alle diligences van Van Gend en Loos daarna het land af, van kermis naar kermis. Zo ging dat. Als je vijf jaar was, kreeg je een kinderrolletje. Had je de lagere school zo'n beetje bezichtigd, dan ging je in je onderhoud voorzien. Met een paar draken, enkele kluch ten en operettes op het repertoire trok je zomer en winter langs alle onooglijke dorpstheatertjes, vaak niet anders dan een tochtige, lek kende tent. Zeventien telde ze toen ze trouwde met de operakapelmees ter Maurits Frenkel. Hij was een jonge, melancholieke man, die de moeilijkheden van elke dag niet zo best aankon. Ze bleef met hem en kele jaren in Rotterdam en Am sterdam, hard werkend voor haar snel groeiend gezin. Een permanent verblijf zoals in die periode, eiste uitbreiding van het repertoire. Tussen de repetities, zelfs onder de voorstelling soms, moest Door naar huis rennen om wat in het huishouden te beredde ren of de kinderen in bed te stop pen. En het volgende kind kon al komende zijn. Enfin, dan zou dat, als het zo ver was, maar weer meegedragen worden naar de schouwburg, zachtgehouden achter de coulissen en aan een collega of een toneelknecht in bewaring ge geven als ze zelf op moest. Haar sterke constitutie, haar weinig ge compliceerde, opgeruimde aard kwamen ook de tegenslagen, de be slommeringen en misères te boven. Enige tüd na de dood van haar echtgenoot kreeg de jonge vrouw een engagement bij Abraham van Lier. Deze in het theatervak ver grijsde man vermoedde iets van het talent in de ijverige, leergierige vrouw met haar temperamentvolle vitaliteit. Hij had haar met haar lichte, kleine stem in operettes ho ren zingen. Nu zou hij haar eens de vrijheid geven in melodrama's en pittige comedies. Ze verraste hem steeds vaker. Door kon plot seling een houding aannemen, een vorstin waardig. Haar intuïtie trof bijna altijd zeker. Ze bezat een ware hartstocht voor het spel, die haar op weg naar huis al een nieuwe rol deed inzien. Ze ging niet slapen voor ze de juiste karakterisering vond. Haar gezicht kon sterk boei en, kon schokkend zijn of vertede rend. Een vrijmoedig boerenjonge tje sloeg er ooit eens voor op de vlucht. In die tijd immers kreeg Theo de hoofdrol in Medea te spe len. In de provincie had men voor een van de kinderrollen een pien tere knaap uit het dorp moeten zoeken. De jongen deed het op de repetities naar behoren. Maar toen Theo tijdens de voorstelling met haar ogen vol vuur op hem af kwam, ging hij angstig gillend aan de haal. Van Lier vertrouwde Theo Bouw meester rollen toe die ze heel haar verdere leven is blijven spelen: Fe dora, Medea, Marguerite Gau- thierHet was in de jaren dat Amsterdam van een pittoreske, burgerlijke plaats snel uitgroeide tot een stad vol bruisend leven. Er werd grif geld verdiend en uit gegeven. Wereldvermaarde figuren lieten er zich zien. In de Amstel- straat, midden in een bloeiend ver maakscentrum, ontving Theo haar eerste bloemen, haar eerste ova ties. Het stijgende succes genoot ze met gulzige teugen. Nerveus ineens ederlands eerste gezelschap, de koninklijke vereniging Het Nederlandsch Tooneel was dank zij Schimmel, de man achter de schermen, dank zij de aanwinst van Louis Bouwmeester en het ijve ren van velen de weg van de artis tieke voorspoed opgegaan. Maar zij beschikte sinds mevrouw Kleine- Gartman zich terugtrok en Jose phine de Groot van het plan ver dween, niet over een eerste actrice. Theo Bouwmeester ze was 35 jaar toonde zich verrukt toen zij het verzoek kreeg op het Leidse- plein „de hoofdrollen voor alle vak ken" op zich te nemen. Het was een nerveus, bedeesd vrouwtje dat bij de aanvang van het nieuwe seizoen in 1885 op de planken van de oude, deftige stads schouwburg stond. Vreemd, deze Theo Mann-Bouwmeester op haar tachtigste verjaardag als Liane Orland in Het kind van de liefde, het stuk waar mee ze afscheid nam. ras-artieste was toch doorkneed in het vak, beleefde al duizenden ma len de koorts van een begeesterend spel, het bewonderend applaus van een tot vervoering gebracht publiek. Maar Theo had in haar leven nauwelijks tijd gekregen om zich haar talent bewust te worden. Er was in lyrische bewoordingen over haar uitgeweid door hoog- aangeschreven pennevoerders, de scholing van haar vader berustte op de eminente tradities van enkele generaties, maar Theo bleek verre van gerust. Ze nam in de gauwig heid nog spraaklessen en studeer de haar rol nauwgezetter in dan ooit. „Die nieuwe is een heel goede", Het koning Willem III zich ont vallen toen hij haar voor het eerst in de stadsschouwburg zag optre den. „Zeg mevrouw Bouwmeester dat de koning over haar tevreden is, zeg het haar," ordonneerde hij bij zijn kort daarop volgend bezoek. De toneel-minnende koning haastte zich een nieuwe onderscheiding in te stellen, waarvan mevrouw Bouw meester de eerste medaille in ont vangst mocht nemen. Luxueuze japonnen en kon sedertdien van groot toneel getuige zijn in het hoofdstedelijke theater. Theo dweepte met de romantische stukken uit de mondaine wereld met haar „alles verterende liefdes- vuren". Ze was verzot op de zgn. kostuumstukken. Hoeveel uren had ze niet besteed aan het knippen en naaien van de prachtigste japon nen! Chic en weelderig waren ze altijd geweest, maar nu kregen ze zo mogelijk een nog rijkere, luxu euzere opschik. Theo maakte er een gewoonte van naar Parijs te reizen om er kennis te nemen van de modeprimeurs. Wist ze haar ge drongen, gevulde gestalte, haar woorden een weergaloze grandezza te geven, haar japonnen verleenden het laatste accent aan de konink lijke allure van haar verschijning. Ze gleed hierbij, zo moet gezegd worden, ook wel eens over de schreef van de meest libertijnse ingetogenheid, maar wat wil men van een nog altijd naïef gebleven uit een klein-burgerlijk milieu voortgekomen actrice. Haar huis met poedel en kat mocht een ra riteitenkabinet heten, haar staat van sier een vergoelijkende glim lach opwekken, maar op de plan ken weefde zij als geen ander de illusie van het magische toneel. Theo had later de gewoonte het haar rood te verven. Bij een wel bespraakte coiffeur liet zij zich eens een acajou-rood middeltje ver kopen, het nieuwste van het nieuw ste. Bij het ontwaken 's morgens zag ze vol behagen haar pas-ge verfde lokken over het kussen plooien. Voor de spiegel zou ze deze tooi eens tot een kunstwerk schikken, maar al borstelend ver loor ze al haar schoongekleurde haren. Vier dagen heeft ze niet kunnen optreden, hoe overijld de geslagen kapper ook werkte om een Pruik te maken. Er verstreken wel enige maanden voordat Theo een nieuw verfmiddel kon proberen. „Verkade, een ramp" Tientallen jaren bleef zij bij de koninklijke vereniging de al- om-bewonderde ster. Ze was intelligent en wist 2ich steeds te vernieuwen. Haar faam steeg slechts. Ze kon later van Verkade zeggèn dat ze hem als toneelleider een ramp vond, maar hij, hoe af kerig ook van haar speeltrant, zei altijd dat ze geniaal was. Haar jubilea waren schitterende gebeur tenissen, hoogtepunten van een on afgebroken huldiging. Honderden malen speelde zi) Madame Sans- Gêne, vele keren met haar broer Louis als Napoleon. Het publiek raakte niet op haar uitgekeken. Voerman Henschel werd ook zo'n onvergetelijke creatie. Het kind van de liefde, het stuk waarmee ze in 1926 afscheid nam, al evenzeer. Maar haar levensrol was die van Marguerite Gauthier ir La dame aux camélias. „In deze rol schrei ik vaak mijn eigen tranen," zei Theo, wie het huilen op het toneel geen moeite kostte. In haar jeugd jaren. had ze Trinette Beersmans daarin zien optreden. In tranen, overstuur en blootshoofds was Theo tie schouwburg uitgerend, alles ver- getend. Hoe bewogen was ze niet geweest toen zij Sarah Bernhardt deije rol zag uitbeelden. De acteur Schoonhoven, jarenlang een onver beterlijke Gybreght, verhaalde eens van de zoveelste opvoering van het stuk in Alkmaar. Het spel was wat vertraagd en het zag er al aardig naar uit dat de spelers de laatste trein zouden missen. Schoonhoven komt op het ziekbed toelopen en weet Marguerite toe te fluisteren: „Sterf een beetje aan Theo, over een kwartier gaat de trein." Onmerkbaar voor het pu bliek onderbreekt Marguerite haar doodsgerochel en sist, woedend als een getergd dier, tussen haar tan den: „ik zal creperen als ik dat wil." In haar testament beschikte zij niet alleen dat de schouwburg hel verlicht moest zijn bij haar over lijden, dat zij slechts fleurige bloe men en witte kransen wilde heb ben bij haar begrafenis, maar ook dat zij gecremeerd wilde worden in de japon van Marguerite Gau thier. Zo is dan ook geschied na haar overlijden de 18e april 1939. HENK SUÈR Mgr. Kramer, O.F.M., bisschop van Luan- fu (China) heeft in het missiehuis der La zaristen te Helden-Panningen de wijding van het H. Subdiaconaat toegediend aan: M. v. d. Pas (Melderslo-Horst)V. Bieler (Surabaia), J. Poppelaars (Oosterhout), J. Vaessen (Maasbree), F. Overheyden (Steen bergen), G. Heintjes (Broekhuizen), M. v. d. Maagdenberg (Sprundel), L. v. Gmneken (Roosendaal), W. Bellemakers (Rumpen), en L. Timmermans (Tegelen). XI. lometers per uur. De Franse grens kwam in zicht en een- De M.G. reed nog door tot maal in België, na vele lange het dorp Lor, waar wij, naast uren, waanden wij ons thuis, vijf huizen en 'n schamele her- wij wilden ons rentree met berg, een smid vonden, die een fiks glas bier vieren, toen, sleutels genoeg had om ons niet meer dan vijf kiometer in vehikel te demonteren. Het België, de as het voor de twee- bleek dat bij een reparatie in de maal begaf. En daarmee Barcelona, de Spaanse meca- brak tevens onze weerstand, niciens vergeten waren een wij waren geestelijk en lijfe niet daar behorend onderdeel lijk ziek geworden. Wij had- uit de omgeving van het den wegens geldgebrek in de kroonwiel weg te halen. Dat auto geslapen en nauwelijks had de zaak na enkele dui- gegeten. Een kou had ons in zenden kilometers geblokkeerd zjjn kille greep gekregen en met het gevolg, dat een steek- onze ogen waren ontstoken ge- as het begaf. Een nieuwe was raakt. Wij konden nauwelijks in Lor niet te vinden en daar meer zien en voelden ons als- de smid ons verzekerde dat hij of de reislust voorgoed in ons de breuk met zijn onge ëvenaarde laskunst kon her stellen, lieten wij na een nieu we in Parijs te bestellen. Het was geblust. Onze verlangens waren teruggebracht tot een hunkering naar een goed warm maal en een eenvoudig zou evenwel minstens een dag bed en bovenal naar vrienden duren, aleer hij de zaak in or- om lets van onze zorg over te de zou hebben. In Lor was nemen. Gedurende de werke- geen hotel, geen restaurant, loze dagen in Dijon hadden wij alleen de schamele herberg, rëeds getracht een vrachtrij waar brood met kaas te eten, en wijn te drinken was. Vier entwintig uur lang hebben wij ons lorrig gevoeld, totdat wij dor te vinden die op België of Nederland reed en ons wilde slepen. Maar niemand bleek bereid. Vierentwintig uur had- weer konden rijden. „Nog den wij langs de weg gestaan, lanzamer," had ons de smid met een kabel aan onze weige- gezegd. Wij vertrokken op een rende wagen om een vader- schema van veertig trage ki- lander te strikken, die zijn na tionale gevoelens in menslie vendheid zou willen omzetten. Maar liften met een kapotte auto is een onmogelijkheid en iedereen die bemerkt dat auto- mobilistische hulp van hem wordt gevraagd, drukt zijn gaspedaal wat dieper in. In onze somberheid noemd'en wij alle bezitters van rijdende auto's egoïsten en wisten voor altijd dat wij anders zouden zijn. Maar alle impulsen zijn betrekkelijk, zij worden inge geven door de omstandighe den. En als men zich beter voelt dan anderen bewijst men hetzelfde te zijn, omdat ieder een zich dat voelt. n België besloten wij op nieuw al liftend onze kans te wagen. En op ons eer ste teken stopte een levensgro te vrachtauto, afkomstig uit Arnhem. De chauffeur, die Evert heette, maakte korte metten. Hij knoopte de willoze M.G. achter zijn bakbeest vast en trok meteen fors aan. Met zeventig per uur raasde hij op Mons af, scheurde dwars door de slapende stad heen en stopte enkele kilometers verder. „Zet die kar hier maar neer, dan kan je verder met me mee naar Holland, maar slepen is me te riskant." En hij wees naar rechts, naar het terrein van een sloper. Evert liet ons geen keus, knoopte de kabel los en duwde de wagen het autokerkhof op. „Daar kan je hem later wel weer eens gaan halen," zei ie en begon onze bagage over te laden. „Zo, en bij het eerste café het beste mag je met tracteren," decreteerde hij toen hij het monsterachtig ge weld van zijn motor op gang bracht. Evert bleek ervan te houden, van het café, en sloeg er geruime tijd zijn luidruch tig bivak op. „Camioneurs zui pen," beweerde hij en sloeg er nog een naar binnen. „Vooral als ze het aangeboden krijgen," deelde hij vervolgens mee. Het duurde tot de volgen de morgen voordat wij in Am sterdam waren, want Evert bleek tenslotte niet meer zo best in staat zijn waardevolle machine te besturen. Toen eerst kregen wij onze maaltijd en ons eenvoudige bed. Een vriend van ons bood aan ons met een verse steekas naar België te brengen om de ge- strandde M.G. op te halen. On derweg halverwege naar de Belgische grens slipte hij in de regen en belandde met een meer dan middelmatige snel heid tegen een boom. Het in gepleisterde been dat wij daar van hebben overgehouden, is als een witte mijlpaal op de weg die onze reislust ons heeft gedwongen te gaan. Met de trein zijn wij tenslotte weerge keerd naar ons Spanje. Wij zijn verzonden langs gore sta tions en nergens hebben wij even kunnen uitstappen om er op verhaal te komen. Wij heb ben overigens niet de behoefte gevoeld aan de noodrem te trekken toen wij in de buurt van Lamalou waren en even min in de buurt van Palavas les Flots. Wij zijn blijven zit ten, moe van het reizen, met maar een verlangen, ons naar Spanje te laten verplaatsen zonder inspanning onzerzijds, om daar aan de stranden van de Middellandse Zee rust te vinden. Maar wij vrezen dat de zwerver in ons nooit zal sterven en ons niet de zeker heid zal geven, die onze vrien den bezitten, wanneer zij be sluiten naar Rome te gaan, naar hun zomerhuis in Men ton of het reisgezelschap op zoeken en de autobus, naar een lang te voren beraamde bestemming. EINDE Op de komende najaarsbeurs, die van 3 t/m 1£ september te Utrecht wordt ge houden, zullen twee bijzondere aspecten de aandacht vragen. In de eerste plaats een nieuwe afdeling voedings- en genot middelen, die op de parterre van de Vre- denburggebouwen een oppervlakte van on geveer 2000 m2 zal beslaan. Een aantal vooraanstaande Nederlandse fabrikanten heeft zich redes voor deelneming gemeld. Behalve produkten van Nederlandse oor sprong zullen hier ook buitenlandse wa ren te zien zijn. De nieuwe afdeling wordt opgezet in nauwe samenwerking met de Federatie van Nederlandse Bonden van Groente en Fruithandelaren, die tot 1956 jaarlijks on der de naam „Schakels tussen tuin en ta fel" een tentoonstelling organiseerden, wel- De Haarlemse rechtbank heeft van morgen beslist, dat de Haarlemse vrouw, die ervan verdacht wordt woens dag 3 juli een van haar kinderen, een baby van ongeveer zeven maanden vermoord te hebben in de schuur ach ter haar woning in Haarlem-Noord, in arrest blijft. Na het gebeurde werd de vrouw in bewaring genomen, maar de psychi sche toestand van de vrouw was zoda nig, dat de officier van justitie het be ter achtte, haar voorlopig te doen op nemen in de psychiatrische inrichting te Den Dolder. Daaruit kon zij inmid dels worden ontslagen, waarop de rech- ter-commissaris bij de Haarlemse recht bank een bevel tot bewaring verleende, zenden. ke thans in de nieuwe jaarbeurs-afdeling wordt opgenomen. Vervolgens zal op het Croeselaanterrein een belangrijke plaats worden ingeruimd voor de internationale expositie van laad* kisten en spoorwegwagons, onder het mot* to „Efficiency in vervoer en bedrijf". Be* halve fabrikanten en importeurs van laad* kisten zullen de Nederlandse, Britse, Bel* gische, Duitse, Franse- en Zwitserse spoor wegen met inzending deelnemen. Voor deze expositie en de daaraan verbonden demonstraties zullen o.m. zeven spoorweg emplacementen worden aangelegd. In de efficiency-afdeling in de Bernhard* laan zullen de nieuwste kantoormachines en administratie-systemen worden ge toond. In de Julianahal en Margriethal zal in het kader van de Electrobeurs een uitge breide collectie van electrotechnische huis houdelijke artikelen te zien zijn. Met het oog op de feestdagen in het komende seizoen zullen de exposanten van speelgoed, lederwaren, bijauteriën, uurwer ken, kunstnij verheidartikelen en textiel* waren met uitgebreide collecties versche nen. Met het tot nu toe gevolgde gebruik, dat elke missiecongregatie haar eigeO missionarissen in een besloten plechtig' heid uitzond naar de missiegebieden» wordt dit jaar gebroken. Voor het eers' zullen de jonge missionarissen van all® congregaties in Nederland gezamenlijk worden uitgezonden in een national® uitzendingsplechtigheid, welke zond®* gecelebreerd wordt door mgr. dr. B. Alfrink, aartsbisschop van Utrecht. In de kathedrale kerk van St.-Cath®' rina en St.-Willibrord te Utrecht z3' de aartsbisschop een predikatie houd®1' en vervolgens het gebed tot St.-Wüf' brord uitspreken. Hierna volgt de zending van de missionarissen, het ze genen en uitreiken van de missiekri-V sen en de zegening der missionariss zelf. De KRO zal de plechtigheid u

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 6