Jeugdluchtva artbrigades
uit Amerika en Europa
Kruiswoordraadsel
„Big Three" in Y.S. achten productie
kleine automobiel niet lonend
Invoer van de Europese wagens in één
jaar tijds verdubbeld
ERIC DE NOORMAN
Wereldraad van Kerken pleit
oor staking van kernproeven
Ford en G.M. betrekken van
dochtermaatschappijen
in de praktijk
Kranslegging hij het Nationaal
Monument
Militairen propagandisten voor Europees product
voor oefening*
Achterstand bij Raden
voor kinder
bescherming
Drukker bezoek aan
schippersscholen
TE NEW HAVEN IN AMERIKA:
DIRIGENTENVRAAGSTUK
De wet tot beperking
van het cadeaustelsel
Staatssecretaris geeft zijn
visie op naleving ervan
DINSDAG 6 AUGUSTUS 1957
PAGINA
Invoer van Nederlandse
melkprodukten wel toe-
gestaan in Philippijnen
Niet verontrustend, zegt
de minister
Kruisheren
Nederlandse provincie
opgericht
Eerste provinciaal gekozen
Journalisten in
Djakarta vrijgelaten
Compensatiebijslag
huurverhoging
Scheepsbotsing in haven
van Soerabaja
Nieuwe zaakgelastigde
van Indonesië
H. van Wolf eren
overleden
De klanken van het carillon van het
koninklijk paleis op de Dam, het tijd
stip van tien uur aankondigend, waren
maandag nog niet verklonken toen
een groep van 23 luchtvaartcadetten
zich op de kleine steentjes op de nog
vrij stille met zonovergoten Dam
in beweging zette en in de richting
van het Nationale Monument marcheer
de, waar reeds acht cadetten zich aan
weerszijden van de beeldengroep had
den opgesteld. Aan de voet van het
monument legden twee hunner een
krans neer. De krans was samenge
steld uit witte anjers en rozen, gecom-
gleteerd met een toef Japanse lelies.
p de linten stond vermeld: „Interna
tional air ca et exchange program
1957".
Deze cadetten zijn vertegenwoordigers
van jeugdluchtvaartbrigades uit Cana
da, Denemarken, Frankrijk, Engeland,
Noorwegen, Zweden. Turkije en de Ver
enigde Staten en zij verblijven van 17
juli tot 15 augustus in ons land. Ze
werden geëscorteerd door een aantal
Nederlandse vertegenwoordigers van
de Koninklijke Nederlandse vereniging
voor luchtvaart, van de Nederlandse
luchtmacht en van de jeugdluchtvaart-
brigade Nederland.
Deze jeugdluchtvaartbrigades, die in
verscheidene landen zijn opgericht, heb
ben tot doel de jeugd een beter be
grip bij te brengen van de civiele en
militaire luchtvaart en daarmede ver
band houdende diensten in de ruimste
zin. Daarnaast wordt gestreefd naar
een harmonische ontwikkeling van geest
en lichaam en in het bijzonder naar
het aankweken van burgerzin en ver
antwoordelijkheidsbesef. Ieder jaar
wordt een internationale uitwisseling
gehouden tussen de cadetten van de
verschillende landen.
Na de kranslegging werden de cadet
ten op het Amsterdamse stadhuis ont
vangen. Bij deze ontvangst waren o.m.
tegenwoordig de consul resp. consuls-
generaal van Frankrijk, Engeland, de
Verenigde Staten en Zweden.
Met betrekking tot de stopzetting van
de invoer van Nederlandse melkproduk
ten in de Philippijnen weet United Press
te melden dat de Nationale Economische
Raad van de Philippijnen dit besluit, dat
genomen was door de regering, ongedaan
heeft gemaakt.
Volgons een overeenkomst van weder
zijdse bijstand, moeten de Philippijnen
voor dertig miljoen dollar melk per jaar
in de Verenigde Staten kopen. Nadat de
Philippijnse regering het voornemen geuit
had, meer melk uit West-Europa te im
porteren, o.m. uit Nederland, werd door
de Amerikaanse organisatie voor weder
zijdse bijstand een protest ingediend,
waarop de minister van buitenlandse za
ken der Philippijnen de invoer van melk
produkten uit Nederland stop zette.
De Nationale Economische Raad, de
hoogste instantie op dit gebied in de Phi'
lippijnen heeft dit protest echter verwor
pen.
Bij het Ministerie van Economische Za
ken kon geen bevestiging van dit bericht
worden gekregen.
Tokio De Japanse regering heeft voor
gesteld, dat de ministers van financiën
van de landen van Zuid-Oost-Azië een con
ferentie zullen houden ter bespreking van
positieve maatregelen voor de vorming
van een gemeenschappelijke markt
Zuid-Oost-Azië.
(Van onze Haagse redactie)
De achterstand in de werkzaamheden
van de Radert voor de Kinderbescher
ming wordt door minister Samkalden in
het algemeen niet verontrustend geacht,
al geeft de bewindsman toe, dat spe
ciaal in enkele arrondissementen bij
vele minder urgente gevallen een niet
onbelangrijke vertraging optreedt. Hij
ontkent echter ten stelligste, dat deze
ontwikkeling tengevolge zou hebben dat
door particulieren aanhangig gemaakte
zaken niet zouden worden afgedaan en
dat men zich slechts zou beperken tot
gevallen, die door Parket en Rechtbank
worden opgedragen. De mate van ur
gentie is bepalend voor de termijn waar
op de zaken in onderzoek worden ge
nomen en men tracht daarbij in vele
gevallen door een eenvoudiger proce
dure de vertraging tot het minimum te
beperken.
Een en ander wordt door de minister
gezegd in zijn antwoord op vragen van
net Tweede-Kamerlid mevr. Ploeg-
Ploeg (PvdA).
De oorzaken van de vertraging meent
de bewindsman vooral te moeten zoe
ken in de moeilijke personeelspositie en
in de uitbreiding van de werkzaamhe
den. De reorganisatie van anderhalf
jaar geleden heeft hier in zoverre een
ongunstige invloed, dat de werkzaam
heden nog uitgebreider zijn geworden,
terwijl de gunstige resultaten eerst op
1 langere termijn zichtbaar worden.
Maandag werd op plechtige wij
ze de Nederlandse provincie van de
Orde van het H. Kruis opgericht. In
aanwezigheid der afgevaardigden van
alle Nederlandse en Duitse kloosters,
alsmede van het missiegebied der Or
de in Indonesië werd een pontificale
H. Mis opgedragen door mgr. W. van
Hees, magister-generaal der Orde, om
de zegen van de H. Geest af te smeken.
Onder voorzitterschap van de ma-
gister-generaal werd daarop tot ver
kiezing van de eerste provinciaal over
gegaan. Gekozen werd de hoogeerw.
heer dr. H. van de Ven, tot heden n,a-
gister-spiritualis en prefectus studio
rum aan het theologicum der orde in
St. - Agatha-Cuy k
De hoogeerw. heer H. van de Ven
werd in 1907 geboren te Veldhoven. Na
voltooiing van zijn gymnasiale studies
aan het college van het H. Kruis te
Uden trad hij in 1926 in de orde. Hij
ontving zijn filosofische vorming te
Zoeterwoude en werd in 1930 naar Ro
me gezonden om daar aan het Angeli-
cum zijn studie voort te zetten in de
theologie. Nadat hij gedocoreerd was
in de theologie in 1934 legde hij zich
toe op de studie van de H. Schrift aan
het Bijbelinstituut te Rome en aan de
Ecole biblique te Jerusalem. In 1937
verwierf hij het licentiaat in de H.
Schrift.
Het ploteseling verminderde aanbod
van vracht, dat zich ook in de binnen
vaart doet voelen vooral voor sche
pen van minder dan 500 ton heeft
ook een positieve zijde. Sinds het begin
van juli is het bezoek van schipperskin
deren aan de zogenaamde ligplaats-
scholen aanzienlijk toegenomen, in som
mige gevallen met 50 pet. Dit heeft de
heer A. A. Klein, directeur van het
Kon. onderwijsfonds voor de scheep
vaart maandag meegedeeld bij de ope
ning van de 33ste vakantiecursus van het
fonds aan boord van het instructievaar
tuig „Prinses Juliana".
De journalisten Utomoprio en Lauw
Pang Soei, beiden van het dagblad
„Keng Po" en S. Brata van de „Brata
Nieuwsdienst", die enige weken geleden
werden gearresteerd op de beschuldi
ging van publicatie van berichten over
militaire aangelegenheden zonder voor
afgaande toestemming, zijn zaterdag uit
hun aanhouding door de militaire auto
riteiten ontslagen.
In stede daarvan werd hun stadsarrest
opgelegd, in afwachting van de verde
re behandeling van hun zaak. Hanafiah
Kusumadipradja van de „Pemandan-
gan", die van een soortgelijke overtre
ding wordt beschuldigd, bevindt zich
echter nog steeds in arrest.
52. Ene voelt er weinig voor, over de kale onbeschutte vlakte op de piraten-
burcht al te gaan. Er staat te veel op het spel om risico's te nemen en dus
keren zij langs dezelfde weg op hun punt van uitgang terug. Er zit niets anders
op, dan ae kust te volgen, hetgeen geen gemakkelijke wandeling blijkt te
zijn, want meermalen kunnen ze slechts klimmend over de glibberige rotsen
vooruit komen. Na verloop van tijd wordt het echter gemakkelijker. Een
smal stenen strand strekt zich uit tussen de zee en de klippen en dan, voorbij
een vér uitstekende rots. zien zij eensklaps de brede baai met de landings-
a> h VoorzKhti9 trekken zij zich in de diepe schaduwen onder de
klip terug en nemen de situatie goed in ogenschouw. De schepen zijn kenne
lijk zonder bewaking; slechts twee schildwachten drentelen op de landings
plaats heen en weer; vanaf hun plaats kunnen ze de plek, waar de gevangenen
geborgen zijn, niet zien, maar het lijkt niet waarschijnlijk, dat daar eveneens
Vtach}er °P P°st ls»Het lVkt me niet moeilijk die twee slaperige schild
wachten te omzeilen", fluistert Svein. „En voor zover ik het zien kan, hangen
JJïlV meer van die kerels Tond"- »Wat hebben we er aan, om die schild-
var,hfVe ,ontl°Pen> Sveintje?" antwoordt Eric. „Ik denk dat zij de sleutels
w zullen hebben en die hebben we nodig„Hahaha"
JnaJLnri lan9e Sakser handenwrijvend, „dus er komt werk aan de winkel
wanhopige' 'z \l°rUXt d°n maar' Noorman"- Achter hen slaakt de Deen een
Het centrale comité van de Wereld
raad van Kerken, dat in New Haven in
de Amerikaanse staat Connecticut by-
een is, heeft gisteren een resolutie aan
genomen, waarin er by de regeringen
van de atoombom-bezittende landen op
wordt aangedrongen zelfstandig een
einde te maken aan de proeven met
atoombommen. De proeven zouden
voorlopig voor een bepaalde periode ge
staakt moeten worden. In de Wereld
raad van Kerken zijn 165 protestantse
en orthodoxe kerkgenootschappen uit
50 landen vertegenwoordigd.
De resolutie is ingediend door de
Anglicaanse bisschop van Chichester
in Engeland, dr. George K, A. Bell. De
commissie voor internationale zaken
had voordien reeds een in minder
krachtige bewoordingen opgestelde reso
lutie ingediend.
Slechts twee leden van het centrale
In de staatscourant is een aantal be
schikkingen van het college van rijks
bemiddelaars opgenomen, waarbij aan
enige bedrijfstakken wordt toegestaan
af te wijken van de beschikking com
pensatiebijslag huurvei'hoging. Aan deze
bedrijfstakken is nu toegestaan bij het
bepalen van de bijslag niet de
klasse-indeling, die in de
is voorgeschreven, aan te houden,
de indeling volgens de geldende collec
tieve arbeidsovereenkomsten. Het be
treft de textielindustrie, de metaalin
dustrie, de lederwarenindustrie en het
grafisch bedrijf.
comité, Charles Westphal uit Parijs en
dr. George Florowsky van de Harvard
Divinity School in de Verenigde Staten
onthielden zich van stemming.
In de resolutie wordt de vraag ge
steld, of een land het recht heeft proe
ven met kernwapens te nemen, zolang
de geleerden het niet eens zijn over de
gevolgen.
Geen enkele regering heft het recht
de „volle verantwoordelijkheid" voor
de proeven te nemen, indien de gevol
gen van de proeven wellicht in de ge
hele wereld merkbaar zijn, aldus de re
solutie.
Een Amerikaanse particuliere groe
pering, die tegen het gebruik van ge
weld is gekant, heeft aangekondigd uit
protest tegen de atoombomproeven van
daag de proefterreinen te Las Vegas te
zullen betreden. (Reuter-U.P.)
De 2.000 ton metende „Gelantik" van
de Indonesische diens voor de scheep
vaart, is kort na 'n aanvaring met de
„Planticus" van de Koninklijke Paket-
vaart Mij. in de haven van Soerabaja
gezonken. Alle opvarenden van de „Ge
lantik" werden gered.
De heer M. Maramis, die de heer
Kweedjiehoo zal opvolgen als zaakge
lastigde van Indonesië in ons land, zal
aan het eind van deze maand zijn nieuwe
functie aanvaarden.
Het is niet onmogelijk dat de heer Ma
ramis, die tot dusverre zaakgelastigde
in Wenen was, vóór zijn komst nagr
Den Haag voor besprekingen met zijn
regering naar Djakarta zal reizen.
Horizontaal:
1.
9.
10.
11.
santé
lichaamsdeel
zelfbestuur
inkrassing
deel van
voertuig
reeds
insekt
goedhartig
persoon
eerw. heer
(afk.)
sporeplant
meer nabij
lof
eenstemmig
Turks
bevelhebber
driedraads
weefsel
verkoop
afzetting in
ketels
biersoort
streling
muurholte
de lezer heil
roeispaan
Vefr tic a a 1
1. een arme, die
rijk geworden
is
- toiletartikel
2. koopwaren
uitwisselen
3. mansnaam
- speels
4. noodsein
- rode
kleurstof
5. binnen
- mensaap
6. schuivende
ijsheuvel
- levensvocht
7. gegiste
honigdrank
- ontroering
8. beschroomd
- pers. vnw.
9. samengestelde
klinker
- woedend
10. behoeftig
- afdeling van
het leger
11. betaalmiddel
- huisdier
- suo loco
(Van onze verkeersmedewerker)
Men zou het als een merkwaardig verschijnsel kun
nen beschouwen, dat een land als de Verenigde
Staten met een automobielindustrie welke per
jaar zo'n zes miljoen automobielen vervaardigt, en vóór
de laatste wereldoorlog op een belangrijke uitvoer kon
bogen en van invoer van motorvoertuigen hoegenaamd
geen weet had, thans uit Europa meer auto's invoert
dan zijn uitvoer bedraagt. Er is voor dit feit toch wel
een plausibele verklaring te vinden. Men diene namelijk
niet uit het oog te verliezen dat de Amerikaanse mili
tairen, die enige jaren in een der Europese landen ge-
stationneerd zijn geweest, gelegenheid te over hebben
gehad om met de kleinere Europese auto's kennis te
maken, en daarbij tot hnn genoegen hebben kunnen
vaststellen dat deze volledig aan de eisen, welke de
gebruiker er aan stelde, voldeden en economischer in
het gebruik bleken te zijn. Menige militair keerde met
dat Europese wagentje naar zijn vaderland terug, waar
hij onwetend en zonder opzet overigens min of meer als
propagandist voor het Europese produkt optrad.
De stygende belangstelling voor de Europese kleinere
automobiel in een land als Amerika blyft desondanks
toch een merkwaardig verschijnsel wanneer men be
denkt dat de Amerikaanse automobiel wat vorm, groot
te, afwerking en verbruik betreft in feite een getrouwe
afspiegeling is van het welvaartspeil van het Ameri
kaanse volk.
De Nederlandse organisatie voor Zui-
ver-Wetenschappelijk Onderzoek heeft
dr. J. M. van Gelder een subsidie ver
leend voor de uitgave van haar studie
werk „Der Atman in der Grossen-
Waldgeheimlehre (brhadaranyaka-upa-
nisad)". Dit boek is een poging om het
Indische filosofisch-godsdienstige begrip
van de „Atman" psychologisch uit te
leggen volgens de beginselen van prof.
dr, C. G. Jung. Het bedoelde boek is
zo juist van de pers gekomen.
Zoals veel zaken ln de V. S. nu een
maal in massa worden vervaardigd,
omdat men er over de mogelijkheden
daartoe beschikt, zo is het ook met de
automobiel gegaan. Men heeft er de
grondstoffen in overvloed om er zich
niet over te behoeven te bekommeren
dat de wagens steeds groter en luxu
euzer zijn geworden. De overgang van
de Tin Lizzie naar de grote Ford van
deze tijd is geleidelijk gegaan, even
geleidelijk als de groei van het wel
vaartspeil in Amerika, en er is dus
feitelijk geen reden om er zich over te
verwonderen dat de Amerikaan in een
grote „slee" rondrijdt en er zich weinig
zorg over maakt dat zijn wagen meer
brandstof verbruikt dan naar onze
Europese begrippen economisch ver
antwoord moet worden geacht.
Maar zoals gezegd, er zijn uitzonde
ringen. Hierbij moeten de Europese
sportwagens, die in Amerika ook zon
der de in Europa gediend hebbende
militairen, de belangstelling hebben
van de sportief aangelegde automobi
listen, buiten beschouwing worden ge
laten. Er zijn in de Verenigde Staten
echter ook automobilisten die de waar
de erkennen van het economisch ge
bruik van de auto, en na kennis te
hebben gemaakt met een Europese
kleinere wagen, tot de wetenschap zijn
gekomen dat zij daarvan minstens
evenveel nut hebben als van een grote
Amerikaan. Daarbij komt dan nog dat
de kleinere wagen gemakkelijker in
het gebruik is in het drukke verkeer
en verder het parkeren, dat nu een
maal een steeds moeilijker op te lossen
vraagstuk is geworden, vereenvoudigt
Het spreekt als het ware van zelf,
dat men zich in de kringen van de
Amerikaanse automobielindustrie geen
of weinig zorgen maakt over de lang
zamerhand stygende belangstelling
voor de kleinere Europese wagen. Ten
minste zolang de invoer nog beperkt
blyft tot een aantal van ongeveer
200.000, zoals in dit jaar. Inderdaad is
dit getal, in vergelijking met de
Amerikaanse produktie van ongeveer
zes miljoen nog niet van die aard dat
het reden geeft tot ongerustheid, maar
de verkoopleiders der fabrieken zullen
er vermoedelijk toch wel een voorteken
in zien bedenkende dat de invoer
in 1956 nauwelijks de 100.000 heeft over
schreden dat zij goed zullen doen
de ontwikkeling van de auto-import
nauwlettend te volgen. En zulks te
meer omdat er steeds meer stemmen
opgaan van waarlijk niet de eerste de
besten, die hun bevreemding er over
uitspreken, dat er geen enkele Ameri
kaanse fabriek het blijkbaar nodig acht
om zelfs maar de vervaardiging van
een kleinere automobiel te overwegen.
Trouwens ook in de kringen van de
autohandelaren begint men zich al met
enige zorg af te vragen wat de ge
volgen zullen zijn van het feit, dat
General Motors en Ford er toe zijn
overgegaan hun Europese merken in
te voeren.
Eerstgenoemde heeft in het feit dat
de Ford Motor Company uit de Engelse
Dagenhamfabriek de kleinere wagens
laat komen een reden gezien om dit
voorbeeld te volgen. Dat wil zeggen dat
zij de Vauxhall uit Engeland en de
Opel uit Duitsland importeert en deze
respectievelijk in handen geeft van de
Pontiac- en Buick-dealers. Wanneer op
deze wijze steeds meer Amerikanen
met de kleinere Europese auto's ken
nis zullen maken, zullen er ook steeds
meer vragen komen waarom de fa
brieken wel kleinere auto's importeren,
maar er niet aan denken om ze zelf
te gaan maken. In de handelaarskrin
gen wijst men er daarbij op, dat het
steeds meer een gewoonte wordt om
er per familie twee auto's op na te
houden, namelijk één voor de heer des
huizes om er mee naar kantoor of
fabriek te gaan, en een voor moeder
de vrouw om er boodschappen mee te
doen, en de kinderen naar school te
brengen en ze vandaar weer te komen
halen. In die gevallen zou een kleinere
wagen een belangrijke rol kunnen spe
len.
Blijft b(j dit alles de vraag hoe de
leiders der grote automobielfabrieken
over de vervaardiging van een kleinere
automobiel denken.
Brief aan „Big Three"
Om daarop eens een duidelijk ant
woord te krijgen, heeft een zekere
heer J. Maxwell Smith, president
van de Keystone Automobile Club
van Pennsylvania aan de leiders van
de Big Three, te weten General Mo
tors, Ford en Chrysler de vraag
voorgelegd waarom Detroit geen
goede, economische, kleine wagen
voor de gemiddelde Amerikaanse fa
milie maakt. In zijn brief aan de
heren Harlow H. Curtice van G. M.,
Henry Ford II van de Ford Motor
Cy en L. L. Colbert van de Chrysler
Corp. wees hij onder meer op het
volgende:
„Wij zijn er van overtuigd, dat er
een grote en belangrijke markt open
staat voor de juiste soort kleine wa
gen. Gemakkelijke bestuurbaarheid
in druk verkeer, eenvoudiger par-
keermogelijkheid, economisch ge
bruik en in verhouding veel lagere
aankoopsprijs vormen de voorwaar
den voor het succes van een derge
lijke Amerikaanse onderneming. De
invoer van buitenlandse automobie
len in de V. S. bedroeg 107.681 stuks
in 1956, waarvan alleen de Volks
wagen 50.001 stuks voor zijn reke
ning nam. Van alle kanten verneem
ik klachten dat de zogenaamde kleine
Amerikaanse auto's veel te groot zijn
geworden."
„Tweedehands beier"
Harlow H. Curtice antwoordde na
mens General Motors, dat geen enkele
kleine auto welke in Amerika ooit aan
de markt is gebracht, heeft kunnen
wedijveren met de goede tweede hands
auto's. Als reden daarvoor noemde hij
dat de produktiekosten vrijwel dezelfde
blijven, daarbij inbegrepen de belang
rijke lonen, de aankoop van geheel
nieuwe machines, of het nu een
grote dan wel een kleinere wagen be
treft. Overigens wees hij er nog op
dat z.i. de gebruikte auto heel wat
meer voordelen biedt dan een kleine
wagen, zelfs als deze nieuw is.
William Clay Ford antwoordde als
volgt:
„De Ford Motor Cy heeft de vraag
ernstig bestudeerd en wij zijn tot de
volgende conclusie gekomen: de rela
tief hoge productiekosten voor de ver
vaardiging van zulk een voertuig in
de V. S. en de naar Amerikaanse be
grippen beperkte markt voor zulk een
wagen maken het economisch onge
wenst om in deze tijd zulk een kleinere
auto te vervaardigen."
Namens de heer Colbert wees de
heer M. B. Christie van de tech
nische inlichtingendienst van Chrys
ler erop, dat de markt voor gebruik
te automobielen, welke in 1955 ander
half maal groter was dan die voor
nieuwe wagens als een aanwijzing
kan worden beschouwd dat de Ame
rikaanse automobielkopers liever zo
veel mogelijk waar voor hun geld
willen hebben dan dat zij in ver
houding dat geld voor een nieuwe
kleine auto moeten uitgeven. En ove
rigens betoogde hij dat wanneer er
genoeg kopers zouden zijn die een
kleinere wagen verlangden, de ge
hele autoindustrie al het mogelijke
zou doen om aan dat verlangen te
voldoen.
Blijft overigens dan de vraag wat de
Amerikaanse industrie onder genoeg
kopers verstaat. Het antwoord daarop
heeft de heer Curtice gegeven toen
hem na de bekendmaking van General
Motors, dat zij de Vauxhall en Opel zou
gaan Importeren, werd gevraagd waar
om zijn concern niet een dezer typen
zelf ging bouwen inplaats van invoeren.
Hij verklaarde daarop dat een derge
lijke bouwalleen lonend zou zijn bij
een gegarandeerd minimum afname
van 500.000 wagens. En tot dat aantal
zal voorlopig de gehele import van de
kleinere Europese auto's wel niet ko
men.
Het contactorgaan van directeuren
en administrateurs van Nederlandse
symfonie-orkesten schrijft: Verscheiden
jaren reeds hebben de muziekmede
werkers van vrijwel alle Nederlandse
dagbladen en periodieken zich terecht
beziggehouden met het dirigentenpro
bleem voor de symfonie-orkesten in Ne
derland. Velen constateerden, dat plot
selinge leemten in het dirigentenappa
raat voor sommige orkesten een cate-
strofe zou betekenen en men bestempel
de de kwestie allerwegen als een „bran
dend" vraagstuk.
De oplossing van dit vraagstuk ligt in
twee regionen: onderwijs en praktijk.
De directies der conservatoria en het
departement van O. W. beraden
zich over mogelijkheden tot intensive
ring van de dirigentenopleiding aan de
conservatoria. Sinds vijf jaren organi
seert de Nederlandse Radio-Unie diri
gentencursussen (bedoeld als aanvul
ling op het conservatoriumonderwijs).
Men is dus op onderwijsgebied van
verschillende zijden diligent.
De staatssecretaris van economische
zaken heeft op schriftelijke vragen van
het lid der Tweede Kamer de heer
Peschar over de ervaringen, opgedaan
met de wet beperking cadeaustelsel,
het volgende geantwoord:
Het is mijn stellige overtuiging, dat
de wet in het algemeen tot beperking
van de uitwassen van het cadeaustelsel
heeft bijgedragen. Zoals te verwachten
was, hebben sommige ondernemers
wegen gezocht, waarlangs het mogelijk
zou zijn, tegen de kennelijke bedoeling
van de wetgever in, het geven van
brachevreemde geschenken bij de uit
oefening van een bedrijf voort te zet
ten. Over enkele van die cadeau-acties
heeft de rechtelijke macht intussen uit
spraak gedaan.
Op 15 januari 1957 heeft de Hoge
Raad het bij de verkoop van goede
ren aanbieden of verstrekken van
bonnen, rechtgevende op naar keuze
een geldsbedrag of branchevreemde
goederen, in strijd met de verbods
bepaling van de wet verklaard. Op
18 juni 1957 veroordeelde de Hoge
raad het systeem, waarbij hij de
verkoop van goederen bonnen wor
den aangeboden, waarop ter keuze
van de afnemer of wel een geldsbe
drag wordt uitbetaald of wel voor
hem branchevreemde goederen bij
een derde worden besteld. Daarente
gen heeft de Hoge Raad in zijn arrest
van 21 mei 1957 beslist, dat het aan
bieden en verstrekken van brance-
vreemde goederen tegen bijbetaling
van een prijs, welke niet slechts voor
de schijn wordt gevraagd, niet valt
onder het verbod van de wet.
Zoals uit de boven weergegeven
jurisprudentie blijkt is tot dusverre al
leen het gegeven van „cadeaus" onder
betaling van een reële, zy het een lage
prijs geoorloofd bevonden. De staats
secretaris is niet van oordeel, dat thans
reeds vaststaat, dat deze of andere we
gen leiden tot voortzetting van door de
wetgever niet gewilde cadeaupraktij
ken. Hij volgt echter de ontwikkeling
ter zake nauwkeurig. Mocht blijken,
dat wetswijziging nodig en mogelijk is,
dan zal de staatssecretaris deze zeker
bevorderen.
Het Contactorgaan van directeuren
en administrateurs der Nederlandse
symfonie-orkesten, waarin alle stede-
lijke en provinciale orkesten, alsmede
de Nederlandse Radio-Unie vertegen
woordigd zijn, is op initiatief van zijn
voormalige voorzitter, mr. Evert
Cornelis, sedert enige tijd zijn aan
dacht gaan richten op de tweede fase
der opleiding tot dirigent: de prak
tijk, de onontbeerlijk laatste factor.
Men heeft er zich in deze kring re
kenschap van gegeven, dat het uit
sluitend de Nederlandse beroepsor
kesten zyn, die de gelegenheid kun
nen bieden, het onderwijs te doen vol
gen door stelselmatig praktisch wer
ken van vakmusici.
Als eerste poging ontwierp het Con
tactorgaan o.l.v. zijn nieuwe voorzitter,
de heer E. Bomli, een plan, waar
aan de meeste besturen der Neder
landse orkesten en de Radio-Unie ge
heel of gedeeltelijk hun goedkeuring
hebben gehecht.
Voorop staat en dit ter waarschu
wing dat de orkesten niet ter beschik
king gesteld kunnen worden als proef
konijn voor rijp en groen. Zij, die voor
praktisch werken in aanmerking ko
men, moeten, of reeds bewezen heb
ben over voldoende bekwaamheden te
beschikken, of wel in proefrepetities
aantonen, dat hun ontwikkelingsmoge
lijkheden vertrouwen inboezemen.
Het praktisch werkplan omvat drie
groepen: a. Dirigenten, die zóver ge
vorderd zijn, dat zij zonder meer voor
gast-dirigent uitgenodigd kunnen wor
den; b. Jonge dirigenten, die reeds zo
veel ontwikkeling bezitten, dat zij gedu
rende enige maanden bij een orkest ge
detacheerd kunnen worden, alle repeti
ties en concerten bijwonen en geduren
de de detachering één of meer concer
ten zullen dirigeren; c. Jonge dirigen
ten, die voor een examen (proefdirec-
tie en eventueel theoretisch examen) ln
aanmerking komen, om te onderzoeken,
of zij voor groep a. of b. geschikt zijn.
Met groep a. hebben de meeste or
kesten reeds in de programma's van
het seizoen 1957-1958 rekening gehou
den. Sommige orkesten beginnen bin
nenkort met proefrepetities voor groep
c.
Ten aanzien van groep b moet worden
opgemerkt, dat hieraan financiële con
sequenties verbonden zijn, waaromtrent
overleg met betrokken instanties ge
voerd moet worden. Het Contactorgaan
is er zich van bewust dat de ervaring
zal moeten leren, in hoeverre het ont
worpen plan zal beantwoorden aan de
doelstelling en dat slechts stelselmatige
samenwerking van de Nederlandse
Symfonie-Orkesten op de duur tot klin
kende resultaten kan leiden.
Na een langdurige ziekte is op 61-
jarige leeftijd overleden de heer H. van
Wolferen, referendaris bij het ministe
rie van verkeer en waterstaat, hoofd van
de afdeling kabinet en secretarie. Na
aanvankelijk van 1915 af in verschillende
functies bij de PTT werkzaam te zijn
geweest, ging hij in 1932 als adjunctcom
mies over naar het toenmalige ministe
rie van waterstaat, waar hij geleidelijk
opklom. Hij was officier in de Orde van
Oranje-Nassau en Officier in de Orde
van de Eikenkroon van Luxemburg;
Buiten het ambtelijk verband maakte hÜ
zich in de laatste jaren onder meer
verdienstelijk als lid van het landelijk
bestuur en als voorzitter van de afde
ling 's-Gravenhage van het zeekadetten-
korps „Luitenant-admiraal Prins Bern-
hard".