Magisch ritueel van de goudkunstenaar geeft het edele metaal sijn ware adel Honderden Haarlemse kinderen genieten in Epe een pracht-vakantie DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL H KLINGDECOR Schoon ambacht dat ten dode staat opgeschreven Fraaie omgevinggezellig tehuis zonder korvee, recreatie en een prima stemming Kleinkunst Concours Amateurs kreeg hoogstaand besluit Jury moest uit het beste van het beste het allerbeste kiezen RADIO-REPARATIE N.V. DE HOUTWERF TAXI 19000 garage oomen DE GOUDSMID IN HAARLEM EEN ZELDZAME VERSCHIJNING Jaarverslag Werkplaats Antieke textiel Haarlemse Katholieke Vereniging voor het Gezin doet haar naam alle eer aan Gezelligheid en warmte in aula van gymnasium Eerste prijs voor troubadour Blanken ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1957 Nieuw gebouw ontworpen door Openbare Werken PAGINA 3 K Burgerlijke Stand Haarlem Andere prestaties H. MAERTENS N.V. Uit de keuken 5.000ste schip IJmuiden binnengelopen _1KinotlP PT" KI T T et aoudsmidswerk. sterft uit. Er zijn vrijwel geen jonge mensen meer, die T~i nog het geduld kunnen opbrengen om in een kleine werkwinkel met JL stift en pincet, met boor en gasvlam de ijle blaadjes goud te bewerken tot zij geworden zijn tot kostbare sieraden, die een lust zijn voor het oog. Men aaat liever naar een fabriek, waar men in korter tijd meer verdient en waar men zich minder hoeft in te spannen. Men wordt ook niet gemakkelijk goudsmid. De leerscholen in Utrecht en Amsterdam zijn daarvoor niet voldoende. Men moet het handwerk leren in de praktijk van de werkwinkel. In Haarlem telt men nog maar weinig goudsmeden, die zelf nog het edel ambacht beoefenen, die het goud bewerken en verwerken tot sieraad, en die zelf de kostbare edelstenen zetten. Een derzulken is de heer Postma. Vierenveertig jaar geleden begon hij als zelfstandig goudsmid. Dat was aan de Egelantiersgracht in Amsterdam, in welker onmiddellijke omgeving men toen nïaar liefst zeventien goudsmeden kon treffen. Waarschijnlijk vindt men er tegenwoordig geen enkele meer. Maar al dertien jaar tevoren was de heer Postma als goudsmidsleerling bij verschillende patroons in de leer geweest. Dertien jaar lang keek hij overal de kunst af, tot hij in 1913 zei, dat hij het nu zelf ook wel kon. Dat hij het werkelijk kon, bleek wel uit het feit, dat zijn zaak steeds meer groeide en enkele jaren geleden, toen de heer Postma. zijn Amsterdamse zaak van de hand deed, niet minder dan 22 man personeel telde. Zelfs in de crisisjaren een verschrikkelijke tijd voor het bijzonder conjunc tuurgevoelige goudsmidsbedrijf had hij nog altijd zeven man aan het werk. De goudsmederij is voor de buitenstaander een gesloten domein. Zij heeft geen glinsterende etalages, die uitnodigen tot een bezoek. In de etalages van de meeste winkeliers treft men fabriekssieraden aan, die nu eenmaal veel goedkoper zijn. De kenners echter, de liefhebbers van het kostbare kleinood treffen soms nog Wel eens een stukje ambachtswerk van sterk persoonlijke allure. Men herkent het aan dc fijne bewerking, de zeldzame zorg, die er aan besteed is. Dat zyn de kleinoden, die getuigen van vele uren ingespannen werk en van de inspiratie van een werkelijke kunstenaar. De makers daarvan treft men niet in een fabriekshal, maar in een kleine werkwinkel, temidden van allerhand gereedschap, met een lens in het oog en een zinken bak op de schoot, waarin het nog altijd waardevolle goudslijpsel wordt opgevangen Met de heer Postma als een der laatste werkelijke goudsmeden van Haarlem zijn wij een praatje gaan maken in zijn werkwinkel aan de Koningstraat. tangen en scharen en vooral zijn tallo ze vijlen, waarmee hij straks ieder kleinste onderdeel van het sieraad bij vijlt, glad maakt en zijn schoonheid verleent. Van grote, grove vijlen tot ragfijne, rechte, gebogen. Allerhand. Naast de goudsmid hangt zijn gasvlam aan een slangetje. Eraan vast gekop peld zit de „luchtpijp", het slangetje waardoorheen hij blaast, wanneer hij het goud verhit, en waarmee hij de gasvlam kan richten. De kunstenaar Het ontwerp voor de armband wordt uitgerold. De kunstenaar gaat aan het werk. Het lijkt een magisch ritueel. Bezwerend gaan zijn handen over de goudplaat en deze komt er schoon van vorm onder uit. Schakel voor schakel wordt gevormd, tientallen schakels die straks ineen zullen moeten grijpen. Het schild van de armband groeit onder zijn handen. Hij buigt er zachte glooiingen in; hij buigt de klemmetjes op, die die straks de edelstenen zullen moeten vatten. De randen worden kunstig opge werkt, opengewerkt, ingetekend. Straks zuilen zij met kleine briljantjes wor den bezet. Dan wordt de saffier, de diamant, de opaal, de onyx of de ame thyst ingebracht. De heer Postma be werkt de edelstenen niet zelf. Hij be trekt ze rechtstreeks van de beurs of van de diamanthandelaars, die ze ge- Het goud stroomt bij hem binnen. Niet in de vorm van geld, maar echt als goud: in plaat- of staafvorm. Soms koopt hij het van een fabriek; soms van particulieren die om welke reden dan ook, ouderwetse sieraden van de hand willen doen. Vele kilo's goud zijn in de loop van die bijna 45 jaar door de handen van de heer Postma gegaan. En toch rekent de goudsmid in betrekkelijke kleine ge wichten. Goud wordt per gram inge kocht. Gemiddeld drie of vier kilo goud gebruikt hij per jaar. Eenmaal in huis. wordt het goud op geborgen in een blikken kistje en gaat Sf1 ib brandkast in afwachting van de dingen die komen gaan. Nergens zal men zoveel blikken doosjes en kist jes aantreffen als in het huis van een goudsmid. Alles wordt opgeborgen in blikken doosjes. Het goud wacht erin. Het rust. Tot op een dag een klant de zaak komt binnenwandelen en vraagt of zij een armband mag zien. De armband, zoals zij die zich had voorgesteld, is er niet bij. Mevrouw vraagt hoe de klant zich de armband had ge dacht. Met schakels? In wit of rood goud? Druk bewerkt, of modern-ascetisch, strak van lijn en ijl? De klant beschrijft. ,.Komt U over een paar dagen eens terug. \Vii zullen een ontwerp voor U maken In een juwelierszaak is geen echte klant gauw tevreden. Men wil het onderste uit de kan. De juwelier niet minder trou wens. De juwelier tekent een ontwerp, ver werkt daarin de suggesties van zijn klant, maar bepaalt toch zelf de uitein delijke vorm. Het uit te voeren werk zal zijn stempel dragen. In de meest letterlijke zin zelfs. Na een paar dagen komt de klant terug. Zij is verrukt over het ontwerp. Zo had zij het zich ge droomd. De juwelier lacht tevreden. Het streelt zün trots zijn kunnen erkend te zien. Dat kunnen is meer dan alleen maar technisch. Het is zelfs psycholo gisch, want een sieraad is niet een op- zichzelf staand iets. Het moet aanslui ten bij de draagster. Het moet haar persoonlijkheid markeren. De juwelier haalt het goud uit zijn brandkast en loopt naar de smelter-ij. Het wordt ge mengd met borax, zonder hetwelk goud niet smelt. Een gasvlam brangt een hitte van 1100 graden. Langzaam heel langzaam wordt het goud vloeibaar. Het smelt ineen. Het verkleurt van rood naar wit. Het wordt uitgegoten in de plaat- of staafvorm. Het wordt ge kookt met vitriool om de borax weer af te scheiden. Dan is het gereed voor gebruik. Het gaat naar de pietmachine, waar het steeds dunner wordt en steeds ge- rekter van vorm. Alle vormen zijn mo gelijk, tot de fragiele bladvorm toe. De goudsmid kan beginnen. Hij zet zich aan zijn werkbank. Hij trekt de zinken la naar zich toe, waarin het goudslijpsel straks wordt opgevangen en waarin Hij zijn talrijke instrumenten verzamelt, zijn pincetten en boren, zijn Wij zijn dus op vakantie ge weest in Haarlem. Met veel regen, veel wind en veel Zon. Aardige stad en aardige men sen. Om van Schendel te cite- ren„Een der echtste steden van Holland; ik had haar geest be grepen zoals een kind, dat in een nieuw land komt, er scherper ziet dan wie er getogen is. Ik was er gelukkig. Verliefd, zoals een jonge ling dat is in de dartelheid der V be.n ik er niet geweest, nit's meer dan eens gebeurd, ik aiier e?n mensch ontmoette, wien j;t„ had kunnen geven, een kwam en de schoonheid toonde 7o k L? ende oogen". vergaan. Te leven als vakantieganger in je eigen stad is een merkwaardige sensatie, want je moet leven alsof je niemand kent. «Je gaat nu eens niet naar een terras op de Grote Markt, maar je zoekt „Het Zwaantje" 0p aan de Zijlvest, waar oude heren domine ren en de waard eigenhandig een kop koffie serveert. Natuurlijk heb ik door de stad ge baald om het programma af te ^erken, dat de folders heel braaf v°orschrijven. slepen leveren. De combinatie der kleu ren is een belangrijk element bij het monteren van sieraden. Zoals ook het samenstellen van de goudkleur belang rijk is. Iedere goudsmid heeft zijn eigen ervaring met. net samenstellen van het goud dat hij gebruikt. Het goud der sieraden is immers samengesteld uit zuiver goud, zilver en koper. Hoe meer koper, hoe roder het goud. Veel zilver: wit goud. Langzamerhand leert hij hoe hij een gewenste kleur moet krijgen. Zo wordt vaak de goudkleur van een sie raad een visitekaartje voor de maker. De goudsmid legt wit en rood goud tegen elkaar in de armband, die nu steeds meer zijn definitieve vorm be gint te krijgen. Hii combineert kleu ren. Hij speelt met lijnen en punten en langzaam ontstaat het kunstwerk, sierlijk van lijn, tot in de kleinste details afgewerkt. De schakels wor den bevestigd. Het product is ge reed. Tientallen uren van harde, in spannende, maar dankbare arbeid hebben gestalte gekregen in de arm band, die daar nu nog ongepoetst en dof in de werkwinkel ligt. Nu is de beurt aan de keurmeester, want geen product van edel metaal mag verkocht worden, zonder dat de Rijkskeurkamer in Amsterdam of el ders het heeft getoetst op zijn zuiver heid. Daar wordt ook de rijkskeur erin geslagen, zodat het onmiddellijk herken baar is. Men kent de kaarten, waarop de rijkskeurmerken zijn afgedrukt. Men treft ze vaak in juwelierszaken. Meesterteken Is het rijkskeur verkregen, dan komt de armband terug in de werkwinkel. De goudsmid drukt er zijn eigen merk in, zijn meesterteken. Iedere zelfstandi ge goudsmid; die het handwerk daad werkelijk beoefent, heeft zulk een mees terteken. De heer Postma heelt als meesterteken: „2LP", L. Postma, maar die 2 wil zeggen, dat er reeds twee goud smeden zijn, die de initialen L.P voe ren. Met dat teken van de kunstenaar gesierd, gaat de armband naar de po- lijstafdeling, waar zij de Matste be werking ondergaat. De oneffenheden worden verwijderd en het edel metaal krijgt er zijn glans, zijn straalkracht. Vaak ook werkt de goudsmid zonder opdracht, zomaar voor zijn plezier. Dan kan hij zich vrijelijk uitleven en er ontstaan de vreemde producten van zijn fantasie. Vooral broches: vogelfi guren, een kikker op een pompeblad, li bellen, of hangers, oorbellen of ringen, stuk voor stuk met de hand gevormd. Het huis van een goudsmid is een brand kast: het herbergt tonnen aan waarde, maar het herbergt ook de vonk van het edel ambacht. De Werkplaats voor Antieke Textiel in Haarlem, had blijkens haar .jaarver slag over 1956, op 1 januari 1956 66 personen in totaal in dienst. Op 31 de cember van dat jaar waren dat 62 per sonen. Het merendeel hunner was af komstig uit Haarlem. Met het perso neel werden excursies gemaakt naar het Musée lu Cinquantenaire in Brus sel en naar de Rembrandt-tentoonstel- ling in het Rijksmuseum in Amster dam. Nog steeds beschikt de Werkplaats niet over een voldoende .geoutilleerd ge bouw. Op 28 december 1956 bracht de Arbeidsinspectie een rftpport uit over de huisvesting. De verlichting en lucht verversing zijn slecht. De verwarming is ongelijk, terwijl door het stoken der kachels grote stofontwikkeling ontstaat. Het bestuur bracht aan B. en W. van Haarlem verslag uit over de voor naamste eisen waaraan een gebouw zou moeten voldoen. B. en W. hebben Openbare Werken een nieuw gebouw laten ontwerpen, dat behoudens enkele kleine wijzigingen door het bestuur van de stichting is aanvaard. In 1956 werden 227.619 cm2 gerestau reerd in 9457 werkdagen in totaal. 178.193 cm2 werden in de weefafdeling geweven in 1443 werkdagen. Van de gemeente Haarlem werd een verzoek ontvangen om acht kussens te weven voor de Ridderzaal van het stadhuis. Men beraadt zich op het ogenblik over de keuze van de ontwerper. Over de restauratie van het Haarlemse wand- tapijt „De wapenvermeerdering van Haarlem" wordt een publikatie voorbe reid. Met het begin van de restauratie wordt gewacht op de toestemming van 'G. S. van Noord-holland. In 1956 kwa men drie wandtapijten gereed: één voor Maastricht, en twee voor Nijmegen. In het jaarverslag wordt verklaard, dat het nodig zal zijn om steeds nieuwe opdrachten aan te trekken, wil men de technische en artistieke prestaties en ervaring van het personeel niet verlo ren doen gaan. Er is enig verloop van bekwame krachten te constateren. Hiervoor zal een oplossing gezocht moeten worden in verband met de werkzaamheden die nog verricht moe ten worden. Advertentie GEBOREN: z. v. C. M. van der Wes ten-de Vries; Z. v. J. N. Holder-van der Griend; z. v. M. A. Singelenberg-La- mens; d. v. F. A. Hendriks-van Kuyk; d. v. C. W. van Leeuwen-Boogers; d. v. J. E. Hoogewerf-Houtkamp; d. v. W. Siegerist-Jordans; d. v. A. M. van Rijn- Platei; d. v. G. Th. Turkenburg-Bult. OVERT .EDEN: B. A. M. A. van Klooster, 10 j., Meesterjoostenlaan; R. A. J. Elleswijk, 60 j., Kamperlaan; F. M. J. van Ees-van Wijk, 84 j.. Grote Houtstraat; M. Karhof-Kwakman, 87 j., Westerhoutpark; C. M. Twisk-Mi- chel, 50 j., Nieuwe Gracht. Jongens, wat was het gezellig gister avond! Vergeef ons die populaire uit roep, maar het was niet anders. Het besluit van het Haarlems Amateur Kleinkunst Concours is een groot, suc ces geworden. Hoewel de gezelligheid van het verlichte Prinsenhof vanwege de weersomstandigheden gemist moest worden, bood de aula van het Stedelijk Gymnasium voldoende compensatie. De ruimte was feitelijk te klein om het Aan zijn houten werkbank zit de goudsmid. Onder hem een zinken bak om het goudslijpsel op te van gen, dat straks weer tot staafjes wordt gesmolten. Onder zijn hand. groeit het sieraad. Vele zijn nodig om het edel meta.al in zijn uiteindelijke vorm te dwingen. Hier wordt een oude handboor Qe- bruikt om minuscule gaatjes te bo ren, waarin straks kleine brillant- jes of diamantjes worden gezet. Deze handboor wordt gebruikt, om dat zij veel gemakkelijker wend baar is dan de motorboor, die voor het meer groffe werk wordt ge bruikt. Ik heb voor het stadhuis gestaan, dat met zijn tinnen meer de indruk maakt van een onneembare ves ting. Van huiselijkheid valt er niet veel te bespeuren, als je een uitzon dering maakt voor het Vreemdelin genbureel op de hoek van Markt en Zijlstraat, waar een bloedrode ge ranium voor een der vensters een bloeiend symbool is. De geranium wordt node gemist in het stadswapen van Haarlem. Je treft die bloemige plant overal in het stadsleven aan; op de hofjes escorteren de geraniums het thee lichtje, in de Kerkstraat fleuren zij de oud-Hollandse sfeer op, de Ane- gang maken zij tot een gezellige huiskamer en op de rotonde van de Grote Markt zijn zij het vurige lichtbaken in een kolkende ver- keerszee. De mensen. Zij leven en bloeien, die Haarlemmers, als geraniums: deugdzaam en proper, schuchter en niet te gauw intiem. Maar als je ze „water" hebt gegeven, worden ze je beste vrienden. Zij blijven zich zelf, in ieder geval, netjes en deftig, en met een charme, die je week om het hart maakt. En kom je bij hen thuis maar dat gebeurt niet zo gauw dan zijn zij de gulle gast vrouw en gastheer, die er zich niets aan laten gelegen liggen, dat de kas op het stadhuis een tekort heeft van meer dan een vijf miljoen gulden. Gelukkige mensen, die zo kunnen geven ennemen. In hun gezel schap wordt Haarlem toch de stad om verliefd te raken voor wie nog niet te oud is om achttien jaar te zijn. Daarvan draagt de Haarlem mer Hout het grote geheim, het mysterie, dat altijd zal fascineren. Worde het nooit opgelost. eel even ben ik in Amster dam geweest, een stad, waar een Haarlemmer gauw uitge keken is. Voor de rest ben ik bin nen de veste gebleven met hoog stens een slippertje naar Spaarn- wou om daar bij de Stompe Toren in een onvergelijkelijk polderland schap Klaas Kieten te gedenken, de Spaarnwouer reus. Zo een tocht, eerst langs het water met zeilende, poedelende, vissende of luierende mensen, doet het hart sneller klop pen en ze geeft de verwachting er gens aan de horizon zo maar de hemel binnen te rijden. Zover komt het niet, maar de herinnering is even glanzend als een zomeravond in Haarlem. Zo een avond is nooit verloren tijd, Wanneer je omstreeks het elfde uur aan de wandel gaat, kies dan bij voorbeeld de richting van het Spaarne, in het hart van de stad. De Oude Gracht af, rechts het wa ter volgend. Het is goed in gezel schap te zijn, want het spel van woord en gebaar krijgt in de late avond zo een prachtig reliëf. Je praat met je gezel(lin) over de din gen van alledag, over thuis, over de liefde of over het weer, en onder wijl voltrekt zich het wonder van de rust, die binnen je vaart. In die omgeving, tussen Kamper vest en Oude Gracht, ervaar je de sfeer van „Een Hollands Dra ma", sober verteld door Van Schen del, én in de mensen herken je Wou ters van de hoek op de gracht, juffrouw Thijs, bakker Warner, de driftige spekslager Briemen, oude iuffrouw Sanne met haar kwaad sprekende tong, schoenmaker Tops, Minke en die blikslagerse Nuyl. In de verte ontwaar je de gepredes tineerde en gebogen gestalte van Gerbrand Werendonk, eenzaam in ziin jacht op een onmenselijk ide aal Het is, of daar de tijd is blijven stilstaan. Alleen een bioscoop met een knallende western verraadt, dat de nieuwe tijd zijn recht heeft doen gelden. Neem je, tegen middernacht, af scheid van je gezel(lin), al is het slechts met een handdruk en een paar onhandige woorden, dan voel je jezelf een gelukkig mens. De rust rond het Spaarne, waar een verlate meeuw plots kan neerzwe- ven, werkt heilzamer dan duizend pillen; de vreugde om de klok slag van een toren stemt milder dan de dartelende harmonica-klanken uit een kroeg. En terwijl de kaden langs het Spaarne liggen te wachten op de matineuze bedrijvigheid van de kooplui, zwerft een vakantieganger door de stad. Een tevreden man. Begrijpt u nu, waarom ik als va kantieganger met weemoed van Haarlem heb afscheid genomen, en waarom ik met plezier in de stad ben teruggekeerd om er weer aan de slag te gaan? er in ue &iau grote aantal belangstellenden te bergen maar na veel schuiven, passen en me ten kon iedereen toch een plaatsje krij gen. Het werd daardoor wel heel erg warm en „dichies bij dichies", doch dat was voor niemand een bezwaar, zeker niet voor wie die avond verliefd was. En verliefd zijn wij feitelijk allemaal een beetje geworden, op het program ma wel te verstaan. Een voortreffelijk programma, waarin ieder nummer, ge zien naar zijn karakter, vrijwel niet aan amateurisme deed denken. Daar toe werkte ongetwijfeld mee, dat de executanten nu op een officieel, zij bet bescheiden, podium optraden, hetgeen de sfeer ten goede kwam. De jury hebben wij intussen niet benijd Zij stond voor de vrijwel on mogelijke taak uit het beste van het beste nog eens het allerbeste te kie zen. Maar iedereen zal het met haar beslissing eens zijn geweest en de bijval uit de zaal getuigde daar van dat de eerste prijs 100) ver geven werd aan de heer S. Blanken, die als Amerikaanse troubadour en kele songs ten beste gaf. Hij deed dat eerlijk zonder naar het sentimentele te chargeren, gevoelig en zonder eni ge pretentie. Zijn fraaie, omfloerste stem deed bijzonder sympathiek en warm aan. Dat The Greenhorns, een cowgirl en vpf cowboys, de tweede prijs 75) kre gen, was bijna vanzelfsprekend. Dit en semble bestaat uit zes schijnbaar indi vidueel zingende en spelende typen, maar zij zijn zo voortreffelijk op elkaar ingesteld, dat ieder nummer niet alleen een kostelijke (vanwege de mimiek), doch ook een bijna gepolitoerde afwer king krijgt, zonder dat aan de sponta neïteit afbreuk wordt gedaan. Ida Rooyers, op wier talenten wij meermalen hebben mogen wijzen, leg de beslag op de derde prijs (ƒ50). Zij kwam nu voor het voetlicht met een eminente voordracht van Ed. Hoorniks „De trap". De vierde prijs 25) ten slotte ging naar de heer M G. Droog, die in een aria uit „Don Carlos" be wees, tot welke hoogte een amateur kan komen. Ofschoon wij het volkomen eens zijn met de beslissing van de jury, moeten ook wij erkennen, dat feitelijk iedereen een prijs verdiend had. Met genoegen hebben wij geluisterd naar een Italiaan se potpourri door het Accordeon Duo (D. Buur). Bram van der Wal nam ons met vaste (linker)hand en sneltekenend mee naar Parijs. Tonnie Verschoor zong artistiek verantwoord een tweetal Yam ons bezoek aan de Haarlemse Muggen, woensdag in Epe, hebben wij dankbaar gebruik gemaakt om kennis te maken met de meisjes, die vanwege de Haarlemse Katholieke Vereniging voor het Gezin ïn het kamp centrum te Epe van een volle week vakantie genieten. \V ij hebben ze in ons verhaal over de Muggenronde Muggin- netjes genoemd om wat in stijl te blij ven, maar wij kunnen U verzekeren, dat zij niet zo prikkerig van aard bleken te zijn als misschien verwacht mocht worden. Het was de eerste maal, dat wij het Haarlemse Centrum te Epe in Gelderland bezochten. Destijds heeft de Haarlemse gemeenteraad een naar verhouding kapitaal bedrag gevoteerd om het huis plus terrein, totaal drie hectare, voor de gemeente aan te kopen. Wie nu bedenkelijk het hoofd schudt en zich afvraagt, of zo'n aankoop nu wel gerechtvaardigd is, moet eens de moeite nemen naar het Wisselseveld in Epe te trekken. Een verblijf van yen paar uur is voldoende om tot inzicht te komen, dat het geld goed en heel goed besteed is. Homderden Haarlemse kin deren krijgen volop gelegenheid echt va kantie te houden in een prachtige en natuurrijke omgeving, en bovendien in een eigen milieu in tegenstelling tot andere gemeentem, waar de kampen wor den georganiseerd van gemeentewege. Haarlem heeft dus het gezonde systeem, dat de gemeente financieel in zeer be langrijke inate bijdraagt, maar dat liet Advertentie Nassaustraat 5 - Haarlem - (Tel. 15220 Nieuwe Groenmarkt 2 - Haarlem - Tel. 15228 operetteliederen en Tom van Ek deed het buitengewoon goed als verteller. Mr. Jack (J. Bruyn) was echt wat je noemt een nummer apart. Zijn trucs sloegen in en zijn woordje had hij slag vaardig bij de hand. Zij nog vermeld, dat hij een dappere assistente tot zijn beschikking had die met „zand, zeep en soda" wonderen wist te doen. Aiberto Noretti was een vaardig flui tist, het Bicesto Trio maakte verdienste lijke capriolen op zijn mondharmoni ca's en Los Spaarne Gajos voerden hun publiek de Spaanse sferen binnen. Het was dus allemaal heel mooi en plezierig, en terecht dankte Jan Kraak man de Stichting Haarlems Bloei, D'Op- rechte Amateur en de initiatiefnemer Wim de Ree, die ook deze avond de nummers aan eikaar knoopte. Wim de Ree gooide daar nog een schepje bo venop en de heer W. van Willige toon de zich uiterst dankbaar jegens de jury en de mensen van Openbare Werken en het Electriciteitsbedrijf, voor wie geen moeite teveel was om de avonden mede te doen slagen. De heer Van Willige reikte, daarna de prijzen uit en zijn vraag, of zo'n concours herhaald moest worden, werd door iedereen met een volmon dig ja beantwoord. Wij rekenen er in ieder geval op. W.H. Troubadour Blanken tijdens zijn optre den in het Haarlems Kleinkunst Con cours voor Amateurs, waarvan gister avond de finale gehouden werd. Deze sympathieke troubadour ging met de eerste prijs naar huis. particulier initiatief zich ten volle kan ontplooien. Uit zo'n particulier initiatief is de Haarlemse Katholieke Vereniging voor het Gezin geboren, en talrijke kinderen hebben het daaraan te danken, dat zij de prettigste herinneringen bewaren aan hun vakantie. Vorige week hebben daar de grotere jongens gebivakkeerd, deze week waren het de grotere meis jes; vandaag zijn de juniores van de jon gens naar Epe vertrokken en volgende week komen de kleinere meisjes aan de beurt. Wij troffen dus de oudere Muggin- netjes, snaterende meisjes, die uiter aard moesten giechelen om de vreemde eend in de bijt, die wij waren. Maar wij konden het goed met elkaar vinden. De sfeer en de stemming waren trou wens uitstekend, en zo verwonderde het ons niet een praatje te maken met een tevreden leider, de heer G. J. Harder- smeets. Hij was in één woord enthousiast, en schoof zijn gevoelens niet onder stoelen of banken. Met zijn negen leidsters, twee huishoudsters en een verpleegster heeft hij een voortreffelijke groep meisjes, wier leeftijd van 11 tot 15 jaar varieert, getroffen. De meisjes vermaken zich uitstekend en voelen zich in het centrum volkomen op haar gemak en thuis. Dat thuis-voelen is het opvallende kenmerk van het Wisselseveld. Het is er huiselijk en gezellig. Men kan dan ook moeilijk van een kampcentrum spre ken, veeleer van een vakantiecentrum. Want het is daar volkomen vacantie. De meisjes of jongens hebben geen korvee-diensten: geen vaten wassen dus, geen piepers jassen, niet stoffen of vegen. Wel moeten zij hun bed opmaken en zorgen, dat de kamertjes niet rom melig worden. De jongelui hebben de tijd voor zich zelf en dat geeft de leiding de plicht ze constant bezig te houden. Maar dat lukt uitstekend, naar de heer Hardersmeets ons verzekerde, en de leidsters die wij spraken be vestigden dat. De meisjes bleken zich volkomen aan elkaar aangepast te hebben, zij vormen eigen groepjes en zorgen heus wel, dat zij aan ple zier niet te kort komen. Het dagpro gramma, met de maaltijden als vas te uitgangspunten, wordt steeds zo gevarieerd mogelijk gehouden en dat het de aandacht heeft van de meisjes moge blijken uit het feit, dat er van heimwee vrijwel geen sprake is. Uit een gesprek met de directeur van het vakantiecentrum, de heer P. de Ruyter, en diens echtgenote werd het ons duidelijk, dat zij hun taak niet al leen zakelijk maar evenzeer ideëel op vatten. Zij zien niet toe, maar leven mee met die roerige gemeenschap, die het centrum voor en'ige dagen in bezit heeft genomen. Zij hebben de steun van drie meisjes hulpen en een kookster als vast perso neel. Die krachten hebben zü ook nodig, ais men bedenkt, dat vorige week de oudere jongens de meisjes eten wat minder per dag vijftig broden, vijf en veertig kilo aardappelen en vijftig liter melk verorberden. Maar het werk komt voor elkaar, het eten is prima en het is de grootste ver rassing, wanneer er „drie-in-de-pan" op tafel komt, hetgeen betekent, dat er in de keuken vierhonderd baksels ge maakt moeten worden. En ze gaan op. Voor de groep zij het nog complimen teus, dat de heer De Ruyter zich zeer prijzend uitliet over de goede orde en de discipline, die betracht wordt zonder dat de kinderen aan de leiband lopen. Er heerst daar in Epe dus een feeste lijke stemming. Vier weken lang toe ven daar in wisselende groepen drie honderd kinderen van de Vereniging voor het Gezin. Dat zij van aanpakken weten, hebben wij reeds verteld in een onzer verslagen van de Muggenronde. De Mugginnetjes mogen er zijn, en ook altijd blijven. Advertentie De PLASTICBEKDEDINGSPLAAT voor toonbanken tafels, bars enz. enz. Kamper singel 20-24 - Tel. 0 2500-11932 Het 5.000ste schip is IJmuiden binnen gelopen. Het kwam drie weken vroeger dan in 1956. Het was het Noorse vracht schip Simala.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 3