Reorganisatie van het Stationsplein
Plan van N.Z.H. maakt van het plein
één groot busstation voor alle lijnen
STATIONSPLEIN
visitekaartje van de stad
N.Z.H.-plan fantasieloos en
eenzijdig in probleemstelling
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
Plan-O.W
EXPOSITIE IN VLEESHAL VRAAGT AT.T.FJR AANDACHT
Spoorwegen en Openbare Werken
willen haven voor bussen met
voldoende parkeergelegenheid
voor particulieren
Plan-N.Z.H.
Autoradio
nnmi
imnn
i.T
SLEUTEL WEG
i
Waarom niet een
Haarlemse Lijnbaan?"
„DE SLEUTELSPECIALIST"
SATERDAG 17 AUGUSTUS 1957
PAGINA 3
Jii.
-
Het oppervlak van het Haarlemse Stationsplein zal in de toekomst ver
dubbeld moeten worden. Het hele gebouwenblok tussen het plein en
de Lange Molenstraat zal daartoe, zoals bekend, gesloopt moeten
worden. Een belangrijk deel van die sloping zal volgend jaar vermoedelijk
reeds geëffectueerd zijn. Uit die afbraak resulteert een hoogst noodzake
lijke verkeersverbeteringhet Stationsplein zal dan niet langer de lelijke
pijpela van nu een te brede en rommelige straat zijn, maar een
werkelijk plein, althans wat het oppervlak betreft. Dat vergrote plein zal
visueel overzichtelijker worden. De gevel van het stationsgebouw en zijn
markante bestanddelen ingang en uitgang zullen voor een belangrijk
deel het plein en de functie ervan bepalen. Ten gerieve van de reizigers
zal er meer ruimte kunnen komen voor autobussen, voor taxi's en voor
„kort" parkerende auto's.
Er zijn drie schetsmatige en voorlopige plannen voor de indeling van
tt ,Veogrote Stationsplein, die thans geëxposeerd zijn op de tentoonstelling
slissen'w011!! in de Vleeshal. Mettertijd zal de gemeenteraad moeten be
houders van Hade:iinitieve indelin£ van het plein. Burgemeester en Wet-
Hollandse Vervoer ^a!^ben in beginsel het plan van de Noord Zuid-
de gecreëerde ruimte grotenH^il aai}vaard' dat zoals wij reeds bench"en'
langgerekte bus-perrons aan te ïeèïeJbenutten als bus-station door er drie
stelling in de Vleeshal ook de p?ScM°Pode te°,0°n'
en van de gemeentelijke diens, voor aïïLrTe
beiden van ongeveer dezelfde gedachte uitgaan: tussen de in- en uitgang
van het stationsgebouw op het plein een soort haven voor de autobussen,
die gemarkeerd zal worden door twee langgerekte trottoir-uitstulpingen
vóór de in- en uitgang. De laatstgenoemde plannen omvatten bovendien
vrij grote parkeerhavens, geprojecteerd naast de stations in- en uitgang.
De bestemming van de ruimte op het „nieuwe" Stationsplein zal bepaald
moeten worden door de functie van het station. De drie plannen hebben
daarmee rekening gehouden. De N.Z.H. is er kennelijk van uitgegaan, dat
et rnercndeel van de treinreizigers ook van de bussen gebruik maakt,
erwijl de twee andere plannen het plein voor een belangrijk deel ook
dienstbaar willen maken aan het niet-openbare vervoer van treinreizigers,
w casu aan het scheppen van parkeermogelijkheid voor particuliere auto's,
dan m°ecliikh<:id gunt het N.Z.H.-plan ook wel aan automibilisten, maar
op zeer beperkte schaal, namelijk tussen het derde busperron en de
veiKeersweg op het nieuwe plein van de Kenaustraat naar de Parkstraat.
m M$:
Concentratie
»A U T O R A M A"
jfl I l i i 1 i
355B1
vUiiiU'
Parkeerhof
Tunnel
Oplossing van allure
Nation
SGEbOuw
aXWWWWVWWWvWVNWW.
f,
i
lJlJ
1J'J t1!
1J
Ruimte
'KtHUJSTRtAT
VV\V\\\Vn.\vA\ 1
WVA
\W\\w\
RUIMTE
PflRKSE
blemen in de Haarlemse binnenstad,
naar hun mening gevraagd.
De heer D. L. M. Smit, die reeds
eerder van zich heeft doen spreken als
ontwerper van een stoutmoedige en
„verheven" oplossing van die proble
men, kon zich gedeeltelijk wel met de
plannen van de N.Z.H. verenigen, voor
al wat betreft de overzichtelijkheid en
het gemak van een horizontale busop-
steiling als ook de concentratie van alle
haltes op één plein.
Overigens vond hij het door de bus
maatschappij ingediende plan te een
zijdig, omdat het bijvoorbeeld geen
rekening houdt met reizigers, die p<-r
auto, fiets of bromfiets van en naar
het station gaan. Bovendien betwij
felde de heer Smit of de bussen inder
daad vrijwel de gehele ruimte van het
toekomstige Stationsplein nodig zou
den hebben. Dé beide andere plannen
bieden zijns inziens ook estetisch
meer mogelijkheden, al vond hij een
parkeergelegenheid bij de ingang van
het station niet nodig, en het inrijden
van de bussen bemoeilijkend. Daarente
gen leek hem bij de uitgang van het
station voor de „afhalers een moge
lijkheid voor „kort" parkerer zeer
TT et reorganisatieplan voor
f~1 het Stationsplein, zoals dat
■L J- is ingediend door de NZH.
B. en W. van Haarlem hebben zich
in beginsel akkoord vèrklaard, zo
dat dat plan dus vermoedelijk aan
de gemeenteraad zal worden voor
gelegd. In horizontale richting,
evenwijdig dus aan de stationsgevel,
ziet men de drie bus-perrons. Het
noordelijk perron is bestemd voor
bussen, die (komend uit het cen
trum) naar Haarlem-noord gaan.
Langs het zuidelijke perron stop
pen de bussen in zuidelijke rich
ting. Het middelste perron on
geveer ter plaatse van de tegen
woordige zuidelijke rooilijn van
het plein is bestemd voor de
interlokale bussen, die bij het sta
tion hun begin- en eindpunt heb
ben. Ten behoeve van wachtenden
is er een haltegebouwtje gedacht
met akkommodatie voor de uitvoe
rende diens van de NZH. Volgens
dit plan zullen de taxi's weer on
der de overkapping komen, waar
eertijds ook aapjes-koetsiers plach
ten te staan.
Het zuidelijk deel van het ver
ruimde plein vormt een onderdeel
van de deels reeds bestaande bin-
nenringweg in het Haarlemse
stadscentrum. Die ringweg loopt
namelijk via de (voormalige) Lange
Molenstraat, Parkstraat, Ripperda-
park, langs het Spaarne, Gedempte
Oude Gracht, Nassaulaan, Kenau
park en Kenaustraat.
het voetgangers- en fietsenverkeer
wellicht zelfs voor de bussen zou er
bovendien weUicht een onderdoorgang
onder de stations-perrons gemaakt kun
nen wonden tussen de in - en uitgang.
Die tunnel zou daar dus een derde ver
binding kunnen worden tussen de noord
en zuidkant van de spoorbaan. Ter
plaatse zijn thans slechts enkele onbe
tekenende dienstruimten van het sta
tion.
Met de heer Smit vond ook de heer
Holt het zeer gewenst, dat het ver
ruimde Stationsplein opgefleurd zou
worden bijvoorbeeld door caféterrasjes
die daar op het zuiden kunnen liggen
winkeltentjes en een inlichtingenbu
reau voor Haarlems Bloei. De lelijke
straatwand van de Lange Molenstraat
zou niet alleen gemakelijk, maar ook
betrekkelijk goedkoop, te camoufleren
zjjn door er tegenover lage winkels te
bouwen, die daar op een zeer gunstige
„stand" gesitueerd zouden zijn en een
aantrekkelijk antipode kunnen vormen
voor het dominerende stationsfront.
Stationsgebouw M S
77 en overzicht van het Stations-
/i plein te Haarlem, enkele ja-
ren geleden, toen de N.Z.H.
nog met haargroene bussen reed.
De situatie is intussen niet eenvou
diger geworden. In een de andere
weggebruikers verbijsterende wir
war wringen de bussen zich over
het Stationsplein. De ruimte is vol
komen ontoereikend om een soepel
verloop van de verkeersstroom mo
gelijk te maken. Daarom is het toe
te juichen, dat binnen afzienbare
tijd een begin kan worden gemaakt
met de reorganisatie van het Sta
tionsplein.
Het Stationsplein ligt niet alleen
in het hart van Haarlem, maar
ook in de onmiddellijke nabij
heid van een knooppunt van belang
rijke verkeerswegen, wanneer begin
v°lgend jaar de Prinsenbrug gere'ed
zijn. Óp het Kennemerplein zul
len dan het noord-zuidverkeer door
he Haarlemse binnenstad en het oost-
^'estverkeer via de Prinsenbrug en de
heide Bolwerken elkaar kruisen. In de
toekomst zijn daarvoor dus stellig voor-
leningen nodig op het Kennemerplein.
plan bestaat dan ook om de huizen
aan de stationskant deels reeds van
he Spoorwegen of van de gemeente
a£ te breken. Het plein kan daardoor
fnigszins verruimd worden, terwijl er
bovendien parkeergelegenheid gecre-
eerd zou kunnen worden.
Het schijnt evenwel in de bedoeling
»an B. en W. te liggen om eerst de
reorganisatie van het plein ten zuiden
«n? station ter hand te nemen. De
braak van het gebouwenblok. tussen
et Stationsplein en de Lange Moleit-
to 1at betekent weliswaar een kapi-
aaisvernietiging, maar die gaat daar
o mindere mate ten koste van woon-
ïmte dan bij de afbraak van de hui-
zen aan de stationszijde van het Ken-
of ?rP het SevaI zou zijn. Daar
voo a^ge?°ver' 2at een verbreding
Van dat plein, althans nabii de beide
Viaducten, urgenter zou kunnen bliiken
Prin"CPh oost-west verbinding via de
Prinsenbrug gerealiseerd zal zy„.
Voorlopig heeft men echter bij het
stationsplein slechts te maken met
hoord-zuidverkeer, dat langs het plein
«een geleid wordt.
oytetijd, wanneer de verschillende
ladsringwegen gerealiseerd zijn, zal
ïpo p!ein nog meer tussen verkeersstro-
h6t in komen te liggen. Behalve met
humoord-zuid verkeer heeft men dan
h<> ®bjk zowel aan de noord- als aan
yi«t e'hkant van het station te rekenen
hoi -Westelijke gerichte wegen. Dat
ke aanzien van de kruisingen op
rnot e Japïoerplein en bij de Kruisweg
kpo zich v?WeS uiteraard moeilijkheden
r. rengen, ook voor het busver-
tl
zwaren jA'. heeft onoverkomelijke be
nen van o?6r> de suggestie in de plan-
öpoorweg Ponbare Werken en van de
te laten v? ,0rn de bussen merendeels
Be?j '..klein keren langs ,,parkeer-ton-
zuidzijde v vluchtheuvels, die aan de
waren, q®1 de grote bushaven gedacht
Des immers Verschillende bus-heuvel-
Passagiers v, z°t»den niet alleen voor de
lllGt 2\Xt O n vtllllr rrnn in ITOV» L o r\ /-j
de de N.Z.H. ook aan als bezwaar te
gen het door B. en W. terzijde ge
legde plan, dat het geen doorgaande
rijweg voor het openbare en particu
liere verkeer op het plein inhoudt.
De heer J. J. Jurrissen, directeur van
de N.Z.H., deelde ons desgevraagd me
de, dat volgens het plan van zijn maat
schappij bet Stationsplein ook bedoeld
is voor de bussen van Maarse Kroon
en NACÖ, die thans ten noorden van
het station stoppen. Een concentratie
van alle bushaltes op één plein biedt
immers voor de reizigers veel voorde
len, vooral wanneer zoals in het
N.Z.H.-plan een duidelijk onder
scheid gemaakt wordt tussen lokale en
interlokale lijnen. Overigens meende de
heer Jurrissen echter, dat de NACO-
en Maarse Kroon-bussen voorlopig
nog wel op hun oude plaatsen zouden
(willen) blijven stoppen.
Het N.Z.H.-plan ziet vrijwel het ge
hele Stationsplein als één groot bussta
tion. De Nederlandse Spoorwegen en
Openbare Werken van Haarlem hadden
de te scheppen ruimte ook nog andere
functies toebedacht. De heer Jurrissen
meent echter dat de bussen mettertijd
die ruimte zeker nodig zullen hebben,
omdat hun aantal zal moeten toenemen
naarmate Haarlem zich uitbreidt. Ove
rigens geloofde hij niet, dat daarmede
door Openbare Werken en de Spoorwe
gen geen rekening gehouden zou zijn.
Slechts terwille van de overzichtelijk
heid en van het gemakkelpker in- en
uitrijden der bussen geeft de N.Z.H. dus
de voorkeur aan een horizontale busop
stelling, boven de diagonaals wij ze halte
eilanden in de beide andere plannen.
onoverzichtpimVren(ie
de bus-chauff eid'
t>m te mariA S' die te wéinig ruimte
halve de iJ~Uvreren zouden krijgen. Be-
2lchteliikhpv,ewil<1<eldheid en de onover-
eid voor de passagiers, voor-
Advertentie
ÖJBOUW EN SERVICE STATION
Krocht /H- J- MAERTENS)
ent 4 Haarlem - Tel. 15228
^Waarlijk zijn in verband
oversteken en de
maar ook voor
li«n(ir\q«n
Parkstr
opatellcngtc
Kenaustr
55'
Estetisch beschouwd biedt het
plan van de N.Z.H. een saai
beeld omdat het totale opper
vlak van het Stationsplein is ge
bruikt om er de autobussen breed,
zeer breed op uit stallen. Het lijkt
ons dan ook voor de toekomstige
voetganger een weinig boeiende
bezigheid om op het vrij omvang
rijke plein haag na haag van pa
rallelle, door autobussen gevormde
barricades, te moeten „nemen" om
eindelijk het stationsgebouw te ont
waren. Op de maquette althans staan
op alle beschikbare ruimte de auto
bussen, als kralen aan een ketting.
Is dat in de praktijk niet zo, dan
treedt het beeld op van een on
ordelijke leegte. Dit plan, het gehele
Stationsplein te reserveren als bus
station, is te eenzijdig in zijn pro-
Onze medewerker Leoinus Tol
lenaar geeft hierbij zijn visie op
de estetische en stedebouwkun-
dige aspekten van de verschillen
de reorganisatieplannen voor het
Stationsplein.
f A e gemeentelijke dienst voor
t Openbare Werken van Haar-
lem heeft een reorganisatie
plan ontworpen, waarbij de bus
haltes gesitueerd zijn binnen een
„bushaven" langs een aantal kleine
vluchtheuvels. Aan weerszijden
van die „haven" is parkeergelegen
heid gedacht voor halers en bren
gers van reizigers. De bushaltes
zijn hier moeilijker vind- en be
reikbaar dan in het NZH-plan.
Beide plannen gaan uit van de
tegenwoordige toestand, dat alleen
de interlokale bussen het station
als uitgangspunt hebben. Voor de
stadsbussen is het te reorganiseren
plein een circuit, dat voor de bus
sen uit het noorden bereikbaar is
door het viaduct van de Jansweg.
Over de Kruisweg rijden die bus
sen na hun halte zuidwaarts. De
bussen uit zuidelijke richting be
reiken eveneens via de Jansweg het
stations-circuit. Zij vervolgen hun
route noordwaarts via de tunnel
van de Kruisweg. Bij de Jansweg
zullen dus bussen uit beide rich
tingen elkaar kruisen.
De Nederlandse Spoorwegen had
den een plan ontworpen, dat slechts
op ondergeschikte punten verschilt
van dat van Openbare Werken.
Voor de plannen, zoals die in de
Vleeshal geëxposeerd zijn, bestaat een
levendige belangstelling. Er zijn zelfs
bezoekers op de tentoonstelling geweest
die met een lineaal gingen berekenen,
of hun eigendom in de Lange Mo
lenstraat wellicht gesloopt zou moeten
worden, omdat op de maquettes name
lijk twee toegangen zijn aangegeven tot
een parkeerhof, die men in de toekomst
gedacht heeft achter de gevelwand van
die straat. Zover is het echter nog lang
niet, al was het maar, omdat de daar
toe benodigde grond nog geen gemeen
telijk eigendom is en vooral ook omdat
die (kostbare) parkeerhof geen essenti
eel onderdeel uitmaakt van de reorga
nisatieplannen van het Stationsp'
Een sta- in- de -weg voor die plannen
vormt bovendien, dat de vier panden
tussen Royal en Beijnes nog niet in
handen van de gemeente zijn.
Al met al is de reorganisatie van het
Stationsplein een kwestie, waarbij niet
uitsluitend de N.Z.H. als belanghebben
de betrokken is, en die mede blij
kens de grote belangstelling voor de
de Vleeshal in het brandpunt der be
langstelling staat. Wij hebben ook enke
le geïnteresseerde burgers, die bij her-
hnling getuigd hebben van hun belang
stelling voor verkeerstechnische pro-
noodzakelijk. Voor parkeren van lan
ger duur achtte hij de mogelijkheid
aanwezig op het Kennemerplein na
de sloping van de huizen bij het sta
tion.
Als synthese van de verschillende
plannen ziet de heer Smit het handha
ven van de langgerekte trottoiruitstul
ping bij de stationsuitgang voorkomend
in het plan Openbare Werken en voor
het overige de drie horizontale bus-per
rons, zoals door de N.Z.H. voorgesteld.
De heer W. Holt, bestuurslid van de
r.-k. Middenstandsvereniging en ont
werper van een in tegenstelling tot
dat van de heer Smit „ondergronds"
verkeersplan voor de binnenstad, zag
niet veel voordeel in een concentratie
van alle bushaltes op één plein, dat
daardoor rommelig en onaantrekkelijk
zou worden. Hij achtte het, gezien de
centrale ligging van het Station in de
stad, doeltreffender om de bussen naar
het noorden te laten stoppen en ver
trekken bij het Kennemerplein en de
bussen naar het zuiden op het stations
plein. Een dergelijke halte-opstelling
zou zijns inziens logisch zijn. Reizigers,
die Haarlem niet kennen, zouden in het
station door „perronborden" wegwijs
gemaakt kunnen worden naar de kant
waar hun bussen stoppen.
De heer Holt vond het onbegrijpelijk,
dat er nog altijd geen representatieve
In- en uitgangen tot het station aan het
Kennemerplein zijn. Ten behoeve van
Wat jij vorige week over je
vakantie verteld hebt, is niet
helemaal waar; althans je
hebt niet de volle waarheid ver
teld." Verbaasd heb ik de goede
vriend, die zo een nauwgezet lezer
bleek te zijn, aangekeken, maar
ik moest toegeven, dat ik zonder
het te vermelden ook nog koffie
ben gaan drinken op het enige rus
tige plekje, dat Volendam nog bezit,
met het uitzicht op een prachtig
IJsselmeer. Nu kun je ook niet al
les vertellen. Ten eerste zal u mijn
doen en laten bitter weinig interes
seren, en vervolgens is er altijd nog
zo iets als een privé-leven, waar
een ander netjes voor de deur kan
blijven staan.
Het is alleen zo jammer, dat er
altijd nog mensen zijn, die graag
andermans deur forceren om bin
nen te komen of minstens door de
gordijnen proberen te gluren om
toch maar goed op de hoogte te
blijven. En dan maar gezellig klet
senDestijds zijn vanuit Haar
lem de befaamde anti-roddelspeld
jes naar alle hoeken en gaten van
ons land verspreid, maar soms krijg
ik de indruk, dat er geen een in
Haarlem is achtergebleven. Op zich
zelf zou dat geen ramp zijn, want
ik heb een hekel aan een deugdbe
oefening, die manifestair op de
revers van je jas verankerd ligt.
Doch het verdriet mij niettemin,
dat er zoveel gekletst en geklepeld
wordt.
Misschien Is het toeval, maar het
is mij opgevallen, hoe vooral de
laatste jaren er een enorme hoe
veelheid kletskoek in Haarlem ge
bakken wordt. Niemand is meer vei
lig in het gezellige praatje van het
koffie-uurtje. Lieve hemel, stel, dat
je gesignaleerd wordt met een ken
nisje, dat toevallig nog mooi is ook,
wees ervan overtuigd, dat de men
sen bedenkelijk het hoofd schudden.
En laten ze je geen tweede keer
zien.
De ene reputatie schijnt na' de
andere te moeten sneuvelen* Orga
niseer een feestje met vrienden, er
is altijd wel iemand (die niet is uit
genodigd) te vinden, die er later
een sterk verhaal van weet te ver
tellen. Het meisje, dat eens heer
lijk een avond heeft gedanst en in
uitbundigheid niet is tekort gescho
ten, vormt een dankbaar onderwerp
bij de koffieleuters, en het moet al
heel vreemd lopen, als niet iemand
anders uit het gezelschap een nog
sterker verhaal van horen-zeggen
kan vertellen.
Ik heb er geen behoefte aan een
oratio pro domo te houden, nog
minder om de zedeprediker uit te
hangen. Maar als geboren Kletskop
smaakt mij die kletskoek niet. Voor
al niet als zij in een heilig rooms
oventje is gebakken.
Het is rustig geweest dit jaar
op de 15e augustus. Andere
jaren plegen de redacteuren
van uw lijfblad op die dag van het
ene priesterfeest in het andere te val
len. De generatie van Hemelvaart-
jubilarissen sterft uit, de jubeldag
bij uitstek van geel-witte vlaggen,
fanfares en bloemtoefen wordt
steeds soberder. Uw verslaggever,
met een feestsigaar in de ene en
een herinneringsprentje in de ande
re hand, hoeft niet meer naar zijn
krant te snellen om in de meest
bloemrijke taal de luister van het
feest en de oratorische talenten van
de feestpredikant te beschrijven.
Voor de 15e augustus is dat ener
verende evenement vrijwel verleden
tijd geworden. Het gaan vooral de
priesters-in-ruste worden, die op
15 augustus jubileren. Wij moeten
dus zuinig op hen zijn. Emeritus
pastoor Jan van der Meer, wonend
in Overveen was donderdag 63
jaar priester en met verlangen zie
ik uit naar 1959, wanneer ik mijn
oude vriend zolang en nog lan
ger houdt hij het zeker nog uit
met zijn dertiende lustrum kan
gaan feliciteren.
Pastoor de Vlieger wilde van de
week geen rumoer rond zijn 55-
jarig jubileum, en de laatste jaren
gebeurt het meer, dat jubilarissen
de stilte prefereren. Beter dan wij
zien zij de betrekkelijkheid der din-
gen. De eeuwigheid zien zij zo dicht
bij, maar zij moeten bedenken, dat
wij die nog zo aards zijn, op 15
augustus graag een ouderwets He-
melvaartfeest willen vieren.
Kom goede herders, stel mij in de
toekomst niet teleur. Feest maakt
een mens gelukkig, en een oud-pa
rochiaan van pastoor de Vlieger zei
mij onlangs nog, dat je moet dur
ven gelukkig te zijn.
Voortaan dus uit
de stilte treden. En
laat ons dan maar
begaan.
bleemstelling en komt daardoor niet
eens aan vormgeving toe. Het is
wellicht geschikt voor een privé
wagenpark maar te fantasieloos voor
„het visitekaartje van de stad" zoals
de stedebouwkundige van de N.S.
heel terecht een stationsplein ken
merkt.
Meer indeling en daardoor kans op
ruimtelijk aspect vertonen de haast
identieke plannen van de dienst voor
Openbare Werken der gemeente en van
de N.S. Daar immers is op ons inziens
economischer wijze het busdienstmate
riaal verwerkt door het diagonaal op het
stationsfront te plaatsen. Er is vloer
ruimte overgehouden voor andere be
stemmingen hetgeeh tot een werkelijke
plano-indeling van asfalt (in wegen en
binnenpleinen) en trottoirs in meerdere
breedten heeft geleid. Om deze platte
grond-indeling ruimtelijk te accentueren
(men ziet het plein niet in vogelvlucht
zoals de maquette maar vanuit het oog
punt van de voetganger!) zouden op
het plein met het Haarlemse wapen ge
merkte borden of betonnen bakken
voor met het seizoen variërende bloem-
versiering geprojecteerd kunnen wor
den. oOk zou in meerdere mate dan
waarin dit plan reeds voorziet, het
plan kunnen worden geaccentueerd door
beplanting met een nauwkeurig te be
palen boomsoort. Maar dan toch niet
als scherm om er aan de zuidelijke
wand van het Stationsplein de weinig
fraaie achterkanten mee af te dekken
van de bedrijven, werkplaatsen en pak
huizen aan de Lange Molenstraat, die
te voorschijn komen als de geprojec
teerde afbraak is geschied.
Dat men hier, met als voorbeeld
de Rotterdamse Lijnbaan, een twee
lagen hoge winkel- en servicebebou-
wing projectere als afsluitend bouw
vlak met desnoods als sluis een
groenstrook met fontein in het gat dat
ontstaat op de ruimte van de daar
thans gelegen houtwerf. Juist in de
hartlijn van het stationsgebouw, te
genover et groene Frans Halsplein
met zijn fontein.
Een oplossing die van allure zou
getuigen is de doorbraak tot aan
de Parklaan. De dan vrijkomen
de ruimte zou zich uitermate lenen voor
zakelijke hoogbouw die een eigentijds»
tegenhanger zou vormen voor de ouder
wets-functionele monumentaliteit van het
stationsfront. EnHaarlem zou weer
een echt plein hebben nu de kans daar
op door het dichtbouwen van de wes
telijke ruimte om de kathedraal verke
ken is. De zuid-zijde dezer gebouwen,
gelegen aan de Parklaan zou dan een
zonnige terras-wand kunnen vormen,
waaraan we in Haarlem ook zo arm
zijn. De „kap" tussen uit- en ingang
van het stationsgebouw, eveneens naar
het zuiden gekeerd, zou, vervangen
door een platte afdekking een aantrek
kelijk restauratie-balkon opleveren.
Het heeft ons wel bevreemd dat men
de maquettes op de spoorlijn heeft af
gezaagd, alsof niet het station de lang
gerekte stad halveert en het Kennemei>
plein met uitzicht óp het Frans Hals
plein niet de aanvoer is voor een groot
aantal reizigers.
Moge de reorganisatie van de noord
kant van het station na de voortreffe
lijke beëindiging van de stationsarchi
tectuur aldaar, niet zo urgent zijn, het is
in verband met de consolidering der
bestemmingen op het zuidelijk stations
plein van belang nu reeds rekening te
houden met wat het noordelijke sta
tionsfront voor mogelijkheden zal gaan
bieden. Zo los staan deze projecten toch
niet van elkaar.
L. T.
Advertentie
LANGE VEERSTKAA» 10 CEIt, 11493