Betekenis van het voorbeeld
bij de gewetensvorming
D
w
SCHRIJVERS BESCHREVEN
ANTOON COOLEN
Een geboren verteller
A
J
Klassieke muziek
op de plaat
KAMERMUZIEK van
verscheiden aard
V
Het geheim van de K.F.C.
thermostaat
N'
Te grote zelfanalyse doodt energie
r
J
Stammend uit de groep der
Katholieke Jongeren
Koningin, prins en oudste twee
prinsessen op Taptoe Delft
Finale in een
plensbui
brochure van de K.F.A.
JttVBaSPSSPiRS
1.800.000 kind eren gaan
straks weer naar school
De uwe ook?
Davis
en
J
Auto voor prinses Irene
Amerikaanse raket
afgevuurd
Hersenomvang
bepalend voor de
levensduur?
Voorraad vis van
Julius Caesar
Hogere landbouw
scholen
VERDRONKEN
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957
PAGINA 9
Liturgische weekkalender
VA. .U:"!
"i
Ons lichaam is, meer dan welke elektronische
machine ook, een wonder van vernuft
kaar een goede gewetensvorming
van het allerhoogste belang is
voor'het hele leven van de mens
Jls mens en christen, ligt het voor de
hand, dat aan dit punt alle aandacht
hioet worden besteed. Wij hebben er
teeds op gewezen, dat het gezin en het
beroep de voornaamste milieus zijn,
ivaar het geweten der afzonderlijke
rnensen tot ontwikkeling komt. Van
zelfsprekend zal men zich ook hebben
te bezinnen op de middelen, die een
goede gewetensvorming kunnen bevor
deren. Madinier gaat in zijn mooie
boekje ,,De mens en zijn geweten"
daar nader op in en legt zeer terecht
de volle nadruk op de grote, men mag
Wel zeggen: onvervangbare waarde
van het goede voorbeeld.
Vooraf sluit hij zich aan bp Le Sen-
ne, die' in de morele opvoeding een
drievoudig doel onderscheidt: v e r-
ontrusten: d.i. de traagheid van
geest, de verbur
gerlijking voorko
men; beloven,
waardoor het ge
weten tegen de
wanhoop gewa
pend wordt, het
geen geschiedt
wanneer men erop
wijst, dat er een
bevredigend ant
woord mogelijk is
bij de tegenstrij-
digheiden, die zich in het leven voordoen
en daten dat moeilijkheden hulpmiddelen
kunnen zijn en tenslotte helpen op
welke wijze, die tot morele originaliteit
kan leiden.
Sancties of strafmaatregelen mo
gen daarbij niet verwaarloosd worden.
Men kan zen, vooral in het begin, niet
missen, maar men zal ze met tact en
onderscheidingsvermogen moeten han
teren, wil men ze niet van hun vormen-
d® waarde beroven. Hoofdzaak hierbij
steeds alles in het werk te stellen
°m het kind het waarom van een
eventuele straf duidelijk te maken en
Ze te doen aanvaarden. Het inzicht in
de gegrondheid van de opgelegde straf
is van onschatbare betekenis voor de
gewetensvorming. Want daardoor leert
het kind begrijpen, dat de straffende
opvoeder door liefde gedreven wordt
wanneer hij het kind dwingt, het goede
te doen, dat door het ondergaan van
de straf a.h.w. verdedigd wordt. De
?mUM?!?er geeft dan aan het kind de
houdt Jat hÜ zelf het goede hoog
liik i* naIeeft omdat dit noodzake
oud S°ed leven van jong en
Hiermee zijn wij dan aangeland bij
de geweldige waarde van het goede
voorbeeld, die hierin te zoeken is, dat
het de jonge mens toont, dat ook de
leermeesters en ouders weten te
gehoorzamen, want ook zij 2ijn
onderworpen aan de plicht, die voor
alle mensen een universele wet ver
tegenwoordigt.
ie zal betwijfelen, dat de beste
gewetensvorming daar gegeven
wordt, waar het kind leeft in
een atmosfeer, geschapen door men
sen, die hun plicht nauwgezet nako
men en zelf de deugden beoefenen,
waartoe zij anderen aansporen? Daar
is, zoals Parodi zegt, slechts het voor-
Zondag i
Pinksteren 5ePtember: 12e zondag na
dius; credo', SiSS* miB: 2 Rch' H- Aegi-
groen. vatl de H- Drieëenheid:
MAANDAG: H.
mis; - wit.
Stephanus. belijder; eigen
DINSDAG: H. Pius, paus-belijder; eigen
mis;
wit.
beeld, de invloed van een zekere mo
rele atmosfeer werkzaam. En zeer
krachtig zelfs. Is het niet zó, dat de
bewondering een der bronnen is van
hoge moraliteit? En werkt die bewon
dering niet het sterkst in het gezinsle
ven? Daar immers krijgt men een ze
kere fijnheid of grofheid van gevoelens
mee, in de intimiteit van het dagelijks
leven. Zo wordt men vanaf het begin
a.h.w. bij instinct op een meer of min
der hoog moreel niveau geplaatst. Men
leert er edel denken en willen, meestal
in gezonde wedijver en vriendelyk-spe-
lenderwijze.
Invloed op een ander heeft men
slechts wanneer er sympathie heerst.
Werkelijk goede mensen steken steeds
boven hun omgeving uit en sporen, en
kel reeds door hun gedrag, aan tot na
volging. Een echte persoonlijkheid
doet steeds een appèl op ons geweten.
Omdat men onwillekeurig vergelijkin
gen maakt met het eigen gedrag. In
de grond ontstaat aldus een, meestal
onbewust, contact tussen twee zielen.
Zolang de plicht alleen maar in woor
den wordt geformuleerd, blijft hij on
persoonlijk en koud, maar zodra wij
diezelfde plicht ontmoeten in de held
haftige werkelijkheid van een levend
mens, ontroert ze ons en verspreidt ze
de aanstekelijkheid van het goede.
Bergson drukt deze gedachte aldus
uit; „Waarom hebben mensen, die
groot waren in het goede, menigten
achter zich aan getrokken? Zij vragen
niets en toch krijgen zij. Zij behoeven
niet aan te sporen; het is voldoende,
dat zij er zijn, hun bestaan zelf is een
appèl".
De vergelijking tussen wat wij zijn
en het voorbeeld dat wij bewonderen
is niet alleen op zich zelf, krachtens
ieders ervaring, reeds vruchtbaar,
maar ze is zelfs tot een algemeen aan
vaarde methode van gewetensonder
zoek geworden. Hierbij moet echter
met nadruk gewaarschuwd worden te
gen een zeker niet denkbeeldig ge
vaar. Men zal zich moeten hoeden voor
een al te ver doorgevoerde ontleding
van zijn eigen zwakheden. Dit ontmoe
digt te zeer en rafelt het levende we
zen, dat één geheel vormt, in losse
stukken uiteen. Wie hieraan verslaafd
raakt, kan in elke bedoeling iets ver
dachts ontdekken en een dergelijke
houding doodt alle energie. Zelfkennis
is natuurlijk noodzakelijk, maar ze is
pas vruchtbaar, als ze op de daad
wordt gericht. Madinier zegt hiervan:
Of het gevoel wordt opgewekt door een
of ander verheven voorbeeld of door
afkeer van onze ellende, het moet zich
steeds in de daad omzetten.
ntoon Coolen woont in Waalreeen karakteristiek
dorp in de Brabantse Kempen, maar gelegen in de
toch ietwat benauwende, naaste omgeving van Eind
hoven. Hij ontvangt ons in een stijlvol ingericht vertrek
met een breed raam, dat een breed en joyeus uitzicht
verleent op het Brabantse land. Eén stuk land van ty
pisch eigentijdse structuur, zegt Coolen, bos, heide en een
stuk cultuurgrond.
Wie overigens heeft verwacht in Coolen ook in het gesprek
de geboren verteller te ontmoeten zoals hij die kent uit
zijn romans, maar ook uit de verhalen, die meer óver hem
verteld worden komt echter ietwat bedrogen uit. Even
als trouwens hij, die in hem de vleesgeworden Brabander
denkt aan te treffen. Coolen blijkt een zeer vriendelijke,
mara toch enigszins ontoegankelijk man, die het kenne
lijk niet heeft begrepen op interviews. Hij spreekt in zorg
vuldige zinnen en in een taal, die bepaald iets boven-de-
Moerdijks heeft. Hetgeen overigens alleen hem meer dan
normaal kan bevreemden, die in de schrijver van „Peel-
werkers" een soort vaandeldrager van „Brabantia Nostra"
heeft gezien. Aan welk misverstand sommigen zich nog
wel eens schuldig plegen te maken, maar wat hij nochtans
beslist niet is.
Hoe dat zij, Coolen publiceerde lang voor hij aan romans
toe was enige schetsen, die destijds door Pieter van der
Meer de Walcheren werden gekraakt; hij herinnert zich
zulks met enig welbehagen. Maar het ontmoedigde hem
gelukkig, in het geheel niet.
Antoon Coolen stamt, litterair-
historisch gezien, uit de groep van ae
Katholieke Jongeren. Hij schreef m net
„Roeping" van dr. Moller en hy traa
later, tot Albert Helman vertrok, m
diens plaats toe tot de redactie van „De
Gemeenschap". „Ik had echter met
deel aan de strijdbaarheid van de an
deren", zegt hij zelf, „al schreef ik wel
eens een „Hageltje".
Coolen volgde evenals Van Duin
kerken de „stem van zijn gewest zij
het op enigszins getransponeerde wij
ze. „Ik wilde", zo zegt hij, „wat Van
Wdfn^DAG: mis van 12e zondag na Pink
steren -- groen. Roermond: Kerkwijding
de kathedraal; mis Terribilis; ere-
van
do;
wit.
DONDERDAG: H. Laurentius Justinianus,
bisschop-belijder; mis Statuit; wit.
VRIJDAG; mis van 12e zondag na Pink
steren; groen. Ofwel: vanwege de
eerste vrijdag der maand: votiefmis ter
ere van het H. Hart van Jesus.
ZATERDAG: O. L. Vrouw op zaterdag;
eigen mis; pref. van O. L. Vr.: wit.
ZONDAG 8 sept.: Maria Geboorte; eigen
mis; 8 geb. van 13e zondag na Pink
steren; credo; pref. van O. L. Vr.;
Wit.
Op het proefterrein voor raketten te
Cape Canaveral in Florida is gisteren
een raket voor middelgrote afstand af
gevuurd. Men gelooft dat het de „Thor"
's- Als dit inderdaad zo is, is dit de
eerste maal dat dit projectiel met suc-
Ces is afgeschoten.
Amerikaanse geleerden hebben gis
teren een klein atoomapparaat, dat aan
een ballon ongeveer 240 meter boven het
Proefterrein in de staat Nevada hing,
tot ontploffing gebracht. De explosie
werd een „zuivere proef voor weten
schappelijke doeleinden" genoemd. Er
ontstond een oranje-rose vuurbal, die
?*echts ongeveer vijf seconden zicht
bar was. Eigenlijk had men een appa-
ïaat van zwaarder formaat tot ontplof-
rjng willen brengen, maar deze proef
„erd 24 uur uitgesteld wegens ongunsti-
86 wind. (Reuter)
«JJjj K.B. is in de provincies Noord-
j°tland en Zuid-Holland benoemd tot
v-bgraaf van het toogheemraadschap
te i Rijnland mr, F. M. A. Schokking
Wassenaar.
"Au'A
ti, -
H K H Prinses Irene, die deze week haar rijbewijs verwierf, arriveerde vrijdag
in Rotterdam bij het internationale concours-hippique met een zwarte „Saab", die
zij zelf chauffeerde.
Op het voor deze gelegenheid met
groen gedecoreerde frontbalkon van het
Delftse raadhuis hebben koningin Juli
ana, pring Bernhard en de prinsessen
Beatrix en Irene vrijdagavond de Tap
toe Delft bijgewoond. Geïnspireerd door
de aanwezigheid van de hoge gasten
kwamen de galakorpsen tot een glan
zende en perfecte uitvoering, die tot de
beste van dit jaar mag worden gere
kend.
Jammer dat de indrukwekkende fi
nale. waarbij alle korpsen zich tegelij
kertijd op de Markt bevonden, in de
meest letterlijke zin van het woord in
het water viel. De neerplenzende regen
kon echter niet verhinderen, dat het Wil
helmus aan het slot enthousiast en uit
volle borst op alle tribunes werd mee
gezongen.
Zowel hare majesteit als prins Bern
hard spraken hun grote waardering en
bewondering uit voor hetgeen de gala-
In de ti,
Filmactie flfct'ereeks van de Katholieke
schenen, „K.F.a.) is een brochure ver
jaar, 18 jf®titeld „Alle leeftijden, 14
K.F.C." (Kan,'"' Het Seheim van de
brochure is 1°üeke Filmcentrale). De
B. Briels, c.lirpls,c'u'even door drs. A. H.
kwame en na<ofUr der K.F.C. Deze be-
katholieke keurH,gezette leider van d,e
in zijn boekje al Epbemoeiingen vertelt
wil over de werkzSWa!m_?n maar ,weten
--Zaamheden van de zo
genaamde katholieke van"e z°~
technisch in elkaar ezitke.urmg'- h°emlt
staan en dae aan 'loe zij iS on'~
katholieke bioscoopbLïïï*!. e" *a'
denken
bliek ii.it j maar niet tot bet pu
bers SDrPPïf0rdringen' N°g alti]d im-
K.F r I men van een door de
z°u molten c *?rde *ilm' waar men
K.F c tnof aPr en van een door de
Intuin u aar v®rklaarde keuring.
*ede^,iblad^de 17 stui*6n wy op een
voort-1"8, dle °ns met bemaal tuist
- - helemaal juist
nmt. Wanneer het filmbedrijf
spreekt van „een voor het zuiden afge
keurde film", is dat een misleidende
uitdrukking, zo betoogt de schrijver.
„Want de principiële opzet is, dat de
films, die de K.F.C. ontoelaatbaar moet
achten, in het algemeen aan het katho
lieke volksdeel dienen worden te ont
raden". Is dat waar? vragen wij. Het
filmbedrijf heeft o.i. het recht te spreken
van een voor het zuiden verboden film,
want voor dat bedrijf betekent een af
keuring van de K.F.C., dat de afgekeur
de film voor het zuiden verboden is. Oi
alle katholieken met die afkeuring reke
ning dienen te houden, is een vraag, die
het bedrijf hoegenaamd niet raakt. Voor
het bedrijf immers geldt alleen de over
weging, dat een bepaalde film wel ot
niet zal mogen vertoond worden in het
zuiden, of, om het met andere woorden
te zeggen: dat er met die of die film
al of niet zaken te doen valt In de ge
meenten, waarvoor de K.F.C.-keuring
geldt.
Blijft inmiddels het feit, dat de bro
chure van de directeur der K.F.C. een
heieboe] nuttige inlichtingen bevat,
waarmee de belangstellende lezer zijn
voordeel kan doen. Dbg.
korpsen tijdens deze taptoe hebben ge-
pr e steer cl
Namens het Taptoecomité bood de
heer J. G. M. Korte de koningin bij
haar vertrek een album met foto's
van de Taptoe aan. De eerste foto
daarvan was 's avonds van hare ma
jesteit op de tribune genomen. Majoor
dirigent van de koninklijke militaire ka
pel R. van Yperen overhandigde de
koningin een langspeelplaat van de be
kendste Taptoenummers.
De uitvoering werd eveneens bijge
woond door minister Staf, en door de
organisator van de taptoe, de luitenant-
kolonel D. baron Mackay, die voor de
ze bijzondere gelegenheid van zijn ge
neesheer toestemming had gekregen
voor één avond het ziekenhuis te ver
laten, zodat hij zelf in groot gala ge
stoken de voorstelling kon bijwonen.
De levensduur van de mens en van
alle zoogdieren wordt waarschijnlijk
bepaald door de omvang van de her
senen en het vermogen van de herse
nen tot het regelen van de lichaams
functies, aldus de Amerikaanse bioloog
dr. Sacher in een rapport aan het Ame
rikaanse instituut voor biologische
wetenschappen.
Een van de belangrijkste functies
van de hersenen is het regelen van de
lichaamsfuncties en de grootte van de
hersenmassa is een aanwijzing voor
het vermogen daartoe. Dr. Sacher zei
de omvang van de hersenen van zestig
verschillende zoogdieren en hun nor
male levensduur met elkaar te hebben
vergeleken. Daarbij is gebleken, dat
hoe groter de hersenmassa is in verge
lijking met het lichaamsgewicht, des
te langer de levensduur is.
De theorie van dr. Sacher is in strijd
met de gangbare mening volgens wel
ke de levensduur van de mens en van
de zoogdieren afhangt van de snelheid
van het energieverbruik. De mens, die
zijn energie snel verbruikt, heeft in ver
gelijking met de meeste zoogdieren een
lange levensduur. Dit verschijnsel
wordt, aldus dr, Sacher, verklaard door
de omvang van zijn hersenmassa.
Duikers van de Franse marine heb
ben in de wateren bij Marseille in een
Romeinse galei 500 kruiken gevonden
met geconserveerde vis. Men vermoedt
dat de galei een bevoorradingsschip
van de legers van Julius Caesar is ge
weest.
Duinkerken uitdrukte in zijn gedichten
zeggen in mijn verhalen. Ik koos in het
begin zelfs titels voor mijn boeken, die
waren geïnspireerd op zijn verzen. Met
„Kinderen van ons volk" was dat o.m.
het geval,"
Antoon Coolen ging dus romans schrij
ven, romans „vertellen" noemt hij het
bij voorkeur. En men mag in dit ver
band gerust van Brabantse romans
spreken, indien men daarbij maar in
het oog houdt, dat het gaat om boeken,
waarin bepaalde menselijke conflicten
en verhoudingen op algemeen menselij
ke wijze worden behandeld. Al is het
uiteraard niet helemaal toeval, dat de
handeling meestal gesitueerd was in de
Peel of in een andere streek van het
Brabantse. Het is inmiddels de vraag
of Coolen niet „Brabants" blééf in zijn
Friese boeken „Dorp aan de rivier"
en „De drie Gebroeders" die hij.
geïnspireerd door de verhalen van de
Deurnese arts dr. Wiegersma schreef.
Brabants dan in de joyeuze verhaal
trant.
Geen geborneerd folklorist
Verwacht overigens van Coolen niet
een lofzang op het „oude" Brabant, zo
als hij het met feilloze helderheid en
met een bijna overgevoeligheid voor de
sfeer beschreef. ITij heeft het ganse,
overrompelende industrialisatie-proces
in Brabant "van nabij meegemaakt. Hij
heeft de problemen, daaraan verbonden,
buiten iedere aesthetische overweging
om. ernstig bestudeerd. En hij heeft ge
zien hoe het karakter van dorp en streek
zich ingrijpend wijzigde en wijzigt.
Maar hij beschouwt hetalles met een
objectiviteit, die geen romanticus, in do
ietwat troebele zin van het woord, kan
opbrengen. Hij vindt het alles „een
fascinerend verschijnsel". Zo fascine
rend, dat hij er zijn nieuwe roman aan
heeft gewijd, „De grote voltige". Het ver
haal speelt tendele in het begin van deze
eeuw en tendele in deze tijd en het be
handelt in alternerende hoofdstukken
boven geschetste ontwikkeling, waar dan
ook de boerenemancipatie bij is inbegre
pen. Coolen betoogt overigens met na
druk, dat hij in „De grote voltige" alleen
de verschijnselen signaleert en géén
conclusies trekt. Wat er in „de onderto
nen wordt gesuggereerd" laat hij het
liefst aan de lezer te raden over.
Men krijgt Antoon Coolen niet tot een
principiële uitspraak als men hem de
vraag voorlegt of en in hoeverre „de
ontwikkeling" heeft bijgedragen tot het
werkelijke geluk van de Brabantse
mensen, die hij liefheeft. Hij prijst de
vooruitgang en spreekt over het relatie
ve van het menselijke geluk.
Coolen is bij lange na geen gebor
neerde folklorist. Daar is zijn genegen
heid voor de mensen, die hem omrin
gen te groot voor. Hij lééft nog steeds
temidden van hen. En soms komen ze
bij hem om te vragen of hij „een vers-
ke" wil schrijven voor het Communie
feest of de zilveren bruiloft. Want voor
hen is hij een man. die op het gebied
van het schrijven alles kan. En hij le
vert ze prompt af, de versjes.
Maar dit is de grote verdienste van
Antoon Coolen, dat hij, de geboren ver
teller, meegewerkt heeft om een goed
deel van het Nederlandse volk te leren
lezen. Met smaak te leren lezen.
HERMAN HOFHUIZEN
Als gevolg van een nadere uitwer
king van de tweede onderwijsnota met
betrekking tot het land- en tuinbouwon-
derwijs zullen de rijks middelbare land
bouwscholen per 1 september 1957
„rijks hogere landbouwscholen" gaan
heten, terwijl de naam van de rijks-
landbouwwinterscholen wordt veran
derd in rijks middelbare landbouwscho
len, resp. rijks middelbare tuinbouw
scholen. De rijks middelbare tuinbouw
school te Utrecht zal als nieuwe naam
„rijks hogere tuinbouwschool" krijgen.
De overeenkomstige instellingen van
bijzonder onderwijs zijn gerechtigd, de
ze naamswijzigingen conform in te voe
ren.
an een reeks zeer uiteenlopende op
namen, die zich nochtans laten
rangschikken onder het hoofd „ka
mermuziek" noem ik in de eerste plaats
een reproductie op Philips A 01207 L,
gemaakt op het Casals Festival te Pra-
des van Brahms' Trio No. 1 in B op.
8, dat vertolkt wordt door de meester
der meesters zelf met medewerking van
Isaac Stern en Dame Myra Hess, die
een voorbeeldig ensemble vormen van
drie aan elkaar gewaagde muzikanten.
Het Trio is het eerste, dat Brahms in
het genre heeft geschreven. In zoverre
als Brahms ooit jong is geweest, is het
een jeugdwerk, dat hij later als volledig
gerijpt man ingrijpend heeft gerevideerd.
Sommige commentators vinden dit volle
dig begrijpelijk en zelfs noodzakelijk; ook
Hanslick had het Trio in zijn eérste vorm
reeds aan scherpe kritiek onderworpen.
Anderen hebben de revisie zeer betreurd,
omdat zij de oorspronkelijke vorm verre
prefereerden. Zij zeggen, dat het herzie
ne opus de geniale glans van het jeugd
werk ontbeert, maar het ontbeert dan
in ieder geval ook de nogal talrijke on
rijpheden, die het hebben verzwakt. Op
deze opname hoort men het werk in zijn
gerevideerde vorm, waardoor het onmis
kenbaar rijper en gaver klinkt, al zal
de aandachtige toehoorder in het eerste
deel de moeten van de gerestaureerde
plekken nog kunnen waarnemen. Alleen
het Scherzo is onveranderd uit het ori
gineel overgenomen. Het was inderdaad
goed zoals het is: een zeer gelukkige in
geving van de fantasie. Het gehele werk
is trouwens zeer de moeite waard ge
bleven door zijn diep bewogen melan
cholieke toon, die naar alle waarschijn
lijkheid te verklaren valt als de smar
telijke weerslag van Brahms' hopeloze
liefde voor Clara Schumann-Wieck.
Op het gebied der romantische kamer
muziek is daar voorts Capitol P 8359,
waarvoor het Hollywood String Quartet
Schuberts „Der Tod und das Madchen"
speelt in een lezing, die het onvergelij
kelijke werk in een zeer interessant licht
stelt. Het ensemble bestaat uit vooraan
staande musici uit orkesten van de Hol
ly woodse filmstudio's. Ze zijn grote in
strumentalisten en muzikanten. Hun en
semble is zeer homogeen. Hun stijl van
musiceren is zover mogelijk afgewend
van de romantische opvatting. Zij geven
de muziek weer met een verhevigd wer
kelijkheidsgevoel, zeer bewogen, zeer hel
der en precies, maar in de toonvorming
ontdaan van affectieve effecten. Zij spe
len met niets ontziende consequentie wat
er staat en laten de psychische interpre
taties daarvan in hun voordracht buiten
beschouwing. Voor een Europeaan is dit
in een stuk als het onderhavige op het
eerste gehoor wat vreemd, bij nader toe
horen wordt men de weloverwogen be
doeling gewaar en begrijpt men, dat het
bij deze meesters niet aangaat van een
tekortkoming te spreken, omdat men te
doen heeft met een welbewuste stijlop
vatting, die wij van de oude wereld zelf
delen, doch die hier alleen iets verder
is doorgetrokken dan wij gewend zijn.
Advertentie
De vakanties zijn weer voorbij. Opnieuw
gaan 890.000 meisjes en 910.000 jongens -
meer of minder braaf en meer of minder
graag - naar school. Maar
vóórdat al die moeders
van al die 1.800.000 kinde
ren een zucht van verlich
ting kunnen slaken, zitten
ze weer voor de grote
zorg: schoenen, school-
schoenen!
Laten deze moeders ge
rust herademen, want dit
nieuwe schooljaar brengt
goed nieuws - tenminste
voor de moeders van
die 910.000 jongens. De
Robinson-Schoenfabriek
(U weet wel: die goeie
Robinson voor Vader en
Zoon) maakt namelijk
schoolschoenen, waarvan
maanden worden gegarandeerd. Schrif
telijk, met bewijs en al erbij!
Dat is natuurlijk prachtig nieuws: een
half jaar lang de zooireparatie van de
„'Mimi
6 maanden 'n zorg minder!
de zolen 6
baan! En Robinson geeft Uw jongens
tóch al 'n voornaam ding extra: want
tussen de rubber-loopzool (de Robinson
SPAARzool) en de leren
binnenzool zit immers nog
de Robinson ventiLEER-
zool. Deze extra „adem"-
zool van LEER zorgt er
voor, dat de voeten van
Uw jongens gezond en
sterk blijven. Een enorm
voordeêl, dat alléén Ro
binson geeft
Rubber om lang op te
lopen, leer om gezonde
voeten te houdenRo
binson combineert beide
dingen in dezelfde schoe
nen en geeft er bovendien
nog 6 maanden garantie
bij. Weg dus met dat
zorgelijke gezicht, moederMet
Robinson-schoolschoenen hebt U een
half jaar lang een belangrijke zorg
minder.
(Van ónze medische medewerker)
en van de vele won
deren waar de on
derzoeker, die zich
bezig houdt met
de bestudering van het
menselijk organisme
voor komt te staan, is
de welhaast feilloze re
gulatie van de lichaams
temperatuur.
Wij staan er niet vaak
bij stil, dat ons lichaam
veel meer dan welke
ingenieuze elektronische machine ook
een wonder van vernuft is. Het is
goed te bedenken, dat wij ondanks de
vele ontdekkingen en resultaten van
wetenschappelijk onderzoek met onze
huidige kennis van bouw en verrich
tingen van het menselijk lichaam nog
slechts aan het begin staan van een
lange, moeizame weg, die leidt naar
volledige kennis en begrip, voorzover
dit dan ooit te bereiken is.
Zo weten wij van de voor de ge
zondheid zeer belangrijke regulering
van de lichaamstemperatuur nog lang
niet alles af. De laatste jaren vooral
wordt op dit terrein intensief gewerkt,
omdat in de hartchirurgie dringend be
hoefte is aan methoden om de stof
wisseling en dus de zuurstofbehoefte
van het individu dusdanig te verlagen,
dat het mogelijk wordt het hart, dat
het bloed (met voedingsstoffen en
zuurstof) rond pompt, gedurende en
kele minuten buiten bedrijf te stellen.
Dit is o.a. mogelijk door de lichaams
temperatuur een tiental graden te
verlagen (van 36 gr. C op 26 gr. C)
hetgeen echter gemakkelijker gezegd
is dan gedaan.
Er is blijkbaar een nauwkeurig ge
reguleerd evenwicht tussen de door
het lichaam zelf geproduceerde,
respectievelijk ontvangen warmte
(zon kachel) en de warmte-
afgifte aan de omgeving. De ther
mostaat, het instrument dat tot taak
heeft de temperatuur in bijv. een ver
trek of een oven constant te houden,
vindt zijn volmaakte voorbeeld in en
kele zeer kleine centra in de herse
nen. Deze houden de lichaamstempe
ratuur vrijwel constant op ongeveer
36 a 37 gr. C met dien verstande, dat
de temperatuur in de namiddag 0,5
tot 1 gr. C hoger is dan 's morgens
vroeg.
Hoewel wij niet willekeurig onze
lichaamstemperatuur direct kunnen
beïnvloeden (wel indirect door bijv.
lichaamsbeweging) en het tempera-
ongeveer als volgt. Het bloed dat in
luttele ogenblikken door het gehele
lichaam circuleert zorgt hiermee
tevens voor een gelijkmatige verde
ling van de warmte. Is een lichaams
deel te warm en een ander te koud,
dan wordt het bloed dat door het
warme lichaamsdeel stroomt even
eens warmer. Deze warmte staat het
bloed weer af zodra het verderop in
de koelere weefsels komt. Hier heeft
het temperatuurcentrum weinig mee
te maken. Anders wordt het als alle
lichaamsdelen te warm worden. Het
bloed kan dan plaatselijk niet meer
afkoelen en het warme bloed door
stroomt dan ook de hersenen, inclu
sief het temperatuurcentrum. Dit rea-
tuurcentrum dus onbewust functio
neert, lijkt het wel of die cellen „den
ken", zo goed weten zij zich aan elke
redelijke situatie aan te passen,
iet onbegrijpelijk maar toch
merkwaardig is dat het tempe
ratuurcentrum geoefend moet
worden. Bij een pasgeboren baby is
het temperatuurcentrum nog niet
goed op dreef; een zuigeling zal der
halve gemakkelijk te veel afkoelen.
Vandaar dat het nodig is om het
wiegje vooral 's winters met kruiken
te verwarmen. Geleidelijk aan, voor
al als de baby wat ouder wordt en zich
bovendien meer gaat bewegen (dus
zelf meer warmte produceert) kan hij
het zonder kruiken stellen. Een kind
dat echter door een overbezorgde
modder altijd dik wordt ingebakerd,
krijgt minder gelegenheid zijn tempe
ratuurcentrum te trainen en zal, o, te-
teurstelling voor die moeders al
thans veel eerder „kouvatten" dan
een meer Spartaans opgevoede peu
ter.
Heel simplistisch voorgesteld is de
werking van het temperatuurcentrum
geert prompt door prikkels uit te zen
den naar de huid: de bloedvaatjes
in de huid worden wijder (de huid
wordt roder) en de zweetkliertjes
gaan harder werken. Beide mecha
nismen hebben tot gevolg dat het li
chaam veel meer warmte aan de bui
tenwereld gaat afstaan. Voorbeelden
te over. Iemand die hard heeft gelo
pen is rood en bezweet en zal hier
door snel (in enkele minuten) afkoe
len. Het is onverstandig dan stil te
blijven staan, omdat door een te snel
le afkoeling de lichaamsweerstand te
gen verkoudheidsziekten vermindert.
Behalve door spierarbeid kan de
lichaamstemperatuur ook stijgen door
bepaalde gifstoffen. Wij spreken dan
van koorts. Verder bestaat er nog een
locaal regulatiesysteem. Als één li
chaamsdeel te warm wordt, bijv. een
hand die in warm water is gehouden,
zal via een rexflex, dat wil zeggen
buiten het temperatuurcentrum om,
de huid van die hand alleen rood wor
den om zo snel meer warmte af te
kunnen geven.
De volgende week zullen wij U
meer vertellen over koorts en de be
strijding ervan. St.
Misschien toch wel met iets teveel geloof
aan het belang van de psysieke zijde van
het klankfenomeen, maar dat is dan een
keerzijde van een medaille, waarop men
meer waarden ontdekt, naarmate men
haar langer bestudeert. De opname is
adequaat aan het spel. De eerste violist
klinkt nogal scherp, zodat men de bo
ventonen zeer moet minderen, maar ver
moedelijk is dat een getrouwe weergave
van een bestaande eigenaardigheid.
Haskil-Grumiaux
Clara Haskil en Arthur Grumiaux heb
ben op Philips A 00409 L een nieuw
deel gepubliceerd van Beethovens Sona
ten voor viool en piano. Deze plaat be
vat de eerste in D op. 12 no. 1, de
vierde in a op. 23 en de vijfde in F
op. 24. de zogenaamde „Frühlingssonate".
de jonge Beethoven derhalve, waarvan
die van de vierde sonate de meest fas
cinerende is en ook het meeste perspec
tief biedt op zijn latere ontwikkeling.
Over Haskil en Grumiaux zeggen som
mige beoordelaars, dat zij eigenlijk niet
bij elkaar passen, omdat zij de pianiste
introvert achten er de violist extrovert.
Het laatste lijkt mij desnoods iets juister
dan het eerste. Grumiaux is inderdaad
een virtuoos, die zijn eigen persoonlijk
heden nog wel eens tussen de muziek
en de toehoorders wil plaatsen. Haskil is
van een uiterst heldere, briljante pre
cisie, maar zij is zeker niet introvert. zy
brengt Grumiaux er gemakkelijk toe zijn
„Ausschweifungen" te overwinnen, ten
gevolge waarvan zijn sterke muzikale
aard op het best tot uiting komt. Hij
speelt nooit zo goed als juist met Haskil,
al speelt hij dan nog wel een tikje slor
diger. Maar in het muzikanteske van bei
der natuur vinden zij een stevige verbon
denheid.
In de groeiende reeks van Bartók-pu-
blikaties vermeld ik een 45-toeren plaatje
van DGG (32 208 A)de Roemeense
volksdansen uit Hongarije in de zetting
voor viool en piano en gespeeld door Dé-
nes Zsigmondy en Anneliese Nissen. Er
bestaan verschillende zettingen van deze
fleurige stukjes, die oorspronkelyk voor
piano zyn geschreven, maar met de viool
voldoen ze toch wel best.
Telemann
Uit de schatkamers der voor-klassieke
muziek zond DGG mij een 45-toeren
plaat uit haar Archiv-produktie, bevat
tende twee Trio-sonaten van Georg Phi-
lipp Telemann, resp. in d voor blokfluit,
discantgamba en continuo, en in F voor
blokfluit, basgamba en continuo, gespeeld
door Ferdinand Conrad, Johannes Koch,
Klaus Storck, Otto Steinkopf en Hans
Heintze. Telemann, de iets oudere tijd
genoot van Bach, was In zekere zin nog
een voorganger, maar tevens ook een na
komer. Het was Bach voorbehouden de
stijlgegevens van voorgaande perioden
samen te vatten tot een monumentale
synthese. De veel oppervlakkiger en mo
dieuzer Telemann ging wel van het ver
leden uit, maar evolueerde snel met de
smaak van de tijd tot de galanterie en
de „Empfindsamkeit", een ontwikkeling,
waar Bach buiten bleef. De beide Trio
sonaten tonen Telemann zeer karakte
ristiek, sierlijk, vindingrijk en zeer spiri
tueel. Twee prachtige stukken, voortref
felijk gemusiceerd.
Tenslotte een 30 cm Columbia-opname
(CX 1451) van samengestelde inhoud.
Het Napolitaanse Orchestra Alessandro
Scarlatti heeft daarvoor onder leiding
van de Amerikaanse dirigent Thomas
Schippers gespeeld de twee strykerscon-
certen No. 5 in A en No. 1 in F van de
vroeg-achttiende eeuwse Napolitaan
Francesco Durante, voorvechter der in
strumentale muziek in de stad der opera
bij uitstek. Voorts de ouverture van An
tonio Salieri, Mozarts succesryke rivaal
in Wenen, voor zyn opera „Axur, re
d'Ormus" en bovendien enkele stukken
van Durante's Venetiaanse tijdgenoot
Vivaldi, t.w. de ouverture „Al Santo Se-
pulcro" en een concert voor orkest in C,
op. 64 No. 6. Dit laatste stuk heeft een
instumentale bewerking ondergaan door
Casella. De beide Durante-concerten zy'n
door Adriano Lualdi van strijkkwartet
overgebracht voor strijkorkest. Er valt
veel te leren van deze plaat zoals de
treffend gevoelige maar nog primitieve
instrumentale styi van Durante in Na
pels tegenover de ryke, geheel ontbloeide
muziek, die Vivaldi tezelfder tijd reeds
in Venetië schreef, zo zelfbewust en tref
zeker in haar werking. En daarby dan de
krachtige en bondige zegging van de
klassicist Salieri, die een navolger was
van Gluck. Deze plaat brengt weer ge
bieden van de historie tot leven, dia
vroeger alleen door namen in een boek
werden vertegenwoordigd.
L. H.
Aan de heer Gary Da-
vis valt wél wat te beleven.
Af en toe duikt hij ineens
ergens op, om zich te laten
arresteren en zich het des
betreffende land te laten
uitzetten. Een spectaculai
re, maar als u het my
vraagt, nogal vermoeiende
bezigheid. En het valt tóch
kennelijk niet mee om de wereld
ervan te overtuigen dat je wereld
burger no. 1 bent.
Ik voor mij geloof overigens, dat
Davis vooral daarom zoveel moeihjk-
heden ondervindt, omdat hij no. 1
wil wezen. Had hy genoegen genomen
met no. 2 of no. 7, dan had het hem,
dunkt ons, heel wat ellende be
spaard. Maar no. 1, dat nemen de
mensen niet. Er zijn grenzen. En het
helpt Davis niets, al roept hij dui
zend keer uit, dat er voor hem géén
grenzen zijn.
Voor de rest voel ik toch wel een
tikkeltje met Davis mee. Hij doet
eigenlijk precies het tegengestelde
van Fedde Schurer, die niet anders
dan grenzen ziet. En ik gun ieder
zijn hobby, zelfs al is het in mijn
ogen een afwijking.
Bovendien, per slot van rekening
is hij wereldburger, net als u en ik.
Wij hebben alleen niet de behoefte
er zo mee te koop te lopen. En wat
my betreft: soms wil ilf het ook écht
niet weten.
Vrijdagmiddag is het vierjarig zoon
tje van de heer J. Groen te Haastrecht
bij het spelen in de Hollandsche IJssel
geraakt en verdronken.
Bij het overstappen van de ene boot
op de andere is de 42-jarige G. van
Valen uit Rotterdam misgestapt, tussen
de twee vaartuigen ih de Waalhaven
terecht gekomen en verdronken.