Betekenis van het voorbeeld bij de gewetensvorming D w SCHRIJVERS BESCHREVEN ANTOON COOLEN Een geboren verteller A J Klassieke muziek op de plaat KAMERMUZIEK van verscheiden aard V Het geheim van de K.F.C. thermostaat N' Te grote zelfanalyse doodt energie r J Stammend uit de groep der Katholieke Jongeren Koningin, prins en oudste twee prinsessen op Taptoe Delft Finale in een plensbui brochure van de K.F.A. JttVBaSPSSPiRS 1.800.000 kind eren gaan straks weer naar school De uwe ook? Davis en J Auto voor prinses Irene Amerikaanse raket afgevuurd Hersenomvang bepalend voor de levensduur? Voorraad vis van Julius Caesar Hogere landbouw scholen VERDRONKEN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1957 PAGINA 9 Liturgische weekkalender VA. .U:"! "i Ons lichaam is, meer dan welke elektronische machine ook, een wonder van vernuft kaar een goede gewetensvorming van het allerhoogste belang is voor'het hele leven van de mens Jls mens en christen, ligt het voor de hand, dat aan dit punt alle aandacht hioet worden besteed. Wij hebben er teeds op gewezen, dat het gezin en het beroep de voornaamste milieus zijn, ivaar het geweten der afzonderlijke rnensen tot ontwikkeling komt. Van zelfsprekend zal men zich ook hebben te bezinnen op de middelen, die een goede gewetensvorming kunnen bevor deren. Madinier gaat in zijn mooie boekje ,,De mens en zijn geweten" daar nader op in en legt zeer terecht de volle nadruk op de grote, men mag Wel zeggen: onvervangbare waarde van het goede voorbeeld. Vooraf sluit hij zich aan bp Le Sen- ne, die' in de morele opvoeding een drievoudig doel onderscheidt: v e r- ontrusten: d.i. de traagheid van geest, de verbur gerlijking voorko men; beloven, waardoor het ge weten tegen de wanhoop gewa pend wordt, het geen geschiedt wanneer men erop wijst, dat er een bevredigend ant woord mogelijk is bij de tegenstrij- digheiden, die zich in het leven voordoen en daten dat moeilijkheden hulpmiddelen kunnen zijn en tenslotte helpen op welke wijze, die tot morele originaliteit kan leiden. Sancties of strafmaatregelen mo gen daarbij niet verwaarloosd worden. Men kan zen, vooral in het begin, niet missen, maar men zal ze met tact en onderscheidingsvermogen moeten han teren, wil men ze niet van hun vormen- d® waarde beroven. Hoofdzaak hierbij steeds alles in het werk te stellen °m het kind het waarom van een eventuele straf duidelijk te maken en Ze te doen aanvaarden. Het inzicht in de gegrondheid van de opgelegde straf is van onschatbare betekenis voor de gewetensvorming. Want daardoor leert het kind begrijpen, dat de straffende opvoeder door liefde gedreven wordt wanneer hij het kind dwingt, het goede te doen, dat door het ondergaan van de straf a.h.w. verdedigd wordt. De ?mUM?!?er geeft dan aan het kind de houdt Jat hÜ zelf het goede hoog liik i* naIeeft omdat dit noodzake oud S°ed leven van jong en Hiermee zijn wij dan aangeland bij de geweldige waarde van het goede voorbeeld, die hierin te zoeken is, dat het de jonge mens toont, dat ook de leermeesters en ouders weten te gehoorzamen, want ook zij 2ijn onderworpen aan de plicht, die voor alle mensen een universele wet ver tegenwoordigt. ie zal betwijfelen, dat de beste gewetensvorming daar gegeven wordt, waar het kind leeft in een atmosfeer, geschapen door men sen, die hun plicht nauwgezet nako men en zelf de deugden beoefenen, waartoe zij anderen aansporen? Daar is, zoals Parodi zegt, slechts het voor- Zondag i Pinksteren 5ePtember: 12e zondag na dius; credo', SiSS* miB: 2 Rch' H- Aegi- groen. vatl de H- Drieëenheid: MAANDAG: H. mis; - wit. Stephanus. belijder; eigen DINSDAG: H. Pius, paus-belijder; eigen mis; wit. beeld, de invloed van een zekere mo rele atmosfeer werkzaam. En zeer krachtig zelfs. Is het niet zó, dat de bewondering een der bronnen is van hoge moraliteit? En werkt die bewon dering niet het sterkst in het gezinsle ven? Daar immers krijgt men een ze kere fijnheid of grofheid van gevoelens mee, in de intimiteit van het dagelijks leven. Zo wordt men vanaf het begin a.h.w. bij instinct op een meer of min der hoog moreel niveau geplaatst. Men leert er edel denken en willen, meestal in gezonde wedijver en vriendelyk-spe- lenderwijze. Invloed op een ander heeft men slechts wanneer er sympathie heerst. Werkelijk goede mensen steken steeds boven hun omgeving uit en sporen, en kel reeds door hun gedrag, aan tot na volging. Een echte persoonlijkheid doet steeds een appèl op ons geweten. Omdat men onwillekeurig vergelijkin gen maakt met het eigen gedrag. In de grond ontstaat aldus een, meestal onbewust, contact tussen twee zielen. Zolang de plicht alleen maar in woor den wordt geformuleerd, blijft hij on persoonlijk en koud, maar zodra wij diezelfde plicht ontmoeten in de held haftige werkelijkheid van een levend mens, ontroert ze ons en verspreidt ze de aanstekelijkheid van het goede. Bergson drukt deze gedachte aldus uit; „Waarom hebben mensen, die groot waren in het goede, menigten achter zich aan getrokken? Zij vragen niets en toch krijgen zij. Zij behoeven niet aan te sporen; het is voldoende, dat zij er zijn, hun bestaan zelf is een appèl". De vergelijking tussen wat wij zijn en het voorbeeld dat wij bewonderen is niet alleen op zich zelf, krachtens ieders ervaring, reeds vruchtbaar, maar ze is zelfs tot een algemeen aan vaarde methode van gewetensonder zoek geworden. Hierbij moet echter met nadruk gewaarschuwd worden te gen een zeker niet denkbeeldig ge vaar. Men zal zich moeten hoeden voor een al te ver doorgevoerde ontleding van zijn eigen zwakheden. Dit ontmoe digt te zeer en rafelt het levende we zen, dat één geheel vormt, in losse stukken uiteen. Wie hieraan verslaafd raakt, kan in elke bedoeling iets ver dachts ontdekken en een dergelijke houding doodt alle energie. Zelfkennis is natuurlijk noodzakelijk, maar ze is pas vruchtbaar, als ze op de daad wordt gericht. Madinier zegt hiervan: Of het gevoel wordt opgewekt door een of ander verheven voorbeeld of door afkeer van onze ellende, het moet zich steeds in de daad omzetten. ntoon Coolen woont in Waalreeen karakteristiek dorp in de Brabantse Kempen, maar gelegen in de toch ietwat benauwende, naaste omgeving van Eind hoven. Hij ontvangt ons in een stijlvol ingericht vertrek met een breed raam, dat een breed en joyeus uitzicht verleent op het Brabantse land. Eén stuk land van ty pisch eigentijdse structuur, zegt Coolen, bos, heide en een stuk cultuurgrond. Wie overigens heeft verwacht in Coolen ook in het gesprek de geboren verteller te ontmoeten zoals hij die kent uit zijn romans, maar ook uit de verhalen, die meer óver hem verteld worden komt echter ietwat bedrogen uit. Even als trouwens hij, die in hem de vleesgeworden Brabander denkt aan te treffen. Coolen blijkt een zeer vriendelijke, mara toch enigszins ontoegankelijk man, die het kenne lijk niet heeft begrepen op interviews. Hij spreekt in zorg vuldige zinnen en in een taal, die bepaald iets boven-de- Moerdijks heeft. Hetgeen overigens alleen hem meer dan normaal kan bevreemden, die in de schrijver van „Peel- werkers" een soort vaandeldrager van „Brabantia Nostra" heeft gezien. Aan welk misverstand sommigen zich nog wel eens schuldig plegen te maken, maar wat hij nochtans beslist niet is. Hoe dat zij, Coolen publiceerde lang voor hij aan romans toe was enige schetsen, die destijds door Pieter van der Meer de Walcheren werden gekraakt; hij herinnert zich zulks met enig welbehagen. Maar het ontmoedigde hem gelukkig, in het geheel niet. Antoon Coolen stamt, litterair- historisch gezien, uit de groep van ae Katholieke Jongeren. Hij schreef m net „Roeping" van dr. Moller en hy traa later, tot Albert Helman vertrok, m diens plaats toe tot de redactie van „De Gemeenschap". „Ik had echter met deel aan de strijdbaarheid van de an deren", zegt hij zelf, „al schreef ik wel eens een „Hageltje". Coolen volgde evenals Van Duin kerken de „stem van zijn gewest zij het op enigszins getransponeerde wij ze. „Ik wilde", zo zegt hij, „wat Van Wdfn^DAG: mis van 12e zondag na Pink steren -- groen. Roermond: Kerkwijding de kathedraal; mis Terribilis; ere- van do; wit. DONDERDAG: H. Laurentius Justinianus, bisschop-belijder; mis Statuit; wit. VRIJDAG; mis van 12e zondag na Pink steren; groen. Ofwel: vanwege de eerste vrijdag der maand: votiefmis ter ere van het H. Hart van Jesus. ZATERDAG: O. L. Vrouw op zaterdag; eigen mis; pref. van O. L. Vr.: wit. ZONDAG 8 sept.: Maria Geboorte; eigen mis; 8 geb. van 13e zondag na Pink steren; credo; pref. van O. L. Vr.; Wit. Op het proefterrein voor raketten te Cape Canaveral in Florida is gisteren een raket voor middelgrote afstand af gevuurd. Men gelooft dat het de „Thor" 's- Als dit inderdaad zo is, is dit de eerste maal dat dit projectiel met suc- Ces is afgeschoten. Amerikaanse geleerden hebben gis teren een klein atoomapparaat, dat aan een ballon ongeveer 240 meter boven het Proefterrein in de staat Nevada hing, tot ontploffing gebracht. De explosie werd een „zuivere proef voor weten schappelijke doeleinden" genoemd. Er ontstond een oranje-rose vuurbal, die ?*echts ongeveer vijf seconden zicht bar was. Eigenlijk had men een appa- ïaat van zwaarder formaat tot ontplof- rjng willen brengen, maar deze proef „erd 24 uur uitgesteld wegens ongunsti- 86 wind. (Reuter) «JJjj K.B. is in de provincies Noord- j°tland en Zuid-Holland benoemd tot v-bgraaf van het toogheemraadschap te i Rijnland mr, F. M. A. Schokking Wassenaar. "Au'A ti, - H K H Prinses Irene, die deze week haar rijbewijs verwierf, arriveerde vrijdag in Rotterdam bij het internationale concours-hippique met een zwarte „Saab", die zij zelf chauffeerde. Op het voor deze gelegenheid met groen gedecoreerde frontbalkon van het Delftse raadhuis hebben koningin Juli ana, pring Bernhard en de prinsessen Beatrix en Irene vrijdagavond de Tap toe Delft bijgewoond. Geïnspireerd door de aanwezigheid van de hoge gasten kwamen de galakorpsen tot een glan zende en perfecte uitvoering, die tot de beste van dit jaar mag worden gere kend. Jammer dat de indrukwekkende fi nale. waarbij alle korpsen zich tegelij kertijd op de Markt bevonden, in de meest letterlijke zin van het woord in het water viel. De neerplenzende regen kon echter niet verhinderen, dat het Wil helmus aan het slot enthousiast en uit volle borst op alle tribunes werd mee gezongen. Zowel hare majesteit als prins Bern hard spraken hun grote waardering en bewondering uit voor hetgeen de gala- In de ti, Filmactie flfct'ereeks van de Katholieke schenen, „K.F.a.) is een brochure ver jaar, 18 jf®titeld „Alle leeftijden, 14 K.F.C." (Kan,'"' Het Seheim van de brochure is 1°üeke Filmcentrale). De B. Briels, c.lirpls,c'u'even door drs. A. H. kwame en na<ofUr der K.F.C. Deze be- katholieke keurH,gezette leider van d,e in zijn boekje al Epbemoeiingen vertelt wil over de werkzSWa!m_?n maar ,weten --Zaamheden van de zo genaamde katholieke van"e z°~ technisch in elkaar ezitke.urmg'- h°emlt staan en dae aan 'loe zij iS on'~ katholieke bioscoopbLïïï*!. e" *a' denken bliek ii.it j maar niet tot bet pu bers SDrPPïf0rdringen' N°g alti]d im- K.F r I men van een door de z°u molten c *?rde *ilm' waar men K.F c tnof aPr en van een door de Intuin u aar v®rklaarde keuring. *ede^,iblad^de 17 stui*6n wy op een voort-1"8, dle °ns met bemaal tuist - - helemaal juist nmt. Wanneer het filmbedrijf spreekt van „een voor het zuiden afge keurde film", is dat een misleidende uitdrukking, zo betoogt de schrijver. „Want de principiële opzet is, dat de films, die de K.F.C. ontoelaatbaar moet achten, in het algemeen aan het katho lieke volksdeel dienen worden te ont raden". Is dat waar? vragen wij. Het filmbedrijf heeft o.i. het recht te spreken van een voor het zuiden verboden film, want voor dat bedrijf betekent een af keuring van de K.F.C., dat de afgekeur de film voor het zuiden verboden is. Oi alle katholieken met die afkeuring reke ning dienen te houden, is een vraag, die het bedrijf hoegenaamd niet raakt. Voor het bedrijf immers geldt alleen de over weging, dat een bepaalde film wel ot niet zal mogen vertoond worden in het zuiden, of, om het met andere woorden te zeggen: dat er met die of die film al of niet zaken te doen valt In de ge meenten, waarvoor de K.F.C.-keuring geldt. Blijft inmiddels het feit, dat de bro chure van de directeur der K.F.C. een heieboe] nuttige inlichtingen bevat, waarmee de belangstellende lezer zijn voordeel kan doen. Dbg. korpsen tijdens deze taptoe hebben ge- pr e steer cl Namens het Taptoecomité bood de heer J. G. M. Korte de koningin bij haar vertrek een album met foto's van de Taptoe aan. De eerste foto daarvan was 's avonds van hare ma jesteit op de tribune genomen. Majoor dirigent van de koninklijke militaire ka pel R. van Yperen overhandigde de koningin een langspeelplaat van de be kendste Taptoenummers. De uitvoering werd eveneens bijge woond door minister Staf, en door de organisator van de taptoe, de luitenant- kolonel D. baron Mackay, die voor de ze bijzondere gelegenheid van zijn ge neesheer toestemming had gekregen voor één avond het ziekenhuis te ver laten, zodat hij zelf in groot gala ge stoken de voorstelling kon bijwonen. De levensduur van de mens en van alle zoogdieren wordt waarschijnlijk bepaald door de omvang van de her senen en het vermogen van de herse nen tot het regelen van de lichaams functies, aldus de Amerikaanse bioloog dr. Sacher in een rapport aan het Ame rikaanse instituut voor biologische wetenschappen. Een van de belangrijkste functies van de hersenen is het regelen van de lichaamsfuncties en de grootte van de hersenmassa is een aanwijzing voor het vermogen daartoe. Dr. Sacher zei de omvang van de hersenen van zestig verschillende zoogdieren en hun nor male levensduur met elkaar te hebben vergeleken. Daarbij is gebleken, dat hoe groter de hersenmassa is in verge lijking met het lichaamsgewicht, des te langer de levensduur is. De theorie van dr. Sacher is in strijd met de gangbare mening volgens wel ke de levensduur van de mens en van de zoogdieren afhangt van de snelheid van het energieverbruik. De mens, die zijn energie snel verbruikt, heeft in ver gelijking met de meeste zoogdieren een lange levensduur. Dit verschijnsel wordt, aldus dr, Sacher, verklaard door de omvang van zijn hersenmassa. Duikers van de Franse marine heb ben in de wateren bij Marseille in een Romeinse galei 500 kruiken gevonden met geconserveerde vis. Men vermoedt dat de galei een bevoorradingsschip van de legers van Julius Caesar is ge weest. Duinkerken uitdrukte in zijn gedichten zeggen in mijn verhalen. Ik koos in het begin zelfs titels voor mijn boeken, die waren geïnspireerd op zijn verzen. Met „Kinderen van ons volk" was dat o.m. het geval," Antoon Coolen ging dus romans schrij ven, romans „vertellen" noemt hij het bij voorkeur. En men mag in dit ver band gerust van Brabantse romans spreken, indien men daarbij maar in het oog houdt, dat het gaat om boeken, waarin bepaalde menselijke conflicten en verhoudingen op algemeen menselij ke wijze worden behandeld. Al is het uiteraard niet helemaal toeval, dat de handeling meestal gesitueerd was in de Peel of in een andere streek van het Brabantse. Het is inmiddels de vraag of Coolen niet „Brabants" blééf in zijn Friese boeken „Dorp aan de rivier" en „De drie Gebroeders" die hij. geïnspireerd door de verhalen van de Deurnese arts dr. Wiegersma schreef. Brabants dan in de joyeuze verhaal trant. Geen geborneerd folklorist Verwacht overigens van Coolen niet een lofzang op het „oude" Brabant, zo als hij het met feilloze helderheid en met een bijna overgevoeligheid voor de sfeer beschreef. ITij heeft het ganse, overrompelende industrialisatie-proces in Brabant "van nabij meegemaakt. Hij heeft de problemen, daaraan verbonden, buiten iedere aesthetische overweging om. ernstig bestudeerd. En hij heeft ge zien hoe het karakter van dorp en streek zich ingrijpend wijzigde en wijzigt. Maar hij beschouwt hetalles met een objectiviteit, die geen romanticus, in do ietwat troebele zin van het woord, kan opbrengen. Hij vindt het alles „een fascinerend verschijnsel". Zo fascine rend, dat hij er zijn nieuwe roman aan heeft gewijd, „De grote voltige". Het ver haal speelt tendele in het begin van deze eeuw en tendele in deze tijd en het be handelt in alternerende hoofdstukken boven geschetste ontwikkeling, waar dan ook de boerenemancipatie bij is inbegre pen. Coolen betoogt overigens met na druk, dat hij in „De grote voltige" alleen de verschijnselen signaleert en géén conclusies trekt. Wat er in „de onderto nen wordt gesuggereerd" laat hij het liefst aan de lezer te raden over. Men krijgt Antoon Coolen niet tot een principiële uitspraak als men hem de vraag voorlegt of en in hoeverre „de ontwikkeling" heeft bijgedragen tot het werkelijke geluk van de Brabantse mensen, die hij liefheeft. Hij prijst de vooruitgang en spreekt over het relatie ve van het menselijke geluk. Coolen is bij lange na geen gebor neerde folklorist. Daar is zijn genegen heid voor de mensen, die hem omrin gen te groot voor. Hij lééft nog steeds temidden van hen. En soms komen ze bij hem om te vragen of hij „een vers- ke" wil schrijven voor het Communie feest of de zilveren bruiloft. Want voor hen is hij een man. die op het gebied van het schrijven alles kan. En hij le vert ze prompt af, de versjes. Maar dit is de grote verdienste van Antoon Coolen, dat hij, de geboren ver teller, meegewerkt heeft om een goed deel van het Nederlandse volk te leren lezen. Met smaak te leren lezen. HERMAN HOFHUIZEN Als gevolg van een nadere uitwer king van de tweede onderwijsnota met betrekking tot het land- en tuinbouwon- derwijs zullen de rijks middelbare land bouwscholen per 1 september 1957 „rijks hogere landbouwscholen" gaan heten, terwijl de naam van de rijks- landbouwwinterscholen wordt veran derd in rijks middelbare landbouwscho len, resp. rijks middelbare tuinbouw scholen. De rijks middelbare tuinbouw school te Utrecht zal als nieuwe naam „rijks hogere tuinbouwschool" krijgen. De overeenkomstige instellingen van bijzonder onderwijs zijn gerechtigd, de ze naamswijzigingen conform in te voe ren. an een reeks zeer uiteenlopende op namen, die zich nochtans laten rangschikken onder het hoofd „ka mermuziek" noem ik in de eerste plaats een reproductie op Philips A 01207 L, gemaakt op het Casals Festival te Pra- des van Brahms' Trio No. 1 in B op. 8, dat vertolkt wordt door de meester der meesters zelf met medewerking van Isaac Stern en Dame Myra Hess, die een voorbeeldig ensemble vormen van drie aan elkaar gewaagde muzikanten. Het Trio is het eerste, dat Brahms in het genre heeft geschreven. In zoverre als Brahms ooit jong is geweest, is het een jeugdwerk, dat hij later als volledig gerijpt man ingrijpend heeft gerevideerd. Sommige commentators vinden dit volle dig begrijpelijk en zelfs noodzakelijk; ook Hanslick had het Trio in zijn eérste vorm reeds aan scherpe kritiek onderworpen. Anderen hebben de revisie zeer betreurd, omdat zij de oorspronkelijke vorm verre prefereerden. Zij zeggen, dat het herzie ne opus de geniale glans van het jeugd werk ontbeert, maar het ontbeert dan in ieder geval ook de nogal talrijke on rijpheden, die het hebben verzwakt. Op deze opname hoort men het werk in zijn gerevideerde vorm, waardoor het onmis kenbaar rijper en gaver klinkt, al zal de aandachtige toehoorder in het eerste deel de moeten van de gerestaureerde plekken nog kunnen waarnemen. Alleen het Scherzo is onveranderd uit het ori gineel overgenomen. Het was inderdaad goed zoals het is: een zeer gelukkige in geving van de fantasie. Het gehele werk is trouwens zeer de moeite waard ge bleven door zijn diep bewogen melan cholieke toon, die naar alle waarschijn lijkheid te verklaren valt als de smar telijke weerslag van Brahms' hopeloze liefde voor Clara Schumann-Wieck. Op het gebied der romantische kamer muziek is daar voorts Capitol P 8359, waarvoor het Hollywood String Quartet Schuberts „Der Tod und das Madchen" speelt in een lezing, die het onvergelij kelijke werk in een zeer interessant licht stelt. Het ensemble bestaat uit vooraan staande musici uit orkesten van de Hol ly woodse filmstudio's. Ze zijn grote in strumentalisten en muzikanten. Hun en semble is zeer homogeen. Hun stijl van musiceren is zover mogelijk afgewend van de romantische opvatting. Zij geven de muziek weer met een verhevigd wer kelijkheidsgevoel, zeer bewogen, zeer hel der en precies, maar in de toonvorming ontdaan van affectieve effecten. Zij spe len met niets ontziende consequentie wat er staat en laten de psychische interpre taties daarvan in hun voordracht buiten beschouwing. Voor een Europeaan is dit in een stuk als het onderhavige op het eerste gehoor wat vreemd, bij nader toe horen wordt men de weloverwogen be doeling gewaar en begrijpt men, dat het bij deze meesters niet aangaat van een tekortkoming te spreken, omdat men te doen heeft met een welbewuste stijlop vatting, die wij van de oude wereld zelf delen, doch die hier alleen iets verder is doorgetrokken dan wij gewend zijn. Advertentie De vakanties zijn weer voorbij. Opnieuw gaan 890.000 meisjes en 910.000 jongens - meer of minder braaf en meer of minder graag - naar school. Maar vóórdat al die moeders van al die 1.800.000 kinde ren een zucht van verlich ting kunnen slaken, zitten ze weer voor de grote zorg: schoenen, school- schoenen! Laten deze moeders ge rust herademen, want dit nieuwe schooljaar brengt goed nieuws - tenminste voor de moeders van die 910.000 jongens. De Robinson-Schoenfabriek (U weet wel: die goeie Robinson voor Vader en Zoon) maakt namelijk schoolschoenen, waarvan maanden worden gegarandeerd. Schrif telijk, met bewijs en al erbij! Dat is natuurlijk prachtig nieuws: een half jaar lang de zooireparatie van de „'Mimi 6 maanden 'n zorg minder! de zolen 6 baan! En Robinson geeft Uw jongens tóch al 'n voornaam ding extra: want tussen de rubber-loopzool (de Robinson SPAARzool) en de leren binnenzool zit immers nog de Robinson ventiLEER- zool. Deze extra „adem"- zool van LEER zorgt er voor, dat de voeten van Uw jongens gezond en sterk blijven. Een enorm voordeêl, dat alléén Ro binson geeft Rubber om lang op te lopen, leer om gezonde voeten te houdenRo binson combineert beide dingen in dezelfde schoe nen en geeft er bovendien nog 6 maanden garantie bij. Weg dus met dat zorgelijke gezicht, moederMet Robinson-schoolschoenen hebt U een half jaar lang een belangrijke zorg minder. (Van ónze medische medewerker) en van de vele won deren waar de on derzoeker, die zich bezig houdt met de bestudering van het menselijk organisme voor komt te staan, is de welhaast feilloze re gulatie van de lichaams temperatuur. Wij staan er niet vaak bij stil, dat ons lichaam veel meer dan welke ingenieuze elektronische machine ook een wonder van vernuft is. Het is goed te bedenken, dat wij ondanks de vele ontdekkingen en resultaten van wetenschappelijk onderzoek met onze huidige kennis van bouw en verrich tingen van het menselijk lichaam nog slechts aan het begin staan van een lange, moeizame weg, die leidt naar volledige kennis en begrip, voorzover dit dan ooit te bereiken is. Zo weten wij van de voor de ge zondheid zeer belangrijke regulering van de lichaamstemperatuur nog lang niet alles af. De laatste jaren vooral wordt op dit terrein intensief gewerkt, omdat in de hartchirurgie dringend be hoefte is aan methoden om de stof wisseling en dus de zuurstofbehoefte van het individu dusdanig te verlagen, dat het mogelijk wordt het hart, dat het bloed (met voedingsstoffen en zuurstof) rond pompt, gedurende en kele minuten buiten bedrijf te stellen. Dit is o.a. mogelijk door de lichaams temperatuur een tiental graden te verlagen (van 36 gr. C op 26 gr. C) hetgeen echter gemakkelijker gezegd is dan gedaan. Er is blijkbaar een nauwkeurig ge reguleerd evenwicht tussen de door het lichaam zelf geproduceerde, respectievelijk ontvangen warmte (zon kachel) en de warmte- afgifte aan de omgeving. De ther mostaat, het instrument dat tot taak heeft de temperatuur in bijv. een ver trek of een oven constant te houden, vindt zijn volmaakte voorbeeld in en kele zeer kleine centra in de herse nen. Deze houden de lichaamstempe ratuur vrijwel constant op ongeveer 36 a 37 gr. C met dien verstande, dat de temperatuur in de namiddag 0,5 tot 1 gr. C hoger is dan 's morgens vroeg. Hoewel wij niet willekeurig onze lichaamstemperatuur direct kunnen beïnvloeden (wel indirect door bijv. lichaamsbeweging) en het tempera- ongeveer als volgt. Het bloed dat in luttele ogenblikken door het gehele lichaam circuleert zorgt hiermee tevens voor een gelijkmatige verde ling van de warmte. Is een lichaams deel te warm en een ander te koud, dan wordt het bloed dat door het warme lichaamsdeel stroomt even eens warmer. Deze warmte staat het bloed weer af zodra het verderop in de koelere weefsels komt. Hier heeft het temperatuurcentrum weinig mee te maken. Anders wordt het als alle lichaamsdelen te warm worden. Het bloed kan dan plaatselijk niet meer afkoelen en het warme bloed door stroomt dan ook de hersenen, inclu sief het temperatuurcentrum. Dit rea- tuurcentrum dus onbewust functio neert, lijkt het wel of die cellen „den ken", zo goed weten zij zich aan elke redelijke situatie aan te passen, iet onbegrijpelijk maar toch merkwaardig is dat het tempe ratuurcentrum geoefend moet worden. Bij een pasgeboren baby is het temperatuurcentrum nog niet goed op dreef; een zuigeling zal der halve gemakkelijk te veel afkoelen. Vandaar dat het nodig is om het wiegje vooral 's winters met kruiken te verwarmen. Geleidelijk aan, voor al als de baby wat ouder wordt en zich bovendien meer gaat bewegen (dus zelf meer warmte produceert) kan hij het zonder kruiken stellen. Een kind dat echter door een overbezorgde modder altijd dik wordt ingebakerd, krijgt minder gelegenheid zijn tempe ratuurcentrum te trainen en zal, o, te- teurstelling voor die moeders al thans veel eerder „kouvatten" dan een meer Spartaans opgevoede peu ter. Heel simplistisch voorgesteld is de werking van het temperatuurcentrum geert prompt door prikkels uit te zen den naar de huid: de bloedvaatjes in de huid worden wijder (de huid wordt roder) en de zweetkliertjes gaan harder werken. Beide mecha nismen hebben tot gevolg dat het li chaam veel meer warmte aan de bui tenwereld gaat afstaan. Voorbeelden te over. Iemand die hard heeft gelo pen is rood en bezweet en zal hier door snel (in enkele minuten) afkoe len. Het is onverstandig dan stil te blijven staan, omdat door een te snel le afkoeling de lichaamsweerstand te gen verkoudheidsziekten vermindert. Behalve door spierarbeid kan de lichaamstemperatuur ook stijgen door bepaalde gifstoffen. Wij spreken dan van koorts. Verder bestaat er nog een locaal regulatiesysteem. Als één li chaamsdeel te warm wordt, bijv. een hand die in warm water is gehouden, zal via een rexflex, dat wil zeggen buiten het temperatuurcentrum om, de huid van die hand alleen rood wor den om zo snel meer warmte af te kunnen geven. De volgende week zullen wij U meer vertellen over koorts en de be strijding ervan. St. Misschien toch wel met iets teveel geloof aan het belang van de psysieke zijde van het klankfenomeen, maar dat is dan een keerzijde van een medaille, waarop men meer waarden ontdekt, naarmate men haar langer bestudeert. De opname is adequaat aan het spel. De eerste violist klinkt nogal scherp, zodat men de bo ventonen zeer moet minderen, maar ver moedelijk is dat een getrouwe weergave van een bestaande eigenaardigheid. Haskil-Grumiaux Clara Haskil en Arthur Grumiaux heb ben op Philips A 00409 L een nieuw deel gepubliceerd van Beethovens Sona ten voor viool en piano. Deze plaat be vat de eerste in D op. 12 no. 1, de vierde in a op. 23 en de vijfde in F op. 24. de zogenaamde „Frühlingssonate". de jonge Beethoven derhalve, waarvan die van de vierde sonate de meest fas cinerende is en ook het meeste perspec tief biedt op zijn latere ontwikkeling. Over Haskil en Grumiaux zeggen som mige beoordelaars, dat zij eigenlijk niet bij elkaar passen, omdat zij de pianiste introvert achten er de violist extrovert. Het laatste lijkt mij desnoods iets juister dan het eerste. Grumiaux is inderdaad een virtuoos, die zijn eigen persoonlijk heden nog wel eens tussen de muziek en de toehoorders wil plaatsen. Haskil is van een uiterst heldere, briljante pre cisie, maar zij is zeker niet introvert. zy brengt Grumiaux er gemakkelijk toe zijn „Ausschweifungen" te overwinnen, ten gevolge waarvan zijn sterke muzikale aard op het best tot uiting komt. Hij speelt nooit zo goed als juist met Haskil, al speelt hij dan nog wel een tikje slor diger. Maar in het muzikanteske van bei der natuur vinden zij een stevige verbon denheid. In de groeiende reeks van Bartók-pu- blikaties vermeld ik een 45-toeren plaatje van DGG (32 208 A)de Roemeense volksdansen uit Hongarije in de zetting voor viool en piano en gespeeld door Dé- nes Zsigmondy en Anneliese Nissen. Er bestaan verschillende zettingen van deze fleurige stukjes, die oorspronkelyk voor piano zyn geschreven, maar met de viool voldoen ze toch wel best. Telemann Uit de schatkamers der voor-klassieke muziek zond DGG mij een 45-toeren plaat uit haar Archiv-produktie, bevat tende twee Trio-sonaten van Georg Phi- lipp Telemann, resp. in d voor blokfluit, discantgamba en continuo, en in F voor blokfluit, basgamba en continuo, gespeeld door Ferdinand Conrad, Johannes Koch, Klaus Storck, Otto Steinkopf en Hans Heintze. Telemann, de iets oudere tijd genoot van Bach, was In zekere zin nog een voorganger, maar tevens ook een na komer. Het was Bach voorbehouden de stijlgegevens van voorgaande perioden samen te vatten tot een monumentale synthese. De veel oppervlakkiger en mo dieuzer Telemann ging wel van het ver leden uit, maar evolueerde snel met de smaak van de tijd tot de galanterie en de „Empfindsamkeit", een ontwikkeling, waar Bach buiten bleef. De beide Trio sonaten tonen Telemann zeer karakte ristiek, sierlijk, vindingrijk en zeer spiri tueel. Twee prachtige stukken, voortref felijk gemusiceerd. Tenslotte een 30 cm Columbia-opname (CX 1451) van samengestelde inhoud. Het Napolitaanse Orchestra Alessandro Scarlatti heeft daarvoor onder leiding van de Amerikaanse dirigent Thomas Schippers gespeeld de twee strykerscon- certen No. 5 in A en No. 1 in F van de vroeg-achttiende eeuwse Napolitaan Francesco Durante, voorvechter der in strumentale muziek in de stad der opera bij uitstek. Voorts de ouverture van An tonio Salieri, Mozarts succesryke rivaal in Wenen, voor zyn opera „Axur, re d'Ormus" en bovendien enkele stukken van Durante's Venetiaanse tijdgenoot Vivaldi, t.w. de ouverture „Al Santo Se- pulcro" en een concert voor orkest in C, op. 64 No. 6. Dit laatste stuk heeft een instumentale bewerking ondergaan door Casella. De beide Durante-concerten zy'n door Adriano Lualdi van strijkkwartet overgebracht voor strijkorkest. Er valt veel te leren van deze plaat zoals de treffend gevoelige maar nog primitieve instrumentale styi van Durante in Na pels tegenover de ryke, geheel ontbloeide muziek, die Vivaldi tezelfder tijd reeds in Venetië schreef, zo zelfbewust en tref zeker in haar werking. En daarby dan de krachtige en bondige zegging van de klassicist Salieri, die een navolger was van Gluck. Deze plaat brengt weer ge bieden van de historie tot leven, dia vroeger alleen door namen in een boek werden vertegenwoordigd. L. H. Aan de heer Gary Da- vis valt wél wat te beleven. Af en toe duikt hij ineens ergens op, om zich te laten arresteren en zich het des betreffende land te laten uitzetten. Een spectaculai re, maar als u het my vraagt, nogal vermoeiende bezigheid. En het valt tóch kennelijk niet mee om de wereld ervan te overtuigen dat je wereld burger no. 1 bent. Ik voor mij geloof overigens, dat Davis vooral daarom zoveel moeihjk- heden ondervindt, omdat hij no. 1 wil wezen. Had hy genoegen genomen met no. 2 of no. 7, dan had het hem, dunkt ons, heel wat ellende be spaard. Maar no. 1, dat nemen de mensen niet. Er zijn grenzen. En het helpt Davis niets, al roept hij dui zend keer uit, dat er voor hem géén grenzen zijn. Voor de rest voel ik toch wel een tikkeltje met Davis mee. Hij doet eigenlijk precies het tegengestelde van Fedde Schurer, die niet anders dan grenzen ziet. En ik gun ieder zijn hobby, zelfs al is het in mijn ogen een afwijking. Bovendien, per slot van rekening is hij wereldburger, net als u en ik. Wij hebben alleen niet de behoefte er zo mee te koop te lopen. En wat my betreft: soms wil ilf het ook écht niet weten. Vrijdagmiddag is het vierjarig zoon tje van de heer J. Groen te Haastrecht bij het spelen in de Hollandsche IJssel geraakt en verdronken. Bij het overstappen van de ene boot op de andere is de 42-jarige G. van Valen uit Rotterdam misgestapt, tussen de twee vaartuigen ih de Waalhaven terecht gekomen en verdronken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 9