Minder leerlingen
per klas
Plan voor verlaging van
de leerlingen schaal in
drie fasen
monument voor philips gereed jye salarissen van
de ambtenaren
Onberaden stappen
afgeraden
m
I
X
KWAVTA
Olifant opende slot met sleutel....
WETSONTWERP INGEDIEND
Eerste fase hopelijk in 1962 voltooid,
laatste in 1968
SCHEMA'S DER DRIE FASEN
Maandag officiële overdracht
20 ct.
't is weer
Geen rood lampje s.v.p.
Kattenmysterie
te Naarden
opgehelderd
Pleidooi voor de
wegenbouw
Wijziging onderwijs
wetten
Wijziging Kweek -
schoolwet
dr. W. J. J. Dijsselbloem
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1957
PAGINA 5
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een wetsontwerp
ingediend tot wijziging van de Lageronderwijswet 1920. In dit ont
werp wordt voorgesteld de leerlingenscKalen voor het gewoon lager
onderwijs, het voortgezet gewoon lager onderwijs en het uitgebreid
lager onderwijs aanzienlijk te verlag en. Deze verlaging zal niet
ineens worden gerealiseerd maar zal in fasen geschieden. De uitein
delijke verlaging is in het wetsontwerp vastgelegd en wordt van
kracht op een door de Kroon te bepalen, tijdstip, dat afhankelijk
is van de personeelsvoorziening en de beschikbare geldmiddelen en
dat waarschijnlijk niet vóór 1 januari 1968 zal gelegen zijn. De
eerste fase zal in de loop van 1962 haar beslag kunnen krijgen. De
tussentijdse verlagingen zullen bij algemene maatregel van bestuur
worden vastgesteld.
oi 85
Inrichting van
kleuterscholen
Door rijdende kraan
tegen ijzeren paal
gedrukt en gedood
Het hotelbezoek van
buitenlanders
In eerste halfjaar 1957
Spaar Kwatta-soldaatjes
voor het Kwatta-soldaatje
Koninklijke rijtoer op
Prinsjesdag
Het uittreden uit het G.O.
Ernstig beraad
De dieren werden in
een val gelokt
Mr. Spat kritiseert de
bestedingsbeperking
de memorie van toelichting op het
wetsontwerp wijst de minister van on
derwijs, kunsten en wetenschappen er
dp, dat een drastische verlaging van de
leerlingenschalen tot het peil, dat voor
een gezonde ontwikkeling van ons on
derwijs noodzakelijk is, niet ineens kan
gerealiseerd. Drie factoren wer-
aan ond» be!emmerend, n.l. het tekort
bouwmarkt"^1-?,' de spanning op de
nanciële middelt? beperktheid der fi-
in fasen kunnen ?°or.Ten verlaging
in verband met vraa~zlJds sPannlnSen
onderwijzend personeel u? ®anboc' van
den en kan rekening worden61Lkeri?e"
met de situatie op de bouw^^ouden
met de financieringsmogelijkheden An"
derzijds wordt het mogelijk op betrek
kelijk korte termijn de druk op het
onderwijs enigszins te verlichten.
De minister stelt zich voor de ver
laging in drie fasen te doen verlopen
Volgens onderstaande schema's, die zijn
ontleend aan de voorstellen van de
ambtelijke leden der commissie, die in
1955 in het leven is geroepen; zij be
stond uit drie leden van de Algemene
Nederlandse Onderwijzers Federatie en
eniSe ambtenaren van het ministerie,
He minister meent, dat op grond
Van de cijfers vermeld in zijn vierde
vNota betreffende de toekomstige be
sefte aan onderwijzers bij het gehele
Jager onderwijs" mag worden aange
nomen, dat de volledige invoering van
de voorgestelde leerlingenschalen
voor wat betreft de personele voor
ziening, op 1 januari 1968 gerealiseerd
ZOU kunnen zijn. De eerste fase zou
wederom wat betreft de personeels
voorziening in de loop van 1962, de
tweede in de loop van 1964 haar be
slag kunnen krijgen. In de tussenlig
gende tijdvakken zal door een rui
mere toekenning van de rijksvergoe
ding voor extra leerkrachten volgens
artikel 56, tweede lid, der Lager-on-
derwijswet 1920 het ontstaan van een
tijdelijk overschot kunnen worden
voorkomen.
Hoewel derhalve mag worden aangc-
™men, dat de eindfase per 1 januari
1968 kan worden bereikt, meent de mi
nister, dat het veiliger is deze datum
Wet in de wet op te nemen. Naast het
vereiste aantal onderwijzers zal immers
v«or de verwezenlijking der plannen
®en groot aantal schoollokalen nodig
Jjin, terwijl bovendien jaarlijks aanzien-
'tike bedragen zullen moeten worden
beschikbaar gesteld. Hij is echter ook
?»n mening, dat verlaging van de leer-
"hgenschaal een zo belangrijke voor
gaarde vormt voor de vernieuwing van
"bs onderwijs, dat het verantwoord is
feeds thans in de wet de mogelijkheid
e openen, wanneer de feitelijke situatie
dit toelaat, tot verlaging over te gaan.
De minister komt tot de navolgende
schatting van de totale kosten: ƒ30,6
Wiljoen in de eerste fase, ƒ61,2 miljoen
w de tweede fase en 99,3 miljoen in
öe derde fase.
Bij de Tweede Kamer der Saten-Ge-
neraal is ingediend een ontwerp van
wet tot wijziging van de Middelbaaron
derwijswet, de Hogeronderwijswet en de
Pensioenwet 1922, Stb. 240, betreffende:
1. Een betere regeling voor de sub
sidiëring in de kosten voor het aanko
pen, stichten, verbouwen, herbouwen en
uitbreiden van de schoolgebouwen en
terreinen der bijzondere scholen voor
v.h.m.o. (artikelen I onder H en II on
der F).
2. Een wijziging in de berekening van
het bedrag van het subsidie in de ex
ploitatiekosten van die scholen (artike
len I onder J en II onder I).
3- Een wijziging van de Pensioenwet
1922, Stb. 240, beogende het personeel
van een door het Rijk gesubsidieerd
avondlyceum of avondhogereburger
school en van een door het Rijk ge
subsidieerde inrichting tot opleiding on
der de werking van de Pensioenwet
te brengen (artikel III).
4. Een aanvulling van de regeling in
zake de eisen van benoembaarheid,
waaraan een leraar aan een schooi
voor v.h.m.o, moet voldoen (artikelen I
onder A, B, D, E, en F en II onder A
en B).
5. Een verbetering van enkele artike
len van de Middelbaaronderwijswet en
de Hogeronderwijswet, deels ten gevol
ge van in die wetten in enkele andere
artikelen aangebrachte wijzigingen (de
overige letters van de artikelen 1 en
II).
6. Overgangsbepalingen in verband
met de inwerkingtreding der wijzigins-
wet (artikel IV).
Bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaal is ingediend een ontwerp van
wet tot wijziging van de Kweekschool-
wet. De wijziging betreft:
1. Een betere regeling voor de ver
goeding der kosten voor het aankopen,
stichten, verbouwen, herbouwen, uit
breiden en huren van de schoolgebou
wen en -terreinen der bijzondere kweek
scholen en voor de aanschaffing van
schoolmeubelen en leermiddelen voor
die scholen (art. 26 t/m 28).
2. De regeling van het toezicht op
het kweekschoolonderwijs door een ei
gen inspectie (art. 38 t/m 39).
3 Een nadere voorziening wordt voor
gesteld met betrekking tot de verdere
vorming van de leerlingen van de der
de leerkring (art. 7 en 9).
4. In artikel 11 worden de benoe-
mingseisen voor leraren aan de kweek
scholen nader vastgesteld.
5- In artikel 13 wordt een uitbreiding
voorgesteld voor de mogelijkheid van
toelating van leerlingen tot de eerste
Gewoon lager onderwijs.
Aantal Huidige
leerkr. schaal
1 1— 30 leerl.
31— 75
12? 12°
121165
en„VpJVolSe'ns
2
3
4
de 45-schaalS
le Fase
1_ 28 leerl.
29— 70
71—110
111—152
en vervolgens
de 42-schaal
Voortgezet gewoon lager
met volledig v.g.l.o.-leerpian. rw^s en klassen
Aantal
leerkr.
1
2
3
4
Huidige
schaal
11)— 30 leerl.
31 502)
51 3)— 90
91 —120
en vervolgens
de 30-schaal
Ie Fase
28 leerl.
2® 50
86 —113
e" vcrvolgei"s
de 28-schaal
2e Fase
126 leerl.
27- 65
66—100
101—139
en vervolgens
de 39-schaal
7 en 8
2e Fase
i)26 leerl.
27 50
51 -80
31 —106
en vervolgens
de 26-schaal
3e Fase
125 leerl.
26— 60
61— 90
91-125
en vervolgens
de 35-schaal
3e Fase
11) 25 leerl
26 50
51 - 75
76 —100
en vervolgens
de 25-schaal
20
2> Jfoor de klassen 7 en 8:
3) v°or de klassen 7 en 8: 60
°or de klassen 7 en 8: 61
Kla5Se« 7 en 8 zonder (volledig) v.g.l.o.-leerpian.
Aantal Huidige
leerkr. schaal
1 2036 leerl.
2 37— 72
3 73—108
en vervolgens
de 36-schaal
le Fase
20— 34 leerl.
35— 68 1,
69—102
en vervolgens
de 34-schaal
2e Fase
2032 leerl.
33— 64
65— 96
en vervolgens
de 32-schaal
3e Fase
20- 30 leerl.
60
90
Uitgebreid lager onderwijs.
31-
61
en vervolgens
de 30-schaal
Aantal
leerkr.
1
2
3
4
Huidige
schaal
130 leerl.
31— 60
61— 90
91—120
en vervolgens
de 30-schaal
le Fase
1— 28 leerl,
29— 5C
57— 84
85—114
en vervolgens
de 30-schaal
2e Fase
1— 26 leerl.
27— 52
53— 78
79—108
en vervolgens
de 30-schaal
3e Fase
1— 25 leerl.
26— 50
51— 75
76—105
en vervolgens
de 30-schaal
Benodigde onderwijzers en lokalen.
Zich baserend op de ramingen als gegeven in het rapport der bovengenoemde
°™.miES1b wijst de minister er op, dat de hiernavolgende aantallen onderwijzers
oaig zullen zijn voor de verwezenlijking der voorgestelde verlaging van de
teerlingen schaal:
tak van
onderwijs le Fase
g.l.o. 2750
v.g.l.o. 180
u.1.0. 400
3330
2e Fase
2750
180
400
3330
3e Fase
3600
90
500
4190
Totaal
9100
450
1300
10850
Hi
Zes jaar geleden kreeg de Amsterdamse beeldhouwer Hubert van Lith
de opdracht een monument te vervaardigen, dat het geschenk zou worden
van het personeel der Nederlandse Philipsbedrijven bij gelegenheid van
het zestig-jarig bestaan van de onderneming. Zes jaar heeft Eindhoven
gewacht op de voltooiing van dit gedenkteken, dat men als het ware
langzaam maar zeker uit de grond zag opgroeien. Eerst werd aan de
Kastanjelaan, voor het acht verdiepingen hoge kantoorgebouw, waarin
ook de Bedrijfsschool is gehuisvest, een omvangrijk waterwerk aangelegd.
Daarin verrees de sokkel, waarop de metershoge zuilen een plaats zouden
vinden. Twee jaar geleden werd het eerste deel van het eigenlijke monu
ment geplaatst: drie kalkstenen zuilvoeten, waartegen in haut reliëf
vierentwintig figuren, tezamen een beeld gevend van het personeel in al
zijn geledingen. Daarop werden vervolgens drie monolythen opgesteld.
De drie naakte zuilen zijn dezer dagen bekroond met de beelden „Het
Schouwen", Het Licht" en „De Roepdie deze zomer bij het Stedelijk
Museum te Amsterdam werden geëxposeerd bij gelegenheid van een over
zichtstentoonstelling, gewijd aan de totstandkoming van het Philips' Jubi
leummonument, een van de grootste gedenktekenen die na de oorlog in
Nederland werden vervaardigd. Maandag a.s., twee dagen voor de officiële
viering van Eindhovens bevrijding, zal het monument worden overgedra
gen aan de Raad van Bestuur van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken.
Inmiddels is een verlichtingsinstallatie aangebracht, zodat het geheel
monument temidden van een waterpartij, omringd door een krans van
fonteinen en tegen een decor van een dertig meter hoog gebouw, geflan
keerd door rijzige populieren een feeëriek schouwspel kan bieden.
en tot de tweede leerkring: artikel 14
regelt nader de verplichting der leer
lingen om alle voor hen bestemde les
sen te volgen, alsmede de gevallen,
waarin vrijstelling van deze verplich
ting kan worden verleend.
6. In artikel 22 en 23 worden de voor
waarden voor aanwijzing van de bijzon
dere kweekscholen en voor de bekosti
ging van het onderwijs aan die scho
len in overeenstemming gebracht met
de voorgestelde nieuwe regeling voor
de rijkskweekscholen.
7. Artikel 35 regelt het wachtgeld voor
de leraren der bijzondere kweekscholen.
8. De bevoegdheid, verkregen door het
behalen van de akte nuttige handwer
ken voor meisjes, wordt in artikel 42
beperkt tot het gewoon lager onderwijs.
9. De deelneming aan enige examens
wordt voor bezitters van nader aan te
wijzen bewijzen van vooropleiding mo
gelijk gemaakt (art. 45).
10. Ten slotte worden in de artike
len m en IV enige overgangsbepalin
gen in verband met de inwerkingtre
ding der wijzigingswet voorgesteld.
In Staatsblad nr. 361 is gepubliceerd
het „Bouwbesluit kleuteronderwijs"
(Koninklijk besluit van 6 september
1957 tot uitvoering van artikel 18, eer
ste lid der Kleuteronderwijswet)
Ingevolge dat artikel moet het school
gebouw voldoen aan de bij algemene
maatregel van bestuur, in het belang
zowel van de gezonheid en veiligheid
der leerlingen als van het onderwijs
vastgestelde regelen omtrent de bouw
en de inrichting van het gebouw, om
trent de inrichting van het bij het
schoolgebouw behorend terrein, alsmede
omtrent het aantal kleuters, dat in
de lokalen mag worden toegelaten. Het
thans vastgestelde Bouwbesluit kleuter
onderwijs bevat een regeling van een
en ander. In overeenstemming met de
eis der wet dragen de bepalingen het
karakter van minimum-normen.
Voor wat betreft de algemene opzet
vertoont dit Bouwbesluit veel overeen
komst met het Bouwbesluit voor het
lager onderwijs (Koninklijk besluit van
15 februari 1924, Stb. 48, zoals dit
laatstelijk is gewijzigd bij Koninklijk be
sluit van 15 september 1950, Stb. K.
404).
De 69-jarige L. H. te Vlissingen is
vrijdagmorgen op de werf van de ko
ninklijke maatschappij „De Schelde"
door een rijdende kraan gedood. De
man, die gehuwd is, bevond zich in een
machineloods op een 12 meter hoge
loopplank. Hij raakte beklemd tussen
een ijzeren paal met houten juk en een
rijdende kraan. De dood is onmiddellijk
ingetreden. De man was niet in dienst
bij „De Schelde," doch werkte bij een
firma die ter plaatse werkzaamheden
uitvoert. Naar de juiste oorzaak van
dit bedrijfsongeval wordt een nader on
derzoek ingesteld.
Het Centraal bureau voor de sta
tistiek heeft in samenwerking met de
statistische bureaus van de 4 grote ste
den een berekening gemaakt van het
aantal overnachtingen van buitenlan
ders in de Nederlandse hotels geduren
de het le halfjaar van 1957.
In deze periode boekten de Neder
landse hotels 1.261.000 overnachtingen
van buitenlanders, dat is 132.000 of wel
12 procent meer dan in het le halfjaar
van 1956. Vooral het bezoek uit Duits
land nam sterk toe. Het aantal over
nachtingen van bezoekers uit dit land
steeg t.o.v. het le halfjaar 1956 met 38
procent. Daarop volgden Frankrijk
met 17 procent, Engeland en Schot
land met 13 procent en België en
Luxemburg met 7 procent. Het aan
tal overnachtingen van bezoekers uit
de Verenigde Staten gaf een daling
te zien van 11 procent.
Van de afzonderlijke maanden van
het le halfjaar 1957 werd vooral in
april en in juni een aanmerkelijk ho
ger aantal overnachtingen van buiten
landers geregistreerd dan in de over
eenkomstige maanden van 1956. Alleen
in maart en in mei was het aantal over
nachtingen iets lager dan in het vorige
jaar.
Advertentie
(UI vfi.' mensehjke" trekken in een oli-
U eu ziJn grote aanhankelijkheid
en en zou haast mogen zeggen: zijn
n hlfV^°r humor- Zo had een olifant
V,a?„Ü LTCUS Sarrasani vriendschap ge
sloten met een pony, die in zijn onmid-
u „,e-,^geVmg op stal stond. Toen nu
het paardje op een kwade dag werd
overgeplaatst begon onze dikhuid te
kniezen. Nu staan olifanten op hun pla
teau als het ware verankerd, de ketting
om hun poot is met een slot aan de haak
in de bodem bevestigd. De olifant
slaagde erin de sleutel te ontdekken die
zowaar binnen zijn bereik hing en' hij
morrelde net zo lang totdat hij zijn voor
poot bevrijd had. Ook de achterpoot wist
hij te ontkluisteren. Netjes werd de sleu
tel weer op zijn plaats gehangen en dik
huid op weg naar zijn vriendjeDat
olifanten ook voor hun baas opkomen,
bleek die keer in Rio de Janeiro, toen
de heren studenten meenden de voor
stelling van Sarrasani in de war te
kunnen sturen. De jongelui omsingelden
het circus en gingen tot de aanval over.
Slechts op één punt braken de heethoof
den door het kordon van het circus-
personeel en dat was bij de olifantsstal-
len. Zo stonden zij joelend teenover deze
reuzenEn toen gebeurde het,....
Lees deze geschiedenis en al die andere
opwindende, romantische, tragische en
ook komische gebeurtenissen uit het
circusleven uit alle landen door alle
tijden- U vindt een keur van enerverende
literatuur in het prachtige circusalbum
„De Bonte Droom van het Circus". Een
boeiend en afwisselend verhaal met tal
loze pentekeningen en vele prachtige
kleurenplaten en plaatjes; geschreven
door de circuskenners bij uitstek J. v.
Doveren en Fred Thomas. Voor slechts
2.50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw
roomboterleverancier of rechtstreeks be
stellen per brief of briefkaart bij Kan
toor .Roomboteralbum", Postbus 47,
's-Gravenbage. U krijgt dan het album
per omgaande toegezonden onder rem
bours. De bijbehorende plaatjes ontvangt
u gratis voor rijksbotermerken. U vindt
zo'n merk op elk pakje roomboter.
Neem een pakje extra voor de zondag
Advertentie
Op Prinsjesdag zullen Koningin Julia
na en Prins Bernhard weer de gebruike
lijke rijtoer maken. Waarschijnlijk zullen
ook de oudste twee prinsessen meerijden,
nadat zij de opening der Staten Generaal
hebben bijgewoond.
De koninklijke stoet vertrekt om 15.30
uur van het Huis Ten Bosch. De route
is als volgt: Bezuidenhoutseweg, Heren
gracht, Korte Poten, Plein, Lange Poten,
Hofweg, Buitenhof, Gravestraat, Kerk
plein, Prinsestraat, Prinsessewal, Hoge-
wal, Mauritskade, Alexanderstraat, Plein
1813, Javastraat, Javabrug, Wassenaar-
seweg, Van Alkemadelaan, Willem Wit-
senplein. Laan van Nieuw-Oost-Indië,
Leidse Straatweg en van daar naar het
huis Ten Bosch
(Vervolg van pagina 1)
Als zodanig werden genoemd: het be
leggen van een grote protestvergadering
te Den Haag („bestorm het Binnenhof",
riep een der sprekers opgebonden
uit), het uittreden uit het Georgani
seerd Overleg, liefst samen met alle
andere organisaties, meende de afde
ling Utrecht, het eendrachtig samen
werken met alle andere organisaties om
de looneisen ingewilligd te krijgen, het
voeren van een stiptheids- of langzaam-
aan-actie enz. Gebeurt dit niet, zo stel
de Maastricht nog, dar. zullen we niet
als lid van de A.R.K.A. bedanken, ge
hoorzaam als we willen zijn aan de
wens van het Episcopaat, maar dan zul
len we wel het lidmaatschap van
A.R.K.A. voelen als een last en als een
noodzakelijk kwaad.
Ten aanzien van al deze eisen stel
de de algemene voorzitter mr. G. A.
A. M. Boot tenslotte, dat het onjuist
is te menen, dat het hoofdbestuur de
door de vergadering zozeer verlangde
protestmeeting a priori afwijst. Het
hoofdbestuur, aldus mr. Boot, is alleen
van oordeel dat men van een massabe
toging niet alle heil moet verwachten.
Het is zaak om een dergelijke mee
ting te beleggen op het juiste moment.
Ten aanzien van het uittreden uit het
G.O. merkte de voorzitter op, dat het
hoofdbestuur, ofschoon het in dit over
leg zelf geen al te groot vertrouwen
stelt, er thans toch voor past, nu dit
overleg nog bezig is, om er uit te tre
den. Het uittreden van de A.R.K.A. al
leen zou niet erg in het belang van de
leden zijn, aldus spreker. Enig heil zou
van uittreden pas dan te verwachten
zijn, wanneer alle organisaties dit ge
zamenlijk zouden doen. Of voor een der
gelijk uittreden nu reeds het moment
is aangebroken, waagde mr. Boot te
betwijfelen. Als in de situatie van thans
geen verandering komt. dan is het niet
onmogelijk dat de A.R.K.A., als zo vaak
bij het voeren van acties, het initia
tief zal nemen om een gezamenlijk uit
treden uit het G.O. te bewerkstelligen.
Van samenwerking met andere organi
saties, waarop door de vergadering na
drukkelijk was aangedrongen, kan pas
sprake zijn, zo vervolgde de voorzit
ter, wanneer de katholieke ambtena
ren het eerst onderling eens zijn.
De opmerking bracht hem ertoe om
!n te gaan op de kritiek van enkele
afgevaardigden ten aanzien van het
hoofdbestuur. Deze kritiek achtte mr.
Boot ongegrond, omdat er geen organi-
satie in Nederland is aan te wijzen,
die zoveel voor de verbetering van
de salarissen van de ambtenaren
heeft gedaan als juist de A.R.K.A.
Ten bewijze hiervan somde hij diver
se activiteiten uit het verleden op.
Men moet, zo meende spreker, dui
delijk onderscheid maken tussen re-
gerings- en A.R.K.A. bestuursbeleid.
De regering zou het beslist moeilij
ker vallen dan het A.R.K.A.-hoofdbe
stuur om haar beleid ten aanzien van
de ambtenarensalarissen te verdedi
gen. De geuite kritiek op het hoofd
bestuur bracht spreker ertoe om van
de vergadering nadrukkelijk een duide
lijk antwoord te verlangen over de
kwestie of het salarisbeleid van het
A.R.K.A.-hoofdbestuur al dan niet
goed is geweest. Door een luid ap
plaus gaf de vergadering te kennen
dat het bestuursbeleid ten aanzien
van de vele problemen toch wel juist
is geweest.
Over de in de toekomst te stellen da
den, waarover diverse moties werden
ingediend, zal het hoofdbestuur zich nog
beraden en daaromtrent vandaag nade
re voorstellen aan de vergadering doen.
Maastricht heeft het in deze het hoofd
bestuur erg gemakkelijk gemaakt door
als laatste motie een voorstel in te
dienen om het hoofdbestuur nog drie
maanden tijd te gunnen om gedurende
In 1038 schreef dr. W. J. J.
Dijsselbloem, die directeur is
van het bureau der 40-jarige
ARKA het jubileum wordt
vandaag in Maastricht ge
vierd), een proefschrift over
de kinderbijslag en promoveer
de daarop tot doctor in de
sociale en politieke weten
schappen. Hoewel hij zich dus
terdege verdiept heeft in de
gezinspolitiek hij werd er
zelfs van liberale zijde van ver
dacht zich voor „het karretje van
prof. Romme" te hebben laten
spannen, die in die dagen juist
als minister zijn kinderbijslag
wet indiende is hij nog niet
aan het stichten van een eigen
gezin toegekomen. Toch is hij
de vader van een gezin, dat in
een van de riantste huizen van
Den Haag is gevestigd: het
ARKA-personeel. Statige Haagse
zwanen zwemmen in de vijver
voor dat huis. Daarbinnen be
zint men zich op het wel en
wee van de ambtenaren. Ook
over deze laatsten oefent dr.
Dijsselbloem een zeker vader
schap uit. Hij is aanvankelijk
enige jaren in werkgeverskring
werkzaam geweest, o.a. als
adjunct-secretaris van de Ver
eniging van Sigarenfabrikanten. Ook heeft hij de K.R.O. diensten ver
leend als secretaris van directeur Speet, maar al van 1941 af heeft hij
zich in de ambtenarenzaken verdiept.
Op zijn post als directeur van het ARKA-bureau ziet dr. Dijsselbloem
het ambtenarenprobleem van twee kanten. Hij kent de typische verhou
dingen die de overheidsdienst kenmerken en hij heeft ook dagelijks te
maken met zijn eigen mensen, die voor hem het levend materiaal vormen,
waarmee hij kan bewijzen dat het ook anders kan. „Als men de mensen
maar voor verantwoordelijkheden plaatst, dan ontdekken zij vaak zich
zelf", is een van zijn uitgangspunten bij het personeelsbeleid. „De voor
waarde voor een goede gang van zaken in een bedrijf is altijd teamgeest.
En die is vaak weer afhankelijk van de mogelijkheid om zelf verantwoor-
aelijkheid te dragen". „Ik heb wel eens een ambtenaar, die nauwelijks ons
bureau was binnen komen wandelen, meteen voor een spreekbeurt uitge
zonden. Het was moeilijk, maar de man kwam stralend terug omdat het
hem gelukt was".
Waarom dat alles in overheidsdienst niet zou kunnen, ziet deze expert
in de ambtelijke verhoudingen niet in. Er zijn trouwens voortreffelijke
voorbeelden van, maar vooral de grotere overheidsapparaten sukkelen
met een te stroeve en onprettige sfeer. Men zou moeten beginnen met. alle
gewichtigdoenerij uit te bannen en de chefs onderling tot een doelbewust
streven naar teamgeest moeten aanzetten. Zij zullen zich dan weer gaan
openstellen ook voor hun ondergeschikten. De mentaliteit, die gekenmerkt
wordt door het rode lampje buiten de deur, dat eerst moet verdwijnen
voor er iemand en dan nog aangediend naar binnen mag, is niet meer
van deze tijd.
De belangstelling van dr Dijsselbloem gaat dus veel verder dan alleen
de materiële belangen van de overheidsdienaren en hun ingewikkelde be
zoldigingsbesluiten. Zijn studie heeft men er ook toe gebracht veel lezingen
en cursussen te geven over maatschappelijke onderwerpen. Hij heeft de
naam daarbij nogal eens vrijmoedig voor de dag te komen. Wij herinneren
ons een lezing, die hij voor de K.A.B. in Voorhout hield, die ongezouten
kritisch was ten aanzien van de gemakzucht waarmede tegenwoordig alle
mogelijke problemen van sociaal-economische aard vrorden opgelost in
collectivistische zin met verwaarlozing van de waarde van de persoonlijk
heid. Dat heett daar enigszins gewerkt als een steen, die in een rimpelloze
vijver werd gemikt.
„Wij zouden eens een gedegen studie moeten maken over de sociologie
van de vakbeweging", zegt dr. Dijsselbloem, die over de diepste maat
schappelijke stromingen zijn eigen mening heeft.
die periode iets te bereiken. Gebeurt
ook binnen die termijn niets, dan dient,
aldus de motie Maastricht, een bijzon
der congres te worden belegd om daar
op besluiten te nemen wat nu verder
gedaan moet worden. Na deze hoofdza
ken afgehandeld te hebben, ging mr.
Boot nog even in op enkele andere op
merkingen van de vergadering. De uit
lating van de afgevaardigde van
Utrecht als zou het niet volledig uit
keren van de A.O.W.-gelden aan ambte
naren door de wet gesanctioneerde dief
stal zijn, wilde mr. Boot liever vervan
gen zien door het woord confiscatie.
Voorts zeide hij, de kritiek dat de sala
risverhoging voor hogere ambtenaren
verworpen had moeten worden omdat
de lagere en middelbare ambtenaren
met een fooitje werden afgescheept,
niet te kunnen delen. De aanvaarding
van de verhoging van de salarissen voor
de hogere ambtenaren houdt immers de
mogelijkheid in om over de andere amb
tenaren nog te onderhandelen, zoals
dit ook nadrukkelijk bU de aanvaar
ding van genoemd voorstel is gesteld.
Het kattenmysterie van Naarden is
opgelost. Zoals wü reeds enige weken
geleden meldden, verdwenen op geheim
zinnige wijze enkele tientallen katten
uit de omgeving van d-e Graaf Jan
laan te Naarden. De politie van Naar
den heeft verleden jaar een onderzoek
ingesteld, maar dat had geen resul
taat. Als bij toeval is het mysterie
thans opgelost. Mevrouw Mul uit de
Graaf Janlaan, die op een avond haar
derde kater kwjjt was, wenste dit keer
niet te rusten voordat zij het dier had
opgespoord. Zij stelde in haar straat
een uitgebreid onderzoek in, liep van
huis tot huis en zocht alle tuintjes af in
de hoop haar Skiny te ontdekken. Een
buurvrouw was haar bij deze speur
tocht behulpzaam. Zij had het vermoe
den, dat iemand aan de Prins Willem
van Oranjelaan meer van de verdwenen
katten zou weten. Al haar moed bij
een rapend stapte mevrouw Mul het
tuintje van de heer C. binnen. Zacht
riep zij om Skiny en zowaar, zij kreeg
antwoord. Zij ontdekte het dier achter
een haag in een groot soort kist, die
gedeeltelijk was ingegraven. Zij riep on
middellijk enkele huurlieden te hulp.
Ook dr. Ter Beek, de dierenarts, kwam
haar assisteren. De kist werd uit de
tuin gehaald en naar de woning van
mevrouw Mul overgebracht. De kist
bleek een zeer vernuftige val te zijn.
Achter in de tot kokervorm gebouwde
kist was een zakje met valeriaan op
gehangen, een vloeistof, die katten erg
schijnt aan te trekken. Zodra de die
ren bij het zakje trachtten te komen,
viel een klep acuter hen dicht en za
ten zij in de val. De Naardense poli
tie werd onmiddellijk ingeschakeld, die
de val in beslag nam en tegen de
eigenaar van dit apparaat proces ver
baal opmaakte. Gisteren heeft de Naar
dense politie de tuin van de heer C.
omgespit, omdat zij vermoedde, dat er
in de grond kattencadavers waren be
graven. De heer C. heeft geweigerd de
politie aan zijn deur te ontvangen. Da
Officier van Justitie mr. Bouma deel
de mede, dat het nog een vraag is,
in hoeverre hier een strafbaar feit
is gepleegd. De veewet staat namelijk
toe een hond of een kat te doden, die
op iemands erf komt. In deze zaak
blijft dus de vraag in hoeverre de me
thode van doden als dierenmishande
ling kan worden aangemerkt. In elk ge
val is de rust onder de kattenbezitters
in de omgeving van de Graaf Janlaan
in Naarden teruggekeerd. Nog niet op
gelost is hoe verschillende katten ge
wond naar hun huis zijn teruggekeerd.
Mr. F. E. Spat, voorzitter van het
„Centraal overleg wegverkeers- en ver
voersorganisaties," zei in een verga
dering, vrijdagmiddag, dat steeds be
tere wegen essentieel zijn voor verdere
welvaart. HU kritiseerde de huidige be
stedingsbeperking met betrekking tot
het vertragen en wegvallen van de we
genbouw. Bij beperkingen van het uit-
gavenbudget, aldus mr. Spat, moeten
overbodige uitgaven direkt gestopt, aar
dige uitgaven opgeschort, wenselijke
uitgaven ingeperkt en nodige en nuttige
uitgaven voortgezet worden. Doelmatig
heid is nodig om verspilling te voorko
men.
Tot de nuttige en nodige uitgaven be
hoort de wegenbouw. Deze zou beter,
voordeliger en sneller kunnen geschie
den, indien continuïteit van opdrachten
en zekerheid van voldoende werk op
lange termijn bestaan.
De overheid klassificeert de wegen
bouw over het algemeen ongelukkiger
wijs onder „consumptieve uitgaven" en
niet btj „investeringen op lange
termijn". Het systeem van jaarlijkse
budgetten is, met het oog op de con
tinuïteit, font. Men zou b.v. met 5-jarige
begrotingen moeten werken. Het gehele
wegenvraagstuk behoort tot de onder
werpen, die onder investeringen op lan
ge termijn thuis horen. Het zijn wer
ken voor het nageslacht, waarmee men
dl* nageslacht gedeeltelijk kan belasten.
Mr. Spat wees op de snelle industria
lisatie in Duitsland en de Ver. Staten,
die mede te danken is aan goede, di-
rekte wegverbindingen. Het bestaan en
handhaven van een goed, aan de be
hoefte voldoend wegennet is een onmis
baar onderdeel van een goed industri
eel beleid. Ook in verband met de Euro-
markt moet Nederland op zijn qui vive
zijn om niet achter te blijven hij de
partners. Belgen, Fransen, Italianen,
en Duitsers blijven grote wegenplan
nen ontvouwen. Alle industriële ontwik
kelingen lopen vast, indien het ver
keerswezen zich niet in evenredige ma
te kan ontplooien. De nodige wegen
moeten bijtijds gemaakt worden. An
ders ontstaat een nadeel, dat nauwelijks
meer in te halen zal zjjn en waardoor
bovendien de verkeersonveiligheid
enorm toeneemt, aldus mr. Spat.
VVest-Duitsland Een 43-jarige Rus
sische geoloog heeft gisteren te Mann
heim asy] gevraagd. Hij was met een
groep toeristen uit de Sovjet-Unie in
West-Duitsland gekomen. (D.P.A.)