Minder leerlingen per klas Plan voor verlaging van de leerlingen schaal in drie fasen monument voor philips gereed jye salarissen van de ambtenaren Onberaden stappen afgeraden m I X KWAVTA Olifant opende slot met sleutel.... WETSONTWERP INGEDIEND Eerste fase hopelijk in 1962 voltooid, laatste in 1968 SCHEMA'S DER DRIE FASEN Maandag officiële overdracht 20 ct. 't is weer Geen rood lampje s.v.p. Kattenmysterie te Naarden opgehelderd Pleidooi voor de wegenbouw Wijziging onderwijs wetten Wijziging Kweek - schoolwet dr. W. J. J. Dijsselbloem ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1957 PAGINA 5 Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de Lageronderwijswet 1920. In dit ont werp wordt voorgesteld de leerlingenscKalen voor het gewoon lager onderwijs, het voortgezet gewoon lager onderwijs en het uitgebreid lager onderwijs aanzienlijk te verlag en. Deze verlaging zal niet ineens worden gerealiseerd maar zal in fasen geschieden. De uitein delijke verlaging is in het wetsontwerp vastgelegd en wordt van kracht op een door de Kroon te bepalen, tijdstip, dat afhankelijk is van de personeelsvoorziening en de beschikbare geldmiddelen en dat waarschijnlijk niet vóór 1 januari 1968 zal gelegen zijn. De eerste fase zal in de loop van 1962 haar beslag kunnen krijgen. De tussentijdse verlagingen zullen bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. oi 85 Inrichting van kleuterscholen Door rijdende kraan tegen ijzeren paal gedrukt en gedood Het hotelbezoek van buitenlanders In eerste halfjaar 1957 Spaar Kwatta-soldaatjes voor het Kwatta-soldaatje Koninklijke rijtoer op Prinsjesdag Het uittreden uit het G.O. Ernstig beraad De dieren werden in een val gelokt Mr. Spat kritiseert de bestedingsbeperking de memorie van toelichting op het wetsontwerp wijst de minister van on derwijs, kunsten en wetenschappen er dp, dat een drastische verlaging van de leerlingenschalen tot het peil, dat voor een gezonde ontwikkeling van ons on derwijs noodzakelijk is, niet ineens kan gerealiseerd. Drie factoren wer- aan ond» be!emmerend, n.l. het tekort bouwmarkt"^1-?,' de spanning op de nanciële middelt? beperktheid der fi- in fasen kunnen ?°or.Ten verlaging in verband met vraa~zlJds sPannlnSen onderwijzend personeel u? ®anboc' van den en kan rekening worden61Lkeri?e" met de situatie op de bouw^^ouden met de financieringsmogelijkheden An" derzijds wordt het mogelijk op betrek kelijk korte termijn de druk op het onderwijs enigszins te verlichten. De minister stelt zich voor de ver laging in drie fasen te doen verlopen Volgens onderstaande schema's, die zijn ontleend aan de voorstellen van de ambtelijke leden der commissie, die in 1955 in het leven is geroepen; zij be stond uit drie leden van de Algemene Nederlandse Onderwijzers Federatie en eniSe ambtenaren van het ministerie, He minister meent, dat op grond Van de cijfers vermeld in zijn vierde vNota betreffende de toekomstige be sefte aan onderwijzers bij het gehele Jager onderwijs" mag worden aange nomen, dat de volledige invoering van de voorgestelde leerlingenschalen voor wat betreft de personele voor ziening, op 1 januari 1968 gerealiseerd ZOU kunnen zijn. De eerste fase zou wederom wat betreft de personeels voorziening in de loop van 1962, de tweede in de loop van 1964 haar be slag kunnen krijgen. In de tussenlig gende tijdvakken zal door een rui mere toekenning van de rijksvergoe ding voor extra leerkrachten volgens artikel 56, tweede lid, der Lager-on- derwijswet 1920 het ontstaan van een tijdelijk overschot kunnen worden voorkomen. Hoewel derhalve mag worden aangc- ™men, dat de eindfase per 1 januari 1968 kan worden bereikt, meent de mi nister, dat het veiliger is deze datum Wet in de wet op te nemen. Naast het vereiste aantal onderwijzers zal immers v«or de verwezenlijking der plannen ®en groot aantal schoollokalen nodig Jjin, terwijl bovendien jaarlijks aanzien- 'tike bedragen zullen moeten worden beschikbaar gesteld. Hij is echter ook ?»n mening, dat verlaging van de leer- "hgenschaal een zo belangrijke voor gaarde vormt voor de vernieuwing van "bs onderwijs, dat het verantwoord is feeds thans in de wet de mogelijkheid e openen, wanneer de feitelijke situatie dit toelaat, tot verlaging over te gaan. De minister komt tot de navolgende schatting van de totale kosten: ƒ30,6 Wiljoen in de eerste fase, ƒ61,2 miljoen w de tweede fase en 99,3 miljoen in öe derde fase. Bij de Tweede Kamer der Saten-Ge- neraal is ingediend een ontwerp van wet tot wijziging van de Middelbaaron derwijswet, de Hogeronderwijswet en de Pensioenwet 1922, Stb. 240, betreffende: 1. Een betere regeling voor de sub sidiëring in de kosten voor het aanko pen, stichten, verbouwen, herbouwen en uitbreiden van de schoolgebouwen en terreinen der bijzondere scholen voor v.h.m.o. (artikelen I onder H en II on der F). 2. Een wijziging in de berekening van het bedrag van het subsidie in de ex ploitatiekosten van die scholen (artike len I onder J en II onder I). 3- Een wijziging van de Pensioenwet 1922, Stb. 240, beogende het personeel van een door het Rijk gesubsidieerd avondlyceum of avondhogereburger school en van een door het Rijk ge subsidieerde inrichting tot opleiding on der de werking van de Pensioenwet te brengen (artikel III). 4. Een aanvulling van de regeling in zake de eisen van benoembaarheid, waaraan een leraar aan een schooi voor v.h.m.o, moet voldoen (artikelen I onder A, B, D, E, en F en II onder A en B). 5. Een verbetering van enkele artike len van de Middelbaaronderwijswet en de Hogeronderwijswet, deels ten gevol ge van in die wetten in enkele andere artikelen aangebrachte wijzigingen (de overige letters van de artikelen 1 en II). 6. Overgangsbepalingen in verband met de inwerkingtreding der wijzigins- wet (artikel IV). Bij de Tweede Kamer der Staten- Generaal is ingediend een ontwerp van wet tot wijziging van de Kweekschool- wet. De wijziging betreft: 1. Een betere regeling voor de ver goeding der kosten voor het aankopen, stichten, verbouwen, herbouwen, uit breiden en huren van de schoolgebou wen en -terreinen der bijzondere kweek scholen en voor de aanschaffing van schoolmeubelen en leermiddelen voor die scholen (art. 26 t/m 28). 2. De regeling van het toezicht op het kweekschoolonderwijs door een ei gen inspectie (art. 38 t/m 39). 3 Een nadere voorziening wordt voor gesteld met betrekking tot de verdere vorming van de leerlingen van de der de leerkring (art. 7 en 9). 4. In artikel 11 worden de benoe- mingseisen voor leraren aan de kweek scholen nader vastgesteld. 5- In artikel 13 wordt een uitbreiding voorgesteld voor de mogelijkheid van toelating van leerlingen tot de eerste Gewoon lager onderwijs. Aantal Huidige leerkr. schaal 1 1— 30 leerl. 31— 75 12? 12° 121165 en„VpJVolSe'ns 2 3 4 de 45-schaalS le Fase 1_ 28 leerl. 29— 70 71—110 111—152 en vervolgens de 42-schaal Voortgezet gewoon lager met volledig v.g.l.o.-leerpian. rw^s en klassen Aantal leerkr. 1 2 3 4 Huidige schaal 11)— 30 leerl. 31 502) 51 3)— 90 91 —120 en vervolgens de 30-schaal Ie Fase 28 leerl. 2® 50 86 —113 e" vcrvolgei"s de 28-schaal 2e Fase 126 leerl. 27- 65 66—100 101—139 en vervolgens de 39-schaal 7 en 8 2e Fase i)26 leerl. 27 50 51 -80 31 —106 en vervolgens de 26-schaal 3e Fase 125 leerl. 26— 60 61— 90 91-125 en vervolgens de 35-schaal 3e Fase 11) 25 leerl 26 50 51 - 75 76 —100 en vervolgens de 25-schaal 20 2> Jfoor de klassen 7 en 8: 3) v°or de klassen 7 en 8: 60 °or de klassen 7 en 8: 61 Kla5Se« 7 en 8 zonder (volledig) v.g.l.o.-leerpian. Aantal Huidige leerkr. schaal 1 2036 leerl. 2 37— 72 3 73—108 en vervolgens de 36-schaal le Fase 20— 34 leerl. 35— 68 1, 69—102 en vervolgens de 34-schaal 2e Fase 2032 leerl. 33— 64 65— 96 en vervolgens de 32-schaal 3e Fase 20- 30 leerl. 60 90 Uitgebreid lager onderwijs. 31- 61 en vervolgens de 30-schaal Aantal leerkr. 1 2 3 4 Huidige schaal 130 leerl. 31— 60 61— 90 91—120 en vervolgens de 30-schaal le Fase 1— 28 leerl, 29— 5C 57— 84 85—114 en vervolgens de 30-schaal 2e Fase 1— 26 leerl. 27— 52 53— 78 79—108 en vervolgens de 30-schaal 3e Fase 1— 25 leerl. 26— 50 51— 75 76—105 en vervolgens de 30-schaal Benodigde onderwijzers en lokalen. Zich baserend op de ramingen als gegeven in het rapport der bovengenoemde °™.miES1b wijst de minister er op, dat de hiernavolgende aantallen onderwijzers oaig zullen zijn voor de verwezenlijking der voorgestelde verlaging van de teerlingen schaal: tak van onderwijs le Fase g.l.o. 2750 v.g.l.o. 180 u.1.0. 400 3330 2e Fase 2750 180 400 3330 3e Fase 3600 90 500 4190 Totaal 9100 450 1300 10850 Hi Zes jaar geleden kreeg de Amsterdamse beeldhouwer Hubert van Lith de opdracht een monument te vervaardigen, dat het geschenk zou worden van het personeel der Nederlandse Philipsbedrijven bij gelegenheid van het zestig-jarig bestaan van de onderneming. Zes jaar heeft Eindhoven gewacht op de voltooiing van dit gedenkteken, dat men als het ware langzaam maar zeker uit de grond zag opgroeien. Eerst werd aan de Kastanjelaan, voor het acht verdiepingen hoge kantoorgebouw, waarin ook de Bedrijfsschool is gehuisvest, een omvangrijk waterwerk aangelegd. Daarin verrees de sokkel, waarop de metershoge zuilen een plaats zouden vinden. Twee jaar geleden werd het eerste deel van het eigenlijke monu ment geplaatst: drie kalkstenen zuilvoeten, waartegen in haut reliëf vierentwintig figuren, tezamen een beeld gevend van het personeel in al zijn geledingen. Daarop werden vervolgens drie monolythen opgesteld. De drie naakte zuilen zijn dezer dagen bekroond met de beelden „Het Schouwen", Het Licht" en „De Roepdie deze zomer bij het Stedelijk Museum te Amsterdam werden geëxposeerd bij gelegenheid van een over zichtstentoonstelling, gewijd aan de totstandkoming van het Philips' Jubi leummonument, een van de grootste gedenktekenen die na de oorlog in Nederland werden vervaardigd. Maandag a.s., twee dagen voor de officiële viering van Eindhovens bevrijding, zal het monument worden overgedra gen aan de Raad van Bestuur van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken. Inmiddels is een verlichtingsinstallatie aangebracht, zodat het geheel monument temidden van een waterpartij, omringd door een krans van fonteinen en tegen een decor van een dertig meter hoog gebouw, geflan keerd door rijzige populieren een feeëriek schouwspel kan bieden. en tot de tweede leerkring: artikel 14 regelt nader de verplichting der leer lingen om alle voor hen bestemde les sen te volgen, alsmede de gevallen, waarin vrijstelling van deze verplich ting kan worden verleend. 6. In artikel 22 en 23 worden de voor waarden voor aanwijzing van de bijzon dere kweekscholen en voor de bekosti ging van het onderwijs aan die scho len in overeenstemming gebracht met de voorgestelde nieuwe regeling voor de rijkskweekscholen. 7. Artikel 35 regelt het wachtgeld voor de leraren der bijzondere kweekscholen. 8. De bevoegdheid, verkregen door het behalen van de akte nuttige handwer ken voor meisjes, wordt in artikel 42 beperkt tot het gewoon lager onderwijs. 9. De deelneming aan enige examens wordt voor bezitters van nader aan te wijzen bewijzen van vooropleiding mo gelijk gemaakt (art. 45). 10. Ten slotte worden in de artike len m en IV enige overgangsbepalin gen in verband met de inwerkingtre ding der wijzigingswet voorgesteld. In Staatsblad nr. 361 is gepubliceerd het „Bouwbesluit kleuteronderwijs" (Koninklijk besluit van 6 september 1957 tot uitvoering van artikel 18, eer ste lid der Kleuteronderwijswet) Ingevolge dat artikel moet het school gebouw voldoen aan de bij algemene maatregel van bestuur, in het belang zowel van de gezonheid en veiligheid der leerlingen als van het onderwijs vastgestelde regelen omtrent de bouw en de inrichting van het gebouw, om trent de inrichting van het bij het schoolgebouw behorend terrein, alsmede omtrent het aantal kleuters, dat in de lokalen mag worden toegelaten. Het thans vastgestelde Bouwbesluit kleuter onderwijs bevat een regeling van een en ander. In overeenstemming met de eis der wet dragen de bepalingen het karakter van minimum-normen. Voor wat betreft de algemene opzet vertoont dit Bouwbesluit veel overeen komst met het Bouwbesluit voor het lager onderwijs (Koninklijk besluit van 15 februari 1924, Stb. 48, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij Koninklijk be sluit van 15 september 1950, Stb. K. 404). De 69-jarige L. H. te Vlissingen is vrijdagmorgen op de werf van de ko ninklijke maatschappij „De Schelde" door een rijdende kraan gedood. De man, die gehuwd is, bevond zich in een machineloods op een 12 meter hoge loopplank. Hij raakte beklemd tussen een ijzeren paal met houten juk en een rijdende kraan. De dood is onmiddellijk ingetreden. De man was niet in dienst bij „De Schelde," doch werkte bij een firma die ter plaatse werkzaamheden uitvoert. Naar de juiste oorzaak van dit bedrijfsongeval wordt een nader on derzoek ingesteld. Het Centraal bureau voor de sta tistiek heeft in samenwerking met de statistische bureaus van de 4 grote ste den een berekening gemaakt van het aantal overnachtingen van buitenlan ders in de Nederlandse hotels geduren de het le halfjaar van 1957. In deze periode boekten de Neder landse hotels 1.261.000 overnachtingen van buitenlanders, dat is 132.000 of wel 12 procent meer dan in het le halfjaar van 1956. Vooral het bezoek uit Duits land nam sterk toe. Het aantal over nachtingen van bezoekers uit dit land steeg t.o.v. het le halfjaar 1956 met 38 procent. Daarop volgden Frankrijk met 17 procent, Engeland en Schot land met 13 procent en België en Luxemburg met 7 procent. Het aan tal overnachtingen van bezoekers uit de Verenigde Staten gaf een daling te zien van 11 procent. Van de afzonderlijke maanden van het le halfjaar 1957 werd vooral in april en in juni een aanmerkelijk ho ger aantal overnachtingen van buiten landers geregistreerd dan in de over eenkomstige maanden van 1956. Alleen in maart en in mei was het aantal over nachtingen iets lager dan in het vorige jaar. Advertentie (UI vfi.' mensehjke" trekken in een oli- U eu ziJn grote aanhankelijkheid en en zou haast mogen zeggen: zijn n hlfV^°r humor- Zo had een olifant V,a?„Ü LTCUS Sarrasani vriendschap ge sloten met een pony, die in zijn onmid- u „,e-,^geVmg op stal stond. Toen nu het paardje op een kwade dag werd overgeplaatst begon onze dikhuid te kniezen. Nu staan olifanten op hun pla teau als het ware verankerd, de ketting om hun poot is met een slot aan de haak in de bodem bevestigd. De olifant slaagde erin de sleutel te ontdekken die zowaar binnen zijn bereik hing en' hij morrelde net zo lang totdat hij zijn voor poot bevrijd had. Ook de achterpoot wist hij te ontkluisteren. Netjes werd de sleu tel weer op zijn plaats gehangen en dik huid op weg naar zijn vriendjeDat olifanten ook voor hun baas opkomen, bleek die keer in Rio de Janeiro, toen de heren studenten meenden de voor stelling van Sarrasani in de war te kunnen sturen. De jongelui omsingelden het circus en gingen tot de aanval over. Slechts op één punt braken de heethoof den door het kordon van het circus- personeel en dat was bij de olifantsstal- len. Zo stonden zij joelend teenover deze reuzenEn toen gebeurde het,.... Lees deze geschiedenis en al die andere opwindende, romantische, tragische en ook komische gebeurtenissen uit het circusleven uit alle landen door alle tijden- U vindt een keur van enerverende literatuur in het prachtige circusalbum „De Bonte Droom van het Circus". Een boeiend en afwisselend verhaal met tal loze pentekeningen en vele prachtige kleurenplaten en plaatjes; geschreven door de circuskenners bij uitstek J. v. Doveren en Fred Thomas. Voor slechts 2.50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw roomboterleverancier of rechtstreeks be stellen per brief of briefkaart bij Kan toor .Roomboteralbum", Postbus 47, 's-Gravenbage. U krijgt dan het album per omgaande toegezonden onder rem bours. De bijbehorende plaatjes ontvangt u gratis voor rijksbotermerken. U vindt zo'n merk op elk pakje roomboter. Neem een pakje extra voor de zondag Advertentie Op Prinsjesdag zullen Koningin Julia na en Prins Bernhard weer de gebruike lijke rijtoer maken. Waarschijnlijk zullen ook de oudste twee prinsessen meerijden, nadat zij de opening der Staten Generaal hebben bijgewoond. De koninklijke stoet vertrekt om 15.30 uur van het Huis Ten Bosch. De route is als volgt: Bezuidenhoutseweg, Heren gracht, Korte Poten, Plein, Lange Poten, Hofweg, Buitenhof, Gravestraat, Kerk plein, Prinsestraat, Prinsessewal, Hoge- wal, Mauritskade, Alexanderstraat, Plein 1813, Javastraat, Javabrug, Wassenaar- seweg, Van Alkemadelaan, Willem Wit- senplein. Laan van Nieuw-Oost-Indië, Leidse Straatweg en van daar naar het huis Ten Bosch (Vervolg van pagina 1) Als zodanig werden genoemd: het be leggen van een grote protestvergadering te Den Haag („bestorm het Binnenhof", riep een der sprekers opgebonden uit), het uittreden uit het Georgani seerd Overleg, liefst samen met alle andere organisaties, meende de afde ling Utrecht, het eendrachtig samen werken met alle andere organisaties om de looneisen ingewilligd te krijgen, het voeren van een stiptheids- of langzaam- aan-actie enz. Gebeurt dit niet, zo stel de Maastricht nog, dar. zullen we niet als lid van de A.R.K.A. bedanken, ge hoorzaam als we willen zijn aan de wens van het Episcopaat, maar dan zul len we wel het lidmaatschap van A.R.K.A. voelen als een last en als een noodzakelijk kwaad. Ten aanzien van al deze eisen stel de de algemene voorzitter mr. G. A. A. M. Boot tenslotte, dat het onjuist is te menen, dat het hoofdbestuur de door de vergadering zozeer verlangde protestmeeting a priori afwijst. Het hoofdbestuur, aldus mr. Boot, is alleen van oordeel dat men van een massabe toging niet alle heil moet verwachten. Het is zaak om een dergelijke mee ting te beleggen op het juiste moment. Ten aanzien van het uittreden uit het G.O. merkte de voorzitter op, dat het hoofdbestuur, ofschoon het in dit over leg zelf geen al te groot vertrouwen stelt, er thans toch voor past, nu dit overleg nog bezig is, om er uit te tre den. Het uittreden van de A.R.K.A. al leen zou niet erg in het belang van de leden zijn, aldus spreker. Enig heil zou van uittreden pas dan te verwachten zijn, wanneer alle organisaties dit ge zamenlijk zouden doen. Of voor een der gelijk uittreden nu reeds het moment is aangebroken, waagde mr. Boot te betwijfelen. Als in de situatie van thans geen verandering komt. dan is het niet onmogelijk dat de A.R.K.A., als zo vaak bij het voeren van acties, het initia tief zal nemen om een gezamenlijk uit treden uit het G.O. te bewerkstelligen. Van samenwerking met andere organi saties, waarop door de vergadering na drukkelijk was aangedrongen, kan pas sprake zijn, zo vervolgde de voorzit ter, wanneer de katholieke ambtena ren het eerst onderling eens zijn. De opmerking bracht hem ertoe om !n te gaan op de kritiek van enkele afgevaardigden ten aanzien van het hoofdbestuur. Deze kritiek achtte mr. Boot ongegrond, omdat er geen organi- satie in Nederland is aan te wijzen, die zoveel voor de verbetering van de salarissen van de ambtenaren heeft gedaan als juist de A.R.K.A. Ten bewijze hiervan somde hij diver se activiteiten uit het verleden op. Men moet, zo meende spreker, dui delijk onderscheid maken tussen re- gerings- en A.R.K.A. bestuursbeleid. De regering zou het beslist moeilij ker vallen dan het A.R.K.A.-hoofdbe stuur om haar beleid ten aanzien van de ambtenarensalarissen te verdedi gen. De geuite kritiek op het hoofd bestuur bracht spreker ertoe om van de vergadering nadrukkelijk een duide lijk antwoord te verlangen over de kwestie of het salarisbeleid van het A.R.K.A.-hoofdbestuur al dan niet goed is geweest. Door een luid ap plaus gaf de vergadering te kennen dat het bestuursbeleid ten aanzien van de vele problemen toch wel juist is geweest. Over de in de toekomst te stellen da den, waarover diverse moties werden ingediend, zal het hoofdbestuur zich nog beraden en daaromtrent vandaag nade re voorstellen aan de vergadering doen. Maastricht heeft het in deze het hoofd bestuur erg gemakkelijk gemaakt door als laatste motie een voorstel in te dienen om het hoofdbestuur nog drie maanden tijd te gunnen om gedurende In 1038 schreef dr. W. J. J. Dijsselbloem, die directeur is van het bureau der 40-jarige ARKA het jubileum wordt vandaag in Maastricht ge vierd), een proefschrift over de kinderbijslag en promoveer de daarop tot doctor in de sociale en politieke weten schappen. Hoewel hij zich dus terdege verdiept heeft in de gezinspolitiek hij werd er zelfs van liberale zijde van ver dacht zich voor „het karretje van prof. Romme" te hebben laten spannen, die in die dagen juist als minister zijn kinderbijslag wet indiende is hij nog niet aan het stichten van een eigen gezin toegekomen. Toch is hij de vader van een gezin, dat in een van de riantste huizen van Den Haag is gevestigd: het ARKA-personeel. Statige Haagse zwanen zwemmen in de vijver voor dat huis. Daarbinnen be zint men zich op het wel en wee van de ambtenaren. Ook over deze laatsten oefent dr. Dijsselbloem een zeker vader schap uit. Hij is aanvankelijk enige jaren in werkgeverskring werkzaam geweest, o.a. als adjunct-secretaris van de Ver eniging van Sigarenfabrikanten. Ook heeft hij de K.R.O. diensten ver leend als secretaris van directeur Speet, maar al van 1941 af heeft hij zich in de ambtenarenzaken verdiept. Op zijn post als directeur van het ARKA-bureau ziet dr. Dijsselbloem het ambtenarenprobleem van twee kanten. Hij kent de typische verhou dingen die de overheidsdienst kenmerken en hij heeft ook dagelijks te maken met zijn eigen mensen, die voor hem het levend materiaal vormen, waarmee hij kan bewijzen dat het ook anders kan. „Als men de mensen maar voor verantwoordelijkheden plaatst, dan ontdekken zij vaak zich zelf", is een van zijn uitgangspunten bij het personeelsbeleid. „De voor waarde voor een goede gang van zaken in een bedrijf is altijd teamgeest. En die is vaak weer afhankelijk van de mogelijkheid om zelf verantwoor- aelijkheid te dragen". „Ik heb wel eens een ambtenaar, die nauwelijks ons bureau was binnen komen wandelen, meteen voor een spreekbeurt uitge zonden. Het was moeilijk, maar de man kwam stralend terug omdat het hem gelukt was". Waarom dat alles in overheidsdienst niet zou kunnen, ziet deze expert in de ambtelijke verhoudingen niet in. Er zijn trouwens voortreffelijke voorbeelden van, maar vooral de grotere overheidsapparaten sukkelen met een te stroeve en onprettige sfeer. Men zou moeten beginnen met. alle gewichtigdoenerij uit te bannen en de chefs onderling tot een doelbewust streven naar teamgeest moeten aanzetten. Zij zullen zich dan weer gaan openstellen ook voor hun ondergeschikten. De mentaliteit, die gekenmerkt wordt door het rode lampje buiten de deur, dat eerst moet verdwijnen voor er iemand en dan nog aangediend naar binnen mag, is niet meer van deze tijd. De belangstelling van dr Dijsselbloem gaat dus veel verder dan alleen de materiële belangen van de overheidsdienaren en hun ingewikkelde be zoldigingsbesluiten. Zijn studie heeft men er ook toe gebracht veel lezingen en cursussen te geven over maatschappelijke onderwerpen. Hij heeft de naam daarbij nogal eens vrijmoedig voor de dag te komen. Wij herinneren ons een lezing, die hij voor de K.A.B. in Voorhout hield, die ongezouten kritisch was ten aanzien van de gemakzucht waarmede tegenwoordig alle mogelijke problemen van sociaal-economische aard vrorden opgelost in collectivistische zin met verwaarlozing van de waarde van de persoonlijk heid. Dat heett daar enigszins gewerkt als een steen, die in een rimpelloze vijver werd gemikt. „Wij zouden eens een gedegen studie moeten maken over de sociologie van de vakbeweging", zegt dr. Dijsselbloem, die over de diepste maat schappelijke stromingen zijn eigen mening heeft. die periode iets te bereiken. Gebeurt ook binnen die termijn niets, dan dient, aldus de motie Maastricht, een bijzon der congres te worden belegd om daar op besluiten te nemen wat nu verder gedaan moet worden. Na deze hoofdza ken afgehandeld te hebben, ging mr. Boot nog even in op enkele andere op merkingen van de vergadering. De uit lating van de afgevaardigde van Utrecht als zou het niet volledig uit keren van de A.O.W.-gelden aan ambte naren door de wet gesanctioneerde dief stal zijn, wilde mr. Boot liever vervan gen zien door het woord confiscatie. Voorts zeide hij, de kritiek dat de sala risverhoging voor hogere ambtenaren verworpen had moeten worden omdat de lagere en middelbare ambtenaren met een fooitje werden afgescheept, niet te kunnen delen. De aanvaarding van de verhoging van de salarissen voor de hogere ambtenaren houdt immers de mogelijkheid in om over de andere amb tenaren nog te onderhandelen, zoals dit ook nadrukkelijk bU de aanvaar ding van genoemd voorstel is gesteld. Het kattenmysterie van Naarden is opgelost. Zoals wü reeds enige weken geleden meldden, verdwenen op geheim zinnige wijze enkele tientallen katten uit de omgeving van d-e Graaf Jan laan te Naarden. De politie van Naar den heeft verleden jaar een onderzoek ingesteld, maar dat had geen resul taat. Als bij toeval is het mysterie thans opgelost. Mevrouw Mul uit de Graaf Janlaan, die op een avond haar derde kater kwjjt was, wenste dit keer niet te rusten voordat zij het dier had opgespoord. Zij stelde in haar straat een uitgebreid onderzoek in, liep van huis tot huis en zocht alle tuintjes af in de hoop haar Skiny te ontdekken. Een buurvrouw was haar bij deze speur tocht behulpzaam. Zij had het vermoe den, dat iemand aan de Prins Willem van Oranjelaan meer van de verdwenen katten zou weten. Al haar moed bij een rapend stapte mevrouw Mul het tuintje van de heer C. binnen. Zacht riep zij om Skiny en zowaar, zij kreeg antwoord. Zij ontdekte het dier achter een haag in een groot soort kist, die gedeeltelijk was ingegraven. Zij riep on middellijk enkele huurlieden te hulp. Ook dr. Ter Beek, de dierenarts, kwam haar assisteren. De kist werd uit de tuin gehaald en naar de woning van mevrouw Mul overgebracht. De kist bleek een zeer vernuftige val te zijn. Achter in de tot kokervorm gebouwde kist was een zakje met valeriaan op gehangen, een vloeistof, die katten erg schijnt aan te trekken. Zodra de die ren bij het zakje trachtten te komen, viel een klep acuter hen dicht en za ten zij in de val. De Naardense poli tie werd onmiddellijk ingeschakeld, die de val in beslag nam en tegen de eigenaar van dit apparaat proces ver baal opmaakte. Gisteren heeft de Naar dense politie de tuin van de heer C. omgespit, omdat zij vermoedde, dat er in de grond kattencadavers waren be graven. De heer C. heeft geweigerd de politie aan zijn deur te ontvangen. Da Officier van Justitie mr. Bouma deel de mede, dat het nog een vraag is, in hoeverre hier een strafbaar feit is gepleegd. De veewet staat namelijk toe een hond of een kat te doden, die op iemands erf komt. In deze zaak blijft dus de vraag in hoeverre de me thode van doden als dierenmishande ling kan worden aangemerkt. In elk ge val is de rust onder de kattenbezitters in de omgeving van de Graaf Janlaan in Naarden teruggekeerd. Nog niet op gelost is hoe verschillende katten ge wond naar hun huis zijn teruggekeerd. Mr. F. E. Spat, voorzitter van het „Centraal overleg wegverkeers- en ver voersorganisaties," zei in een verga dering, vrijdagmiddag, dat steeds be tere wegen essentieel zijn voor verdere welvaart. HU kritiseerde de huidige be stedingsbeperking met betrekking tot het vertragen en wegvallen van de we genbouw. Bij beperkingen van het uit- gavenbudget, aldus mr. Spat, moeten overbodige uitgaven direkt gestopt, aar dige uitgaven opgeschort, wenselijke uitgaven ingeperkt en nodige en nuttige uitgaven voortgezet worden. Doelmatig heid is nodig om verspilling te voorko men. Tot de nuttige en nodige uitgaven be hoort de wegenbouw. Deze zou beter, voordeliger en sneller kunnen geschie den, indien continuïteit van opdrachten en zekerheid van voldoende werk op lange termijn bestaan. De overheid klassificeert de wegen bouw over het algemeen ongelukkiger wijs onder „consumptieve uitgaven" en niet btj „investeringen op lange termijn". Het systeem van jaarlijkse budgetten is, met het oog op de con tinuïteit, font. Men zou b.v. met 5-jarige begrotingen moeten werken. Het gehele wegenvraagstuk behoort tot de onder werpen, die onder investeringen op lan ge termijn thuis horen. Het zijn wer ken voor het nageslacht, waarmee men dl* nageslacht gedeeltelijk kan belasten. Mr. Spat wees op de snelle industria lisatie in Duitsland en de Ver. Staten, die mede te danken is aan goede, di- rekte wegverbindingen. Het bestaan en handhaven van een goed, aan de be hoefte voldoend wegennet is een onmis baar onderdeel van een goed industri eel beleid. Ook in verband met de Euro- markt moet Nederland op zijn qui vive zijn om niet achter te blijven hij de partners. Belgen, Fransen, Italianen, en Duitsers blijven grote wegenplan nen ontvouwen. Alle industriële ontwik kelingen lopen vast, indien het ver keerswezen zich niet in evenredige ma te kan ontplooien. De nodige wegen moeten bijtijds gemaakt worden. An ders ontstaat een nadeel, dat nauwelijks meer in te halen zal zjjn en waardoor bovendien de verkeersonveiligheid enorm toeneemt, aldus mr. Spat. VVest-Duitsland Een 43-jarige Rus sische geoloog heeft gisteren te Mann heim asy] gevraagd. Hij was met een groep toeristen uit de Sovjet-Unie in West-Duitsland gekomen. (D.P.A.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 5