Het grensgebied wil betere treinverbindingen De ontembare Na Mollet thans Pléven aangezocht als formateur Franse politieke strijd kan ook economische gevolgen hebben Wat vraagt Nederlands Nieuw-Guinea van ons? Architecten protesteren tegen ministeriële circulaire 'ijdens duur van ontzeggir toch nieuw rijbewijs der i ruimten ERIC DE NOORMAN Beperking in kunst-sector Ook uit toeristische overwegingen Tunesische ambassadeur wordt niet uit Parijs teruggeroepen Minister Witte bindt zich aan bepaalde architectengroepering Uitspraak van Haagse rechtbank MAANDAG 7 OKTOBER 1957 PAGINA Alkmaars burgemees ter waarschuwt A.D.M. levert machine aan Argentijnse marine „Bocksgesang" van Franz Werfel DE FRANSE KABINETSCRISIS Tien jaar walvis- onderzoek Buisleiding van Perzië naar Turkse haven Ook B.P. komt met een grote aandelen emissie Een Nederlandse emigratieroman Traditiegetrouw werd vrijdagavond in het Stedelijk Museum te Alkmaar de oktobertentoonstelling geopend; ditmaal van werken van „De Grafische", een 130-tdl grafische kunstwerken van een 3C kunstenaars uit den lande. Burgemeester, mr. H. J. Wytema herinnerde eraan, dat enkele jaren ge leden Alkmaar het initiatief nam tot het subsidiëren btj aankoop van kunst werken op deze oktober-tentoonstelling door het publiek. Dit initiatief vond toen steun bij de overheid en navolging el ders. Daarom betreurde hij het, dat de e.rste post, die als bestedingsbeper king door Ged. Staten geschrapt werd, deze post van 1.500,. voor het subsi diëren van aankopen op deze tentoon stelling betrof. Hij vroeg zich af, of het juis* is uitgaven in de culturele sector achter te stellen by uitgaven die voor ons stoffelijk bestaan nodig zijn. Hij vroeg het publiek het antwoord hierop te geven door werken aan te kopen en deelde mede, dat het gemeentebestuur daarbjj het voorbeeld zal geven. Hij kondigde ook aan, dat het college van B. en W. op de komende begroting de posten voor culturtle doeleinden on verminderd zal laten voortbestaan, waaronder een post voor aankoop van beeldende kunst. Hij hoopte tenslotte, d-f deze tentoonstelling, onder zo'n on gunstig aspect tot stand gebracht, noch tans een succes mocht worden. (Van onze correspondent) In het Duitse grensgebied, Westfalen en Münsterland, is op het ogenblik een actie gaande met het doel, de treinver bindingen met Nederland te verbeteren. Het Duitse Landesverkehrsverband in dit gebied heeft zich wederom tot de directie van de Bundesbahn gericht en de aandacht gevestigd op twee lijnen; die van Munster over Coefeld, Bocholt en Emmerich naar Arnhem en de ver binding Essen in Noordelijke richting over Dorsten en Berken naar Winters wijk, om vandaar in korte tijd via Zut- fen, Deventer en Zwolle het gebied van het IJselmeer te kunnen bereiken. Men streeft er naar, op deze trajecten een frequente dienst tot stand te brengen, die wordt onderhouden door snelle die seltreintjes. In Münsterland voelt men het als een bezwaar, dat de nauwe contacten welke van oudsher bestaan hebben met het Gelderse en Overijsselse grensgebied, zich slechts kunnen ontplooien langs twee hoofdlijnen, waarvan de een te veel noordelijk (van Münster via Bentheim of Gronau naar Oldenzaal en Enschede) en de andere te veel zuide lijk (Münster, Borken, Emmerich, Arn hem) ligt. Een rechtstreekse verbinding in oostelijke richting ontbreekt en voorzover deze wel aanwezig is (Mün- ster-Borken) doet zich de hindernis voor, dat de spoorverbinding Borken- Winterswjjk is opgeheven. Bovendien zijn deze spoorverbin dingen geheel ingesteld op de behoef te van het regionale verkeer en mis sen zij het karakter van een inter nationale lijn. Naast deze wensen van Münster land komen dan nog de toeristische behoeften van het Roergebied in het geding. De Gelderse Achterhoek, de Veluwe en het gebied van het IJsel meer, waarvoor grote belangstelling bestaat, zou voor het Roergebied met zijn 12 miljoen inwoners een recre atiegebied van grote betekenis kun nen zfjn, wanneer er een rechtstreek se treinverbinding mee bestond. De reis van Essen, via Duisburg en Wesel-Emmerich naar Arnhem, wordt als te omslachtig beschouwd om aan trekkelijk te zijn. Een rechtstreekse lijn in noordelijke richting zou hier de op lossing moeten brengen. Met het oog daarop heeft het Landesverkehrsver band Westfalen zich vorig jaar reeds tot de Bundesbahn gewend, met het verzoek te overwegen of door gebruik te maken van de bestaande lijn Essen- Borken en Münster-Arnhem en met in schakeling van snelle diesels aan deze verlangens kan worden tegemoet ge komen. De Bundesbahn heeft daar in eerste instantie geen principiële bezwaren te gen. Men had slechts te maken met de praktische belemmering, dat deze lijnen, berekend op het langzamere streekverkeer, het inleggen van snelle treinen onmogelijk maakten. Intussen is in de geleidelijke vernieu wing van het Duitse spoorwegnet ech ter ook het gebied van Westfalen be trokken. Men is thans bezig om de lijn Münster-Emmerich te verbeteren en dit laatste is voor het landesver kehrsverband terstond aanleiding om opnieuw met de reeds lang gekoesterde wensen ter tafel te komen. Men heeft er ditmaal ook de Provinciale Gelderse VW bij ingeschakeld, die bij deze aan gelegenheid natuurlijk bijzonder geïn teresseerd is. 6. Yarl Ottar lacht schamper. Bakerpraatjesgromt hij„Dat brengt alleen maar onrust onder het volk." „Hetgeen te begrijpen is," knikt de skalde zoetsappig. „Wat zouden ze blij zijn als Eric terugkwam, hè?" „Zwijg, snauwt Ottar, wiens drift weer op komt, „let op je woorden, vriend. Het lijkt me dat jij er zelf wel blij om zou zijn." De skalde schudt met een onverstoorbaar lachje het hoofd. „Waarom zou ik? ik kan met iedereen opschieten, dat ziet ge nu maar, waarde Yarl. Maar ik bekijk het leven nuchter. Het volk zal zeker op Eric's hand zijn, want nu worden ze toch maar door een stelletje edelen uitgezogen." „Zeg eens eventjes," brult Ottar opspringend, maar de skalde heft bezwerend de handen op. „Kalm, wo,arde Yarl. Tenzij ge uzelf ook tot dit slag edelen rekent, hoeft ge u dit toch niet aan te trekken, maar wij moeten de waarheid onder de ogen zien, nietwaar? Zo is het ook met koning Eric. In plaats van u kwaad te maken, kunt ge er beter eens over nadenken, wat ge moet beginnen, als hij eensklaps voor uw neus staat; dan is het uit met uw heerschappij, als ik het zeggen mag." „haat hem maar eens komen", grauwt Ottar. „Ik, Ottar de Zwaard breker, ben niet bang voor die oude kerel. Ik heb het met z'n malle zoontje klaargespeeld en ik zal het wel met hem klaarspelen ook. Als hij nog leeft tenminste want de enige Koning van Noorwegen ben ik op het ogenblik. Waag het eens tegen te spreken." De Amsterdamsche Droogdok Mij. heeft thans een door haar gebouwde skinner-scheepsstoommachine-installatia naar Argentinië verscheept. Deze ma chine-installatie is de eerste van een tweetal, dat besteld werd door de Ar gentijnse marine om te worden inge bouwd in twee op de marinewerf As- tillero Rio Santiago in aanbouw zijnde sleepboten. Ook de ketels, condensors en de hulpwerktuigen worden door de Amsterdamse werf geleverd. De tweede installatie zal de ADM aan het eind van dit jaar aan de op drachtgevers afleveren. Na de première van „Ouders en Kin deren" zal het Zuidelijk Toneel in stu die nemen „.Bocksgesang" van Franz Werfel, vertaling van Michel v.d. Plas. De regie berust bij de heer Lo van Hensbergen. Het décor wordt ontworpen door de thans in ons land vertoeven de, jonge Israëlische kunstschilder en I décorontwerper Igaël Tumarkin. Alle le den van het gezelschap zullen in dit stuk optreden. RENÉ pléven Tien jaar geleden, op 3 oktober 1947, werd te Amsterdam opgericht de werk groep walvisonderzoek t.n.o., die o.a. tot taak kreeg een nauwe samenwer king te bevorderen tussen biologische deskundigen enerzijds en vertegenwoor digers van de directie der visserijen en de Maatschappij voor de Walvisvaart anderzijds. De werkgroep is sinds 1952 ondergebracht in het zoölogisch labo ratorium van de gemeentelijke univer siteit van Amsterdam en staat onder algemene leiding van prof. dr. E J. Slijper. Om de belangen van de Nederlandse walvisvaart zo goed mogelijk te behar tigen heeft Nederland indertijd zitting genomen in de International Whaling Commission, die tot doel heeft zowel de industrie te beschermen als te voor komen dat het walvisbestand achteruit gaat. In totaal worden jaarlijks twintig expedities uitgerust, die ongeveer der- tigduizenwalvissen vangen Eens per jaar wordt in een van de zeventien aangesloten landen vergaderd en wor den richtlijnen betreffende de walvis vangst opgesteld. De Nederlandse groep houdt zich vooral bezig met een zich zo grondig mogelijk oriënteren inzake bepaalde onderwerpen uit de walvis-biologie. De werkgroep heeft reeds herhaaldelijk adviezen en inlichtingen aan de rege ring en de maatschappij voor de wal visvaart kunnen verstrekken Hiervoor was de medewerking van de Neder landse zeevarenden onontbeerlijk (zij zonden duizenden formulieren in met mededelingen over walvissen) evenals van de afdeling bewerking waarne mingsuitkomsten t.n.o., die zich vooral bezig heüd met de leeftijdsopbouw van het walvisbestand Een van de vele problemen hierbij is het berekenen van de leeftijd van de walvis, waartoe ver schillende methoden zijn uitgewerkt. De Sjah van Perzië heeft in de ope ningsvergadering van de Perzische Se naat medegedeeld, dat de nationale Per zische oliemaatschappij een overeen komst heeft gesloten met een Ameri kaanse financiële groep voor de aanleg van een 1570 kilometer lange buisleiding voor de afvoer van olieprodukten, die van de olieplaats Ghome, ten zuiden van Teheran, naar de Turkse haven Alexan- drette zal lopen. De aanlegkosten worden op vijfhonderd miljoen dollar geschat. De olieverwerkende bedrijven in het Midden-Oosten tussen de Golf van Per zië en Turkije zullen hun produkten via de aan te leggen buisleiding kunnen af voeren. Deze bedrijven zijn gelegen in Koeweit, een onder Brits gezag staand sultanaat aan de Perzische Golf, Perzië en Irak. En....mislukkingen zullen zeker niet uitblijven. Het Nimboran-plan, met nog al enige ophef en zelfs met direkte me dewerking van de Verenigde Naties ten doop gehouden, is niet gelukkig verlo pen. Bij het Koembe-rijstprojekt heeft men met zeer veel, volkomen onver wachte, tegenslagen te kampen. Van belang is vooral, dat de Papoea zelf vordt ingeschakeld en dat met zijn medewerking de verbouw bv. van ca cao ter hand genomen wordt. Mooie voorbeelden hebben wij daarvan gezien in Seroei op het eiland Japen en vooral in Kepi in Zuid Nieuw-Guinea. De mannen van de landbouwvoorlichtings- dienst, die hier werken, ondervinden grote steun van zending en missie. Irr Kepi heeft men 10 geselecteerde gezinnen uit 4 omliggende kampongs bijeengebracht. Onder leiding van Br. Liborius leren de mannen hun eigen gewassen en groenten verbouwen, maar zij krijgen ook onderricht in de teelt van cacao en andere cultuurge wassen. De gezinnen zelf wonen ir be hoorlijke huizen en zij worden ook in de juiste bewoning ervan geïnstrueerd. De vrouwen krijgen huishoudonderwijs (ko ken, naaien en wassen) van de zuster» die in Kepi een meisjesinternaat behe ren. Het is de bedoeling, dat deze ge zinnen, na een jaar hier te hebben ver toefd, +eruggaan naar hun kampongs en dat zij daar de verworven kennis en kundigheden doorgeven aan de an dere kampongbewoners. Een prachtig plan. Men zou het een proef kunnen noemen, maar dan toch een proef, die al enig resultaat heeft opgeleverd. Maar tenslotte toch ook een plan van maar beperkte regionale betekenis. De vraag mag worden gesteld, of men nu daadwerkelijk zulke plannen vanuit Hollandia stimuleert en steunt en daar waar ze niet worden aangevat, bereid is om het initiatief ter hand te nemen of minstens krachtig hierbij te helpen. Hoe wil men Nieuw-Guinea tot ontwik keling brengen9 Dit alles brengt de alles overheer sende vraag naar het onderwijs naar voren. Wil men de wedloop met de tijd om de ontwikkeling van Nieuw-Guinea bijhouden, wil men die wedloop winnen, dan zal vooral het onderwijs alle mo gelijke aandacht en zorg behoeven. Wat mij op onze korte reis het meest heeft gefrappeerd is het verlangen naar méér en béter onderwijs. Dit verlangen was de ondertoon van alle gesprekken met de autochtonen. Zij dringen om vooruit te komen en da iets meer ontwikkelden vragen om meer onderwijs en vooral ook om on derwijs in de Nederlandse Taal, omdat dit, volgens hun inzicht, de sleutel is voor iedere verdere ontwikkeling. Ik zou niet graag beweren, dat dit verlangen naar Nederlands in alle op zichten realiseerbaar is of dat hier geen moeilijkheden zouden liggen. Over dit punt alléén is tijdens ons be zoek aan Nw. Guinea enorm veel ge- discusieerd. Ik zal er hier niet meer van zeggen, beperking is geboden. Wel wil ik opmerken, dat ik de drang om Nederlands te leren, niet zie als een uitvloeisel van bepaalde politieke ver langens. De politieke belangstelling is maar uiterst gering onder de inheemse bevolking zelfs onder de iets meer ont wikkelden. Heeft Nederland hier ook niet een plicht en een taak? En wordt daar In Nw. Guinea wel de nodigs aandacht aan gewijd? De Papoea be schouwt zichzelf geenszins als de min dere van de blanke. Hij constateert al leen, dat deze veel dingen kent en be zit, die hij niet heeft en hij wil zich de ze kennis en deze hulpmiddelen zo spoedig mogelijk verwerven. Aan ons de taak om hem daartoe in staat te stellen. Een taak, ons door de historische ontwikkeling opgelegd, en die wii bereid moeten zijn te aanvaar den. Als Nieuw-Guinea misschien zoal» ik dezer dagen las het meest on derontwikkelde gebied ter wereld is, dar is de opdracht die wij daar hebben te vervullen, zwaar en moeilijk, maar wij hebben nooit als volk tegen moei lijke taken en tegen de vervulling van zware plichten opgezien. Laten wij dit ook in de naaste toekomst niet doen ten opzichte van een gebied, waaraan wij ook historische verplichtingen hebben. JOH. H. M. DERKSEN Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Volgend op de emissie-aankondigin gen van de Koninklijke/Shell, heeft de British Petroleum Co. thans medege deeld aan houders van haar preferente en gewone aandelen, dat zij voornemens is haar aandelenkapitaal uit te breiden om zich de voor toekomstige expansie benodigde gelden te kunnen verschaffen. Er zullen 80 miljoen nieuwe gewone aandelen van 1 elk worden uitgege ven, waardoor het kapitaal wordt ver hoogd van 120 tot 200 miljoen. Bij K.B. is dr. P. J. G. A. Hen- drix, rector van het Johan de Wittgym- nasium te Dordrecht met ingang van 1 januari 1958 benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, ter bezetting van de leerstoel voor de Griekse patristiek. siste ik onverhoeds tussen mijn opeengeklemde tan den door: „Nooit! Nooit!" Rustig keek vader mij aan. „Als je eenmaal weer op de been bent, "sprak hij, „dan wordt dat allemaal vanzelf beter, *W*n ph- gen." Hij scheen om de een of andere reden diep ont roerd te zijn. Besefte hij op dat ogenblik al iets van de groeiende onrust in mpn binnenste? Had hij er een voorgevoel van, dat mijn leven geplaatst was voor een radicale verandering, gelijk aan die van een berglandschap, dat door een aardverschuiving wordt gteisterd Zeker is, dat vader mij altijd veel beter heeft be grepen dan ik mezelf begrijpen kon. Precies een week later, de tweede vrijdag in de maand oktober dus, bracht moeder het tweede grote nieuws. Opnieuw openden zich gunstige perspectie ven voor mijn toekomst als boer, zij het ook door een in wezen tragische oorzaak. Terwijl ze zenuwachtig haar zwart-fluwelen hand tas telkens weer opende en sloot, vertelde moeder opgewonden en tamelijk onsamenhangend, wat er gebeurd was. Die vrijdag in het ziekenhuis maakte het nieuws ook op mij een diepe indruk; nu, ruim twee jaar later, zittend op een boot, die door de Ja- va-Zee stoomt, zal het mij misschien gelukken, een regelmatig verslag omtrent het gebeurde uit te bren gen. Eerder heb ik U al ingelicht over de activiteiten van Keesje van der Put, de man van tante Cor. Het zal U dus niet verwonderen, dat hij iedere mid dag een dutje ging doen in zijn ouderwetse bedstee. Die donderdagmiddag, verzekerde hij, had hij heer- Hjk geslapen, maar ik denk, dat h\j altijd heerlijk sliep. Door de jaren heen had oom Kees geleerd, ongehoord veel en diep te slapen. Hij maakte nach- ten van tien tot twaalf uur, al naargelang het 38®'" getij, en daarbij was zijn middagdutje, aanvankelijk bedoeld als een onschuldig hazenslaapje van tien minuten in een luie stoel, langzamerhand uitgedyd tot een complete middagvulling. Wordt vervolgd) toegang wil verschaffen als ze een pond of wat drui ven bij zich hebben. Ja, de akker bleef nu aan de Martensen, dat was waar. „Wat dunkt je d'r van, jongen?" drong vader aan, toen ik uit eigen beweging geen aanstalten maakte, op het geval in te gaan. Ik haalde mijn schouders op. Het is natuurlijk dat ongelukkige been, dacht ik bjj mezelf. Dat maakt me zo mistroostig. Wie kan zich gelukkig voelen als hjj vastgebonden ligt gelijk een hond aan de ketting? Zo begon ik toen al, met allerlei bedrieglijke uit vluchten rond de waarheid te draaien, en dat heb ik maandenlang volgehouden. De diepste kern van de waarheid was, dat ik gehoopt had werkelijk ge- hóópt had, dat me die akker ontnomen zou worden. Dan zou de grote beslissing in mijn leven mij min der moeilijk vallen. Dat was de waarheid al zou ik toen iedereen om zo'n uitspraak hebben uitge lachen. „Nu, jongen," drong vader opnieuw aan en hij keek me doordringend in de ogen, „valt het je niet geweldig mee?" „Ik raak die akker op den duur toch kwijt," ant woordde ik stug, „de industrialisatie kan men niet tegenhouden door een ruzie in de gemeenteraad." Dat was de tweede uitvlucht. Vader ging er niet op in. Een half uur bleef hij zwijgend naast mijn bed zit ten. Onderwijl zocht ik moeizaam naar de verbor gen oorzaken van mijn vreemde neerslachtigheid. Het was of er een blok lood op mijn borst lag, zo beklemd voelde ik mij. Maar plotseling werd dit drukkende gevoel door een vlijmende verontwaar diging verdreven. Ik was woedend om dit idiote raadsbesluit, dat de spot scheen te drijven met het gezonde verstand. Hier was een klein-burgerlijke ru zie uitgevochten met mijn eigendom als inzet. Was daarom de democratie uitgevonden? Om de draak te kunnen steken met een volksbelang? Dat was geen rechtsstrijd meerhet was een Jan- Klaassen-spel. En dan te moeten bedenken dat het juist Bickers was, in wiens handen het lot van mijn akker gelegen had. Bickersde vruchtmummie. En in plaats van te juichen van dankbaarheid, In de afdeling prentenkabinet van het Rijksmuseum te Amsterdam zal van 5 oktober tot 15 december a.s. een ten toonstelling worden gehouden van li thografieën van Henri de Toulouse Lautrec en zijn tijdgenoten. Deze expo- litie wordt samengesteld uit het bezit van het Rijksprentenkabinet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 2