RANG is alleen
als er
staat.
m
De leek in de Kerk
N!
GESCHKDENIS VAN NEDERLAND IN
DE JAREN 1850-1925
Voortreffelijk staal van
verantwoord geschiedschrijven
M
Van boeken
en schrijvers
V6LP0N
Hoep
der
ruimten
Klassieke muziek
op de plaat
Strijkkwartet van
Hugo Wolf
E
FRUIT EN VITAMINE C VAN
VEEL BELANG
Vraag naar meer persoonlijk
beleefd christendom
en
Herdruk fan Verberne's werk
Vroeg-Italiaanse strijkersmusiek
Juiste voeding en A-griep
Koninklijke archeoloog
9
V.
J
MULO A en B
RESA-HILVERSUM
S^CbU''jS,ï«n. Si» m»
ZATERDAG 12 OKTOBER 1957
PAGINA 9
RANG, een product van de Kingfabrieken.
Vraag ook RANG menthol eucalyptus. De beste bescherming tegen ons klimaat
Liturgische weekkalender
Enig optimisme over
de oestercultuur
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiimnifiuiiiininniiiiiifi
«foor
van
d®n Brink
Afscheidscollege
prof. Gonggrijp
GESCHIEDENIS DER
NEDERLANDEN
Quartetto ltaliano
Beeld van Pallas
Athene gevonden
Advertentie
aar aanleiding van een reportage
via de K.R.O.-televisie over het
Katholiek Militair Vormingscen
trum „Waalheuvel" schreef het protes
tantse dagblad Trouw met verbazing
te hebben vernomen, dat in de Katho
lieke Kerk ook leken als gesprekslei
ders optreden in discussies over geloofs-
onderwerpen, en het voegde eraan toe
verheugd te zijn over de ontwikkeling
binnen de Katholieke Kerk naar een
meer persoonlijk beleefd christendom.
De leider van het voortreffelijk werk,
dat op „Waalheuvel" geschiedt, aal
moezenier overste P. Groenendijk, is
onlangs door de Adelbertvereniging
Uitgenodigd op haar Landdag te Hilver
sum vanuit zijn ervaring op het Vor
mingscentrum te spreken over de ge
loofsbeleving van de leek. „Wie ben ik
als leek in de Kerk van vandaag" en
,,hoe kom ik tot een meer persoonlijk
geloofsleven", zijn vragen, die, buiten
de kring der jongeren, ook ouderen be
zig houden. Waarmee reeds aanstonds
is aangetoond, dat deze vragen niet
zonder meer voortkomen uit ongeloof
gebrek aan volgzaamheid tegenover
het kerkelijk gezag of uit een materia-
listische levensinstelling zoals ouderen
vaak aan jongeren verwijten. Men mag
veeleer met recht
stellen, dat de
bron van deze vra
gen te zoeken is
m een oprecht
verlangen naar
Persoonlijke ver
lossing. En even
eens constateren
ue tot oordelen
bevoegden, dat er
nnar het algemeen
onder de mensen
veei meer relieieus geloof leeft dan men
geneigd is te denken, al moet worden
toegegeven, dat er vaak sprake is van
„een versluierd geloof, een latente hou-
°mg n°g nie{ 6ealiseerd in eigentijdse
in eenrt°ünliJke vormen, nog met levend
1" bezielde gemeenschap". De ech
te geloof so vereave waarnaar men ver-
^ngtis voor^lA moeilijk, omdat de
traditionele geloofsbeleving de zuivere
ontmoeting ^Christus niet zelden
verTe^^jonventionele riten en
fi?n|tigtidVebr[fi^ jon!erenhaan!ezfg
S' biT aalmoezenier Groenendijk
dp mUita' van talrijke vragen, die
het ^Ï5etl uit eigen beweging op
stelden Centrum - .Waalheuvel"
gen bhik k voor stuk 3even di® vfa"
gen ar> een gevoel van onbeha-
machtVan onbevredigdheid, van on-
van wel willen maar niet kun-
Daarbij komt dan nog, dat menig-
- voortreffelijke, eerlijke niet-Ka-
l 1 leken ontmoet, die zonder 's zon
dags naar de kerk te gaan, zonder
biecht en communie beter zijn dan veel
katholieken. Vooral dit laatste ervaart
men vaak als een schok, omdat men
tot dan toe leefde in de min of meer
vage gevoelsovertuiging, alsof katholie
ken beter waren.
Het ligt voor de hand, dat men zich
dan gaat afvragen, wat eigenlijk de
waarde is van het katholicisme, van
zijn verplichtingen, gebruiken en ge
woonten En dit te meer omdat men
langzamerhand oog krijgt voor het feit,
dat de eigen geloofsbeleving m hoofd
zaak steunt op de van buiten geleerde
Voorschriften van de katfchl^muS^
V'ijl anderen schijnen te leven van wat
zij in hart en ziel persoonlijk ervaren
De moderne mens wil graag getove11.
maar dan in de volle zin van net
woord credere cor dare z«n nart
geven.
Nu kan men zijn hart niet geven
aan een geloofswaarheid, waar
van de levenswaarde niet eniger
mate doorvoeld of vermoed wordt, aan
een gezag, waaraan men niet op een
°f andere wijze levensbehoefte heeft.
Men zoekt naar voeling met de werke
lijkheid, naar verwantschap met het
bestaande, naar de zin der Openbaring,
van de verlossing door Christus. En
•lat zoeken geschiedt vanuit de mense
lijke lotsverbondenheid. Afzondering en
Individualistische levenshouding voelt
men aan als onbevredigend. En zo ont
dekt men in een open en eerlijk ge
sprek, dat in eikaars nabijheid in de
Kerk de bron ligt van een zuivere, per
soonlijke geloofsbeleving. Menselijke
saamhorigheid en onderlinge verant
woordelijkheid is het uitgangspunt van
deze gedachtengang; uit het heilige
j.wij" van het Onze Vader wordt het
beiüge „ik" geboren.
In de geloofsovergave gaat het om
ons hele mens-zijn. Nooit is dit aan
grijpender en zuiverder weergegeven
dan in de waarde van de 138e psalm,
de mooiste en diepste geloofsbelijdenis,
die ooit is uitgesproken. Een echt per
soonlijke geloofsbeleving kan slechts
groeien in de bestaansnabijheid met
God, in het samen-zijn met de levende,
werkelijke God; Die werkt in mij, en
Die ik laat werken en verlossen in mij.
Daarvoor is het nodig, dat wij in ont
vankelijkheid en overgave ons open
stellen voor dat werken van God, zoals
het tot ons komt in de Sacramenten,
het Woord en de Kerk. Dan pas wordt
de beeldentaal van Schrift en liturgie
weer voor ons verstaanbaar. Dan pas
zullen wij van binnen uit, vanuit een
diep in ons hart gevoelde behoefte on
ze godsdienst beleven, wat oneindig
veel beter, en dieper en blijvender is
dan alleen het plichtmatige vervullen
van gebeden.
Zo gezien blijft de H. Mis niet een
éénmansliturgie van de priester, maar
wordt zij een offermaaltijd van ons al
len.
Heel ons godsdienstig leven zal ons
op die manier dichter brengen in de
gemeenschap van Christus' sterven,
verrijzenis en wederkomst.
Uit dit bestaanscontact zal een
persoonlijke geloofshouding, een per
soonlijk gebed, een persoonlijk geweten,
persoonlijke christelijke vrijheid gebo
ren kunnen worden. Als vrucht van de
H. Geest, Die steeds in Christus'
Kerk werkzaam is.
Naar dit ideaal moeten wij met alle
krachten streven. Het is een lange weg
die wij hebben te gaan, waarbij veel
geduld nodig is en de moed om onze
kerheid en twijfel te doorstaan. Maar
dat is geen bezwaar. Wij werken im
mers niet op de eerste plaats alleen
voor ons zelf, maar voor de hele mens
heid. Hierop moet Christus hebben ge
doeld in Zijn gelijkenis van de on
vruchtbare vijgeboom, dre ook voor
ons is bestemd. Deze droeg al drie
jaar geen vruchten meer. Zijn eigenaar
wilde hem laten omhakken. Maar de
tuinman vroeg om uitstel: hij wilde de
grond om de boom heen nog eens om
spitte en bemesten: „Misschien
draagt hij dan het volgend jaar
vrucht". (Lc. 13.9).
Koning Gustav Adolf van Zwedendie grote belangstelling heeft voor archeologie,
brenat ov het ogenblik een „wetenschappelijke vakantiedoor te San Giovannale
nabii Manziana ten noorden van Rome, waar onlangs een nieuwe Etruskische
araikelder is ontdekt. Men ziet hier de koning op handen en voeten over de
plaats kruipen waaronder zich de grafkelder moet bevinden.
ZONDAG 13 OKTOBER: 18e zondag na
Pinksteren; eigen mis; 2 geb. H.
Eduard; credo; pref. van de H. Drie
eenheid; groen.
MAANDAG: H. Callistus, Paus-marte
laar; mis Si diligis; rood.
DINSDAG: H. Theresia van Avila,
maagd; mis Dilexisti; wit.
WOENSDAG: H. Hedwig, weduwe; mis
'Cognovi; wit. Utrecht, Den Bosch
en Roermond: kerkwijdingsftest; mis
Terribilis; credo; wit.
DONDERDAG: H. Margarita M. Alaco-
que, maagd; eigen mis; wit.
VRIJDAG: H. Lucas, evangelist; eigen
mis; credo; pref. v. d. apostelen;
rood.
ZATERDAG: H. Petrus van Alcantara,
belijder; eigen mis; wit.
ZONDAG 20 OKTOBER: 19e zondag na
inksteren; eigen mis; 2 geb. H. Joan
nes Cantius; 3 geb. voor voortplanting
van geloof; credo; pref. v. d. H. Drie
eenheid; groen.
Zondag 17 november zal de ko
ninklijke zangvereniging „Mastreech-
ter Staar" deelnemen aan een z g
Maastrichtse dag, welke in Luik wordt
gehouden.
De staar geeft in Luik, een gala-avond
met een program, waarop enkele nieu
we koorwerken worden uitgevoerd. Zü
zal voorts In de Luikse Kathedraal op
zondag 22 december een kerstliede
ren-program uitvoeren.
Advertentie
Verkort Mulo voor P. T. T. en N. S.
De kortste en voordeligste opleiding i
(Bekende Schriftelijkm Cursus)
Minister Algera heeft zich thans iets
optimistischer uitgelaten over de mo
gelijkheid van een verplaatsing van de
oestercultuur indien in het kader van
het Deltaplan de Oosterschelde moet
worden afgesloten. Tijdens een monde
ling overleg met de Kamercommissie
over de Delta-wet verklaarde de minis
ter dat de kosten van een eventuele ver
plaatsing niet zo hoog zullen behoeven
te zijn als aanvankelijk werd gedacht.
Omdat, zoals uit laboratoriumproeven
is gebleken, met een betrekkelijk ge
ringe stroomsnelheid kan worden vol
staan, behoeft ook het inlaatwerk, dat
het zoute water moet binnenlaten,
niet zo groot te zijn. Dit zou een ver
plaatsing van de cultuur naar de wate
ren bij Brouwershaven minder be
zwaarlijk maken. Alvorens echter een
besluit kan worden genomen zullen
eerst nog praktijkproeven moeten wor-
dln genomen in het zgn. Veerse Gat.
Ken «schutsluis in de dam in het
Veerse Gat ten behoeve van de visse-
rii noemt de minister „technisch wel
niet geheel onmogelijk doch wel be
zwaarlik en vooral zeer duur" De
voorhaven bij deze sluis zou n.L pre;
cies op de n.w.-wind komen te liggen
cies op ue voorzieningen
en daarom uitgebreide voorzieningen
behoeven.
De eventuele bedijking van het Vei-
dronken Land van Saeftmge «n
schorren bij Ossendrecht komt binnen
kort aan de orde in de tectaiache
Scheldecommissie, waarin Belgie en
Nederland vertegenwoordigd zijn. ue
minister is echter van mening, dat de
ze kwestie niet urgent is.
et de her-uitga >e van ee der
belangrijkste sy.thetische wer
ken van wijlen de hoogleraar
Verberne is de Prisma-reeks waarlijk
verrijkt en het Nederlands-lezende pu
bliek ten zeerste gebaat. In twee
deeltjes van elk zowat 200 bladzijden
werd compleet herdrukt wat ln 1938
verschenen was als cieel Vil! var de
Geschiedenis van Nederland onder
redactie van de Amsterdamse hoog
leraar H. Brugmans bij de Uitgevers-
Maatschappij „Joost van den Vondel"
gepubliceerd. Dr. H. van den Eeren-
beemt Verberne's leerlipg, promo
vendus en Tilburgse opvolger, Veïzor-
de deze herdruk en leidde hem met
een sober, van dankbare bewondering
getuigend woord in. Hij deelt daarin
mee de tekst ongewijzigd herdrukt te
hebben, terecht van oordeel, dat een
bijwerking en aanvulling van het origi
neel ongepast zou moeten heten. Voor
zover ik het heb kunnen nagaan heelt
de bewerker alleen hier en daar ln de
noten enige nieuwere publicatie; ver
noemd. Het mag waar zijn, dat Ver
berne zelf, zo hij deze uitgave zelf
had kunnen bewerken, zeker partij ge
trokken zou hebben van wat in een
tijdsverloop van welhaast twintig jaren
aan nieuwe gegevens beschikbaar ge
komen is, nog afgezien van de waar
schijnlijkheid, dat ten aanzien van be
paalde aspecten der stof zijn eigen in
zicht zekere evolutie zou hebben door
gemaakt, de heer Van den Eerenbeemt
heeft beseft, dat hem het recht ont
brak zijn afwijkende visie op bepaal
de onderdelen op naam van de gestor
ven meester te zetten. Aldus is deze
herdruk voluit „een stem van ner-
zijds".
Niet zonder ontroering heb ik de
stem, die mij nog zo levendig ii de
oren klinkt, weer horen spreken, de
hem typerende wendingen van zijn zin
nen, zijn voorliefde voor bepaalde,
soms wat archaïstische woorden her
kend en de gaafheid van zijn enigszins
Potgieteriaans-aandoen>:le prozastijl be
wonderd. Verberne had het métier van
de geschiedschrijver lief en was altijd
bekommerd om de taal van zijn ge
schriften. Aldus bereikte hij in het
werk van zijn middelbare leeftijd een
graad van litteraire aantrekkelijkheid,
die de lezing voor een publiek van be
langstellende leken boeiend en vrucht
baar maakt. Zoekt iemand een voor
beeld van verantwoord en aantrekke
lijk populariseren, dan zal deze Geschie
denis van Nederland in de jaren 1850-
1925 hem in allen dele voldoen.
Deze deugd van het werk is het
echter niet alleen, die mij de her
druk met blijdschap doet begroeten.
Ook als voortreffelijk staal van ver
antwoord geschiedschrijven verdient
het in ere en in gebruik te
blijven. Hoe volkomen heeft de in de
dagelijkse omgang toch zo tempera
mentvolle, soms tot baldadigwordens
toe uitbundige Verberne zich als ge
schiedschrijver weten te houden bin
nen de perken van een wijze ingeto
genheid, die nauwelijks gelegenheid
bood tot partijkiezen. Verre van laf
in zijn karakteristieken, heeft hij zich
in al zijn werk zeer duidelijk ook
in zijn veel-gebruikt Patria-boekje
over de 'Nederlandse Arbeidersbewe
ging ten doel gesteld ieder het zijne
te geven, de polemiek uit de weten
schap te weren en de geschiedschrij
ving te vrijwaren voor dienstbaarheid
aan geloofsverdediging, opvoedkunde
of partij-propaganda. Als beschrijver
van de vaderlandse geschiedenis in de
achttiende en negentiende eeuw heeft
Advertentie /f t
Verberne, in wie iedereen overigens de
katholiek onderkende, aldus de ver
diende waardering gevonden en het
hem toekomend gezag, verworven bij
alle deskundigen.
Ten slotte openbaart dit werk de over
leden geleerde ook in zijn persoonlijke
oorspronkelijkheid. Wie heugenis heeft
aan traditionele synthesen in binnen- en
buitenland zelfs als zij belichaamd
werden in wereldvermaarde compila
ties als de Franse serie Peuples et
civilisations, de Oxford History of Eng
land en de Propylaen-Weltgeschichte
of in enkele andere delen van Brug
mans' verzamelwerk is zozeer ge
wend aan de taaie hegemonie van de
staatkundige geschiedenis, dat hij mis
schien met enige bevreemding kennis
neemt van de opeenvolging der hoofd
stukken in dit werk van Verberne en
van de ruimtelijke verhouding der on
derdelen. Ter typering van deze eigen
aardigheid kan hier de beknopte weer-
gave van de inhoud van het eerste deel-
tie dezer nieuwe uitgave dienen: in
een eerste hoofdstuk wordt het geeste
lijk leven behandeld, in een tweede de
sociale ontwikkeling, in een derde ten
Een
Nederlandse
emigratieroman
63
de boer, het onverbleekte type, zal ik matar_ze8g®"-
nameloze tragiek in de boer aller tijden is, dat
pod hem roept om de brug te slaan tussen oorwerel
beschaving. Enerzijds bestormt de boer de wilder-
n>s om die geschikt te maken voor de cultuur, an
derzijds voedt hij de beschaving met zun §®z°"d
levensdrift. Hij boort zich vast in de wilde b°dem
Ms het taaie helmgras in de schrale duingrond. Uit
arbeid kan de beschaving opbloeien. Hu is nei,
d'e aan de gemeenschap haar uitbreidingsmogelijk
heden verleent en daaraan dit is juist de grote
tragiek daaraan valt hij tenslotte zelf ten offer.
tijd kan teren op het reservevoed^l in de zaadlob-
hen Zn kan de boer in den vreemde geen woiiei
schieten, indien hij niet een tijdlang kannt®r^°^d0"
menselijke reserves: de tradities. Ik ken igeen se ro
meiijker vergissing dan de uitspraak, dat het geslach
tenlange inhameren van een traditie bu de boeren
voortkomt uit een sentimentele liefde voor vergane
dingen. Het is toch zo duidelijk, dat de boer hiermee
instinctief zijn reserves oppot tegen de tijd, dat hu ge
dwongen zal worden een nieuwe woestenu in cultuui
te brengen. Conservatisme is voor hem inderdaad
het conserveren van zijn reserves. Zijn behoud
zucht lijkt versteend als een pruimepit maar bi)
de emigrant ontkiemt ze en bloeit ze uit tot een ge
heel nieuwe wereld."
Pastoor Bouwman zweeg andermaal.
Verslagen zei ik:
,,Dus U meent...
„Ja, dat meen ik", viel de priester mij snel in
de rede, „ik wil rond voor mijn overtuiging uit
komen. Maak je niet wijs, Johan, dat je bezig bent
je recht op een stukje bouwland te verdedigen. Je
hebt de prachtkans afgewezen, die Robbers je aan
bood. Je hebt het zeer billijke aanbod van burge
meester Dubbelman afgewezen... Dit is geen strijd
meer om een stuk grond; het is een strijd tegen
jezelf. Jij bent bezig, jezelf los te weken van dt
grond van je vaderen, omdat je hier geen nieuwe
mogelukheden meer ziet. Hier immers is de cultuur
reeds gevestigd, jouw roeping ligt elders.
Jij bent niet het type om te peuteren aan een vier
kante meter grasland, of processen te voeren over
een sloot meer of minder. Jij zou eerder als een
Wat de missionaris doet in de bovennatuur, ver- uu ccluci als ccu
icht de boer in het rijk der natuur, en het is geen 3atavier de hei intrekken om te proberen, rogge
donder, da; er zoveel boerenzoons missionaris wor- je telen op een stuk duingrond. Jü hebt ruimte nodig,
zij hebben van huis uit het karakter van pio- overvloed van vrije ruimte, licht en lucht. En daar-
-J pmicrraron
den;
hiers. De boer wordt bespot om zijn hang naar tra
dities. Dat komt omdat men hiervan alleen de klein-
menselijke kanten ziet. Maar het grote in deze ka
raktertrek is juist, dat iedere nieuwe beschaving op
Jraditi.es moet worden gebouwd. Men hoont de boer
zijn conservatisme, maar men vergeet, dat
■hechts één macht ter wereld het serieus kan op-
kernen tegen het onberekenbare, het wispelturige
van de wildernis: de behoudzucht van een gewelde
naar.
Een erwt kan niet ontkiemen, indien ze niet enige
om zul jij emigreren.'
Terwijl ik .me onophoudelijk vermoeid door de ha
ren streek, liet ik de gevoelens, die me bestormden,
weg-ebben. Nu weet ik, dat in deze ogenblikken mijn
innerlijke omwenteling geheel voltooid werd. Toen
kon ik die waarheid nog niet aan.
De woorden van pastoor Bouwman waren als
druppels 'vloeibaar lood in mijn gemoed gevallen.
Ze hebben er lidtekens in gebrand, die me tot mijn
dood zullen bijblijven, maar in die dagen waren
oorzaaktInrSzodr°an ik dacht aan alles wat me bond
aanm$'geboortegrond:^«"Xt^heTv^e dPe't3"
akkers, mijn weiden, het stamhuis, het vee, de taal,
"'inkeek «Tar het witte
schudde langdurig van "5f'.zoals ik dat gedaan had
t"dNooitemhenheer pastoor," bracht ik er uit, „nooit
zaï k van dit anePs afstand kunnen doen..."
Het was mijn laatste verzet - een louter uiter-
lUHetWwlsStdaenhoUding van de zakenman wiens fail-
nei was u nnnsevraagd, maar die door een
weelderig liven deThfn tot'hét laats t toe tracht
0PIkeverwe!?de mij nog als de misdadiger, die de
bewiizen van zijn schuld voor zich ziet opgestapeld,
maar die desondanks, in afwachting van zun dood-
onnls, hardnekkig blijft ontkennen.
Pastoor Bouwman stond op.
Weer zag ik die smartelijke trek van zoeven rond
ZUHü'schonk mij zijn zege - maar ingetogener dan
anders, en met een zichtbare ontroering
Zonder een woord te spreken verliet hu de zieken-
RaiZou ie het Kersfeest thuis willen vieren?" vroeg
broeder Laurentius, terwijl hu bezig was, me te
ivoccpn
Dat is geloof ik, wel mijn grootste kruis geweest
in het ziekenhuis: het feit, dat ik me drie maanden
lang als een hulpeloze baby heb moeten laten ver-
zoreen Waar moeten wu dan toch de hemel mee
verdienen, zo heb ik dikwijls bij mezelf gedacht, als
ik de ziekenbroeder geduldig met zijn po's zag sjou-
wen...
Zeker wil ik graag het Kersfeest thuis vieren,
broeder!" riep ik uit, terwijl mün hart een vreugde
sprong scheen te maken.
„Ik zal het er eens over hebben met dr. Fitters,"
beolofde hij
(Wordt vervolgd)
PROF. L. G. J. VERBERNE
slotte de politieke geschiedenis, maar
deze dan altijd nog in voelbaar ver
band met de geestelijke en maatschap
pelijke stromingen. Het spreekt daar
bij dan boekdelen, dat die eerste twee
hoofdstukken ongeveer vier vijfde van
het deeltje in beslag nemen. Niet het
minst om deze in 1938 nog gedurfde
en in elk geval originele opzet, maar
daarnaast ook om de pregnante, rake
typeringen van stromingen en gestal
ten, de gedragen beheersing van de
stof en van het taai-instrument verdient
dit voortreffelijke werk de belangstel
ling van de algemene lezerskring, waar
toe de verschijning in de welverzorg
de, maar voor alle beurzen betaalbare
Prisma-reeks het de toegang opent.
PROF. DR. L. J. ROGIER.
Op 23 oktober om half twaalf zal
prof. dr. G. Gonggrijp in de aula van
de Nederlandse economische hoge
school zijn afscheidscollege geven.
Prof. Gonggrijp werd in 1926 benoemd
tot buitengewoon hoogleraar in de ko
loniale economie, waarna in 1939 zijn
benoeming tot gewoon hoogleraar volgde.
Na de oorlog zijn zijn leeropdrachten
veranderd in „Oosterse economie en
economische geschiedenis van Indone
sië". In 1956 werd hem emeritaat ver
leend, doch gedurende de cursus 1956
en 1957 gaf hij nog college tijdens de
afwezigheid van prof. dr. J. Tinbergen.
en verschijning op het gebied van
de kamermuziek, die de Hugo
Wolf-kenners machtig veel ple
zier zal doen, is de Philipsopname
(A 01158 L) waarvoor het uitnemende
Amerikaanse New Music Quartet zowel
de Italienische Serenade als het weinig
of niet bekende strijkkwartet in d van
de meester heeft gespeeld. Het moet
de eerste keer zijn, dat dit laatste stuk
op de plaat verschijnt, zodat de lief
hebbers nu hun kennis aangaande Wolf
wezenlijk kunnen uitbreiden.
Hugo Wolf heeft aan dit kwartet met
tussenpozen gedurende zeven jaren ge
werkt, en wel tussen zijn achttiende
en vijfentwintigste. Twee omstandig
heden werkten daarbij tegen. In de eer
ste plaats was hij nog erg jong, in de
tweede plaats was zijn geniaal talent
uiterst nauw begrensd. Hij was een lied
componist en niets anders. Dat hij een
klein en exquis meesterwerkje heeft ge
maakt als de Italienische Serenade ls
nog niet eens een uitzondering op deze
stelling.
Het stuk is feitelijk oen instrumentaal
lied, uitgebreid en contrapuntisch door
gewerkt, geschreven voor vier vaak
zeer zelfstandig behandelde stemmen.
De componist had het als openingsdeel
bedoeld voor een driedelig werk, maar
die meer samengestelde vorm heeft hij
niet opgebracht.
In het kwartet heeft hü dan wel een
grote samengestelde instrumentale vorm
voltooid, kennelijk onder de enorme in
druk van Beethoven in zijn middenperi
ode zelfs tot opus 95. Dat was een
voor Wolf vreemde invloed. Beethoven
heeft voor hem in de directe zin niet
veel betekend. Wel Wagner, met wiens
idioom hij verwant was. Ook vroege
Wagnerismen zijn in dit kwartet wel te
vinden, maar de dominerende figuur is
er toch Beethoven in. De kenners zul
len Wolf zelf terugvinden in zijn gepas
sioneerde expressiviteit en in menige
melodische welving, die de meester van
de liederen verraadt. Opmerkelijk is
ook, dat zijn Finale zich plotseling van
Beethoven afwendt en stylistische ver-
Advertentie
door Prof. Dr. L. G. J. Verberne t, Dr. P.
C. Boeren, Prof. Dr. L. J. Rogier en
Drs. J. C. Schreuder is mede doordat
zij volledig recht doet aan het stand
punt van andersdenkenden een
standaard-uitgave van de eerste orde.
Rijk geïll. in 4 delen fraai gebonden
(oorspr. prijs 70.thans totaal 34.50,
betaalb. met 3.50 of meer per maand.
Men vermelde bij bestell.: „Adv. 513".
Boekhandel H. Nelissen, Leidsegracht
108G, A'dam (postrek. 60092).
Er is geen specifiek voedingsmiddel
dat voorbehoedend werkt tegen de
griep. Ook zün er geen speciale voe
dingsmaatregelen die de verbreiding
van de epidemie zouden kunnen stui
ten. Wel kan in het algemeen worden
gezegd dat fruit eten van belang is.
Aldus het voorlichtingsbureau voor de
voeding, dat voorts het belang van vi
tamine C uiteenzet.
In een periode van veel ziekte in het
algemeen is zeker extra aandacht voor
een verstandige voeding op zjjn plaats,
in dezelfde zin als voldoende rust en
zorg voor het vermijden van risico's
door kouvatten en grote inspanning en
goede algemeen hygiënische gewoon
ten extra aanbevolen worden. Het is
een wijd verspreide mening dat vitami
ne C in het bijzonder de weerstand te
gen infectieziekten zou verhogen. Veel
onderzoek dat hierover is verricht heeft
nimmer een bevestiging van de me
ning kunnen geven. Wat ten aanzien
van infectieziekten en vitamine C wei
bekend is, is dat tijdelijk vitamine C
aan het bloedserum en aan de weef
sels wordt onttrokken en wordt ver
plaatst naar de witte bloedlichaampjes
die bij infectie in veel groteren getale in
het bloed aanwezig zijn en voor hun
defensieve arbeid blijkbaar veel vita
mine C nodig hebben.
Onder normale omstandigheden van
voeding door middel van voldoende ge
varieerde en goed bereide maaltijden
is in Nederland de vitamine C-waarde
van de voeding voldoende voor een ge
zond mens, ook voor perioden van tij
delijk extra behoefte.
Deze normale omstandigheden van
voeding zijn er evenwel voor een groot
deel van de bevolking thans niet om
dat:
le. Grote groepen in het algemeen
nog onvoldoende beschermende stoffen
in hun voeding hebben. Door onver
standige bereidingswijze kunnen voe
dingsstoffen (vitamine C vooral) ver
loren gaan. Zij zullen eerder slachtof
fer kunnen zijn bij een epidemische
verspreiding van ziekte en een langdu
riger herstelperiode kunnen ondervin
den.
2. Omdat een belangrijke bron van
vitamine C in de voeding van waar
schijnlijk meer dan de helft der bevol
king door de hoge fruitprijzen vervalt.
Een kwart van de hoeveelheid vita
mine C in de Nederlandse voeding
wordt geleverd door fruit (in deze
periode sinaasappel, appel en weinig
ander fruit). Van de schoolkindervoe-
ding kan zelfs een derde van de totale
vitamine C-eonsumptïe afkomstig zjjn
van fruit. Wanneer deze bron wegvalt
of belangrijk vermindert omdat vol
doende fruit in liet gemiddelde gezin
momenteel moeilijk te betalen is, valt
te overwegen of door bezuiniging op
andere posten consumptie van fruit kan
worden verhoogd. Desnoods kan door
toediening van vitamine C-tabletten in
deze periode het herstel van het vita
mine C-evenwicht in liet organisme en
na ziek zijn worden bevorderd.
In het bijzonder geldt dit overal
waar mensen en kinderen in groepsver
band leven, zoals in internaten, kin
dertehuizen, tehuizen voor bejaarden,
inrichtingen enz., waar infectiekan
sen groter zijn en de voeding door mas
sale bereiding niet zelden arm is aan
vitamine C.
HUGO WOLF
wantschap met de Italienische Serenade
begint te vertonen. De Serenade is ook
niet meer dan drie jaren na de vol
tooiing van het kwartet ontstaan. Het
New Music Quartet speelt het stuk bij
zonder fraai van klank en voordracht.
Treffend is ook de vertolking van de
Italienische Serenade in een wervelende
vaart en een volkomen doorzichtige,
als uitgeëtste stemvoering. Er breekt
iets van bezetenheid in door, wel geheel
anders dan de beroemde vertolking
door het Schneiderhan-kwartet, die hu-
moristischer en zangeriger is, meer
in de Weense traditie dus. Het is moei
lijk te zeggen, wat men tenslotte zou
moeten prefereren.
Een complete les in de ontwikkeling
van het strijkkwartet vindt men op
Columbia CX 1430, waarvoor geen
geringer ensemble dan het Quartetto
ltaliano een hele serie van zeventiende-
eeuwse Italiaanse stukken voor strijk
kwartet heeft gespeeld. Het begint met
de vroeg zeventiende-eeuwer Gabrieli,
die in zijn „Due canzoni per sonar a
quattro" feitelijk nog niets anders doet
dan meerstemmige liederen voor vier
strijkers zetten, duidelijk bewijs hoe. ge
lijk zoveel instrumentale vormen, ook
het strijkkwartet uit de vocale vorm is
afgeleid. Biagio Marini. die wel een
halve eeuw later werkt kon al een So
nata a quattro schrijven, die een sona
ta da camera in de dop is. een suite,
zou men nu zeggen, die bestaat uit en
kele instrumentale dansen voorafge
gaan door een Entrata. Zijn tijdgenoot
Massimiliano Neri kwam veel verder.
Hij schrijft een sonata a quattro, die
een in verschillende tempi onderver
deelde in hoofdzaak fugatische door
werking is van een liedachtig thema,
een meesterwerk van gesloten vorm
geving en rijke stemvoering. De daar
op volgende werken, een Capriccio van
Vitali en een Sonata van Alessandro
Scarlatti zijn in hoofdzaak van belang
als voorbeelden van de inventieve ma
nieren, waarop men op de eenmaal ver
kregen technische verworvenheden mu
ziek kon maken. Tenslotte is er dan een
nieuw voorlopig toppunt in de Sonata
a quattro ,,A1 santo sepolcro" van de
grote Vivaldi, waarin de vier stemmen
tot een ongemene hoogte van lyrische
expressiviteit worden opgevoerd. Dit is
niet alleen een opname voor de liefheb
bers van Italiaanse strijkersmuziek, zij
kan ook bij het muziekonderricht uitste
kende diensten bewijzen.
Mozart
Op het gebied van het strijkkwartet
valt verder te vermelden Philips A
01234 L. waarvoor het Boedapester
Strijkkwartet de beide laatste strijk
kwartetten van Mozart heeft gespeeld:
in Bes K.V. 589 en in F K.V. 590, twee
van de drie Pruisische kwartetten der
halve, die opgedragen waren aan ko
ning Friedrich Wilhelm van Pruisen.
Naar mijn gevoel zijn ze niet te stellen
boven de zogenaamde Haydn-kwartet-
ten van de meester, omdat er niets is
in het genre, dat deze stukken te boven
gaat. De Pruisische kwartetten zijn ook
anders. Ondenkbaar als zo zijn zonder
de Haydn-kwartetten, trekken ze de
ambachtelijke verworvenheden van de
ze serie door in een zeer bepaalde rich
ting. Ze zijn eenvoudiger van geest en
de stemvoering is solistischer behan
deld, concertant zo men wil, waardoor
de_ muziek een meer speels karakter
krijgt. Misschien hangt dit samen met
de overweging, dat de koning zelf een
bekwaam cello-speler was en zijn kan
sen moest krijgen. Des te bewonderens
waardiger is het dan, dat Mozart er de
stijl van zijn kwartetten consequent op
heeft ingesteld. Of de koning ook aan
stonds begrepen heeft, welke wonderen
van de geest zich in deze muziek open
baren?
L. H.
Bij grondwerkzaamheden in de omge
ving van Napels zijn fragmenten ont
dekt van een ca. anderhalve meter hoog
beeld van de Griekse godin Pallas
Athene. Men vermoedt dat het beeld
uit de vijfde eeuw voor Christus dateert
Betrekkelijk dicht bij de vindplaats
van het beeld, een boerderij in de om
geving van Nocera superiore, zun tevens
de fundamenten van een zeer oude muur
blootgelegd. Aangenomen kan worden
dat op deze plaats Nucena Alfaterna.
omstreeks 1500 v. Chr. door een onbe
kend volk gesticht, moet hebben gestaai