Rembrandtprijs toegekend
Coba Ritsema
aan
Vijftig jaar op hetzelfde atelier aan
de Amsterdamse bloemenmarkt
Jongste roman van Jan Mens
Van boeken
schrijvers
en
Instortingsramp te Geleen te
Maastricht berecht
Inschrijving op lening van het
Aartsbisdom op 25 oktober
Heeft
een
de hemdjurk
toekomst?
D
De vitaliteit van een bejaarde dame
Het einde van
Griet Manshande
Duitse tankwagen
kantelt van een
pontveer
van wes\
Nieuw tijdperk
itelijk
overleg
TRILOGIE IN DELEN
Start
I januari
en begin
In één nacht
Uw handen
gaaf en zacht
Te veel naar zijkant
van het veer gereden
Officier van Justitie eist tegen uitvoerder twee
maanden gevangenisstraf
ZATERDAG 19 OKTOBER 1957
PAGINA 13
REMINGTON
N.V
BOEKHOUD
MACHINES
niiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin
Liturgische weekkalender
Adenauer naar Londen
Examens
Eisenhower gepolst over
bezoek aan Engeland
Twee missiepaters
overleden
Prins Bernhard bezocht
vliegbasis Woensdrecht
71 /T en moet drie etages omhoog klimmen, stijgen boven
JyË de verdiepingen der Amsterdamse grachtenhuizen,
die als kantoor plegen ingericht te zijn, dan klopt
men aan en de deur gaat op een kier open, heel klein,
heel oud, schuilgaand onder een enorme zwarte vlinderhoed;
Coba Ritsema. Dezer dagen is haar de Rembrandt-prijs
toegekend f 5000.- en een eretentoonstelling in de Laken
hal te Lelden; een grote onderscheiding, temeer waar het
de eerste uitreiking van deze prijs betreft, die de gemeente
heiden om de vijf jaar beschikbaar zal stellen als een
bijzondere ere-palm voor de meest begaafde schilders uit het
land van Rembrandt. „U bent te vroeg", zegt ze, „een kwar
tier te vroeg, nu moet ik de thee nog zetten, die ik u had
toebedacht," en terwijl ik onder een heel grote reproduktie
van een van Velasquez Infantes moet gaan zitten, schar-
relt ze wat voort in de kamer achter haar atelier; het zijn
bijna rituele handelingen, met zorg verricht, afgeschaafd
en tot gewoonte geworden door het jaren-lang steeds weer
opnieuw doen.
Al vijftig jaar bijna werkt Coba Ritsema aan het Singel
en haar atelier kijkt uit op de bloemenmarkt en het gewir
war van verkeer op de Munt. „Nee ik woon hier niet, het
is altyd een kantoor-huis geweest, daar mag men niet
wonen, jammer genoeg."
Heeft u altijd hier gewerkt?" „Ja altijd, ook de grote
doeken heb ik hier gemaakt, ja er is een tijd geweest
toen ik grote doeken schilderde, ach dat ging hier heel
best."
De zoldering is laag, groen met balken. Een stilleven
staat op de ezel, ster-appels, nog altijd die lichte toets,
die briljante wijze van neer-penselen, die levendige zeg
gingskracht, die door de leeftijd niet is aangetast of ver
schrompeld. De naam Coba Ritsema is bijna onlosmakelijk
verbonden met het begrip „Amsterdamse Joffers", een
begrip dat de laatste tijd aan waarde heeft ingeboet, omdat
de joffers oude dames zijn geworden. Maar Coba Ritsema
is méér dan een vertegenwoordigster van een groep, want
zij heeft haar leven lang de beste tradities van de Neder
landse schilderkunst voortgedragen, zoals weinigen. Zij is
de „leerlinge" van Breitner genoemd en bij het bezien van
haar oeuvre moet men steeds aan Breitner, of meer nog
Misschien aan Isaac Israels denken, maar toch zal men
nooit de term „plagiaat" in de mond. mogen nemen, want
zij is uiterst persoonlijk en heeft uiteindelijk haar talent
zo ontwikkeld, dat zij nü nog, zelfs nu ze een-en-tachtig
jaar is, zichzelf vernieuwt. De laatste stillevens geven
deenszins een voortborduren op verworven Labiliteit en
inzicht. Men zou haast zeggen, dat ze een Cézanneske
Bloed hebben. „Veel werken kan ik niet meer" zegt Coba
Ritsema, „het valt mij moeilijk om steeds weer van m'n
Pension naar het atelier te gaan, m'n benen zijn met zo
best meer", zegt ze lachend en kijkt me een moment in
dringend aan met haar merkwaardige scheve hoofd, waar
boven de vlinderhoed blijft wuiven, „maar zien kan ik nog
goed, zo dadelijk ga ik met een vriendin een cineacje
nemen".
Coba Ritsema in de kracht van haar leven in haar atelier.
Ik ijsbeer wat rond door bet atelier,
zet heel voorzichtig schilderijen opzij
om andere te kunnen bekijken, blijf
een poos staan voor een getekend
meisjes-portret met felle, bijna git
zwarte ogen. „Wat denkt u, zoujk dat
kunnen insturen voor de najaarstentoon-
Stelling van Arti?" vraagt ze.
„Maar mevrouw, natuurlijk, tiou-
Wens hoe zou ik u kunnen adviseren.
Oh ja dat is ook zo, zegt ze en ik
voel me een gestrafte schooljongen. Ze
gaat weer zitten met neergeslagen ogen
als in eindeloos gepeins verzonken. Dat
Peinzend neerzitten is heel typisch voor
naar en als je dan weer wat vraagt
is het alsof het antwoord van heel ver
l&oet komen.
welk<? schilders houdt u het
nalist,denkUVke~Vraag voor een i°ur"
Een hele poos stilte, dan gaat de
vlinderhoed omhoog en, alsof het ant
woord uit de goedmoedige ogen komt-
„Velasques, ja Velasques, eigenlijk meer
dan van Rembrandt, of is dat beledi
gend, mag je dat eigenlijk wel zeggen?
En van Manet, weet u dat was zo in
teressant, op de Academie moesten we
destijds eenmaal per week boetseren.
Leenhof was de professor voor het
beeldhouwen, hij was een zwager van
Manet."
•■Heeft u veel gereisd? Ja, ik ben wel
eens naar Parijs geweest en naar Lon
den en ook eens naar Genève, toen er
vóór de oorlog de kunstschatten uit het
Prado te zien waren, prachtige Velas-
quessen en Goya's en Greco, en eens
ben ik in een auto naar Zuid-Frankryk
geweest. Verder niet, ach ziet u, vroe
ger reisden de mensen niet zo veel.
Trouwens, ik had hier mijn atelier aan
het Singel en ik had mijn werk".
hiÜobaA Ritser"a vertelt graag over
tiende'^"^epde-tüd, van haar zeven-
studeerde „raar éénentwintigste jaar
der veel 5!> er- Allebé heeft bijzon
die man gaf op haar 8emaakt'
de schilderkunst geheel en, al V,°T
ding van ziin i„' ,cn voor de oplei-
zo gzyn erUlUi„?iin£™-Ja- Allebé-
weest. s hoogleraren ge-
Coba Kitsema is sn
geboren, heel die storm V5 HasTIe.™
keling van het laatst v£?, a Be °.ntwlk"
het begin van onze eeuw hee«°"g®
Coba Ritsema op haar 80ste verjaardag.
gemaakt. Veel heeft ze in haar ontwik
keling aan haar broer Jacob Ritsema
gehad en zelfbewust als een suffragette
heeft ze altijd haar kunst beleefd. Dat
ziet men zo goed op de foto uit de
twintiger jaren, hoe energiek en vast
besloten is daarop het gezicht, compro
misloos, eerlijk, fel, niet onderdoend
voor welke mannelijke collega dan ook.
Razend-direct zijn ook de grote schil
derijen uit de twintiger jaren (toen liep
ze tegen de vijftig)Saartje Aurel.o in
de tuin van Marius Ba«ex m Aerden;
hout, het meisje met de witte drape
rieën, het meisje met rode en
blauw-groene veren, het portret van
haar moeder, ja, dat is seh'lderkunst,
geen flauwe onzin, stillevens, mensen,
bloemen, virtuoos neergepenseeld,
kleur, beeldend vermogen.
De herinneringen uit het verleden
Irnmnn maar» Cfhflflrc HO! RfiHlDrSnut*
Saartje Aurelio, geschilderd door Coba Ritsema.
tentoonstelling, vijftig jaar geleden, „oh
wat stond de Nachtwacht toen mooi
opgesteld, met zijlicht, dat hoort ook,
zo is ie geschilderd. Toen ik stond te
kijken, stond Julius Röntgen achter mij.
„Gerade die neunte Symphonie," zei
hij, ja dat was een mooie herinnering."
Weer neigt het hoofd.
„Houdt u van Cézanne?" vraag ik
aarzelend.
„Ja, heel mooi, Picasso vind ik ook
mooi, maar dan alleen zijn vroege
werk".
„Heeft u veel vriendschap van uw
collega's ondervonden?"
„Ja, natuurlijk, maar die ondervindt
men toch altijd?"
„Nee," zeg ik beslist, „het lijkt me
dat men vroeger veel intenser met zijn
collega's optrok, dat de disputen inte
ressanter waren, dat men elkaar sti
muleerde, zoiets bestaat nu bijna niet
meer men scheldt op de abstractie als
men naturalist is en men scheldt op
de naturalisten als men abstract schil
dert".
Hé is cTat zo, vraagt Coba Ritsema,
ik dacht dat er nog altijd veel vriend
schap onder de schilders was Ach wij
waren natuurlijk veel met de Joffers
onder elkaar. Jacoba Surie, Lizzy An-
singh, Betsy Westendorp-Osieck, Maria
van Regteren Altena.
„Welke tijd heeft u het fijnst gevon
den?"
Weer een hele poos niets.
„Iedere tijd is toch mooi, iedere tijd
heeft zijn bekoring en zijn charme, dat
weet u toch ook wel meneer!"
MARIUS VAN BEEK
P.S. De Amsterdamse Joffers hebben
nooit een vereniging, bond, stichting of
genootschap gevormd. Plaschaert heeft
de groep schilderessen voor het eerst
zo genoemd.
Advertentie
Bel nü de dichtstbijzijnde man van
Remington voor demonstratie met een
van onze vele typen boekhoudmachines
en start het nieuwe kalenderjaar met
een moderne, gemechaniseerde boek
houding
.FAKKELDRAGERS DER EFFICIENCY
¥«rkoopkan'or*a Amjiirdom. Arnhem, Eindhoven. Enschede. Groningen, den Hoog. Rotterdam en Utrecht.
Advertentie
Jan Mens is op het ogenblik de meest
gelezen schrijver in Nederland. Hij
heeft die top bereikt zonder enige
pretentie. Dit lijkt ons trouwens in
Jdn Mens het meest te waarderen: hij
is volkomen eerlijk, tracht, ook na zijn
successen, nooit literair te doen: hij geeft
zich niet uit voor kunstenaar, hij is
een vakman. Hij timmert, om het
oneerbiedig te zeggen, op geregelde tijden
volgens de beginselen van het schrij
versambacht een roman in elkaar. Hij
doet dat met een heilige ernst, waarin
ook de humor in Mens' boeken deelt:
di springt er nooit onverwacht in, hij
heeft zjjn noodzakelijke plaats als de
vierde poot aan de tafel. Lichtheid en
luchtigheid kennen de boeken van
Mens dan ook niet: ze zijn massief en
vierkant. Even „dicht" en zwaar zijn
z'n zinnen gebouwd; heeft men de con
structie van Jan Mens' proza door, dan
biedt dat nog weinig verrassingen.
Degelijkheid zal aan het succes van
Mens' boeken niet vreemd zijn, Hollandse
degelijkheid, die voor een donkere zij
straat niet terugschrikt, maar toch
meestal het trottoir van de rechte
hoofdstraat aanhoudt. Zijn figuren
stellen geen problemen; ze zijn onge
compliceerd, lopen de lezer, zo gezegd,
recht in de armen. Het leed en de
vreugde, de domheid en de wijsheid,
de liefde en de hartstocht, dat alles is
in afgepaste verhoudingen over de
romans verspreid.
Jan Mens' grootste succes was de
trilogie over de Amsterdamse volks
vrouw Griet Manshande: „De Gouden
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Reael", „De Blinde Weerelt" en „Het
Goede Inzicht". Ieder meende, dat de
stof over deze recht-hoekige, harde
vrouw met het grote hart in drie
delen uitgeput was. Mens liet echter
nog een vierde roman over Griet Mans
hande verschijnen 1), maar en dit
tekent de situatie waarin de schrijver
zich heeft bevonden het boek gaat
grotendeels niet over Griet Manshande.
Haar schoonzoon, Jan Witte, de biljart
fabrikant, laat haar in de schaduw. In
het begin van de roman is Griet,
(we zullen die familiare betiteling van
Mens-zelf maar aanhouden) in Jan
Witte's huis om voor diens twee kin
deren te zorgen. Zijn vrouw Jane is
immers overleden. In het midden van
de roman hertrouwt Jan Witte met een
Belgische vluchtelinge, wier verleden
wel erg aan de operette-kant is. Griet
moet dus op zichzelf gaan wonen, in
stilte en eenzaamheid. Tegen het einde
van het boek vindt Griet op de Bloem
gracht een huisje. „Godt alleen d'eere"
staat op de gevelsteen. Bewonen zal
zij het evenwel nauwelijks, want bij
het aardappeloproer in de Jordaan
wordt Griet doodgeschoten. Waarbij
men weinig piëteitvol denkt: een
vijfde deel kan dus onmogelijk meer
volgen.
Dat is, kort samengevat, de inhoud
van de roman. Aan de schrale kant
dus. Doch Jan Mens weet er een kleine
tweehonderd vijftig bladzijden mee te
vullen. Het boek speelt tijdens de eerste
JAN MENS
wereldoorlog, zodat er voor de sociaal-
voelende Griet voldoende stof tot over
peinzen is. Herinneringen ophalen uit
haar bewogen verleden kan zij eveneens
naar hartelust. Daar zijn immers al drie
dikke boeken mee gevuld. Jan Witte
heeft als zakenman en weduwnaar zo
zijn moeilijkheden, die alweer rijke
gelegenheden tot nadenken bieden. Er
moeten veel problemen worden uit
gepraat of doorgedacht, wat dan ge
schiedt bij lange wandelingen langs de
Amsterdamse grachten, die Mens dan
weer even in hun romantische, heim
weevolle schoonheid kan beschrijven.
Aan verhaalstof is de roman arm; aan
overpeinzingen die bovendien vaak
rond hetzelfde punt hun rondjes draaien
is het boek overrijk, overdadig rijk.
Jan Mens mijmert te veel in dit boek.
Men ontkomt niet aan de indruk, dat
hij dat doet niet zonder weemoed over
de goede oude tijd vóór de eerste we
reldoorlog, die ook de goede tijd van
Griet Manshande en dus ook van Jan
Mens was. Jan Mens heeft naast het
monument van zijn trilogie een huis
moeten optrekken, dat tevens sterf
huis moest worden. Een niet zo prettige
bezigheid, vooral als men hret slacht
offer te voren kent. Wie zal het dus
kwalijk nemen, dat de moeizaamheid
van het bouwproces aan het resultaat
merkbaar is? K.F.
ZONDAG 20 oktober: 19e zondag na
Pinksteren; eigen mis; 2e geb. H. Joannes
Cantius; 3 geb. voor Voortplanting van ge
loof; credo: pref. v. d. H. Drieëenheid.
Groen. MAANDAG: Mis v. d. 19e zondag na
Pinksteren; 2 geb. H. Hilarion; 3 geb. H.H.
Ursula en Gezellen. Groen. Haarlem: H.H.
Ewalden, martelaren. 2 geb. H. Hilarion;
3 geb. H.H. Ursula en Gezellen. Rood. DINS
DAG: Nis v. d. 19e zondag na Pinksteren.
Groen. WOENSDAG: Als dinsdag. DON
DERDAG: H. Aartsengel Rafaël; eigen mis.
Wit. VRIJDAG: Mis v. d. 19e zondag na
Pinksteren; 2 geb. H.H. Chrysanthus en
Daria. Groen. ZATERDAG: Mis van O. L.
V. op zaterdag; 2 geb. H. Evaristus: pref
van O. L. V. Wit. ZONDAG 27 oktober:
Feest van Christus' Koning; eigen mis; 2
geb. van de 20e zondag na Pinksteren;
credo: eigen pref. Wit.
Een Duitse tankwagen uit Wessel,
geladen met 82 ton chemicaliën, is vrij
dagavond tegen kwart voor tien van
het Baarlose veer gekanteld en totaal
onder water verdwenen. Het veer liep
geen schade op, maar de tankwagen
schijnt wel op de kabel of op de ketting
te lig-m waarlangs het veer zich van
de Baarlose naar de Steijler oever be
weegt. De Duitse tankwagen kwam te
gen een uur of negen het veer oprijden.
Toen de veerman de pont van de oever
wilde losmaken, bleek dit niet te luk
ken. De chauffeur van de vrachtwagen
proberde daarop het veer van de oever
los te werken door heen en weer te
gaan rijden. Toen hij daarbij te zeer
afweek naar een zijkant, begon het
veer scheef te hangen en tenslotte kan
telde de tankwagen met een luide plons
over de zijkant van het veer de Maas in.
De chauffeur had zich vóór dit ogen
blik in veiligheid weten te stellen. Er
zullen wel diverse bokken en kranen
aan te pas moeten komen om de zware
tankwagen weer op het droge te bren
gen.
De nieuwe Nederlandse ambassadeur
voor Australië, de heer A. H. J. Lovink,
is vrijdag vergezeld van zijn echtgenote
en beide kinderen met het Italiaanse
lijnvliegtuig Roma te Sydney aangeko
men. De nieuwe Nederlandse ambassa
deur zal te Sydney zijn geloofsbrieven
aan de gouverneur-generaal, Sir Wil
liam Slim, „anbieden.
1) Jan Mens; „Godt alleen d'eere"
N.V. Uitgeversmaatschappij Kosmos,
Amsterdam-Antwerpen.
Thans is verschenen het in de her
derlijke brief van mgr. dr. B. J. Al-
frink van zondag j.l. aangekondigde
prospectus inzake de uitgifte van
2.000.000 6 pet 25-jarige obligaties in
stukken van 1.000, 500 en 100
nom. aan toonder, ten laste van het
Aartsbisdom Utrecht. De inschrijving
op de lening, welke gesloten wordt
met goedkeuring van de H. Stoel, staat
open op vrijdag 25 oktober a.s. bü de
kantoren van de Nederlandsche Cre-
dietbank tot de koers van 100 pet.
Het ligt niet in de bedoeling voor deze
lening de officiële notering aan te
vragen.
De lening is a pari aflosbaar in de
jaren 1963 t.m. 1982 en wel in 20
jaarlijkse termijnen, elk groot 100.000
Vervroegde gehele of gedeeltelijke af
lossing is niet toegestaan.
De noodzaak om in het aartsbisdom
in korte tijd veel nieuwe kerken te
bouwen, maakt het wenselijk om een
beroep te doen op de kapitaalmarkt,
aldus ligt mgr. Alfrink in het pro
spectus toe.
Gedurende de tweede wereldoorlog is
de bouw van nieuwe kerken gestag
neerd. Daarbij kwam nog, dat door
oorlogshandelingen vele kerken wer
den beschadigd, of geheel verwoest. Op
net einde van de oorlog stond het aarts-
i?m voor ée geweldige taak, deze
te herstellen of te herbouwen,
h™, tevens de achterstand in de
ouw van nieuwe kerken moesten wor-
lng aald. Alleen in het aartsbis-
een bedrag van ca. 7 mil-
itfi S°dlë-. v?.or herbouw, resp. her-
erb^ zijn de uitkeringen van de
Mgwmg wegens oorlogs-en bezettings-
schade niet medegerekend.
Door de samenwerking van gelovigen
en parochies en door de gezonde fi
nanciële positie van het aartsbisdom,
is het mogelijk gebleken om deze enor
me schadepost op te vangen. Binnen
de grenzen van het tegenwoordige
aartsdiocees zijn sinds de bevrijding
43 kerken hersteld en 15 kerken her
bouwd. Tegelijkertijd konden 35 nieu
we kerken worden gebouwd, welk aan
tal aanvankelijk zelfs voldoende was
om in de toenemende behoefte te voor
zien.
In de eerstvolgende jaren is echter 'n
bijzonder groot aantal nieuwe kerken
nodig. Dit aantal wordt mede bepaald
door het jaarlijks gereedkomende aan
tal nieuwe woningen.
AMSTERDAM, 18 okt. (G.U.). Kand.
wis- en natuurkunde R. Wientjes (Am
sterdam) en J. G. Raaphorst (Haarlem)
en met lof M. H. J. J. Ernst (Amster
dam); kand. pol. en soc. wetenschappen
(sectie A) mej. A. G. Kunst en doet.
pol. en soc. wetensch. (sectie A) mej.
E. M. Dekker, H. Ch. Posthumus Meyjes
(Amsterdam)prop. theologie G. A. v. d.
Wal (Amsterdam); bevorderd tot ac
countant J. W. Tolman (Amsterdam).
GRONINGEN, 18 okt. Kand. socia
le wetenschappen, E. v. d. Horst, Haren;
kand. semietische letteren, M. D. Kos
ter, Groningen.
LEIDEN, 18 okt. Kand. Engelse
taal- en lett. mej. M. Dijkstra te Den
Haag en mej. E. Brouwer, Oegstgeest.
TILBURG. Doctoraal-examen eco
nomische wetenschappen, practisch eco
nomische specialisatie: G. P. Willemsen,
Doesburg.
In gewoonlijk welingelichte kringen
te Londen wordt aangenomen, dat het
bezoek, dat premier Macmillan volgen
de week aan president Eisenhower
brengt, de inleiding vormt tot een
reeks conferenties tussen westelijke
leiders. In Washington verwacht men,
dat de besprekingen tussen Eisenho
wer en Macmillan een nieuw tijdperk
van geallieerde samenwerking op het
gebied der kernenergie en geleide pro
jectielen zullen inluiden. Eisenhower
zou een samenbrengen van de kennis
van alle NATO-landen op dit gebied
wensen. In Londen wordt aangenomen,
dat bondskanselier Adenauer van West-
Duitsland volgende maand naar Groot-
Brittannië zal komen om met premier
Macmillan de huidige wereldproblemen
te bespreken.
Zodra Frankrijk een nieuwe premier
heeft, zal die ongetwijfeld ook in het
overleg worden betrokken. Volgens een
Britse functionaris in Washington zou
koningin Elizabeth president Eisenho
wer volstrekt informeel hebben ge
vraagd, of er een kans bestaat, dat
hij te zijner tijd voor een bezoek naar
Engeland kan komen.
(Reuter, U.P.)
Het provincialaat van de Francisca
nen te Weert ontving telegrafisch be
richt uit Brazilië, dat aldaar in het
klooster te Tivinopolis op 16 oktober is
overleden pater O. van Oorschot.
Pater van Oorschot werd 23 mei 1880
te Someren geboren en ontving op 2
april 1916 de priesterwijding. 11 februa
ri 1919 vertrok hij naar de missie in
Brazilië. Nadat hij daar enige jaren in
de zielzorg werkzaam geweest was,
werd hij benoemd tot leraar aan het
Antoniuscollege te St.-Jan (Minas), Wel
ke functie hij dertig jaar heeft vervuld,
tot twee jaar voor zijn dood, toen hij
in verband met zijn zwakke gezond
heid rust moest nemen.
Te Reo op het eiland Flores overleed
11 oktober de Franciscaner pater A.
Vugts.
Pater Vugts werd te Bokhoven bij
Den Bosch geboren en priester gewijd
27 maart 1949. Op 7 december 1950
vertrok hij naar de missie van West-
Java. Te Djakarta was hij enige jaren
vice-directeur van het Vincentiusge-
sticht. Daarna werd hij aangewezen
voor het werk van de volksmissies, dat
de Franciscanen enkele jaren tevoren
op verzoek van mgr. van Bekkum,
apostolisch-vicaris van Ruteng (Flores)
hadden gesticht.
Na een uitgebreid vooronderzoek van
meer dan anderhalf jaar heeft de Maas
trichtse rechtbank vrijdag j.l. de in
stortingsramp op het stikstofbindings-
bedrijf van de Staatsmijnen te Geleen
berecht. In een in aanbouw zijnde zo
genaamde prilltoren bezweek op 30 de
cember 1955 een houten hulpconstructie
onder de last van gestort beton, met het
gevolg dat negen personen daarbij om
het leven kwamen. Uit verklaringen van
diverse getuigen-deskundigen heeft de
rechtbank gedurende twee zittingen, nl.
op 17 september en op vrijdag j.l. ge
probeerd een antwoord te krijgen op
de vraag of deze houten hulpconstructie
al dan niet voldoende veiligheid bood.
Volgens een getuige-deskundige van de
Maastrichtse Arbeidsinspectie ir. ff. C.
Key, was de houten hulpconstructie on
doelmatig geplaatst, omdat een van de
voetstijlen op een niet voldoende ge
stutte plek stond. Ook was de toelaat
bare belasting, aldus ir. Relj, met het
zeventienvoud overschreden. Een ande
re getuige-deskundige, dr. ir. J. Emmen
oud-directeur van de Rijksgebouwen
dienst uit Den Haag, opgeroepen als
getuige a décharge, was het daarmee
volledig oneens.
Naar zijn oordeel was de toelaatbare
belasting geenszins met het zeventien
voud overschreden. De instorting was,
aldus deze getuige, mogelijk veroorzaakt
door een breuk in dragende railbalken,
welke door het T.N.O. ook was aange
toond. Tevens wees dr. Emmen erop
dat ook prof. dr. ir. A. M. Haas,
hoogleraar in de betonwetenschappen
aan de Technische Hogeschool te Delft,
twijfelt aan de berekeningen van ir. Rey.
Vrijdag werd derhalve prof. dr. ir. A.
M. Haas gehoord. In een lijvig rapport
kwam deze getuige tot de conclusie dat
de veiligheidscoëfficiënt in de draag
kracht van de stellage te klein was,
maar dat de constructie op het eerste
gezicht toch een stevige indruk maak
te. De uitvoerder, die deze constructie
vervaardigde, heeft zich, hoewel hij ken
nelijk veel verstand van bouwen had,
tragisch
genoeg,
keken op de last (zeventig ton), die
aldus prof. Haas, ver
zijn constructie te dragen kreeg. Norma
liter, zo vervolgde de hoogleraar, wor
den hulpconstructies zonder berekenin
gen vervaardigd, maar er zijn hierbij
altijd grenzen en deze zijn in het on
derhavige geval overschreden.
Op grond van dit alles achtte de of
ficier van justitie rar. A. Rosingh do
uitvoerder, in dienst bij de N.V. Breda
se Beton, en Aannemingsmij., die de
toren bouwde, schuldig aan het ten las
te gelegde: dood door schuld, meerma
len gepleegd. Verdachte had, aldus de
officier, niet mogen verzuimen deskun
digen berekeningen te laten opstellen
alvorens de houtconstructie te bouwen.
De eis luidde twee maanden gevange.
nisstraf. Tegen de tweede verdachte,
een civielingenieur uit Breda, luidde de
eis vrijspraak.
Laatstgenoemde verdachte trof ook
wel enige schuld, evenals de directie
van de aannemingsmaatschappij en de
directie van de Staatsmijnen, waarvan
de bouwkundige afdeling toezicht moest
uitoefenen, zo meende de officier van
justitie. Deze schuld is evenwel op ju
ridische gronden niet te straffen. De
verdediger van de uitvoerder, mr. E.
H. Toxopeus uit Breda, achtte de schuld
van zijn cliënt zo onbewijsbaar dat hij
tot vrijspraak concludeerde. Uitspraak
29 oktober a.s.
Prins Bernhard heeft gisteren in
zijn kwaliteit van inspecteur-generaal
van de koninklijke luchtmacht een be
zoek gebracht aan de vliegbasis WOens-
drecht. Hij arriveerde te ongeveer elf
uur per regeringsdakota uit Keulen en
bezichtigde verschillende onderdelen
op de basis, zoals de jachtvlieg-oplei-
ding, de straalmotorenwerkplaats en
het 326e squadron.
Ten besluite werd door een meteoor
team een demonstratie te zijner ére ge
geven.
eze foto toont
een variatie
op de hemd
jurk, uitgevoerd in
dikke wollen stof,
en met twee grote
zakken, die het
rechte vlak enigs
zins breken. De
bijpassende mantel
is afgezet met don
ker vossebont. Het
ontwerp is van het
Amsterdamse Mai-
son van Beeren-
donk, dat een aantal
hemdjurken in de
collectie heeft. De
hemdjurk of zak-
jurk, waarmee Pa
rijs definitief uit de
bus is gekomen, is
niet meer te nege
ren,, niet in Am
sterdam, niet in
Londen, niet in To
kio, niet in Madrid.
Het schijnt. dat
vooral de Engelse
vrouwen hun hart
aan dit vormloze
model compleet
verloren hebben.
Vermoedelijk
spreekt het hun ge
voel van gereser
veerdheid, van zich
te willen verbergen,
ergens aan.
De Parijse dag
bladen zijn nóg
steeds niet uitge
praat over de hemd-
of zakjurk, die in
derdaad de logische
consequentie is van
een mode, die al
jarenlang met de
slobbertrui en het
tailleloze silhouet
speelt. Trouwens,
het abstracte, hei
laten raden van de
vormen is ook mode
bij de schone kun
sten. Waarom dan
ook niet bij de kle-
renmodedie even
eens een uitdruk
king is van de tijd.
de vrouwen, die een hemdjurk dragen, gaat voorlopig uit naar het model, dat
van voren even gebroken is door een smalle streep ceintuur, soms vastgeknoopt
met twee lussen. Op bijgaande foto zijn het de zakken, die het lange lijzen-front
even breken. Men voorspelt de hemdjurk een toekomst niet slechts voor deze
winter maar ook nog voor de aanstaande zomer. We zullen zien.