Rembrandtprijs toegekend Coba Ritsema aan Vijftig jaar op hetzelfde atelier aan de Amsterdamse bloemenmarkt Jongste roman van Jan Mens Van boeken schrijvers en Instortingsramp te Geleen te Maastricht berecht Inschrijving op lening van het Aartsbisdom op 25 oktober Heeft een de hemdjurk toekomst? D De vitaliteit van een bejaarde dame Het einde van Griet Manshande Duitse tankwagen kantelt van een pontveer van wes\ Nieuw tijdperk itelijk overleg TRILOGIE IN DELEN Start I januari en begin In één nacht Uw handen gaaf en zacht Te veel naar zijkant van het veer gereden Officier van Justitie eist tegen uitvoerder twee maanden gevangenisstraf ZATERDAG 19 OKTOBER 1957 PAGINA 13 REMINGTON N.V BOEKHOUD MACHINES niiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin Liturgische weekkalender Adenauer naar Londen Examens Eisenhower gepolst over bezoek aan Engeland Twee missiepaters overleden Prins Bernhard bezocht vliegbasis Woensdrecht 71 /T en moet drie etages omhoog klimmen, stijgen boven JyË de verdiepingen der Amsterdamse grachtenhuizen, die als kantoor plegen ingericht te zijn, dan klopt men aan en de deur gaat op een kier open, heel klein, heel oud, schuilgaand onder een enorme zwarte vlinderhoed; Coba Ritsema. Dezer dagen is haar de Rembrandt-prijs toegekend f 5000.- en een eretentoonstelling in de Laken hal te Lelden; een grote onderscheiding, temeer waar het de eerste uitreiking van deze prijs betreft, die de gemeente heiden om de vijf jaar beschikbaar zal stellen als een bijzondere ere-palm voor de meest begaafde schilders uit het land van Rembrandt. „U bent te vroeg", zegt ze, „een kwar tier te vroeg, nu moet ik de thee nog zetten, die ik u had toebedacht," en terwijl ik onder een heel grote reproduktie van een van Velasquez Infantes moet gaan zitten, schar- relt ze wat voort in de kamer achter haar atelier; het zijn bijna rituele handelingen, met zorg verricht, afgeschaafd en tot gewoonte geworden door het jaren-lang steeds weer opnieuw doen. Al vijftig jaar bijna werkt Coba Ritsema aan het Singel en haar atelier kijkt uit op de bloemenmarkt en het gewir war van verkeer op de Munt. „Nee ik woon hier niet, het is altyd een kantoor-huis geweest, daar mag men niet wonen, jammer genoeg." Heeft u altijd hier gewerkt?" „Ja altijd, ook de grote doeken heb ik hier gemaakt, ja er is een tijd geweest toen ik grote doeken schilderde, ach dat ging hier heel best." De zoldering is laag, groen met balken. Een stilleven staat op de ezel, ster-appels, nog altijd die lichte toets, die briljante wijze van neer-penselen, die levendige zeg gingskracht, die door de leeftijd niet is aangetast of ver schrompeld. De naam Coba Ritsema is bijna onlosmakelijk verbonden met het begrip „Amsterdamse Joffers", een begrip dat de laatste tijd aan waarde heeft ingeboet, omdat de joffers oude dames zijn geworden. Maar Coba Ritsema is méér dan een vertegenwoordigster van een groep, want zij heeft haar leven lang de beste tradities van de Neder landse schilderkunst voortgedragen, zoals weinigen. Zij is de „leerlinge" van Breitner genoemd en bij het bezien van haar oeuvre moet men steeds aan Breitner, of meer nog Misschien aan Isaac Israels denken, maar toch zal men nooit de term „plagiaat" in de mond. mogen nemen, want zij is uiterst persoonlijk en heeft uiteindelijk haar talent zo ontwikkeld, dat zij nü nog, zelfs nu ze een-en-tachtig jaar is, zichzelf vernieuwt. De laatste stillevens geven deenszins een voortborduren op verworven Labiliteit en inzicht. Men zou haast zeggen, dat ze een Cézanneske Bloed hebben. „Veel werken kan ik niet meer" zegt Coba Ritsema, „het valt mij moeilijk om steeds weer van m'n Pension naar het atelier te gaan, m'n benen zijn met zo best meer", zegt ze lachend en kijkt me een moment in dringend aan met haar merkwaardige scheve hoofd, waar boven de vlinderhoed blijft wuiven, „maar zien kan ik nog goed, zo dadelijk ga ik met een vriendin een cineacje nemen". Coba Ritsema in de kracht van haar leven in haar atelier. Ik ijsbeer wat rond door bet atelier, zet heel voorzichtig schilderijen opzij om andere te kunnen bekijken, blijf een poos staan voor een getekend meisjes-portret met felle, bijna git zwarte ogen. „Wat denkt u, zoujk dat kunnen insturen voor de najaarstentoon- Stelling van Arti?" vraagt ze. „Maar mevrouw, natuurlijk, tiou- Wens hoe zou ik u kunnen adviseren. Oh ja dat is ook zo, zegt ze en ik voel me een gestrafte schooljongen. Ze gaat weer zitten met neergeslagen ogen als in eindeloos gepeins verzonken. Dat Peinzend neerzitten is heel typisch voor naar en als je dan weer wat vraagt is het alsof het antwoord van heel ver l&oet komen. welk<? schilders houdt u het nalist,denkUVke~Vraag voor een i°ur" Een hele poos stilte, dan gaat de vlinderhoed omhoog en, alsof het ant woord uit de goedmoedige ogen komt- „Velasques, ja Velasques, eigenlijk meer dan van Rembrandt, of is dat beledi gend, mag je dat eigenlijk wel zeggen? En van Manet, weet u dat was zo in teressant, op de Academie moesten we destijds eenmaal per week boetseren. Leenhof was de professor voor het beeldhouwen, hij was een zwager van Manet." •■Heeft u veel gereisd? Ja, ik ben wel eens naar Parijs geweest en naar Lon den en ook eens naar Genève, toen er vóór de oorlog de kunstschatten uit het Prado te zien waren, prachtige Velas- quessen en Goya's en Greco, en eens ben ik in een auto naar Zuid-Frankryk geweest. Verder niet, ach ziet u, vroe ger reisden de mensen niet zo veel. Trouwens, ik had hier mijn atelier aan het Singel en ik had mijn werk". hiÜobaA Ritser"a vertelt graag over tiende'^"^epde-tüd, van haar zeven- studeerde „raar éénentwintigste jaar der veel 5!> er- Allebé heeft bijzon die man gaf op haar 8emaakt' de schilderkunst geheel en, al V,°T ding van ziin i„' ,cn voor de oplei- zo gzyn erUlUi„?iin£™-Ja- Allebé- weest. s hoogleraren ge- Coba Kitsema is sn geboren, heel die storm V5 HasTIe.™ keling van het laatst v£?, a Be °.ntwlk" het begin van onze eeuw hee«°"g® Coba Ritsema op haar 80ste verjaardag. gemaakt. Veel heeft ze in haar ontwik keling aan haar broer Jacob Ritsema gehad en zelfbewust als een suffragette heeft ze altijd haar kunst beleefd. Dat ziet men zo goed op de foto uit de twintiger jaren, hoe energiek en vast besloten is daarop het gezicht, compro misloos, eerlijk, fel, niet onderdoend voor welke mannelijke collega dan ook. Razend-direct zijn ook de grote schil derijen uit de twintiger jaren (toen liep ze tegen de vijftig)Saartje Aurel.o in de tuin van Marius Ba«ex m Aerden; hout, het meisje met de witte drape rieën, het meisje met rode en blauw-groene veren, het portret van haar moeder, ja, dat is seh'lderkunst, geen flauwe onzin, stillevens, mensen, bloemen, virtuoos neergepenseeld, kleur, beeldend vermogen. De herinneringen uit het verleden Irnmnn maar» Cfhflflrc HO! RfiHlDrSnut* Saartje Aurelio, geschilderd door Coba Ritsema. tentoonstelling, vijftig jaar geleden, „oh wat stond de Nachtwacht toen mooi opgesteld, met zijlicht, dat hoort ook, zo is ie geschilderd. Toen ik stond te kijken, stond Julius Röntgen achter mij. „Gerade die neunte Symphonie," zei hij, ja dat was een mooie herinnering." Weer neigt het hoofd. „Houdt u van Cézanne?" vraag ik aarzelend. „Ja, heel mooi, Picasso vind ik ook mooi, maar dan alleen zijn vroege werk". „Heeft u veel vriendschap van uw collega's ondervonden?" „Ja, natuurlijk, maar die ondervindt men toch altijd?" „Nee," zeg ik beslist, „het lijkt me dat men vroeger veel intenser met zijn collega's optrok, dat de disputen inte ressanter waren, dat men elkaar sti muleerde, zoiets bestaat nu bijna niet meer men scheldt op de abstractie als men naturalist is en men scheldt op de naturalisten als men abstract schil dert". Hé is cTat zo, vraagt Coba Ritsema, ik dacht dat er nog altijd veel vriend schap onder de schilders was Ach wij waren natuurlijk veel met de Joffers onder elkaar. Jacoba Surie, Lizzy An- singh, Betsy Westendorp-Osieck, Maria van Regteren Altena. „Welke tijd heeft u het fijnst gevon den?" Weer een hele poos niets. „Iedere tijd is toch mooi, iedere tijd heeft zijn bekoring en zijn charme, dat weet u toch ook wel meneer!" MARIUS VAN BEEK P.S. De Amsterdamse Joffers hebben nooit een vereniging, bond, stichting of genootschap gevormd. Plaschaert heeft de groep schilderessen voor het eerst zo genoemd. Advertentie Bel nü de dichtstbijzijnde man van Remington voor demonstratie met een van onze vele typen boekhoudmachines en start het nieuwe kalenderjaar met een moderne, gemechaniseerde boek houding .FAKKELDRAGERS DER EFFICIENCY ¥«rkoopkan'or*a Amjiirdom. Arnhem, Eindhoven. Enschede. Groningen, den Hoog. Rotterdam en Utrecht. Advertentie Jan Mens is op het ogenblik de meest gelezen schrijver in Nederland. Hij heeft die top bereikt zonder enige pretentie. Dit lijkt ons trouwens in Jdn Mens het meest te waarderen: hij is volkomen eerlijk, tracht, ook na zijn successen, nooit literair te doen: hij geeft zich niet uit voor kunstenaar, hij is een vakman. Hij timmert, om het oneerbiedig te zeggen, op geregelde tijden volgens de beginselen van het schrij versambacht een roman in elkaar. Hij doet dat met een heilige ernst, waarin ook de humor in Mens' boeken deelt: di springt er nooit onverwacht in, hij heeft zjjn noodzakelijke plaats als de vierde poot aan de tafel. Lichtheid en luchtigheid kennen de boeken van Mens dan ook niet: ze zijn massief en vierkant. Even „dicht" en zwaar zijn z'n zinnen gebouwd; heeft men de con structie van Jan Mens' proza door, dan biedt dat nog weinig verrassingen. Degelijkheid zal aan het succes van Mens' boeken niet vreemd zijn, Hollandse degelijkheid, die voor een donkere zij straat niet terugschrikt, maar toch meestal het trottoir van de rechte hoofdstraat aanhoudt. Zijn figuren stellen geen problemen; ze zijn onge compliceerd, lopen de lezer, zo gezegd, recht in de armen. Het leed en de vreugde, de domheid en de wijsheid, de liefde en de hartstocht, dat alles is in afgepaste verhoudingen over de romans verspreid. Jan Mens' grootste succes was de trilogie over de Amsterdamse volks vrouw Griet Manshande: „De Gouden iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Reael", „De Blinde Weerelt" en „Het Goede Inzicht". Ieder meende, dat de stof over deze recht-hoekige, harde vrouw met het grote hart in drie delen uitgeput was. Mens liet echter nog een vierde roman over Griet Mans hande verschijnen 1), maar en dit tekent de situatie waarin de schrijver zich heeft bevonden het boek gaat grotendeels niet over Griet Manshande. Haar schoonzoon, Jan Witte, de biljart fabrikant, laat haar in de schaduw. In het begin van de roman is Griet, (we zullen die familiare betiteling van Mens-zelf maar aanhouden) in Jan Witte's huis om voor diens twee kin deren te zorgen. Zijn vrouw Jane is immers overleden. In het midden van de roman hertrouwt Jan Witte met een Belgische vluchtelinge, wier verleden wel erg aan de operette-kant is. Griet moet dus op zichzelf gaan wonen, in stilte en eenzaamheid. Tegen het einde van het boek vindt Griet op de Bloem gracht een huisje. „Godt alleen d'eere" staat op de gevelsteen. Bewonen zal zij het evenwel nauwelijks, want bij het aardappeloproer in de Jordaan wordt Griet doodgeschoten. Waarbij men weinig piëteitvol denkt: een vijfde deel kan dus onmogelijk meer volgen. Dat is, kort samengevat, de inhoud van de roman. Aan de schrale kant dus. Doch Jan Mens weet er een kleine tweehonderd vijftig bladzijden mee te vullen. Het boek speelt tijdens de eerste JAN MENS wereldoorlog, zodat er voor de sociaal- voelende Griet voldoende stof tot over peinzen is. Herinneringen ophalen uit haar bewogen verleden kan zij eveneens naar hartelust. Daar zijn immers al drie dikke boeken mee gevuld. Jan Witte heeft als zakenman en weduwnaar zo zijn moeilijkheden, die alweer rijke gelegenheden tot nadenken bieden. Er moeten veel problemen worden uit gepraat of doorgedacht, wat dan ge schiedt bij lange wandelingen langs de Amsterdamse grachten, die Mens dan weer even in hun romantische, heim weevolle schoonheid kan beschrijven. Aan verhaalstof is de roman arm; aan overpeinzingen die bovendien vaak rond hetzelfde punt hun rondjes draaien is het boek overrijk, overdadig rijk. Jan Mens mijmert te veel in dit boek. Men ontkomt niet aan de indruk, dat hij dat doet niet zonder weemoed over de goede oude tijd vóór de eerste we reldoorlog, die ook de goede tijd van Griet Manshande en dus ook van Jan Mens was. Jan Mens heeft naast het monument van zijn trilogie een huis moeten optrekken, dat tevens sterf huis moest worden. Een niet zo prettige bezigheid, vooral als men hret slacht offer te voren kent. Wie zal het dus kwalijk nemen, dat de moeizaamheid van het bouwproces aan het resultaat merkbaar is? K.F. ZONDAG 20 oktober: 19e zondag na Pinksteren; eigen mis; 2e geb. H. Joannes Cantius; 3 geb. voor Voortplanting van ge loof; credo: pref. v. d. H. Drieëenheid. Groen. MAANDAG: Mis v. d. 19e zondag na Pinksteren; 2 geb. H. Hilarion; 3 geb. H.H. Ursula en Gezellen. Groen. Haarlem: H.H. Ewalden, martelaren. 2 geb. H. Hilarion; 3 geb. H.H. Ursula en Gezellen. Rood. DINS DAG: Nis v. d. 19e zondag na Pinksteren. Groen. WOENSDAG: Als dinsdag. DON DERDAG: H. Aartsengel Rafaël; eigen mis. Wit. VRIJDAG: Mis v. d. 19e zondag na Pinksteren; 2 geb. H.H. Chrysanthus en Daria. Groen. ZATERDAG: Mis van O. L. V. op zaterdag; 2 geb. H. Evaristus: pref van O. L. V. Wit. ZONDAG 27 oktober: Feest van Christus' Koning; eigen mis; 2 geb. van de 20e zondag na Pinksteren; credo: eigen pref. Wit. Een Duitse tankwagen uit Wessel, geladen met 82 ton chemicaliën, is vrij dagavond tegen kwart voor tien van het Baarlose veer gekanteld en totaal onder water verdwenen. Het veer liep geen schade op, maar de tankwagen schijnt wel op de kabel of op de ketting te lig-m waarlangs het veer zich van de Baarlose naar de Steijler oever be weegt. De Duitse tankwagen kwam te gen een uur of negen het veer oprijden. Toen de veerman de pont van de oever wilde losmaken, bleek dit niet te luk ken. De chauffeur van de vrachtwagen proberde daarop het veer van de oever los te werken door heen en weer te gaan rijden. Toen hij daarbij te zeer afweek naar een zijkant, begon het veer scheef te hangen en tenslotte kan telde de tankwagen met een luide plons over de zijkant van het veer de Maas in. De chauffeur had zich vóór dit ogen blik in veiligheid weten te stellen. Er zullen wel diverse bokken en kranen aan te pas moeten komen om de zware tankwagen weer op het droge te bren gen. De nieuwe Nederlandse ambassadeur voor Australië, de heer A. H. J. Lovink, is vrijdag vergezeld van zijn echtgenote en beide kinderen met het Italiaanse lijnvliegtuig Roma te Sydney aangeko men. De nieuwe Nederlandse ambassa deur zal te Sydney zijn geloofsbrieven aan de gouverneur-generaal, Sir Wil liam Slim, „anbieden. 1) Jan Mens; „Godt alleen d'eere" N.V. Uitgeversmaatschappij Kosmos, Amsterdam-Antwerpen. Thans is verschenen het in de her derlijke brief van mgr. dr. B. J. Al- frink van zondag j.l. aangekondigde prospectus inzake de uitgifte van 2.000.000 6 pet 25-jarige obligaties in stukken van 1.000, 500 en 100 nom. aan toonder, ten laste van het Aartsbisdom Utrecht. De inschrijving op de lening, welke gesloten wordt met goedkeuring van de H. Stoel, staat open op vrijdag 25 oktober a.s. bü de kantoren van de Nederlandsche Cre- dietbank tot de koers van 100 pet. Het ligt niet in de bedoeling voor deze lening de officiële notering aan te vragen. De lening is a pari aflosbaar in de jaren 1963 t.m. 1982 en wel in 20 jaarlijkse termijnen, elk groot 100.000 Vervroegde gehele of gedeeltelijke af lossing is niet toegestaan. De noodzaak om in het aartsbisdom in korte tijd veel nieuwe kerken te bouwen, maakt het wenselijk om een beroep te doen op de kapitaalmarkt, aldus ligt mgr. Alfrink in het pro spectus toe. Gedurende de tweede wereldoorlog is de bouw van nieuwe kerken gestag neerd. Daarbij kwam nog, dat door oorlogshandelingen vele kerken wer den beschadigd, of geheel verwoest. Op net einde van de oorlog stond het aarts- i?m voor ée geweldige taak, deze te herstellen of te herbouwen, h™, tevens de achterstand in de ouw van nieuwe kerken moesten wor- lng aald. Alleen in het aartsbis- een bedrag van ca. 7 mil- itfi S°dlë-. v?.or herbouw, resp. her- erb^ zijn de uitkeringen van de Mgwmg wegens oorlogs-en bezettings- schade niet medegerekend. Door de samenwerking van gelovigen en parochies en door de gezonde fi nanciële positie van het aartsbisdom, is het mogelijk gebleken om deze enor me schadepost op te vangen. Binnen de grenzen van het tegenwoordige aartsdiocees zijn sinds de bevrijding 43 kerken hersteld en 15 kerken her bouwd. Tegelijkertijd konden 35 nieu we kerken worden gebouwd, welk aan tal aanvankelijk zelfs voldoende was om in de toenemende behoefte te voor zien. In de eerstvolgende jaren is echter 'n bijzonder groot aantal nieuwe kerken nodig. Dit aantal wordt mede bepaald door het jaarlijks gereedkomende aan tal nieuwe woningen. AMSTERDAM, 18 okt. (G.U.). Kand. wis- en natuurkunde R. Wientjes (Am sterdam) en J. G. Raaphorst (Haarlem) en met lof M. H. J. J. Ernst (Amster dam); kand. pol. en soc. wetenschappen (sectie A) mej. A. G. Kunst en doet. pol. en soc. wetensch. (sectie A) mej. E. M. Dekker, H. Ch. Posthumus Meyjes (Amsterdam)prop. theologie G. A. v. d. Wal (Amsterdam); bevorderd tot ac countant J. W. Tolman (Amsterdam). GRONINGEN, 18 okt. Kand. socia le wetenschappen, E. v. d. Horst, Haren; kand. semietische letteren, M. D. Kos ter, Groningen. LEIDEN, 18 okt. Kand. Engelse taal- en lett. mej. M. Dijkstra te Den Haag en mej. E. Brouwer, Oegstgeest. TILBURG. Doctoraal-examen eco nomische wetenschappen, practisch eco nomische specialisatie: G. P. Willemsen, Doesburg. In gewoonlijk welingelichte kringen te Londen wordt aangenomen, dat het bezoek, dat premier Macmillan volgen de week aan president Eisenhower brengt, de inleiding vormt tot een reeks conferenties tussen westelijke leiders. In Washington verwacht men, dat de besprekingen tussen Eisenho wer en Macmillan een nieuw tijdperk van geallieerde samenwerking op het gebied der kernenergie en geleide pro jectielen zullen inluiden. Eisenhower zou een samenbrengen van de kennis van alle NATO-landen op dit gebied wensen. In Londen wordt aangenomen, dat bondskanselier Adenauer van West- Duitsland volgende maand naar Groot- Brittannië zal komen om met premier Macmillan de huidige wereldproblemen te bespreken. Zodra Frankrijk een nieuwe premier heeft, zal die ongetwijfeld ook in het overleg worden betrokken. Volgens een Britse functionaris in Washington zou koningin Elizabeth president Eisenho wer volstrekt informeel hebben ge vraagd, of er een kans bestaat, dat hij te zijner tijd voor een bezoek naar Engeland kan komen. (Reuter, U.P.) Het provincialaat van de Francisca nen te Weert ontving telegrafisch be richt uit Brazilië, dat aldaar in het klooster te Tivinopolis op 16 oktober is overleden pater O. van Oorschot. Pater van Oorschot werd 23 mei 1880 te Someren geboren en ontving op 2 april 1916 de priesterwijding. 11 februa ri 1919 vertrok hij naar de missie in Brazilië. Nadat hij daar enige jaren in de zielzorg werkzaam geweest was, werd hij benoemd tot leraar aan het Antoniuscollege te St.-Jan (Minas), Wel ke functie hij dertig jaar heeft vervuld, tot twee jaar voor zijn dood, toen hij in verband met zijn zwakke gezond heid rust moest nemen. Te Reo op het eiland Flores overleed 11 oktober de Franciscaner pater A. Vugts. Pater Vugts werd te Bokhoven bij Den Bosch geboren en priester gewijd 27 maart 1949. Op 7 december 1950 vertrok hij naar de missie van West- Java. Te Djakarta was hij enige jaren vice-directeur van het Vincentiusge- sticht. Daarna werd hij aangewezen voor het werk van de volksmissies, dat de Franciscanen enkele jaren tevoren op verzoek van mgr. van Bekkum, apostolisch-vicaris van Ruteng (Flores) hadden gesticht. Na een uitgebreid vooronderzoek van meer dan anderhalf jaar heeft de Maas trichtse rechtbank vrijdag j.l. de in stortingsramp op het stikstofbindings- bedrijf van de Staatsmijnen te Geleen berecht. In een in aanbouw zijnde zo genaamde prilltoren bezweek op 30 de cember 1955 een houten hulpconstructie onder de last van gestort beton, met het gevolg dat negen personen daarbij om het leven kwamen. Uit verklaringen van diverse getuigen-deskundigen heeft de rechtbank gedurende twee zittingen, nl. op 17 september en op vrijdag j.l. ge probeerd een antwoord te krijgen op de vraag of deze houten hulpconstructie al dan niet voldoende veiligheid bood. Volgens een getuige-deskundige van de Maastrichtse Arbeidsinspectie ir. ff. C. Key, was de houten hulpconstructie on doelmatig geplaatst, omdat een van de voetstijlen op een niet voldoende ge stutte plek stond. Ook was de toelaat bare belasting, aldus ir. Relj, met het zeventienvoud overschreden. Een ande re getuige-deskundige, dr. ir. J. Emmen oud-directeur van de Rijksgebouwen dienst uit Den Haag, opgeroepen als getuige a décharge, was het daarmee volledig oneens. Naar zijn oordeel was de toelaatbare belasting geenszins met het zeventien voud overschreden. De instorting was, aldus deze getuige, mogelijk veroorzaakt door een breuk in dragende railbalken, welke door het T.N.O. ook was aange toond. Tevens wees dr. Emmen erop dat ook prof. dr. ir. A. M. Haas, hoogleraar in de betonwetenschappen aan de Technische Hogeschool te Delft, twijfelt aan de berekeningen van ir. Rey. Vrijdag werd derhalve prof. dr. ir. A. M. Haas gehoord. In een lijvig rapport kwam deze getuige tot de conclusie dat de veiligheidscoëfficiënt in de draag kracht van de stellage te klein was, maar dat de constructie op het eerste gezicht toch een stevige indruk maak te. De uitvoerder, die deze constructie vervaardigde, heeft zich, hoewel hij ken nelijk veel verstand van bouwen had, tragisch genoeg, keken op de last (zeventig ton), die aldus prof. Haas, ver zijn constructie te dragen kreeg. Norma liter, zo vervolgde de hoogleraar, wor den hulpconstructies zonder berekenin gen vervaardigd, maar er zijn hierbij altijd grenzen en deze zijn in het on derhavige geval overschreden. Op grond van dit alles achtte de of ficier van justitie rar. A. Rosingh do uitvoerder, in dienst bij de N.V. Breda se Beton, en Aannemingsmij., die de toren bouwde, schuldig aan het ten las te gelegde: dood door schuld, meerma len gepleegd. Verdachte had, aldus de officier, niet mogen verzuimen deskun digen berekeningen te laten opstellen alvorens de houtconstructie te bouwen. De eis luidde twee maanden gevange. nisstraf. Tegen de tweede verdachte, een civielingenieur uit Breda, luidde de eis vrijspraak. Laatstgenoemde verdachte trof ook wel enige schuld, evenals de directie van de aannemingsmaatschappij en de directie van de Staatsmijnen, waarvan de bouwkundige afdeling toezicht moest uitoefenen, zo meende de officier van justitie. Deze schuld is evenwel op ju ridische gronden niet te straffen. De verdediger van de uitvoerder, mr. E. H. Toxopeus uit Breda, achtte de schuld van zijn cliënt zo onbewijsbaar dat hij tot vrijspraak concludeerde. Uitspraak 29 oktober a.s. Prins Bernhard heeft gisteren in zijn kwaliteit van inspecteur-generaal van de koninklijke luchtmacht een be zoek gebracht aan de vliegbasis WOens- drecht. Hij arriveerde te ongeveer elf uur per regeringsdakota uit Keulen en bezichtigde verschillende onderdelen op de basis, zoals de jachtvlieg-oplei- ding, de straalmotorenwerkplaats en het 326e squadron. Ten besluite werd door een meteoor team een demonstratie te zijner ére ge geven. eze foto toont een variatie op de hemd jurk, uitgevoerd in dikke wollen stof, en met twee grote zakken, die het rechte vlak enigs zins breken. De bijpassende mantel is afgezet met don ker vossebont. Het ontwerp is van het Amsterdamse Mai- son van Beeren- donk, dat een aantal hemdjurken in de collectie heeft. De hemdjurk of zak- jurk, waarmee Pa rijs definitief uit de bus is gekomen, is niet meer te nege ren,, niet in Am sterdam, niet in Londen, niet in To kio, niet in Madrid. Het schijnt. dat vooral de Engelse vrouwen hun hart aan dit vormloze model compleet verloren hebben. Vermoedelijk spreekt het hun ge voel van gereser veerdheid, van zich te willen verbergen, ergens aan. De Parijse dag bladen zijn nóg steeds niet uitge praat over de hemd- of zakjurk, die in derdaad de logische consequentie is van een mode, die al jarenlang met de slobbertrui en het tailleloze silhouet speelt. Trouwens, het abstracte, hei laten raden van de vormen is ook mode bij de schone kun sten. Waarom dan ook niet bij de kle- renmodedie even eens een uitdruk king is van de tijd. de vrouwen, die een hemdjurk dragen, gaat voorlopig uit naar het model, dat van voren even gebroken is door een smalle streep ceintuur, soms vastgeknoopt met twee lussen. Op bijgaande foto zijn het de zakken, die het lange lijzen-front even breken. Men voorspelt de hemdjurk een toekomst niet slechts voor deze winter maar ook nog voor de aanstaande zomer. We zullen zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 13