Brussel werkt koortsachtig
aan bouw wereld
tentoonstelling
Stoutste plannen op gebied
van de architectuur worden
werkelijkheid
Pluimveeshow
Zes nieuwe
steden in
het westen
Achterstelling
Roep
der
J
Zwevende constructies - Hangende
daken - Plastics - Voorgespannen
beton - Enorme toegangspoorten
Vóór 1980
Seminaria zenden
15.000 boeken
naar de missie
V.
„Thunder,,-straal-
jagers blijven vliegen
ZATERDAG 19 OKTOBER 1957
FAGINA 5
De belangstelling voor de We
reldtentoonstelling 1958 te
Brussel is buitengewoon
groot. Terwijl de reclamecampag
nes in de nabuurlanden pas begin
Volgend jaar zullen beginnen, zijn
er bijna één miljoen aanvragen en
Reserveringen binnen gekomen. De
fogiesmoeilijkbeden die de Belgi
sche hoofdstad volgend jaar ver
dacht zijn dan ook niet gering,
9a-hgezien de stad normaal slechts
°ver 12.000 bedden iri hotels be
schikt. Om de problemen het hoofd
te bieden werd in Brussel door het
secretariaat-generaal van de we
reldtentoonstelling een stichting
gevormd, welke naar de merk
waardige naam „Logexpo" (dit is
geen geheime Russische politie
macht) luistert. Deze stichting
heeft het aantal slaapplaatsen
reeds tot 46.000 weten uit te brei
den door het bouwen van een
groot motel, maar ook zal men
genoegen moeten nemen met re
serveringen bij particulieren, met
een tentenkamp, met zelf een tent
of caravan op te zetten op daar
voor gereed gemaakte terreinen,
met jeugdherbergen of grote ge
meenschappelijke slaapzalen.
Niets schijnt te dol op deze ten
toonstelling en de belangstelling is
van die aard, dat thans, reeds
maanden vóór de opening, 30.000
mensen na aanvraag over de ter
reinen zijn rondgeleid door de z.g.
ooV'-u5 ®ses! de meisjes in de
ge ailleerde scharlaken jakken,
ie men ook aan onze grensposten
ontmoet. Enkele weekends in okto
ber zyn de terreinen te Brussel
voor het publiek opengesteld ge
weest, maar men is weer tot slui
ting overgegaan, omdat de aan
wezigheid van honderdduizend
nieuwsgierige pottekijkers het
werk afbreuk doet. De Heilige
Stoel heeft binnen het kader der
moderne apologie (de Belgen
schermen soms met wonderlijke
berichten) één miljoen toegangs
kaarten besteld.
Minister Staf:
Ambassade te Uruguay
Drie centrale missie-
bibliotheken in opbouw
Ean
Het Engelse paviljoen, drie kristallen achter elkaar, opgetrokken uit grote drie
hoeken van voorgespannen beton.
tal van mogelijkheden beproeven, span
ningen aan de werkelijkheid toetsen,
materialen proberen. Ieder land heeft
zijn beste architecten projecten laten
uitwerken, conventies en tradities, kos
ten noch moeiten gelden hier. Men
krijgt een staalkaart van dat wat er in
geheel de wereld op architecturaal ge
bied te beleven valt, zoals nooit tevo
ren. Niet alle landen zullen zo revolu
tionair zijn. Marokko bijvoorbeeld kan
niet los komen van de kitsch-moskee,
die niets meer te maken heeft met de
grote voorbeelden uit Cordova en Istan
bul. Er moet uiteraard weer een soort
Oosters sprookjespaleis uit de duizend
en een nacht opgetrokken worden met
geheimzinnige portiers gewapend met
krissen, zittend op tapijten, met ezel
tjes en kruiken en lederwerken, ach...
waarom ook niet. Maar de meeste pa
viljoens zijn, om een afgesleten term te
gebruiken, ultra-modern. Het gebouw
van de Kolen- en Staal-gemeenschap
heeft een aan wijde, hoge spanten op
gehangen dak. Brusselse en Paryse ar
chitecten bouwden het in samenwer
king. Oostenrijk bouwt een groot gla
zen, bijna zwevend gebouw. De construc
tie der pijlers is haast onzichtbaar in
dat glazen paleis; Groot-Brittannië
bouwt drie kristallen achter elkaar,
opgetrokken uit grote driehoeken van
voorgespannen beton; de rechtervleu
gel van het paleis der Verenigde Na
ties, een op zes punten rustend seg
ment van een bol, een immense koepel
van beton, is gereed en met de andere
vleugels is men reeds begonnen. Zo kan
men doorgaan. Rusland bouwt een
enorme glazen kubus, Amerika komt
met een grandioze constructie voor de
dag, maar ook een klein land als Nica
ragua geeft een voorbeeld van zeer
helder plastisch en architectonisch den
ken. In bijna al deze gebouwen zijn tal
van nieuwe materialen beproefd en tot
heldere constructie gebracht.
Hel Nederlands paviljoen
Nederland heeft zich van de stout
moedige samenwerking van vier, ove
rigens zeer eigengereide architecten
verzekerd. De bureaus van Van de
Broek en Bakema, Rietveld, Boks en
Peutz (bien étonnés de se trouver en
semble) hebben een pact gesloten om
samen te werken. Zij hebben zich ver-
zekerd van de beeldende kunstenaars
Jan Bons, Daan Wilschut en Ben Guii-
tenaar. Op het terrein van Nederland
komt ook nog het befaamde paviljoen
dat Le Corbusier voor Philips ontwierp.
Het wordt een heel merkwaardige ge
bogen constructie van plastic, beton,
staal en glas, dat in ontwerp reeds de
aandacht van velen heeft getrokken.
Midden op het terrein van de tentoon
stelling wordt het z.g. „Atomium" ge
bouwd, een ingenieuze constructie van
Het glazen ronde paleis van de provincie Brabant, de enige Belgische provincie die zelfstandig deelneemt. Het plan is
van architect V. Martmy.
Het terrein van de expositie is onge
veer 200 ha groot. Via negen majes
tueuze poorten zal men het evenement
kunnen betreden. Kleine treintjes ver
zorgen het transport op de kilometers
lange wegen. Een grote betonnen brug
zal uitzicht geven op de paviljoens en
een groots overzicht op de tentoonstel
ling zal men hebben vanuit de tele-stoe-
len, die aan kilometers lange kabels
voortbewegen. Er zullen twee van de
ze luchtlijnen zjjn en vier stations. Toch
zal de argeloze bezoeker zeker 34 da
gen nodig hebben om de totale exposi
tie te bezien. Een record aantal landen
neemt aan de tentoonstelling deel en de
ruwbouw van de paviljoens der vijftig
participerende landen nadert zijn vol
tooiing. De belangstelling van het bui
tenland is aanmerkelijk groter dan bn
5vÜaatste wereld-tentoonstelling die in
1939 te New York gehouden werd.
Een leidende gedachte
Voor het eerst doen de Belgen een po
ging op deze expositie het natfonahï
tisch karakter te doorbreken. Vo?gens
de conventie van Parijs mag slechts
om de zes jaar een wereld-tentoonstel
ling worden georganiseerd. Het laatste
evenement is echter reeds achttien iaar
geleden gehouden Bij alle voorgaande
exposities schitterden de diverse landen
met majestueuze borstklopperij over
hun eigen prestaties. Dit zal ook nu
niet voorkomen worden omdat er nu
eenmaal vijftig nationale paviljoens zijn,
maar toch heeft men getracht een ze
kere eenheid te bereiken door de lei
dende gedachte, het z.g. Leitmotiv van
de Expo 58": de ontwikkeling van de
techniek als sociale functie voor de een
wording der volken. En de heer Thien-
nont adjunct Secretaris-Generaal van
de wereld-tentoonstelling (een jonge en
zeldzaam eenvoudige, energieke en
erudiete man overigens) formuleerde
het zo: „Wij gaan geen immense staal
constructies opbouwen, ]ange wege
aanleggen en duizenden kubieke mefers
grond verplaatsen louter voor
show. Sinds 1939 is er veel ver
anderd. Er bestaan geen afstanden
meer op de wereld. In geen enkele tya
is de snelheid zo geëvolueerd, de con
tacten tussen de volkeren onderling zijn
veel groter, en iedere deelnemer aan
de tentoonstelling trachten wij te door
dringen van het feit, dat hij zijn geëx
poseerd materiaal dienstig moet maken
aan de mens, de universele mens."
Wonderlijke architectuur
De bouw van de diverse paviljoens geeft
een omwenteling niet alleen op het ge
bied van de architectuur van de ten
toonstellingen in het bijzonder, maar
°°k op dat van de bouwkunst in het al
gemeen. De stoutste plannen schijnen
m®r in vervulling te geraken. Zweven-
we (Tnstructies, hangende daken, aan-
tics van voorgespannen beton, plas-
lük en glassoorten worden op wonder-
omda^v?6 gereabseerd; niet ernstig
maar «n8t^aren en 3aren mee moet,
De wooJP-f en voor één gelegenheid,
tectuur zaï 0p het 8ebied van de nrchi-
zonder ernJ>p.,deze tentoonstelling bij
wacht» zyn omdat tal van onver-
ze benut ,Hlen op ondubbelzinnige wij-
bi geworden. Hier kan men
enorme aluminium bollen, verbonden
door stangen, die in doorsnede zo groot
zijn, dat er een auto doorheen kan rij
den. De hoogste bol, waarin een re
staurant gevestigd wordt, bevind zich
op 110 m hoogte. Die hoogte heeft men
b(j de constructie der centrale buis in
middels bereikt. Er komen in het to
taal negen bollen, ook wel sferen ge
noemd, die achttien meter in doorsnede
zijn, In het stelsel der buizenverbindin
gen worden liften en roltrappen aan
gebracht. 's Avonds worden wentelen
de lichten in de bollen ontstoken en
beurtelings zullen de lichten in de bol
len gedoofd en ontstoken worden om
de indruk te wekken van electronen
die hun wentelende baan beschrijven
rond de kern van het atoom. Het zal
een magistraal effect geven, maar het
zal niet van kitsch ontdaan zijn.
De charme van de tuinen
En tochbuiten alle technische
vondsten en architecturale wonderen is
het best mogelijk, dat de tuinen van
het tentoonstellingsterrein op de be
zoeker de meest blijvende indruk zullen
maken. Buiten de natuurlijk beboste
oppervlakten van de parken Laeken en
Ossegem zullen circa 100 ha tuinen
worden aangelegd. Er komt een tro
pische tuin met planten en bomen,
overgebracht uit de Belgische Congo]
een tuin der vier jaargetijden, uitgei
werkt in Vlaamse Renaissancestijl, ge
reconstrueerd aan de hand van zestien
de en zeventiende eeuwse etsen. Wij
weten niet of deze tuin met muziek
van Vivaldi „les quatre saisons" wordt
opgeluisterd. Er zal weliswaar geen
tuin der lusten van Jeroen Bosch zijn,
wel een Engelse tuin, een rozentuin en
een moderne tuin met waterspelen en
fonteinen en verlichte nimfen in plas
tic en gekleurd glas. Volgens de Belgen
een getuigenis van goede smaak, maar
volgens ons om nu al van te griezelen.
Ondanks alles zullen bloemen en groen
een weldaad zijn tussen alle perfecte
technische constructie.
Waar blijven de auto's?
In onze tijd geldt bij evenementen
als deze het probleem: waar laten
we de auto's? Welnu, men is thans
doende om parkeerplaatsen voor
23000 auto's aan te leggen. Daar
naast zullen nog 1000 autobussen ge
parkeerd kunnen worden. Deze par
keerplaatsen zullen soms ver van het
terrein liggen, maar een soort lopende
band van kleine autobussen zal de ver
binding vormen tussen de parkeer
plaatsen en het tentoonstellingsterrein.
Zoals wij reeds gemeld hebben is de
z.g. Kleine Ring, de autoweg met via
ducten en tunnels door de stad Brussel
gereed. Na de verkeersopstoppingen
van de eerste dagen, waarover onze
correspondent uitvoerig bericht heeft,
schijnt de weg thans uitstekend te vol
doen, tenminste als wij onze zegsman
de heer Thienpont, kunnen geloven. De
stad der wereldtentoonstelling groeit,
groeit angstwekkend. Er zullen dagen
zijn, dat deze stad zevenhonderdduizend
mensen bevat, maar dat is dan ook
wel het maximale aantal nieuwsgieri
gen en idealisten van de eenheid der
mensen, gebonden door de technische
perfectie, die het bestuur van dit mon
diale evenement verwacht.
MARIUS VAN BEEK
Minister Staf meent er niet toe te
kunnen overgaan om alle vliegtuigen
van het type „Tbunderstreak" en
„Thunderflash" buiten gebruik te stel
len totdat het hydraulische systeem is
gewijzigd. Over deze kwestie waren
hem vragen gesteld door het Tweede
Kamerlid Vermeer (P.v.d.A.) naar aan
leiding van het recente ongeval waar
bij de piloot zijn toestel wegens onbe
stuurbaarheid moest verlaten. Het
vliegtuig vloog toen nog anderhalf uur
onbemand verder en kwam betrekke
lijk onbeschadigd aan de grond.
Ir. Staf deelt mee, dat het ongeval
inderdaad is te wijten aan een storing
in de hydraulische installatie, waar
door o.m. de roeren werden geblok
keerd. Daar deze installatie vrjj gevoe
lig is voor storingen werd een nieuw
systeem ontworpen, dat geleidelijk in
de bestaande toestellen zal worden in
gebouwd. Tot die tijd is het voor de
verantwoordelijkheid van de minister
om de risico's van het doorvliegen af
te wegen tegen het belang daarvan
voor de gemeenschappelijke defensie.
De bewindsman meent nu, dat een
besluit om de toestellen tijdelijk aan de
grond te houden niet verantwoord is
omdat zij een groot en essentieel on
derdeel uitmaken van de westelijke
luchtverdediging.
De Fransman Edgar Varese zal
vanavond in het Stedelijk Museum te
Amsterdam een causerie houden over
het onderwerp „De vrijmaking van de
klank", waarbij opnamen ten gehore
worden gebracht.
Wij weten niet wat wij dezer dagen
in de Bernhardhal van de Jaarbeurs
te Utrecht het meest moeten bewon
deren, de eindeloze volharding, waar
mee honderden kippen onafgebroken
kakelen, of het eveneens eindeloze ge
duld, dat de exposanten blijkbaar we
ten op te brengen om dit gekakel lijd
zaam te ondergaan. De ene kip ka
kelt nog harder dan de andere, kenne
lijk om de aandacht van het publiek
te trekken, dat met honderden tege
lijk de jaarlijkse pluimveetentoonstel
ling van de vereniging met de even
lange als welluidende naam „Ornitho-
philia" bezoekt. De li den amateurs,
sportfokkers hebben niet minder
dan drieduizend hoenders, duiven en
konijnen ingezonden; niet minder dan
vijftig binnen- en buitenlandse keur
meesters moesten worden opgetrom
meld om de resultaten van het afge
lopen fokjaar te beoordelen en dit
oordeel in het fraaist denkbare vak
jargon neer te schrijven.
„Onderband wat scheef", lazen wij
in het beoordelingsstaatje, dat een
Hollandse Zwarte op zijn kooi geprikt
kreeg. Het konijn trok het zich ge
lukkig niet erg aan, evenmin als zyn
broertje, dat „roestig aan buik" ver
weten werd. Een Hollandse Blauwe
bleek slecht van kleur te zijn; „blauw
sterk geschift, zgkt hierdoor", luidde
het onbarmhartige keurmeestersoor
deel. Toch zijn keurmeesters ook men
sen, getuige deze beoordeling van een
Hollandse Bruine: „jammer, heeft
scheve staart". Zo viel er aan elk dier
wel wat op te merken, aan de vadsige
Vlaamse Reuzen, aan de fluwelige
Rex Orange „kan meer onderwol
hebben" en aan de aristocratische
Angors, de edelen onder de konijnen.
De bezoekers lezen de opmerkingen
met belangstelling, knikken er ernstig
bij en wijzen elkaar op de fatale te
kortkomingen. Het is een zaak van
grote ernst, waarover de vakbroeders
van paters in brifne pij tot Zeeuw
se boerinnen met witte kap elkaar
Aan wijde, hoge spanten is het dak van het paviljoen der Kolen- en Staalgemeen
schap opgehangen. De architecten zijn: E. de Latte en R. Maquosticou uit Brussel
y en R. Coulon en A- Cnvolli uit Parijs.'
met diep indringende beschouwingen
onderhouden. Ondertussen kakelen de
kippen verder, leggen nu en dan ach
teloos een ei, alsof zij haar kwalitei
ten ter plaatse willen bewijzen, en
pikken rustig een graantje.
Naast de sportfokkers is ook het be
drijfsleven vertegenwoordigd, o.a. met
donzige eendagskuikens uit de fokbe-
drijven; krioelende plukjes gele wat
ten, die onder de infrarode lampen
enige moederlijke warmte zoeken.
Men ziet er voorts prachtige kippen
hokken, paleizen voor kippen, die het
als zomerhuisje voor mensen zeer
goed zouden doen, en ingenieuze
broedmachines. Allerlei accessoires
en soorten pluimveevoeder z(jn er te
kust en te keur. Vakman en amateur
zien er het beste van het beste. Ge
willig laten zij zich door verkopers
van de veredelingsbedrijven een kip
onder de neus duwen en even gewillig
laat le kip haar vlezige borst betas
ten. Zo is het drie dagen gegaan en
zo zal het blijven totdat vanavond de
laatste bezoeker verdwenen zal zijn.
Vóór 1980 zullen voor een goede ruim
telijke ordening in het westen des lands
waarschijnlijk zts geheel nieuwe steden
moeten worden gebouwd. Verscheidene
bestaande steden zullen aanmerkelijk
moeten worden vergroot, dat zegr prof.
ir. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur
bij de rijksdienst voor het nationale
plan in een pre-advies dat volgende
week vrijdag op een vergadering van
het Nederlands instituut voor volkshuis
vesting en stedenbouw zal worden be
sproken.
Tegelijk zegt prof. Thijsse, dat een
nieuwe vestiging in de randstad Hol
land eigenlijk principieel al veroor
deeld is.
Aangenomen wordt dat de breedte
van een agglomeratie tot 8 km. dient
te worden beperkt en dat de tot één
agglomeratie behorende steden tenmin
ste 1 a 2 km. van elkaar moeten lig
gen. Verder dat de lengte van een stad
niet meer dan 10 km. mag bedragen
Verder wordt als norm aangenomen
dat het stedelijk areaal in het gebied
dat de stad omgeeft, niet meer mag be
slaan dan ongeveer dertig procent van
de oppervlakte en dat het z.g. randef-
fect, de nadelige invloed van de stad
op het omringende aangrenzende gebied,
zo gering mogelijk dient te zijn. De be
volking zal zoveel mogelijk moeten
worden gehuisvest in een omgeving rijk
aan natuurschoon en dient agrarisch
hoogwaardige grond als het enigszins
kan te worden vermeden.
De Nederlandse regering en die van
de republiek Uruquay zijn overeenge
komen om hun wederzijdse gezant
schappen, respectievelijk te Montevideo
en te 's-Gravenhage, tot de rang van
ambassades te verheffen.
In het afgelopen werkjaar, van sep
tember 1956 tot september 1957, wer
den door het centrum Lectuurvoorzie
ning voor de Missie 1132 pakketten met
in totaal 15614 boeken voor een geza
menlijke waarde van voorzichtig ge
schat 25.000.- verzonden naar
Nederlandse missionarissen, waarbij
3.00.- aan verzendingskosten werd be
taald.
Deze cjjfers worden genoemd in het
jaarverslag van het Centrum, dat ge
vestigd op het seminarie Rijsenburg te
Driebergen de lectuurvoorziening
door de vijf bisschoppelijke groot-semi
naria coördineert.
De missieverenigingen op de vijf se
minaria zamelen allerlei boeken in, o.a.
ook technische werken en ontspannings
lectuur, afkomstig van particulieren,
boekhandelaren, uitgevers enz. selecte
ren de binnenkomende zendingen
en sturen de bruikbare exemplaren
naar de missie. Niet bruikbare boeken
worden als oud papier verkocht; van
de opbrengst worden nieuwe boeken
aangeschaft.
Het Centrum beperkt zich niet tot
particuliere zendingen aan missiona
rissen, maar is in het afgelopen jaar
ook begonnen met de opbouw van
drie centrale missie-bibliotheken te
Hongkong, te Singapore en op For
mosa; elke bibliotheek ontving reeds
200 boeken. De paters Redemptoris
ten in Suriname ontvingen twee zen
dingen speciale jeugdlectuur (500 boe
ken) voor enige schoolbibliotheken.
Na afsluiting van het verslagjaar
werden reeds 400 boeken naar Afri
ka verzonden voor vijf bibliotheken
van de paters van Mill Hill.
De seminaria hebben ook een tyd-
schriftenactie. Elke missie-statie,
waar zich Nederlandse missionarissen
bevinden, is reeds geadopteerd door
minstens één Nederlander, die zjjn
weekblad of tijdschrift regelmatig naar
de missie stuurt. Vooral geïllustreerde
bladen zjjn welkom.
(Verooig van pagina 1.)
Ons voornaamste bezwaar in deze
zaak is het ondemocratische op
treden van de minister. Het is een
bekend feit, dat vóór de oorlog de rijks
overheid geen enkele belangstelling
voor het beroepskeuzevak heeft ge
toond. Wie de Kamerstukken uit de pe
riode tussen de beide oorlogen naslaat
en wij hebben dat gedaan vindt
niet één keer een gesprek in de Kamer
over deze zaak. Oorzaak? Het particu
lier initiatief deed het sinds 1918 en
deed het goed en het rijk had voor deze
taak geen belangstelling. Het is over
heidstaak het particulier initiatief te
stimuleren, maar in plaats daarvan
heeft het rijk sinds 1948 systematisch
getracht dit initiatief door unfaire con
currentie dood te drukken. Het is be
grijpelijk, dat hierover bij mensen, die
jaren en jaren lang hun beste krachten
hebben gegeven aan dit werk, veront
waardiging ontstond.
En dit gevoel nam toe naarmate het
rijk wel met beloften kwam, maar hier
practisch niets van realiseerde. Toen
heeft tot tweemaal toe de Kamer in
gegrepen. Tot tweemaal kwam er een
uitspraak van een ruime meerderheid;
wij, de meerderheid van de Kamer,
willen minstens gelijke kansen voor
particulier en overheidsinitiatief. En
dan is er een minister, die deze uitspra
ken doodleuk naast zich neerlegt en zelfs
noé de vrijmoedigheid heeft in de Eer
ste Kamer te verklaren, dat hij wil we
ten waarom de Kamer dat wil. Na tien
jaar discussiëren!
En nu moet de minister zich niet
meer gaan beklagen over de wachtlijs
ten bij de G.A.B.'s. Wij weten, dat de
particuliere bureaus heus in staat zijn
wachtlijsten weg te werken, mits
zij financieel in staat worden gesteld
zich te ontplooien, minstens zo goed als
de G.A.B.'s.
Tenslotte nog twee opmerkingen.
Weer stelt de heer Suurhoff. dat de
commissie Langeveld nog niet geheel
klaar is met het werk en dat men name
de financiële paragraaf nog afgeleverd
moet worden. Het is onbegrijpelijk, dat
hieraan een motief kan worden ontleend
om het subsidie voor het particulier ini
tiatief zó ver onder de maat te hou
den. We gaven hierboven de kostencij-
fers voor het rijk over 1955: 750.000
voor het rijkswerk, 55.000 voor het
particuliere werk, bjj ongeveer gelijk-
liggende onderzoekcijfers. Het is een
voudig belachelijk om dan nog te dur
ven beweren, dat er eerst een finan
cieel rapport moet komen om vast te
stellen of die verhouding juist is!
Tenslotte: Prof. Romme heeft deze
week geklaagd over de te grote ge
heimzinnigheid, welke wordt be
tracht bij het werken met commissies
enz. Sinds drie maanden is het rapport-
Langeveld nu blijkens de Memorie van
Toelichting op het departement. Het
was toch zaak geweest, dat de Ka
merleden by de beoordeling van de
begroting hadden kunnen beschikken
over dit rapport. Ook door het al te
lang onder zich houden van dit rap
port versterkt de minister de indruk
in dit opzicht ondemocratisch te hande
len.
Het paviljoen der Verenigde Naties, een op zes punten rus tend' segment van een bol, een immense koepel van beton.
Nederlandse
emigratieroman
Dirk van
den Brink 1*1111111011
Qcf
Op mijn zijde g'nS in het natte zand liggen,
rukte een buntptjl at en begon er op te kauwen.
Peinzend keek ik naar de horizon. Achter de verre
heide strekte zich myn dorpje uit als een verzame
ling blokjes en punten.
Nu ging ik een onherroepelijk besluit nemen.
Ik.
Alleen.
Dat wist ik en deze wetenschap hield me lange
tijd gevangen in de ban van een radeloze wanhoop.
Letterlijk en liguurlyk bevond ik my op een hel
ling. Beneden mij lokte mijn geboortegrond als een
veilige haven. Ik hoefde rnjj maar te laten zakken
en ik was voor mijn verdere toekomst geborgen:
onder de veilige hoede van een waakzame over
heid zou ik een boerenbestaan kunnen leiden, dat
ergens in mijn nageslacht tot afsterven gedoemd was.
Maar bóven my lokte het onbekende pad van de
emigratie. Boven mij rezen de rauwe bergkammen
van een vreemd, onherbergzaam gebied. Wie die
weg opging, moest al zyn zekerheden, al zyn gevoe
lens van veilige geborgenheid, zyn vertrouwen op
regelingen van bovenaf het zékere middel om je
verantwoordeiykheid kwijt te raken ver achter
zich laten.
Wie die weg opging, nam zyn lot in eigen handen,
die beklom een onbekende bergvlakte en sneed de
verbindingskabel met de berggidsen door...
Een koude motregen striemde me in het gezicht.
Huiverig trok ik m(jn cape om me heen.
Ik richtte my op in zittende houding.
Met beide ellebogen steunde ik op mijn knieën
en liet de kin rusten op myn gebalde vuisten. Zo
tuurde ik met opeen-gebeitelde kiezen in de onheil
spellende regennevels, die in razende vaart aan de
einder voortstoven.
Wanneer een hardloper gereed staat in de start
blokken, wachtend op het startschot, dan ballen
zich alie vezelen van zijn lichaam samen om zich
te kunnen ontladen in een eerste, veerkrachtige
sprong.
Een dergeiyke gespannenheid scheen allengs mijn
geest samen te trekken. Ik wist, dat al mp energie
zich verzamelde om met een onweerstaanbare, al-
lesbeslissende daad van myn wil de blinde muur
van mjjn besluiteloosheid te kunnen doorbreken.
Een felle windstoot raasde door de dennen en
zwiepte een vlaag grote waterdroppels over mijn
lijf. De spanning werd ondraagiyk en begon te ge
lijken op een toestand van razerny, die in alle he
vigheid in mün binnenste voortwoedde.
Maar tegelyk ook werd ik my bewust van een
vreemde kracht. Het was of zich iets in mjjn in-
nerlpk boven die stormachtige gevoelens verhief
om ze daarna één voor één aan banden te leggen-
Ik begon rustig en regelmatig te denken.
Plotseling zag ik de merkwaardige wending die
mijn leven het laatste half jaar had genomen: na
een vloed van teleurstellingen lag de mogelökheid
van een rijk boerenbestaan in myn vaderland door
drie gebeurtenissen onverwacht voor me open.
Myn eigen akker was niet onteigend de grond
van tante Cor lag binnen myn bereik en boer
Van Berkel scheen van inzicht veranderd. Uiterlijk
stond niets mijn vestiging als zelfstandige boer in
de weg.
Maar de stryd, die ik er voor had moeten voeren,
had een omwenteling in me teweeggebracht. De strijd
om mün grond was gewonnen... ten koste van de
noodzakeiyke levenslust om er op te arbeiden. De
strüd om mün grond had me tot benauwens toe
aangegrepen... maar nu schreeuwde mijn ganse in-
neriyk om ruimte.
Terwpl ik gespannen in de richting van mün ge
boortedorp tuurde, begon ik zacht te spreken.
„Nee," zei ik, „je zult het hier niet langer aan
kunnen. Je zult van hier vertrekken en je zult er
nooit een verklaring voor kunnen geven. Zo gauw je
gaat proberen je handelwüs te verklaren, zul jü
zelf de eerste zyn om het plan op te geven. Denk
je ook niet, dat de mens in de beslissende ogenblik
ken van zü'n leven meer afgaat op zyn ingeving
dan op zyn verstand?
Dit plan heeft je aangetrokken als een magneet.
Je bent er blindelings heengetrokken. Het is een
dwaasheid te vragen waarom je gaat. Je zou er geen
antwoord op weten. Er is een kracht die je trekt.
Geen enkele kracht kan verklaard worden; ze kan
hoogstens geregeld worden, jy weet goed, dat deze
kracht je nu gaat overweldigen, en je wilt ook niet
anders, jy zult je niet langer verzetten, jy zult
emigreren omdat je het wilt...."
Een gesel van regenvlagen kwam neer op mün dorp.
Het leek zich zwijgend te bukken onder het geweld
van de wind. Alleen de ranke torenspits boorde zich
nog een weg naar de hemel.
Een diepe mistroostigheid kwam in me op.
Het besluit was gevallen, onherroepeiyk.
Maar het scheen mijn laatste energie te hebben ver
bruikt. Ik voelde mij als een bundel uitgedorst stro:
leeg, geslagen en geknakt.
Vóór my lag mijn dorpje, daar stond mün kerk.
Daar woonden mijn ouders Marie Kobi. Daar
woonden allen waarmee ik in myn gedachten was
vergroeid. Daar had ik gebiecht, daar had ik tal
loze malen de Communie ontvangen uit bekende, ge
zegende handen uit de bekende, vertrouwde ci
borie. Daar had ik myn eigen bomen en struiken, mijn
eigen vee...
En nu ging ik dit alles uit me wegsnyden.
De wilg zou tot op de stam gesnoeid worden, want
er moest jong, nieuw leven uit voortspruiten.
Deze gedachten joegen als een wervelstorm door
mün wezen.
Een ogenblik kwam ik half overeind, maar de
windvlaag sloeg mjj als met een zweepslag weer
neer. Het was of de elementen me wilden beletten,
me los te rukken van de grond myner vaderen.
De grond mijner vaderen..
I Wordt vervolgd);