Brussel werkt koortsachtig aan bouw wereld tentoonstelling Stoutste plannen op gebied van de architectuur worden werkelijkheid Pluimveeshow Zes nieuwe steden in het westen Achterstelling Roep der J Zwevende constructies - Hangende daken - Plastics - Voorgespannen beton - Enorme toegangspoorten Vóór 1980 Seminaria zenden 15.000 boeken naar de missie V. „Thunder,,-straal- jagers blijven vliegen ZATERDAG 19 OKTOBER 1957 FAGINA 5 De belangstelling voor de We reldtentoonstelling 1958 te Brussel is buitengewoon groot. Terwijl de reclamecampag nes in de nabuurlanden pas begin Volgend jaar zullen beginnen, zijn er bijna één miljoen aanvragen en Reserveringen binnen gekomen. De fogiesmoeilijkbeden die de Belgi sche hoofdstad volgend jaar ver dacht zijn dan ook niet gering, 9a-hgezien de stad normaal slechts °ver 12.000 bedden iri hotels be schikt. Om de problemen het hoofd te bieden werd in Brussel door het secretariaat-generaal van de we reldtentoonstelling een stichting gevormd, welke naar de merk waardige naam „Logexpo" (dit is geen geheime Russische politie macht) luistert. Deze stichting heeft het aantal slaapplaatsen reeds tot 46.000 weten uit te brei den door het bouwen van een groot motel, maar ook zal men genoegen moeten nemen met re serveringen bij particulieren, met een tentenkamp, met zelf een tent of caravan op te zetten op daar voor gereed gemaakte terreinen, met jeugdherbergen of grote ge meenschappelijke slaapzalen. Niets schijnt te dol op deze ten toonstelling en de belangstelling is van die aard, dat thans, reeds maanden vóór de opening, 30.000 mensen na aanvraag over de ter reinen zijn rondgeleid door de z.g. ooV'-u5 ®ses! de meisjes in de ge ailleerde scharlaken jakken, ie men ook aan onze grensposten ontmoet. Enkele weekends in okto ber zyn de terreinen te Brussel voor het publiek opengesteld ge weest, maar men is weer tot slui ting overgegaan, omdat de aan wezigheid van honderdduizend nieuwsgierige pottekijkers het werk afbreuk doet. De Heilige Stoel heeft binnen het kader der moderne apologie (de Belgen schermen soms met wonderlijke berichten) één miljoen toegangs kaarten besteld. Minister Staf: Ambassade te Uruguay Drie centrale missie- bibliotheken in opbouw Ean Het Engelse paviljoen, drie kristallen achter elkaar, opgetrokken uit grote drie hoeken van voorgespannen beton. tal van mogelijkheden beproeven, span ningen aan de werkelijkheid toetsen, materialen proberen. Ieder land heeft zijn beste architecten projecten laten uitwerken, conventies en tradities, kos ten noch moeiten gelden hier. Men krijgt een staalkaart van dat wat er in geheel de wereld op architecturaal ge bied te beleven valt, zoals nooit tevo ren. Niet alle landen zullen zo revolu tionair zijn. Marokko bijvoorbeeld kan niet los komen van de kitsch-moskee, die niets meer te maken heeft met de grote voorbeelden uit Cordova en Istan bul. Er moet uiteraard weer een soort Oosters sprookjespaleis uit de duizend en een nacht opgetrokken worden met geheimzinnige portiers gewapend met krissen, zittend op tapijten, met ezel tjes en kruiken en lederwerken, ach... waarom ook niet. Maar de meeste pa viljoens zijn, om een afgesleten term te gebruiken, ultra-modern. Het gebouw van de Kolen- en Staal-gemeenschap heeft een aan wijde, hoge spanten op gehangen dak. Brusselse en Paryse ar chitecten bouwden het in samenwer king. Oostenrijk bouwt een groot gla zen, bijna zwevend gebouw. De construc tie der pijlers is haast onzichtbaar in dat glazen paleis; Groot-Brittannië bouwt drie kristallen achter elkaar, opgetrokken uit grote driehoeken van voorgespannen beton; de rechtervleu gel van het paleis der Verenigde Na ties, een op zes punten rustend seg ment van een bol, een immense koepel van beton, is gereed en met de andere vleugels is men reeds begonnen. Zo kan men doorgaan. Rusland bouwt een enorme glazen kubus, Amerika komt met een grandioze constructie voor de dag, maar ook een klein land als Nica ragua geeft een voorbeeld van zeer helder plastisch en architectonisch den ken. In bijna al deze gebouwen zijn tal van nieuwe materialen beproefd en tot heldere constructie gebracht. Hel Nederlands paviljoen Nederland heeft zich van de stout moedige samenwerking van vier, ove rigens zeer eigengereide architecten verzekerd. De bureaus van Van de Broek en Bakema, Rietveld, Boks en Peutz (bien étonnés de se trouver en semble) hebben een pact gesloten om samen te werken. Zij hebben zich ver- zekerd van de beeldende kunstenaars Jan Bons, Daan Wilschut en Ben Guii- tenaar. Op het terrein van Nederland komt ook nog het befaamde paviljoen dat Le Corbusier voor Philips ontwierp. Het wordt een heel merkwaardige ge bogen constructie van plastic, beton, staal en glas, dat in ontwerp reeds de aandacht van velen heeft getrokken. Midden op het terrein van de tentoon stelling wordt het z.g. „Atomium" ge bouwd, een ingenieuze constructie van Het glazen ronde paleis van de provincie Brabant, de enige Belgische provincie die zelfstandig deelneemt. Het plan is van architect V. Martmy. Het terrein van de expositie is onge veer 200 ha groot. Via negen majes tueuze poorten zal men het evenement kunnen betreden. Kleine treintjes ver zorgen het transport op de kilometers lange wegen. Een grote betonnen brug zal uitzicht geven op de paviljoens en een groots overzicht op de tentoonstel ling zal men hebben vanuit de tele-stoe- len, die aan kilometers lange kabels voortbewegen. Er zullen twee van de ze luchtlijnen zjjn en vier stations. Toch zal de argeloze bezoeker zeker 34 da gen nodig hebben om de totale exposi tie te bezien. Een record aantal landen neemt aan de tentoonstelling deel en de ruwbouw van de paviljoens der vijftig participerende landen nadert zijn vol tooiing. De belangstelling van het bui tenland is aanmerkelijk groter dan bn 5vÜaatste wereld-tentoonstelling die in 1939 te New York gehouden werd. Een leidende gedachte Voor het eerst doen de Belgen een po ging op deze expositie het natfonahï tisch karakter te doorbreken. Vo?gens de conventie van Parijs mag slechts om de zes jaar een wereld-tentoonstel ling worden georganiseerd. Het laatste evenement is echter reeds achttien iaar geleden gehouden Bij alle voorgaande exposities schitterden de diverse landen met majestueuze borstklopperij over hun eigen prestaties. Dit zal ook nu niet voorkomen worden omdat er nu eenmaal vijftig nationale paviljoens zijn, maar toch heeft men getracht een ze kere eenheid te bereiken door de lei dende gedachte, het z.g. Leitmotiv van de Expo 58": de ontwikkeling van de techniek als sociale functie voor de een wording der volken. En de heer Thien- nont adjunct Secretaris-Generaal van de wereld-tentoonstelling (een jonge en zeldzaam eenvoudige, energieke en erudiete man overigens) formuleerde het zo: „Wij gaan geen immense staal constructies opbouwen, ]ange wege aanleggen en duizenden kubieke mefers grond verplaatsen louter voor show. Sinds 1939 is er veel ver anderd. Er bestaan geen afstanden meer op de wereld. In geen enkele tya is de snelheid zo geëvolueerd, de con tacten tussen de volkeren onderling zijn veel groter, en iedere deelnemer aan de tentoonstelling trachten wij te door dringen van het feit, dat hij zijn geëx poseerd materiaal dienstig moet maken aan de mens, de universele mens." Wonderlijke architectuur De bouw van de diverse paviljoens geeft een omwenteling niet alleen op het ge bied van de architectuur van de ten toonstellingen in het bijzonder, maar °°k op dat van de bouwkunst in het al gemeen. De stoutste plannen schijnen m®r in vervulling te geraken. Zweven- we (Tnstructies, hangende daken, aan- tics van voorgespannen beton, plas- lük en glassoorten worden op wonder- omda^v?6 gereabseerd; niet ernstig maar «n8t^aren en 3aren mee moet, De wooJP-f en voor één gelegenheid, tectuur zaï 0p het 8ebied van de nrchi- zonder ernJ>p.,deze tentoonstelling bij wacht» zyn omdat tal van onver- ze benut ,Hlen op ondubbelzinnige wij- bi geworden. Hier kan men enorme aluminium bollen, verbonden door stangen, die in doorsnede zo groot zijn, dat er een auto doorheen kan rij den. De hoogste bol, waarin een re staurant gevestigd wordt, bevind zich op 110 m hoogte. Die hoogte heeft men b(j de constructie der centrale buis in middels bereikt. Er komen in het to taal negen bollen, ook wel sferen ge noemd, die achttien meter in doorsnede zijn, In het stelsel der buizenverbindin gen worden liften en roltrappen aan gebracht. 's Avonds worden wentelen de lichten in de bollen ontstoken en beurtelings zullen de lichten in de bol len gedoofd en ontstoken worden om de indruk te wekken van electronen die hun wentelende baan beschrijven rond de kern van het atoom. Het zal een magistraal effect geven, maar het zal niet van kitsch ontdaan zijn. De charme van de tuinen En tochbuiten alle technische vondsten en architecturale wonderen is het best mogelijk, dat de tuinen van het tentoonstellingsterrein op de be zoeker de meest blijvende indruk zullen maken. Buiten de natuurlijk beboste oppervlakten van de parken Laeken en Ossegem zullen circa 100 ha tuinen worden aangelegd. Er komt een tro pische tuin met planten en bomen, overgebracht uit de Belgische Congo] een tuin der vier jaargetijden, uitgei werkt in Vlaamse Renaissancestijl, ge reconstrueerd aan de hand van zestien de en zeventiende eeuwse etsen. Wij weten niet of deze tuin met muziek van Vivaldi „les quatre saisons" wordt opgeluisterd. Er zal weliswaar geen tuin der lusten van Jeroen Bosch zijn, wel een Engelse tuin, een rozentuin en een moderne tuin met waterspelen en fonteinen en verlichte nimfen in plas tic en gekleurd glas. Volgens de Belgen een getuigenis van goede smaak, maar volgens ons om nu al van te griezelen. Ondanks alles zullen bloemen en groen een weldaad zijn tussen alle perfecte technische constructie. Waar blijven de auto's? In onze tijd geldt bij evenementen als deze het probleem: waar laten we de auto's? Welnu, men is thans doende om parkeerplaatsen voor 23000 auto's aan te leggen. Daar naast zullen nog 1000 autobussen ge parkeerd kunnen worden. Deze par keerplaatsen zullen soms ver van het terrein liggen, maar een soort lopende band van kleine autobussen zal de ver binding vormen tussen de parkeer plaatsen en het tentoonstellingsterrein. Zoals wij reeds gemeld hebben is de z.g. Kleine Ring, de autoweg met via ducten en tunnels door de stad Brussel gereed. Na de verkeersopstoppingen van de eerste dagen, waarover onze correspondent uitvoerig bericht heeft, schijnt de weg thans uitstekend te vol doen, tenminste als wij onze zegsman de heer Thienpont, kunnen geloven. De stad der wereldtentoonstelling groeit, groeit angstwekkend. Er zullen dagen zijn, dat deze stad zevenhonderdduizend mensen bevat, maar dat is dan ook wel het maximale aantal nieuwsgieri gen en idealisten van de eenheid der mensen, gebonden door de technische perfectie, die het bestuur van dit mon diale evenement verwacht. MARIUS VAN BEEK Minister Staf meent er niet toe te kunnen overgaan om alle vliegtuigen van het type „Tbunderstreak" en „Thunderflash" buiten gebruik te stel len totdat het hydraulische systeem is gewijzigd. Over deze kwestie waren hem vragen gesteld door het Tweede Kamerlid Vermeer (P.v.d.A.) naar aan leiding van het recente ongeval waar bij de piloot zijn toestel wegens onbe stuurbaarheid moest verlaten. Het vliegtuig vloog toen nog anderhalf uur onbemand verder en kwam betrekke lijk onbeschadigd aan de grond. Ir. Staf deelt mee, dat het ongeval inderdaad is te wijten aan een storing in de hydraulische installatie, waar door o.m. de roeren werden geblok keerd. Daar deze installatie vrjj gevoe lig is voor storingen werd een nieuw systeem ontworpen, dat geleidelijk in de bestaande toestellen zal worden in gebouwd. Tot die tijd is het voor de verantwoordelijkheid van de minister om de risico's van het doorvliegen af te wegen tegen het belang daarvan voor de gemeenschappelijke defensie. De bewindsman meent nu, dat een besluit om de toestellen tijdelijk aan de grond te houden niet verantwoord is omdat zij een groot en essentieel on derdeel uitmaken van de westelijke luchtverdediging. De Fransman Edgar Varese zal vanavond in het Stedelijk Museum te Amsterdam een causerie houden over het onderwerp „De vrijmaking van de klank", waarbij opnamen ten gehore worden gebracht. Wij weten niet wat wij dezer dagen in de Bernhardhal van de Jaarbeurs te Utrecht het meest moeten bewon deren, de eindeloze volharding, waar mee honderden kippen onafgebroken kakelen, of het eveneens eindeloze ge duld, dat de exposanten blijkbaar we ten op te brengen om dit gekakel lijd zaam te ondergaan. De ene kip ka kelt nog harder dan de andere, kenne lijk om de aandacht van het publiek te trekken, dat met honderden tege lijk de jaarlijkse pluimveetentoonstel ling van de vereniging met de even lange als welluidende naam „Ornitho- philia" bezoekt. De li den amateurs, sportfokkers hebben niet minder dan drieduizend hoenders, duiven en konijnen ingezonden; niet minder dan vijftig binnen- en buitenlandse keur meesters moesten worden opgetrom meld om de resultaten van het afge lopen fokjaar te beoordelen en dit oordeel in het fraaist denkbare vak jargon neer te schrijven. „Onderband wat scheef", lazen wij in het beoordelingsstaatje, dat een Hollandse Zwarte op zijn kooi geprikt kreeg. Het konijn trok het zich ge lukkig niet erg aan, evenmin als zyn broertje, dat „roestig aan buik" ver weten werd. Een Hollandse Blauwe bleek slecht van kleur te zijn; „blauw sterk geschift, zgkt hierdoor", luidde het onbarmhartige keurmeestersoor deel. Toch zijn keurmeesters ook men sen, getuige deze beoordeling van een Hollandse Bruine: „jammer, heeft scheve staart". Zo viel er aan elk dier wel wat op te merken, aan de vadsige Vlaamse Reuzen, aan de fluwelige Rex Orange „kan meer onderwol hebben" en aan de aristocratische Angors, de edelen onder de konijnen. De bezoekers lezen de opmerkingen met belangstelling, knikken er ernstig bij en wijzen elkaar op de fatale te kortkomingen. Het is een zaak van grote ernst, waarover de vakbroeders van paters in brifne pij tot Zeeuw se boerinnen met witte kap elkaar Aan wijde, hoge spanten is het dak van het paviljoen der Kolen- en Staalgemeen schap opgehangen. De architecten zijn: E. de Latte en R. Maquosticou uit Brussel y en R. Coulon en A- Cnvolli uit Parijs.' met diep indringende beschouwingen onderhouden. Ondertussen kakelen de kippen verder, leggen nu en dan ach teloos een ei, alsof zij haar kwalitei ten ter plaatse willen bewijzen, en pikken rustig een graantje. Naast de sportfokkers is ook het be drijfsleven vertegenwoordigd, o.a. met donzige eendagskuikens uit de fokbe- drijven; krioelende plukjes gele wat ten, die onder de infrarode lampen enige moederlijke warmte zoeken. Men ziet er voorts prachtige kippen hokken, paleizen voor kippen, die het als zomerhuisje voor mensen zeer goed zouden doen, en ingenieuze broedmachines. Allerlei accessoires en soorten pluimveevoeder z(jn er te kust en te keur. Vakman en amateur zien er het beste van het beste. Ge willig laten zij zich door verkopers van de veredelingsbedrijven een kip onder de neus duwen en even gewillig laat le kip haar vlezige borst betas ten. Zo is het drie dagen gegaan en zo zal het blijven totdat vanavond de laatste bezoeker verdwenen zal zijn. Vóór 1980 zullen voor een goede ruim telijke ordening in het westen des lands waarschijnlijk zts geheel nieuwe steden moeten worden gebouwd. Verscheidene bestaande steden zullen aanmerkelijk moeten worden vergroot, dat zegr prof. ir. Jac. P. Thijsse, algemeen adviseur bij de rijksdienst voor het nationale plan in een pre-advies dat volgende week vrijdag op een vergadering van het Nederlands instituut voor volkshuis vesting en stedenbouw zal worden be sproken. Tegelijk zegt prof. Thijsse, dat een nieuwe vestiging in de randstad Hol land eigenlijk principieel al veroor deeld is. Aangenomen wordt dat de breedte van een agglomeratie tot 8 km. dient te worden beperkt en dat de tot één agglomeratie behorende steden tenmin ste 1 a 2 km. van elkaar moeten lig gen. Verder dat de lengte van een stad niet meer dan 10 km. mag bedragen Verder wordt als norm aangenomen dat het stedelijk areaal in het gebied dat de stad omgeeft, niet meer mag be slaan dan ongeveer dertig procent van de oppervlakte en dat het z.g. randef- fect, de nadelige invloed van de stad op het omringende aangrenzende gebied, zo gering mogelijk dient te zijn. De be volking zal zoveel mogelijk moeten worden gehuisvest in een omgeving rijk aan natuurschoon en dient agrarisch hoogwaardige grond als het enigszins kan te worden vermeden. De Nederlandse regering en die van de republiek Uruquay zijn overeenge komen om hun wederzijdse gezant schappen, respectievelijk te Montevideo en te 's-Gravenhage, tot de rang van ambassades te verheffen. In het afgelopen werkjaar, van sep tember 1956 tot september 1957, wer den door het centrum Lectuurvoorzie ning voor de Missie 1132 pakketten met in totaal 15614 boeken voor een geza menlijke waarde van voorzichtig ge schat 25.000.- verzonden naar Nederlandse missionarissen, waarbij 3.00.- aan verzendingskosten werd be taald. Deze cjjfers worden genoemd in het jaarverslag van het Centrum, dat ge vestigd op het seminarie Rijsenburg te Driebergen de lectuurvoorziening door de vijf bisschoppelijke groot-semi naria coördineert. De missieverenigingen op de vijf se minaria zamelen allerlei boeken in, o.a. ook technische werken en ontspannings lectuur, afkomstig van particulieren, boekhandelaren, uitgevers enz. selecte ren de binnenkomende zendingen en sturen de bruikbare exemplaren naar de missie. Niet bruikbare boeken worden als oud papier verkocht; van de opbrengst worden nieuwe boeken aangeschaft. Het Centrum beperkt zich niet tot particuliere zendingen aan missiona rissen, maar is in het afgelopen jaar ook begonnen met de opbouw van drie centrale missie-bibliotheken te Hongkong, te Singapore en op For mosa; elke bibliotheek ontving reeds 200 boeken. De paters Redemptoris ten in Suriname ontvingen twee zen dingen speciale jeugdlectuur (500 boe ken) voor enige schoolbibliotheken. Na afsluiting van het verslagjaar werden reeds 400 boeken naar Afri ka verzonden voor vijf bibliotheken van de paters van Mill Hill. De seminaria hebben ook een tyd- schriftenactie. Elke missie-statie, waar zich Nederlandse missionarissen bevinden, is reeds geadopteerd door minstens één Nederlander, die zjjn weekblad of tijdschrift regelmatig naar de missie stuurt. Vooral geïllustreerde bladen zjjn welkom. (Verooig van pagina 1.) Ons voornaamste bezwaar in deze zaak is het ondemocratische op treden van de minister. Het is een bekend feit, dat vóór de oorlog de rijks overheid geen enkele belangstelling voor het beroepskeuzevak heeft ge toond. Wie de Kamerstukken uit de pe riode tussen de beide oorlogen naslaat en wij hebben dat gedaan vindt niet één keer een gesprek in de Kamer over deze zaak. Oorzaak? Het particu lier initiatief deed het sinds 1918 en deed het goed en het rijk had voor deze taak geen belangstelling. Het is over heidstaak het particulier initiatief te stimuleren, maar in plaats daarvan heeft het rijk sinds 1948 systematisch getracht dit initiatief door unfaire con currentie dood te drukken. Het is be grijpelijk, dat hierover bij mensen, die jaren en jaren lang hun beste krachten hebben gegeven aan dit werk, veront waardiging ontstond. En dit gevoel nam toe naarmate het rijk wel met beloften kwam, maar hier practisch niets van realiseerde. Toen heeft tot tweemaal toe de Kamer in gegrepen. Tot tweemaal kwam er een uitspraak van een ruime meerderheid; wij, de meerderheid van de Kamer, willen minstens gelijke kansen voor particulier en overheidsinitiatief. En dan is er een minister, die deze uitspra ken doodleuk naast zich neerlegt en zelfs noé de vrijmoedigheid heeft in de Eer ste Kamer te verklaren, dat hij wil we ten waarom de Kamer dat wil. Na tien jaar discussiëren! En nu moet de minister zich niet meer gaan beklagen over de wachtlijs ten bij de G.A.B.'s. Wij weten, dat de particuliere bureaus heus in staat zijn wachtlijsten weg te werken, mits zij financieel in staat worden gesteld zich te ontplooien, minstens zo goed als de G.A.B.'s. Tenslotte nog twee opmerkingen. Weer stelt de heer Suurhoff. dat de commissie Langeveld nog niet geheel klaar is met het werk en dat men name de financiële paragraaf nog afgeleverd moet worden. Het is onbegrijpelijk, dat hieraan een motief kan worden ontleend om het subsidie voor het particulier ini tiatief zó ver onder de maat te hou den. We gaven hierboven de kostencij- fers voor het rijk over 1955: 750.000 voor het rijkswerk, 55.000 voor het particuliere werk, bjj ongeveer gelijk- liggende onderzoekcijfers. Het is een voudig belachelijk om dan nog te dur ven beweren, dat er eerst een finan cieel rapport moet komen om vast te stellen of die verhouding juist is! Tenslotte: Prof. Romme heeft deze week geklaagd over de te grote ge heimzinnigheid, welke wordt be tracht bij het werken met commissies enz. Sinds drie maanden is het rapport- Langeveld nu blijkens de Memorie van Toelichting op het departement. Het was toch zaak geweest, dat de Ka merleden by de beoordeling van de begroting hadden kunnen beschikken over dit rapport. Ook door het al te lang onder zich houden van dit rap port versterkt de minister de indruk in dit opzicht ondemocratisch te hande len. Het paviljoen der Verenigde Naties, een op zes punten rus tend' segment van een bol, een immense koepel van beton. Nederlandse emigratieroman Dirk van den Brink 1*1111111011 Qcf Op mijn zijde g'nS in het natte zand liggen, rukte een buntptjl at en begon er op te kauwen. Peinzend keek ik naar de horizon. Achter de verre heide strekte zich myn dorpje uit als een verzame ling blokjes en punten. Nu ging ik een onherroepelijk besluit nemen. Ik. Alleen. Dat wist ik en deze wetenschap hield me lange tijd gevangen in de ban van een radeloze wanhoop. Letterlijk en liguurlyk bevond ik my op een hel ling. Beneden mij lokte mijn geboortegrond als een veilige haven. Ik hoefde rnjj maar te laten zakken en ik was voor mijn verdere toekomst geborgen: onder de veilige hoede van een waakzame over heid zou ik een boerenbestaan kunnen leiden, dat ergens in mijn nageslacht tot afsterven gedoemd was. Maar bóven my lokte het onbekende pad van de emigratie. Boven mij rezen de rauwe bergkammen van een vreemd, onherbergzaam gebied. Wie die weg opging, moest al zyn zekerheden, al zyn gevoe lens van veilige geborgenheid, zyn vertrouwen op regelingen van bovenaf het zékere middel om je verantwoordeiykheid kwijt te raken ver achter zich laten. Wie die weg opging, nam zyn lot in eigen handen, die beklom een onbekende bergvlakte en sneed de verbindingskabel met de berggidsen door... Een koude motregen striemde me in het gezicht. Huiverig trok ik m(jn cape om me heen. Ik richtte my op in zittende houding. Met beide ellebogen steunde ik op mijn knieën en liet de kin rusten op myn gebalde vuisten. Zo tuurde ik met opeen-gebeitelde kiezen in de onheil spellende regennevels, die in razende vaart aan de einder voortstoven. Wanneer een hardloper gereed staat in de start blokken, wachtend op het startschot, dan ballen zich alie vezelen van zijn lichaam samen om zich te kunnen ontladen in een eerste, veerkrachtige sprong. Een dergeiyke gespannenheid scheen allengs mijn geest samen te trekken. Ik wist, dat al mp energie zich verzamelde om met een onweerstaanbare, al- lesbeslissende daad van myn wil de blinde muur van mjjn besluiteloosheid te kunnen doorbreken. Een felle windstoot raasde door de dennen en zwiepte een vlaag grote waterdroppels over mijn lijf. De spanning werd ondraagiyk en begon te ge lijken op een toestand van razerny, die in alle he vigheid in mün binnenste voortwoedde. Maar tegelyk ook werd ik my bewust van een vreemde kracht. Het was of zich iets in mjjn in- nerlpk boven die stormachtige gevoelens verhief om ze daarna één voor één aan banden te leggen- Ik begon rustig en regelmatig te denken. Plotseling zag ik de merkwaardige wending die mijn leven het laatste half jaar had genomen: na een vloed van teleurstellingen lag de mogelökheid van een rijk boerenbestaan in myn vaderland door drie gebeurtenissen onverwacht voor me open. Myn eigen akker was niet onteigend de grond van tante Cor lag binnen myn bereik en boer Van Berkel scheen van inzicht veranderd. Uiterlijk stond niets mijn vestiging als zelfstandige boer in de weg. Maar de stryd, die ik er voor had moeten voeren, had een omwenteling in me teweeggebracht. De strijd om mün grond was gewonnen... ten koste van de noodzakeiyke levenslust om er op te arbeiden. De strüd om mün grond had me tot benauwens toe aangegrepen... maar nu schreeuwde mijn ganse in- neriyk om ruimte. Terwpl ik gespannen in de richting van mün ge boortedorp tuurde, begon ik zacht te spreken. „Nee," zei ik, „je zult het hier niet langer aan kunnen. Je zult van hier vertrekken en je zult er nooit een verklaring voor kunnen geven. Zo gauw je gaat proberen je handelwüs te verklaren, zul jü zelf de eerste zyn om het plan op te geven. Denk je ook niet, dat de mens in de beslissende ogenblik ken van zü'n leven meer afgaat op zyn ingeving dan op zyn verstand? Dit plan heeft je aangetrokken als een magneet. Je bent er blindelings heengetrokken. Het is een dwaasheid te vragen waarom je gaat. Je zou er geen antwoord op weten. Er is een kracht die je trekt. Geen enkele kracht kan verklaard worden; ze kan hoogstens geregeld worden, jy weet goed, dat deze kracht je nu gaat overweldigen, en je wilt ook niet anders, jy zult je niet langer verzetten, jy zult emigreren omdat je het wilt...." Een gesel van regenvlagen kwam neer op mün dorp. Het leek zich zwijgend te bukken onder het geweld van de wind. Alleen de ranke torenspits boorde zich nog een weg naar de hemel. Een diepe mistroostigheid kwam in me op. Het besluit was gevallen, onherroepeiyk. Maar het scheen mijn laatste energie te hebben ver bruikt. Ik voelde mij als een bundel uitgedorst stro: leeg, geslagen en geknakt. Vóór my lag mijn dorpje, daar stond mün kerk. Daar woonden mijn ouders Marie Kobi. Daar woonden allen waarmee ik in myn gedachten was vergroeid. Daar had ik gebiecht, daar had ik tal loze malen de Communie ontvangen uit bekende, ge zegende handen uit de bekende, vertrouwde ci borie. Daar had ik myn eigen bomen en struiken, mijn eigen vee... En nu ging ik dit alles uit me wegsnyden. De wilg zou tot op de stam gesnoeid worden, want er moest jong, nieuw leven uit voortspruiten. Deze gedachten joegen als een wervelstorm door mün wezen. Een ogenblik kwam ik half overeind, maar de windvlaag sloeg mjj als met een zweepslag weer neer. Het was of de elementen me wilden beletten, me los te rukken van de grond myner vaderen. De grond mijner vaderen.. I Wordt vervolgd);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 5