De man met de rozenkrans
Poging politie
met mes aan
te vallen
MAURITS
„Op zwart
DEKKER borduurt
stramien
M'
Van boeken
en schrijvers
Radio eo TV
Klassieke muziek
op de plaat
Schostakowitsch' tiende
symfonie
A
Mijn zoon wil
niet sterven
Pastoor-deken Tijssen van Sittard
Vlucht uit de huiskamer
j
Moderne Franse orkestmuziek
en
J
V
ening Aartsbisdom
^weemaal overtekend
Zondag
Overheidsbemoeiing
aan strakke teugel
Hoofdpunt van A.R.-beleid
SCHEEPVAARTBERICHTEN
ZATERDAG 26 OKTOBER 1957
PAGINA 11
r"
Ander hctlf jaar voor
22-jarige verdachte
Liturgische weekkalender
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiitifiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin
Vanavond
BENDER
door HARRIET H. HOUSER
BÜ de firma J. J. Romen en Zonen
te Roermond is zojuist de eerste
biografie verschenen van de vroe
gere deken van Sittard, Louis P. H. J.
Tijssen, die, geboren te Wessem (Lbg)
m 1856, in 1929 te Sittard overleed in
roep van heiligheid. Het boek werd in
opdracht van mgr. dr. G. Lemmens,
bisschop van Roermond, geschreven
door pater Jac Schreurs M.S.C., aan
Wie de bisschop te voren opdracht had
gegeven het vooronderzoek in te stel
len naar de levensomstandigheden van
pastoor-deken Tijssen. De aldus verkre
gen gegevens berusten in twee docu
mentaire dossiers op het bisdom en
zullen dienen als uitgangspunt tot het
inleiden van het proces van zalig- en
ha1 ^verklaring te Rome. Aan de
oand van deze gegevens heeft pater
unreurs, eveneens in opdtacht van
|dgr. Lemmens, een eerste, voorlopige
~vensbeschrijving van deken Tijssen
samengesteld, welke kort geleden in
boekvorm is uitgekomen.
WÜ hebben dit boek met groeiende be
wondering en ontroering gelezen. Niet
Zozeer omdat het goed geschreven is
T- wat kan men anders van pater
Schreurs verwachten? niet omdat
wp persoonlijk deken Tijssen hebben
gekend, maar enkel en alleen omdat
hier het leven wordt verhaald van een
uitermate „priesterlijke mens en men
selijke priester", die ons in onmiddel-
hjk contact brengt met de eigenlijke
zin van ons be
staan. Daar komt
dan nog bij, dat
wij hier niet te
doen hebben met
een van de vele
moderne priester
romans, waarvan
wij de hoofdper
sonen in de wer
kelijkheid niet of
nauwelijks ont
moeten, maar met
*en gewoon leven van een gewoon mens,
e niets bijzonder opvallend heeft ge
in n"'* gePn §rote geleerde was, maar
l het gewoneuitblonk door ongewoon-
dfin' .omdat hij de uitzonderlijke waar-
hoiuferdVan Zi^n roePing voor de v°He
j,0 procent au sérieux heeft ge-
Vero I1 en' ge(!reven door een zich zelf
ncie belangeloze liefde, zijn hele
dien°?h'iikheid uit liefde tot God in
sen heeft gesteld van zijn medemen-
Achtereenvolgens behandelt de
schrijver Tijssen's jeugd te Wes
sem, zijn vier en twintig dienst
jaren te Rolduc en tenslotte zijn pasto
raat te Susteren en Sittard. Heel zijn
levensweg kenmerkt zich door een
trouwe plichtsvervulling en een tot het
uiterste gecultiveerde geest van gebed.
Zijn speciale voorliefde had de rozen
krans. zonder welke Tijssen, getuigen
Veler uitspraken, Tijssen niet was.
Offerend, biddend en zorgend, en
hemel en aarde met zijn hart omspan
nend, zegt pater Schreurs, kwam deze
hederige en onderdanige Aaron tot
*ulk een gelouterde doorzichtigheid, dat
h'en de mens niet meer in hem ont
waarde maar de priester en de „ande-
je Christus": beelden, waarin hij voort-
j®eft in het hart van het volk en waar-
hsJ'Ü voor velen, die omgang met
"etn
Werd,
mochten hebben, een genade
Alles wat hij deed, deed hij voor
°d. die hii Ziin liefde .en harm-
j,„h. die hij Zijn liefde en barm-
te nn v?or de zwakke mens tracht-
sen"a Bodsd°ifnesnt on ^°rd dcken Tijs-
™ensendienst, zijn leven cerste Plaats
overeenkom-
44 ac ver
liefde Sr°0tSte 8ebod een leveH" van
Men moet in dit boek geen spectacu
laire feiten zoeken. Die zijn er niet
omdat ze in deken Tijssen's leven niet
voorkwamen. Des te meer echter
spreekt uit deze levensgeschiedenis de
heldhaftigheid van trouwe plichtsver
vulling en zuivere naastenliefde. De
schrijver heeft zich zeer terecht een
strenge beperking opgelegd en zich
daaraan trouw gehouden. Zijn boek im
kers is maar een eerste ontwerp, dat
geheel en al steunt op getuigenissen
an tijdgenoten, die deken Tijssen per
soonlijk hebben gekend. De bedoeling
af^ek'van wrJZFïTZg*?*
kingstelling van de regering luidde het
arrest van het Haagse gerechtshof in
de zaak tegen een 22-jarige classificeer"
der uit Nieuwlekkerland, die in eer?to
Instantie eenzelfde straf had gekregen
Toen hij 17 maart beschonken thuis
?jwam, hadden zijn ouders de politie ge-
T^frschuwd. Verdachte had een van de
ten mannen hi et een mes aangeval-
vonnrnaar «en wachtmeester was hem
waaJ^weest en had op hem geschoten,
lijk ,?e classificeerder levensgevaar-
Lerd gewond.
kantore g^?r®'ddag om vier uur ten
bank N V fü Nederlandse Krediet-
werd gesinf. An,sterdam de inschrijving
ning, die h P Van de Kerkenhouwle-
grootte vn» Aartsbisdom Utrecht ter
ultgeschr», twce miljoen gulden had
tweeina-ii n' bleek deze meer dan
Er bp?t °vertekend te zijn.
ling von i"3 vooral grote belangstel
den ürï. e kleine coupures van hon-
beschikü waarvan er slechts 250
tnoeeliikP waren- Om vooral zoveel
Vraat» tegemoet te komen aan de
zal Lfvan kennelijk kleine spaarders,
Bnitw! aantal obligaties van honderd
ten ir aanzienlijk worden uitgebreid
der,»koste van de stukken van vyfhon-
duizcnd gulden.
Tit-6 u?eroep' dEd de aartsbisschop van
wliff Plgr- dr' B- J- Alfrink, twee
kattrol ^e den via de kansels op de
ao-tvleje bevolking deed, om het
artsbisdom aan financiën te helpen
voor de veelomvattende kerkenbouw
in de eerstkomende jaren, is dus niet
vergeefs geweest. De aantrekkelijke
rente van zes procent zal overigens ook
hijgedragen hebben tot de grote be
langstelling voor deze lening.
ZONDAG 27 oktober: Feest van Christus-
Koning; eigen mis; 2 geb. v. d. 20e zon-
öag na Pinksteren; credo; eigen Drel
wit. MAANDAG; H.H. Simon en Judas
apostelen; eigen mis; credo; prei. v. d!
apostelen; rood. DINSDAG; Mis v. d. 20e
zondag na Pinksteren; groen. WOENS
DAG: Als dinsdag. DONDERDAG: Als
dinsdag. VRIJDAG: Allerheiligen; eigen
mis; credo; wit. ZATERDAG: Allerzielen;
«igen missen; pref. v. d. overledenen;
zwart. ZONDAG 3 november: 21e zondag
na Pinksteren; eigen mis; (Den Bosch,
Breda en Roermond: 2 geb. H. Hubertus);
cre(jo; pref. v. d. H. Drieëenheid; groen.
is dan ook geen andere dan het geven
van een algemene indruk over dit voor
beeldige mensen- en priesterleven, zo
als deze onder de bevolking in ere wordt
gehouden. In zekere zin raakt Schreurs'
boek alleen de buitenkant. Een ana
lyse van de diepere persoonlijkheid van
Tijssen moet voorbehouden blijven aan
een latere biograaf, die de beschikking
zal moeten krijgen over meer persoon
lijke gegevens dan pater Schreurs ten
dienste stonden.
Dit neemt echter niet weg, dat men,
al lezende in dit boek, langzamerhand
zijn bewondering voelt groeien voor
deze edele mens van onze tijd, in wiens
leven het zuivere Evangelie van de
liefde tot God en de naaste prachtig
gestalte heeft gekregen.
Wij hopen, dat velen het ter hand zul
len nemen. Een betere preek dan dit
door daden prekende leven is niet denk
baar. Het schudt iets in ons wakker,
dat blijvende vruchten kan dragen. Om
dat wij hier geconfronteerd worden met
de werkelijkheid van het echt-beleefde
Evangelie'.
Advertentie
99
aurits Dekker neeft onder de
veelzeggende titel „Op zwart
stramien" een bundel van zes
verhalen gepubliceerd bij de N.V. Van
Munsters Uitgevers-Maatschappij te
Amsterdam. Deze korte geschiedenis
sen, op zwart stramien geborduurd met
de bizarre kleuren, die vaak door de
droom aan het leven worden verleend,
vormen tezamen een uitnemend staal
van Dekkers vertelkunst. De gebeurte
nissen door de auteur verhaald spelen
zich af in het niemandsland tussen wa
ken en dromen, tussen leven en ster
ven en zowel het mededogen voor de
medemens als de meedogenloosheid,
die Dekker nooit geschroomd heeft in
de loop van het mensenleven te consta
teren, geven aan de novellen een sfeer,
welke men kent uit vroeger werk van
de romancier, zoals in „Ine Pius Be
veelt", een van de meest geslaagde
specimina van zijn oeuvre. De humo
ristische inslag ontbreekt geenszins
maar is gemengd met de bitterheid
van de teleurgestelde mens; van de
mens die door het lot niet op de plaats
is gekomen, welke hij zich gedroomd
heeft; van de man die voor een dubbel
tje geboren is en daarom nooit een
kwartje kan worden, zoals de volks
mond zegt.
Is er navranter geschiedenis denk
baar dan die van Ome Karei, die de
vijftig al gepasseerd is als hij, vissend
met het kruisnet een bijzonder
recht hem verleend mei steun van een
hoge Piet van de scheepvaartmaat
schappij, waarhij Ome Karei als sto
ker gevaren had tot een ongeluk hem
een stijf been en een klein .maandgeld-
je bezorgde uit het buitengemeen
troebele en brakke water van de Bui
tensingelgracht een levensgrote zee
meermin ophaalt? Dat hij voor dit liefe
lijke wezen dat niet spreken kan en
hem alleen maar kan toelachen in lief
de ontbrandt, wie zal het de man kwa
lijk nemen? Was hij niet op vier opeen
volgende reizen in Galveston verkik
kerd geraakt op een door-en-dóór keu
rige buffetjuffrouw uit een bar van
standing en was er, niettegenstaande
hif op zijn vier brieven na zyn onge
luk geen antwoord had gekregen toch
niet iets blijven nasrneulen in z|n on
getrouwd gebleven mannenhartJ Niet
dat Karei verzuurd was Weineen!
Wie het bed alleen heeft kan schuin
of dwars liggen, zoals h« veJ„ Ijl
Maar je gaat steeds minder van het
leven verwachten, vooral in de naoy-
heid van het abattoir bij de Veemarkt.
„Achter de gebouwen van de Vee
markt klonk het gedempte loeien van
koeien. Stil maar, morgen, als de zon
weer opgaat aan de kant van Zee
burg, komen jullie aan de beurt. Dat
ging tegenwoordig ook met knoppen,
schietmaskers. Komt u maar hier,
knop, volgende. En mijn zuster, die
juist vóór mij naar binnen ging? Zit
al in de worst. Knop! Zo leef je, zo
ben je dood. Een mens ook".
Man vangt zeemeermin
En daar vangt een man opeens een
zeemeermin. Maar bi) Dekker, anders
aan b.v. Heijermans, wordt deze zee
meermin het glorieus symbool van al
hooft "5® Karel in zijn leven gemist
neeit, Zij is VOor hem niet eens een
Xf°uw' z.'j is de belichaming van alles
mooi' edel, beklagenswaardig (dit
?L PPa noodzakelijke kwaliteit in de
Maurits Dekker), liefelijk en
hooft Vit?') 1. gevoelens van de visser
J z,,n karakteristieke, puntige
stijl volmaakt duidelijk gemaakt.
o„"™L„n00it „bad hU zich zo veilig
vnnff in J een vrouw gevoeld.
»oLJh? g,en,heid of verontrusten-
keken zij elkander aan:
Pd£ ®'kaar volstrekt niets te
zeggen hadden. Rein, onschuldig en
leeg waren hun blikken, als die van
een paar lammeren".
Het ligt voor de hand, dat Karei
haar niet meer kan verlaten als hij
haar uit medelijden op zijn bakfiets
naar het Bloemendaalse strand brengt
om haar weer aan haar element toe
te vertrouwen. Dan komt een hoog op
lopende golf met een kuif van schuim
als een schelp boven hun hoofden te
staan en buigt zich dan over beiden
heen.
Dit en andere verhalen uit de bundel
tonen de poging van de auteur om te
ontkomen aan de huiskamer en huiska-
mereebeurtenisjes. Tot de laatste oor-
log immers was de huiskamer het
eigenlijke slagveld waarop in de Ne
derlandse letterkunde de levensslagen
werden gewonnen of verloren Van
oudsher is dat zo geweest. Het burger
dom dat de Heren de voorrang ver
leende boven de Keizers en Prinsen
zie de volgorde van de Amsterdam-
se grachten! - trok alles naar zyn
eigen niveau.
Koning op pantoffels
In alle landen en talen is het verhaal
van Relnaert de Vog beroemd en wordt
graag; gelezen. Waar bij een schrijver
van niet-Nederlandse nationaliteit ol
mentaliteit Koning Nobel zich waar
schijnlijk had vertoond onder de luister,
de glans van zijn Koningschap, de
majesteit van zijn heerschappij t over
allo dieren, daar kon de geniale Neder
landse auteur van dit epos Nobel met
anders zien dan als koning op pantof
fels, een vorst die, uiterst goeiig, zich
laat ringeloren door zijn gade en, klei-
ne burger die hij in wezen is, prompt
bereid blijkt zijn koninklijke preroga-
tieven cn rechten te gebruiken om zich
op een infame manier te verrijken of,
laat ons zeggen, op een althans weinig
koninklijke manier te dien aanzien te
gedragen. En ook Keinaert zelf is niet
de geniale bedrieger met een levens
stijl, die men, tegen beter weten en
z(jn gevoelens van rechtschapenheid
in, zou moeten bewonderen. Neen, hij
liegt en bedriegt niet om de lust van
het kwaad, niet met een superieure
minachting voor degenen die hem
maatschappelijk hebben durven uitsto
ten en negeren. Hij rooft en steelt al
leen maar, opdat hij zijn buit naar
Maupertuis kan slepen en daar met
vrouw en kinderen de boel kan opvre
ten In een echt burgerlijke genotzucht
ten aanzien van tong en buik.
Is het niet ongeloofwaardig dat de le
gende van de Vliegende Hollander
niet uit Nederland stamt? De Kapitein
De Decker of Van der Decken wordt
uitgestoten uit de Nederlandse belan
gengemeenschap omdat hij niet naar
de kerk gaat. Niet omdat hü niet ge
looft, dat interesseert niemand. Maar
omdat hij de burgerlijke moraal van
het naar-de-kerk-gaan durft te trotse
ren. En het is wel karakteristiek dat
het ergste, dat het burgerlijk brein kon
uitdenken, hem tot lot werd: lijj mocht
niet meer thuiskomen. Hem werd een
huis, een gezin ontzegd. Hij moest blij
ven zwerven, evenals die andere deug
niet, die nergens zijn hoofd kon neer
leggen: Uilenspiegel. Ook deze was
Immers gedoemd omdat hil de kleine
luiden op de hak neemt niet ten op
zichte van hun agrarische stand,
maar ten aanzien van hun beperktheid
van levenservaring. HU verstoort de
idyllische orde die immers niet de ni
ne is. Dol geworden door het gebrek
aan ruimte in de Nederlanden, wordt
hij een opstandige. Maar al_ vlucht hij
telkens verder, toch zal hij nergens
verder komen dan de horizon, die im
mers ook al weer door mensen ge
maakt is.
Hoe me/kwaardig is het en tevens
hoe volkomen te begrijpen, dat wij,
Nederlanders, die ons land afwonnen
van de zee, geen epos van de zee het
onze kunnen noemen. Het vloeiende
van de zee, het vluchtige van de lucht
tracht de Nederlander zo spoedig mo
gelijk te consolideren tot de vaste
grond, waarop zijn ei^en huis staat.
Niet voor niets zijn wij in de schilder
kunst groot geworden door de interi
eurkunst. En dat werd weer mogelijk
gemaakt omdat onze rijke kooplieden
geld over hadden, niet voor het ongrijp
bare van de muziek, niet voor de mo
numenten, die een stad moesten opluis-
teren maar voor een schilderij dat
grijpbaar is. dat men thuis kan ophan
gen Ook wel voor een boek, waarop
men zijn hand kan leggen en zeggen:
dat is van mij!
De bekenste '•oman die zich bezig
houdt met de emancipatie van de
vrouw: „De Klop op de Deur" van Ina
Boudier Bakker, toont ons bijna uitslui
tend de veranderingen die in Neder
landse binnenkamer hebben plaats ge
vonden. De groei der sociale beweging
wordt besproken over het pluche tafel-
kleed heen; men confronteert alles met
het gezin; men toetst de vooruitgang
aan milieu-gewoonten. Immers ons is
het leven in het koffiehuis, in de club
onbekend. Als de Nederlander een eta
blissement hinnengaat om zijn dorst te
lessen, inplaats van thuis zijn kopje
MAURITS DEKKER
koffie te drinken, noemt hij dat: uit
gaan.
Als de humor optreedt, dan randt hij
bij voorkeur de Nederlander aan in de
huiskamer. Multatuli schreef het salie-
avondje bij Juffrouw Pieterse, Beets
liet koek vergulden, Van Eeden treft in
zijn Grassprieties herhaaldelijk de bur
ger in zijn heiligdom, de huiskamer.
Als een kind straf krijgt, moet het naar
zijn eigen kamer, het mag niet meer
in de huiskamer blijven. Couperus
maakte zijn romanheldin tot iets bij
zonders door Eline Vere een afschuw
te doen krijgen van huis en huisgezin.
Navranl verhaaltje
Maurits Dekker laat zijn helden
meestal naar het lichaam nog wel ver
blijven in de hulskamer, maar vaak
dromen zij. Zi1 dromen van een onein
digheid, die zij niet bij name kennen.
ZU weten soms dat de dichter Mars
man gelUk had toen hij schreef: het
nest is goed, maar het heelal is rui
mer. Daarom zijn Dekkers mensen op
een vage manier altijd ontevreden met
de status waarin zij verkeren.
In deze bundel is het meest navrante
verhaaltje dat van de generaal, die ge
zien wordt in drukke discussie met een
groepje, jongens, van wie er een met
hem mee gaat. Het kind wordt ver
mist. Als de rechercheurs bij de gene
raal thuiskomen vinden zij in de kel
der een groot diorama met duizenden
loden soldaatjes, liggende achter draad
versperringen, in loopgraven, in slag
orde achter een heuvel. Rijen tanks
en pantserwagens. Aan de zoldering
hangen jachtvliegtuigen. De generaal
wijst de zwakke plekken aan in de stel-
lingen.
„Maar wij moeten de grootste voor
zichtigheid in acht nemen", vervolg
de hij.... „De inlichtingendienst van
de vijand is actief en gebrulkl zelfs
kinderen voor spionagewerk" „Je
hoort het. zelfs kinderen", herhaalde
de kleinste rechercheur tot zijn colle
ga. „Eén hebben wij gegrepen, maar
dat moet geheim blijven. Het is wel
jammer, want het was eigenlijk een
aardige jongen", zuchtte de generaal.
Hij schoof een paneel van het kamer
scherm terzijde en daarachter, aan
een balk, hing het lijk van een jon
getje met op de rug samengebonden
handen.
„Stakker, maar de krijgswetten zijn
nu eenmaal hard", mompelde de ge
neraal De politiemannen beaamden
het, maar het was onwaarschijnlijk
dat zil begrepen, wat het de oude ge
neraal gekost had om het vonnis te
voltrekken.
In deze laatste zin ligt het verschil
van deze verteller met veel andere
In de serie populaire klassieken
speelt het Omroeporkest o.l.v. Henk
Spruit voor de KRO o.m. Nachten in
de tuinen van Spanje van Manuel de Fal-
la. Soliste is daarbij de pianiste Danië-
le Dechenne. (402 m - 19.10 uur).
Het BBC symfonie-orkest speelt voor
het Derde Progr. o.m. de Zesde sym
fonie van Darius Milhaud o.l.v. de com
ponist. Dit werk werd twee jaar gele
den geschreven op Mills College, Oak
land, Californië, waar Milhaud leraar
is, bij gelegenheid van het 45-jarig be
staan van het Boston symfonie-orkest.
Hij componeerde het in de korte tijd
van zeven weken namelijk tussen 8 fe
bruari en 30 maart. Het Boston symfo
nie-orkest speelde het werk het eerst
o.l.v. Charles Münch. Het werk is op
gedragen aan Serge Koussevitzky en
zijn vrouw Natalie. (464 m - 21 uur).
Het Omroepkamerorkest wijdt zon
dagmiddag o.l.v. de Italiaanse gastdi-
rigent Carlo Damevino een concert aan
het werk van de zonen van Bach. (298
m - 14.15 uur).
Gré Brouwenstijn is de sopraansolis
te in de uitvoering van de Negende van
Beethoven o.l.v. Ernst Ansernet voor
Paris Inter. De overige solisten zijn de
Zwitserse alt Elsa Cavelti, de tenor
Josef Thrachsel en de beroemde bas
Heinz Rehfuss. (1829 m - 21 uur).
Het zondagmiddagconcert van het
BBC symfonie-orkest o.l.v. Rudolf
Schwartz omvat naast de Derde Leo-
nore-ouverture van Beethoven het Con
cert voor orkest van Bartok. (343 m -
15.30 uur).
De voorzitter van het partijconvent
van de A.R.-partij. dr. W. P. Berg
huis, heeft vandaag op de vergadering
van het convent te Utrecht de volgende
kort weergegeven samenvatting
gegeven van de hoofdpunten van het
anti-revolutionaire beleid voor deze
tijd.
Als organisatorische punten noemde
hü o.a. een zoveel mogelijk op elkan
der afstemmen van de protestants-chris
telijke activiteiten op verschillend ter
rein; een zo nauw mogelijke samenwer
king tussen de christelijke politieke
partijen met van A.R.-zijde als uiteinde
lijke doelstelling: één protestants-chris
telijke volkspartij.
Als politieke hoofdpuntenZuiver hou.
den positie overheid; strijd tegen ver
smelting; overheidsbemoeiing aan
strakke teugel; versterken positie par
ticulier initiatief; Europese integratie
ter verdediging van recht en vrijheid;
nieuwe maatschappijvormen naar
ieders recht en verantwoordelijkheid;
nationale krachtsinspanning ten behoe
ve van het volk van Nieuw-Guinea.
In het Luxemburgse plaatsje Stein-
sel, vlak bij de hoofdstad gelegen, heeft
men in een bos de grondvesten van een
Romeinse tempel met bijgebouwen uit
de derde eeuw ontdekt, gebouwd op de
tweesprong van Romeinse heerwegen
naar Metz en Trier.
Advertentie
GRAMOFOON-
AFDELIHG
gespecialiseerd in het
klassieke repertoire
AMSTERDAM
SPUI 12
schrijvers, die gruwelijke verhalen ver
zinnen. Dit schetsje is symptomatisch
voor het werk van Maurits Dekker: de
korte, stevige zinnen; het menselijke
mededogen dat eruit spreekt; zijn anti-
militairisme; het bewuste realisme;
zijn onderscheidingsvermogen tussen
functie en menselijkheid; de noodzaak
die hij voelt om zelfs een generaal de
droom te gunnen iets te betekenen in
het leven, als dat leven hem afgedankt
heeft. Een novelle als „De Brief" slaat
op het gebied van morbide somberheid
alles wat de uit Frankrijk geïmporteer
de litérature engagée maar zou kunnen
opbrengen, terwül „De Reiziger" van
een gehalte is, waarvoor de heer Sar
tre zelf zich niet zou behoeven te scha
men. En dat zegt iets want Sartre is,
hoe men er verder ook over moge den
ken, een van de begaafdste literatoren
van deze tijd. Door en door Nederlands,
beter nog: Hollands, heeft Dekker ook
nu weer kans gezien op dit Zwarte
Stramien van de uiterste menselüke
eenzaamheid kleuren te borduren van
bezinning en kleine vreugden van her
innering. En dat op zulk een wjjze, dat
bü alle overal achter schemerende
zwartheid, die de negatie is van alle
kleur, de positieve kanten van het be
staan die accenten van waarheid krü-
gen, welke Dekker stempelen tot een
der humaanste auteurs waarop Neder
land mag bogen. Voor liefhebbers van
het korte verhaal is hier een uitmun
tend geschreven, goed-verzorgde. inte
ressante bundel.
J. W, HOFSTRA.
lie grote componisten sedert Mo
zart zijn, door welke samen
loop van omstandigheden is nog
nooit uitgezocht niet verder gekomen
dan hun Negende symphonie. Dmitri
Schostakowitsch is 51 jaar en heeft zijn
Tiende in 1953 voltooid. Is hij nu een
groot of een nog groter componist? Mis
schien is het niet zo moeilijk onder de
ware leer van het Marxisme-Leninisme
zulke ingewikkelde processen te vol
brengen als het schrijven van sympho-
nieën. Men ontkomt bij het luisteren
naar muziek van Schostakowitsch nooit
aan de indruk, dat er een goed deel
schematiek in zijn schrüfwijze steekt,
schematiek die het gevolg is van het
feit, dat aan een componist in de Sov
jet-Unie de grenzen gesteld zijn.
Ook in de Tiende symphonie, die
door het Philharmonic-Symphony Or
chestra of New York onder leiding van
Dmitri Mitropoulos voor Philips
A 01175 L gespeeld is, hoort men dit,
aan factuur en harmoniek, aan de hele
conceptie van het stuk, dat bijna der
tig jaar na de Eerste symphonie ont
staan is, maar bü lange na niet zulk
een gedurfd persoonlijk geluid laat ho
ren als de overrompelend talentvolle
Eerste gedaan heeft. Het pad is voor
Schostakowitsch vastgesteld. Het begint
bij Tschaikowsky en het houdt reeds op
bij Mahler. Daar tussenin houdt hij zich
in evenwicht, maakt hij zün varianten
op het bekende, die altijd getuigen van
vakmanschap en een klankfantasie, die
men veel groter vermoedt dan zij zich
in werkelijkheid kan uiten.
Het beoordelen van een onder deze
omstandigheden geschreven werk als
dez Tiende symphonie in e op. 93
is dan ook niet eenvoudig. Zou men
gjneigd zün haar als onvrij maak
werk terzüde te schuiven, er is toch
telkens iets in het geluid dat zü laat
horen, dat getuigt van te sterk talent,
een geest die ook de schema's nog
wel weet te dwingen tot zoiets als
een manifestatie van persoonlijkheid.
Er is heel veel Tschaikowsky in dit
tuk, regelrechte reminiscenties zelfs,
zowel in thematiek als in algemene
conceptie. Het is een overwegend
sombere, zwaar nostalgieke muziek,
die, zoals ook bij Tschaikowsky ge
beurt, in één deel omslaat naar een
wilde, angstaanjagende uitbundig
heid, in dit geval duidelijk geïnspi
reerd op machinale energieën. Het
doet denkan aan Prokofieff, maar de
laatste bedrijft er slechts een harte
loos spel mee. Bij Schostakowitsch
klinkt het veeleer als een obsessie,
waarvan hü zich tracht te bevrijden
in een hevig vertrokken karikatuur.
Zo lükt alles weinig genoeg overi
gens wat in deze symphonie naar
de vorm vrolük is, een geforceerde
grimas. Is het de tegenkant van de
somberheid, die de componist hier
belijdt? In zün uitvoerige langzame
delen - het eerste en een omstandi
ge inleiding tot het laatste komt
hij moeizaam van de grond en als hij
zich verheft, bouwt hij climaxen van
starre ostinati en sequenzen in een
gillend, expressionistische klank. Het
is alsof de mens .Schostakowitsch,
door het masker van zijn bolsjewisti
sche fashionahelheid heen zün ware
gelaat poogt zichtbaar te maken. Dat
ma kt dit werk niet tot een aange
naam, maar wel tot een boeiend stuk,
vooral ook omdat het uitmuntend op
de plaat is gebracht in een magistra
le uitvoering.
Degenen, die liever muziek voor hun
loutere genoegen willen horen, wüs ik
op Philips A 01269 L, waarvoor Eugene
Ormandy en het Philadelphia Orches
tra drie werken uit het moderne Fran
se repertoire hebben gespeeld, n.l. van
Debussy de „Prélude l'après-midi
d'un faune" en de „Trois Nocturnes"
(voor „Sirènes" met vrouwenkoor) en
van Ravel de Tweede suite „Daphnis
et Chloé". Het is een grote aantrekke-
lükheid van deze plaat, dat zü juist drie
an de prachtigste werken uit die pe
riode verenigt. Als men tevreden is met
deze zeer heldere, materiële en volu
mineuze orkestklank, dan is dit een
ideale opname, die geen wens onver
vuld laat. Wil men daarentegen de poë
zie van de immateriële klank en de ver-
wazende lün, dan moet men zoeken by
Europese dirigenten en orkesten. Het is
prachtig gedaan, maar het mist veel
van het mysterie.
ciaties aan te horen. In dit opzicht leve
ren solist en dirigent een belangryke
prestatie. Of men Grumiaux' toon iets
te scherp vindt, of enigszins koud bril
jant is een kwestie van smaak. Opmer
kelijk is, dat de plaat scherp en wat
jnzydig op de hoge tonen is ingesteld.
Iets anders is, dat Grumiaux zijn za
ken niet zo perfect beheerst, als hü
juist in een dergelijke op de naakte
zikale feiten afgestelde vertolking
behoorde te doen. Figuren zijn vaak niet
i „er uitgewerkt en voTnamelyk in
het eerste deel zit hij nogal eens laag
in de toon. Het is de vraag of Gru
miaux ernstig genoeg studeert voor de
rol van een groot virtuoos.
Een violist, die het aan ernst en vol
maakt meesterschap niet ontbreekt,
blijft Zinc Francescatti. Hü speelde
voor Philips S 04620 L het eerste viool-
concei van Paganini en het Derde van
Saint-Saëns, resp. begeleid door de or
kesten van Philadelphia en New York
onder Ormandy en Mitropoulos. Men
kan over deze concerten oordelen zoals
men wil, maar beter kan men ze niet
tnren spelen dan met deze volle glan
zen toon en deze feilloze greep, die
finesse paart aan élan.
Koorwerken
Tot besluit twee voorbeelden van de
op de plaat niet al te vaak voorkomen
de combinatie koor en orkest: Psalm
XIII yan Liszt en het „Schicksalslied"
van Brahms, op Columbia CX1429
vastgelegd in een uitvoering onder de
meesterlijke leiding van Sir Tjiomas
Beecham met de Beecham Choral So
ciety en het Royal Philharmonic Or
chestra met de tenor Walter Midgley.
De plaat wordt nog aangevuld met een
vol gloed gespeelde Akademische Fest-
ouverture. Het Schicksalslied. geschre
ven op een tekst, die is samengesteld
uit Hölderlins „Hyperion", is weinig be
kend, ofschoon het uit Brahms' rijpe ja
ren stamt. Het typeert de componist
niet minder dan zijn „Vier ernste Ge-
sange" en zijn „Ein Deutsches Requiem"
in zyn onorthodoxe, humanistische reli
giositeit, zijn diep verborgen donker
eschatologisch begrip en de treffend
zuivere manier, waarop hij daaraan in
muziek uiting geeft. Of dit het nu is,
dat de toehoorder het hart kan ver
ruimen is een andere vraag, maar het
is een voor Brahms karakteristiek
werk, dat de vergetelheid, waarin het
leeft, niet verdient.
Ook Liszt wilde op zijn manier de
menselijke noot in de sacrale muziek
brengen. Hij droomde van een gehuma
niseerde kerkmuziek en schreef daar
voor o.m. deze Psalm, die wij nu horen
a s een fraai stuk rethoriek. Deze bei
de werken vormen een merkwaardige
combinatie. In dit onderlinge verband
gebracht, belichten ze elkander zeer in
structief. L. H.
Vioolconcerten
Er valt voorts melding te maken van
enige belangwekkende opnamen van
vioolconcerten. De eerste betreft Beet-
hovens Vioolconcert, gespeeld door Ar
thur Grumiaux met het Concertgebouw
orkest onder leiding van Eduard van
Beinum en door Philips in een luxueus
album uitgegeven (L 00484 L). Naar de
voordrachtsstül genomen, is dit een
zeer boeiend voorbeeld van een modern
strikt musiceren van een concert dat
men gewend is met vele gevoelsasso
Vertaald, door
I. Gavers
van Geuns.
UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIHHHIIIIIII
3
Hentz vroeg zün vader: „Ik zal toch
blüven, denkt u, vader?" Telkens en telkens weer
vroeg hy: „Vader, zal ik nu altyd verlamd bluven.
Fred keerde zyn hoofd van Hentz af. Tranen stroom
den over zün gezicht. Toen pas hoorde ik dat J
zoon verlamd was. Ik had nog nooit iemand geke
die zyn nek of rug had beschadigd en ik wist mets
af van ruggemerg, zenuwen of spieren.
Na in het ziekenhuis aangekomen te zün, wera
Hentz onmiddellijk naar de röntgenkamer gebracl
Hü lachte en maakte grapjes met het meisje dat
daarby behulpzaam was, maar ofschoon ze glim
lachten, voelde Ik de spanning terwyl ze de toto s
maakten. De dokter in de röntgenkamer bestudeer
de de foto's toen ze ontwikkeld waren. Hy sprak
niet tegen ons, en toen ik hem vroeg wat hy uit de
foto's opmaakte, zei hij: „Uw zoon heeft zijn nek
gebroken." Ik wist dat zoiets haast altüd dodeiyk
was.
Ik vroeg: „Is er een kans dat hü blüft leven?"
„O ja," antwoordde hij.
Hentz werd van de röntgenkamer naar een tweeper
soons kamer gebracht, waar reeds een jonge poli
tieman lag met een verbryzeld been. Hentz werd
niet van de brancard van de ambulance afgehaald
omdat de dokter hem niet wilde overbrengen. Hy
scheen geen pün te hebben, maar niet lang daarna
kwam de zuster hem een injectie geven.
De orthopedische chirurg was in de operatieka
mer en kon Hentz zelf niet bekijken, maar ny stuur
de zün assistent om hem te onderzoeken. Ik vroeg
me af wat hü bedoelde toen hü Hentz vroeg om
zyn benen te bewegen. Dat kon hü niet. De dok
ter vroeg hem om zün rechterarm te bewegen. Ook
dat kon hy met, maar wel een beetje zün linkerarm
ofschoon hy de speldeprikken die de dokter hem
over zyn hele lichaam gaf, niet voelde. Ik begreep
niet waarom de dokter hem speldeprikken gaf. La
ter zou ik nog vele malen doktoren spelden in het
lichaam van myn zoon zien prikken en God smeken
ze hem te laten voelen.
da^ we moesten wachten, sleepten zich
voor by. De chirurg was nog steeds in de operatie
kamer. In de gang buiten zün kamer begonnen vrien
den zich te verzamelen. De injectie had Hentz in
slaap gebracht en hü zag er heel rustig uit hoewel
ze zandzakken om zün nek en hoofd hadden geplaatst
om hem te beletten enige beweging met zün nek te
maken. Na een tüdje kwam de jonge dokter terug
en nep Fred en mü in de gang, een eindje van de
groep mensen. Tegen deze tüd had het gerucht zich
verspreid, dat Hentz zün nek niet gebroken, maar
ontwricht had en niet heel ernstig. We wilden maar
al te graag het goede nieuws geloven. De dokter
zei: „Ik vind het verschrikkelük om u dit te moeten
vertellen, omdat ik niet uw dokter ben, maar dr.
Hill is nog steeds in de operatiekamer en hij vindt
het nodig dat u de toestand van uw zoon kent. Zijn
ruggegraat is gebroken of zo goed als gebroken
en het zal een wonder zün als hü dit overleeft."
Ik had het gevoel ruw in woelig zwart water ge
slingerd te worden en te stikken. Fred zag zo wit,
dat ik bang was dat hij flauw zou vallen. Ik zag
dat we vlak by de uitgang stonden. Mensen stonden
naar ons te kyken en daarom wilde ik naar buiten,
de frisse lucht in. \YÜ wandelden het grasveld op
en bleven in de schaduw van een mirteboom staan.
Geen van beiden sprak.
Na een lange stilte zei Fred: „Wel, er zyn heel wat
dingen die hü doen kan, zelfs als hü invalide blüft.
Met zün stel hersens kan niets hem tegenhouden."
Ik wist, dat hü mü probeerde gerust te stellen en
misschien zichzelf ook wel.
Ik zei: „De dokter denkt niet, dat Hentz zal blij
ven leven. Dat bedoelde hü. Hü bedoelde, dat het
een wonder zou zün als hü het overleefde."
Fred werd nog bleker dan hü al was. „Neen, dat
heeft hü vast niet bedoeld".
Ik wilde hem zo graag geloven, maar ik wist wel
beter. We zagen de jonge dokter van het ziekenhuis
naar ons toe komen lopen. Ik moest weten wat hü
bedoeld had, toen hü met ons praatte in de gang.
Daarom vroeg ik het hem.
„Mevrouw Houser, ik vind het allerverschrikke
lijkst u te moeten vertellen, dat als uw zoon blijft
leven, dit een wonder zal zün. Het kan twaalf uur
duren of achttien, misschien vierentwintig. Wü kun
nen niet aannemen, dat hü blüft leven."
Ik geloof dat iedere moeder zich wel eens heeft
afgevraagd, hoe zy op zulk tragisch nieuws zou rea
geren. We hebben ons waarschünlük allemaal wel
eens zulke ogenblikken van angst en marteling voor
gesteld. Ik had altüd gedacht dat dat het enige von
nis zou zyn, dat ik niet zou kunnen aanhoren. Ik
had gedacht dat dan mijn hart zou ophouden met klop
pen of dat ik gek zou worden. Er gebeurde niets van
die aard. Wij huilden niet. Eén snik niet meer
deed het lichaam van Fred heftig schokken. Ik
hoopte dat ik uit deze verschrikkelüke nachtmerrie
zou ontwaken niet langer de man zou zien, die
het gras bemestte; en al die mensen, die zuchtend
de hoge trap opklommen met bloemen in hun ar
men; de rustige jonge dokter, die zich bezorgd
stond af te vragen of wij zün hulp nodig hadden;
de verpleegsters en assistenten, die snel en doelbe
wust heen en weer de lange gang door liepen.
Ik weet niet hoe lang we daar gestaan hebben.
Later in de zomer werd de mirteboom omgehakt.
Fred zei dat hü daar blü om was, omdat hü van die
boom een afkeer had gekregen. Sindsdien zün er
twee jaar verstreken. Onze zoon leeft nog steeds
en de mirteboom, die opnieuw uit zün wortels ge
bot is, ook.
Vorige zomer bloeide hy prachtig.
Op die eerste dag kwamen ze Hentz om vier uur
halen om hem naar de operatiekamer te brengen.
Wordt vervolgd)
ABBEKERK 26 te Aden.
ANTONIA 24 v. Tjilatjap n. Singapore.
ARGOS 26 te Genua.
BALONG 26 te Belawan.
BATJAN p. 25 Minikoy n. Belawan.
BATU 25 v. Singapore n. Pt. Swettenham.
BOSKOOP 25 v. Dover n. Barbados.
DORDRECHT 29 te Trinidad verw.
EENHOORN 25 v. Bremen n. R'dam.
EOS 25 te Piraeus.
ERINNA 25 te Singapore.
GANYMEDES 25 te Antw.
GIESSENKERK p. 25 Kobe n. Tsingtao.
GOOILAND 25 v. Las Palmas n. A'dam.
HOUTMAN 25 te Das es Salaam.
JAPARA KRL 26 te TJ. Priok.
KOTA GEDE 25 v. Singapore n. Tj. Priok.
LISSEKERK 26 te Abadan.
LOUIS LANTZ 24 v. Monrovia n. R'dam.
MAASLAND p. 25 Ouessant n. Las Palmas.
MAASLLOYD 25 v. Belawan n. Colombo.
MARISA p. 25 Muskat n. Tamatave.
MEERKERK p. 25 Daedalus n. Pt. Said.
MERWELLOYD 26 te Semarang.
MUIDERKERK 25 te Mombassa.
ORANJE p. 25 Gibraltar n. Southampton.
ORANJE NASSAU 25 v. Dover n. Trinidad.
OVULA 26 te Pladju.
PENDRECHT p. 25 eil. Masira n. Nynash.
PHRONTIS 25 v. Aden n. Suez.
ROEBIAH 26 te Cheribon.
ROEPAT 25 v. Makassar n. Probolinggo.
SCHIE 25 v. Latakia n. Istanbul.
STATENDAM 25 v. Havre n. R'dam.
STRAAT MALAKKA 25 te Walvisbaai.
TJILUWAH 26 te Bali.
VAN NECK 27 te Wellington verw.
WELTEVREDEN 26 te Surabaja.
WONOGIRI 25 v. Aden, 27 te Djeddah verw.
ZONNEKERK 25 ten anker b;J Cochin.
ALGENIB 25 v. R'dam n. Bombay
CASTOR 25 v. R'dam n. Amsterdam
IBERIA 25 v. Rotterdam n. Rande
MAASKERK 25 te Amsterdam
STAD ALKMAAR 25 te Rotterdam
STAD BREDA 25 v. R'dam n. Seven Eil.
STATENDAM 26 te Rotterdam
AAGTEDIJK 25 v. P'-rt Sudan n. Suez
AALSDIJK 26 te Bo; ton
AEGIS 25 v. New Orleans n. Maracaibo
ALDABI 25 v. Santos n. Rio de Janeiro
ALGOL 26 te Buenos Aires
ANGOLAKUST 25 V. Freetown n. Dakar.
ALTHENA 26 te Rio de Janeiro
ALMDIJK 25 v. Lissabon n. Havana
AMSTELDIEP 26 v. Marseille te Genua
AMSTELDIJK 25 v. Londen n. Bremen
ARENSDIJK 25 v. Hamburg n. Antw.
ATTIS 24 v. New York n. Curasao
BENGALEN 25 v. Quincy n. Cardenas Cuba
BENNEKOM p. 27 Trinidad n. Bolivar
CALAMARES 26 te New Orleans
CARILLO 26 te Pto Armuelles
DELFLAND 26 te Viktoria
DIEMERDIJK 25 v. Oakland n. Los Angela*
FELIPES 26 pt. Dickson
GAASTERLAND 26 v. Bahia n. Las Palmaa
GUINEEKUST 25 v. Dakar n. Konakry
HECUBA 25 v. Georgetown n. Baltimore
HEEMSKERK 26 te Cadiz
HYDRA 26 te Balboa
KELLETIA 25 v. Curasao n. R'dam
KELLIA p. 26 Kiel n. Ornskoldsvik
KERMIA 25 te Pta Cardon
KRYPTOS 26 te Curasao
KYLIX 25 v. Buenos Aires n. Curasao
LEERSUM p. 26 v. Singapore
LEMSTERKERK 26 te Abadan
LOMBOK 25 v. Baltimore n. Cristobal
LOENERKERK 26 te Suez
MIJDRECHT 25 v. Avonmouth n. R'dam
NAESS COMMANDER p. 25 Algiers n. Sidon
ORANJESTAD 26 te Fort de France
PERNA p. 25 Mozambique n. Lourenco
Marques
PIETER 25 v. Swansea n. R'dam
POLYPHEMUS 25 te Singapore
PURFINA HELLAS 25 v. M. al Ahm. n.
Suez
RAKI 25 v. Djibouti n. Assab
SINGKEP 26 te San Francisco
SIRRAH 25 v. Abadan n. Singapore
SOESTDIJK 26 te Philadelphia
SOLON 26 te Freeport
SOMMELSDIJK 27 te Antw. verw.
STEENWIJK 25 v. Baltimore n. Nederl.
THEMIS 25 v. New Orleans n. La Gualra
TOMOCYCLUS 25 v. Curasao n. Cabimas
TOMORI 26 te Karachi
W. ALTON JONES 26 v. M. al Ahm.
Philadelphia
WITMARSUM 26 te Havre
WONOSOBO 26 te Colombo
ZAANLAND 25 v. Santos n. Montevideo.