De man met de rozenkrans Poging politie met mes aan te vallen MAURITS „Op zwart DEKKER borduurt stramien M' Van boeken en schrijvers Radio eo TV Klassieke muziek op de plaat Schostakowitsch' tiende symfonie A Mijn zoon wil niet sterven Pastoor-deken Tijssen van Sittard Vlucht uit de huiskamer j Moderne Franse orkestmuziek en J V ening Aartsbisdom ^weemaal overtekend Zondag Overheidsbemoeiing aan strakke teugel Hoofdpunt van A.R.-beleid SCHEEPVAARTBERICHTEN ZATERDAG 26 OKTOBER 1957 PAGINA 11 r" Ander hctlf jaar voor 22-jarige verdachte Liturgische weekkalender liiiiiiiiiiiiiiiiiiiitifiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiin Vanavond BENDER door HARRIET H. HOUSER BÜ de firma J. J. Romen en Zonen te Roermond is zojuist de eerste biografie verschenen van de vroe gere deken van Sittard, Louis P. H. J. Tijssen, die, geboren te Wessem (Lbg) m 1856, in 1929 te Sittard overleed in roep van heiligheid. Het boek werd in opdracht van mgr. dr. G. Lemmens, bisschop van Roermond, geschreven door pater Jac Schreurs M.S.C., aan Wie de bisschop te voren opdracht had gegeven het vooronderzoek in te stel len naar de levensomstandigheden van pastoor-deken Tijssen. De aldus verkre gen gegevens berusten in twee docu mentaire dossiers op het bisdom en zullen dienen als uitgangspunt tot het inleiden van het proces van zalig- en ha1 ^verklaring te Rome. Aan de oand van deze gegevens heeft pater unreurs, eveneens in opdtacht van |dgr. Lemmens, een eerste, voorlopige ~vensbeschrijving van deken Tijssen samengesteld, welke kort geleden in boekvorm is uitgekomen. WÜ hebben dit boek met groeiende be wondering en ontroering gelezen. Niet Zozeer omdat het goed geschreven is T- wat kan men anders van pater Schreurs verwachten? niet omdat wp persoonlijk deken Tijssen hebben gekend, maar enkel en alleen omdat hier het leven wordt verhaald van een uitermate „priesterlijke mens en men selijke priester", die ons in onmiddel- hjk contact brengt met de eigenlijke zin van ons be staan. Daar komt dan nog bij, dat wij hier niet te doen hebben met een van de vele moderne priester romans, waarvan wij de hoofdper sonen in de wer kelijkheid niet of nauwelijks ont moeten, maar met *en gewoon leven van een gewoon mens, e niets bijzonder opvallend heeft ge in n"'* gePn §rote geleerde was, maar l het gewoneuitblonk door ongewoon- dfin' .omdat hij de uitzonderlijke waar- hoiuferdVan Zi^n roePing voor de v°He j,0 procent au sérieux heeft ge- Vero I1 en' ge(!reven door een zich zelf ncie belangeloze liefde, zijn hele dien°?h'iikheid uit liefde tot God in sen heeft gesteld van zijn medemen- Achtereenvolgens behandelt de schrijver Tijssen's jeugd te Wes sem, zijn vier en twintig dienst jaren te Rolduc en tenslotte zijn pasto raat te Susteren en Sittard. Heel zijn levensweg kenmerkt zich door een trouwe plichtsvervulling en een tot het uiterste gecultiveerde geest van gebed. Zijn speciale voorliefde had de rozen krans. zonder welke Tijssen, getuigen Veler uitspraken, Tijssen niet was. Offerend, biddend en zorgend, en hemel en aarde met zijn hart omspan nend, zegt pater Schreurs, kwam deze hederige en onderdanige Aaron tot *ulk een gelouterde doorzichtigheid, dat h'en de mens niet meer in hem ont waarde maar de priester en de „ande- je Christus": beelden, waarin hij voort- j®eft in het hart van het volk en waar- hsJ'Ü voor velen, die omgang met "etn Werd, mochten hebben, een genade Alles wat hij deed, deed hij voor °d. die hii Ziin liefde .en harm- j,„h. die hij Zijn liefde en barm- te nn v?or de zwakke mens tracht- sen"a Bodsd°ifnesnt on ^°rd dcken Tijs- ™ensendienst, zijn leven cerste Plaats overeenkom- 44 ac ver liefde Sr°0tSte 8ebod een leveH" van Men moet in dit boek geen spectacu laire feiten zoeken. Die zijn er niet omdat ze in deken Tijssen's leven niet voorkwamen. Des te meer echter spreekt uit deze levensgeschiedenis de heldhaftigheid van trouwe plichtsver vulling en zuivere naastenliefde. De schrijver heeft zich zeer terecht een strenge beperking opgelegd en zich daaraan trouw gehouden. Zijn boek im kers is maar een eerste ontwerp, dat geheel en al steunt op getuigenissen an tijdgenoten, die deken Tijssen per soonlijk hebben gekend. De bedoeling af^ek'van wrJZFïTZg*?* kingstelling van de regering luidde het arrest van het Haagse gerechtshof in de zaak tegen een 22-jarige classificeer" der uit Nieuwlekkerland, die in eer?to Instantie eenzelfde straf had gekregen Toen hij 17 maart beschonken thuis ?jwam, hadden zijn ouders de politie ge- T^frschuwd. Verdachte had een van de ten mannen hi et een mes aangeval- vonnrnaar «en wachtmeester was hem waaJ^weest en had op hem geschoten, lijk ,?e classificeerder levensgevaar- Lerd gewond. kantore g^?r®'ddag om vier uur ten bank N V fü Nederlandse Krediet- werd gesinf. An,sterdam de inschrijving ning, die h P Van de Kerkenhouwle- grootte vn» Aartsbisdom Utrecht ter ultgeschr», twce miljoen gulden had tweeina-ii n' bleek deze meer dan Er bp?t °vertekend te zijn. ling von i"3 vooral grote belangstel den ürï. e kleine coupures van hon- beschikü waarvan er slechts 250 tnoeeliikP waren- Om vooral zoveel Vraat» tegemoet te komen aan de zal Lfvan kennelijk kleine spaarders, Bnitw! aantal obligaties van honderd ten ir aanzienlijk worden uitgebreid der,»koste van de stukken van vyfhon- duizcnd gulden. Tit-6 u?eroep' dEd de aartsbisschop van wliff Plgr- dr' B- J- Alfrink, twee kattrol ^e den via de kansels op de ao-tvleje bevolking deed, om het artsbisdom aan financiën te helpen voor de veelomvattende kerkenbouw in de eerstkomende jaren, is dus niet vergeefs geweest. De aantrekkelijke rente van zes procent zal overigens ook hijgedragen hebben tot de grote be langstelling voor deze lening. ZONDAG 27 oktober: Feest van Christus- Koning; eigen mis; 2 geb. v. d. 20e zon- öag na Pinksteren; credo; eigen Drel wit. MAANDAG; H.H. Simon en Judas apostelen; eigen mis; credo; prei. v. d! apostelen; rood. DINSDAG; Mis v. d. 20e zondag na Pinksteren; groen. WOENS DAG: Als dinsdag. DONDERDAG: Als dinsdag. VRIJDAG: Allerheiligen; eigen mis; credo; wit. ZATERDAG: Allerzielen; «igen missen; pref. v. d. overledenen; zwart. ZONDAG 3 november: 21e zondag na Pinksteren; eigen mis; (Den Bosch, Breda en Roermond: 2 geb. H. Hubertus); cre(jo; pref. v. d. H. Drieëenheid; groen. is dan ook geen andere dan het geven van een algemene indruk over dit voor beeldige mensen- en priesterleven, zo als deze onder de bevolking in ere wordt gehouden. In zekere zin raakt Schreurs' boek alleen de buitenkant. Een ana lyse van de diepere persoonlijkheid van Tijssen moet voorbehouden blijven aan een latere biograaf, die de beschikking zal moeten krijgen over meer persoon lijke gegevens dan pater Schreurs ten dienste stonden. Dit neemt echter niet weg, dat men, al lezende in dit boek, langzamerhand zijn bewondering voelt groeien voor deze edele mens van onze tijd, in wiens leven het zuivere Evangelie van de liefde tot God en de naaste prachtig gestalte heeft gekregen. Wij hopen, dat velen het ter hand zul len nemen. Een betere preek dan dit door daden prekende leven is niet denk baar. Het schudt iets in ons wakker, dat blijvende vruchten kan dragen. Om dat wij hier geconfronteerd worden met de werkelijkheid van het echt-beleefde Evangelie'. Advertentie 99 aurits Dekker neeft onder de veelzeggende titel „Op zwart stramien" een bundel van zes verhalen gepubliceerd bij de N.V. Van Munsters Uitgevers-Maatschappij te Amsterdam. Deze korte geschiedenis sen, op zwart stramien geborduurd met de bizarre kleuren, die vaak door de droom aan het leven worden verleend, vormen tezamen een uitnemend staal van Dekkers vertelkunst. De gebeurte nissen door de auteur verhaald spelen zich af in het niemandsland tussen wa ken en dromen, tussen leven en ster ven en zowel het mededogen voor de medemens als de meedogenloosheid, die Dekker nooit geschroomd heeft in de loop van het mensenleven te consta teren, geven aan de novellen een sfeer, welke men kent uit vroeger werk van de romancier, zoals in „Ine Pius Be veelt", een van de meest geslaagde specimina van zijn oeuvre. De humo ristische inslag ontbreekt geenszins maar is gemengd met de bitterheid van de teleurgestelde mens; van de mens die door het lot niet op de plaats is gekomen, welke hij zich gedroomd heeft; van de man die voor een dubbel tje geboren is en daarom nooit een kwartje kan worden, zoals de volks mond zegt. Is er navranter geschiedenis denk baar dan die van Ome Karei, die de vijftig al gepasseerd is als hij, vissend met het kruisnet een bijzonder recht hem verleend mei steun van een hoge Piet van de scheepvaartmaat schappij, waarhij Ome Karei als sto ker gevaren had tot een ongeluk hem een stijf been en een klein .maandgeld- je bezorgde uit het buitengemeen troebele en brakke water van de Bui tensingelgracht een levensgrote zee meermin ophaalt? Dat hij voor dit liefe lijke wezen dat niet spreken kan en hem alleen maar kan toelachen in lief de ontbrandt, wie zal het de man kwa lijk nemen? Was hij niet op vier opeen volgende reizen in Galveston verkik kerd geraakt op een door-en-dóór keu rige buffetjuffrouw uit een bar van standing en was er, niettegenstaande hif op zijn vier brieven na zyn onge luk geen antwoord had gekregen toch niet iets blijven nasrneulen in z|n on getrouwd gebleven mannenhartJ Niet dat Karei verzuurd was Weineen! Wie het bed alleen heeft kan schuin of dwars liggen, zoals h« veJ„ Ijl Maar je gaat steeds minder van het leven verwachten, vooral in de naoy- heid van het abattoir bij de Veemarkt. „Achter de gebouwen van de Vee markt klonk het gedempte loeien van koeien. Stil maar, morgen, als de zon weer opgaat aan de kant van Zee burg, komen jullie aan de beurt. Dat ging tegenwoordig ook met knoppen, schietmaskers. Komt u maar hier, knop, volgende. En mijn zuster, die juist vóór mij naar binnen ging? Zit al in de worst. Knop! Zo leef je, zo ben je dood. Een mens ook". Man vangt zeemeermin En daar vangt een man opeens een zeemeermin. Maar bi) Dekker, anders aan b.v. Heijermans, wordt deze zee meermin het glorieus symbool van al hooft "5® Karel in zijn leven gemist neeit, Zij is VOor hem niet eens een Xf°uw' z.'j is de belichaming van alles mooi' edel, beklagenswaardig (dit ?L PPa noodzakelijke kwaliteit in de Maurits Dekker), liefelijk en hooft Vit?') 1. gevoelens van de visser J z,,n karakteristieke, puntige stijl volmaakt duidelijk gemaakt. o„"™L„n00it „bad hU zich zo veilig vnnff in J een vrouw gevoeld. »oLJh? g,en,heid of verontrusten- keken zij elkander aan: Pd£ ®'kaar volstrekt niets te zeggen hadden. Rein, onschuldig en leeg waren hun blikken, als die van een paar lammeren". Het ligt voor de hand, dat Karei haar niet meer kan verlaten als hij haar uit medelijden op zijn bakfiets naar het Bloemendaalse strand brengt om haar weer aan haar element toe te vertrouwen. Dan komt een hoog op lopende golf met een kuif van schuim als een schelp boven hun hoofden te staan en buigt zich dan over beiden heen. Dit en andere verhalen uit de bundel tonen de poging van de auteur om te ontkomen aan de huiskamer en huiska- mereebeurtenisjes. Tot de laatste oor- log immers was de huiskamer het eigenlijke slagveld waarop in de Ne derlandse letterkunde de levensslagen werden gewonnen of verloren Van oudsher is dat zo geweest. Het burger dom dat de Heren de voorrang ver leende boven de Keizers en Prinsen zie de volgorde van de Amsterdam- se grachten! - trok alles naar zyn eigen niveau. Koning op pantoffels In alle landen en talen is het verhaal van Relnaert de Vog beroemd en wordt graag; gelezen. Waar bij een schrijver van niet-Nederlandse nationaliteit ol mentaliteit Koning Nobel zich waar schijnlijk had vertoond onder de luister, de glans van zijn Koningschap, de majesteit van zijn heerschappij t over allo dieren, daar kon de geniale Neder landse auteur van dit epos Nobel met anders zien dan als koning op pantof fels, een vorst die, uiterst goeiig, zich laat ringeloren door zijn gade en, klei- ne burger die hij in wezen is, prompt bereid blijkt zijn koninklijke preroga- tieven cn rechten te gebruiken om zich op een infame manier te verrijken of, laat ons zeggen, op een althans weinig koninklijke manier te dien aanzien te gedragen. En ook Keinaert zelf is niet de geniale bedrieger met een levens stijl, die men, tegen beter weten en z(jn gevoelens van rechtschapenheid in, zou moeten bewonderen. Neen, hij liegt en bedriegt niet om de lust van het kwaad, niet met een superieure minachting voor degenen die hem maatschappelijk hebben durven uitsto ten en negeren. Hij rooft en steelt al leen maar, opdat hij zijn buit naar Maupertuis kan slepen en daar met vrouw en kinderen de boel kan opvre ten In een echt burgerlijke genotzucht ten aanzien van tong en buik. Is het niet ongeloofwaardig dat de le gende van de Vliegende Hollander niet uit Nederland stamt? De Kapitein De Decker of Van der Decken wordt uitgestoten uit de Nederlandse belan gengemeenschap omdat hij niet naar de kerk gaat. Niet omdat hü niet ge looft, dat interesseert niemand. Maar omdat hij de burgerlijke moraal van het naar-de-kerk-gaan durft te trotse ren. En het is wel karakteristiek dat het ergste, dat het burgerlijk brein kon uitdenken, hem tot lot werd: lijj mocht niet meer thuiskomen. Hem werd een huis, een gezin ontzegd. Hij moest blij ven zwerven, evenals die andere deug niet, die nergens zijn hoofd kon neer leggen: Uilenspiegel. Ook deze was Immers gedoemd omdat hil de kleine luiden op de hak neemt niet ten op zichte van hun agrarische stand, maar ten aanzien van hun beperktheid van levenservaring. HU verstoort de idyllische orde die immers niet de ni ne is. Dol geworden door het gebrek aan ruimte in de Nederlanden, wordt hij een opstandige. Maar al_ vlucht hij telkens verder, toch zal hij nergens verder komen dan de horizon, die im mers ook al weer door mensen ge maakt is. Hoe me/kwaardig is het en tevens hoe volkomen te begrijpen, dat wij, Nederlanders, die ons land afwonnen van de zee, geen epos van de zee het onze kunnen noemen. Het vloeiende van de zee, het vluchtige van de lucht tracht de Nederlander zo spoedig mo gelijk te consolideren tot de vaste grond, waarop zijn ei^en huis staat. Niet voor niets zijn wij in de schilder kunst groot geworden door de interi eurkunst. En dat werd weer mogelijk gemaakt omdat onze rijke kooplieden geld over hadden, niet voor het ongrijp bare van de muziek, niet voor de mo numenten, die een stad moesten opluis- teren maar voor een schilderij dat grijpbaar is. dat men thuis kan ophan gen Ook wel voor een boek, waarop men zijn hand kan leggen en zeggen: dat is van mij! De bekenste '•oman die zich bezig houdt met de emancipatie van de vrouw: „De Klop op de Deur" van Ina Boudier Bakker, toont ons bijna uitslui tend de veranderingen die in Neder landse binnenkamer hebben plaats ge vonden. De groei der sociale beweging wordt besproken over het pluche tafel- kleed heen; men confronteert alles met het gezin; men toetst de vooruitgang aan milieu-gewoonten. Immers ons is het leven in het koffiehuis, in de club onbekend. Als de Nederlander een eta blissement hinnengaat om zijn dorst te lessen, inplaats van thuis zijn kopje MAURITS DEKKER koffie te drinken, noemt hij dat: uit gaan. Als de humor optreedt, dan randt hij bij voorkeur de Nederlander aan in de huiskamer. Multatuli schreef het salie- avondje bij Juffrouw Pieterse, Beets liet koek vergulden, Van Eeden treft in zijn Grassprieties herhaaldelijk de bur ger in zijn heiligdom, de huiskamer. Als een kind straf krijgt, moet het naar zijn eigen kamer, het mag niet meer in de huiskamer blijven. Couperus maakte zijn romanheldin tot iets bij zonders door Eline Vere een afschuw te doen krijgen van huis en huisgezin. Navranl verhaaltje Maurits Dekker laat zijn helden meestal naar het lichaam nog wel ver blijven in de hulskamer, maar vaak dromen zij. Zi1 dromen van een onein digheid, die zij niet bij name kennen. ZU weten soms dat de dichter Mars man gelUk had toen hij schreef: het nest is goed, maar het heelal is rui mer. Daarom zijn Dekkers mensen op een vage manier altijd ontevreden met de status waarin zij verkeren. In deze bundel is het meest navrante verhaaltje dat van de generaal, die ge zien wordt in drukke discussie met een groepje, jongens, van wie er een met hem mee gaat. Het kind wordt ver mist. Als de rechercheurs bij de gene raal thuiskomen vinden zij in de kel der een groot diorama met duizenden loden soldaatjes, liggende achter draad versperringen, in loopgraven, in slag orde achter een heuvel. Rijen tanks en pantserwagens. Aan de zoldering hangen jachtvliegtuigen. De generaal wijst de zwakke plekken aan in de stel- lingen. „Maar wij moeten de grootste voor zichtigheid in acht nemen", vervolg de hij.... „De inlichtingendienst van de vijand is actief en gebrulkl zelfs kinderen voor spionagewerk" „Je hoort het. zelfs kinderen", herhaalde de kleinste rechercheur tot zijn colle ga. „Eén hebben wij gegrepen, maar dat moet geheim blijven. Het is wel jammer, want het was eigenlijk een aardige jongen", zuchtte de generaal. Hij schoof een paneel van het kamer scherm terzijde en daarachter, aan een balk, hing het lijk van een jon getje met op de rug samengebonden handen. „Stakker, maar de krijgswetten zijn nu eenmaal hard", mompelde de ge neraal De politiemannen beaamden het, maar het was onwaarschijnlijk dat zil begrepen, wat het de oude ge neraal gekost had om het vonnis te voltrekken. In deze laatste zin ligt het verschil van deze verteller met veel andere In de serie populaire klassieken speelt het Omroeporkest o.l.v. Henk Spruit voor de KRO o.m. Nachten in de tuinen van Spanje van Manuel de Fal- la. Soliste is daarbij de pianiste Danië- le Dechenne. (402 m - 19.10 uur). Het BBC symfonie-orkest speelt voor het Derde Progr. o.m. de Zesde sym fonie van Darius Milhaud o.l.v. de com ponist. Dit werk werd twee jaar gele den geschreven op Mills College, Oak land, Californië, waar Milhaud leraar is, bij gelegenheid van het 45-jarig be staan van het Boston symfonie-orkest. Hij componeerde het in de korte tijd van zeven weken namelijk tussen 8 fe bruari en 30 maart. Het Boston symfo nie-orkest speelde het werk het eerst o.l.v. Charles Münch. Het werk is op gedragen aan Serge Koussevitzky en zijn vrouw Natalie. (464 m - 21 uur). Het Omroepkamerorkest wijdt zon dagmiddag o.l.v. de Italiaanse gastdi- rigent Carlo Damevino een concert aan het werk van de zonen van Bach. (298 m - 14.15 uur). Gré Brouwenstijn is de sopraansolis te in de uitvoering van de Negende van Beethoven o.l.v. Ernst Ansernet voor Paris Inter. De overige solisten zijn de Zwitserse alt Elsa Cavelti, de tenor Josef Thrachsel en de beroemde bas Heinz Rehfuss. (1829 m - 21 uur). Het zondagmiddagconcert van het BBC symfonie-orkest o.l.v. Rudolf Schwartz omvat naast de Derde Leo- nore-ouverture van Beethoven het Con cert voor orkest van Bartok. (343 m - 15.30 uur). De voorzitter van het partijconvent van de A.R.-partij. dr. W. P. Berg huis, heeft vandaag op de vergadering van het convent te Utrecht de volgende kort weergegeven samenvatting gegeven van de hoofdpunten van het anti-revolutionaire beleid voor deze tijd. Als organisatorische punten noemde hü o.a. een zoveel mogelijk op elkan der afstemmen van de protestants-chris telijke activiteiten op verschillend ter rein; een zo nauw mogelijke samenwer king tussen de christelijke politieke partijen met van A.R.-zijde als uiteinde lijke doelstelling: één protestants-chris telijke volkspartij. Als politieke hoofdpuntenZuiver hou. den positie overheid; strijd tegen ver smelting; overheidsbemoeiing aan strakke teugel; versterken positie par ticulier initiatief; Europese integratie ter verdediging van recht en vrijheid; nieuwe maatschappijvormen naar ieders recht en verantwoordelijkheid; nationale krachtsinspanning ten behoe ve van het volk van Nieuw-Guinea. In het Luxemburgse plaatsje Stein- sel, vlak bij de hoofdstad gelegen, heeft men in een bos de grondvesten van een Romeinse tempel met bijgebouwen uit de derde eeuw ontdekt, gebouwd op de tweesprong van Romeinse heerwegen naar Metz en Trier. Advertentie GRAMOFOON- AFDELIHG gespecialiseerd in het klassieke repertoire AMSTERDAM SPUI 12 schrijvers, die gruwelijke verhalen ver zinnen. Dit schetsje is symptomatisch voor het werk van Maurits Dekker: de korte, stevige zinnen; het menselijke mededogen dat eruit spreekt; zijn anti- militairisme; het bewuste realisme; zijn onderscheidingsvermogen tussen functie en menselijkheid; de noodzaak die hij voelt om zelfs een generaal de droom te gunnen iets te betekenen in het leven, als dat leven hem afgedankt heeft. Een novelle als „De Brief" slaat op het gebied van morbide somberheid alles wat de uit Frankrijk geïmporteer de litérature engagée maar zou kunnen opbrengen, terwül „De Reiziger" van een gehalte is, waarvoor de heer Sar tre zelf zich niet zou behoeven te scha men. En dat zegt iets want Sartre is, hoe men er verder ook over moge den ken, een van de begaafdste literatoren van deze tijd. Door en door Nederlands, beter nog: Hollands, heeft Dekker ook nu weer kans gezien op dit Zwarte Stramien van de uiterste menselüke eenzaamheid kleuren te borduren van bezinning en kleine vreugden van her innering. En dat op zulk een wjjze, dat bü alle overal achter schemerende zwartheid, die de negatie is van alle kleur, de positieve kanten van het be staan die accenten van waarheid krü- gen, welke Dekker stempelen tot een der humaanste auteurs waarop Neder land mag bogen. Voor liefhebbers van het korte verhaal is hier een uitmun tend geschreven, goed-verzorgde. inte ressante bundel. J. W, HOFSTRA. lie grote componisten sedert Mo zart zijn, door welke samen loop van omstandigheden is nog nooit uitgezocht niet verder gekomen dan hun Negende symphonie. Dmitri Schostakowitsch is 51 jaar en heeft zijn Tiende in 1953 voltooid. Is hij nu een groot of een nog groter componist? Mis schien is het niet zo moeilijk onder de ware leer van het Marxisme-Leninisme zulke ingewikkelde processen te vol brengen als het schrijven van sympho- nieën. Men ontkomt bij het luisteren naar muziek van Schostakowitsch nooit aan de indruk, dat er een goed deel schematiek in zijn schrüfwijze steekt, schematiek die het gevolg is van het feit, dat aan een componist in de Sov jet-Unie de grenzen gesteld zijn. Ook in de Tiende symphonie, die door het Philharmonic-Symphony Or chestra of New York onder leiding van Dmitri Mitropoulos voor Philips A 01175 L gespeeld is, hoort men dit, aan factuur en harmoniek, aan de hele conceptie van het stuk, dat bijna der tig jaar na de Eerste symphonie ont staan is, maar bü lange na niet zulk een gedurfd persoonlijk geluid laat ho ren als de overrompelend talentvolle Eerste gedaan heeft. Het pad is voor Schostakowitsch vastgesteld. Het begint bij Tschaikowsky en het houdt reeds op bij Mahler. Daar tussenin houdt hij zich in evenwicht, maakt hij zün varianten op het bekende, die altijd getuigen van vakmanschap en een klankfantasie, die men veel groter vermoedt dan zij zich in werkelijkheid kan uiten. Het beoordelen van een onder deze omstandigheden geschreven werk als dez Tiende symphonie in e op. 93 is dan ook niet eenvoudig. Zou men gjneigd zün haar als onvrij maak werk terzüde te schuiven, er is toch telkens iets in het geluid dat zü laat horen, dat getuigt van te sterk talent, een geest die ook de schema's nog wel weet te dwingen tot zoiets als een manifestatie van persoonlijkheid. Er is heel veel Tschaikowsky in dit tuk, regelrechte reminiscenties zelfs, zowel in thematiek als in algemene conceptie. Het is een overwegend sombere, zwaar nostalgieke muziek, die, zoals ook bij Tschaikowsky ge beurt, in één deel omslaat naar een wilde, angstaanjagende uitbundig heid, in dit geval duidelijk geïnspi reerd op machinale energieën. Het doet denkan aan Prokofieff, maar de laatste bedrijft er slechts een harte loos spel mee. Bij Schostakowitsch klinkt het veeleer als een obsessie, waarvan hü zich tracht te bevrijden in een hevig vertrokken karikatuur. Zo lükt alles weinig genoeg overi gens wat in deze symphonie naar de vorm vrolük is, een geforceerde grimas. Is het de tegenkant van de somberheid, die de componist hier belijdt? In zün uitvoerige langzame delen - het eerste en een omstandi ge inleiding tot het laatste komt hij moeizaam van de grond en als hij zich verheft, bouwt hij climaxen van starre ostinati en sequenzen in een gillend, expressionistische klank. Het is alsof de mens .Schostakowitsch, door het masker van zijn bolsjewisti sche fashionahelheid heen zün ware gelaat poogt zichtbaar te maken. Dat ma kt dit werk niet tot een aange naam, maar wel tot een boeiend stuk, vooral ook omdat het uitmuntend op de plaat is gebracht in een magistra le uitvoering. Degenen, die liever muziek voor hun loutere genoegen willen horen, wüs ik op Philips A 01269 L, waarvoor Eugene Ormandy en het Philadelphia Orches tra drie werken uit het moderne Fran se repertoire hebben gespeeld, n.l. van Debussy de „Prélude l'après-midi d'un faune" en de „Trois Nocturnes" (voor „Sirènes" met vrouwenkoor) en van Ravel de Tweede suite „Daphnis et Chloé". Het is een grote aantrekke- lükheid van deze plaat, dat zü juist drie an de prachtigste werken uit die pe riode verenigt. Als men tevreden is met deze zeer heldere, materiële en volu mineuze orkestklank, dan is dit een ideale opname, die geen wens onver vuld laat. Wil men daarentegen de poë zie van de immateriële klank en de ver- wazende lün, dan moet men zoeken by Europese dirigenten en orkesten. Het is prachtig gedaan, maar het mist veel van het mysterie. ciaties aan te horen. In dit opzicht leve ren solist en dirigent een belangryke prestatie. Of men Grumiaux' toon iets te scherp vindt, of enigszins koud bril jant is een kwestie van smaak. Opmer kelijk is, dat de plaat scherp en wat jnzydig op de hoge tonen is ingesteld. Iets anders is, dat Grumiaux zijn za ken niet zo perfect beheerst, als hü juist in een dergelijke op de naakte zikale feiten afgestelde vertolking behoorde te doen. Figuren zijn vaak niet i „er uitgewerkt en voTnamelyk in het eerste deel zit hij nogal eens laag in de toon. Het is de vraag of Gru miaux ernstig genoeg studeert voor de rol van een groot virtuoos. Een violist, die het aan ernst en vol maakt meesterschap niet ontbreekt, blijft Zinc Francescatti. Hü speelde voor Philips S 04620 L het eerste viool- concei van Paganini en het Derde van Saint-Saëns, resp. begeleid door de or kesten van Philadelphia en New York onder Ormandy en Mitropoulos. Men kan over deze concerten oordelen zoals men wil, maar beter kan men ze niet tnren spelen dan met deze volle glan zen toon en deze feilloze greep, die finesse paart aan élan. Koorwerken Tot besluit twee voorbeelden van de op de plaat niet al te vaak voorkomen de combinatie koor en orkest: Psalm XIII yan Liszt en het „Schicksalslied" van Brahms, op Columbia CX1429 vastgelegd in een uitvoering onder de meesterlijke leiding van Sir Tjiomas Beecham met de Beecham Choral So ciety en het Royal Philharmonic Or chestra met de tenor Walter Midgley. De plaat wordt nog aangevuld met een vol gloed gespeelde Akademische Fest- ouverture. Het Schicksalslied. geschre ven op een tekst, die is samengesteld uit Hölderlins „Hyperion", is weinig be kend, ofschoon het uit Brahms' rijpe ja ren stamt. Het typeert de componist niet minder dan zijn „Vier ernste Ge- sange" en zijn „Ein Deutsches Requiem" in zyn onorthodoxe, humanistische reli giositeit, zijn diep verborgen donker eschatologisch begrip en de treffend zuivere manier, waarop hij daaraan in muziek uiting geeft. Of dit het nu is, dat de toehoorder het hart kan ver ruimen is een andere vraag, maar het is een voor Brahms karakteristiek werk, dat de vergetelheid, waarin het leeft, niet verdient. Ook Liszt wilde op zijn manier de menselijke noot in de sacrale muziek brengen. Hij droomde van een gehuma niseerde kerkmuziek en schreef daar voor o.m. deze Psalm, die wij nu horen a s een fraai stuk rethoriek. Deze bei de werken vormen een merkwaardige combinatie. In dit onderlinge verband gebracht, belichten ze elkander zeer in structief. L. H. Vioolconcerten Er valt voorts melding te maken van enige belangwekkende opnamen van vioolconcerten. De eerste betreft Beet- hovens Vioolconcert, gespeeld door Ar thur Grumiaux met het Concertgebouw orkest onder leiding van Eduard van Beinum en door Philips in een luxueus album uitgegeven (L 00484 L). Naar de voordrachtsstül genomen, is dit een zeer boeiend voorbeeld van een modern strikt musiceren van een concert dat men gewend is met vele gevoelsasso Vertaald, door I. Gavers van Geuns. UIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIHHHIIIIIII 3 Hentz vroeg zün vader: „Ik zal toch blüven, denkt u, vader?" Telkens en telkens weer vroeg hy: „Vader, zal ik nu altyd verlamd bluven. Fred keerde zyn hoofd van Hentz af. Tranen stroom den over zün gezicht. Toen pas hoorde ik dat J zoon verlamd was. Ik had nog nooit iemand geke die zyn nek of rug had beschadigd en ik wist mets af van ruggemerg, zenuwen of spieren. Na in het ziekenhuis aangekomen te zün, wera Hentz onmiddellijk naar de röntgenkamer gebracl Hü lachte en maakte grapjes met het meisje dat daarby behulpzaam was, maar ofschoon ze glim lachten, voelde Ik de spanning terwyl ze de toto s maakten. De dokter in de röntgenkamer bestudeer de de foto's toen ze ontwikkeld waren. Hy sprak niet tegen ons, en toen ik hem vroeg wat hy uit de foto's opmaakte, zei hij: „Uw zoon heeft zijn nek gebroken." Ik wist dat zoiets haast altüd dodeiyk was. Ik vroeg: „Is er een kans dat hü blüft leven?" „O ja," antwoordde hij. Hentz werd van de röntgenkamer naar een tweeper soons kamer gebracht, waar reeds een jonge poli tieman lag met een verbryzeld been. Hentz werd niet van de brancard van de ambulance afgehaald omdat de dokter hem niet wilde overbrengen. Hy scheen geen pün te hebben, maar niet lang daarna kwam de zuster hem een injectie geven. De orthopedische chirurg was in de operatieka mer en kon Hentz zelf niet bekijken, maar ny stuur de zün assistent om hem te onderzoeken. Ik vroeg me af wat hü bedoelde toen hü Hentz vroeg om zyn benen te bewegen. Dat kon hü niet. De dok ter vroeg hem om zün rechterarm te bewegen. Ook dat kon hy met, maar wel een beetje zün linkerarm ofschoon hy de speldeprikken die de dokter hem over zyn hele lichaam gaf, niet voelde. Ik begreep niet waarom de dokter hem speldeprikken gaf. La ter zou ik nog vele malen doktoren spelden in het lichaam van myn zoon zien prikken en God smeken ze hem te laten voelen. da^ we moesten wachten, sleepten zich voor by. De chirurg was nog steeds in de operatie kamer. In de gang buiten zün kamer begonnen vrien den zich te verzamelen. De injectie had Hentz in slaap gebracht en hü zag er heel rustig uit hoewel ze zandzakken om zün nek en hoofd hadden geplaatst om hem te beletten enige beweging met zün nek te maken. Na een tüdje kwam de jonge dokter terug en nep Fred en mü in de gang, een eindje van de groep mensen. Tegen deze tüd had het gerucht zich verspreid, dat Hentz zün nek niet gebroken, maar ontwricht had en niet heel ernstig. We wilden maar al te graag het goede nieuws geloven. De dokter zei: „Ik vind het verschrikkelük om u dit te moeten vertellen, omdat ik niet uw dokter ben, maar dr. Hill is nog steeds in de operatiekamer en hij vindt het nodig dat u de toestand van uw zoon kent. Zijn ruggegraat is gebroken of zo goed als gebroken en het zal een wonder zün als hü dit overleeft." Ik had het gevoel ruw in woelig zwart water ge slingerd te worden en te stikken. Fred zag zo wit, dat ik bang was dat hij flauw zou vallen. Ik zag dat we vlak by de uitgang stonden. Mensen stonden naar ons te kyken en daarom wilde ik naar buiten, de frisse lucht in. \YÜ wandelden het grasveld op en bleven in de schaduw van een mirteboom staan. Geen van beiden sprak. Na een lange stilte zei Fred: „Wel, er zyn heel wat dingen die hü doen kan, zelfs als hü invalide blüft. Met zün stel hersens kan niets hem tegenhouden." Ik wist, dat hü mü probeerde gerust te stellen en misschien zichzelf ook wel. Ik zei: „De dokter denkt niet, dat Hentz zal blij ven leven. Dat bedoelde hü. Hü bedoelde, dat het een wonder zou zün als hü het overleefde." Fred werd nog bleker dan hü al was. „Neen, dat heeft hü vast niet bedoeld". Ik wilde hem zo graag geloven, maar ik wist wel beter. We zagen de jonge dokter van het ziekenhuis naar ons toe komen lopen. Ik moest weten wat hü bedoeld had, toen hü met ons praatte in de gang. Daarom vroeg ik het hem. „Mevrouw Houser, ik vind het allerverschrikke lijkst u te moeten vertellen, dat als uw zoon blijft leven, dit een wonder zal zün. Het kan twaalf uur duren of achttien, misschien vierentwintig. Wü kun nen niet aannemen, dat hü blüft leven." Ik geloof dat iedere moeder zich wel eens heeft afgevraagd, hoe zy op zulk tragisch nieuws zou rea geren. We hebben ons waarschünlük allemaal wel eens zulke ogenblikken van angst en marteling voor gesteld. Ik had altüd gedacht dat dat het enige von nis zou zyn, dat ik niet zou kunnen aanhoren. Ik had gedacht dat dan mijn hart zou ophouden met klop pen of dat ik gek zou worden. Er gebeurde niets van die aard. Wij huilden niet. Eén snik niet meer deed het lichaam van Fred heftig schokken. Ik hoopte dat ik uit deze verschrikkelüke nachtmerrie zou ontwaken niet langer de man zou zien, die het gras bemestte; en al die mensen, die zuchtend de hoge trap opklommen met bloemen in hun ar men; de rustige jonge dokter, die zich bezorgd stond af te vragen of wij zün hulp nodig hadden; de verpleegsters en assistenten, die snel en doelbe wust heen en weer de lange gang door liepen. Ik weet niet hoe lang we daar gestaan hebben. Later in de zomer werd de mirteboom omgehakt. Fred zei dat hü daar blü om was, omdat hü van die boom een afkeer had gekregen. Sindsdien zün er twee jaar verstreken. Onze zoon leeft nog steeds en de mirteboom, die opnieuw uit zün wortels ge bot is, ook. Vorige zomer bloeide hy prachtig. Op die eerste dag kwamen ze Hentz om vier uur halen om hem naar de operatiekamer te brengen. Wordt vervolgd) ABBEKERK 26 te Aden. ANTONIA 24 v. Tjilatjap n. Singapore. ARGOS 26 te Genua. BALONG 26 te Belawan. BATJAN p. 25 Minikoy n. Belawan. BATU 25 v. Singapore n. Pt. Swettenham. BOSKOOP 25 v. Dover n. Barbados. DORDRECHT 29 te Trinidad verw. EENHOORN 25 v. Bremen n. R'dam. EOS 25 te Piraeus. ERINNA 25 te Singapore. GANYMEDES 25 te Antw. GIESSENKERK p. 25 Kobe n. Tsingtao. GOOILAND 25 v. Las Palmas n. A'dam. HOUTMAN 25 te Das es Salaam. JAPARA KRL 26 te TJ. Priok. KOTA GEDE 25 v. Singapore n. Tj. Priok. LISSEKERK 26 te Abadan. LOUIS LANTZ 24 v. Monrovia n. R'dam. MAASLAND p. 25 Ouessant n. Las Palmas. MAASLLOYD 25 v. Belawan n. Colombo. MARISA p. 25 Muskat n. Tamatave. MEERKERK p. 25 Daedalus n. Pt. Said. MERWELLOYD 26 te Semarang. MUIDERKERK 25 te Mombassa. ORANJE p. 25 Gibraltar n. Southampton. ORANJE NASSAU 25 v. Dover n. Trinidad. OVULA 26 te Pladju. PENDRECHT p. 25 eil. Masira n. Nynash. PHRONTIS 25 v. Aden n. Suez. ROEBIAH 26 te Cheribon. ROEPAT 25 v. Makassar n. Probolinggo. SCHIE 25 v. Latakia n. Istanbul. STATENDAM 25 v. Havre n. R'dam. STRAAT MALAKKA 25 te Walvisbaai. TJILUWAH 26 te Bali. VAN NECK 27 te Wellington verw. WELTEVREDEN 26 te Surabaja. WONOGIRI 25 v. Aden, 27 te Djeddah verw. ZONNEKERK 25 ten anker b;J Cochin. ALGENIB 25 v. R'dam n. Bombay CASTOR 25 v. R'dam n. Amsterdam IBERIA 25 v. Rotterdam n. Rande MAASKERK 25 te Amsterdam STAD ALKMAAR 25 te Rotterdam STAD BREDA 25 v. R'dam n. Seven Eil. STATENDAM 26 te Rotterdam AAGTEDIJK 25 v. P'-rt Sudan n. Suez AALSDIJK 26 te Bo; ton AEGIS 25 v. New Orleans n. Maracaibo ALDABI 25 v. Santos n. Rio de Janeiro ALGOL 26 te Buenos Aires ANGOLAKUST 25 V. Freetown n. Dakar. ALTHENA 26 te Rio de Janeiro ALMDIJK 25 v. Lissabon n. Havana AMSTELDIEP 26 v. Marseille te Genua AMSTELDIJK 25 v. Londen n. Bremen ARENSDIJK 25 v. Hamburg n. Antw. ATTIS 24 v. New York n. Curasao BENGALEN 25 v. Quincy n. Cardenas Cuba BENNEKOM p. 27 Trinidad n. Bolivar CALAMARES 26 te New Orleans CARILLO 26 te Pto Armuelles DELFLAND 26 te Viktoria DIEMERDIJK 25 v. Oakland n. Los Angela* FELIPES 26 pt. Dickson GAASTERLAND 26 v. Bahia n. Las Palmaa GUINEEKUST 25 v. Dakar n. Konakry HECUBA 25 v. Georgetown n. Baltimore HEEMSKERK 26 te Cadiz HYDRA 26 te Balboa KELLETIA 25 v. Curasao n. R'dam KELLIA p. 26 Kiel n. Ornskoldsvik KERMIA 25 te Pta Cardon KRYPTOS 26 te Curasao KYLIX 25 v. Buenos Aires n. Curasao LEERSUM p. 26 v. Singapore LEMSTERKERK 26 te Abadan LOMBOK 25 v. Baltimore n. Cristobal LOENERKERK 26 te Suez MIJDRECHT 25 v. Avonmouth n. R'dam NAESS COMMANDER p. 25 Algiers n. Sidon ORANJESTAD 26 te Fort de France PERNA p. 25 Mozambique n. Lourenco Marques PIETER 25 v. Swansea n. R'dam POLYPHEMUS 25 te Singapore PURFINA HELLAS 25 v. M. al Ahm. n. Suez RAKI 25 v. Djibouti n. Assab SINGKEP 26 te San Francisco SIRRAH 25 v. Abadan n. Singapore SOESTDIJK 26 te Philadelphia SOLON 26 te Freeport SOMMELSDIJK 27 te Antw. verw. STEENWIJK 25 v. Baltimore n. Nederl. THEMIS 25 v. New Orleans n. La Gualra TOMOCYCLUS 25 v. Curasao n. Cabimas TOMORI 26 te Karachi W. ALTON JONES 26 v. M. al Ahm. Philadelphia WITMARSUM 26 te Havre WONOSOBO 26 te Colombo ZAANLAND 25 v. Santos n. Montevideo.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 11