Anna Kethlypleitbezorgster van Hongarijein ons land De ontembare „Ik hoop niet op een nieuwe revolte, dat zou Hongarije's zelfmoord zijn" Vlag, geus en wimpel neer op onderzeeboot O 21 Kloosterbouw der Capucijnen Mijn zoon wil niet sterven ERIC DE NOORMAN Einde van roemrijke carrière Z.W.O.-subsidie voor studie van pater Gerlach O.F.M. Cap. Schilder als een man van 't vak: CetalacVAN CETA-BEVER Tachometer tegen snelheidsmeter MAANDAG 4 NOVEMBER 1957 PAGINA MINISTER TIJDENS DE OPSTAND „Maar éénmaal zal mijn land vrij zijn" Jaarvergadering van Pen-centrum DAMPO Nicolaï Orloff vervangt Gor de Groot door HARRIET H. HOUSER Reed auto 48 of 68 km? In Zuid-Limburg Missie onder Italiaanse mijnwerkers Mgr. Paolo Giobbe dient Betaling Indonesische exportprodukten thans ook in ponden (Van een verslaggever) Deze week, in de dagen dat de ge dachten van velen teruggaan naar de afschuwelijke en tragische gebeurtenis sen cue zich een jaar geleden in Hon garije voltrokken, vertoeft in ons land Anna Kethly, de vrouw die verleden jaar als minister van staat deel uit maakte van de tijdens de opstand in Hongarije gevormde regering. Me vrouw Kethly heeft zondag in Amster dam deelgenomen aan een herdenking van de Hongaarse revolte, een plech tigheid die gevolgd werd door een kran egging bij het nationaal monu ment op de Dam. 's Ivonds sprak zij in een speciale uitzending van de Ne derlandse Televisie Stichting een ont roerend inleidend woord voor de film „Hongarjje in vlammen". Daarbij be nutte zij tevens de gelegenheid in haar moedertaal enkele bemoedigende woor den te richten tot de Hongaarse vluch telingen in ons land. Vanavond spreekt Anna Kethly op een door de P.v.d.A. georganiseerde bijeenkomst in de Amsterdamse Koop mansbeurs, waar dr. W. Drees en de heer Evert Vermeer eveneens het woord zullen voeren. Mevrouw Kethly, die socialiste is, zal ook de rest van de week in kringen van de P.v.d.A. door brengen. „Evenals vóór de Hongaarse revolte, die een lange voorgeschiedenis had en met het bloed van het volk van Hon- garij' is geschreven, gaat mijn volk thans gebukt onder de onbegrensde macht van een dictator", zo verklaar de mevrouw Kethly voor de televisie. „In de ziel van het Hongaarse volk is de drang naar de vrijheid echter blij ven voortleven. Wij, Hongaarse emigran ten, blijven een beroep doen op de vrije wereld, op de eerste plaats om hulp te verlenen aan de vluchtelingen en daar naast, om toe te zien dat het wereld geweten niet inslaapt. Men weet slechts wat de vrijheid betekent als men hem eenmaal verloren heeft. De vrije volke ren dienen voor ogen te houden dat er zonder vrijheid geen vrede mogelijk kan zijn en dat hün vrijheid altijd in gevaar zal blijven, zolang er nog andere volkeren geknecht worden", aldus Anna Kethly. Zaterdagavond stapte ze op SchiD- hol uit het S.A.S.-vliegtuig, een grijze, aristocratische vrouw, wonderlijk vi taal voor haar 69 jaren, met felle, schitterende ogen, die zij voortdu rend beschermde tegen het helle licht van de filmoperateurs. Blij verrast accepteerde ze een fraaie bloemen- ruiker, die Karoly Dekany, een sinds zijn vlucht verleden jaar in ons land vertoevende Hongaarse dichter, haar overhandigde als een stille hulde, zo als hij verklaarde, voor de over- moeide strijdbaarheid van zijn land genote. Sinds zij in november van het afgelo pen jaar, toen ze als Hongaars minis ter op het moment dat het succes van de opstand verzekerd leek haar land verliet om in Wenen morele en materiële hulp voor haar landgenoten te zoeken, is zij de voornaamste pleit bezorgster gebleven voor de Hongaren aan deze en gene zijde van het IJzeren Gordijn. De pers in de vrije wereld moet de openbare mening blijven be ïnvloeden, zo zei zij tot verslaggevers op Schiphol. Voortdurend dient op de ge delegeerden van de V.N. aandrang te worden uitgeoefend dat zy moeten blijven pogen Rusland te bewegen ge hoor te geven aan de resoluties, die de Algemene Vergadering indertijd heeft aangenomen. De organisatie van de V.N. mag niet het lot delen van de Vol kerenbond, die er niet in geslaagd is de dictatuur een halt toe te roepen, al dus Anna Kethly. De vraag of zij nog contacten onder houdt met landgenoten in Hongarije en daardoor iets kon meedelen over de si tuatie zoals die op het ogenblik in haar vaderland is, liet zij liever onbeant woord. Dat zou teveel mensen in ge vaar brengen, zo verklaarde zij. Maar wanneer men zich in de vrije wereld een beeld wil vormen van de huidige toestand, dan kan men dat doen aan de hand van de pers en de radio in Hon garije, die uiteraard communistisch zijn. uit het officiële nieuws uit Boedapest blijkt duidelijk, dat het regiem nog met minstens evenveel, zo niet meer moei lijkheden te kampen heeft als vóór de opstand, moeilijkheden die verleden jaar tot de opstand hebben geleid, al dus mevrouw Kethly. Of zij dan verwacht en hoopt dat er een nieuwe opstand zou uitbreken, vroeg men haar. Zwijgend schudde me vrouw Kethly het hoofd. „Als ik eerlijk moet zijn: ik hoop van niet", zei ze daarna, zacht voor zich uitsprekend. Een tweede revolutie zou in de huidi ge omstandigheden de zelfmoord van mijn volk betekenen. Maar ik heb het volste vertrouwen in onze zaak. Één maal zal Hongarije zijn zelfbestem- mingsrecht terugkrijgen. Zo lang zullen we moeten wachten en ons beheersen. De tijd werkt voor ons!" Wanneer u zich aan de hand van de communistische Hongaarse bladen een oorueel wilt vormen over de toestand In mijn land, dan moet u de grappen niet overslaan, zo vervolgde Anna Keth ly Ik zeg u dit in volle ernst. Uit de grappen, zelfs die in de communisti sche pers, kunnen vele conclusies ge trokken worden over de stemming on der 'e bevolking, over de slechte eco nomische toestand en over de maatre gelen van de machthebbers. Natuurlijk, zo zei mevrouw Kethly, een ogenblik de ernstige toon van het gesprek doorbrekend, doen er onder de bevolking ook moppen de ronde, die een meer direct beeld geven van de gevoelens, die de Hongaren jegens Mos kou en het communisme koesteren. Dezer dagen heb ik een Hongaar ge sproken, die kort tevoren uit Boedapest was aangekomen en die vertelde dat men elkaar in Hongarije thans de vraag stelt, wat het verschil is tussen een de mocratie en een volksdemocratie. Het antwoord luidt: precies hetzelfde als tussen een buis en een dwangbuis. Een ander grapje, dat in de Hongaarse hoofdstad wordt verteld, is het verhaal van de toerist in Moskou, die in de die rentuin een wolf en een schaap in één kooi zag zitten. Dit is het bewijs van de mogelijkheid van coëxistentie, vertelde hem de oppasser. Toen de toerist er zijn bewondering over uitsprak voegde de oppasser hem toe: Het systeem vol doet echter nog niet helemaal; we moeten iedere dag een nieuw schaap in de kooi stoppen. Me ouw Kethly, die indertijd voor het forum van de V.N. op een zo vuri ge wijze gepleit heeft voor de vrijheid van Hongarije, reist van het ene land naar het andere, om deze vrijheidsge dachte levendig te houden. Vorige week vertoefde ze in Zweden, waar ze voor al contact heeft gezocht met studenten en de arbeidersjeugd. Na haar verblijf in ons land keert zij slechts voor korte tijd terug naar haar huis, dat sinds de opstand in Brussel staat. En dan wacht de pleitbezorgster van de Honga ren weer een nieuwe reis, ditmaal naar Denemarken. Bij de herdenking en de kranslegging bjj het nationaal monument op de Dam was de Hongaarse verzetsvlag, die een vrijheidsstrijder vorig jaar aan de ko ningin heeft aangeboden, opgesteld. De k ingin had daartoe toestemming ver leend. 28. Ottar beseft dat hij weinig genade kan verwachten en hij en zijn mannen verdedigen zich met de moed der wanhoop. Maar het is een ver loren gevecht. Met grote ogen van vrees houdt Ottar de glanzende bronzen helm van de Noorman in de gaten. Langzaam maar zeker vecht Eric zich een weg naar de plaats waar Ottar zich bevindt. „Grijp hem levend!", buldert hij zijn mannen toe, terwijl zij de laatste aanval inzetten. „Dat zou hij wel willen", schreeuwt Ottar hees. „Vooruit mannen, er tussenuit, nu het nog kan. Ieder redde zichzelf. Harald vlucht!" Maar de sluwe Harald hoort deze woorden al niet meer. Hij heeft zich gedurende het gehele gevecht op de achtergrond gehouden en zijn makkers lafhartig in de steek latende, gaat hij er als een schim vandoor. Op de zaterdag in Amsterdam gehou den algemene ledenvergadering van het Nederlandse PEN-centrum zijn me vr. K. de Josselin de Jong en de heer Alfred Kossmann volgens rooster afge treden als bestuursleden. Aangezien het bestuur statutair reeds voltallig is, wer den zij niet vervangen. In de vacature ontstaan door het bedanken van ds. W. Barnard, die wegens drukke ambtsbe zigheden zijn bestuursfunctie heeft neergelegd, koos de vergadering de heer Jan H. de Groot. In de plaats van de wegens drukke bezigheden reeds enige tijd geleden afgetreden penning, meester de heer Hans Redeker gekozen de heer Hans Edinga. De heer A. Viruly bracht in deze ver gadering verslag uit van het interna tionale PEN-congres te Tokio, dat zich naar de heer Viruly zei heeft geken merkt door een constructieve geest van samenwerking tussen oost en west. In de aanvang der vergadering herdacht de voorzitter het overleden lid van het centrum de schrijfster Marie van Zeg gelen. In de druk bezochte vergadering werd melding gemaakt van een toege nomen ledental en een gunstige finan ciële situatie. De Nederlandse organisatie voor Zui ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft pater Gerlach O.F.M. Cap., archiva ris van de provincie der Capucijnen in Nederland, een subsidie verleend voor een studie van de kloosterbouw der Ca pucijnen in Zwitserland. Pater Gerlach hoopt het resultaat van deze studie aan het einde van het jaar te publice ren in het tijdschrift „Franciscaans Leven", waarvan hy al meer dan 27 jaar hoofdredacteur is. Vóór hij archivaris van de provincie der Capucijnen in Nederland werd, do ceerde pater Gerlach kerkgeschiedenis en patrologie aan het theologicum te Udenhout. Op het ogenblik geeft hij nog les in de iconografie aan de cursus voor voortgezet- en hoger bouwkundig onderwijs, die gehouden wordt in de lo kaliteiten van de Rooms-Katholieke Leergangen te Tilburg. Juist dezer da gen werd hem, zo zei p. Gerlach ter loops, een professoraat in kerkgeschie denis aangeboden aan het theologicum der paters Cisterciënsers te Nieuw- kuik (Onsenoort). In een onderhoud met het A.N.P. ver telde pater Gerlach, die zowel histori cus als kunsthistoricus is, o.m. dat hij zijn universitaire vorming te Leu ven had ontvangen. Daar heeft hij col leges in de kerkgeschiedenis gelopen bij de hoogleraren De Meyer en Van der Essen. Daar pater Gerlach als priester vrijgesteld was van het volgen van colleges in de wijsbegeerte, ging hij bij de hoogleraren Mayence, Le- maire en bij de in de internationale kunstwereld zo bekende Maere inten- j sief kunstgeschiedenis studeren. Uit Leuven terug, maakte pater Ger- j lach verschillende kunsthistorische rei- j zen. Zo bezocht hij Frankrijk, waar hij onder meer de noord-Franse kathedra- j len bestudeerde en daarna Duitsland i en Italië. Vervolgens ging hij weer ijer' naar Zuid-Frankrijk en Italië om er van Geuns. een speciale studie van de klooster- bouw te maken, waarvoor hij het vo- rige jaar met Z.W.O.-subsidie Zwitser land bezocht, In 1958 hoopt pater Ger lach voor dit doel naar Spanje te gaan. De Capucijnen hebben een eigen bouwstijl uit Italië meegebracht, die zich via Zwitserland, Frankrijk en de zuidelijke Nederlanden naar ons land heeft verbreid. Hun eerste kloos ter in de Zuidelijke Nederlanden werd in 1585 te Antwerpen en hun oudste kloostertje in ons land werd in 1645 te Velp bij Grave gesticht. Wanneer de Capucijnen een kloos ter stichten, dan bouwen zij de daarbij behorende kerk vrijwel altoos aan de noordkant. Deze kerken zijn nooit groot want de Capucijnen, die „hulptroepen voor de wereldlijke geestelijkheid" wil len zijn, beogen geen preekkerken te bouwen. Volgens hun instelling zullen zij er de voorkeur aan geven in andere kerken te preken. Na de Franse re volutie, dat wil zeggen in de tweede helft van de vorige eeuw, is daar door de nood van de tijd enige verandering in gekomen. De voorkant van het kloos ter is naar het oosten gericht en daar bevinden zich ook de spreekkamers. De cellen van de religieuzen worden op een bovenverdieping aan de zuid zijde ingericht. Gelijkvloers aan deze kant bevinden zich ook de dispens, de refter en de keuken. Midden in het klooster omgeven door gangen treft men „het pandhof" aan, waar de overleden paters en broeders worden begraven. Ofschoon de Capucyner- kloosters in de onderscheiden landen wel hier en daar verschillen tonen, kan men ze toch overal direct aan hun tra ditionele bouwstijl herkennen. De bouwstijl van het Capucyner- klooster karakteriserende, noemde pa ter Gerlach deze „barok, waar het ar melijke element wel eens naar voren komt ten koste van de aesthetiek". In dit verband wees hy op de constituties der orde van 1925 inzake de bouwstijl der Capucijner-kloosters, waar gezegd wordt: „De broeders moeten overeen komstig het testament van vader Fran- ciscus kerken of woningen, die voor hen gebouwd worden weigeren, als zij niet voldoen aan de voorwaarden der allerhoogste armoede. Veel minder nog mogen zij ze zelf kostbaar bouwen of laten bouwen. Om aan de wereld te be hagen mag men God niet beledigen noch de mensen ontstichten en de evan gelische armoede schenden. Zeer groot moet het onderscheid zijn tussen de grote paleizen der rijken en de kleine huizen van armen, bedelaars, pelgrims en boetvaardigen". Tenslotte zij ver meld, dat pater Gerlach in enkele af leveringen van „Franciscaans Leven" uit het jaar 1955 reeds een inleiding tot de kloosterbouw der Capucijnen heeft geschreven. ,VIag, geus en wimpel neerhalen". Vastberaden klonk het bevel over het schip, en langzaam trokken de matrozen de drie nog fier in de frisse bries wap perende doeken omlaag: het lot van Hr. Ms. onderzeeboot O 21 was bezegeld, zijn werd roemvolle carrière definitief beëindigd. De buitendienststelling, zaterdagmorgen op de basis in Rotterdam, betekende tevens het besluit van een belangrijke episode uit de jonge maar al zo veel bewogen historie van de Onderzeedienst der Koninklijke Marine. De ceremonie waarmee het gezelschap marinemannen onder wie zich 40 geharde wapenmak kers bevonden die de O 21 in zijn glorie tijd hadden meegemaakt en méé naar zijn glorie hadden gestuwd, van het schip afscheid nam, deed menigeen der aan wezigen terugdenken aan de meidagen van 1940, toen de O 21 in nog onafge- timmerde staat, overhaast en onder grote gevaren in bedrijf werd gesteld, zonder toespraken en zonder feestvertóon. Het adieu werd ook gekleurd door de herinnering aan het zusterschip, de O 22, dat in het begin steeds samen met de O 21 opereerde maar na een jaar voor de Noorse kust met man en muis ver ging, getroffen door enkele voltreffers van Duitse dieptebommen. Ter nage dachtenis aan al zijn opvarenden legde de commandant van de O.Z.D., kapt. ter zee J. Gregory, een krans tegen het ge- vallenenmonument op het kampterrein, waarna het talrijke gezelschap zich be gaf naar de basis voor de eigenlijke buitendienststelling. Officieren en man schappen verenigden zich tot slot aan een „begrafenismaaltijd" waar beurte lings weemoed en vrolijkheid hoogtij vierden. De geschiedenis van het Neder landse onderzeebootwapen is er een van taaie volharding, daadkracht, van ontbering ook en van spanning', en angst. Op een afstand, en nu de oor logsjaren al weer lang achter ons lig gen is men misschien geneigd het ro mantische element in het leven aan boord van zo'n „duikboot" een ruime plaats toe te denken, maar de toen malige commandant, It. ter zee J. F. van Duim, gaf zaterdag in een kleine bijeenkomst vóór de plechtigheid, te verstaan dat zij mannen in die roman tiek nooit zo'n erg hebben gehad. Het is een vak voor diehards, en als men Anna Kethly in gezelschap van de burgemeester van Amsterdam, mr. G. Hall, tijdens de herdenking van de Hongaarse opstand op de Dam. Advertentie en pijn weg* wrijven met De pianist Cor de Groot, die op dins dagavond 19 november a.s. in de grote zaal van het Concertgebouw te Am sterdam een Chopin-recital zou geven, is door omstandigheden te elfder ure verhinderd, zodat hij die avond niet optreden zal. Nicolaï Orloff is bereid gevonden om voor zijn Nederlandse kunstbroeder in te springen, zodat overigens het concert ongewijzigd kan doorgaan op de vastgestelde datum. Ook Orloff brengt een geheel aan Frédéric Chopin gewijd programma; het vermeldt onder meer een reeks Etudes, het derde en het vierde Scher zo, een aantal Mazurka's, walsen en de eerste Ballade. Het concert begint om kwart over acht. Advertentie Vertaald door Uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiinii 9 Fred en ik brachten ze naar hun auto toen ze weer weggingen. Wij wilden alles horen wat ze te zeggen hadden omdat zij hetzelfde doorgemaakt hadden als wij en het voor hen zo goed was afgelopen. De dank baarheid en het gluk, dat ze voelden, was bij hen aan alles te merken en hun geesteskracht en geloof, dat Hentz zou blijven leven en weer kunnen lopen, deden myn moederhart goed. Toen ze wegreden, be loofden ze terug te komen. Zij hebben die belofte gehouden. Ze kwamen over voor elke operatie die Hentz in Georgia onderging. Ze hadden het nooit te druk om dwars door Georgia heen te rijden om bij ons te zijn. Mevrouw Van Diviere schreef mij ontroerende brieven vol vertrouwen in de genezing voor Hentz. Zij scheen het te voelen wanneer een telefoontje van haar ons door een moeilijke nacht heen kon helpen. Ik hoop, dat deze mensen enig idee hebben van de waarde van hun hulp en bemoedigingen. Zij hebben ons geleerd onze tanden opeen te klemmen en vol te houden. De lange dagen sleepten zich voort. Al twee weken verbleef ik in het kamertje van het ziekenhuis. Hentz hield nog steeds vol. Zijn krachten waren niet veel toegenomen maar hij was in ieder geval nog in le ven. In mijn kamer in het ziekenhuis was het wacht woord Hoop. Als er iemand aan de deur klopte, vroegen we altijd eerst, of hij optimist of pessimist was. Alleen de optimisten mochten binnenkomen. Soms zaten we wel met een man of twintig opeen gepakt in de kleine ruimte. Mijn zuster, Julia Bolin, die in Arizona woont, belde ons op direct nadat ze het telegram over het ongeluk van Hentz ontvan gen had. Ik probeerde mijn stem zo flink mogelijk te doen klinken door de telefoon, maar toen ze mij vroeg of ik wilde dat ze overkwam, kon ik haar niet vertellen hoe wanhopig ik haar nodig had. Ze was pas bij ons geweest en ik wist dat ze thuis moeilijk gemist kon worden door haar drie kleine jongens en haar man en dat de reis lang en kostbaar was. Verlaten en bedroefd legde ik de hoorn op de haak. Zij had de soort kracht die ik nodig had. Ze was een jaar ouder dan ik en toen wij kinderen waren be schermde en bemoederde ze mij met een genegen heid die maar zelden tussen zusters bestaat. Er was nooit sprake van enige jaloezie tussen ons er was alleen haar vastbeslotenheid dat ik lichamelijk of anderszins niet gekwetst zou worden. En uit praktische overwegingen kon ik haar niet vragen om te komen! Ik voelde me hulpelozer dan toen ik een kind was en ik had haar nodig om tussen mij en de wervelwind te staan, die mij ieder ogenblik naar de dreigende rand van de gapende afgrond kon bla zen De volgende dag zaten een vriend van Hentz, Char les Bledsoe, en ik op een bank bij de ingang. Lus teloos keek ik naar een keurige, goedgeklede dame, die een taxichauffeur betaalde, nadat hij haar ba gage op de stoep van het ziekenhuis had neerge zet. Ik herinner me nog even gedacht te hebben, dat die dame er knap en flink uitzag. Ik was te diep in gedachten verzonken om haar gelaatstrek ken op te merken. Toen sprong Charles overeind en riep: „Dat is Julia!" Ze opende de voordeur en kwam naar me toe Ik voelde me opgenomen in ëen vloedgolf van op luchting en afhankelijkheid; met het gevoel dat zij alles weer in orde zou kunnen maken, rende ik naar haar toe. Alles wat ze kon zeggen was: „Ik kwam met het eerste vliegtuig." Wij lieten een kampeerbed voor haar in mijn ka mer brengen. Het idee, dat zij in het donker dicht in de buurt was, was erg geruststellend. Als ik niet kon slapen, kon ik haar vertellen hoe bang ik was. Als ik me dan weer gekalmeerd voelde en mijn angst kwijt was, was ze even blij als ik. Het was weer net als vroeger. Een paar dagen nadat mijn zuster gearriveerd was, vertelde dr. Hill mij, dat het verstandiger zou zijn, de kamer in het ziekenhuis op te geven en terug te gaan naar huis. Hij zei: „Het zal moeilijk voor u zijn, naar een plaats terug te gaan, die u verliet toen alles nog in orde was; maar het zal eens moe ten gebeuren en dat Is nu." Toen ik thuiskwam, was ik de uitputting naby Ik was bang van het huis en wilde niet opkijken toen ik de deur binnenging. Wat eerst zo vertrouwd was, leek nu vijandig. De lucht en de geluiden van het ziekenhuis, waar Hentz voor zijn leven vocht, wa ren mij vertrouwder. Toen ik de trap opging, dacht ik: Ik zal nu naar zijn kamer gaan, ik zal mezelf er toe dwingen. Ik liep naar binnen maar draaide me plotseling om en ging weer terug naar de gang. Ik kon het niet nu nog niet. Ik stond in de gang te denken: Ik moet nu de kamer binnengaan en me niet laten weerhouden door mijn angst. Als ik het nu niet doe, zal het morgen nog moeilijker zijn. De dag daarna zal het weer moeilijker zijn. Ik moet nu mezelf hier overheen zetten. Nu! Ik moet die dingen aanraken die Hentz aangeraakt heeft. Ik moet in de stoelen zitten en op het bed gaan liggen. Ik moet aan zijn bureau zitten. Ik moet geloven dat hij al deze dingen op een goede dag ook weer zal doen. Ik draaide me om en ging de kamer van mijn zoon weer binnen. Eerst keek ik naar de grond bang om naar de muren te kijken, die deze kamer scheid den van de rest van het huis; bang om naar het bed te kijken waar hij gerust had en zijn dromen ge droomd; bang om het vliegtuigmodelletje te zien, dat hij met vaardige vingers in elkaar had gezet; bang om naar zijn schoenen te kijken die gesleten waren toen zijn voeten sterk waren en van het ene avontuur naar het andere renden. Terwijl' ik daar stond, voelde ik me zwak en bang en bad tot God, dat hij me moed zou geven. Toen verdween mijn angst; ik liep de kamer in en raakte alles aan. Ik liet me op zijn bed vallen en las wat van het ge krabbel op de papieren, die op zijn bureau lagen. Ik weet niet hoe lang ik in de kamer bleef, maar toen ik er wegging, was ik niet bang meer. Ik had een slag gewonnen en ik wist, dat ik nooit weer deze spe ciale strijd zou behoeven uit te vechten. Ik wist, dat ik weer bang zou zijn en gekwetst zou worden, maar nooit meer op deze zelfde manier. (Wordt vervolgd) dat nog niet was duurde het meestal niet lang. Commandant van Duim vertelde dat het offciële afscheid van de O 21 ook ten doel had om de vroegere strijdmak kers in een reünie bijeen te brengen, al zouden ze wel aan eikaars physionomie moeten wennen: niemand draagt er meer een baard, zoals in oorlogstijd ge bruikelijk was. Met kennelijk genoegen diepte hij herinneringen op uit de rijke, spectaculaire belevenissen aan boord van de nu uitgediende onderzeeboot. Op het laatste nippertje had commandant van Duim zijn 0 21, die nog in afbouw was, uit Vlissingen de zee op kunnen koersen, dwars door een mijnenveld heen en sa men met de O 22, onder escorte van een sleepboot. In Engeland werd, na een ris kante overtocht, het schip „afgetim merd". De O 21 was de boot die de eer ste Nederlandse torpedo's in oorlogstijd „nat maakte", al werden ze dan vergeefs afgevuurd. Ze golden een Duitse onder zeeboot op de Noordzee. De Hollanders waren er nog het meest verontwaardigd over dat de vijand in het geheel niets had gemerkt van de aanval. Na een tijd lang voor de kust van Noorwegen ge opereerd te hebben, waar de O 22 ver loren ging, werden cdt. van Duim en zijn mannen naar Gibraltar gedirigeerd. Onder de schepen die door de Neder landse torpedo's naar de bodem werden gejaagd, bevond zich ook een Duitse U-boot. Daaraan was 'n bijKonder span nend duel tussen beide onderzeeërs voor afgegaan, dat dank zij de tactische ma noeuvres van de O 21 door de onzen ge wonnen werd. De commandant van de U-boot. Gert Schreiber, en 11 leden van de bemanning werden door de Hollan- ders gered en aan boord genomen. Gert Schreiber is nu commandant van de Duitse Marine in Kiel. Luitenant van Duim ontving de vorige week nog een brief van zijn vroegere rivaal, waarin hij hem nogmaals dank bracht voor de redding en de prima verzorging aan boord De O 21 heeft ook nog patrouille ge varen in de Indische wateren en daar de Japanners van de nodige tonnage be roofd. Ook het Panamakanaal is geen onbekend water voor Van Duim en zijn mannen. Na de oorlog viel het tij voor de onvermoeibare O 21 stil. Het trouwe schip deed nog dienst voor het beproe ven van torpedobuizen in Den Helder, maar raakte steeds sneller verouderd. En nu was dan de dag aangebroken waarna de O 21 nog slechts waarde voor de schroothandelaar zal vertegenwoor digen. De plechtigheid begon met de krans legging nadat commandant Gregory te voren de lotsverbondenheid en het saam horigheidsgevoel van de mannen der onderzeedienst had gememoreerd. De gedachten van commandant van Duim gingen in het bijzonder uit naar de ge sneuvelde opvarenden van de O 22. Bo vendeks van de O 21, die geflankeerd werd door de O 24 en de „Tijgerhaai als om hun zusterschip tegen het komen de lot te beschermen, hield ds. J. H. Sil- levis Smitt een korte kerkdienst. Daar na werd de commandant van de afge dankte onderzeeër, lt. ter zee D. Schrij vershof, van het bevel ontheven door het plechtig neerhalen van vlag, geus en wimpel. De rechter zal straks de beslissing moeten nemen in een juridisch njerk- waardig geschil tussen de Amsterdamse verkeerspolitie en een chauffeur van Van Gend en Loos. Wat weegt het zwaarst: het woord van een agent of de tachometer van de auto van Van Gend en Loos? De auto van Van Gend en Loos werd dezer dagen op de Sarpha- tistraat te Amsterdam aangehouden door de motorpolitie omdat de chauffeur, vol gens de snelheidsmeter van de politie motor, 68 kilometer zou rijden. Er volgde een proces verbaal hoewel de chauffeur vaïï ,de ai,(° van Van Gend en Loos volhield slechts 48 kilometer te heb ben gereden. Van Gend en Loos nam geen genoegen met het proces verbaal en bracht de auto naar het bureau van de Radio- autodienst van. ds politie aan ds Over- toom waar de tachometer werd gede monteerd. Deze wees aan dat de auto op het bewuste tijdstip niet sneller dan 48 kilometer had gereden. Bij nauw keurige controle bleek dat de tacho meter goed functioneerde. Daarop werd de snelheidsmeter van de politiemotor gedemonteerd. Ook deze vertoonde geen afwijkingen. De motoragent, die de auto heeft aangehouden, is een ervaren politie- kracht, die zich niet gemakkelijk twintig kilometer zal vergissen. Anderzijds weegt de registratie van de tachometer ook zeer zwaar. Aan beide zijden ziet men met belangstelling uit naar de beslissing, die de rechter in dit geschil zal nemen. Tl, Vormsel toe Als sluitstuk van de veertiendaagse mis sie, welke van 19 oktober tot 3 november j.l. door negen paters van de vliegende bri gade „la Volante") van kardinaal Lercaro onder de Italiaanse mijnwerkers in Lim burg is gehouden, heeft zaterdag de pause lijke internuntius uit Den Haag, mgr. Paolo Giobbe, in de Christus Koning-kerk te Leyenbroek-Sittard een plechtige nachtmis opgedragen, tijdens welke hij aan twintig Italianen het Vormsel heeft toegediend. De plechtigheden werden door vele Ita lianen en talrijke autoriteiten bijgewoond. Namens het bisdom Roermond was mgr. drs. P. van Odijk, vicaris-generaal, aanwe zig; namens het Sittardse gemeentebestuur burgemeester M. Coenders en namens de Italiaanse regering de Italiaanse consul uit Rotterdam. Ook de aalmoezenier van de Italianen in België, mgr. Forti, woonde de plechtigheid bij. De Nederlandsche Bank verstrekt een algemene vergunning aan ingezetenen, die als transitohandelaar zijn ingeschre ven, tot het aankopen van transito doeleinden van Indonesische exportpro dukten en tot het betalen in- ponden sterling van de koopprijs. Dit betekent voor transitohandelaren een vereenvou diging, aangezien met ingang van heden aankopen voor transitodoeleinden van Indonesische exportprodukten niet alleen betaald kunnen worden in guldens of rupiahs, maar ook in ponden sterling. Bij de onder zeedienst in Rotterdam is zaterdag met een sobere plechtigheid Hr. Ms onderzeeboot „0-21" buiten dienst gesteld. Bij het monument van de onder zeedienst werd door commandeur Van Duim een krans gelegd. Met het strijken van de vlag van de Koninklijke Marine werd de G-21 buite dienst gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 2