Anna Kethlypleitbezorgster
van Hongarijein ons land
De ontembare
„Ik hoop niet op een nieuwe revolte, dat
zou Hongarije's zelfmoord zijn"
Vlag, geus en wimpel neer
op onderzeeboot O 21
Kloosterbouw der Capucijnen
Mijn zoon wil
niet sterven
ERIC DE NOORMAN
Einde van roemrijke carrière
Z.W.O.-subsidie voor studie van pater
Gerlach O.F.M. Cap.
Schilder als een man van 't vak: CetalacVAN CETA-BEVER
Tachometer tegen
snelheidsmeter
MAANDAG 4 NOVEMBER 1957
PAGINA
MINISTER TIJDENS DE OPSTAND
„Maar éénmaal zal mijn
land vrij zijn"
Jaarvergadering van
Pen-centrum
DAMPO
Nicolaï Orloff vervangt
Gor de Groot
door HARRIET H. HOUSER
Reed auto 48 of 68 km?
In Zuid-Limburg
Missie onder Italiaanse
mijnwerkers
Mgr. Paolo Giobbe dient
Betaling Indonesische
exportprodukten thans
ook in ponden
(Van een verslaggever)
Deze week, in de dagen dat de ge
dachten van velen teruggaan naar de
afschuwelijke en tragische gebeurtenis
sen cue zich een jaar geleden in Hon
garije voltrokken, vertoeft in ons land
Anna Kethly, de vrouw die verleden
jaar als minister van staat deel uit
maakte van de tijdens de opstand in
Hongarije gevormde regering. Me
vrouw Kethly heeft zondag in Amster
dam deelgenomen aan een herdenking
van de Hongaarse revolte, een plech
tigheid die gevolgd werd door een
kran egging bij het nationaal monu
ment op de Dam. 's Ivonds sprak zij
in een speciale uitzending van de Ne
derlandse Televisie Stichting een ont
roerend inleidend woord voor de film
„Hongarjje in vlammen". Daarbij be
nutte zij tevens de gelegenheid in haar
moedertaal enkele bemoedigende woor
den te richten tot de Hongaarse vluch
telingen in ons land.
Vanavond spreekt Anna Kethly op
een door de P.v.d.A. georganiseerde
bijeenkomst in de Amsterdamse Koop
mansbeurs, waar dr. W. Drees en de
heer Evert Vermeer eveneens het
woord zullen voeren. Mevrouw Kethly,
die socialiste is, zal ook de rest van de
week in kringen van de P.v.d.A. door
brengen.
„Evenals vóór de Hongaarse revolte,
die een lange voorgeschiedenis had en
met het bloed van het volk van Hon-
garij' is geschreven, gaat mijn volk
thans gebukt onder de onbegrensde
macht van een dictator", zo verklaar
de mevrouw Kethly voor de televisie.
„In de ziel van het Hongaarse volk is
de drang naar de vrijheid echter blij
ven voortleven. Wij, Hongaarse emigran
ten, blijven een beroep doen op de vrije
wereld, op de eerste plaats om hulp te
verlenen aan de vluchtelingen en daar
naast, om toe te zien dat het wereld
geweten niet inslaapt. Men weet slechts
wat de vrijheid betekent als men hem
eenmaal verloren heeft. De vrije volke
ren dienen voor ogen te houden dat er
zonder vrijheid geen vrede mogelijk
kan zijn en dat hün vrijheid altijd in
gevaar zal blijven, zolang er nog andere
volkeren geknecht worden", aldus Anna
Kethly.
Zaterdagavond stapte ze op SchiD-
hol uit het S.A.S.-vliegtuig, een grijze,
aristocratische vrouw, wonderlijk vi
taal voor haar 69 jaren, met felle,
schitterende ogen, die zij voortdu
rend beschermde tegen het helle licht
van de filmoperateurs. Blij verrast
accepteerde ze een fraaie bloemen-
ruiker, die Karoly Dekany, een sinds
zijn vlucht verleden jaar in ons land
vertoevende Hongaarse dichter, haar
overhandigde als een stille hulde, zo
als hij verklaarde, voor de over-
moeide strijdbaarheid van zijn land
genote.
Sinds zij in november van het afgelo
pen jaar, toen ze als Hongaars minis
ter op het moment dat het succes
van de opstand verzekerd leek haar
land verliet om in Wenen morele en
materiële hulp voor haar landgenoten
te zoeken, is zij de voornaamste pleit
bezorgster gebleven voor de Hongaren
aan deze en gene zijde van het IJzeren
Gordijn. De pers in de vrije wereld
moet de openbare mening blijven be
ïnvloeden, zo zei zij tot verslaggevers
op Schiphol. Voortdurend dient op de
ge delegeerden van de V.N. aandrang
te worden uitgeoefend dat zy moeten
blijven pogen Rusland te bewegen ge
hoor te geven aan de resoluties, die de
Algemene Vergadering indertijd heeft
aangenomen. De organisatie van de
V.N. mag niet het lot delen van de Vol
kerenbond, die er niet in geslaagd is
de dictatuur een halt toe te roepen, al
dus Anna Kethly.
De vraag of zij nog contacten onder
houdt met landgenoten in Hongarije en
daardoor iets kon meedelen over de si
tuatie zoals die op het ogenblik in haar
vaderland is, liet zij liever onbeant
woord. Dat zou teveel mensen in ge
vaar brengen, zo verklaarde zij. Maar
wanneer men zich in de vrije wereld
een beeld wil vormen van de huidige
toestand, dan kan men dat doen aan
de hand van de pers en de radio in Hon
garije, die uiteraard communistisch zijn.
uit het officiële nieuws uit Boedapest
blijkt duidelijk, dat het regiem nog met
minstens evenveel, zo niet meer moei
lijkheden te kampen heeft als vóór de
opstand, moeilijkheden die verleden
jaar tot de opstand hebben geleid, al
dus mevrouw Kethly.
Of zij dan verwacht en hoopt dat er
een nieuwe opstand zou uitbreken,
vroeg men haar. Zwijgend schudde me
vrouw Kethly het hoofd. „Als ik eerlijk
moet zijn: ik hoop van niet", zei ze
daarna, zacht voor zich uitsprekend.
Een tweede revolutie zou in de huidi
ge omstandigheden de zelfmoord van
mijn volk betekenen. Maar ik heb het
volste vertrouwen in onze zaak. Één
maal zal Hongarije zijn zelfbestem-
mingsrecht terugkrijgen. Zo lang zullen
we moeten wachten en ons beheersen.
De tijd werkt voor ons!"
Wanneer u zich aan de hand van de
communistische Hongaarse bladen een
oorueel wilt vormen over de toestand
In mijn land, dan moet u de grappen
niet overslaan, zo vervolgde Anna Keth
ly Ik zeg u dit in volle ernst. Uit de
grappen, zelfs die in de communisti
sche pers, kunnen vele conclusies ge
trokken worden over de stemming on
der 'e bevolking, over de slechte eco
nomische toestand en over de maatre
gelen van de machthebbers.
Natuurlijk, zo zei mevrouw Kethly,
een ogenblik de ernstige toon van het
gesprek doorbrekend, doen er onder de
bevolking ook moppen de ronde, die
een meer direct beeld geven van de
gevoelens, die de Hongaren jegens Mos
kou en het communisme koesteren.
Dezer dagen heb ik een Hongaar ge
sproken, die kort tevoren uit Boedapest
was aangekomen en die vertelde dat
men elkaar in Hongarije thans de vraag
stelt, wat het verschil is tussen een de
mocratie en een volksdemocratie. Het
antwoord luidt: precies hetzelfde als
tussen een buis en een dwangbuis. Een
ander grapje, dat in de Hongaarse
hoofdstad wordt verteld, is het verhaal
van de toerist in Moskou, die in de die
rentuin een wolf en een schaap in één
kooi zag zitten. Dit is het bewijs van de
mogelijkheid van coëxistentie, vertelde
hem de oppasser. Toen de toerist er
zijn bewondering over uitsprak voegde
de oppasser hem toe: Het systeem vol
doet echter nog niet helemaal; we
moeten iedere dag een nieuw schaap
in de kooi stoppen.
Me ouw Kethly, die indertijd voor
het forum van de V.N. op een zo vuri
ge wijze gepleit heeft voor de vrijheid
van Hongarije, reist van het ene land
naar het andere, om deze vrijheidsge
dachte levendig te houden. Vorige week
vertoefde ze in Zweden, waar ze voor
al contact heeft gezocht met studenten
en de arbeidersjeugd. Na haar verblijf
in ons land keert zij slechts voor korte
tijd terug naar haar huis, dat sinds
de opstand in Brussel staat. En dan
wacht de pleitbezorgster van de Honga
ren weer een nieuwe reis, ditmaal naar
Denemarken.
Bij de herdenking en de kranslegging
bjj het nationaal monument op de Dam
was de Hongaarse verzetsvlag, die een
vrijheidsstrijder vorig jaar aan de ko
ningin heeft aangeboden, opgesteld. De
k ingin had daartoe toestemming ver
leend.
28. Ottar beseft dat hij weinig genade kan verwachten en hij en zijn
mannen verdedigen zich met de moed der wanhoop. Maar het is een ver
loren gevecht. Met grote ogen van vrees houdt Ottar de glanzende bronzen
helm van de Noorman in de gaten. Langzaam maar zeker vecht Eric zich
een weg naar de plaats waar Ottar zich bevindt. „Grijp hem levend!", buldert
hij zijn mannen toe, terwijl zij de laatste aanval inzetten. „Dat zou hij wel
willen", schreeuwt Ottar hees. „Vooruit mannen, er tussenuit, nu het nog
kan. Ieder redde zichzelf. Harald vlucht!" Maar de sluwe Harald hoort
deze woorden al niet meer. Hij heeft zich gedurende het gehele gevecht
op de achtergrond gehouden en zijn makkers lafhartig in de steek latende,
gaat hij er als een schim vandoor.
Op de zaterdag in Amsterdam gehou
den algemene ledenvergadering van
het Nederlandse PEN-centrum zijn me
vr. K. de Josselin de Jong en de heer
Alfred Kossmann volgens rooster afge
treden als bestuursleden. Aangezien het
bestuur statutair reeds voltallig is, wer
den zij niet vervangen. In de vacature
ontstaan door het bedanken van ds. W.
Barnard, die wegens drukke ambtsbe
zigheden zijn bestuursfunctie heeft
neergelegd, koos de vergadering de
heer Jan H. de Groot. In de plaats
van de wegens drukke bezigheden reeds
enige tijd geleden afgetreden penning,
meester de heer Hans Redeker
gekozen de heer Hans Edinga.
De heer A. Viruly bracht in deze ver
gadering verslag uit van het interna
tionale PEN-congres te Tokio, dat zich
naar de heer Viruly zei heeft geken
merkt door een constructieve geest van
samenwerking tussen oost en west. In
de aanvang der vergadering herdacht
de voorzitter het overleden lid van het
centrum de schrijfster Marie van Zeg
gelen. In de druk bezochte vergadering
werd melding gemaakt van een toege
nomen ledental en een gunstige finan
ciële situatie.
De Nederlandse organisatie voor Zui
ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft
pater Gerlach O.F.M. Cap., archiva
ris van de provincie der Capucijnen in
Nederland, een subsidie verleend voor
een studie van de kloosterbouw der Ca
pucijnen in Zwitserland. Pater Gerlach
hoopt het resultaat van deze studie
aan het einde van het jaar te publice
ren in het tijdschrift „Franciscaans
Leven", waarvan hy al meer dan 27
jaar hoofdredacteur is.
Vóór hij archivaris van de provincie
der Capucijnen in Nederland werd, do
ceerde pater Gerlach kerkgeschiedenis
en patrologie aan het theologicum te
Udenhout. Op het ogenblik geeft hij nog
les in de iconografie aan de cursus
voor voortgezet- en hoger bouwkundig
onderwijs, die gehouden wordt in de lo
kaliteiten van de Rooms-Katholieke
Leergangen te Tilburg. Juist dezer da
gen werd hem, zo zei p. Gerlach ter
loops, een professoraat in kerkgeschie
denis aangeboden aan het theologicum
der paters Cisterciënsers te Nieuw-
kuik (Onsenoort).
In een onderhoud met het A.N.P. ver
telde pater Gerlach, die zowel histori
cus als kunsthistoricus is, o.m. dat
hij zijn universitaire vorming te Leu
ven had ontvangen. Daar heeft hij col
leges in de kerkgeschiedenis gelopen
bij de hoogleraren De Meyer en Van
der Essen. Daar pater Gerlach als
priester vrijgesteld was van het volgen
van colleges in de wijsbegeerte, ging
hij bij de hoogleraren Mayence, Le-
maire en bij de in de internationale
kunstwereld zo bekende Maere inten- j
sief kunstgeschiedenis studeren.
Uit Leuven terug, maakte pater Ger- j
lach verschillende kunsthistorische rei- j
zen. Zo bezocht hij Frankrijk, waar hij
onder meer de noord-Franse kathedra- j
len bestudeerde en daarna Duitsland i
en Italië. Vervolgens ging hij weer ijer'
naar Zuid-Frankrijk en Italië om er van Geuns.
een speciale studie van de klooster-
bouw te maken, waarvoor hij het vo-
rige jaar met Z.W.O.-subsidie Zwitser
land bezocht, In 1958 hoopt pater Ger
lach voor dit doel naar Spanje te gaan.
De Capucijnen hebben een eigen
bouwstijl uit Italië meegebracht, die
zich via Zwitserland, Frankrijk en
de zuidelijke Nederlanden naar ons
land heeft verbreid. Hun eerste kloos
ter in de Zuidelijke Nederlanden werd
in 1585 te Antwerpen en hun oudste
kloostertje in ons land werd in 1645
te Velp bij Grave gesticht.
Wanneer de Capucijnen een kloos
ter stichten, dan bouwen zij de daarbij
behorende kerk vrijwel altoos aan de
noordkant. Deze kerken zijn nooit groot
want de Capucijnen, die „hulptroepen
voor de wereldlijke geestelijkheid" wil
len zijn, beogen geen preekkerken te
bouwen. Volgens hun instelling zullen
zij er de voorkeur aan geven in andere
kerken te preken. Na de Franse re
volutie, dat wil zeggen in de tweede
helft van de vorige eeuw, is daar door
de nood van de tijd enige verandering
in gekomen. De voorkant van het kloos
ter is naar het oosten gericht en daar
bevinden zich ook de spreekkamers.
De cellen van de religieuzen worden
op een bovenverdieping aan de zuid
zijde ingericht. Gelijkvloers aan deze
kant bevinden zich ook de dispens, de
refter en de keuken. Midden in het
klooster omgeven door gangen
treft men „het pandhof" aan, waar de
overleden paters en broeders worden
begraven. Ofschoon de Capucyner-
kloosters in de onderscheiden landen
wel hier en daar verschillen tonen, kan
men ze toch overal direct aan hun tra
ditionele bouwstijl herkennen.
De bouwstijl van het Capucyner-
klooster karakteriserende, noemde pa
ter Gerlach deze „barok, waar het ar
melijke element wel eens naar voren
komt ten koste van de aesthetiek". In
dit verband wees hy op de constituties
der orde van 1925 inzake de bouwstijl
der Capucijner-kloosters, waar gezegd
wordt: „De broeders moeten overeen
komstig het testament van vader Fran-
ciscus kerken of woningen, die voor
hen gebouwd worden weigeren, als zij
niet voldoen aan de voorwaarden der
allerhoogste armoede. Veel minder nog
mogen zij ze zelf kostbaar bouwen of
laten bouwen. Om aan de wereld te be
hagen mag men God niet beledigen
noch de mensen ontstichten en de evan
gelische armoede schenden. Zeer groot
moet het onderscheid zijn tussen de
grote paleizen der rijken en de kleine
huizen van armen, bedelaars, pelgrims
en boetvaardigen". Tenslotte zij ver
meld, dat pater Gerlach in enkele af
leveringen van „Franciscaans Leven"
uit het jaar 1955 reeds een inleiding tot
de kloosterbouw der Capucijnen heeft
geschreven.
,VIag, geus en wimpel neerhalen".
Vastberaden klonk het bevel over het
schip, en langzaam trokken de matrozen
de drie nog fier in de frisse bries wap
perende doeken omlaag: het lot van Hr.
Ms. onderzeeboot O 21 was bezegeld, zijn
werd roemvolle carrière definitief beëindigd.
De buitendienststelling, zaterdagmorgen
op de basis in Rotterdam, betekende
tevens het besluit van een belangrijke
episode uit de jonge maar al zo veel
bewogen historie van de Onderzeedienst
der Koninklijke Marine. De ceremonie
waarmee het gezelschap marinemannen
onder wie zich 40 geharde wapenmak
kers bevonden die de O 21 in zijn glorie
tijd hadden meegemaakt en méé naar
zijn glorie hadden gestuwd, van het schip
afscheid nam, deed menigeen der aan
wezigen terugdenken aan de meidagen
van 1940, toen de O 21 in nog onafge-
timmerde staat, overhaast en onder grote
gevaren in bedrijf werd gesteld, zonder
toespraken en zonder feestvertóon.
Het adieu werd ook gekleurd door de
herinnering aan het zusterschip, de O 22,
dat in het begin steeds samen met de
O 21 opereerde maar na een jaar voor
de Noorse kust met man en muis ver
ging, getroffen door enkele voltreffers
van Duitse dieptebommen. Ter nage
dachtenis aan al zijn opvarenden legde
de commandant van de O.Z.D., kapt. ter
zee J. Gregory, een krans tegen het ge-
vallenenmonument op het kampterrein,
waarna het talrijke gezelschap zich be
gaf naar de basis voor de eigenlijke
buitendienststelling. Officieren en man
schappen verenigden zich tot slot aan
een „begrafenismaaltijd" waar beurte
lings weemoed en vrolijkheid hoogtij
vierden.
De geschiedenis van het Neder
landse onderzeebootwapen is er een
van taaie volharding, daadkracht, van
ontbering ook en van spanning', en
angst. Op een afstand, en nu de oor
logsjaren al weer lang achter ons lig
gen is men misschien geneigd het ro
mantische element in het leven aan
boord van zo'n „duikboot" een ruime
plaats toe te denken, maar de toen
malige commandant, It. ter zee J. F.
van Duim, gaf zaterdag in een kleine
bijeenkomst vóór de plechtigheid, te
verstaan dat zij mannen in die roman
tiek nooit zo'n erg hebben gehad. Het
is een vak voor diehards, en als men
Anna Kethly in gezelschap van de burgemeester van Amsterdam, mr. G.
Hall, tijdens de herdenking van de Hongaarse opstand op de Dam.
Advertentie
en pijn weg*
wrijven met
De pianist Cor de Groot, die op dins
dagavond 19 november a.s. in de grote
zaal van het Concertgebouw te Am
sterdam een Chopin-recital zou geven,
is door omstandigheden te elfder ure
verhinderd, zodat hij die avond niet
optreden zal. Nicolaï Orloff is bereid
gevonden om voor zijn Nederlandse
kunstbroeder in te springen, zodat
overigens het concert ongewijzigd kan
doorgaan op de vastgestelde datum.
Ook Orloff brengt een geheel aan
Frédéric Chopin gewijd programma;
het vermeldt onder meer een reeks
Etudes, het derde en het vierde Scher
zo, een aantal Mazurka's, walsen en de
eerste Ballade. Het concert begint om
kwart over acht.
Advertentie
Vertaald door
Uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiinii
9
Fred en ik brachten ze naar hun auto toen ze weer
weggingen. Wij wilden alles horen wat ze te zeggen
hadden omdat zij hetzelfde doorgemaakt hadden als
wij en het voor hen zo goed was afgelopen. De dank
baarheid en het gluk, dat ze voelden, was bij hen
aan alles te merken en hun geesteskracht en geloof,
dat Hentz zou blijven leven en weer kunnen lopen,
deden myn moederhart goed. Toen ze wegreden, be
loofden ze terug te komen. Zij hebben die belofte
gehouden. Ze kwamen over voor elke operatie die
Hentz in Georgia onderging. Ze hadden het nooit te
druk om dwars door Georgia heen te rijden om bij ons
te zijn. Mevrouw Van Diviere schreef mij ontroerende
brieven vol vertrouwen in de genezing voor Hentz.
Zij scheen het te voelen wanneer een telefoontje
van haar ons door een moeilijke nacht heen kon
helpen.
Ik hoop, dat deze mensen enig idee hebben van de
waarde van hun hulp en bemoedigingen. Zij hebben
ons geleerd onze tanden opeen te klemmen en vol
te houden.
De lange dagen sleepten zich voort. Al twee weken
verbleef ik in het kamertje van het ziekenhuis. Hentz
hield nog steeds vol. Zijn krachten waren niet veel
toegenomen maar hij was in ieder geval nog in le
ven.
In mijn kamer in het ziekenhuis was het wacht
woord Hoop. Als er iemand aan de deur klopte,
vroegen we altijd eerst, of hij optimist of pessimist
was. Alleen de optimisten mochten binnenkomen.
Soms zaten we wel met een man of twintig opeen
gepakt in de kleine ruimte. Mijn zuster, Julia Bolin,
die in Arizona woont, belde ons op direct nadat ze
het telegram over het ongeluk van Hentz ontvan
gen had. Ik probeerde mijn stem zo flink mogelijk
te doen klinken door de telefoon, maar toen ze mij
vroeg of ik wilde dat ze overkwam, kon ik haar niet
vertellen hoe wanhopig ik haar nodig had. Ze was
pas bij ons geweest en ik wist dat ze thuis moeilijk
gemist kon worden door haar drie kleine jongens
en haar man en dat de reis lang en kostbaar was.
Verlaten en bedroefd legde ik de hoorn op de haak.
Zij had de soort kracht die ik nodig had. Ze was een
jaar ouder dan ik en toen wij kinderen waren be
schermde en bemoederde ze mij met een genegen
heid die maar zelden tussen zusters bestaat. Er
was nooit sprake van enige jaloezie tussen ons er
was alleen haar vastbeslotenheid dat ik lichamelijk
of anderszins niet gekwetst zou worden. En uit
praktische overwegingen kon ik haar niet vragen
om te komen! Ik voelde me hulpelozer dan toen ik
een kind was en ik had haar nodig om tussen mij en
de wervelwind te staan, die mij ieder ogenblik naar
de dreigende rand van de gapende afgrond kon bla
zen
De volgende dag zaten een vriend van Hentz, Char
les Bledsoe, en ik op een bank bij de ingang. Lus
teloos keek ik naar een keurige, goedgeklede dame,
die een taxichauffeur betaalde, nadat hij haar ba
gage op de stoep van het ziekenhuis had neerge
zet. Ik herinner me nog even gedacht te hebben,
dat die dame er knap en flink uitzag. Ik was te
diep in gedachten verzonken om haar gelaatstrek
ken op te merken. Toen sprong Charles overeind
en riep: „Dat is Julia!" Ze opende de voordeur en
kwam naar me toe
Ik voelde me opgenomen in ëen vloedgolf van op
luchting en afhankelijkheid; met het gevoel dat zij
alles weer in orde zou kunnen maken, rende ik naar
haar toe. Alles wat ze kon zeggen was: „Ik kwam
met het eerste vliegtuig."
Wij lieten een kampeerbed voor haar in mijn ka
mer brengen. Het idee, dat zij in het donker dicht
in de buurt was, was erg geruststellend. Als ik niet
kon slapen, kon ik haar vertellen hoe bang ik was.
Als ik me dan weer gekalmeerd voelde en mijn angst
kwijt was, was ze even blij als ik. Het was weer net
als vroeger.
Een paar dagen nadat mijn zuster gearriveerd was,
vertelde dr. Hill mij, dat het verstandiger zou zijn,
de kamer in het ziekenhuis op te geven en terug te
gaan naar huis. Hij zei: „Het zal moeilijk voor u
zijn, naar een plaats terug te gaan, die u verliet
toen alles nog in orde was; maar het zal eens moe
ten gebeuren en dat Is nu."
Toen ik thuiskwam, was ik de uitputting naby Ik
was bang van het huis en wilde niet opkijken toen
ik de deur binnenging. Wat eerst zo vertrouwd was,
leek nu vijandig. De lucht en de geluiden van het
ziekenhuis, waar Hentz voor zijn leven vocht, wa
ren mij vertrouwder. Toen ik de trap opging, dacht
ik: Ik zal nu naar zijn kamer gaan, ik zal mezelf er
toe dwingen. Ik liep naar binnen maar draaide me
plotseling om en ging weer terug naar de gang. Ik
kon het niet nu nog niet. Ik stond in de gang
te denken: Ik moet nu de kamer binnengaan en me
niet laten weerhouden door mijn angst. Als ik het
nu niet doe, zal het morgen nog moeilijker zijn. De
dag daarna zal het weer moeilijker zijn. Ik moet nu
mezelf hier overheen zetten. Nu! Ik moet die dingen
aanraken die Hentz aangeraakt heeft. Ik moet in
de stoelen zitten en op het bed gaan liggen. Ik
moet aan zijn bureau zitten. Ik moet geloven dat hij
al deze dingen op een goede dag ook weer zal doen.
Ik draaide me om en ging de kamer van mijn zoon
weer binnen. Eerst keek ik naar de grond bang
om naar de muren te kijken, die deze kamer scheid
den van de rest van het huis; bang om naar het bed
te kijken waar hij gerust had en zijn dromen ge
droomd; bang om het vliegtuigmodelletje te zien,
dat hij met vaardige vingers in elkaar had gezet;
bang om naar zijn schoenen te kijken die gesleten
waren toen zijn voeten sterk waren en van het ene
avontuur naar het andere renden. Terwijl' ik daar
stond, voelde ik me zwak en bang en bad tot God,
dat hij me moed zou geven. Toen verdween mijn
angst; ik liep de kamer in en raakte alles aan. Ik
liet me op zijn bed vallen en las wat van het ge
krabbel op de papieren, die op zijn bureau lagen. Ik
weet niet hoe lang ik in de kamer bleef, maar toen
ik er wegging, was ik niet bang meer. Ik had een slag
gewonnen en ik wist, dat ik nooit weer deze spe
ciale strijd zou behoeven uit te vechten. Ik wist,
dat ik weer bang zou zijn en gekwetst zou worden,
maar nooit meer op deze zelfde manier.
(Wordt vervolgd)
dat nog niet was duurde het meestal
niet lang.
Commandant van Duim vertelde dat
het offciële afscheid van de O 21 ook
ten doel had om de vroegere strijdmak
kers in een reünie bijeen te brengen, al
zouden ze wel aan eikaars physionomie
moeten wennen: niemand draagt er meer
een baard, zoals in oorlogstijd ge
bruikelijk was. Met kennelijk genoegen
diepte hij herinneringen op uit de rijke,
spectaculaire belevenissen aan boord van
de nu uitgediende onderzeeboot. Op het
laatste nippertje had commandant van
Duim zijn 0 21, die nog in afbouw was,
uit Vlissingen de zee op kunnen koersen,
dwars door een mijnenveld heen en sa
men met de O 22, onder escorte van een
sleepboot. In Engeland werd, na een ris
kante overtocht, het schip „afgetim
merd". De O 21 was de boot die de eer
ste Nederlandse torpedo's in oorlogstijd
„nat maakte", al werden ze dan vergeefs
afgevuurd. Ze golden een Duitse onder
zeeboot op de Noordzee. De Hollanders
waren er nog het meest verontwaardigd
over dat de vijand in het geheel niets
had gemerkt van de aanval. Na een tijd
lang voor de kust van Noorwegen ge
opereerd te hebben, waar de O 22 ver
loren ging, werden cdt. van Duim en zijn
mannen naar Gibraltar gedirigeerd.
Onder de schepen die door de Neder
landse torpedo's naar de bodem werden
gejaagd, bevond zich ook een Duitse
U-boot. Daaraan was 'n bijKonder span
nend duel tussen beide onderzeeërs voor
afgegaan, dat dank zij de tactische ma
noeuvres van de O 21 door de onzen ge
wonnen werd. De commandant van de
U-boot. Gert Schreiber, en 11 leden van
de bemanning werden door de Hollan-
ders gered en aan boord genomen. Gert
Schreiber is nu commandant van de
Duitse Marine in Kiel. Luitenant van
Duim ontving de vorige week nog een
brief van zijn vroegere rivaal, waarin
hij hem nogmaals dank bracht voor de
redding en de prima verzorging aan
boord
De O 21 heeft ook nog patrouille ge
varen in de Indische wateren en daar de
Japanners van de nodige tonnage be
roofd. Ook het Panamakanaal is geen
onbekend water voor Van Duim en zijn
mannen. Na de oorlog viel het tij voor
de onvermoeibare O 21 stil. Het trouwe
schip deed nog dienst voor het beproe
ven van torpedobuizen in Den Helder,
maar raakte steeds sneller verouderd.
En nu was dan de dag aangebroken
waarna de O 21 nog slechts waarde voor
de schroothandelaar zal vertegenwoor
digen.
De plechtigheid begon met de krans
legging nadat commandant Gregory te
voren de lotsverbondenheid en het saam
horigheidsgevoel van de mannen der
onderzeedienst had gememoreerd. De
gedachten van commandant van Duim
gingen in het bijzonder uit naar de ge
sneuvelde opvarenden van de O 22. Bo
vendeks van de O 21, die geflankeerd
werd door de O 24 en de „Tijgerhaai
als om hun zusterschip tegen het komen
de lot te beschermen, hield ds. J. H. Sil-
levis Smitt een korte kerkdienst. Daar
na werd de commandant van de afge
dankte onderzeeër, lt. ter zee D. Schrij
vershof, van het bevel ontheven door
het plechtig neerhalen van vlag, geus
en wimpel.
De rechter zal straks de beslissing
moeten nemen in een juridisch njerk-
waardig geschil tussen de Amsterdamse
verkeerspolitie en een chauffeur van
Van Gend en Loos. Wat weegt het
zwaarst: het woord van een agent of de
tachometer van de auto van Van Gend
en Loos? De auto van Van Gend en
Loos werd dezer dagen op de Sarpha-
tistraat te Amsterdam aangehouden door
de motorpolitie omdat de chauffeur, vol
gens de snelheidsmeter van de politie
motor, 68 kilometer zou rijden. Er volgde
een proces verbaal hoewel de chauffeur
vaïï ,de ai,(° van Van Gend en Loos
volhield slechts 48 kilometer te heb
ben gereden.
Van Gend en Loos nam geen genoegen
met het proces verbaal en bracht de
auto naar het bureau van de Radio-
autodienst van. ds politie aan ds Over-
toom waar de tachometer werd gede
monteerd. Deze wees aan dat de auto
op het bewuste tijdstip niet sneller dan
48 kilometer had gereden. Bij nauw
keurige controle bleek dat de tacho
meter goed functioneerde. Daarop werd
de snelheidsmeter van de politiemotor
gedemonteerd. Ook deze vertoonde geen
afwijkingen. De motoragent, die de auto
heeft aangehouden, is een ervaren politie-
kracht, die zich niet gemakkelijk twintig
kilometer zal vergissen. Anderzijds weegt
de registratie van de tachometer ook
zeer zwaar. Aan beide zijden ziet men
met belangstelling uit naar de beslissing,
die de rechter in dit geschil zal nemen.
Tl, Vormsel toe
Als sluitstuk van de veertiendaagse mis
sie, welke van 19 oktober tot 3 november
j.l. door negen paters van de vliegende bri
gade „la Volante") van kardinaal Lercaro
onder de Italiaanse mijnwerkers in Lim
burg is gehouden, heeft zaterdag de pause
lijke internuntius uit Den Haag, mgr. Paolo
Giobbe, in de Christus Koning-kerk te
Leyenbroek-Sittard een plechtige nachtmis
opgedragen, tijdens welke hij aan twintig
Italianen het Vormsel heeft toegediend.
De plechtigheden werden door vele Ita
lianen en talrijke autoriteiten bijgewoond.
Namens het bisdom Roermond was mgr.
drs. P. van Odijk, vicaris-generaal, aanwe
zig; namens het Sittardse gemeentebestuur
burgemeester M. Coenders en namens de
Italiaanse regering de Italiaanse consul uit
Rotterdam. Ook de aalmoezenier van de
Italianen in België, mgr. Forti, woonde de
plechtigheid bij.
De Nederlandsche Bank verstrekt een
algemene vergunning aan ingezetenen,
die als transitohandelaar zijn ingeschre
ven, tot het aankopen van transito
doeleinden van Indonesische exportpro
dukten en tot het betalen in- ponden
sterling van de koopprijs. Dit betekent
voor transitohandelaren een vereenvou
diging, aangezien met ingang van heden
aankopen voor transitodoeleinden van
Indonesische exportprodukten niet alleen
betaald kunnen worden in guldens of
rupiahs, maar ook in ponden sterling.
Bij de onder zeedienst in Rotterdam is zaterdag met een sobere plechtigheid Hr.
Ms onderzeeboot „0-21" buiten dienst gesteld. Bij het monument van de onder
zeedienst werd door commandeur Van Duim een krans gelegd.
Met het strijken van de vlag van de Koninklijke Marine werd de G-21 buite
dienst gesteld.