SPAARNDAM: rustiek plekje in de polder, dat zichzelf is gebleven F DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL Zelfstandige gemeenschap in gemeente Haarlem Sterke verhalen bij de vleet Opheffing „Haarlemmerliede en Spaarnwoude" „VAAR SPAARNE EN LIE TEZAMEN VLOEIT' Volksleven en folklore r Goede dienst Viering gouden jubileum wordt uitgesteld Spaarndam-oost en Schalkwijk hij Haarlemoverig deel hij Haarlemmermeer MINISTER AKKOORD MET G.S.: ZATERDAG 7 DECEMBER 1957 PAGINA 3 Geen Haarlemmers Sterke verhalen Moord en deernis Juffrouw Gierigaard Geloof en Wetenschap KERSTGROEPEN BALENDONG - HAARLEM MARTIN UXTTENBOGAARD Nieuw gebouw voor Medisch Controle Bureau órshssaöln aak mat J£ua> ais 5e»:auuMas4,fc w. «kaap toe'«kt SetöSSÖL «BW VU» DE .BttttBBWWShjs 5WtJJD VAN NErera.ASffl TEÖN ME? ÜÜ4TOI IWBCATÏB FD «UR W45TH tq MOilüK'list BOT «MO «VWIMMffifl ehe moJu-ruAi. sTuaam af mouw» mam tm mm TA oor de eeuwen heen is er aan het karakter van Spaarndam vrijwel niets veranderd. Nog altijd is het een rustig, oud-Hollands, maar allesbehalve „inge slapen" vissersdorpje met eeuwenoude en onvervalste tradities. De bewoners vormen een eigen gemeenschap, sl vallen zij sinds jaren onder de iemeentelijke jurisdictie van Haar lem. De alsmaar naar het noorden Voort-golvende huizenzee heeft Spaarndam ongedeerd gelaten, nog altijd ligt het veilig en ruim door Water en weilanden omsloten. De Visserij, met haar eerbiedwaardige tradities, bepaalt van oudsher de dorpseigenheid. Al is er nu nog maar één „broodvisser" overge bleven, Spaarndam heeft meer dan ooit tevoren een Wereldnaam op visserij-gebied, omdat er grote paling rokerijen en 's werelds giootste paling-exporteurs gevestigd zijn. Dat juist Spaarndam hèt palingdorp is, moet worden toegeschreven aan de ondernemings- tegen he^water^^uf' vissGri-'' stri-'d halen en nvoH y°lksgebruiken, ver slaafd ?n !?Venn8Gn - is geboek- Spaarne .f nTaileraardigst werkje „Waar zoals u,iw tezamen vloeitdat, onrW j dezer dagen reeds meldden, Haan rfdactie van dr' Th W- R- dé ■naan uitgegeven is door de Volkskunde commissie van de Vereeniging „Haer- ■jem Het interessantst is wel de bij drage van dr. De Haan „Van Binnen- visser tot Industriearbeider". Tot voor kort, zo schrijft hij, waren Spaarndam en de visserij „gloeiend aaneengesmeed". In 1912 telde het dorp nog maar twee entwintig beroepsvissers, tien jaar later was dat aantal reeds tot twaalf geslon ken en thans is daarvan nog één oven de heer Berk van het Havenplein, dié echter „bij wijze van nodige bijverdien ste" vist. De droogmaking van het Y en vooral de afsluiting van de Zuiderzee verminderden ook voor de Spaarndam mers het viswater. Wat er aan water overbleef:Spaarne en Liede, en ten noor den van de sluizen het kleine nog steeds Y geheten restant van de vroe gere zee-arm werd voor de vis dodelijk verontreinigd door fabrieksafvallen. De Wolhandkrab vernielde de kostbare net ten. Anderzijds oefende de industrie in de buurt een begrijpelijke aantrekkings kracht uit. Er waren zelfs Spaarndam- Jaer nettenbreiers, die in een netten- Iabriek in Apeldoorn gingen werken. Vóór de drooglegging van het Y leefde vrijwel het hele dorp van en op het water, de vissers en schippers net zo goed als de winkelier en am bachtslieden. Dat. blijkt bijvoorbeeld uit een in het boekje voorkomende lijst van inwoners met hun bezittingen, in 1742 opgemaakt. Er waren toen in Spaarndam vierentachtig huizen, voor het merendeel door vissers en arbei ders (bij het Hoogheemraadschap) be woond, en verder door zeilmakers „foyers" (een soort sluis-loodsen), blookmakers, mastmakers, slechts een enkele „koehouder" en verschillende scheepmakers, al of niet met knechts of jongens werkend. j scheepvaart leeft nog altijd voort v* Spaardam. De Spaarndamse scheeps- jjhwmeester C. Stapel Jr. leverde een vdrage tot het boekje over de thans °g bestaande werven in het dorp: een cheepswerf, die ongeveer honderdder- pg, merendeels Spaarndamse, werkne mers telt, en een jachtwerf, waar veer- ig tot zestig mensen werken. O °Spaarndam, drl'T^T^v Va" W op een zilver^ *oude,n baarzen band met water en vuL^f d<t, blUkt de heffing van de gemeente Sinds de op heeft dat wapen formeel' 2P 1 1927' zin meer, maar het komt /eÜn voor, ook op het verzetsmon!?°g f de Spaarndammers «liet tomSr i lemmers geworden zijn, blijkt ook „i mt het bestaan van een wijk-comlté in thans drie wethouders van her von malige gemeentebestuur zitting hebbe Waar Spaarne en Liê tezamen vloeit, En Haarlem rijst van ver, Daar ligt, zich spieg'lend in dè stroom Een dorp van eeuwen her. H. TOLLENS durf .van mensen, die sedert eeuwen zeeën en binnenwateren bevist hebben. Sinds zijn ontstaan ruim zeven eeuwen geleden heeft Spaarndam een belangrijke rol gespeeld in de Hollandse strijd tegen het water. De dam in het Spaarne, waaraan het dorp zijn naam en ontstaan dankt, werd in 1220 bij de samenvloeiing van Spaarne en Liede opgeworpen ter beteugeling van de zee, die de Haarlemmers toen met over stroming bedreigde. Het IJ (eerst in de tweede helft van de vorige eeuw drooggemalen) stond toen de Zuiderzee in open verbinding Op die voor de Hollandse water huishouding strategische plaats heeft het Hoogheem raadschap Rijnland ook sinds eeuwen een belangrijk gemaal, dat er - samen met de visserij - voor ^zorgde, dat er in Spaaarndam altijd wel werk aan de win kel was. namelijk nog via met de Noordzee. Aan het hoekje „Waar Spaarne en Liê tezamen vloeit", uit gegeven door de Volkskunde, commissie der Vereeniging ,,Haer- lem" publiceren wij hierbij enige treffende citaten en bijzonderhe den, opgetekend door dr. Tj. W. R. de Haan. Het werkje bevat voorts wetenschappelijke bijdragen van de Haarlemse gemeente-archivaris, mejuffrouw dr. G. H. Kurtz, mr. S. J. Fockema Andreae, secretaris van het Hoogheemraadschap Rijnland, H. B. E. Warnaars, S. W. Balm, C. Stapel Jr. en R. C. Hekker. Tot dusver is er over Spaarndam niet bijzonder veel of belangrijks ge publiceerd, naar uit de aan het boekje toegevoegde bibliografie blijkt. De samenstellers hebben dus niet alleen Spaarndammers een goede dienst bewezen met hun pu blicatie. Zij kondigen aan, dat tot hun toekomstige projecten behoren „Oud Zandvoort" en „Van Oud- Schooten tot Haarlem-noord" waarvoor zij aller medewerking inroepen. De scheepsbouw ontwikkelt zich voorspoedig in Spaarndam. Dit plaatje dateert van vijf jaar geleden, toen de Safi van stapel liep. De sluis bleek echter te smal om de Safi vrije uitvaart te geven en derhalve moesten er steenhouwers aan te pas komen om de doorvaart van de sluis wat uit te hakken. in thans drie wethouders van het voor malige gemeentebestuur zitting hebben uit het bloeiende verenigingsleven, u"t spontane jaarlijkse feesten, zoals de ker mis, luilak en Sint Maarten. De meeste Spaarndammers wonen van ouder 0p ouder in het dorp, zijn dus „autoch tonen". en dat daaraan veel waarde wordt gehecht blijkt bijvoorbeeld uit kot feit, dat hoewel veel inwoners van Haarlem-noord lid z(jn van de b?£?nd.e Spaarndamse ijsclub „Nova Ze^la. al leen Spaarndammers en oud-SP or stemrecht hebben! Om al dm redenen vormt Spaarndam een dank baar object voor een studie over het volksleven en de samenstelling van het geertJpn^le,1)b®n dat lezenswaardig, soms •Peld r en zeer merkwaardig ge H eten te registreren. °a's in de meeste oude dorpsgemeen- schappen, zijn ook de ware Spaarn dammers vaak beter bekend bij hun bijnaam, dan bij hun officiële familie naam. Er zijn de schilderachtigste alias sen: de Duikboot, de Pok, Ras(poetin), Jaap Stap Allemacht en de Baardman („die geeneens een baard had"). Het volksverhaal is dood op Spaarn dam, naar dr. De Haan spijtig con stateert. Dè sage is op het ogenblik de zijns inziens „malle anekdote nopens het waterheldje Hansie Brinker(s)", die uit een in 1865 voor het eerst gepubliceerd Amerikaans jeugdboek van Mary Mapes Dodge afkomstig is. Dat boek werd ove rigens al in 1867 door de destijds ge liefde jeugdauteur P. J. Andriessen in het Nederlands bewerkt. Dat alles maak te het verhaaltje zo populair, vooral bij Amerikanen, dat een monument voor Hans Brinker in Spaarndam gemist werd door bezoekers. De Algemene Neder landse Vereniging voor Vreemdenlingen- verkeer meende dan ook daarin te moe ten voorzien en in 1950 onthulde prin ses Margriet, in tegenwoordigheid van koningin Juliana, het monumentje, ver vaardigd door Grada Rueb. Al met al is het niet duidelijk, of het beeldje Hans Brinker (s) voorstelt, dan wel een vriendje Peter geheten, die ook een rol gespeeld heeft bij de legendarische wa terkering door middel van een vingertje in een dijkgat. De Spaarndammers zijn er, met het oog op de vreemdelingen, wel verguld mee. Om die reden heeft het monumentje behalve een Nederlands, ook een Engels onderschrift, maar in in tieme kring, drijven zij er toch wel de spot mee. „Weet je, wat 't verschil is tussen Hansie Brinkers en 't Menneke 'tl]} Brussel? Nee? Nou, 't Menneke laat °Pe en Hansie die houdt 't tege". 1 ?8 verhalen (iets anders dus Sds= "v°iks-sagen") vertellen de dikwijls ndarnmers graag. Natuurlijk uit Sparred spoken> zoals --'n Jonge dam. En chTcU' dle ëinS v"je °P sPar- ne daar kathonlfewouwers ze ben" d'rzelf clip en allemaal erg op wouwe dat niet hebbe. Het monument van de dappere jongen, die een waterramp keerde- Een trekpleister voor vele toeris ten, die er graag een tocht voor over hebben naar de Woerdersluis te Spaarndam. e» cause célèbre, waar oude i5Paarndammers nog vol van zijn, -iQln Was de raadselachtige moord in fM[|B§ ?9n een jaar jongere zuster. Jf in 1922 met maar liefst tweeenvijftig getuigen door de Haar- it J.6ms6 rechtbank behandeld wprd Tn oer» tolgaarderswoning te Spaarndam, welke als zodanig geen dienst meer doet. ste instantie werd de verdachte in Haar De herinneringen aan het verleden zijn er des te groter om. lem tot twintig jaar veroordeeld, maar de beroemde strafpleiter mr. Francois Pauwels, die voor het gerechtshof in Amsterdam de verdediging voerde, wist de rechters te overtuigen van de on schuld van de verdachte, die tenslotte werd vrijgesproken. De werkelijke da ders zijn nimmer veroordeeld. De moord moet uiterst gruwelijk geweest zijn. Naar de mode van die tijd werden er kolportage-liederen aan gewijd, waar van hier een saillante strofe volgt: „De melkboer kwam als gewoonlijk, Des morgens vroeg bij hun aan huis, Maar vond nu in plaats van de melkkan, De beide lijken, o wat kruis. De man verwittigde de politie, Van zijn zo gruwelijke vondst, De politiehonden gingen zoeken, Naar dit onzalig schelmenras". De maker van het vers vermaant ver der: „Gij moordenaars, beeft voor het Oordeel, dat gewis nu komen zal. Gij ontrooft twee armen kindren hun armen vader, Oh moordenaarsras". Van geheel andere aard, maar even pathetisch is een oud Spaarnwouds bid prentje met de op het eerste gezicht wonderlijk klinkende aanhef: „Ter ge dachtenis van de weldaad van het ge lukkig overlijden van enz. De overledene, een op 44Vi jarige leeftijd gestorven vrouw, was namelijk ongeluk kig geboren en niet met verstandelijke vermogens begiftigd geweest. Met een ons vreemd aandoend realiteitsbesef dichtte pastoor J. Karsten over haar op het bidprentje onder meer: „Helaas! 't bleek al te waar; een ieder moest het vreezen. Het pasgeboren kind zou steeds krankzinnig wezen. Nog meer: ik groeide op, maar kon toch nimmer gaan, Noch zelfs een ogenblik op eigen voeten staan. Mijn handen krachteloos, en bij al die gebreken. Heb 'k nooit 'n enkel woord verstaan baar kunnen spreken. Zoo levend, bleef ik toch de liev'ling van het huis, Mijne ouders, zusters broer, zij torsch- ten 't zware kruis. Hun eerste zorg gold mij, voorkwamen mijn verlangen, Maar mogten nooit een blijk van we- derliefd' ontvangen. Maar eindlijk sneed de dood den draad mijns levens af, Ontzield viel 't lichaam neer en zonk in 't somber graf, Terwijl mijn schoone ziel, gezuiverd door de stroomen, Van 't Heilig Doopsel en tot Gods kind aangenomen. Ontwrongen aan het stof, in vrije vlugi omhoog Haar eindbestemming zocht, den Hemel binnenvloog". Volksfeesten, zoals Luilak en Sint Maarten vieren de Spaarndam mers spontaan, zonder dat er iets van boven-af georganiseerd wordt. Wie na het aanhoren van het welbekende Sint Maartenslied niet ge ven wil, krijgt niets minder te horen dan: „Hier woont 'n kikkerdril, Die ons niets geven wil". Of (nog krachtiger): „Hier woont juffrouw Gierigaard, Met d'r kont in 't prikkeldraad". Maar dat niet-geven schijnt spora disch voor te komen, zoals een oude Spaarndammer in het boekje vertelt. „Al kreeg je wel eens maar dat was voor de grap een uitgekauwde pruim in je knuisje. We zijn hier alle- gaars een-en-gemeen op Spardam. We hebben geen kunsten van hij- boven-jij-uit". Het bestuur van „Geloof en Weten schap" verzoekt ons mede te delen, dat het op grond van de tragische gebeur tenissen in Indonesië gemeend heeft de voor begin januari 1958 aangekondigde feestviering ter herdenking van het vijftigjarig bestaan van „Geloof en We tenschap" tot een nader tijdstip te moe ten uitstellen. Deze feestvreugde zou een te schrille tegenstelling vormen met de wanhopige situatie, waarin de duizenden landge noten aan de evenaar zich thans be vinden. Advertentie van de beste kunstenaars in gietklei, chamotte en hout. LEID SE VAART 142, TELEFOON 1Ï«6I Gedeputeerde Staten van Noord- Holland hebben het gemeentebestuur van Haarlemmerliede en Spaarnwoude laten weten, dat de minister van bin- kan vereigingenij met de beslissig va tenlandse zaken zich in beginsel kan verenigen met hun voorstel tot op heffing van deze gemeente. Dat voor stel hield, zoals bekend, in, dat Zuid- Schalkwijk en Spaarndam-oost aan Haarlem zouden worden overgedragen en dat het resterende gedeelte van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude zou worden gevoegd bij de gemeente Haarlemmermeer. Begin januari 1958 zal het voor ontwerp van de regeling met kaarten en toelichting aan de raden der be trokken gemeenten: Haarlemmerliede- Spaarnwoude, Haarlemmermeer en Haarlem, worden aangeboden. Het is de bedoeling, dat de raden zich vóór 1 maart daarover uitspreken en dat de door de gemeentewet voorgeschre ven openbare vergadering van Ged. Staten vóór 1 mei 1958 kan plaats vinden. De minister kan de zaak dan in het najaar aanhangig maken bij de Staten Generaal. De opheffing van de gemeente zal derhalve waarschijn lijk op zijn vroegst 1 januari 1959 een voldongen feit zijn. Gedeputeerde Staten zijn in dezen de initiatiefnemers bij de opheffing van de gemeente. Dit initiatief houdt echter wel verband met het verzoek van de ge meente Haarlem op 2 februari 1955 inge diend tot annexatie van Zuid-Schalk wijk ten behoeve van de noodzakelijke stadsuitbreiding, waarin ook het streek plan Zuid-Kennemerland voorziet. In april van dit jaar heeft de Haarlemse gemeenteraad zijn verontrusting gemani festeerd over de trage gang van zaken bij de gebiedsoverdracht-procedure. G.S. hadden toen reeds de raden van de be- Advertentie Voor blijvend geluk naar de VERLO VIN GSRIN GiHNSPECI ALIST Schoterweg 35, Haarlem, Tel. 16261 Bel ons voor een afspraak. Toen hebbe ze 'm bang wille make, as ie midden in de nacht van z'n meid weerom kwam. Ze ginge de één bove de ander staan, bij de Stompe Tore met 'n wit lake om zich heen, tege de tore op. Maar die jongen, nou, die was niet verlege". „Ik heb d'r wel 's twee op elkaar zien staan", zei-die, „maar nog nooit geen drie En toen zijn die twee bangerikke zelf op de loop gegaan". Spaarnwoude het boekje deelt ook veel lezenswaardigs mede over de on middellijke omgeving van Spaarndam verschilt aanmerkelijk van het vis sersdorp. De Spaarndammers zijn van oudsher overwegend visserslui en pro testant, de Spaarnwouders katholiek en leven van landbouw en veeteelt. Klaas van Kyten, de beroemde Spaarnwouder reus, bekend uit Vondels Gysbrgcht van Aemstel, wordt in het boekje niet ver geten. In de middeleeuwse Divisie Chro- nyk wordt al gewag gemaakt van „Claes van Kyeten, geboren van cleine ouders... wiens stature oft lichaem bi andere men- schen niet en was te geliken". De fami lie Dijkzeul in Spaarnwoude preten deert van de reus af te stammen. Om dat te demonstreren heeft vroeger een veehouder Dirk Dijkzeul Jz aan het Bisschoppelijk Museum een reuze-pater noster geschonken, dat echter niet mid deleeuws was èn volgens dr. De Haan thans onvindbaar is. Wij hebben er heerlijk op los gerijmd de afgelopen dagen. U en ik hebben zitten pieke ren, hoe wij op de meest knappe wijze in versvorm onze familie en vrienden de waarheid konden ver tellen. Het economisch leven is er bijna door ontwricht geworden. Op hoeveel kantoren is er niet echt ge zwoegd en gerijmd? De jongelui za ten ijverig te werken achter hun typemachines, rijmend tot in het ongerijmde, af en toe schuw op kijkend, of de chef wel ver genoeg uit de buurt bleef. Nu, van die kant was niets te vrezen, want ook deze man peinsde zijn hersenen stroef om een rijmwoord te vinden op Spoetnik. Het dichten zit ons allen in het bloed. Je staat soms ver baasd over de prestaties van men sen, die je dag in dag uit ontmoet als degelijke, keurige mensen; die gedoemd schijnen te zijn om iedere dag te werken, te eten en te slapen, maar die plotseling rond Sinter klaas over enorme dichttalenten blijken te beschikken. Zo zag ik bij ons op kantoor een meisje, meit hoogrode kleur en met opgestoken haren, verwoed typen en zonder enige géne sloeg zij een gedicht uit haar machine van minstens een paar honderd regels lang. Sedert dien groet ik haar met de grootste eerbied. Een jong dichteresje, een beetje experimenteel, maar dat kan geen kwaad. Intussen ben ik blij, dat al die drukte, hoe gezellig ook, achter de rug is. Dat gesjouw in de stad, en maar niet kunnen slagen. .Iedere minuut van de avond moest je in de stad gevechtsklaar staan o'm te zorgen, dat je niet van de toonbank verdrongen werd. En juist als je iets geschikts had gevonden, ging er een ander mee vandoor. Ik heb de winkelmeisjes beklaagd, die urenlang temidden van dat. gejak ker moesten proberen rustig blij- ven. Ik heb ze zien staan, onttakeld als het ware. De haren verward, de ogen wezenloos en op het ont- poederde gezicht een laatste glim lach, die de indruk moest bevesti gen, dat het helemaal geea moeite was. Daar waren erbij, maar hun aantal was gelukkig zeer gering, die haar wrevel niet onder de (toon) banken schoven. Zij gooiden soms het pak je naar je toe, alsof je om een gunst vroeg. Doch verreweg de meesten, zij het soms zonder (of ondanks) kennis var zaken bleven de vriendelijkheid zelve, lieve kin deren, die je met graagte de behulp zame hand boden. En het moet mij van het hart, dat zij vol begrip wa ren van de man, die met een schu we en verlegen blik binnenstapte om een paar nylons of lipstick te kopen. Voor dat begrip ben ik ze toch bijzonder dankbaar. U en ik mogen ons gelukkig prijzen, dat Haarlem ook nog zulke meisjes heeft. Rond Sinterklaas zijn ze goud waard. Hopelijk denken hun bazen daar ook zo over. Het zit nog altijd niet goed met die Haarlemse kermis. U neemt het mij hopelijk niet kwalijk, dat ik er weer eens over begin. Tot mijn vreugde heb ik ge lezen, dat het college van burge meester en wethouders voorne mens is een voorstel aan de ge meenteraad te doen om de kermis toch op de Baan te doen houden. Dat bewijst in ieder geval, dat het de zaak serieus opneemt en zich er niet met een Jantje van Haar lem wil afdoen. Fijn. Goed. Prach tig. Nu is het voorlopig nog de vraag, hoe de heren en dames in de gemeenteraad op dat voorstel zullen reageren. Hebben zij nog zoveel begrip voor een volksfeest, dat zij met een gul en royaal hart zullen zeggen: natuurlijk, dat feest gaat door. Al gaan we er zelf niet heen, een ander gunnen wij graag die pret Afwachten dus, wat de beslissing van de raad zal opleveren. Onder wijl zit de stad nog steeds zonder Centrum-Comité. De heren hebben zichzelf geliquideerd en bestaan dus officieel niet meer. De laatste we ken zie ik echter de heer ten Bok- kei en zijn feestgenoten her en der opduiken en vergaderen. Ik heb hem eens aangeklampt en ge vraagd, of het comité, indien de kermis toch nog doorgaat, zichzelf weer opgericht. Mr ten Bokkel was op dat moment een beetje down. „Ach, wat heeft het feitelijk nog voor zin?" vroeg hij zich af. ,,'t Is maar praten, praten, praten, de ene instantie roept de andere erbij, en je schiet haast niet op. Nu zijn we zover, dat de markt uitverkocht is en de organisatie van een goed volksfeest bijna on mogelijk geworden is." Ik heb hem maa getroost en de verzekering gegeven, dat het alle maal niet zo'n vaart zal lopen. Kop op, had ik hem willen toeroepen. Mr ten Bokkel, laat Haarlem niet het bokje zijn. Ik doe het bij deze. trokken gemeenten gepolst over de kwes tie. Wanneer de betrokken gemeentebe sturen de stukken betreffende de ge biedsoverdracht van G.S. ontvangen heb ben, dienen deze volgens de gemeente wet gedurende dertig dagen voor een ieder ter inzage gelegd te worden op de gemeentesecretarieën. De ingezetenen van de drie gemeenten en de aldaar gevestigde rechtspersonen kunnen gedu rende die dertig dagen, en ook nog drie weken daarna, schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken aan G.S. Daarna spreken de gemeenteraden zich uit over de ont werpregeling, waarna G.S. de verschil lende standpunten ter kennis brengen van de betrokken gemeentebesturen. Tijdens de openbare vergadering van G.S. moeten de gemeenteraden zich als geheel door gemachtigden doen verte genwoordigen, terwijl individuele ge meenteraadsleden persoonlijk, dan wel door een gemachtigde kunnen verschij nen. Zo spoedig mogelijk na die ver gadering lichten G.S. de minister van binnenlandse zaken in over het resul taat. De minister beslist vervolgens, of hij de ontwerpregeling aanhangig zal maken bij de Tweede Kamer. Naar alle waarschijnlijkheid zal de beslissing van de minister wel ten nadele van de ge meente Haarlemmerliede en Spaarn woude uitvallen. Van de zijde van laatstgenoemde ge meente is uiteraard tegenstand te ver wachten. In het begin van dit jaar heeft de gemeenteraad over die kwestie drie maal vergaderd. Tijdens de derde ver gadering over de zogenaamde „kwestie van leven of dood" kon de raad eerst definitief zijn standpunt bepalen: geen samenvoeging met Haarlemmermeer, maar ook geen verzet tegen de Haarlem se annexatieplannen van Zuid-Schalk- wijk onder bepaalde voorwaarden (geen industrie bijvoorbeeld en niet meer wo ningbouw dan in het structuurplan- Schalkwijk daarvoor is aangewezen). Die voorwaarden waren onaanvaardbaar voor Haarlem. De gemeenteraad van Haarlemmermeer had zich eerder uitge sproken vóór samenvoeging met het res terende deel van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, zij het met de mededeling dat Haarlemmermeer niet naar gebieds uitbreiding streeft. G.S. hadden hun voorstel gedaan ter wille van de bestuurlijke eenheid en het be houd van het plattelandsgebied tussen Amsterdam, Haarlem en Leiden. Huns inziens ontwikkelde de gemeente Haar lemmerliede en Spaarnwoude te weinig bestuurskracht. In de nieuwe Memorie van Antwoord van de minister van bin nenlandse zaken wordt er ook op ge wezen, dat bij de beoordeling van de vraag, of een kleine gemeente zelfstan dig kan blijven bestaan, van belang is, of zij voldoet aan de eisen, welke de te genwoordige tijd aan een gemeente stelt. De minister heeft daarom aan de pro vinciale besturen gevraagd te onder zoeken of voor kleine gemeenten, die in de openbare zorg voor haar inwoners of als zelfstandig bestuursdeel van de streek waartoe zij behoren, tekort schie ten, opneming in een groter geheel nood zakelijk moet worden geacht, /n de Me morie van Antwoord worden in dat ver band enige gemeenten opgesomd, waar bij Haarlemmerliede en Spaarnwoude evenwel niet voorkomt. Evenmin wordt die gemeente genoemd in een opsom ming van gemeenten, waarvoor grens wijzigingen aanhangig gemaakt worden, en die voorkomt in de Memorie van Toelichting tot -de begroting 1958. Het nieuwe gebouw Tempeliersstraat 20 a te Haarlem, van de stichting ..Medisch Controle Bureau" van de te Haarlem werkende ziekenfondsen zal zaterdag 14 december, 's middags om drie uur officieel in gebruik genomen worden tijdens een bijeenkomst in de foyer van de Stadsschouwburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 3