Rapport over wreedheden in
Algerije gepubliceerd
Gevangenen in kelders gestikt
Spanning van technici bepaalt de sfeer
OP EEN PROEFVAART MAG ER
VAN ALLES MIS GAAN
Prijsvraag „1957s?
Aandacht voor 308
De Woltersumeen nieuw vrachtschip voor
de maatschappij Oostzeeis geslaagd
Indonesië en
W.-Duitsland
Geen systeemmaar sporadisch begane
individuele daden
PU
RO
L
Le Monde bindt de kat de bel aan
Huidgenezing
„aTERDAG 14 DECEMBER 1957
PAGINA 5
Mi
-
Van Gelder Zonen
Drie fabrieken voor
twee weken stopgezet
Bruggenbouw 1958
Dij de wachtsman op het achterdek rinkelde de telefoon. Hij greep
■*-) de hoorn in het kleine kastje, luisterde en gaf het commando
door: „ankers hieuwen". Drie seconden later ratelden de zwaie
kettingschakels door de kluisgaten naar beneden, terwijl de beide
inkers met een schuimspattende plons onder de
d-Wenen. Wel dertig mensen stonden aandachtig naar het afwi e en
Van de winches te kijken, van wie sommigen met een uitgesproken
^kundige blik. Toen de ankers de zeebodem bereikt hadden, stopten
de winches en begonnen even later weer terug te draaien, een proces,
ftit zo mogelijk met nog meer belangstelling werd gevolgd. En, zoals
terecht, want bijna toen het stuurboordanker weer tegen het
fhkgat hing gevujd, wrong de ketting zich uit een sleuf en dreigde
*e ontsporen. „Even uithieuwen en opnieuw naai binnen was toen
het bevel. Maar weer draaiden de strakgespannen kabels zich een
halve slag om. Met veel geduld lukte het tenslotte toch, maar er was
in elk geval een onvolkomenheid ontdekt, die verholpen moest wor
den. Niemand raakte er overigens door m opwinding. Het voorval
Uias onbetekenend en bovendien: daar is het nu eenmaal een proef
vaart voor Want het gebeurde tijdens het eerste zeereisje van het
12.000 ton 'metende vrachtschip „Woltersum", dat dezer dagen door
de werf Jan Smit Czn. te Alblasserdam aan de N.V. Stoomvaart
maatschappij- Oostzee te Amsterdam, directie Vinke Co., is over
gedragen.
bromfietser botst
legen stilstaande
vrachtauto
■4 an verwondingen
overleden
Financiering
De belemmeringen voor
het internationaal
wegvervoer
Minister streeft naar
opheffing er van
(Van onze Parijse correspondent
Par(js, hedenmorgen.
Gistermiddag is de Présidence du Con-
seil overgegaan tot publicatie van het
samenvattend, op 14 september j.l. bij
haar ingediende verslag van de „Com
missie tot veiligstelling van de indivi
duele mensenrechten en vrijheden"
in Algerije het zogeheten rapport
Béteille. De heer Béteille, raadsman
bij het Hof van Cassatie, is de voorzit
ter van de genoemde nog door de re
gering Guy Mollet in het leven geroepen
commissie en zijn samenvattend ver
slag is opgesteld aan de hand van de
zes rapporten, waarin zes der overige
commissieleden hun individuele bevin
dingen en conclusies hadden neerge
legd. Drie leden, waaronder de ver
maarde Parijse advocaat Maitre Mau
rice Garcon, hebben sinds de indiening
van het rapport Béteille hun ontslagna
me uit de commissie bekend gemaakt,
waaraan het alsmaar achterwege blij
ven van publicatie van het commissie
rapport niet vreemd was.
Herhaalde malen is in de afgelopen
maanden van regeringswege de ophan
den zijnde publicatie in uitzicht gesteld.
Voortdurend is van diverse zijden op de
regering druk uitgeoefend, opdat het
ook tot publicatie zou komen. Nog maar
enkele dagen, geleden werd om deze pu
blicatie weer eens gevraagd door het
dagelijks bestuur fan de Republikeinse
Volksbeweging. Volgens een recente
verklaring vai} de minister voor Alge
rije, Lacoste, zou de publicatie plaats
hebben, tezamen evenwel met een offi
cieel overzicht van de door de opstan
delingen bedreven gruwelen.
Het rapport is nu echter gepubli
ceerd zonder vergezeld te gaan van
dit overzicht. En het is wel duidelijk
dat de Présidence du Conseil in aller
ijl tot publicatie heeft moeten beslui
ten zulks tengevolge van 'n manoeuvre
van het dagblad ,,Le Monde", dat gis
teren in zijn eerste edktie de lezers
verraste met publicatie van de vol
ledige, ruim twee en een half van
haar pagina's beslaande tekst van het
rapport.
Het rapport was in Le Monde
voorzien van een inleiding der
redactie, waarin deze onmstan-
dig te kennen geeft dat zij daarge
laten hoe zij in het bezit van de tekst
was gekomen van mening was dat
publicatie van het rapport nu reeds
lang en vaak genoeg beloofd maar on
gedaan ;ebleven was om te rechtvaar
digen, dat de redactie eigenmachtig en
zonder regeringsverlof af te wachten
met de tekst voor de dag kon komen.
De Présidence du Cónseil heeft zich
dus voor een fait accompli gesteld ge
zien. Residerend minister Lacoste zal
slag, „roepen zij om hulp, maar te
vergeefs. De volgende ochtend vindt
men een vijftigtal lijken".
Het rapport beschrijft dan hoe een in
eerste instantie verantwoordelijke luite
nant, aangegrepen door paniek, mede
plichtigen vindt om dt lijken op vijftig
kilometer afstand in de wildernis te
doen begraven en verdwijnen. Hij heeft
echter desondanks terecht moeten staan
wegens doodslag door onvoorzichtigheid
en is ook tuchtrecherlijk zwaar gestraft.
Soortgelijke gebeurtenissen speelden zich
af te Mercier-Lacombe, waar zestien
gevangenen bezweken, en te Mouzaia-
ville, waar 21 Algerijnen omkwamen.
Naar aanleiding van deze feiten schrijft
het rapport over het stilzwijgen, dat
niettemin door inheemse autoriteiten
en inheemse bevolking van de streek
deze gang van zaken wel niet bijster
naar de zin zijn.
Uit de inhoud van het rapport vermel
den wij dat het onder andere gewag
maakt van 274 gevallen van geweldple
ging op gearresteerde schuldigen of
verdachten waarvan de verantwoor
delijken gestraft zijn.
Als bijzonder frappant valt te rele
veren het gebeurde te Aïn-Isser, waar
een honderdtal gearresteerde inheem
sen in afwachting van hun ondervra
ging voor de nacht werden opgesloten
in een wijnkelder, waar de meesten
om het leven kwamen tengevolge van
uitwasemingen van koolanhydride.
„Tijdens de nacht", aldus het ver-
De stichting „Hulp aan Land
genoten in Indonesië" heeft de
nodige contacten gelegd met
Singapore en AustraliëMaandag
vertrekt van Schiphol een ge
volmachtigde van de stichting
om in Singapore persoonlijk
contact op te nemen met de
comité's en de personen die zich
willen inzetten voor de hulp
verlening. Het is de taak van
deze man te zorgen dat behoef
tige Nederlanders die Indonesië
moeten verlaten, in Singapore
de directe aanvullende hulp
krijgen die zij nodig hebben.
Met het vliegtuig waarmee de
gevolmachtigde reist worden een
groot kwantum medicijnen en
een grote partij versterkende
middelen verzonden. Zodra in
Singapore gezorgd is voor de
nodige pakhuisruimte wordt een
pakhuisvullende partij onder- en
bovenkleding verstuurd. Dit al
les om de grootste nood van
de eerste tijd te kunnen helpen
lenigen.
Dit zijn de daden die de stich
ting van het gironummer 308
gaa$ stellen. Verantwoordelijk
voor dit werk, krachtens zijn
functie van voorzitter, is dr. H.
A. Colijn, de enige nog levende
zoon van de vroegere staatsman.
Hij is in 1946, na tweeëntwintig
jaar in Nederlands-Indië te heb
ben gewerkt, gerepatrieerd. Dr. Colijn heeft zeventien jaar bij de Konink
lijke Paketvaart Maatschappij gewerkt en hij was theoretisch vijf jaar
directeur van Aneta. In die vijf jaar zijn namelijk de drieëneenhalf jaar
inbegrepen, die de heer Colijn tijdens de Japanse bezetting uitzat. Hij is
een zakenman met een drukke werkkring, die veel energie eist. Daarnaast,
in de tijd dat hij zijn zaken de zaken laat, doet hij goed werk voor de
stichting, die hij nu ongeveer twee jaar leidt, en die zo plotseling in de
belangstelling staat-
Verschillende stichtingen met een politiek karakter hebben tot 1956
goed werk gedaan voor landgenoten in Indonesië. De stichting „Hulp aan
onze mensen in Indonesië", die ook een politiek gericht bestuur had, werd
het werken onmogelijk gemaakt door de houding van de toenmalige
regering die van mening was dat speciaal wat betreft de repatriëring hel
vraagstuk zo gecompliceerd was dat geen particuliere stichting zich daar
mee kon of mocht bemoeien. Deze stichting werd geliquideerd. Omdat men
merkte, dat er bepaalde groepen Nederlanders in Indonesië in nood ver
keerden, welke nood door de regering slechts voor wat betreft het
noodzakelijkste werd gelenigd, en dat er verder niets voor die landgenoten
werd gedaan, werd een nieuwe stichting in het leven geroepen: de stich
ting „Hulp aan Landgenoten in Indonesië".
Wij. hebben getracht de steun wat aan te vullen, zegt dr. Colijn.
Behoeftige Nederlanders overzee werden regelmatig voorzien van levens
middelen, baby-voeding, medicamenten en kleding. In noodgevallen werd
de overtocht naar Nederland betaald. Door middel van het particulier
initiatief werd de stichting, die niet gesubsidieerd wordt, aan geld geholpen
Wat vooral belangrijk was: de stichting kreeg het vertrouwen, in Nederland
zowel als in Indonesië. In twee jaar tijd werd veel ervaring opgedaan.
En de stichting heeft nu contacten met zeer betrouwbare personen en
organisaties in Indonesië, die volledig inlichtingen over de nood van de
behoeftige Nederlanders kunnen geven. Dr. Colijn kan daarom met trots
verklaren, dat de stichting niet alleen de enige organisatie is die de be
hoeftige Nederlanders heeft kunnen helpen tot nu toe, maar ook de enige
organisatie die ervoor kan zorgen dat de Nederlanders die Indonesië moeten
verlaten, reisvaardig 2ijn in de ruime betekenis.
Voor de tijd dat de inzamelingsactie onder het Nederlandse volk is
gevoerd het indringende kadertje op de voorpagina van dit blad is
daar een onderdeel van zijn er bevredigende resultaten geboekt. De
Nederlanders hebben reeds blijk gegeven van hun medegevoelen en hun
naastenliefde, aldus de heer Colijn. Ongeveer tienduizend Nederlanders
in Indonesië hebben hulp nodig, vooral ook wanneer zij Indonesië zullen
moeten verlaten. Om die hulp te kunnen geven is veel geld nodig- Van
daar dat de stichting en de heer Colijn zo graag het gironummer 308, van
de stichting „Hulp aan landgenoten in Indonesië" propageren.
in acht werd genomen, als volgt: „Men
is onverschillig of men is bang. Protes
teren? Waartoe dient zulks? De grote
schuldige is het systeem dat een 26-
jarige luitenant tot paniek drijft en een
geheel land verlamt in stilzwijgen,
stilzwijgen waaraan men slechts kan
ontkomen op voorwaarde dat men hei
melijk te Parijs de commissie tot vei
ligstelling bereikt'
Ten aanzien van de folteringen, toe
gepast om bekentenissen of onthul
lingen te verkrijgen, concludeert het
rapport: „De commissie in haar ge
heel heeft de werkelijkheid en ernst
der gevallen erkend. Zij heeft niette
min de indruk gekregen dat men niet
te maken had met een tot regel ver
heven systeem, maar met sporadisch
begane, individuele handelingen, niet
tegenstaande de consignes die ze ver
boden".
Het rapport zegt echter ook dat som
mige commissieleden ten aanzien van
bij hen uitgebrachte klachten de indruk
kregen dat men hun van buiten geleer
de lesjes opdiende. Zozeer leken deze
klachten op elkaar in de termen.
Het rapport behandelt voorts onder
meer nog de zogenaamde „onopgehel
derde verdwijningen", een aangelegen-
hid di d opnbeete shrd emfwy emfwy
heid die de openbare mening ten zeer
ste beroert. Aan vele van deze onopge
helderde verdwijningen ligt arrestatie
ten grondslag, maar, zo zegt het rap
port, ongetwijfeld kan een deel van de
ze verdwijningen ook andere oorzaken
hebben. Verdachten, die het net van de
politie om zich voelen toehalen, kunnen
er de voorkeur aan geven zich tijdig te
verwijderen. Er zijn ook lieden die wel
bewust besluiten zich aan te sluiten bij
de Maquis.
Wat er van zij: de verdwijningen zijn
abnormaal veelvuldig geworden en her
haalde malen hebben de militaire auto
riteiten bovendien moeten toegeven dat
zij de vermiste personen in hun bezit
hadden. „Het is duidelijk dat een der
gelijke toestand niet langer kan worden
geduld".
Uit de conclusies van het rapport lich
ten wij tot slot de volgende passage:
„De gestrengheid en onpartijdigheid van
haar conclusies geven een extra ge
wicht aan de hulde welke de commis
sie anderzijds wil brengen aan het le
ger en aan het bestuur. Beide hebben
het hoofd te bieden aan een bijzonder
moeilijke taak, teneinde de orde te her
stellen en Frankrijks vreedzaam aanwe
zig blijven in Algerije te waarborgen".
De directie van de Koninklijke Pa
pierfabrieken van Gelder Zonen heeft
mede in verband met de huidige markt
situatie besloten de produktie in haar
fabrieken te Renkum, Velsen en Wor-
mer van zaterdag 21 december 1957 tot
maandag 6 januari 1958 stop te zetten.
In deze periode, met de onderbreking
van de kerstdagen en nieuwjaarsdag, is
de produktie in bovengenoemde fabrie
ken, welke normaal in continudienst
werken, toch reeds economisch niet ver
antwoord, aldus de directie.
Het jaar 1958 zal het aanloopjaar zijn
voor een drietal bruggenbouwprojec-
ten, de bruggen bij Gorinchem, Rheden
en Rotterdam (van Brienenoord). Een
drietal andere projecten, de tunnel bij
Velsen, en de bruggen bil Rheden en
Schellingwoude, zijn juist of nagenoeg
voltooid. Voor al deze werken zijn
daarom in het begrotingsjaar relatief
geringe bedragen nodig. Een verla
ging ten opzichte van 1957 van de voor
de bruggenbouw benodigde fondsen :s
daardoor mogelijk. Dit deelt minister
Algera mee in de memorie van ant
woord naar aanleiding van de begro
ting voor 1958.
Nou ia dat „zeereisje" is wat over
dreven ket zwartgeschilderde schip,
dat met zijn lengte van ruim 147 me
ter en zijn breedte van buna 19 meter
«en imponerende verschijning is op het
Water, stak slechts de neus even bui
tengaats tussen het lichtschip „Goeree"
en de Maasboei voor Hoek van Holland,
tnaar de zee is daar toch zout genoeg
om een boot op zfjn capaciteiten te be
proeven. De sfeer aan boord van een
schip dat voor de eerste maal zijn zee-
Waardigheid moet bewijzen, is van een
bijzonder soort. Ónder de opvarenden,
{heest specialisten die hun energie en
aimde aan een of ander technisch on
derdeel van het schip hebben gewijd en
«'ch daarvoor verantwoordelijk voelen,
heerst een zekere mate van spanning,
immers, nu moet pas blijken, of hun
met zoveel zorg opgezette berekeningen
het met de eventueel meedogenloos af
straffende werkelijkheid kunnen opne
men, en of de menselijke tekortkomin
gen binnen redelijke grenzen zijn gehou
den. Er kan dus van alles gebeuren.
Maar als er dan iets niet klopt, zullen
de technici hun deceptie trachten te
Verbergen achter de op nonchalante
toon uitgesproken verklaring: nou ja,
Wat wilt u, daar is het toch een proef
vaart voor. Wat de Woltersum betreft
hebben de heren geen reden tot erger-
•}ls gehad. Afgezien van wat kleinighe-
?eh, waarvan de weerspannige anker-
noK wel de voornaamste was,
j 'deden alle motor- en nautische on-
erdelen aan de verwachting. „Een ge-
rt nd schip", zei iedereen dan ook, toen
vf,,y°ltersum 's avonds iaat weer zorg-
üldig afmeerde aan de Rotterdamse
arkkade.
®en technische proefvaart eist van
rÜWel alle opvarenden een intense
f°Mettendheid, zulks in tegenstelling
officiële proefvaarten, waarbij
r%*k meer naar het amusement
ono Oven wordt. De Woltersum had
'seveer 80 man aan boord, die ie-
S ®en eigen taak hadden. Alleen in
n hiachinekamer, altijd weer fasci-
5erend een brullend bedrijf van cylm-
J's, buizen en ketels met honderden
pohakeiaars en meterborden, waar al-
k. s trilt van nauwelijks bedwongen
o aeht, hielden al 45 mensen toezicht.
e Man-motoren, gemaakt door „Ne
erland" in IJsselmonde, werden m 5
J» tot volle kracht opgevoerd, waar"
'J net aantal schroefomwentelingen
n.e®g van 85 tot 125 per minuut. De
J?'tersum kreeg daardoor een snel-
ae'd van 16 mijl, zoals ook verwacht
werd. Iets uitzonderlijks was, dat de
ervaardigers, wellicht in vermetel
ertrouwen, het machtige dieselappa-
Aat niet eerst op de proefstand had?
?eh laten draaien, maar meteen in
JjO.t schip hadden gemonteerd. Niette
min verliep de proef zonder één hape-
bïïg is een ander niet minder
D»„ ir centrum van bedrijvigheid.
J°.opt kaP'tein J. J. Valk, een 73
niet ^e?r°b- die van het water nog
en wet? met6}?611'- onophoudelijk heen
kijker. „Recht z?*1} hand meestal een
Intussen in de vertl gaat". roePt hu,
die gaat", herhaalt dirend' "Recht z0"
hoorzaam. „Hard bakb00ÏS?.rgna?g?rJ. lel
dan. Het roer gaat om klinkt het
inaakt het statige schip langzaam
links. „Hard stuurboord", r,draai naar
ger haalt de stuurstang helemao?rgan~
naar rechts en allen wac&ïf °VT?r
Woltersum moet nu binnen 28
den aan de nieuwe roerstand gehnn„
«amen. Het lukt zelfs binnen 25
Oen. De proef is glansrijk geslaagd.
Marconist H. P. Sulman, in dienst van
Radio Holland, zit ook niet bepaald met
armen, over elkaar. Rondom hem is
*en reeks indrukwekkende electronische
«Paraten opgesteld, die allemaal
{boeten worden ingespeeld. Onafgebro
ken komen morse-seinen binnen, die
h« soms noteert, dan weer negeert Hij
«raait wat aan knopjes, verricht andere
°°r ons onbegrijpelijke bezigheden en
Pklaart dan simpelweg, dat hu bezig
tv radiopeiltoestel te callibreren
i^corrigeei; de afwijkingen jan de
OM» ?ezoeker". voegt hu er *0* JAt
>s hSting troostend aan toe. Zijn taak
biiddni °°k het echolood, een nautisch
te ben ,°m de diepte onder het schip
than zuiver af te stellen. Stuur-
Prudiger is op het shelterdeck
Advertentie
ver heid Huidgezondheid
Re ^'nschoten is vrijdag de 39-jari-
*ch rornfietser H. Fendker uit Win-
«cht 11164 zÜn bromfiets tegen de
de erkant van een geparkeerd staan-
Vol Vrachtaut° gebotst en aan de ge-
gen daarvan overleden. De vracht-
ja gen stond bij een brandende straat-
y aarn en voerde ook verlichting.
<^6r?10edeHjk, is de feandacht van het
«ven van de weg afgeleid
bezig de log te proberen, een lijn ach
ter net schip waaraan een vin in het
water draait. Aan de hand van het aan
tal omwentelingen van deze vin in een
bepaalde tijdsduur kan de snelheid wor
den berekend.
Nog tal van andere scheepsonderde-
len en navigatiemiddelen worden aan
strenge proeven onderworpen. Het gy-
rokompas bijvoorbeeld is een bijzonder
kwetsbaar onderdeel, dat zich op de
Woltersum niet licht in het gareel liet „„„„„„j,
brengen Het „moederkompas" ergens Tot de voorgeschreven werkzaamheden op een proefvaart behoort het proberen
in de machinekamer, was gewillig ge- van de laadbomen, een bezigheid, die men maar liever niet van te dichtbij moet
noeg, maar de „peildochters" aanweers- gadeslaan.
De ankerproeven zijn bijzonder spectaculair. Hier staan de mannen aangetreden om op het eerste commando de kluis
gaten, waardoor de kettingen lopen, met water te verkoelen.
zijden van de brug gaven afwijkingen te
zien. Knappe technici kregen het pro
bleem echter onder de knie. Het radar-
apparaat functioneerde uitstekend, al
hoorden wij wel enkele sceptische ge
luiden omtrent de waarde van deze uit
vinding, van mensen overigens die het
weten kunnen. „Net een krentenbrood
vond een van hen geringschattend, die
voorts meende dat het gevaar in rivier
mondingen er niet minder door gewor
den is.
Behalve de bouwers van het schip ne
men aan technische proefvaarten ook
scheepvaartinspecteurs deel. Zij beoor
delen, voorzover dat niet al op de werf
s gebeurd, de prestaties van het schip
verlenen, al of niet na verbeteringen,
een certificaat van zeewaardigheid. De
Nederlandse scheepvaartinspectie let
speciaal op de reddingsmiddelen, groot
te en indeling van de hutten en de al-
Eemene veiligheidsmaatregelen, terwijl
loyd's Register of Shipping de motor,
alsmede de nautische- en navigatiemid
delen beoordeelt. Werfdirecteur P. Ben
zon liep echter met zulk een glimlach
om zijn lippen over het schip, zijn schip
rond, dat de Woltersum voor dit exa
men wel geslaagd moest zijn. En kapi
tein Jacob Smit uit Hoorn krügt één
jaar voor zijn pensioen nog een splin
ternieuw schip onder de voeten, dat
zich met ere mag scharen onder de
vlag van onze vaderlandse vloot.
HANS STEVENS
Onderweg kwam de Woltersum. nop een schip tegen dat met de technische proef
vaart bezig was, de Straat Johore. Aldus kon men elkanders zend- en ontvang
toestellen testen.
(Vervolg van pag. 1)
Westduitse firma's zijn slechts pro
centueel zo kapitaalkrachtig als de
Nederlandse. Zij kunnen b.v. nimmer
voor-financieren zoals Nederlandse fir
ma's met eigen agenten of onderrne-
mingen in Indonesië dat plegen te doen.
Zij zouden, wanneer zij er financieel
toe in staat zouden zijn, deze voor-fi
nanciering ook nimmer willen riske
ren en zeker nfet sinds de laatste twee
weken het particuliere eigendom in
Indonesië (via de inbeslagneming
c.q. onder staatsbeheerstelling der Ne
derlandse bedrijven) niet langer is ge
garandeerd.
Een ander onoverkomelijk bezwaar
is de regeling der betaling. Men weet
ook in Hamburg wel, dat Indonesië een
straatarm land is geworden nu door de
al jaren aan de gang zijnde verdrij
ving van de Nederlandse ondernemers
de kip die de gouden eieren legde de
nek werd omgedraaid. Westduitse ban
ken accepteren geen betaling in roe-
piahs, hebben van de wezenlijke waar
de van het Indonesische betaalmiddel
trouwens veelal geen idee. Nederland
dat grote roepiah-verplichtingen in In-
onesië heeft (had) kon roepiahs ac
cepteren en daarvoor via de E.B.U.
andere valuta in betaling aanbieden.
Deze mogelijkheid verdwijnt met de
Nederlandse ondernemers uit Indonesië
en daarmede heeft Indonesië zichzelf
uitgeschakeld.
Dit alles hebben de Hamburgse groot
handelaren ambassadeur Zain duide
lijk gemaakt en bovendien nog, dat
Nederland en zeker per 1 januari
a.s., wanneer de Europese Economische
Gemeenschap begint ;e functioneren -
de natuurlijke en enig mogelijke
handelspartner van Duitsland ïs. De
Indonesische voet steekt dus, wat de
verpli.etsing van de buitenlandse han
del naar West-Duitsland betreft, In de
volkomen verkeerde schoen. Het moet
wel een zeer somber bericht zijn ge
weest, dat ambassadeur Zaln over zün
Hamburgs bezoek aan premier Djoeanda
heeft moeten aeinen.
De minister van verkeer en water
staat blijft ook in de toekomst bij voort
during ernaar streven onjuist te ach
ten belemmeringen voor het internatio
nale wegvervoer op te heffen. Zijn voort
durende streven om het internationaal
wegvervoer te bevrijden van eco
nomisch onnodige formaliteiten en be
lemmeringen heeft er mede toe geleid
dat kwantitatieve restrities niet onbe
langrijk zijn verminderd.
Dat dit streven voor het Nederland
se internationale wegvervoer niet zon
der resultaat is geweest, blijkt uit
groei die gelukkig niet is uitgebleven,
ook in het vervoer op die landen die
in het algemeen een enigszins krach
tige ontwikkeling van het internatio
nale wegvervoer, zoals deze zich in de
binnenlandse verkeren aftekent, voor
minder wenselijk houden. Deze be
schouwing geeft minster Algera in zijn
memorie van antwoord op de begro
ting naar aanleiding van opmerkingen
van verscheidene leden van de Tweede
Kamer betreffende buitenlandse vergun-
ninenstelsels. De bewindsman kan over
de invloed van de E.E.G. op deze aan
gelegenheid uiteraard nog geen mede
deling doen.