m
Hommage aan DIRCK BOUTS
EXPOSITIE
TE DELFT
-
Radio en tv;
Waar staat dat in de Bijbel?
Tien jaar „ONTMOETING"
De duivel op het erf van de
protestants-christelijke letteren
Van boeken
en schrijvers
Een belangrijke verantwoording
Van de katholieke leer
EUROPEES hof van justitie
Burgemeester Kolfschoten stelt
Den Haag kandidaat
Eindelijk betere
vrijdagavond
Goede deskundigen
Vanavond
Zondag
Beneluxraad over
Indonesië
MIDDELBARE akten
RESA-HILVERSUM
Dr. J. P. A. Hoefnagels
25 jaar curator
m
ERRES RADIO
ZATERDAG 14 DECEMBER 1957
PAGINA 9
>WmÈ
,v'U
Liturgische weekkalender
Ter kennismaking werd me dezer
dagen door Bosch en Keuning te
Baarn het eerste nummer toegezon
den van de nieuwe jaargang, de elf
de, van het Letterkundig en Alge
meen Cultureel Maandblad „Ontmoe
ting". Tien jaar zijn de oprichters
P. J. Risseeuw, C. Rijnsdorp en D.
v. d. Stoep als redacteur aan dit
protestants-christelijk tijdschrift ver
bonden geweest. Nu hebben ze er ge
noeg van. Hun mede-redacteurs Inge
Lievaart en Jac. Vreugdenhil zijn op
hun redactiestoel blijven zitten en
vormen nu met Frank de Haan, Jan
E. Niemeyer en Aize de Visser de
nieuwe redactie. Dat deze redactie
wijziging neerkomt op 'n ingrijpende
koers-wijziging van het blad, is een
al te voorbarige conclusie. Er is geen
sprake geweest van een paleisrevo
lutie, de drie oprichters-redacteurs
hebben slechts gedaan, wat ze al
jaren van plan waren: verdwijnen,
een jongere generatie de kans gun
nen om van Ontmoeting te maken
wat het nog steeds niet geworden is
een levend orgaan dat zijn vertakkin
gen heeft naar allerlei lagen van het
Nederlandse volk, op hoog litterair,
cultureel niveau, geen protestants-
christelijk onderonsje maar een „ont
moeting" in de waarachtige, brede,
open zin van het woord.
De Drie hebben het vaandel overge
geven met een glimlach die volstrekt
niet de bedoeling had de zwaarte van
de taak te camoufleren. Niet eens spre-
ERRES RADIO
Morgen kunt U thuis, op Uw gemak het
radiotoestel van Uw keuze kiezen uit de
fraaie kleurenfolder van ERRES. U behoeft
slechts onderstaande coupon, vandaag nog
naar R. S. Stokvis Zonen N.V. te zenden.
COUPONals drukwerk te zenden aan:
R.S. Stokvis Zonen N.V.
Afd. Publiciteit, Postbus 426, Rotterdam.
Gelieve mij geheel vrijblijvend de nieuwe
Err es radiofolder te zenden.
Naam
Straat:
Woonplaats:
Iftïff
verrijkt Uw huis en Uw hart!
<-:i J
Weinig enthousiast
„Typische verschijning"
Waarom geïsoleerd?
Negatieve houding
Drie foto's vindt men op deze pagina bijeen van werken van Dirck Bouts,
die te zien zullen zijn op de tentoonstelling in het Prinsenhof te Delft.
Hierboven: Christus Salvator Mundi, een paneel, dat het enige bezit uit
het oeuvre van Dirck Bouts in Nederland weergeeft. De erfgenamen van de
beroemde collectionneur D. G. van Beuningen zijn er de bezitters van.
Rechts boven: Een der vier ruiters, die hun paarden aandrijven, op het
drieluik ,.De marteling van de H. Hippolytus".
Rechts beneden: Kop (detail) uit het beroemde grote paneel „Het oordeel
T T j li /I L 4-^.4- <-7 7
Deze week is een omvangrijke ten
toonstelling van werken van Dirk Bouts
(circa 14101475) van Brussel overge
bracht naar het Prinsenhof te Delft,
waar de opening op 21 december zal
plaats hebben. Met deze expositie wordt
een groots hommage aan Dirck Bouts
gebracht. Al te lang leefde de Haar
lemse schilder, die het grootste deel van
zijn leven te Leuven heeft doorgebracht,
in de schaduw van de grote Vlamingen
als Jan van Eyck, Rogier van der Wey-
oen, Hugo van aer uurs en xia.ia
ling. Het is onder andere aan Max a
Friedlander te danken, dat hij zijn eigen
plaats in de Vlaamse en Hollandse
schilderkunst weer gevunaen het.
deze, in Amsterdam levende, Duitse
kunsthistoricus, die onlangs negentig
jaar geworden is, heeft men de expo
sitie dan ook opgedragen. Treffend is,
dat in ons land behalve de Salvator
Mundi uit de collectie van Beuningen
geen schilderwerk van Bouts aanwezig
is.
Waarom Bouts naar Vlaanderen ge
trokken is zal altijd wel een raadsel
blijven. Carel van Mander kon twee
honderd jaar na Bouts' geboorte nog
het huis te Haarlem aanwijzen
waar hij gewoond had: „In do
Cruysstraat, niet wyt van het
weeshuis. oaar een antyexs
ghevelken staet, met ecnighe verhe
ven troniën". In die tijd gold Haar
lem toch wezenlijk wel als een cen
trum voor de schilderkunst, Ouwa-
ter, Petrus Christus en Geertgen tot
Sint Jans woonden er en waren zijn
tijdgenoten. Of het door gebrek aan
opdrachten kwam, door toedoen van
zijn vrouw of dat hij aangetrokken
werd door de roem en de glorie der
Vlamingen, weten we niet. Feit is dat
veel Nederlandse schilders in die
dagen naar den vreemde trokken.
Men leert op de
tentoonstelling
Bouts in zijn we
zenheid kennen:
i
Het is ons opgevallen, dat men bij
de K.R.O. streeft naar een betere op
lossing voor de vrijdagavond. Vorige
jaren was deze avond eenvoudig niet
te genieten.
Zo beluisterden wij gisteravond een
interessant luisterspel „Zwarte dage
raad" geheten, van Charles Limont.
Het was een indrukwekkend stuk, dat
op openlijke en hartroerende wijze het
rassenvraagstuk behandelde. Het ver
velende was echter dat het uiterst moei
lijke vraagstuk enerzijds uitsluitend in
de zwart-wit visie behandeld werd, ter
wijl er anderzijds een weinig ter za
ke doende intrige tussendoor geweven
was. Het spel boeide, ontroerde,
sleepte zelfs mee, maar overtuigde uit
eindelijk niet. Te meer niet als men
bedenkt dat in dit spel kennelijk geen
enkel land en geen enkele persoon be
doeld werd. Maar het ging om Zuid-
Afrika (uiteraard). Het kan geen toe
val zijn, dat de afstammelingen van
de altijd tolerante Nederlanders juist
hier rassen-maniakken zouden zijn. Zo
is het ook niet. Juist daarom is zulk
een hoorspel onbevredigend.
De opvoering was overigens een ont
roerend gebeuren. Zonder enig pathos
liet Willem Tollenaar de verschrikke
lijke geschiedenis ontrollen.
Het commentaar op het nieuws van
zeven uur door mr. J. M. Hommer-
steeg is voortreffelijk. Hij doet het rus
tig en exact, deskundig en toch popu
lair. Zijn commentaren waren in het
begin vaak wat academisch, maar zij
zijn nu zonder overdrijving voortreffe
lijk.
Een andere K.R.O.-speler, die wij
zeer bewonderen is mr. A. Diepen-
brock pr. Hij beëindigde onlangs een
hoogst interessante cyclus over huwe
lijksmoeilijkheden en spreekt thans over
de reacties van niet-katholieken op
ons geloof. Zijn commentaren, daarop
zijn interessant en voor iedere gelovi-
J. v. S.
zijn
ge zeer
leerzaam.
Het omroeporkest speelt vanavond
onder Henk Spruit voor de K.R.O.
m.m.v. de violist Henryck Szeryng o.m.
het Vioolconcert van Beethoven (402
m 19.15 u).
Voor het derde programma speelt
het B.B.C.-symfonieorkest o.l.v. Rudolf
Schwarz. De violist Herbert Downes
speelt daarbij het Viola da Gamba
Concert van Bartók (464 m 21 u).
Het orkest van Boston op grammo
foonplaten voor het Franse nationale
programma het Concert nr. 18 K.V.
456 van Mozart met als solist de pia
niste Lili Kraus. Dirigent is Pierre
Monteux (347 m 18.30 u).
Het Radio Philharmonisch Orkest
speelt zondagmiddag voor de A.V.R.O.
onder leiding van dr. C. L. Walther
Boer de Vijfde symfonie van Tschai-
kowsky (298 m 14.20 u).
Voor het Franse nationale program
ma speelt het orkest de Conservatoire
o.l.v. de hier zeer bekende dirigent
Carl Schuricht, waarbij de pianist Jean
Cassadesus het Pianoconcert nr. 3 van
Beethoven speelt. Jean is een zoon van
de grote Robert (347 m 17.45 u).
Het Hollywood Stringkwartet speelt
voor het derde programma de laatste
strijkkwartetten van Beethoven (464 m
20.20 u).
In de vergadering van de raadgeven
de interparlementaire Beneluxraad heeft
de voorzitter, de heer Frans van Cau-
welaert, namens de Belgische en Lu
xemburgse parlementsleden verklaard,
dat z;j meeleven met de rampspoedige
gebeurtenissen en het onrecht, waaron
der Nederland heeft te lijden door het
gebeurde in Indonesië. De Belgische re
gering heeft reeds laten weten Neder
land bij te willen staan in deze zorg
wekkende ogenblikken. De Belgische re
gering weet, dat zij steunt op het par
lement en het volk, aldus de heer Cau-
welaert.
•■""w ueneaen: rxup mi iwi, -- Binpjvni
van Keizer Otto", dat thans geheel gerestaureerd is en behoort tot de col- een gi^rUi
lectie van het Museum voor Schone Kunsten te Brussel.
Waar staat dat in de Bijbel? Wie
ooit gesprekken heeft gevoerd
met niet-Katholieken zal deze
Vraag heel wat keren hebben horen
bellen; niet alleen de priester of de
teken catechist, maar ook de zaken
man, die na de kwaliteit van rubber
banden of koffie te hebben verheer
lijkt zich plotseling midden in een ge-
'^pl'ek over geloofszaken beland zag,
J™Kenaar, die in zijn vrije tijd een
hm knakte met zijn collega of de
outVVakarbeider, die in zijn schafttijd
b onderwerpen van politiek tot
,S(tienst doornam.
M begint pater P. N. J. van Doornik
vk'S-C., directeur van het Una Sancta-
te Hilversum zijn boek, dat onder
~°venstaande titel onlangs is uitgeko-
bij de N.V. Uitgeversmaatschappij
a* te 's Gravenhage.
Wij zijn ervan
overtuigd, dat
zeer yelen het
erschijnen van
rjt ..naslagwerk"
met vreugde zul-
>®n begroeten. 6H
et beantwoordt
kerkelijk aan
een bestaande en
duidelijk gevoel- V J
ue behoefte. De N
«tel is dan ook bijzonder gelukkig
gekozen, omdat hij precies aan-
geeft waar het over gaat: een ver-
metWe0e°ndhng van de Katholieke leer
toenemcnder°belaoP ?e, 11 Schrift De
tijd voor een ot> h v g van onze
spiritualiteit is e® jbeI gebaseerde
waarom dit boek zo r,f.!?-en te meel;
is. Niet zelden staat een lg ,ac,tufel
genwoordig voor de nood» i
sprekken met andersdenkenden ^kfn"
schap te geven van zijn geWf é>--
dergelijke gelegenheid is het geen .T
zondering, dat hij te horen kriiet-
of dat staat niet de bijbel en toch J'
de Katholieke Kerk dat. Wat ant
woordt men daarop?
Al te vaak, zegt p. van Doornik te
recht, komt het dan voor, dat men
niets anders weet te zeggen, dan „dat
moet je niet aan mij, maar aan de
Pastoor vragen." Reikt men zichzelf op
die manier niet een getuigschrift van
geestelijke armoede uit?
Niet dat men altijd van alles tekst
en uitleg moet kunnen geven. Het
mgenlijke wezen van het geloof maakt
Pat onmogelijk. Maar tussen alles en
B^s. of zo goed als niets, kunnen ver-
otwoorden ligt een brede ruimte. Een
'ooChenbaar feit is het helaas, dat
te ge'°ofskennis bij zeer velen beslist
gerihg is.
Ter aanvulling hiervan nu is dit
boekje bijzonder geschikt. Voor
één ding zouden wij echter willen
,aarschuwen. De schrijver wil stellig
wt beschouwd worden als een soort
httyoordman, die kant en klare op-
ossingen aan de hand doet aangaande
aantal losse wetenswaardigheden,
gaat hier over de hele Katholieke
st®r- Daarna wordt aangetoond, dat zij
°t> rint op de geopenbaarde waarheid,
va de leer der Apostelen, op het geloof
<je ée oude Kerk, dat wij kennen uit
geschriften van „betrouwbare man-
kelijk steunt op Gods Woord en de
Kerkelijke traditie, die door de leiding
van de H. Geest voor dwaling wordt
behoed. De grote bekoring van de
moderne tijd is de moeilijkheid een
gezag te accepteren. Ook de Kerk
ontkomt daar niet aan. Daarom juist
lijkt ons pater van Doornik's boek zo
belangrijk, omdat het overal herin
nert aan de goddelijke oorsprong van
de leer der Kerk. Dit wordt tegen
woordig niet zelden vergeten. Vandaar
een vaak al te gemakkelijke kritiek,
die de schijn wekt louter menselijke
opvattingen en richtlijnen te beoorde
len.
Dit boek voert de ernstige lezer te
rug naar de onfeilbare bron van ons
geloof: Gód zelf. Het behandelt in alfa
betische volgorde de voornaamste pun
ten van de leer en geeft telkens pre
cies aan op welke uitspraken van de
H. Schrift en de traditie deze steunen.
Af en toe is de verklaring wat uitvoe
riger, maar over het algemeen heeft
de schrijver zich een wijze beperking
opgelegd om de overzichtelijkheid
niet te schaden. Wat de keuze der on
derwerpen betreft, daarbij heeft hij
zich laten leiden door zijn ervaring in
het Una Sanctawerk: dus zowel de
verschilpunten met het Protestantisme
als de waarheden, die Katholieken en
Protestanten gelijkelijk aanvaarden.
Voor eigen studie is het boek op de
eerste plaats bedoeld. Maar ook voor
hen, die onderricht geven, lijkt het ons
bijzonder nuttig alsook voor studie
groepen, bijbelkringen enz. Het ligt
voor de hand, dat het een krachtige
aansporing inhoudt de H. Schrift zelf
ter hand te nemen en de hele samen
hang van de aangehaalde teksten te
bestuderen.
Zo mag dit werk van p. van Doornik
met instemming begroet worden als
een zeer nuttig, aan de eisen van de
tijd beantwoordend en betrouwbaar
hulpmiddel voor geloofsverdieping en
-verdediging. Het zal er niet minder
toe bijdrage de gesprekken over ge
loofszaken te verhelderen en zo het
onderling begrip tussen Katholieke en
reformatorische christen te bevorde
ren. Wij bevelen de lezing van dit leer
zame boek alle belangstellenden ten
zeerste aan.
die een invloedrijke plaats be-
hu den in de Kerk van hun tijd door
u 11 geleerdheid en meestal ook door
p p hoge Kerkelijke functie. Heeft St
>>Wat n*et geschreven:
Eph g'J van mij onder vele getuigen
bar°°rd hebt, draag dat aan betrouw-
ook6 mannen over, die geschikt zijn
anderen te onderrichten?"
H het zeer belangrijk is op de
vèrantft te. kunnen teruggrijpen ter
antWOorrfincf -war» ^lin cr<alr»r»fir»
b6D "^eording van zijn geloof in
H. paaide gesprekken kan dat eenvou-
za"
dat h ""vdn
hoek te moeten zien. Van veel meer
die n j gesprei
toch - kchjk zijn menen wij
dat h ,er'n n'et het grootste nut van
gewj°ek te moeten zien. Van veel meer
dieni jjkt ons, de eigen geloofsver-
Ernou^'jde overtuiging, die al lezende
!t> dat de leer van de Kerk wer-
ter, maar altijd
met iets van be
zonkenheid en mild
heid, zelfs in de
vooral in onze ogen
gruwelijke tafere
len als de martel
dood van de heili
ge Erasmus en de
vierendeling van
Sint Hippolytus.
Andere aanwezi
ge, beroemde, wer
ken zijn: het Oor
deel van keizer Ot
to, de Val der ver
doemden (uit het
Louvre, Parijs) en
het kieine mans
portretje uit het
Metropolitan Mu
seum te New York.
Het is bijzonder
spijtig dat het be
roemde „Lam Gods"
van Dirck Bouts om
wille van de con
ditie van het stuk,
niet door Hertog
Albrecht van Beie
ren uitgeleend kon
worden. Wèl kan
men echter zijn
meesterwerk. het
grote veelluik met
het Laatste Avond
maal uit de Pieters
kerk te Leuven (de
kerk waar het in
dertijd ook voor ge
schilderd werd)
vinden
De tentoonstelling
is aangevuld met
werken van tal van
anonieme en minder
bekende meesters,
als de meester van
de Lijverbergse Pas
sie en die van de
Tiburtijnse Sibylle.
Advertentie
STLE* E"a«l« en Ned. M.O.A.
en voordeligste opleiding:
(Bekende Schriftelijke Cursus)
ZONDAG 15 december: derde zondag van
de Advent; eigen mis; credo; pref. van de
H. Drieëenheid; paars. MAANDAG: mis
van de zondag; 2 geb. van de H. Eusebius
(Haarlem: 3 geb. voor de bisschop, verjaar
dag van keuze); paars. DINSDAG: mis van
de zondag: paars. WOENSDAG: Quater
temperdag; eigen mis; paars. DONDER
DAG: mis van de zondag; paars. VRIJ
DAG: Quatertemperdag; eigen mis; paars.
ZATERDAG: H. Thomas, apostel; 2 geb.
quatertemperdag; credo; pref. van de apos
telen; paars. ZONDAG 22 december: vierde
zondag van de Advent; eigen mis; credo;
pref. van de H. Drieëenheid; paars.
Op 1 januari is het 25 jaar geleden
dat de Nijmeegse oogarts dr. J. P. A.
Hoefnagels door het Hoogw. Episco
paat benoemd werd tot curator van
de r.-k. Universiteit. Dr. Hoefnagels
volgde vorig jaar Staatsraad van
Schaik op als president-curator.Vooral
voor de totstandkoming van de medi
sche faculteit heeft dr. Hoefnagels zich
grote verdiensten verworven.
(Van onze Haagse redactie)
Mr H A. M. T. Kolfschoten, burge
meester'van Den Haag, heeft in een
zeer hoffelijk gesteld en smaakvol met
beeldspraak gesierde brief aan de mi
nisters van buitenlandse zaken van
Frankrijk, België, Italië. West-Duits-
land, Luxemburg en Nederland Den
Haag kandidaat gesteld voor de vesti
ging van het Europese Hof van Justi
tie. De zes ministers zijn momenteel in
Parijs bijeen om een beslissing te ne
men over de instellingen van het Ver
enigd Europa.
De Haagse burgemeester wijst er in
zijn brief op dat in Den Haag een oude
en nog steeds levende traditie bestaat,
waarin het internationale recht tot
bloei kon komen. Welke andere Euro
pese stad kan er zich op beroepen een
reeks van conferentie^ te hebben ont
vangen van een zó uitzonderlijke bete
kenis voor het internationale recht, zo
als Den Haag dat deed, aldus het schrij
ven.
In Den Haag wordt nu al meer dan
veertig jaar internationaal recht ge
sproken door het Internationale Hof
van Justitie. Het Vredespaleis bevat
een unieke bibliotheek van driehon
derdduizend delen die alle betrekking
hebben op het internationale recht.
Nergens in Europa vindt men een
dergelijke documentatie.
Aan het slot van zijn brief noemt
burgemeester Kolfschoten Hugo Gro-
tius, die het juridisch-klassieke werk
„De lure belli ac pacis" schreef, Baruch
de Spinoza, die vele gedachten ontwik
kelde over rechts- en staatsfilosofie en
Desiderius Erasmus, die de „Lof der
Zotheid" schreef, om de ministers nog
vollediger te doen begrijpen waarom
Den Haag candidaat wordt gesteld.
Door deze mensen vond het volkenrecht
reeds eeuwenlang zijn basis en funda
ment in Den Haag.
Verenigde Staten De Amerikaanse
minister van onderwijs, Marion Fol-
som, heeft bekendgemaakt, dat er tus
sen de V.S. en de Sovjet-Unie onderhan
delingen gaande zijn om te komen tot
een uitwisseling van pedagogen.
S&SÏ. i&Sia^J^miÜsSMiviSSf
Advertentie
BSfMMMiWif i'flïl ito sw®
(in bloklettcrs s.v.p.)
54-57
kend over de ontmoeting op nationaal
niveau, maar slechts op de samenwer
king in eigen christelijken huize zin
spelend, gaven de scheidenden de nieu
we redactie duidelijk te kennen dat zij
„vromelijk zal hebben te strijden tegen
de duivel en zijn ganse rijk van mis
verstanden op het erf der protestantse
letteren". Waar er twee of drie ik
ben niet zó bijbelvast in Zijn naam
vergaderd zijn op een christelijke cul
tuurconferentie is dus niet alleen de
Heere met hen. Een bijzonderheid ove
rigens die andere conferenties met de
christelijke gemeen hebben. De ontmoe
ting hoeft daardoor nog niet te misluk
ken.
Het artikel van de nieuwe redactie
dat de elfde jaargang inleidt, wekt al
evenmin de indruk dat de drie initiatief
nemers van tien jaar geleden zjjn ge
liquideerd. Ze ziet evenals haar voor
gangster „het geloof in Jezus Christus
als van fundamentele betekenis voor
het leven en dus ook voor de kunst".
Ze valt haar voorgangster niet af, wel
bjj. Daarom hoeft van dit eerste redac
tionele artikel weinig gezegd te worden.
Interessanter is in ieder geval het af
scheid van de oude redactie in het laat
ste nummer van de tiende jaargang. D.
v. d. Stoep geeft er een overzicht in
van de situatie in het kamp der pro
testantse schrijvers. Daarin waart, we
weten het al, ook de duivel rond. Het
geloof in Jezus Christus is van funda
menteel belang ook voor de litteratuur.
Maar hoe geloof ik in Jezus Christus en
hoe hq? Er is verdeeldheid naar den
gelove. Er is een Luther, een Calvijn,
een Barth. Is er dan ook niet een fun
damentele verdeeldheid? Of een mis
schien minder fundamentele dan bij
komstige maar daarom nog wel uiterst
gevoelige verdeeldheid? Welke is de
verhouding tussen kerkorde en dicht-
wijze? Hoe dan ook: v. d. Stoep heeft
reden te over om na tien j'aar Ontmoe
ting weinig enthousiast te zijn. Het tijd
schrift is nog altijd niet wat de oprich
ter zich had voorgesteld. Hij constateert
dat de protestants-christelijke schrij
vers het beoogde contact niet tot stand
hebben gebracht, niet op eigen erf,
evenmin op dat van de natie.
De Christelijke Auteurskring werd
tijdens de oorlog door de leden zelf
opgeheven om de Cultuurkamer voor
te zjjn. Na de oorlog beheerste de
doorbraakgedachte heel het volk, de
Kring werd niet meer opgericht. De
protestant voelt zich echter een „ty
pische" verschijning in de gemeen
schap, Rijnsdorp drukte het zo uit:
„Onze problemen zijn niet die van de
massa". Hij voelde dan ook behoefte
aan een of ander verband, en deze
werd gedeeld door Risseeuw en v. d.
Stoep. Deze drie schiepen de gelegen
heid voor protestantse auteurs elkaar
te ontmoeten, en zorgden daarnaast
voor een treffen, op breder plan, tus
sen auteurs en lezers, de z.g. Pink
ster-conferentie. Het lag daarna in
de lijn ook een tijdschrift op te rich
ten. Ze deden het en noemden het
Ontmoeting. De opzet was allerminst
cultuurbeoefening in lekker veilige,
besloten kring. Het tijdschrift moest
een „open" tijdschrift zijn, met con
tacten in eigen en anderer kring. Het
geloof in Jezus Christus was de basis,
maar de redactie stelde in no. X van
jaargang I: geen theologisch secto-
risme, geen litterair sectarisme! Het
eigen beginsel maar geen verzuiling.
Een protestantse groepering maar
zonder de feilen van de vooroorlogse
Kring.
Hoe komt het nu da1 Ontmoeting des
ondanks de jaren door geïsoleerd geble
ven is? Want we kunnen toch wel con
stateren dat het tijdschrift geen begrip
in den lande is geworden. Wie littera
tuur zegt, zegt nog steeds niet Ontmoe
ting. En wat de nakweek van de oude
redactie betreft: wat zeggen ons de na
men van de nieuwe leiders?
Van der Stoep merkt bil de over
dracht dan ook spijtig op dat Ontmoe
ting de eerste tien jaren heeft gefaald.
De contacten zijn beperkt gebleven, de
algehele doorbraak naar het Nederland
se volk, naar de nationale litteratuur is
achterwege gebleven. Dit fiasco is te wij
ten aan twee oorzaken, meent hij. Daar
is vooreerst de wolf op het eigen erf.
En vervolgens is er het gebrek aan
protestants-christelijk talent. Sprekend
over de wolf krijgt v. d. Stoep zelf iets
grimmigs over zich, vooral als hij wijst
op de gespannen verhouding tussen her
vormd en gereformeerd. Voor een niet
onbelangrijk gedeelte schrijft hij de
mislukking van Ontmoeting zelfs toe
aan het feit dat de drie oprichters en
leiders van het tijdschrift calvinist
zijn. Een calvinist zou in de protestant
se gemeenschap te vaak iemand zijn
waarvoor men op zijn hoede dient te
wezen. In de eigen christelijke gemeen
schap wordt hij in een bepaalde hoek
gedrongen. Met alle gevolgen van dien
voor een modem, na-oorlogs, open con
tact. Het is een zwaar verwijt waar ik
als buitenstaander de redelijkheid moei
lijk van kan controleren. Ik heb daar
ook geen behoefte aan. Men mag im
mers aannemen dat v. d. Stoep op het
ernstige moment van de overdracht
ook serieus pogingen heeft gedaan de
oorzaken van het fiasco te achterhalen.
Alleen reeds de toon van zijn afscheids
woorden maakt duidelijk dat hjj niet te
gen windmolens vecht.
Ook het ontbreken van litterair talent
in en om Ontmoeting wordt voor een
deel teruggebracht op de negatieve hou
ding van de christelijke gemeenschap
tegenover het artistieke talent. Waarlijk
begaafden stoot ze af, ontluikend talent
komt vaak in de benepen lucht van het
protestants-christelijke huis niet tot ont
plooiing. Wie echt wa: te zeggen heeft,
zoekt een klankbodem in andere groe
peringen, afscheid nemend van Domi
neesland. Maar hoe dan ook: de ont
moeting is in isolement blijven steken,
in een isolement dat „wij niet wilden,
waartegen wij ons met handen en voe
ten hebben verzet, maar dat ons een
voudig is opgedrongen".
Ware het niet beter geweest de uitga
ve na tien jaar te staken? Met de re
dactie meen ïk van niet. Het gaat in de
litteratuur niet slechts om een sonnet
meer of minder, om een goed kort ver
haal of een roman, maar ook om het
geestelijk klimaat waarin de schoon
heid rüpt en uiteindelijk gestalte krijgt.
Niet ten onrechte plaatst de dichter zijn
naam onder het vers dat hij geschre
ven heeft. Als dichter heeft hij recht
op stilte en eenzaamheid, op een eigen
zienswijze en zijnswijze; het zijn de
beelden en gedachten van hem, die zich
in het vers openbaren. De dichter heeft
recht op zijn individualiteit. Deze Is
echter met de gemeenschap gegeven.
Even goed ais kinderen brengt een volk
dichters voort. Een volk heeft echter
groepen, is in meerdere gemeenschap
pen gestructureerd. De protestants-
christelijke bevolkingsgroep is uit onze
natie niet meer weg te denken. Het
volkskarakter is er mede door bepaald.
Ik ben geen protestant. Desondanks is
het Nederlands protestantisme voor
een deel ook mijn protestantisme. Als
ik in een vers zekere calvinistische
trekken bespeur onze vaderlandse
Ietteren zijn er veie rijk! gaat er
iets door me heen van vreugdevolle
zelfherkenning. Als het protestants-
christelijk accent uit onze letteren ver
dween, zou ik dit met weemoed con
stateren. Moge Ontmoeting het in de
volirende tien jaren versterken.
Te meer nu de „officiële" lit
teratuur met de dag eenzijdiger wordt,
en Schraalhans in de kast van haar
geestelijke waanden meer en meer te
zeggen krijgt.
JAN ELEMANS.