De H. Schrift in het centrum
der belangstelling
Omdat wij werkelijk één zijn
„WANDEL NIET IN WATER"
ZmnA
Van boeken
en schrijvers
Van horen en zien gesproken
Meditaties over Lucas", een rijk
boek Voor de moderne mens
Commerciële T.V.
in W.-Duitsland
Nieuwe roman van
Jos Panhuysen
KLAVER
VIER
ZATERDAG 21 DECEMBER 1957
PAGINA 11
Liturgische weekkalender
Examens
Europese stunt 1
Europese stunt II
Jo Vincent
Elisabeth
Schwarzkopf
Thom Keiling
Examens
s*
De zeer verheugende belangstelling
voor de H. Schrift neemt onder
het katholieke volk hand over
hand toe. Wie dat nog niet uit eigen
•rvaring weet kan het afleiden uit het
grote aantal publicaties van allerlei
aard over dit onderwerp. Geleerde en
Populariserende geschriften over de Bij
bel zijn overal verkrijgbaar. Het is op
vallend hoe grif deze uitgaven gekocht
tvorden.
Vandaag willen wij eens de aandacht
Vestigen op een bijzonder goed boek,
flat onlangs in Nederlandse vertaling
bij de uitgeverij Paul Brand N.V. te
Bussum verschenen is. Wij bedoelen de
I,Meditaties over Lucas" van Richard
Gutzwiller. Nog niet zo lang geleden is
van dezelfde schrijver „Meditaties over
Mattheus" in ons land uitgegeven. In
zeer korte tijd waren alle exemplaren
van de eerste druk aan de man ge
bracht. Wel een bewijs, dat men naar
dit soort lectuur verlangt.
Wat is dat nu voor een boek? Korte
overwegingen over het Evangelie vol
gens Lucas. De schrijver neemt tel
kens een korte passage uit het Evan
gelie, die in cursieve letters aan het
begin van elke nieuwe beschouwing
met de nauwkeurige plaatsaanduiding
Wordt afgedrukt en geeft vervolgens
bondig de betekenis daarvan aan voor
ons leven. De manier waarop hij dat
doet toont overtuigend aan, dat hij de
geestelijke nood van de huidige mens
goed begrijnt -aar maakt vooral dui
delijk. dat de Blij
de Boodschap. °.'e /-
het Evangeliels'
over tijd en ruim
te heen v°or a"e
mensen JalIa
omstandigheden
niets van haar al- 0TT|
gemeengeldendhei
gerneengeldend-
heid verliest. Dat
kan ook niet, want
het gaat hier J
immers om Gods
elfen, onvergan
kelijke en onveranderbare waarheid,
Waarop heel het wereld- en heilsbestel
berust.
Gods Woord is en blijft
grijpen wij ook, dat het niet de bedoe
ling kan zijn maar zoveel mogelijk in
de H. Schrift te lezen om kennis op te
doen, maar dat ons lezen een eerbie
dig luisteren moet zijn, een overwegend
en biddend lezen om zó te komen tot
een dialoog, een gesprek met God.
ns dat te leren, ons hiervoor een
verantwoord hulpmiddel aan de
hand te doen, dat is de opzet van
Gutzwiller's boek' Wi-' moëen gerust
zeggen, dat wie er eens een rustig
kwartiertje vooi neemt, de korte Evan
geliepassage aandachtig leest en daar
na de overweging over de juist gele
zen tekst in zich opneemt, grote ogen
zal opzetten. Staat dat allemaal in die
paar woorden, die wjj al zo vaak ge
hoord hebben? Inderdaad, dat staat er!
Zo spreekt God tot ons. Maar als wij
dit nu pas voor het eerst ontdekken,
dan volgt daaruit dat wij vroeger nooit
goed geluisterd hebben en een gewel
dige rijkdom onbenut hebben gelaten,
die toch voor het grijpen lag. Dit is de
ervaring van ieder die Gutzwillers boek
ergens openslaat en rustig een paar
bladzijden leest. Men doet dan tevens
de verbazingwekkende ontdekking, dat
dit lezen eigenlijk bidden is en wat voor
een bidden! Is het niet een algemene
klacht, dat bidden moeilijk is? Het ge
jaagde moderne leven, waarin niemand
tijd heeft is wel bijzonder ongeschikt
om ons de rust te verschaffen die no
dig is tot ernstige bezinning. Bidden is
spreken met God, zegt men terecht.
Maar waar vindt men gemakkelijker de
gelegenheid om met God in persoonlijk
contact te treden dan door daar naar
Hem te luisteren, waar Hij tot ons
spreekt? In de H. Schrift!
onder alle
"^"\*tandigheden de enige, absoluut-be-
y°liwtare gids voor de hele mensheid,
w '5 het JjÊÖpeld, zo moet het gebruikt
worden. Nu zjjn er wel veel mensen,
ale al vaak hebben horen spreken over
het nut van Bijbellezen en het ook wel
graag willen doen, maar er geen weg
mee weten. Op zich zelf is dat niet zo
verwonderlijk. Om veel redenen is de
H. Schrift geen gemakkelijk boek. Er
helemaal mee vertrouwd raken eist een
levensstudie, en die mag men alleen
maar van vakmensen eisen. Bovendien
hebben wij het voorrecht lid te zijn van
<te H. Kerk, die in Gods opdracht en
fceleid door de H. Geest ons in haar
prediking en liturgie de juiste beteke
nis van de Bijbel verklaart. Desondanks
blijft het uitermate nuttig persoonlijk
de H. Schrift telkens weer ter hand te
nemen om er God in te ontmoeten, Die
tot ons spreekt. Als wij dit, als hoofd
punt, goed voor ogen houden, dan be-
ZONDAG 22 december: vierde zondag
.an de Advent; eigen mis; credo; pref.
'0 de H. Drieëenheid; paars.
MAANDAG: mis van de zondag;
«ars.
DINSDAG: vigilie van Kerstmis;
*lgen mis; paars.
WOENSDAG: Hoogfeest van Kerst
mis; Drie eigen missen; credo; pref
'h commun. van Kerstmis; wit
DONDERDAG: H. Stephanus. mar-
leMar; eigen mis; 2 geb. octaaf; credo;
Pfef. en commun. van Kerstmis rood.
VRIJDAG: H. Joannes, evangelist; 2
geb. octaaf; (Breda 3 geb. voor bis
schop, verjaardag van wijding); credo;
Pref. en commun. van Kerstmis; wit.
.ZATERDAG: H.H. Onnozele Kinderen;
mgen mis; 2 geb. octaaf; credo; pref.
*n commun. van Kerstmis; paars.
ZONDAG: 29 december: zondag onder
het octaaf van Kerstmis; eigen mis; 2
8eb. octaaf; credo; pref. en commun.
v»n Kerstmis; wit.
Gutzwiller werkt in dit boek het hele
Evangelie van St.-Lucas door. Hij sluit
geheel aan bij de speciale gedachten-
gang van deze Evangelist, die hem van
de drie anderen onderscheidt. Lucas was
een Griek. Hij stamt niet uit het Joden
dom, maar uit de heidenwereld. Daar
om doorbreekt zijn boodschap op dui
delijke wijze de enge grenzen van Is
rael. Als Griek heeft hij oog voor de
hele mensheid, een wereldwijde horizon-.
En zo komt in zijn Evangelie heel bij
zonder dit nieuwe naar voren, dat Je
zus ons bracht, het nieuwe Verbond
en het ontstaan van het nieuwe volk
Gods. waarin niet langer één enkel volk
in een beperkt gebied is uitverkoren,
maar de roepstem Gods naar heel de
wereld uitgaat, zodat de Wereldkerk het
werk wordt van de Heiland der wereld.
Wie ook maar oppervlakkig de gees
telijke stromingen van deze tijd gevolgd
heeft, voelt onmiddellijk aan van hoe
veel betekenis het Lucas-evangelie daar
om voor de moderne mens moet zijn.
Gutzwiller leert ons die boodschap ver
staan.
Nogmaals: het is geen boek om in
één ruk uit te lezen. Dat kan eenvoudig
niet. Men moet het bladzijde voor blad
zijde doornemen. Elke dag tien minuten,
een kwartier, gedurende welke korte
tijd men moet trachten alle drukte, on
rust en gejaagdheid buiten te sluiten
en de stilte te vinden, waarin alleen
de stem van God te horen en te ver
staan is.
Het ware te wensen, dat zeer velen
dit prachtige, rijke boek op deze manier
zouden gaan gebruiken. Niemand zal
er spijt van hebben en ieder zal toege
ven, dat hij hierin juist datgene vindt,
waarnaar hij al lang, zonder het te weten'
verlangd en gezocht heeft.
(Van onze correspondent in Bonn)
BONN, donderdagavond
De ministers-presidenten der tien
Westduit.se deelstaten hebben zich van
daag op hun periodieke vergadering ir
de bondshoofdstad uitgesproken tegen
de invoering van de particuliere com
merciële TV. Zij spraken de vrees uit.
dat daardoor de culturele kwaliteit dei
programma's sterk zou verminderen en
wezen op het voorbeeld van Engeland
Zij hebben de wens uitgesproken om
over deze aangelegenheid een onder
houd te hebben met bondskanselier dr.
Adenauer alvorens de Westduitse rege
ring een besluit neemt ten aanzien van
de reclametelevisie.
Verzet tegen, de invoering van de par- I
ticuliere commerciële TV is ook reeds I
aangetekend door vertegenwoordigers i
der beide kerken, de Deutsche Gewerk- i
schaftsbund (de overkoepelende bonds-1
republikeinse vakorganisatie, waar- j
bij zestien bonden met zes miljoen le-1
den zijn aangesloten), alsmede de West
duitse omroepverenigingen. die wel
voor de invoering van reclametelevisie
zijn en deze ten dele reeds bedrijven
(zoals de Beierse omroep en de zender
„Vrij Berlijn"), doch hun TV-program-
mamonopolie niet uit handen willen ge
ven. De 1,1 miljoen bezitters van TV-
toestellen (met een gemiddelde van 5
miljoen kijkers) dringen evenwel krach
tig aan op invoering van een tweede
programma in de lucht te brengen,
pen, hetzij door een nieuwe particuliere
organisatie, zodat zij niet de gehele
avond afhankelijk zijn van het eenheids
programma, dat over alle Westduitse
TV-zenders wordt uitgestraald. Tech
nisch is de invoering van zulk een twee
de programma (met of zonder reclame)
mogelijk. De vraag is slechts, of de ra
dio-omroepen in staat zijn een tweede
programma in de lucht te brengen
Advertentie
Te Bethlehem, een voorstadje van de
Zwitserse hoofdstad Bern, gaat elk jaar
vijftien dagen voor Kerstmis een
speciaal postkantoortje open, waar men
dan 50.000 poststukken ontvangt uit alle
delen van de wereld, om gestempeld te
worden met het speciale kerststempel,
een gevleugelde engel, die op een hoorn
blaast. Gefascineerd kijken kinderen naar
de prachtige kerstkaarten uit vreemde
streken (boven), die worden voorzien
van Bethlehems poststempel.
15 steens /66.-
■hot meesterwerk"
van Z lot
AMSTERDAM, 20 dec. (V.U.) Docto
raal econ. J. van der Meer, Rotterdam.
Doctoraal scheikunde J. D. W. v. Voorst,
Amsterdam. Doctoraal natuurkunde P.
H. Broerse, Amstelveen. Kand. wis- en
natuurk. E. Backer, Amsterdam; D. W.
Traas, Kapelle-Biezelinge; G. J. Wil-
lemsen, Amsterdam.
De letterkundigen en hoogwaardig
heidsbekleders, die in okto
ber twee jaar geleden de Confe
rentie over de Literaire Kritiek moch
ten bijwonen in Den Haag en wel op
instigatie van de Jan Campertstichting,
waren wellicht op veel voorbereid,
maar niet op hun eigen verwondering
die, bij de niet-katholieken zeker, in zo
iets als verbijstering overging, toen Jos
Panhuysen zijn referaat over de func
tie van de criticus had uitgesproken.
Laat ons eerlijk zijn. na de andere
lezingen die daar werden gehouden en
die, op een enkele uitzondering na, van
een behoorlijk gehalte waren, van vol
doende via aangenaam tot interessant,
maar die, nog net niet pijnlijk, nog
eens weer de aandacht vestigden op het
feit dat de Nederlander geen briljant-
spreker-in-het-openbaar is en zeker niet
die Nederlander die een lekebedie-
naar van het woord mag worden ge
noemd, had niemand verwacht dat Pan
huysen de palm zou wegdragen voor
welsprekendreid. Maar niet alleen voor
welsprekendheid, de stemming, die
door zijn woorden ontstond, wordt maar
hoogst zelden in een vergaderzaal ge
voeld. Soms, maar niet dikwijls, in
een kerk. Voor het grootste deel van
de aanwezigen, niet-katholiek, niet-ge-
lovig, was het optreden van Jos Pan
huysen een openbaring.
Misschien dat zijn groot succes bij die
gelegenheid ten overstaan van zijn col
lega's hem heeft gestimuleerd, zodat
hij voe'de meer tijd te moeten vin
den voor het schrijven van zijn romans.
Sedert zijn er enkele werken van
zijn hand verschenen, die men niet
meer kan voorbijgaan, zoals de critiek,
zonder boosaardige opzet natuurlijk,
maar uit achteloosheid, met zijn vroe
ger werk jarenlang heeft gedaan. Nu
gaat men rekening houden met deze
auteur; zelfs in katholieke kring.
In het nieuwe boek van Panhuysen
staat een passage, die mij kenmerkend
schijnt voor de bedoeling van veel van
zijn werk. Maar liefde en huwelijk wor- j
dt i overschat door heel veel mensen,
vooral door mensen die romans schrij
ven. Zij zijn niet zonder belang, dat
ontken ik niet, maar haast van nog
meer belang is, wat een mens dag in
dag uit heeft te doen.
Ik neem de vrijheid te menen, dat
deze uitspraak uit Panhuysens hart
gegrepen is. Zelfs al zijn liefde en
huwelijk de hoofdmotieven van de ro
man die „Wandel niet in water" heet.
(Stols, Den Haag). Deze zinsnede moge
een foute vertaling zijn van een uit
lating van Rabelais, als titel voor een
boek is zij een vondst.
Het kernpunt
Wat echter, behalve liefde en hu
welijk, het allerbelangrijkste blijkt in
d geschiedenis van Maan Houthalen,
zo heet de hoofdpersoon die zijn le
ven vertelt, is de daadwerkelijke be
leving van het dogma van de ge
meenschap der heiligen. De een kan
iets voor de ander opknappen, daar
wij allen één zijn in Christus. God
laat ons, in Zijn grote welwillend
heid en medelijden, met de mede
mens soms geluk tegen ongeluk rui
len, ziekte tegen gezondheid, hoop te
gen wanhoop, zekerheid tegen twij
fel. Hij staat soms toe, dat de ster
ke mens het lijden van een zwakkere
broeder overneemt. Hij heeft soms
dood tegen leven ingeruild.
Het kernpunt van „Wandel niet in
water" is hetzelfde als dat van Gra
ham Greenes toneelstuk „The Pot
ting Shed", in het Nederlands ver
toond onder de naam: „De Tuin-
schuur" (Haagse Comedie) en van
de aangrijpende roman .l'Agneau"
(Het Lam) van Francois Mauriac.
In „De Tuinschuur" biedt een gees
telijke zijn geloof aan in ruil voor
het leven van jijn neefje; in „Het
Lam" is het Xavier, die zich opof
fert opdat zijn vrienden gelukkig
kunnen wórden. In „Wandel niet in
Op oudejaarsavond gaat een
langgekoesterde Eurovisiewens
werkelijkheid worden. Dan zul
len alle twaalf deelnemende
landen aangesloten zijn om
een programma-uitwisseling
van tien landen te zien. Ieder
van deze landen zal een kort
eigen programma van onge
veer zeven minuten inbren
gen dat op zeer hoog niveau
zal staan en tevens een geluk
wens zal bevatten.
Het gehele programma zal
75 minuten duren en het zal
een weergaloze technische
stunt zijn. Men doet het ech
ter heus niet om de stunt al
leen. Men wil ermee aanto
nen dat een schakelprogram
ma, zelfs in Europa met drie
lijnenstelsels, mogelijk en ver
antwoord is. Een voorproefje
var* een schakelprogramma
zagen wij in het voorjaar toen
tweemaal een goochelwedstrijd
Jo Vinqent op een glorieus moment.
tussen Engeland en Nederland
werd gehouden, waarbij de te
genstanders in hun eigen land
waren en de jury in Brussel
huisde. Op oudejaarsavond
gaat dat in het groot gebeuren.
In 75 minuten zal men een reis
door geheel Europa maken.
De op te lossen moeilijkheden
zijn niet gering, men is er dan
ook al maanden mee bezig.
Technisch middelpunt van de
uitzending zal Brussel zijn. Van
daaruit zullen de schakelingen
geregeld worden. De grootste
moeilijkheid vormt als steeds
de „vertaling" van de verschil
lende ltjnsystemen. Er zijn
daar nu wel voortreffelijke
vertalers voor, maar wanneer
binnen enkele seconden van
het ene systeem op het ande
re wordt overgegaan, zijn er
wel enige problemen. Zoals
men weet heeft het Europese
systeem 625 lijnen, Engeland
heeft van voor de oorlog nog
465 lijnen en de Fransen heb
ben een eigen systeem van 819
lijnen. Een Duits programma
dat naar Frankrijk en naar En
geland gaat moet dus twee
maal vertaald worden.
De produktie van het pro
gramma is in handen van
Francis Essex een bekend
man van de B.B.C.-TV, die
zich daarvoor al een paar
maanden geleden naar Brus
sel begeven heeft. Hij heeft de
mogelijkheden in de verschil
lende landen getoetst, alles
wat men bieden wilde gekeurd
en is tenslotte tot een complete
lijst gekomen. In Nederland
heeft hij nogal wat moeilijkhe
den te overwinnen gehad. Men
wilde hier Wim Sonneveld la
ten optreden maar die vond de
toegemeten tijd te kort voor
een verantwoorde uitzending.
Hij moest zes minuten vullen,
omdat er van de toegewezen
zeven minuten een minuut film
afgaat. Later heeft men hem
gevraagd een mimische bijdra
ge in de vorm van een stom
me film te maken. Dat wei-
ELISABETH SCHWARZKOPF
gerde hij omdat Conny Stuart
en Albert Mol iets dergelijks
op hun repertoire hebben
staan. In plaats van Sonneveld
zullen nu Conny Stuart en Al-
bert Mol optreden in een num
mer dat ze al eens eerder voor
de TV brachten. Voor de Ne
derlandse kijkers dus een her
haling, voor de Europese ech
ter niet.
Er zal die avond wel het een
en ander te zien zijn. Itahe
brengt de grote zangeres Ma
ria Callas, Frankrijk les Fre-
res Jacques, Oostenrijk het
Staatsoperaballet, Zwitserland
een ijsshow enz,
Deze week zal men Jo Vin
cent kunnen horen in een van
haar glorierijke creaties van
voor de oorlog en op Eerste
Kerstdag zal zij voor de tele
visie zingen. Morgenmiddag
zendt de AVRO n.l. de opna
men uit van een uitvoering
door het Concertgebouworkest
onder leiding van Willem Men
gelberg van een uitvoering van
de Vierde van Mahler, met als
soliste Jo Vincent. Het is een
opname van 9 november 1939
van de laatste uitvoering van
dit werk door deze combinatie.
De Vierde van Mahler dateert
van 1900 en is een lyrisch op
gewekt werk. Het is kleiner
van omvang en ook de bezetting
is beperkter dan gewoonlijk bij
Mahler het geval is. De tekst
is een Beiers volkslied dat oor
spronkelijk „Der Himmel
hangt vol Geigen" heette. Het
werk genoot de voorkeur van
Mengelberg, van Jo Vincent
en... van het publiek.
Het TV-debuut, van de ove
rigens teruggetrokken levende
zangeres, geschiedt vanuit de
Grote Kerk in Gouda waar zij
Kerstliederen zal zingen. De
regisseur kan ons,dan meteen
wat laten zien van de ramen
van de Crabeths.
Een van de grootste zange
ressen van deze tijd, Elisabeth
Schwarzkopf is beide Kertda-
gen voor de Nederlandse radio
te beluisteren. Op de avond van
Eerste Kerstdag zingt zij, be
geleid door Felix de Nobel, lie
deren van Schubert en Richard
Strauss. In de middag van
Tweede Kerstdag zingt zij, be
geleid door het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, twee
cantates van Bach en het stra
lende „Exsultate Jubilate"
van Mozart, haar lievelings
componist.
Elisabeth Schwarzkopf is
geboren in Polen, n.l. in Jarot-
schin, het vroegere Posen. Zij
is thans 42 jaar. Haar oplei
ding kreeg zij aan de Hoch-
schule für Musik in Berlijn. Zij
is een leerlinge van niemand
minder dan Maria Ivogün. Zij
maakte haar debuut in een mo
delopvoering van een Mozart-
opera in Salzburg. Haar grote
carrière begon eigenlijk eerst
na de oorlog. Zij heeft lang in
de Scala in Milaan gezongen en
maakte verscheidene grote
tournees door de V.S. Thans is
zij vast verbonden aan de
Weense Staatsopera. Zij is ge
huwd met Wolfgang Schneider-
hahn, de beroemde violist, eer
ste concertmeester van het
Weens Philharmonisch Orkest.
De opnamen van de beide con
certen worden voor de Kerst
dagen gemaakt. De zangeres
zal met de Kerstdagen in We
nen zijn.
Na al de grote zangeressen
nu iets over een zanger. Thom
Keiling geniet grote bekend
heid als de vertolker van
Spaanse en Zuidamerikaanst
volksliedjes, maar hij gaat
thans bij de N.C.R.V. meewer
ken in de serie „De Goede
Boodschap". In deze program
ma's wordt regelmatig in be
knopte vorm het Evangelie
verkondigd in een vreemde
taal: Hongaars, Frans, Duits,
enz. Vier maandagavonden
worden deze uitzendingen nu
in het Spaans gehouden. Thom
Keiling zal daarbij Psalmen in
deze taal zingen. Men heeft
er nog even over gedacht dat
Keiling zich, zoals gewoonlijk
zelf op de guitaar zou begelei
den. Maar men besloot toch
maar dat hij bij een orgel zal
zingen.
THOM KELLING
JOS PANHUYSEN
water" zegt Leentje Houthalen, in
het klooster Zuster Dymphna, tot
God: dat zij de bekoring van de twij
fel wil verdragen tot haar dood, als
haar broer in Zijn genade zou ster
ven. En zij gelooft dat God haar
heeft ve. ..oord. En dat, terwijl haar
broer zelfmoord heeft gepleegd en
haar dat enige tijd tevoren is komen
aankondigen, nadat hij zijn zuster in
veertien jaren niet heeft gezien.
Hier nu raken we aan de uitvoe
ring van Panhuy~ens zeer boeiende
opzet. En hier ook stuiten we op vele
bezwaren tegen de wijze, waarop hij
gemeend heeft zijn verhaal te moeten
vertellen.
Er zijn grote schrijvers geweest, die
in hun drift om mee te delen, zich
nauwelijks bekommerden om de wijze,
waarop zij de medemens deelgenoot
maakten van hun spirituele belevenis
sen, hoogstandjes en kronkelingen. Dos-
tojefski is het mooiste voorbeeld van
een uiterst slordig schrijver; Balzac,
altijd één oog gericht op zijn beurs die
gevulder werd naarmate hij meer re
gels schreef, putte zich uit in klakke
loze beschrijvingen van zaken, die niet
of nauwelijks met de intrige van de
roman, waaraan hij op dat ogenblik
bezig was, te maken hadden. Andere
auteurs hineininterpretieren zoveel in
hun opgeschreven woorden, dat het
voor de onschuldige lezer heel moei
lijk wordt hun gedachtensprongen te
volgen en hun bedoelingen na te voe
len of te raden. Alles in hun drift om,
zo spoedig mogelijk, het verhaal de le
zer voor te leggen.
Te haastig
Het komt mij voor, dat Panhuysen
in lit laatste boek te haastig is ge
weest. De wijze waarop hij het ver
haal in een door hem gekozen kader
plaatst, om het zacht te zeggen, is
alleronbeholpenst. Hij laat Zuster
Dymphna het verhaal, dat haar broer
haar gedaan heeft nog eens overver
tellen aan de Moederoverste. En dan
met de woorden van de broer. Afge
zien van de onmogelijkheid daarvan,
breekt Panhuysen op gegeven momen
ten de geschiedenis af om de lezer,
die de woorden van de broer, Maan
Houthalen, min of meer gespannen
volgt, de reacties van Eerwaarde Moe
der en Eerwaarde Zuster te berichten.
Het bezwaar dat ik bij een vorige
gelegenheid tegen Panhuysens manier
van werken in een roman mocht te
berde brengen, wordt hier in over
wegende mate gevoeld: hij neemt een
voudig de moeite niet de gesproken
taal van zijn sujetten zo te nuanceren,
dat ieder van dezen in een eigen idioom
spreekt. Ze praten allemaal als Pan
huysen: de Moederoverste, de Zuster,
de broer en al zijn vrouwen. Terwijl hij
er dan soms de zuster laat bijvoegen,
dat zij de taal van haar broer enigs
zins heeft verzacht. Het komt mij voor,
dat dit weigeren om de dramatische
nuances van de dialoog rechtens uit
te buiten, berust op een bepaalde laks
heid bij de auteur, want ik kan me
niet voorstellen, dat een zo intelligent
man als hij, indien hij zich de moei
te getroostte, niet een betere vorm zou
kunnen vinden om de belangrijke inhoud
meer tot zijn recht te doen komen.
Zjjn taal V ook dikwijls zeer wonder
lijk, maar ik weet niet goed of dit
niet een poging is om dialect te schrij
ven. „Je zoudt", „Daar zie je misschien
van op" i.p.v. kijkt, wat ieder gewoon
mens zegt, het vaak gebruiken van
het germanisme „beduidend", rangschik
ik onder de slordigheden die Panhuy
sen met een tikje meer aandacht voor
zijn schrijfsel gemakkelijk zou kunnen
vermijden. Maar dat zijn per slot van
rekening niet anders dan uiterlijke fei
len.
„Zakenprol"
Veel belangrijker lijkt mij het feit,
dat de auteur er, wat mij betreft, niet
in geslaagd is, de persoon van Maan
Houthalen te doe leven in zijn boek,
zoals hij voor het oog van Panhuysen
moet hebben geleefd. Als ik het op
recht zeggen moet, dan rijst aan het
eind van het boek het beeld voor mij
op van een ontzaglijke zakenprol, qui
prend son bien oü il le trouve en wiens
geloofsbezwaren dezelfde zijn als die
van veel verlate (niet verlaten) pu
bers. Het zal niet voor niets geweest
AMSTERDAM. 20 dec. Kand eco
nomie G. Bouwkamp, Arnhem. W. de
Waard, Driehuis. W. van de Veen. Zwol-
W. van Vuuren, Vijfhuizen Tj. de
Tong, Burgwerd. S. Telkamp. Utrecht.
Kand. Semitische letteren Tj. Baarda,
Viifhuizen.
AMSTERDAM, 20 dec. Gepromo
veerd tot doctor in de economische we
tenschappen. op het proefschrift ..aard
"n taak van de monetaire politiek", de
heer J. G. Knol te Katwijk.
AMSTERDAM. 20 dec. Bevorderd
tet doctor in de geneeskunde op proef
schrift getiteld: „Trombelastografie" de
heer J. Vreeken, geb. te Amsterdam
en op proefschrift getiteld: ..Over ablotio
mammae" de heer R- J. Scholtmeijer,
geb te Soest.
Kand. kunstgeschiedenis mei C. Schul-
ting en met lof F. Th. Gribling (Am
sterdam). doet. rechtsgeleerdheid mei C.
W. F. Holtkamp (Amsterdam), doet.
economie P. Molenaar (Middelie).
Examen M.O. Spaans: mej. M. E.
Bestebreurtje (Rotterdam) en mevr. J.
C. I. Römer-de Vreese (Amsterdam).
's GRAVENHAGE: Aan de r-k. School
voor Maatschappelijk Werk behaalden
het .diploma maatschappelijk werk, met
de aantekening Algemene Maatschap
pelijke Zorg: L. van den Broek, Delft;
G Lockefeer, Hulst; J. Schrama. Voor
schoten; W. Schrijnen. Den Haag; C.
van der Sprong. Gouda: en M. Verbeek,
Schiedam. Met de aantekening Kinder
bescherming: L. van Blijswijk, Sche-
veningen; W. van Dijck, Voorburg; A.
Schrama-Willems, Utrecht, en D. Simo-
nis, Lisse.
GRONINGEN, 20 dec. Artsexa
men le ged.: mej. G. E. Sennema, Amers
foort, O. H. van Persijn van Meerten,
Den Haag. J. M. Minderhoud, Zwolle,
A. Sanders, Assen.
Bevorderd tot arts: mej. J. Gorter,
H. G. D. Bouma, H. Wesseling, allen
te Groningen, R. Coppes, Enschede, W.
A. Tanoy, Eindhoven.
UTRECHT, 20 dec. Aan de Rijks
universiteit te Utrecht is mej. Huang
Sung-k'Ang, geboren te Peking (China)
wonende te Cambridge (Engeland) ge
promoveerd tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte, op een proefschrift,
getiteld: „Lu Hsün and the new culture
movement of modern China".
Mej. Huang Sung k'Ang, lector aan
de universiteit te Cambridge geeft, voor
het eerst, een levensbeschrijving en de
ontwikkelingsgang van de Chinese na
tionalistische auteur Lu Hsün (1881-
1936), een der grote leidende figuren
in de nieuwe culturele beweging die
aanmerkelijk tot de culturele en poli
tieke ontwikkeling van China in de
laatste decenniën heeft bijgedragen.
Promotor was prof. dr. J. Gonda.
Advertentie
Uitzending elke zaterdagavond 9*4B
uur, over Hilversum II (298 m.).
Schrijf in elk der tien vakjes een 1 ef 1
of 3. Optellen. Plak dit formulier op ge
frankeerde briefkaart met 50 cent extra
porto op adreszijde. Inzenden aant Klaver
Vier, Hilversum. Eén oplossing per kaart.
Wekell|ks pr!|zen tot oen m mam
totale waarde v. minstens IU.UUU.*
Alle ciffer»
opgeteld i
Radio-actie in samenwerking met en ten
bate van St.„Prins Bernhardfonds", St. „Het
Nederl. Blindenwezen", Ned. Ver. Sociale
Zorg voor Mlnder-Validen „AVO" en St.
Ned. Org. voor Intern. Bijstand". Goed-
ekeurd bij best. v.d. Min. v. Justitie d.d.
8-1957 no. 1026/257.
zijn, dat Panhuysen hem nakroost heeft
ontzegd en dat Maan's moeder van hem
beweert: Maan is zo koud als een vis;
Maan heeft geen hart. Dat is waar
schijnlijk niet waar. Zijn eerste liai
son, hoe lichamelijk ook gericht, is
voor hem kennelijk de grote liefde ge
weest. De volgende waren alleen maar
slechte reprises, zoals men in toneel
kringen pleegt te zeggen.
Ook het beheersen en leiden van
mensen, de staatsmanskunst, die de Hei
lige Thomas van Aquino de voornaam
ste kunst noemde, wordt, als Maan
Houthalen zich daarop gaat toeleggen,
of liever waar hij zich, volgens Pan
huysen, het meest toe voelt aangetrok
ken, in dit boek slechts gepractiseerd
in de vorm van het slimmer zijn dan
andere zakenlieden. Al vorderend in het
boek, hoopte ik dat Maan Houthalen
op wereldlijk, stoffelijk, lichamelijk
plan, /te evenknie moest verbeelden
van zijn spiritueel gerichte zuster. Dat
zijn extases in het lijf, de hare in de
geest zouden evenaren. Dat hU op dat
andere plan evenzeer zou vrijgemaakt
worden van het Zelf als de klooster
zuster. Maar noch Maan, noch Leen
tje, zijn van die portuur. En dat is ze
ker ook niet 's schrijvers bedoeling ce-
weest. Men mag een auteur geen ver
wijt maken van een teleurgestelde ver
wachting. Panhuysen heeft dat pro
bleem niet willen geven. Maar de vraag
blijft: wat heeft hij dan wel willen ge
ven? Een andere parallel tussen zus
ter en broer? Welke dan? Is dit boek
een illustratie van de tekst: Sommigen
zijn uitverkoren ten leven en sommigen
zün uitverkoren ter dood, de laatsten
verhard' de Heer? Wil Zuster Dymphna
deze verschrikkelijke uitspraak bezwe-
.ren door haar plaatsvervangend lijden?
Heeft zij zich door de werkelijke lief
de tot haar broer met één sprong kun
nen wagen in het gebied der grote hei
ligen en grote, kleine zielen als de
„kleine" Theresia er een was?
Voortreffelijke passages
Na het overwegen van deze kardina
le vragen heeft het geen zin meer te
wijzen op de voortreffelijke passages
van persoonsbeschrijving, die in dit
boek voorkomen. Van de waarlijk uit
stekende karakteristiek die Panhuysen
geeft zowel van Maan's eerste liefde
Tine Lamein, als van Dolf Grobbe-
van Weert, een volkomen zuiver ge-
etst portret van de student uit betere
kringen; van raak gevonden uitdruk
kingen zoals; geleend-eigenwijs.
Iedereen weet dat wat Panhuysen
schrijft, het overdenken waard is. Maar
met dat al, meen ik, dat toen hij „Wan
del niet in water" begon te compone
ren, hem zelf niet geheel en al duide
lijk moet zijn geweest, welke opgaven
hij Maan Houthalen en zijn zuster had
toe te delen. Het kan ook zijn, dat hij
dat wel wist, maar dat hij zich deze
maal vergist heeft in het perceptiever
mogen van zijn aandachtige lezers en
bewonderaars, waaronder ik mij sedert
jaren met vreugde geschaard heb.
Dat het, niettegenstaande alle 'opge
worpen vragen, zeer zeker de moeite
waard is „Wandel niet in water" te
lezen en te bezitten blijft buiten kijf,
en is, naar ik hoop, ook uit deze re
gels duidelijk geworden.
J. W. HOFSTRA.