De H. Schrift in het centrum der belangstelling Omdat wij werkelijk één zijn „WANDEL NIET IN WATER" ZmnA Van boeken en schrijvers Van horen en zien gesproken Meditaties over Lucas", een rijk boek Voor de moderne mens Commerciële T.V. in W.-Duitsland Nieuwe roman van Jos Panhuysen KLAVER VIER ZATERDAG 21 DECEMBER 1957 PAGINA 11 Liturgische weekkalender Examens Europese stunt 1 Europese stunt II Jo Vincent Elisabeth Schwarzkopf Thom Keiling Examens s* De zeer verheugende belangstelling voor de H. Schrift neemt onder het katholieke volk hand over hand toe. Wie dat nog niet uit eigen •rvaring weet kan het afleiden uit het grote aantal publicaties van allerlei aard over dit onderwerp. Geleerde en Populariserende geschriften over de Bij bel zijn overal verkrijgbaar. Het is op vallend hoe grif deze uitgaven gekocht tvorden. Vandaag willen wij eens de aandacht Vestigen op een bijzonder goed boek, flat onlangs in Nederlandse vertaling bij de uitgeverij Paul Brand N.V. te Bussum verschenen is. Wij bedoelen de I,Meditaties over Lucas" van Richard Gutzwiller. Nog niet zo lang geleden is van dezelfde schrijver „Meditaties over Mattheus" in ons land uitgegeven. In zeer korte tijd waren alle exemplaren van de eerste druk aan de man ge bracht. Wel een bewijs, dat men naar dit soort lectuur verlangt. Wat is dat nu voor een boek? Korte overwegingen over het Evangelie vol gens Lucas. De schrijver neemt tel kens een korte passage uit het Evan gelie, die in cursieve letters aan het begin van elke nieuwe beschouwing met de nauwkeurige plaatsaanduiding Wordt afgedrukt en geeft vervolgens bondig de betekenis daarvan aan voor ons leven. De manier waarop hij dat doet toont overtuigend aan, dat hij de geestelijke nood van de huidige mens goed begrijnt -aar maakt vooral dui delijk. dat de Blij de Boodschap. °.'e /- het Evangeliels' over tijd en ruim te heen v°or a"e mensen JalIa omstandigheden niets van haar al- 0TT| gemeengeldendhei gerneengeldend- heid verliest. Dat kan ook niet, want het gaat hier J immers om Gods elfen, onvergan kelijke en onveranderbare waarheid, Waarop heel het wereld- en heilsbestel berust. Gods Woord is en blijft grijpen wij ook, dat het niet de bedoe ling kan zijn maar zoveel mogelijk in de H. Schrift te lezen om kennis op te doen, maar dat ons lezen een eerbie dig luisteren moet zijn, een overwegend en biddend lezen om zó te komen tot een dialoog, een gesprek met God. ns dat te leren, ons hiervoor een verantwoord hulpmiddel aan de hand te doen, dat is de opzet van Gutzwiller's boek' Wi-' moëen gerust zeggen, dat wie er eens een rustig kwartiertje vooi neemt, de korte Evan geliepassage aandachtig leest en daar na de overweging over de juist gele zen tekst in zich opneemt, grote ogen zal opzetten. Staat dat allemaal in die paar woorden, die wjj al zo vaak ge hoord hebben? Inderdaad, dat staat er! Zo spreekt God tot ons. Maar als wij dit nu pas voor het eerst ontdekken, dan volgt daaruit dat wij vroeger nooit goed geluisterd hebben en een gewel dige rijkdom onbenut hebben gelaten, die toch voor het grijpen lag. Dit is de ervaring van ieder die Gutzwillers boek ergens openslaat en rustig een paar bladzijden leest. Men doet dan tevens de verbazingwekkende ontdekking, dat dit lezen eigenlijk bidden is en wat voor een bidden! Is het niet een algemene klacht, dat bidden moeilijk is? Het ge jaagde moderne leven, waarin niemand tijd heeft is wel bijzonder ongeschikt om ons de rust te verschaffen die no dig is tot ernstige bezinning. Bidden is spreken met God, zegt men terecht. Maar waar vindt men gemakkelijker de gelegenheid om met God in persoonlijk contact te treden dan door daar naar Hem te luisteren, waar Hij tot ons spreekt? In de H. Schrift! onder alle "^"\*tandigheden de enige, absoluut-be- y°liwtare gids voor de hele mensheid, w '5 het JjÊÖpeld, zo moet het gebruikt worden. Nu zjjn er wel veel mensen, ale al vaak hebben horen spreken over het nut van Bijbellezen en het ook wel graag willen doen, maar er geen weg mee weten. Op zich zelf is dat niet zo verwonderlijk. Om veel redenen is de H. Schrift geen gemakkelijk boek. Er helemaal mee vertrouwd raken eist een levensstudie, en die mag men alleen maar van vakmensen eisen. Bovendien hebben wij het voorrecht lid te zijn van <te H. Kerk, die in Gods opdracht en fceleid door de H. Geest ons in haar prediking en liturgie de juiste beteke nis van de Bijbel verklaart. Desondanks blijft het uitermate nuttig persoonlijk de H. Schrift telkens weer ter hand te nemen om er God in te ontmoeten, Die tot ons spreekt. Als wij dit, als hoofd punt, goed voor ogen houden, dan be- ZONDAG 22 december: vierde zondag .an de Advent; eigen mis; credo; pref. '0 de H. Drieëenheid; paars. MAANDAG: mis van de zondag; «ars. DINSDAG: vigilie van Kerstmis; *lgen mis; paars. WOENSDAG: Hoogfeest van Kerst mis; Drie eigen missen; credo; pref 'h commun. van Kerstmis; wit DONDERDAG: H. Stephanus. mar- leMar; eigen mis; 2 geb. octaaf; credo; Pfef. en commun. van Kerstmis rood. VRIJDAG: H. Joannes, evangelist; 2 geb. octaaf; (Breda 3 geb. voor bis schop, verjaardag van wijding); credo; Pref. en commun. van Kerstmis; wit. .ZATERDAG: H.H. Onnozele Kinderen; mgen mis; 2 geb. octaaf; credo; pref. *n commun. van Kerstmis; paars. ZONDAG: 29 december: zondag onder het octaaf van Kerstmis; eigen mis; 2 8eb. octaaf; credo; pref. en commun. v»n Kerstmis; wit. Gutzwiller werkt in dit boek het hele Evangelie van St.-Lucas door. Hij sluit geheel aan bij de speciale gedachten- gang van deze Evangelist, die hem van de drie anderen onderscheidt. Lucas was een Griek. Hij stamt niet uit het Joden dom, maar uit de heidenwereld. Daar om doorbreekt zijn boodschap op dui delijke wijze de enge grenzen van Is rael. Als Griek heeft hij oog voor de hele mensheid, een wereldwijde horizon-. En zo komt in zijn Evangelie heel bij zonder dit nieuwe naar voren, dat Je zus ons bracht, het nieuwe Verbond en het ontstaan van het nieuwe volk Gods. waarin niet langer één enkel volk in een beperkt gebied is uitverkoren, maar de roepstem Gods naar heel de wereld uitgaat, zodat de Wereldkerk het werk wordt van de Heiland der wereld. Wie ook maar oppervlakkig de gees telijke stromingen van deze tijd gevolgd heeft, voelt onmiddellijk aan van hoe veel betekenis het Lucas-evangelie daar om voor de moderne mens moet zijn. Gutzwiller leert ons die boodschap ver staan. Nogmaals: het is geen boek om in één ruk uit te lezen. Dat kan eenvoudig niet. Men moet het bladzijde voor blad zijde doornemen. Elke dag tien minuten, een kwartier, gedurende welke korte tijd men moet trachten alle drukte, on rust en gejaagdheid buiten te sluiten en de stilte te vinden, waarin alleen de stem van God te horen en te ver staan is. Het ware te wensen, dat zeer velen dit prachtige, rijke boek op deze manier zouden gaan gebruiken. Niemand zal er spijt van hebben en ieder zal toege ven, dat hij hierin juist datgene vindt, waarnaar hij al lang, zonder het te weten' verlangd en gezocht heeft. (Van onze correspondent in Bonn) BONN, donderdagavond De ministers-presidenten der tien Westduit.se deelstaten hebben zich van daag op hun periodieke vergadering ir de bondshoofdstad uitgesproken tegen de invoering van de particuliere com merciële TV. Zij spraken de vrees uit. dat daardoor de culturele kwaliteit dei programma's sterk zou verminderen en wezen op het voorbeeld van Engeland Zij hebben de wens uitgesproken om over deze aangelegenheid een onder houd te hebben met bondskanselier dr. Adenauer alvorens de Westduitse rege ring een besluit neemt ten aanzien van de reclametelevisie. Verzet tegen, de invoering van de par- I ticuliere commerciële TV is ook reeds I aangetekend door vertegenwoordigers i der beide kerken, de Deutsche Gewerk- i schaftsbund (de overkoepelende bonds-1 republikeinse vakorganisatie, waar- j bij zestien bonden met zes miljoen le-1 den zijn aangesloten), alsmede de West duitse omroepverenigingen. die wel voor de invoering van reclametelevisie zijn en deze ten dele reeds bedrijven (zoals de Beierse omroep en de zender „Vrij Berlijn"), doch hun TV-program- mamonopolie niet uit handen willen ge ven. De 1,1 miljoen bezitters van TV- toestellen (met een gemiddelde van 5 miljoen kijkers) dringen evenwel krach tig aan op invoering van een tweede programma in de lucht te brengen, pen, hetzij door een nieuwe particuliere organisatie, zodat zij niet de gehele avond afhankelijk zijn van het eenheids programma, dat over alle Westduitse TV-zenders wordt uitgestraald. Tech nisch is de invoering van zulk een twee de programma (met of zonder reclame) mogelijk. De vraag is slechts, of de ra dio-omroepen in staat zijn een tweede programma in de lucht te brengen Advertentie Te Bethlehem, een voorstadje van de Zwitserse hoofdstad Bern, gaat elk jaar vijftien dagen voor Kerstmis een speciaal postkantoortje open, waar men dan 50.000 poststukken ontvangt uit alle delen van de wereld, om gestempeld te worden met het speciale kerststempel, een gevleugelde engel, die op een hoorn blaast. Gefascineerd kijken kinderen naar de prachtige kerstkaarten uit vreemde streken (boven), die worden voorzien van Bethlehems poststempel. 15 steens /66.- ■hot meesterwerk" van Z lot AMSTERDAM, 20 dec. (V.U.) Docto raal econ. J. van der Meer, Rotterdam. Doctoraal scheikunde J. D. W. v. Voorst, Amsterdam. Doctoraal natuurkunde P. H. Broerse, Amstelveen. Kand. wis- en natuurk. E. Backer, Amsterdam; D. W. Traas, Kapelle-Biezelinge; G. J. Wil- lemsen, Amsterdam. De letterkundigen en hoogwaardig heidsbekleders, die in okto ber twee jaar geleden de Confe rentie over de Literaire Kritiek moch ten bijwonen in Den Haag en wel op instigatie van de Jan Campertstichting, waren wellicht op veel voorbereid, maar niet op hun eigen verwondering die, bij de niet-katholieken zeker, in zo iets als verbijstering overging, toen Jos Panhuysen zijn referaat over de func tie van de criticus had uitgesproken. Laat ons eerlijk zijn. na de andere lezingen die daar werden gehouden en die, op een enkele uitzondering na, van een behoorlijk gehalte waren, van vol doende via aangenaam tot interessant, maar die, nog net niet pijnlijk, nog eens weer de aandacht vestigden op het feit dat de Nederlander geen briljant- spreker-in-het-openbaar is en zeker niet die Nederlander die een lekebedie- naar van het woord mag worden ge noemd, had niemand verwacht dat Pan huysen de palm zou wegdragen voor welsprekendreid. Maar niet alleen voor welsprekendheid, de stemming, die door zijn woorden ontstond, wordt maar hoogst zelden in een vergaderzaal ge voeld. Soms, maar niet dikwijls, in een kerk. Voor het grootste deel van de aanwezigen, niet-katholiek, niet-ge- lovig, was het optreden van Jos Pan huysen een openbaring. Misschien dat zijn groot succes bij die gelegenheid ten overstaan van zijn col lega's hem heeft gestimuleerd, zodat hij voe'de meer tijd te moeten vin den voor het schrijven van zijn romans. Sedert zijn er enkele werken van zijn hand verschenen, die men niet meer kan voorbijgaan, zoals de critiek, zonder boosaardige opzet natuurlijk, maar uit achteloosheid, met zijn vroe ger werk jarenlang heeft gedaan. Nu gaat men rekening houden met deze auteur; zelfs in katholieke kring. In het nieuwe boek van Panhuysen staat een passage, die mij kenmerkend schijnt voor de bedoeling van veel van zijn werk. Maar liefde en huwelijk wor- j dt i overschat door heel veel mensen, vooral door mensen die romans schrij ven. Zij zijn niet zonder belang, dat ontken ik niet, maar haast van nog meer belang is, wat een mens dag in dag uit heeft te doen. Ik neem de vrijheid te menen, dat deze uitspraak uit Panhuysens hart gegrepen is. Zelfs al zijn liefde en huwelijk de hoofdmotieven van de ro man die „Wandel niet in water" heet. (Stols, Den Haag). Deze zinsnede moge een foute vertaling zijn van een uit lating van Rabelais, als titel voor een boek is zij een vondst. Het kernpunt Wat echter, behalve liefde en hu welijk, het allerbelangrijkste blijkt in d geschiedenis van Maan Houthalen, zo heet de hoofdpersoon die zijn le ven vertelt, is de daadwerkelijke be leving van het dogma van de ge meenschap der heiligen. De een kan iets voor de ander opknappen, daar wij allen één zijn in Christus. God laat ons, in Zijn grote welwillend heid en medelijden, met de mede mens soms geluk tegen ongeluk rui len, ziekte tegen gezondheid, hoop te gen wanhoop, zekerheid tegen twij fel. Hij staat soms toe, dat de ster ke mens het lijden van een zwakkere broeder overneemt. Hij heeft soms dood tegen leven ingeruild. Het kernpunt van „Wandel niet in water" is hetzelfde als dat van Gra ham Greenes toneelstuk „The Pot ting Shed", in het Nederlands ver toond onder de naam: „De Tuin- schuur" (Haagse Comedie) en van de aangrijpende roman .l'Agneau" (Het Lam) van Francois Mauriac. In „De Tuinschuur" biedt een gees telijke zijn geloof aan in ruil voor het leven van jijn neefje; in „Het Lam" is het Xavier, die zich opof fert opdat zijn vrienden gelukkig kunnen wórden. In „Wandel niet in Op oudejaarsavond gaat een langgekoesterde Eurovisiewens werkelijkheid worden. Dan zul len alle twaalf deelnemende landen aangesloten zijn om een programma-uitwisseling van tien landen te zien. Ieder van deze landen zal een kort eigen programma van onge veer zeven minuten inbren gen dat op zeer hoog niveau zal staan en tevens een geluk wens zal bevatten. Het gehele programma zal 75 minuten duren en het zal een weergaloze technische stunt zijn. Men doet het ech ter heus niet om de stunt al leen. Men wil ermee aanto nen dat een schakelprogram ma, zelfs in Europa met drie lijnenstelsels, mogelijk en ver antwoord is. Een voorproefje var* een schakelprogramma zagen wij in het voorjaar toen tweemaal een goochelwedstrijd Jo Vinqent op een glorieus moment. tussen Engeland en Nederland werd gehouden, waarbij de te genstanders in hun eigen land waren en de jury in Brussel huisde. Op oudejaarsavond gaat dat in het groot gebeuren. In 75 minuten zal men een reis door geheel Europa maken. De op te lossen moeilijkheden zijn niet gering, men is er dan ook al maanden mee bezig. Technisch middelpunt van de uitzending zal Brussel zijn. Van daaruit zullen de schakelingen geregeld worden. De grootste moeilijkheid vormt als steeds de „vertaling" van de verschil lende ltjnsystemen. Er zijn daar nu wel voortreffelijke vertalers voor, maar wanneer binnen enkele seconden van het ene systeem op het ande re wordt overgegaan, zijn er wel enige problemen. Zoals men weet heeft het Europese systeem 625 lijnen, Engeland heeft van voor de oorlog nog 465 lijnen en de Fransen heb ben een eigen systeem van 819 lijnen. Een Duits programma dat naar Frankrijk en naar En geland gaat moet dus twee maal vertaald worden. De produktie van het pro gramma is in handen van Francis Essex een bekend man van de B.B.C.-TV, die zich daarvoor al een paar maanden geleden naar Brus sel begeven heeft. Hij heeft de mogelijkheden in de verschil lende landen getoetst, alles wat men bieden wilde gekeurd en is tenslotte tot een complete lijst gekomen. In Nederland heeft hij nogal wat moeilijkhe den te overwinnen gehad. Men wilde hier Wim Sonneveld la ten optreden maar die vond de toegemeten tijd te kort voor een verantwoorde uitzending. Hij moest zes minuten vullen, omdat er van de toegewezen zeven minuten een minuut film afgaat. Later heeft men hem gevraagd een mimische bijdra ge in de vorm van een stom me film te maken. Dat wei- ELISABETH SCHWARZKOPF gerde hij omdat Conny Stuart en Albert Mol iets dergelijks op hun repertoire hebben staan. In plaats van Sonneveld zullen nu Conny Stuart en Al- bert Mol optreden in een num mer dat ze al eens eerder voor de TV brachten. Voor de Ne derlandse kijkers dus een her haling, voor de Europese ech ter niet. Er zal die avond wel het een en ander te zien zijn. Itahe brengt de grote zangeres Ma ria Callas, Frankrijk les Fre- res Jacques, Oostenrijk het Staatsoperaballet, Zwitserland een ijsshow enz, Deze week zal men Jo Vin cent kunnen horen in een van haar glorierijke creaties van voor de oorlog en op Eerste Kerstdag zal zij voor de tele visie zingen. Morgenmiddag zendt de AVRO n.l. de opna men uit van een uitvoering door het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Men gelberg van een uitvoering van de Vierde van Mahler, met als soliste Jo Vincent. Het is een opname van 9 november 1939 van de laatste uitvoering van dit werk door deze combinatie. De Vierde van Mahler dateert van 1900 en is een lyrisch op gewekt werk. Het is kleiner van omvang en ook de bezetting is beperkter dan gewoonlijk bij Mahler het geval is. De tekst is een Beiers volkslied dat oor spronkelijk „Der Himmel hangt vol Geigen" heette. Het werk genoot de voorkeur van Mengelberg, van Jo Vincent en... van het publiek. Het TV-debuut, van de ove rigens teruggetrokken levende zangeres, geschiedt vanuit de Grote Kerk in Gouda waar zij Kerstliederen zal zingen. De regisseur kan ons,dan meteen wat laten zien van de ramen van de Crabeths. Een van de grootste zange ressen van deze tijd, Elisabeth Schwarzkopf is beide Kertda- gen voor de Nederlandse radio te beluisteren. Op de avond van Eerste Kerstdag zingt zij, be geleid door Felix de Nobel, lie deren van Schubert en Richard Strauss. In de middag van Tweede Kerstdag zingt zij, be geleid door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, twee cantates van Bach en het stra lende „Exsultate Jubilate" van Mozart, haar lievelings componist. Elisabeth Schwarzkopf is geboren in Polen, n.l. in Jarot- schin, het vroegere Posen. Zij is thans 42 jaar. Haar oplei ding kreeg zij aan de Hoch- schule für Musik in Berlijn. Zij is een leerlinge van niemand minder dan Maria Ivogün. Zij maakte haar debuut in een mo delopvoering van een Mozart- opera in Salzburg. Haar grote carrière begon eigenlijk eerst na de oorlog. Zij heeft lang in de Scala in Milaan gezongen en maakte verscheidene grote tournees door de V.S. Thans is zij vast verbonden aan de Weense Staatsopera. Zij is ge huwd met Wolfgang Schneider- hahn, de beroemde violist, eer ste concertmeester van het Weens Philharmonisch Orkest. De opnamen van de beide con certen worden voor de Kerst dagen gemaakt. De zangeres zal met de Kerstdagen in We nen zijn. Na al de grote zangeressen nu iets over een zanger. Thom Keiling geniet grote bekend heid als de vertolker van Spaanse en Zuidamerikaanst volksliedjes, maar hij gaat thans bij de N.C.R.V. meewer ken in de serie „De Goede Boodschap". In deze program ma's wordt regelmatig in be knopte vorm het Evangelie verkondigd in een vreemde taal: Hongaars, Frans, Duits, enz. Vier maandagavonden worden deze uitzendingen nu in het Spaans gehouden. Thom Keiling zal daarbij Psalmen in deze taal zingen. Men heeft er nog even over gedacht dat Keiling zich, zoals gewoonlijk zelf op de guitaar zou begelei den. Maar men besloot toch maar dat hij bij een orgel zal zingen. THOM KELLING JOS PANHUYSEN water" zegt Leentje Houthalen, in het klooster Zuster Dymphna, tot God: dat zij de bekoring van de twij fel wil verdragen tot haar dood, als haar broer in Zijn genade zou ster ven. En zij gelooft dat God haar heeft ve. ..oord. En dat, terwijl haar broer zelfmoord heeft gepleegd en haar dat enige tijd tevoren is komen aankondigen, nadat hij zijn zuster in veertien jaren niet heeft gezien. Hier nu raken we aan de uitvoe ring van Panhuy~ens zeer boeiende opzet. En hier ook stuiten we op vele bezwaren tegen de wijze, waarop hij gemeend heeft zijn verhaal te moeten vertellen. Er zijn grote schrijvers geweest, die in hun drift om mee te delen, zich nauwelijks bekommerden om de wijze, waarop zij de medemens deelgenoot maakten van hun spirituele belevenis sen, hoogstandjes en kronkelingen. Dos- tojefski is het mooiste voorbeeld van een uiterst slordig schrijver; Balzac, altijd één oog gericht op zijn beurs die gevulder werd naarmate hij meer re gels schreef, putte zich uit in klakke loze beschrijvingen van zaken, die niet of nauwelijks met de intrige van de roman, waaraan hij op dat ogenblik bezig was, te maken hadden. Andere auteurs hineininterpretieren zoveel in hun opgeschreven woorden, dat het voor de onschuldige lezer heel moei lijk wordt hun gedachtensprongen te volgen en hun bedoelingen na te voe len of te raden. Alles in hun drift om, zo spoedig mogelijk, het verhaal de le zer voor te leggen. Te haastig Het komt mij voor, dat Panhuysen in lit laatste boek te haastig is ge weest. De wijze waarop hij het ver haal in een door hem gekozen kader plaatst, om het zacht te zeggen, is alleronbeholpenst. Hij laat Zuster Dymphna het verhaal, dat haar broer haar gedaan heeft nog eens overver tellen aan de Moederoverste. En dan met de woorden van de broer. Afge zien van de onmogelijkheid daarvan, breekt Panhuysen op gegeven momen ten de geschiedenis af om de lezer, die de woorden van de broer, Maan Houthalen, min of meer gespannen volgt, de reacties van Eerwaarde Moe der en Eerwaarde Zuster te berichten. Het bezwaar dat ik bij een vorige gelegenheid tegen Panhuysens manier van werken in een roman mocht te berde brengen, wordt hier in over wegende mate gevoeld: hij neemt een voudig de moeite niet de gesproken taal van zijn sujetten zo te nuanceren, dat ieder van dezen in een eigen idioom spreekt. Ze praten allemaal als Pan huysen: de Moederoverste, de Zuster, de broer en al zijn vrouwen. Terwijl hij er dan soms de zuster laat bijvoegen, dat zij de taal van haar broer enigs zins heeft verzacht. Het komt mij voor, dat dit weigeren om de dramatische nuances van de dialoog rechtens uit te buiten, berust op een bepaalde laks heid bij de auteur, want ik kan me niet voorstellen, dat een zo intelligent man als hij, indien hij zich de moei te getroostte, niet een betere vorm zou kunnen vinden om de belangrijke inhoud meer tot zijn recht te doen komen. Zjjn taal V ook dikwijls zeer wonder lijk, maar ik weet niet goed of dit niet een poging is om dialect te schrij ven. „Je zoudt", „Daar zie je misschien van op" i.p.v. kijkt, wat ieder gewoon mens zegt, het vaak gebruiken van het germanisme „beduidend", rangschik ik onder de slordigheden die Panhuy sen met een tikje meer aandacht voor zijn schrijfsel gemakkelijk zou kunnen vermijden. Maar dat zijn per slot van rekening niet anders dan uiterlijke fei len. „Zakenprol" Veel belangrijker lijkt mij het feit, dat de auteur er, wat mij betreft, niet in geslaagd is, de persoon van Maan Houthalen te doe leven in zijn boek, zoals hij voor het oog van Panhuysen moet hebben geleefd. Als ik het op recht zeggen moet, dan rijst aan het eind van het boek het beeld voor mij op van een ontzaglijke zakenprol, qui prend son bien oü il le trouve en wiens geloofsbezwaren dezelfde zijn als die van veel verlate (niet verlaten) pu bers. Het zal niet voor niets geweest AMSTERDAM. 20 dec. Kand eco nomie G. Bouwkamp, Arnhem. W. de Waard, Driehuis. W. van de Veen. Zwol- W. van Vuuren, Vijfhuizen Tj. de Tong, Burgwerd. S. Telkamp. Utrecht. Kand. Semitische letteren Tj. Baarda, Viifhuizen. AMSTERDAM, 20 dec. Gepromo veerd tot doctor in de economische we tenschappen. op het proefschrift ..aard "n taak van de monetaire politiek", de heer J. G. Knol te Katwijk. AMSTERDAM. 20 dec. Bevorderd tet doctor in de geneeskunde op proef schrift getiteld: „Trombelastografie" de heer J. Vreeken, geb. te Amsterdam en op proefschrift getiteld: ..Over ablotio mammae" de heer R- J. Scholtmeijer, geb te Soest. Kand. kunstgeschiedenis mei C. Schul- ting en met lof F. Th. Gribling (Am sterdam). doet. rechtsgeleerdheid mei C. W. F. Holtkamp (Amsterdam), doet. economie P. Molenaar (Middelie). Examen M.O. Spaans: mej. M. E. Bestebreurtje (Rotterdam) en mevr. J. C. I. Römer-de Vreese (Amsterdam). 's GRAVENHAGE: Aan de r-k. School voor Maatschappelijk Werk behaalden het .diploma maatschappelijk werk, met de aantekening Algemene Maatschap pelijke Zorg: L. van den Broek, Delft; G Lockefeer, Hulst; J. Schrama. Voor schoten; W. Schrijnen. Den Haag; C. van der Sprong. Gouda: en M. Verbeek, Schiedam. Met de aantekening Kinder bescherming: L. van Blijswijk, Sche- veningen; W. van Dijck, Voorburg; A. Schrama-Willems, Utrecht, en D. Simo- nis, Lisse. GRONINGEN, 20 dec. Artsexa men le ged.: mej. G. E. Sennema, Amers foort, O. H. van Persijn van Meerten, Den Haag. J. M. Minderhoud, Zwolle, A. Sanders, Assen. Bevorderd tot arts: mej. J. Gorter, H. G. D. Bouma, H. Wesseling, allen te Groningen, R. Coppes, Enschede, W. A. Tanoy, Eindhoven. UTRECHT, 20 dec. Aan de Rijks universiteit te Utrecht is mej. Huang Sung-k'Ang, geboren te Peking (China) wonende te Cambridge (Engeland) ge promoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, op een proefschrift, getiteld: „Lu Hsün and the new culture movement of modern China". Mej. Huang Sung k'Ang, lector aan de universiteit te Cambridge geeft, voor het eerst, een levensbeschrijving en de ontwikkelingsgang van de Chinese na tionalistische auteur Lu Hsün (1881- 1936), een der grote leidende figuren in de nieuwe culturele beweging die aanmerkelijk tot de culturele en poli tieke ontwikkeling van China in de laatste decenniën heeft bijgedragen. Promotor was prof. dr. J. Gonda. Advertentie Uitzending elke zaterdagavond 9*4B uur, over Hilversum II (298 m.). Schrijf in elk der tien vakjes een 1 ef 1 of 3. Optellen. Plak dit formulier op ge frankeerde briefkaart met 50 cent extra porto op adreszijde. Inzenden aant Klaver Vier, Hilversum. Eén oplossing per kaart. Wekell|ks pr!|zen tot oen m mam totale waarde v. minstens IU.UUU.* Alle ciffer» opgeteld i Radio-actie in samenwerking met en ten bate van St.„Prins Bernhardfonds", St. „Het Nederl. Blindenwezen", Ned. Ver. Sociale Zorg voor Mlnder-Validen „AVO" en St. Ned. Org. voor Intern. Bijstand". Goed- ekeurd bij best. v.d. Min. v. Justitie d.d. 8-1957 no. 1026/257. zijn, dat Panhuysen hem nakroost heeft ontzegd en dat Maan's moeder van hem beweert: Maan is zo koud als een vis; Maan heeft geen hart. Dat is waar schijnlijk niet waar. Zijn eerste liai son, hoe lichamelijk ook gericht, is voor hem kennelijk de grote liefde ge weest. De volgende waren alleen maar slechte reprises, zoals men in toneel kringen pleegt te zeggen. Ook het beheersen en leiden van mensen, de staatsmanskunst, die de Hei lige Thomas van Aquino de voornaam ste kunst noemde, wordt, als Maan Houthalen zich daarop gaat toeleggen, of liever waar hij zich, volgens Pan huysen, het meest toe voelt aangetrok ken, in dit boek slechts gepractiseerd in de vorm van het slimmer zijn dan andere zakenlieden. Al vorderend in het boek, hoopte ik dat Maan Houthalen op wereldlijk, stoffelijk, lichamelijk plan, /te evenknie moest verbeelden van zijn spiritueel gerichte zuster. Dat zijn extases in het lijf, de hare in de geest zouden evenaren. Dat hU op dat andere plan evenzeer zou vrijgemaakt worden van het Zelf als de klooster zuster. Maar noch Maan, noch Leen tje, zijn van die portuur. En dat is ze ker ook niet 's schrijvers bedoeling ce- weest. Men mag een auteur geen ver wijt maken van een teleurgestelde ver wachting. Panhuysen heeft dat pro bleem niet willen geven. Maar de vraag blijft: wat heeft hij dan wel willen ge ven? Een andere parallel tussen zus ter en broer? Welke dan? Is dit boek een illustratie van de tekst: Sommigen zijn uitverkoren ten leven en sommigen zün uitverkoren ter dood, de laatsten verhard' de Heer? Wil Zuster Dymphna deze verschrikkelijke uitspraak bezwe- .ren door haar plaatsvervangend lijden? Heeft zij zich door de werkelijke lief de tot haar broer met één sprong kun nen wagen in het gebied der grote hei ligen en grote, kleine zielen als de „kleine" Theresia er een was? Voortreffelijke passages Na het overwegen van deze kardina le vragen heeft het geen zin meer te wijzen op de voortreffelijke passages van persoonsbeschrijving, die in dit boek voorkomen. Van de waarlijk uit stekende karakteristiek die Panhuysen geeft zowel van Maan's eerste liefde Tine Lamein, als van Dolf Grobbe- van Weert, een volkomen zuiver ge- etst portret van de student uit betere kringen; van raak gevonden uitdruk kingen zoals; geleend-eigenwijs. Iedereen weet dat wat Panhuysen schrijft, het overdenken waard is. Maar met dat al, meen ik, dat toen hij „Wan del niet in water" begon te compone ren, hem zelf niet geheel en al duide lijk moet zijn geweest, welke opgaven hij Maan Houthalen en zijn zuster had toe te delen. Het kan ook zijn, dat hij dat wel wist, maar dat hij zich deze maal vergist heeft in het perceptiever mogen van zijn aandachtige lezers en bewonderaars, waaronder ik mij sedert jaren met vreugde geschaard heb. Dat het, niettegenstaande alle 'opge worpen vragen, zeer zeker de moeite waard is „Wandel niet in water" te lezen en te bezitten blijft buiten kijf, en is, naar ik hoop, ook uit deze re gels duidelijk geworden. J. W. HOFSTRA.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 11