Bisschoppen vragen hogere bijdragen Bouwfondsen kunnen nieuwbouw niet I C ff geheel financieren Vindingrijke Wat er van het bouwplan tenslotte overbleef... Subsidie van overheid uiterst belangrijk op kerkenbouw/ Soms f 1000.- per zitplaats Gelovigen betaal den zelf de bouw Kerkenbouwplan 1958-1962 bouwpastoors Commentaar j Kerk in Utrecht Gemeente subsidieerde Uw kerk DINSDAG 24 DECEMBER 1957 PAGINA 12 IN VIJF JAAR 170 KERKEN NODIG ■w7 r moeten in de komende vijf jaren niet minder dan fr ITO nieuwe kerken gebouwd worden, met in totaal 127.000 zitplaatsen. De zeven bisdommen hebben het ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid een urgentielijst gezonden, waaraan wij bovenstaande getallen ontlenen. Met de bouw van deze kerken zal acer globaal geschat een bedrag van 80 millioen gulden gemoeid zijn. Wanneer het voor 1958 toegezegde bouwvolume inderdaad gehonoreerd wordt, zal volgend jaar een bedrag van 11 millioen gulden met de bouw van katholieke kerken gemoeid zijn; in de hierop volgende jaren nog aanzienlijk meer. Enige bisschoppen hebben in de afgelopen maanden reeds een beroep op hun diocesanen gedaan om hun bijdragen voor de kerkenbouw te verhogen. Volgens ruwe schatting hebben de collecten in 1956 voor dit doel in alle bisdommen tezamen 4 a 5 millioen gulden opgebracht. Hoewel de opbrengst dit jaar vermoedelijk hoger zal zijn dan in 1956 in het bisdom Haarlem b.v. wordt een stijging van 10% verwacht moet het onwaarschijnlijk geacht worden, dat het bedrag in de komende jaren zodanig zal stijgen, dat in de behoefte aan financiën voor de kerkenbouw kan worden voorzien. In dit verband ts het opmerkelijk, dat het aartsbisdom Utrecht twee maanden geleden overging tot het uitschrijven van een kerken- bouwlening. In het bisdom Rotterdam zo vernemen wij wordt deze mogelijkheid eveneens overwogen. De N.V. Limburgse Kerkelijke Credietbank, die overigens los staat van het bisdom Roermond, gaat ten behoeve van de kerkenbouw een obligatielening a 5% uitgeven. Het is niet uitgesloten, dat ook andere bisdommen hiertoe zullen overgaan. De bisschop van Groningen heeft onlangs zijn diocesanen gevraagd, hun spaar gelden tegen billijke rente als lening aan het bisdom beschikbaar te stellen. Dat hef uitschreven van leningen een s- noodsprong moet zijn, waartoe slechts f besloten wordt, nadat alle andere mo gelijkheden om de kerkenbouw te fi nancieren onvoldoende zijn gebleken, wordt duidelyk wanneer men zich rea liseert, dat het aartsbisdom over 25 jaar de lening bedraagt 2 millioen gulden tegen 6 pet.; na vijf jaar zal in twintig gelijke termijnen worden af gelost met minder dan 1.860.000 eul- d«" fa" rente betaald zal hebben Het behoeft nauwelijks betoog, dat het aartsbisdom hiermede een zeer zwa re last op zich heeft genomen. De aarts bisschop rekent er dan ook op - ge- oktoher 0iQS7er<leJli''k schrijven van 13 de bÜzondere druk- it én dat rt»ef UW yan ^delijke aard f de lening kan worden afge- ioL f tijdelijke hoogtepunt in T^?,U,WactlV!teit:' voorbij zal zijn. «antam™ bet in de aanhef genoemde a- ni?.t meer dan een prog- r*?10. !aarHiks herzien moet wor- 2^1 Hernaaldelijk publiceren de bis- ^I?eu,JJieuwe Planningen, waarbij veelal blijkt, dat oudere cijfers door s grotere achterhaald worden. De Kerkenbouw loopt voor een groot deel ■f met stadsuitbreidingen, ont wikkeling van nieuwe industriegebie den migratie enz., welke projecten in de Joop der jaren wel eens gewijzigd worden. Desondanks kunnen wel enige ge bieden worden aangewezen, waar de behoefte aan nieuwe kerken kennelijk het hoogst is. Men denke b.v. aan de uitbreiding van onze grote steden, vooral van Rotterdam, maar ook van Amsterdam en niet minder van Den Haag, dat een complete satellietstad wil bouwen. Voorts is er het IJmond- gebied, waar zich in enkele jaren ^n geheel nieuwe samenleving ont wikkelt. In het aartsbisdom vraagt vooral de Veluwezoom plaatsen, Zoals het worden moest volgens de architect. Zoals het geworden is en voorlopigblijven zal. J~\ e nieuwste katholieke kerk in Nederland werd donderdag 19 december l.t. geconsacreerd. Het is de parochiekerk van Onze Lieve Vrouw van 9 Lourdes in Slotermeer, aan de uiterste bebouwde westgrens van Amsterdam, waar lijn 13 met slechts een kale vlakte vóór zich een bocht maakt om naar de stad terug te keren. De kerk wijkt in zover re van het door de architect, prof. ir. M. J. Granpré Molière, gemaakte plan (zie de foto van de maquette) af, dat de toren achterwege is gebleven. Het kerkgbouw, met pastorie, sacristie en een zaaltje, werd gebouwd voor 800.000 gulden, grondkosten en inventaris niet meegerekend. De toren zou nog eens een bedrag van 106.000 gulden gevraagd hebben, tot welke krachtsinspan ning de toch reeds platte portemonnaie van pastoor L. J. Nijs niet in staat was. Voorlopig komt er dus geen toren. Ook bouwpastoors moeten blijkbaar hun bestedingen beperken, al hoopt de pastoor, dat het a.s. Lourdesjaar hem enig geld in het zakje brengen zal om t.z.t. de toren alsnog te bouwen en daardoor de straks in een zee van hoge huizen wegzinkende kerk iets monu mentaals te geven. waar sedert de Reformatie vril. hen gbestaéat?10U'ike concenVaties heb- léifoo hifrWn ~r gr0- e aan(ïacht. Het jonge bisdom Groningen, dat meteen relatief zeer klein aantal katholieken slechts over zeer bescheiden midde" len beschikt, staat voor schiinhaJl onoverkomelijke moeilijkheden" al dus mgr. Nierman in het herderlijk schrijven van 16 november l.i. Voor zover dit uit de beschikbare ge gevens valt op te maken, is de situa tie in de drie zuidelijke bisdommen min der gespannen dan in het noorden, al vraagt de toenemende industrialisatie van Noord-Brabant een groot aantal nieuwe kerken, evenals de sterk groei ende industrie-bevolking in Zuid-Lim burg. Collecte-opbrengst omhoog In de vier noordelijke bisdommen is de nood het hoogst. De bisschoppen spreken er over in niet mis te ver stane termen. De bisschop van Rotter dam wees bij de installatie van het Fonds Kerkenbouw voor zijn bisdom, enige maand m geleden, op de „enorme behoefte aan nieuwe kerken, scholen en verenigingsgebouwen". Mgr. Al- frink deed onlangs een dringend beroep op de pastoors om de opbrengst van de kerkenbouw-collecte te verhogen; tot 1970 is in het aartsbisdom een be drag van 18 millioen gulden nodig, het geen betekent, dat zelfs wanneer men rekent op 25 pet. overheidssubsidie er jaarlijks meer dan een mill, gulden op gebracht moet worden; de jaarlijkse opbrengst bedraagt momenteel 800.000 gulden. De bisschop van Haarlem voor ziet wanneer de opbrengst van de collecte niet stijgt en er geen steun van overheidswege wordt verleend medio 1958 een tekort van 900.000 gul- V0i0r ,de vier thans in aanbouw zonde kerken. mento^ aartsbisdom Utrecht zijn mo- dnde var, n in aanhouw; vóór het einde van 1958 zal met de bouw van 660 PENSIOENFONDS -- 580 590 4 560 -■ JULI LOON 500 OCT. 6»). LOO JAN. b'U LOON OCT. 3*/. LOON EINDE KOREA 380 -- BEGIN KOREA De financiële lasten van de kerkenbouw worden elk jaar zwaarder mede door de stijging van de bouwkosten in Nederland. In 1957 bearoegen deze kosten het zesvoudige van de bouwkosten in 1935 (100 ,c)binds 1946 (280%) zijn de bouwkosten meer dan verdubbeld, zoals bijgaande grafiek in beeld brengt. In het aartsbisdom worden thans de bouwkosten op ƒ680,— per zit- plaa s gesteld, de grondkosten niet inbegrepen. In het westen des lands moeten de kosten per zitplaats zelfs op f900,— a f 1.000,— gesteld worden wegens ae bodemgesteldheid, die bijna in alle gevallen kostbaar heien noodzakelijk maakt. De gemiddelde prijs van de kerken, die thans in het bisdom Ha.arlem m aanbouw zijn, moet met inbegrip van de grondkosten, de inrichting van de kerk en het honorarium van de architect op bijna een miljoen gulden per stuk geschat worden. In het bisdom Den Bosch worden thans ook kerken gebouwd, die on geveer een miljoen gulden kosten. De bouw is er weliswaar goedkoper dan in het westen des lands, maar het Brabantse bisdom boutot over het algemeen grotere kerken, die veelal 1.200 zitplaatsen bevatten. nog 6 kerken begonnen moeten worden; daarna zullen er t.m. 1970 vermoe delijk nog 50 gebouwd moeten worden. Het bisdom Rotterdam heeft begroot, dat er tot 1967 tenminste 52 nieuwe kerken en 18 noodkerken gebouwd zul len moeten worden. In het bisdom Haar lem zijn de eerstvolgende tien jaren minstens 40 nieuwe kerken nodig, waar van 10 in de stad Amsterdam. Be halve de 12 nieuwe kerken met pasto rieën, die het bisdom Groningen t.m. 1962 moet bouwen, staan er ook nog 5 uitbreidingen op het programma. Tot de nieuwbouw behoren 6 kerken in de N.O. polder, die eind 1960 althans moeten zijn aanbesteed, omdat dan de gunstige subsidieregeling (40 pet.) ver valt. Volgend jaar zal het bisdom Gro ningen 1.250.000 gulden nodig hebben, daarna tot 1962 nog 1.850.000 gulden, terwijl de jaarlijkse opbrengst van de kerkenbouwcollecte thans 130.000 gul den bedraagt. In het bisdom Rotterdam wordt mo menteel gewerkt aan een geheel nieuwe opzet van de financiering van nieuwe kerken. In het bisdom Breda, dat geen speciale kerkenbouwcollecte kent uit de opbrengst van de „bijzondere noden" moeten ook andere diocesane uitgaven bestreden worden zijn 4 kerken in aanbouw, waarvan 2 op de Zeeuwse eilanden. Dit nieuwe deel van het bisdom, dat van het oude bis dom Haarlem werd afgescheiden, brengt extra zorgen mee, omdat de gemeenten geen subsidie verlenen, zo als in Noord-Brabant usance is. In het bisdom Den Bosch zijn 4 kerken in aanbouw. Zwaartepunt bij bisdom De financiering van de kerkenbouw in Nederland is een bijzonder ingewik kelde zaak, vooral omdat de gang van zaken in de verschillende bisdom men onderling vrij sterk uiteenloopt, al naargelang de financiële mogelijk heden. In alle gevallen ligt het zwaar tepunt echter bij de financiering door het betrokken bisdom uit de verzamel de opbrengst van de parochiële kerken- bouwcollecten, die over het algemeen echter onvoldoende zijn. In het bisdom Roermond werd na de oorlog een speciale huis-aan- huis-collecte ingesteld (1 pet. van het inkomen), die in vijf jaar 6.500.000 gulder opbracht. Daarna volgde een kwartjesactie, die gemiddeld 18 cent per week per gezin opbracht, waar door in vijf jaar 5.500.000 gulden bin nenkwam. Sinds 1955 wordt het ini tiatief aan de pastoors zelf overge laten en legt de bisschop de paro chies eenvoudig een aanslag op, die zij jaarlijks voor de kerkenbouw moe ten betalen en die 800.000 gulden per jaar opbrengt. Uit dit fonds ontvan gen de bouwpastoors een bedrag a fonds perdu, zoals ook in bepaalde gevallen in de andere bisdommen het geval is. De grootte van deze bijdrage, uitge drukt in percentages van de totale stich- tingskosten, lopen in de verschillende bisdommen nogal uiteen en zijn o.m. ook afhankelijk van andere bronnen, zoals de „dos" van de moederparochie, waarvan de nieuwe parochie is afge scheiden, eventuele reeds bestaande fondsen, de financiële draagkracht van de nieuwe parochianen en in het zuiden des lands de subsidies. In Noord-Brabant en Limburg wordt de kerkenbouw door de gemeenten ge woonlijk gesubsidieerd met 20 pet. In Limburg geeft bovendien de provincie een subsidie, terwijl de mijnen ook de staatsmijnen en enkele andere grote bedrijven eveneens een bijdrage verlenen. Over het algemeen wordt in de fi nanciering zodanig voorzien, dat er voor de nieuwe parochie niet meer dan 25 a 30 pet. van de stichtings- kosten overblijft, omdat zij anders te zwaar belast zou worden met jaar lijkse rente en aflossing. De meeste nieuwe kerken worden ge bouwd in nieuwe wijken, dus temidden van nieuwe woningen, die uiteraard voor het merendeel aan jonge gezin nen worden toegewezen. Deze situatie biedt de pastoor vele mogelijkheden bij de opbouw van zijn parochiegemeen schap. De jonge mensen, niet zwaar belast met overleefde tradities, zijn over het algemeen graag bereid, nieu we vormen te accepteren, ook nieuwe financieringssystemen Maar de jonge gezinnen met eer groeiend kindertal kunnen over het algemeen slechts be scheiden bijdragen aan hun parochie kerk geven. Zware verplichting Het gevolg is dan ook, dat vele jon ge parochies nauwelijks of niet in staat zijn, aan hun verplichtingen te voldoen. Er zijn reeds gevallen bekend van ka pelaans, die nadat zij door hun bis schop gepolst waren bedankten voor de eer om bouwpastoor te worden. Zij wachten liever nog enige jaren op een reeds bestaande pastoorsplaats dan zich in een op te richten parochie onder de financiële zorgen te begraven. intussen ziet het er niet naar uit, dat de bisdommen in staat zullen zijn, de bijdragen aan nieuw te bouwen kerken aanzienlijk te verhogen, ook niet wanneer de collecte-opbrengsten nog zouden stijgen. In de algelopen tien jaren werden in de zeven bisdommen ongeveer 180 nieuwe kerken gebouwd; in de komen de vijf jaren zullen het er buna even veel zijn, terwijl thans niet meer zoals in vele gevallen in de eerste ja ren na de bevrijding op een uit kering wegens oorlogsschade gere kend kan worden. Bovendien zijn hier en daar bestaande oude fondsen uit geput. Wanneer niet op andere wijze in de finanaiering wordt voorzien, moet ge vreesd worden, dat het kerkenbouwpro- gramma in de komende jaren niet ver wezenlijkt kan worden. Rijkssubsidie voorgesteld Tegen deze achtergrond moet het rap port over de regeling van bijdragen aan de kerkenbouw van de commis sie-Sassen gezien worden, waarin wordt vastgesteld, „dat de Kerken in de ko mende jaren met uiterste krachtsin- panning zeker niet meer dan twee derde gedeelte der benodigde gelden zullen kunnen bijeenbrengen" en dat de bijdragebehoefte dus 1/3 van de stichtingskosten van nieuwe kerken be draagt. Echter ook andere omstandigheden overwegend, heeft de commissie zoals bekend geadviseerd, voor de eerstvolgende tien jaren een rijkssub sidie van 25 pet. van de wettelijke stichtingskosten van kerkgebouwen, bijgebouwen en pastorieën te verle nen; de werkelijke kosten liggen 10 a 15 pet, hoger dan hetgeen de com missie volgens objectieve normen „wettelijke stichtingskosten" noemt. In het voorontwerp van wet, dat de commissie heeft opgesteld, is een arti kel opgenomen, dat de eventuele sub sidies van provincie of gemeente be perkt. Deze lagere organen zouden slechts kunnen bijdragen in de stich tingskosten „indien en voor zover deze kosten veroorzaakt worden door bijzon dere eisen of verlangens door of van wege de provincie of gemeente gesteld of geuit en zij bij de vaststelling van de wettelijke stichtingskosten en de bij drage (van het rijk) niet reeds in aan merking zijn genomen". Vooral in de zuidelijke bisdommen ontmoet dit artikel bezwaren, omdat de voorgestelde rijkssubsidie nauwe lijks meer zou zijn dan een verschui ving van de subsidiebron van de ge meente (en in Limburg ook de provin cie) naar het rijk en dus geen ver mindering van de lasten zou betekenen. In Limburg bedraagt de totale subsidie van provincie, gemeente en (staats) mijnen meer dan 25 pet. Het is de vraag of bovenstaand artikel in het voorontwerp van wet ruim genoeg ge ïnterpreteerd kan worden om naast de rijkssubsidie ook nog bijdragen van althans de gemeenten mogelijk te ma ken. Vervanging en uitbreiding Belangrijk is, dat de commissie heeft Een van de nieuwste kerken in het aartsbisdom is de parochiekerk van de H. Jacobus te Utrecht, ge bouwd in het uitbreidingsplan Zuilen en 6 oktober 1.1. geconsacreerd. Het kerk gebouw (1.000 zitplaatsen) met sacris tie en pastorie heeft 650.000,- gekost, grondkosten en inrichting van de kerk inbegrepen. Bouwpastoor A. van Bekkum heeft voor de financiering van deze kerk geen bijdrage ontvangen uit het bisschoppe lijk bouwfonds. In de plaats hiervan is gedurende vier jaar de opbrengst van de kerkenbouwcollecte in alle parochies van de stad Utrecht voor de bouw van de Jacobuskerk bestemd geworden. De katholieken van Utrecht hebben dus de bouw van een nieuwe kerk in hun eigen stad zelf althans gedeeltelijk ge financierd. De gemeenteraad van Utrecht een van de weinige boven de grote rivieren heelt voor de bouw een subsidie van 73.000,- verleend. De betreffende sub sidieverordening waarin kerkgebou wen en gebouwen voor bezinningssa- menkomsten op één lijn worden gesteld voorziet in een bijdrage van 20 pet van de stichtingskosten (zonder pasto rie) tot een maximum van 75.000,-. voorgesteld, met de stichting van een kerkgebouw geiijk te stellen: „a. de vervanging van een kerk, die om bouw technische redenen voor de uitoefening van de openbare eredienst niet meer gebruikt kan worden of waarvan de noodzakelijke uitbreiding uitgesloten is; b. de uitbreiding van een bestaande kerk, waardoor het aantal zitplaatsen tenminste wordt verdubbeld". De belangrijkheid van dit voorstel is gelegen in de omstandigheid, dat een groot deel van het kerkenbezit ver ouderd is. Vooral boven de grote ri vieren dateren zeer veel kerken uit de tweede helft van de vorige eeuw (na het herstel van de bisschoppe lijke hiërarchie), waarvan een aantal niet meer aan redelijk te stellen eisen voldoet; zij zijn veelal te klein en verke ren in slechte staat. „i Daarnaast blijven er echter n0?J-rn gevallen over, waarin het voorom van wet niet voorziet: kerken, m der (aanzienlijke', uitbreiding d S restauratie behoeven. Een gev Vlaardmgen waar de «ei te en vervangen moest w° hoort gelukkig tot de "^zonderingen. Veel talrijker zijn de £ev ®rn" stige verzakkingen ®-d- bedrag te Leiderdorp waar0"i 7ijn Van enkele tonnen gemoe J In de komende jaren zal behalve de nieuwbouw van kerken ook het onderhoud van bestaande kerken gro te bedragen eisen, waardoor de to tale lasten aanzienlijk verzwaard zul len worden. Bij het maken van prog noses over de financiële behoeften zal ook met dit toenemend verschijnsel rekening gehouden moeten worden. NIC. SCHRAMA. Bisdom Den Bosch Roermond Rotterdam Utrecht Haarlem Breda Groningen Totaal Aantal kerken 37 36 31 27 17 10 12 170 Aantal zitplaatsen 35.850 24.400 22.000 18.500 13.560 8.100 4.700 127.110 Percentage van aantal zitplaatsen 28,2 19.2 17.3 14,5 10,7 6,4 3,7 100,0 Bovenstaande lijst van urgente kerken is opgesteld door de Interdiocesane commissie van overleg inzake de wederopbouw van r.-k. kerken en kerke lijke gebouwen te 's-Hertogenbosch en toegezonden aan het ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, dat jaarlijks een bepaald bouwvoluwe voor de kerken vaststelt en verdeelt. Voor 1958 is het bouwvolume bepaald op 23 miljoen gulden. Na aftrek van 3 mil joen gulden voor kleinere objecten blijft er 20 miljoen gulden over voor ver deling onder de diverse kerkgenootschappen, waarvan het rooms-katholiek kerk genootschap 11 miljoen gulden aan bouwvolume ontvangt. Genoemde commissie adviseert het ministerie over de verdeling van dit bouwvolume onder de zeven bisdommen. Wanneer een of meer bisdommen wegens financiële moeilijkheden niet in staat zijn het toegewezen bouwvolume voor een bepaald jaar geheel te gebruiken, be staat de mogelijkheid, dat een of meer andere bisdommen de rest overnemen. Eventueel niet gebruikt bouwvolume kan namelijk niet tot een volgend jaar bewaard worden. Het voor 1958 aan de bisdommen toegewezen bouwvolume is kleiner dan 20% van het totale bouwvolume, dat voor bovenstaand vijfjaren-plan nodig zal zijn. Om dus t.m. 1962 de 170 urgente kerken te kunnen bouwen, zal in de jaren na 1958 een hoger bouwvolume nodig zijn. Hoewel de bisdommen naar ver mogen bijdragen in de bouwkosten van een nieuwe kerk, staat in veis gevallen de bouwpastoor voor ae niet benijdenswaardige opgave, het ontbrekende bedrag voor zover dit niet door een lening gedekt kan worden bijeen te brengen. Een vindingrijke bouwpastoor te Voorburg organiseerde voor dit do®' een zeer geslaagde autorallye. De bouwpastoor van Echt (L.) heeft een kinderlijk eenvoudige rebus de we reld ingestuurd, waarvan de oplossing met bijplakking van twee kwartjes of een gulden IJlllk YOOr aan postzegels-- kans biedt een auto, scooter of TV-toestel. De bouwpastoor van Schinveld gooit zelfs een woonhuis tegen zijn „atoomloterij" aan en voor de nieuwe kerk van Cadier en Keer is aansluiting gezocht bij de moderns puzzle-rage, met kolommetjes invul' len voor een kwartje, waarmee het lieve bedrag van 53.000 gulden te winnen viel. Een bouwpastoor in Nijmegen gooide het over een andere boeg richtte een broederschap „Sint ChristoffeV' op om de veiligheid oP de weg te bevorderen en het fonas voor zijn kerkenbouw aan contanten te helpen. Zelfs in de Vara-bode ont moet men advertenties van kerken- bouwloterijen. Een Brabantse bouw pastoor verkoopt foto's van m9r' Bekkers, die na de bisschopswijding zijn eerste zegen geeft aan zijn Brabantse dracht geklede moeder. Een andere Brabantse bouwpastoor nodw wekelijks de meest succesvolle col lectant van zijn bouwfonds uit, ov zijn moeder op het eten te komen. Dit zijn slechts enkele willekeurig voorbeelden uit het eigen land. 1" fa+ijs duikt een bouwpastoor, teP Jrf'peve van zün nieuwe kerk. regel' de f van een hoge stellage soort&e- Zover is ^Ifs de me#1 'noa niet bouwpastoor ir Nederland is veel dt°el0aan- Maar wie weet water te onzent. T~\e Nederlandse bisdommen J voor de steeds zwaardere /.nt- kerken te bouwen in sta'0' breidingen en nieuwe concentraties katholieken. Zoals de laatste maat1 r steeds duidelijker gebleken is - en a het rapport van de commissie-Sas wordt bevestigd - verkeren de hisdo men, evenals trouwens de overige pc genootschappen, in de onmogelijk™ de noodzakelijke kerlzenbouw te ftn eieren. Wanneer het aartsbisdom lening uitschrijft, welk bedrag na jaar bijna tweemaal moet zijn terug taala, moet de nood wel hoog zijn. Reeds meermalen is van bisschap pelijke zijde de kerkenbouw als meest urgente probleem in de Ul° derm zielzorg gekwalificeerd. Wanne1 men tegen deze achtergrond de, to/ iswaar enorme, bedragen ziet, <U* eerstvolgende jaren met de kerkeP*""1 gemoeid zijn, rijst de vraag of de fervaardigheid van het katholieke 0°'^ deel niet groot genoeg is; het is ts<\ slotte een kwestie van enkele gulde per man per jaar. Tej lijkertijd echter rijst de vrijjj, of het katholieke volksdeel wel P' - doende beseft hoe groot de nood is ,e of aan de voorlichting wel voldoen0, aandacht wordt besteed. Sinds enke jaren wordt in de bisdommen HaarlC en Rotterdam een kerkenbouwzonop" gehoudeibij welke gelegenheid bisschoppen opening van zaken geve Het resultaat hiervan is een jaarWr stijgende opbrengst van de collecte, dl op d- e dag gehouden wordt. Zou eef dergelijke jaarlijkse actie niet ovri het cehele land. gehouden kunnen wor deni wanneer het probleem de katho lieke bevolking regelmatig en in dut- deie verstaanbare cijfers voor ogen gehouden wordt, behoort een aanzien lijk hogere opbrengst van de collecten tot de reële mogelijkheden. Hiermede zal overigens niet volle dig voorzien kunnen worden in de 1 nanciele behoeften. Zelfs indien de doo ae commissie-Sassen voorgestelde rijl" subsidie doorgang vindt, zal de kerken bouw een uiterste krachtsinspanning vragen, die - indien enigszins mogelvp - in ie eerstkomende jaren moet den opgebracht. Met leningen kan iswaar in de ogenblikkelijke behoef ten worden voorzien, maar dit midde" dat d last slechts verzwaart en ver schuift naar de volgende decennia, het katholieke volksdeel misschien vori geheel andere opgaven plaatsen, mod zo weinig mogelijk worden toegepast. Slechts wanneer h"t katholieke volk1' deel tot een gezamenlijke krachtsiP' spanning komt - waarbij parochiël" en zelfs diocesane grenzen worden doof' broken - kan in de financiële behoef' ten voorzien worden. Het komt ge lukkig reeds voor, dat rijke parochies een arme parochie min of meer adop teren, maar een dergelijkdoorstroming zou nog veel algemener moeten ge schieden. Nog vaak reikt de blik niet verder dan de parochiële^grens en woe den ir, bestaande kerken verfraaiingen aangebracht, die minstens „niet urgent' genoemd moeten worden, terwijl elderi een pastoor moet ploeteren om zijn rente en aflossing te kunnen betaler Dat reeds enkele parochies geen bis schoppelijke toestemming kregen voo1 verfraaiing van hun kerk alvorens eeP flink bedrag in het bouwfonds gestori te hebben, is een stap in de goede rich ting. Dat dit terrein vol gevoeligheden ligt, waaraan men ook niet zonder meel voorbij kan gaan, behoeft nauwelijks betoog. Mac.- belangrijker dan dergelijke ge voeligheden zijn de nieuwe kerker die gebouwd moeten worden. Over het algemeen wordt hierbij reed.- de nodigs soberheid betracht, al had het in enkels gevallen wel iets eenvoudiger gekund- Waar de kerkenbouw in de komende jaren vele miljoenen vraagt, moet ir de ontwerpen de uiterste soberheid betracht worden, zonder echter aan de verheden waardigheid van het kerk gebouw tekort te doen. Het kan ver leidelijk zijn, de kerkenbouw te ver lagen tot de meest primitieve utiliteits bouw, maar wanneer hierdoor het wezenlijke karakter wordt aangetast zal het materiële gewin te duur betaald worden met hogere waarden. Ook nu de financiering zware zorgeP eist, heeft de huidige generatie tot taak nieuwe schoonheid te scheppen, waar voor het nageslacht haar dankbaar zod zijn. Aan de architecten en beeldends kunstenaars de moeilijke, maar benij' denswqardige opgave, deze taak met de uiterste beperktheid van materieV middelen te volbrengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 12