U Humor en poëzie kunnen
HET KERSTENGELTJE BIJ TOM EN ELSJE
Herinnering aan het moederland
m samen gaan
Filippine en de verkoudheid
HongarenPolenEsten en Letten in Nederland
LEA SMULDERS
DE KLEINE HERDER
DINSDAG 24 DECEMBER 1957
PAGINA 14
Een vertelling voor
de jeugd door
Door FRED THOMAS
mul'rtn„t 'ngende ritme zelf in
EïïS1 S Zeggen wat je te zeggen
rfnen On o>L2P Je eigen manier kunt
Tacnhs w vraag of de gebroeders
i*n mnrfm3ePs.iazzmusici zouden wil-
n anrior ^omt een antwoord, dat
b77mm' i interessant aspect van de
fh™ek betreft en de ritme-psy-
kerstnacht naar de aarde komen!
Precies, zei de engel, terwijl hij op
de rand van Toms bed ging zitten.
Elk jaar komen de kerst-engeltjes naar
de aarde in de heilige Nacht. Je weet
toch, dat het Kerstkindje op de wereld
is gekomen, om alle mensen blij en ge
lukkig te maken. Maar tóch zijn er nog
mensen die verdrietig zijn. Die gaan
we dan troosten, begrijp je wel?
Wie zijn dan al die verdrietige men
sen? vroeg Elsje nieuwsgierig.
Ssst, zei de engel, ik heb niet zo heel
veel tijd. Luister maar: Eerst gaan we
naar de mensen die ziek zijn. Wees
maar niet bedroefd, zeggen we tegen
de zieken. Het Kerstkindje houdt van
de zieke mensen het meest van alle
maal!
Dan gaan we naar de mensen in de
gevangenis. Het Kerstkindje is ook
voor jullie op de aarde gekomen, zeg-
Bij de Oekraïners treedt op Kerstavond het gezinshoofd binnen met een garf ongedorste rogge
heeft een zak met geschenken bij zich en een roe.
De kinderen moeten om beurten iets voor hem zin
gen of declameren, dat zij speciaal voor deze ge
legenheid hebben ingestudeerd. Elk jaar, als de
Esten in ons land gezamenlijk het Kerstfeest vie
ren, is dat een ontroerend ogenblik, die zingende
kinderstemmen, met voor het Hollandse oor de hoge,
jjle klank van schelletjes, welke het beeld op
roept van sleden met feestgangers, door de glin
sterende, krakende sneeuw op weg naar het kerk
gebouw, dat, met Kerstbomen versierd en met
honderden kaarsen verlicht, straalt uit alle ven
sters. Tenslotte speelt bij de Esten ook de sauna
een rol op Kerstavond: vóór kerkgang en Kerst
maal verenigt zich de hele familie in het hete
lucht- en dampbad als voor een ritueel, teneinde
gereinigd, verkwikt en als nieuwgeboren het grote
feest tegemoet te gaan.
Het Kerstfeest wordt in de landen van Midden-
Buiten dat der Ambonezen bedraagt het
aantal ontheemden in ons land negen
duizend. Een precies cijfer is niet beschik
baar, omdat een officiële registratie tot
dusver niet heeft plaatsgevonden. Het
grootste contingent vormen de Hongaren,
met de vluchtelingen van november '56
mee: vijfduizend, verspreid over heel het
land, met als voornaamste centra: Den
Haag, Rotterdam, Amsterdam, Dordrecht,
Utrecht en de mijnstreek Op hen volgen
de Polen: circa drieduizend, in het mijn-
gebied en de industriële centra van Ne
derland, zoals Amsterdam, Den Haag, Rot
terdam, Nijmegen, Breda en Vlissingen.
Het aantal Russen bedraagt ongeveer
tweehonderd, voor een groot deel bejaar
den, ondergebracht in verschillende tehui
zen, vooral in Huize Voorhout te Den Haag.
De Letten, ten getale van honderddertig,
wonen voornamelijk in het noorden van ons
land met als centrum Amsterdam. De onge
veer honderd Esten zijn vooral in Rotterdam
en Den Haag geconcentreerd. Oekraïners
zijn er ten getale van omstreeks tachtig,
in Hengelo, Amsterdam, Den Haag, Hilver
sum, Utrecht en Tiel. Van de Tsjechen en
Slowaken zijn geen bijzonderheden bekend.
De uiterlijke entourage van de Kerstviering
is hier te lande van jonge datum. Tot diep
in de vorige eeuw was van echte feestelijk
heid, anders dan in de kerk, nauwelijks sprake:
wat er aan oude tradities in stad en land had
geleefd, werd door de praktijk van het Calvinisme
geleidelijk aan uitgeroeid. Dat is zo gebleven tot
diep in de vorige eeuw. De nachtwacht zong van
Kerstmis tot Driekoningen een primitief Kerstlied,
er was meer dan thans aanvoer van Kerstganzen,
die soms in een koffiehuis werden verloot, maar
daar bleef het dan toch bij. Zelfs de kerskoek
van voorheen was verdwenen, alleen plaatselijk,
zoals in N'ieuwendam, bakte men nog naar oud
recept midwinterbrood, de duivekater. Jan ter
Gouw zag dan ook de Kerstboom, in zijn dagen
van Duitsland overgenomen en spoedig populair,
nog helemaal als een vreemde, heidense indrin
ger, zoals dat ook in katholieke kring nog lange
tjjd het geval is geweest. En hij hield zijn hart
vast, dat wij ook de 24ste december Kerstavond
zouden gaan vieren, zoals bijna overal elders in
Europa, maar dat is tenslotte niet gebeurd. Van
alles wat thans aan ons Kerstfeest te pas komt,
is behalve het wildbraad, en dan speciaal de gans
en het kleine mestvee: kippen, konijnen, en mis
schien de vaderlandse Kerstrollade, alles van
vreemden huize, Import nit Engeland, Duitsland,
Scandinavië. Natuurlijk neemt voor de katholieken
het kribbetje een geheel eigen plaats in en ver
heugen wij ons over een herleefde middeleeuwse
traditie als Kindeke Wiegen, bij Ons' Lieve Heer
op Solder in Amsterdam. Er woont thans echter
in ons land ook een grote groep ontheemden, wier
aantal, buiten dat der Ambonezen, kan worden
geschat op acht- tot negenduizend: Hongaren en
Polen zijn het talrijkst, verder Esten, Letten,
Oekraïners, Tsjechen, Slowaken, Russen. Al deze
mensen hebben hun Kerstsfeer meegebracht en
vieren elk in eigen milieu het feest zoveel het
kan naar vaderlandse overlevering.
en Oost-Europa, behalve in de intimiteit der hui
zen, ook naar buiten gevierd. Hier zijn heidense
reminiscenties in het spei, zoais bjj de Esten de
omgang der „Kerstbokken", jongemannen met
echte of van stro gevlochten bokkehorens op het
hoofd. Zij werpen graan en erwten in de woningen
en worden voor dat heil aanbrengend gebaar
onthaald. Ook bij de Letten trekken jongemannen
in groepjes rond, in vreemde vermommingen,
beren, geiten, reigers. Zij moeten met hun schrik
aanjagende verschijning helpen de duisternis te
verdrijven voor de terugkeer van het licht. De
huizen en erven, die zij bezoeken, de akkers en
velden, waar zij langs gaan, trekken profijt van
hun komst. Er zijn echter ook ommegangen van
zuiver religieuze aard. Jonge Hongaarse vluchte
lingen zullen zich in deze dagen herinneren hoe
zij in het vaderland daags voor Kerstmis als her
ders en koningen gekleed en oud-Gregoriaanse lied
jes zingend in stad of dorp van huis tot huis
trokken, een primitief houten wiegje met zich
dragend. „Bethlehemmers" werden zij genoemd.
Zij verkondigden zingend de blijde boodschap en
werden overal met lekkernijen en soms een kleine
gift beloond. Ook Poolse kinderen gaan op Tweede
Kerstdag rond met de kribbe. En in Tsjechoslo-
wakije zijn het telkens vier jongens. Eén met een
lang wit gewaad en een pdpieren kroon op het
hoofd, stelt de Heiland voor. In zijn handen draagt
hij een stalletje van Bethlehem. Twee jongens,
Herders komen aangelopen.
Kleine Ben holt blij vooraan,
en hij ziet het allereerste
stil de staldeur open gaan.
„Kom maar binnen, kleine herder'
zegt Sint Jozef bij de deur.
Op zijn tenen loopt Ben verder
en dan zegt hij met een kleur:
„Lieve Vrouw is U de Moeder
van het kleine Kindje daar?
'k Wou zo graag zijn voetjes strelen.
Mag het wel? Heel even maar."
„Goed, hoor" zegt Maria vriendelijk.
Kleine Ben komt dichterbij.
Kijk eens" roept hij opgetogen.
„Kijk, het Kindje lacht naar mij!"
En dan streelt hij heel voorzichtig,
beide voetjes, koud en klein.
„Lieve Jezus" zegt hij zachtjes,
,,'k Wou zo graag Uw vriendje zijn!
nof i L 5 en en scholen mo
gelijk maakt, op dat steeds weer sti-
nen houden? W beZig Zal '™n"
^geloven,. aldus de gebroeders, dat
m'net ■ZOnderingen daargelaten, jong
moet zijn om jazz te kunnen spelen, om
®r echte feeling voor te hebben, de
F'tmische feeling met name, die ergens
toch verband houdt met het natuurlijk
n.™? van jezelf, dat op de duur aan
vitaliteit en veerkracht gaat verliezen,
tachtig van de honderd jazzfans zijn
lazzfans om het ritme van de jazz en
Pas in tweede instantie om de melodi
sche waarden. Dat is wel begrijpelijk
jazzmuziek is persoonlijke muziek
en niet altijd gemakkelijk door een an
der te verstaan maar intussen jam
mer genoeg. En tachtig van de hon
derd ouders, die hun zonen en dochters
soms het liefst met jazzplaat en al om
de oren zouden willen slaan, irriteert
het ritme van de jazz, dat hun eigen,
trager geworden tempo niet verdraagt
Met de negers is dat wat anders. Arm
strong en zijn zwarte broeders kunnen
er wel tac' g jaar mee worden, maar
/.ij zijn jazzritme van nature. Als het eT
om gaat de echte, pure 1azz te s- 'ui
i/uur in alle stijlen, dan en daar zijn
Krans en de Jnoohsnn en daar ts eigen
lijk iedere blanke jazzmusicus het wel
mee eens zijn het alleen de negers,
die het echt en puur kunnen.
FRITS VERHORST.
Jonge Hongaren als herders en koningen gekleed.
(•^.i .Zuih «ft MA \7oor de Esten, die Luthers zijn, vormt de
vV Kerstman de centrale figuur van het feest.
Hij vertoont grote overeenkomst met bh ons
Sint Nicolaas, met dit verschil, dat hij volgens
Voor de Esten, die Luthers zijn vormt de Kerstman de overlevering uit Lapland komt. Hij neemt in
ie centrale figuur. de huiselijke kring onder 'de Kerstboom plaats.