De komeet
van Halley
en een
zeldzame
conjunctie
Welk teken
de magiërs
naar
aan de hemel heeft
bewogen tot de reis
Bethlehem
Documentatie over het
Missiewerk in Afrika
binbhoveh
PARIJZENAAR besteedt aan réveillon
handen vol geld
D
T
isriM
Karei I.
OLD
WtM
Napoleons sprekende Kerstboom
DINSDAG 24 DECEMBER 1957
PAGINA 7
Kornet
hst Dm*»0** B"T ,,DSBI'kSB
Eindhoven, het hart ook
de Nederlandse ee,
Karei I reeds meet aparte,
produkten «"^„m.ed£reen
eeuw zijn
edele aroma,
■waarvan
getuigt: Er h maar
liiiiiiiiiiiitiiiiiimiiimiiiimimmiimiiiiimiiifiiiiii
■II IlilHIII IMIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIM MINIMUM III Mil III lllll
IIMMMIMIMIMIMMIMMMIIIIIMIM
llllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllillllllllll
IIMMIMIMIIMIMMMIMMMMIMIMIIMIMMMMMIIIMM
De komeet van Halley, die men wel aangezien heeft voor de „ster der wijzenkomt voor op het befaamde wandtapijt van Bayeux, zoals op het hierboven afge
beelde fragment te zien is.
„WIJ HEBBEN ZIJN STER IN
HET OOSTEN GEZIEN"
z
onder de „ster van Bethlehem" is eigenlijk geen kerstfeest geheel
volledig. De ster, vaak afgebeeld met vijf punten en al of niet met een
gouden of zilveren staart, is altijd een belangrijk element bij de kerst
viering geweest. De vele afbeeldingen uit vroeger dagen laten ons dit
duidelijk zien. Het evangelie van Mattheus verhaalt ons in hoofdstuk 2 over
«U. s(er die do wijzen zagen in liet Oosten:
„Toen fezus nu geboren was te Bethlehem van Juda in de dagen van
koning Herodes, zie toen kwamen er wijzen uit het Oosten te Jeruzalem.
Ze zeiden: waar is Je koning der Joden die zojuist geboren moet zijn? want
wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om hem te
aanbidden".
Uit hetgeen Mattheus ons in zijn evangelie vertelt, blijkt, hoe onnauw
keurig zijn beschrijving van de ster zelf ook is, dat er toch wel een zeer
opvallend en bijzonder verschijnsel geweest moet zijn.
Welk schouwspel heeft de wijze ma- zijn en de lucht niet door stof of rook
giërs doen besluiten dat er in het
avondland een koningszoon geboren
hnoest zijn en hoe moeten wij verklaren
dat de magiërs tot deze conclusie kwa
men? Dit zijn vragen die alleen in
hauw verband met elkaar kunnen wor
den beantwoord. Welk hemelverschijn
sel het geweest is, zullen wé moeten
proberen te achterhalen met onze mo
derne kennis van de sterrenhemel en
■ÏSAi wat we in oude kronieken kunnen
d leien over de gebeurtenissen uit die
hagen. Kronieken die ons inlichten over
het werk van de astrologen, over wat
waarnamen aan de hemel en over
•fe betekenis, die zij daaraan hechtten.
iVe kunnen zo misschien achterhalen
Wat de diepere reden geweest is voor
de magiërs om de reis naar Palestina
te ondernemen.
Het zijn ongetwijfeld astrologen ge
weest, de drie „Magiërs", die in Baby-
Ion woonden en werkten. De astrologie,
door hen vaardig bedreven, was daar
belangrijk en nauw verweven met het
dagelijkse bestaan van vorst en volk.
Het werk, waar de astrologen zich
Voornamelijk mee bezig hielden, was
het nauwkeurig volgen en optekenen
van de plaatsen van maan en planeten
ten opzichte van de sterrenhemel en
ten opzichte van elkaar. Volgens hen
Was immers juist uit de stand van deze
hemellichamen af te leiden wat er op
de aarde gebeurde en zou gaan gebeu
ren. Vaak ging het daarbij om de ge
boorte of het overlijden van een vorste
lijk of hooggeplaatst persoon, maar
ook het wel en wee van het volk kon
Uit de sterren worden afgeleid. Daar
om was het onderzoek van de hemel
van groot belang. Aan de verschijnse
len, die men waarnam werd grotere
betekenis toegekend naarmate ze zeld
zamer aan de hemel te zien waren. De
,,ster" moet dan ook voor deze ma
giërs wel een zeer bijzonder gebeuren
aan de hemel zijn geweest, dat zij van
groot belang hebben geacht. Van zulk
groot belang zelfs, dat ze een grote reis
begonnen, om de koningszoon te aan
bidden, van wie bet hemels teken ge
zegd had, dat Hjj geboren was.
Wat kan nu de „ster" voor een teken
zijn geweest, dat ze zulk een indruk
Maakte op de astrologen? Laten we
eens onderzoeken wat wij tegenwoor
dig als bijzondere hemelverschijnselen
beschouwen.
Vallende slerren
Gedurende de nacht heeft ieder van
ons wel eens een vallende ster gezien
en mogelijk soms een sterren-régen.
Hoewel in werkelijkheid slechts een
nietig stofje, dat met grote snelheid de
aardse dampkring binnen schiet en
daar verbrandt, laat een vallende ster
tijdens zijn ondergang vaak een in
drukwekkend lichtend spoor na. Zou
het misschien mogelijk zijn, dat een
uitzonderlijk grote vallende ster of ster
renregen het verschijnsel geweest is,
dat de „drie koningen" zagen? Sommi
ge auteurs meenden vroeger, dat dit
inderdaad zo was. Het is niet met ze
kerheid te ontkennen, maar de kans is
ere klein, dat we in deze richting de
oplossing zouden moeten zoeken. Het
optreden van vallende sterren moet de
wjjzen wel bekend zijn geweest. Juist
daarom lijkt het niet waarschijnlijk dat
de „ster der wijzen" zou zijn ge-
Vallende sterren komen name
lijk vrij vaak voor en iedere nacht
kunnen we er wel aan de donkere he
rnel zien verschijnen. Bovendien duurt
dit Y®fschijnsel maar zeer kort. Het is
moeilijk voor te stellen, hoe we het
verhaal van Mattheus er mee in ver
band Zouden kunnen brengen.
en
Maar we kennen nog een ander he
mels object en dat draagt misschien
wel de mogelijkheid in zich om met de
„ster der wijzen" te worden geïden
tificeerd. Kometen hebben altijd een
grote indruk op de mensen gemaakt
en in oude tijden is hun veel toegedicht.
Lange tijd heeft men dan ook geloofd,
dat de ster van Bethlehem een komeet
of een engel in de gedaante van een
ster zou zijn geweest. De „haarsterren",
zoals ze wel worden genoemd, kunnen
zeer helder worden en een imponerend
verschijnsel aan de hemel zijn, vooral
in gebieden waar de nachten helder
wordt vertroebeld. Het is bekend, dat
de nachten in het oosten meestal zeer
helder zijn en de magiërs hebben zeker
ook kometen waargenomen. We vinden
die soms ook wel in hun kronieken ver
meld. Enige kometen komen met re
gelmatige tussenpozen weer terug naar
de omgeving van de zon en kunnen
dan, als ze helder zijn, weer door ons
gezien worden. Een voorbeeld is de ko
meet van Halley. Deze komt om de 75
a 76 jaar naar de zon terug en is wel
aangezien voor de ster van Bethlehem.
Zijn er argumenten te vinden, die
deze hypothese waar zouden kunnen
maken? Uit de genoemde oude kro
nieken weten we, dat in het jaar 12
v. Chr. en ook in het jaar 66 n. Chr.
een heldere komeet is waargenomen.
Deze mededeling is in overeenstem
ming met de regelmatige tijden van
terugkeer van de komeet van Halley.
Nu an men evenwel opmerken dat
deze komeet nooit de ster van Beth
lehem geweest kan zijn daar de ge
boorte van Christus niet in het jaar
12 plaatsgevonden heeft.
Dit argument tegen de komeet is
echter onjuist. De notatie namelijk
v. Chr. en n. Chr. zoals wjj die kennen
is, zoals men wellicht weet, niet geheel
juist. Zij werd ingevoerd door de abt
Dionlsius Exiguus en deze heeft zich
vergist bij het vaststellen van het jaar
waarin de Heer werd geboren. Onder
andere blijkt dit uit het feit, uit andere
bronnen bekend, dat Herodes volgens de
telling van Dionisius in het jaar 4
v. Chr. overleed. Dit klopt in het ge
heel niet met het bijbelse verhaal. De
mening dat onze jaartelling dus zou-
Een opname van een jonge komeet, de komeet MRKOS 1957 d, in augustus 1957
gefotografeerd in de ochtendschemering.
beginnen bij de geboorte van Christus
berust op een te betreuren vergissing
en wij zuilen in de nu eenmaal inge
burgerde telling de geboorte zeker een
viertal jaren vroeger moeten plaatsen.
Een argument voor de komeet als
ster der wijzen zouden we kunnen vin
den in het verschijnen in 66 n. Chr. van
Halleys komeet. Toen is een oosters
vorst, waarvan Plinius zegt dat hij een
„magus" was, Tiridates, naar het
avondland getrokken. Ditmaal naar
Rome, waar hij bij Nero aangekomen
„zijn knie boog, de handen ophief en
hem aanbad". Het lijkt wel of we hier
een analoog gebeuren hebben gevonden
met de reis naar Bethlehem. Dat dit
echter het doorslaand bewijs zou zijn
voor de komeet als de „ster der wij
zen" kunnen we toch niet aanvaarden.
Het is zelfs zeer onwaarschijnlijk dat
de komeet de heilbrengende ster van
Bethlehem zou zijn. In de historie der
oude volken is het zeer ongewoon, dat
een komeet beschouwd werd als een
gelukbrengend hemels teken. Integen
deel, een komeet werd meestal opgevat
als onheilsbode, was een angstaanja
gend verschijnsel staande aan de he
mel als een opgeheven zwaard van ver
gelding.
Wanneer men oude lijsten, waarin
kometen vermeld staan, doorzoekt,
staat bij vele kometen afzonderlijk vaak
een opsomming van alle onheilen, die
de aarde op dat ogenblik troffen: hon
gersnood, oorlog, de val van een vorst
of de dood van een koning. Het be
kendste voorbeeld is wel het wandtapijt
van Bayeux, waar de komeet van Hal
ley bij zijn verschijnen in 1068 optreedt
als onheilsbode. Het lijkt daarom niet
erg waarschijnlijk dat de komeet van
Halley of een andere komeet de heil
brengende bode van Christus' geboorte
zou zijn geweest. We zullen nog verder
moeten zoeken naar een mogelijke op
lossing. Het schijnt evenwel niet zo
makkelijk om nu nog een ander zeer
opvallend verschijnsel aan de hemel te
vinden, dat ook door de magiërs ge
zien zou kunnen zijn.
Samenstand van planeten
In 1604 was er aan de hemel een zeer
opvallend en ook zelden voorkomend
gebeuren te zien. Een nieuwe ster werd
door Kepler, de beroemde astronoom,
waargenomen. Deze nova verscheen op
een plaats waar normaal geen heldere
ster hoorde te staan. Plots was er een
zeer heldere ster. Tegelijkertijd was er
nog een zeldzaam en opvallend ver
schijnsel aan de hemel. De planeten
Jupiter en Saturnus, later ook nog de
planeet Mars, stonden namelijk zeer
dicht bij elkaar. Bovendien stond de
nieuwe ster in de nabijheid van deze
planeten. Dit moet een indrukwekkend
beeld zijn geweest.
Kepler heeft op grond hiervan een
idee geopperd, die ons wel naar de
meest waarschijnlijke oplossing voor de
ster van Bethlehem schijnt te voeren.
Kepler, die zelf ook nog astrologie be
dreef, werd door deze samenstand van
Jupiter, Saturnus, Mars en de nieuwe
ster op de gedachte gebracht dat de
„ster van Bethlehem" wel eens een
dergelijk gebeuren geweest kon zijn.
Hij meende, nadat hjj berekend had
dat inderdaad in het jaar 7 v. Chr.
een dergelijke samenkomst van plane
ten had plaatsgevonden, dat er toen ook
een nieuwe ster bij zou zijn opgetreden.
Moderne onderzoekers hebben de idee
dat „de ster" een dergelijke planeten-
samenstaud was, over het algemeen
overgenomen. Dat er toen ook een nieu
we ster bij te zien zou zijn geweest, Hikt
hun echter niet erg waarschijnlijk.
De uitgebreide gegevens die men
heeft over de loop van de planeten aan
de hemel geven de moderne astrono
men de mogelijkheid de plaatsen van
de planeten terug te rekenen. En in
derdaad vinden we in het jaar 7 v. Chr.
de ook door Kepler gevonden samen
stand.
„De ster der wijzen"
Deze samenstand van Jupiter en
Saturnus opgevat als „de ster" biedt
veel aantrekkelijks. Verschillende ge
deelten uit het evangelie, zonder meer
riet geheel duidelijk, worden ei direct
mede verklaard. Daar de oosterse as
trologen goed op de hoogte waren met
de loop der planeten, moeten ze, als
de oplossing die we vonden juist is,
reeds enige tijd van te voren hebben
zien aankomen, dat de beide planeten
naar elkaar toe zouden bewegen. Dit
gebeuren was juist voor hen als as
trologen van veel betekenis. De plane-
tenstanden vooral waren voor hen van
belang, daar deze volgens hun astrolo
gische regels de geboorte van een vorst
bijvoorbeeld, of het begin van een be
langrijke loopbaan zouden aankondigen.
Bijvoorbeeld zou bij Alexander de Gro
te een samenstand van Mars en Sa
turnus zijn grote loopbaan als veldheer
hebben aangekondigd. En Tiridates,
die naar Rome trok in 66 n. Chr., zou dan
door de toen plaatsvindende conjunctie
van Mars en Jupiter daartoe zijn aan
gedreven, en niet door het verschijnen
van de komeet van Halley in dat zelfde
jaar.
Toen de wijzen dus de planeten in
mei 7 v. Chr. bij elkaar zagen, trok
ken zjj daaruit de conclusie, dat er
ergens een koningszoon geboren zou
worden. De samenstand van Jupiter
en Saturnus zou zich evenwel later
in het jaar, oktober nogmaals her
halen. Na de eerste samenstand
bleek de magiërs, dat later nogmaals
een conjunctie plaatsvond. Deze a-
menkomst van Jupiter en Saturnus
in oktober dreef de magiërs, daar ze
immers wisten dat de koningszoon
omstreeks december geboren zou
moeten worden, op reis te gaan naar
Palestina. We kunnen de duur van
hun reis uit Babyion op ongeveer 1
l'/2 maand stellen. De afstand Ba-
bylon-Palestina is ongeveer 900 km.
Voor de geboorte zijn ze waar
schijnlijk in Jeruzalem aangekomen.
Daar gingen ze naar Herodes om in
formaties in te winnen waar het kind
ter wereld was gekomen of zou ko
men. Waarschijnlijk is ook door as
trologische middelen Bethlehem toen
als de geboorteplaats aangewezen.
Ongetwijfeld hebben de magiërs on
derweg voortdurend „de ster" in het
oog gehouden om te zien hoe hij zich
gedroeg en wat ze daaruit zouden
kunn. i opmaken. We lezen nu in het
evangelie dat ze, bij Herodes weg
gaand, buitengewoon verheugd waren
toen ze de „ster" wéér zagen. Uit
de later berekende plaatsen van de
planeten bleek, behalve de twee reeds
genoemde samenkomsten, er nog een
derde samenkomst te hebben plaats
gehad. En inderdaad is het zeer aan
trekkelijk deze samenstand te laten
slaan op het weer zien van de „ster"
dior de drie koningen, toen ze bij
Herodes weggingen.
Ongetwijfeld moeten de magiërs uit
deze derde samenkomst wel de con
clusie hebben getrokken dat het ko
ningskind geboren was. Het woord
„ster" zouden we dan beter als „ge
sternte" kunnen opvatten. Dit is niet
onwaarschijnlijk, temeer waar de be
treffende teksten de mogelijkheid van
een dergelijke vertaling zeer zeker
open laten.
Zo zien we dat hoewel geen der an
dere mogelijkheden geheel uitgesloten
kan worden, de identificatie van de
„ster van Bethlehem" met een zeld
zaam optredende conjunctie van plane
ten toch wel erg aantrekkelijk is. vooral
daar de tekst van het evangelie dan
eigenlijk nog maar weinig niet-te-be-
grijpen passages bevat.
Zou deze verklaring van de „ster van
Bethlehem" de juiste zijn, iets wat toch
nog niet met honderd procent zekerheid
gezegd kan worden, dan is het toch
wel heel wonderlijk, dat de magiërs
hun voorspelling vervuld zagen. Of is
het niet alleen hun voorspelling ge
weest, die hen naar de kribbe van
Bethlehem deed trekken
St. VAN AGT
Het missietijdschrift „Afrika", een
uitgave van de Witte Paters, Burgak
ker, Boxtel, heeft de goede gedachte
gehad een heel nummer te wijden aan
de huidige godsdienstige situatie in het
zwarte werelddeel, dat naar eenstemmig
oordeel zo uitermate belangrijk is voor
de toekomst der Kerk. De kern van de-
zo aflevering vormt de Encycliek van
Paus Pius XII, „Fidei donum", die ge
schreven werd ter voorlichting over de
toestand der Katholieke missies, voor
al in Afrika. De tekst van het pause
lijk document is in de vertaling van
„Katholiek Archief" in zjjn geheel af
gedrukt, zeer overzichtelijk ingedeeld in
fragmenten, die genummerd zijn en
van verduidelijkende opschriften voor
zien. De redactie van het tijdschrift
heeft bovendien oreral, waar dat wen
selijk was, verklarende aantekeningen
tussen de tekst ingevoegd terwijl met
smaak gekozen foto's het geheel een
zeer aantrekkelijk uiterlijk verschaffen.
Behalve de vertaling der Encycliek
bevat deze aflevering nog enkele be
knopte, maar uitermate verhelderende
beschouwingen over de voornaamste
problemen, waarmee het huidige Afri
ka geconfronteerd wordt. Vooreerst de
ontzaglijke economische evolutie en
technische vooruitgang, die zonder voor
beeld is in de geschiedenis en alle ge
leidelijkheid mist. In plaats van evolu
tie kan men dan ook beter spreken van
revolutie, een toestand, die vooral de
geloofsverkondiging voor ongekende
moeilijkheden plaatst. Het Afrikaanse
nationalisme vermeerdert deze in niet
geringe mate. Wanneer de rechtmatige
drang naar nationale zelfstandigheid
niet door voorzichtigheid, wijsheid en
gematigdheid wordt geleid, zal hij on
vermijdelijk ontaarden in chaos en
anarchie, met het gevolg, dat de „nieu
we vrijheid" ondraaglijker wordt dan de
oude gebondenheid. De belangstelling
van het communisme voor Afrika is
enorm en dateert reeds uit de twinti
ger jaren. Men kan niet nadrukkelijk
genoeg waarschuwen voor dit zeer re-
ele gevaar, dat niet weinig vergroot
wordt door de communistische sympa
thieën van vele Mohammedaanse leiders,
die krachtens hun godsdienstige opvat
tingen principieel anti moesten zijn. De
Islam zelf beschouwt Afrika als zijn
„erfdeel" en stelt met inzet van alle
middelen en krachten alles in het werk
om dit erfdeel op te eisen. Het gevaar
dat daaruit voor .iet christendom ont
staat wordt duidelijk, wanneer men be
denkt dat de opvatting, die het christen
dom als „een voorpost van het westers
imperialisme" beschouwt, hoe langer
hoe meer veld wint. De oorsprong van
deze opvatting is niet twijfelachtig.
Goede kenners van de Islam houden
het er dan ook voor, dat deze in plaats
van een barrière tegen het communis
me «,e vormen juist de beste wegberei
der is voor zijn infiltratie.
Al deze gevaren worden in de hier
besproken aflevering van „Afrika" hel
der en gedocumenteerd uiteengezet.
Tenslotte is er een kort overzicht van
de werkzaamheden der Witte Paters en
zusters in Afrika.
Deze hoogst actuele uitgave munt uit
door harde zakelijkheid. Men heeft zich
kennelijk ten doei gesteld alleen feiten
en cijfers te laten spreken. Het valt
rtiet te ontkennen, dat hierdoor een in
drukwekkend en overtuigend betoog
wordt geleverd, dat in zijn nuchtere za
kelijkheid meer aanspreekt dan welke
andere methode ook. Er is hier sprake
van een echte alarm-kreet.
Masani, een medewerker van Gandhl
en Nehru, heeft eens gezegd: „Tegen
over het communisme vormen de ka
tholieken het enige georganiseerde front
van hoge waakzaamheid en geest
kracht". De katholieke gemeenschap
moge zich door deze uitspraak gevleid
voelen, als zij er maar bij wil beden
ken, dat dit „front" tc allen tijde pa
raat moet zijn overal waar de heilige
waarden van het christendom in het
gedrang komen.
Dit kan men de hoofdgedachte noe
men van deze voortreffelijke uitgave,
waarvan losse nummers verkrijgbaar
zijn bij de Procure der Witte Paters,
Burgakker, Boxtel. L.
Advertentie
(Van een bijzondere
correspondent)
e Kerstmisviering culmi
neert voor vele Parijze-
naars in eten, lekker
eten, vee] eten, net zoveel
eten totdat men niet meer kan
en dan een uurtje pauzeren
om 01 volgens door te gaan
met eten. Men besteedt daar
de avond voor Kerstmis aan
benevens een groot deel van
de Kerstnacht, al dan niet
onderbroken door de nacht
mis. De eerste Kerstdag, die
in ons land de grote dag voor
het gezin bij de kerstboom is,
dient in Parijs om uit te sla
pen van alle eetfestijnen. Om
elf uur 's morgens Het men
dan minder mensen op de
boulevards dan in de hoofd
straten van Zwaagwesteir.de
en Ommen om elf uur des
avonds.
Dit Franse eetfeest draagt
de naam „réveillon" en geen
sterveling denkt er aan dat
de oorspronkelijke betekenis
van réveillon een lichte maal
tijd is die omstreeks het mid
dernachtelijk uur wordt op-
gedm. Een goed Parjjze-
naar gaat zelfs tweemaal ré-
.eillon vieren: eerst op 24 de
cember, dan op 31 december,
want het spraakgebruik heeft
zich van dit woord meester
gemaakt om er ook de Oude
jaarsavondviering mee aan te
duiden.
Er was enige eeuwen gele
den een Franse koning, die
zijn onderdanen beloofde dat
ze elke zondag een kip op
tafel zouden krijgen. Daar is
wel niet veel van terechtge
komen, maar in plaats van
elke zondag zijn er nu ten
minste talloze Fransen, die op
Kerstavond een kip, kalkoen
of konijn te verorberen krij
gen. De Parijse restaurants
slaan enorme voorraden in.
wat niet wegneemt, dat het
reserveren van een tafeltje
absoluut noodzakelijk is, in
dien men niet, in plaats van
kip op tafel, de hond in de
pot wil vinden. Voor „ge
wone" eters, zelfs de trouw
ste stamgasten, zijn de res
taurants na drie uur 's mid
dags gesloten: men kan er
's avonds alleen terecht voor
een maaltijd, die minstens
vier maal de gewone prijs
kost.
En die prijs betaalt men
vlot, want een Parijzenaar is
er van kindsheen af aan ge
wend om een royale réveillon
te vieren, hetzij thuis hetzij
in een restaurant, desnoods in
zijn simpel maar dan ook prij
zig geworden buurt-restau-
rantje. De arbeider uit de
laagste loonklasse besteedt
zonder blikken of blozen rus
tig voor zijn gehele gezin
twintig gulden per persoon
voor de réveillon, al begrijpt
niemand waar hij het geld
vandaan haalt. De midden
standers doen het duurder, de
welgestelden nog veel en
enkele jaren waren het voor
al de warenhuizen en de café
restaurants die er de bomen,
liefst zo groot mogelijk, koch
ten; tegenwoordig vindt men
deze sparren ook in de huis
kamers gelijk bij ons. De ge
meente zorgt, o.a. op de Pla
ce Vendöme, voor kerstbomen
vol elektrische lichtjes als
stadsversiering. Doordat het
klimaat er milder is dan bij
ons, waar trouwens een Witte
Kerstmis en zeldzaamheid is
en een Kerstmis op de schaats
veel duurder, er worden op
Kerstavond enorme bedragen
.opgegeten".
Men moet daarbij niet ver
geten dat de Fransman altijd
al veel meer geld voor voeding
uitgeeft dan een Nederlander.
De statistieken wijzen uit dat
een behoorlijk verdienend
Frans arbeidersgezin 60% van
zijn inkomen besteedt aan
voeding, oen Nederlands ar
beidersgezin slechts 36%, om
dat het niet, gelijk deze Fran
sen, twee warme maaltijden
met vlees en wijn per dag ge
bruikt (veertien keer vlees
per week!) en omdat het zich
met margarine tevreden stelt,
terwijl er voor Franse huis
moeders niets anders schijnt
te bestaan dan roomboter, die
er bovendien nog iets duur
der is dan te onzent.
Een réveillon thuis, waar
de vrouw des huizes twee la
gen voor in de weer is, bevat
een maaltijd van zo 'n uur of
vier. Aan de voor- en nage
rechten levert Nederland zijn
aandeel, omdat veel Franse
eieren geïmporteerd zijn uit
ons lai.d en onderweg de helft
duurder zijn geworden. De
hele Kerstnacht door duurt
dit eetfeest.
In alle kerken kan men een
Nachtmis bijwonen, waarbij
allerlei gerenommeerde zan
gers en zangeressen zich la
ten horen, vooral in de Notre
Dame en de Sacré Coeur,
yvaar een goede plaats een
stevig sommetje kost.
Ofschoon er verhoudingsge
wijs veel en veel minder
kerstbomen verkocht worden
dan in ons land, heeft men er
toch kerstboommarkten, o.a.
bij de Madeleine. Tot voor
een historische belevenis is
geworden, kan i. en er eerder
een Kerstavond en -nacht in
de openlucht doorbrengen.
ot aan Driekoningen kan
men ditmaal een zeer
bijzondere kerstboom
bewonderen op het plein voor
de Notre Dame. Daar is na
melijk een meer dan 150 jaar
oude boom uit de Jura een
tijdgenoot van Napoleon!
opgesteld met een hoogte van
38 meter, bekroond door een
ster, die 2!4 meter hoog is
om in de verhouding van nor
male kerstbomen met sterren
te blijven. Door middel van
luidsprekers, die 1 de laag
ste takken verborgen zijn,
vertelt deze oude Kerstreus
zijn levensgeschiedenis aai de
voorbijgangers: voor de kin
deren is deze „sprekende
Kerstboom" iets heel bijzon
ders, zoals men wel begrij
pen zal.
In ons land beginnen de
winkels zich pas 2H week
voor Kerstmis te bekomme
ren om het naderende feest.
Sint Nicolaas moet, prompt op
zijn naamdag (6 december)
nog vel, plaats maken voor
kerst-etalages. Maar bij de
Fransen regeert de Kerstman
anderhalve maand; reeds
voordat Sint Nicolaas zijn
jaarlijkse intocht in zijn ge
liefde Amsterdam doet, heb
ben de Parijse warenhuizen,
met Lafayette en Louvre
vooraan, hun kerst-etalages
gereed, waai in alles zoveel
mogelijk beweegt om de aan
dacht te trekken van de kin
deren, die in een eenrich
tingsverkeer achter de hekjes
op het trottoir de stroom van
wonderen volgens de moder
ne etaleerkunst in ogen
schouw nemen. De Parijse
etaleurs, die in het Frans „éta-
lagistes" genoemd worden,
en de technici der bewegings
kunst zijn virtuozen in hun
vak en toch weten we dat
hun Nederlandse collega's
het evengoed zouden kunnen,
als ze maar evenveel geld
zouden mogen uitgeven voor
deze reclame.
Voor de buitenlanders is
het prettig dat Parijs, waar
het leven zeker een kwart
duurder is dan in elke andere
stad van Frankrijk, in de laat
ste vijf maanden voor hen
goedkoper is geworden door
de 20% waardevermindering
van de franc in begin augus
tus. Maar dat geldt alleen
voor de buitenlanders, voor
de Fransen elf zijn de prij
zen sedert deze officieuze de
valuatie met 10% gestegen.
De buitenlander noteert dus
nog, voor de met nieuwjaars
dag ingaande verhogingen,
een voordeel van 10% en pre
mier Gaillard doet zijn uiter
ste best om de toch onver
mijdelijk wordende prijsstij
gingen zoveel mogelijk tegen
te houden.
In een miljoenenstad als
Parijs met zijn mengeling van
oud en nieuw verandert ieder
jaar iets ten nadele van de
oude tijd. Vorig jaar b.v. ging
het vanouds befaamde Bal
Tabarin bij Pigalle definitief
dicht, nadat deze dancing met
zijn traditionele Can-Can-
danseresjes uit „la belle Epo
que" reeds diverse malen in
de naoorlogse jaren voorlopig
gesloten en daarna weer even
voorlopig heropend was ge
weest. De laatste weken van
dit jaar zagen we het einde
van Café la Rotonde, een der
drie artistencafé's op de hoek
van de Boulevard Montpar-
nasse.
De beide andere oudgedien
den leven nog: de Coupole
gemoderniseerd, de Dome nog
als ten tijde van onze groot
vaders. Naast wijlen de Ro
tonde was reeds een snack
bar. We vrezen dat in het
thans achter een houten
schutting vol reclamebiljetten
weggestopte hoekhuis binnen
kort een -elfbedleningsrestau-
rant in Amerikaanse stijl of
een espresso-bar met een
jukebox anno 1958 geopend
zal worden.