Een nachtelijke processie van taxi's naar de stad van David Heilig land vol onheilige problemenwaar de tijd de wonden niet schijnt te helen I Nieuwe aanwijzingen in recente vondsten HET GRAF VAN ST.-PETRUs if= DINSDAG 24 DECEMBER 1957 PAGINA 8' jjPlpiiMlpW - J. G. VINK O.P. <:•- •.....-, geweest, als hjj diens geboorte had mo gen beleven. Daarmee is de kring rond; Jeruzalem was slechts een fase, een noodzakelijke fase, maar die terugleid de naar het zwakke en onaanzienlijke voor de wereld. De grot, die een lange koker: Uvaaif bij vjjPbij drie hiddVnda gevuId met een bonte menigte biddende mensen. Betlehemse chris- rirnnht"1^011 dFagen bun karakteristieke Wlttej puntmuts met sluier, rflnw, £,an "2lddel®euwse platen doet rit !n' Deze dracht moet dan ook een rest zun van de kruisvaarderstijd. Ach- rfH gro,t zit een jonge Mexicaanse pnester roerloos op zijn knieën. Fran se religieuzen met witter vleugelkap- t -I j- en er> en christenen uit Ül? j® voor deze ene nacht het ijze ren gordijn van de grens voor zich heb ben zien opengaan. 3jj de plek, aan ae korte zijde van de grot, tussen de beide trappen, waar de traditie de Ge boorte nauwkeurig localiseert, buigen veie mensen zich voorover en kussen de zilveren ster: Hic de Virgine Ma ria Jesus Christus natus est: Hier is Chnstus geboren uit de Maagd Maria. Iemand strooit er medailles i™L.n)«„en ra,apt ze weer bijeen. Een tilteiscplf6 Te laat haar dochter tje kussend neerbuigen over de ster en geeft instructies aan do men fotograaf. Het lukt niet- het kfndlö blijft aan het kussen en gluurt achter! om. Iets meer naar rechts en wat dio per is het altaar der Franciscanen: het altaar der Kribbe, waar alleen Mis rnal worden gelezen deze nacht. Een Amer? kaanse priester leest er nu; Zvjn co_ frater doet wanhopige pogingen er odI namen van te maken zonder flits-licht" zijn toestel klemmend tegen de muur.' Ongestoord door het gewoel om hen heen zitten velen intens te bidden. De vreemde klanken van de Armeense zang dringen van boven door als een onveranderlijke achtergrond van hun gebed. Op de plaats van de Krib be ligt het felwesterse beeldje van het Kind, dat de Latijnse patriarch omstreeks middernacht na een plech tige processie daar heeft neergelegd. Die processie heeft dat jaar veel van haar traditionele luister ingeboet. De gebruikelijke optocht van de leden van het diplomatieke corps van Jeruza lem naar Betlehem heeft niet plaats gehad. Ook de feestelijkheden op eer ste Kerstdag, die anders het groten deels Christelijke Betlehem opvrolij ken, zullen achterwege blijven. Er hangt een schaduw van rouw over Betlehem. Tijdens de ongeregeldheden, die enke le dagen tevoren het stadje op stelten hebben gezet, zijn er bij de politiepost, die het kerkplein begrenst, vier in woners gedood. Daar komt dan nog het gemis aan inkomsten bij, waarvan Bet lehem voor een groot deel van het jaar moet leven. Maar niet minder vurig bidden de Christenvrouwen van Betle hem. Langs de trappen gaan velen weer naar boven, voorbij de halve cir kel van zingende Armeniërs naar de „Latijnse" kerk, die zij aan zij ligt met de oude basiliek. Deze laatste immers is gereserveerd voor de Armeniërs en de Grieken en daarom bouwden de Franciscanen de Sint Catharina-kerk in Gotische stijl. Na de plechtige Nacht mis is daar niet veel te beleven. Ook hier een groot aantal slapende jon gens in de banken; wat devoot be wegen in de zijkapellen. Men snakt naar de buitenlucht. Daar vindt men de absolute stilte en eenzaamheid, waarop men in deze nacht in Betlehem niet had durven hopen. De weg loopt van af de kerk in de richting van het her- dersveld, de plaats waar de slapende herders naar de traditie door de enge len werden gewekt. De weg daalt in oostelijke richting van de zacht glooien de heuvelhelling af. Naar voren enke le lichten van een dorpje; schuin achter me geven de lichten van de moderne wijken van Jeruzalem een lichte plek aan de nachthemel Tussen die wijken, die in Joodse handen zijn en de rustige velden van Betlehem loopt het ijzeren gordijn, dat Palestina doorsnijdt; ge markeerd door forten en als forten zo sterke collectieve boerderijen, waar ook vannacht de uitkijkposten in het donker Een biddende vrouw met een brandende kaars in de hand in de geboortegrot. turen. Er heerst helemaal geen stem ming van vrede hier. De neonvlek aan de hemel roept plotseling weer de ge dachte in mjj wakker aan de schrijnen de tegenstellingen die dit land verde len. re Zuidland. Na zijn aanvaarding ais koning over alle stammen heeft hij zich met eigen troepen een eigen domein verworven: de stad Jeruzalem, horend tot geen enkel stamgebied. Deze hoofd stad zou de koning boven de verdeeld heid der stammen verheffen. Als jonge nun uum mui ui ui" hui Opeens zie ik ook het Kerstgebeu ren anders dan vroeger: als één episode uit een eindeloze kroniek van menselijk lijden. Meer dan vroeger onderga ik de Geboorte van de Heer als een gebeuren, dat een scheiding der geesten, en daarmee nieuw lijden aan de mensengeschiedenis heeft toegevoegd. Tsnd duizend jaar vroeger was in die kroniek net belangrijkste hoofdstuk al begonnen. Uit deze velden van Betlehem werd toen immers David van achter de schapen geroepen om door zijn koning schap zijn volk tot een eenheid te sme den. Maar zijn roeping was het begin van een reeks conflicten, vanaf de bot sing met de mislukte koning Saul. Die dwong hem door zijn achtervolgingen tot een guerillaleven ver in het bar- icrder moet David meer dan eens dicht genaderd zijn tot de vijandige en ge luchte vesting Jeruzalem. Dat die ves ting als onneembaar gold, heb ik zo- straks nog kunnen ervaren, toen de taxi de diepe dalen inschoot, die de stad in het zuiden omgrenzen. Die moedige daad van de jonge koning en zpn ge trouwen legde de grondslag van een dynastie, die zich in het bezit van grote beloften voor de toekomst wist. Jeruzalem met zijn heilige Tempel werd het middelpunt van het godsdien stig leven van de tot eenheid geworden natie. In Jeruzalem kwam men offe rend en biddend tot de ervaring van Jahweh's beschermende tegenwoordig heid onder zijn volk. Maar behalve uit nodiging en kans, werd de grootheid van de hoofdstad ook een verleiding: de verleiding van macht en verwereld lijking. Terwijl koning Salomon er grootse bouwwerken optrok, ondermijn de hij tegelijkertijd de nog zo kort ver worven eenheid van de stammen van Israël. .Heeft mijn vader u met roe den gegeseld, ik zal het met schorpioe nen doen" is het woord van Roboam, Salomons zoon, een woord dat de scheiding van Noordrijk en Zuidrijk definitief maakt. Weer opnieuw loopt de grens der verdeeldheid door dit land. De ramp waar het op uitloopt, is zo groot, dat God zijn eigen werk schijnt teniet te doen: de Tempel en de heili ge stad in puin, de dynastie met haar leuwige beloften in ballingschap. Maar ook dit was voorzegd door een pro feet uit het eenvoudig gebleven berg land van Juda: Van daaruit had - cheas uit Moreshet de verwereldlijking van heilige stad en dynastie gezien teruggedacht aan de eenvoudige dersjongen uit Betlehem, met Gods werk begonnen was. „Jeruzalem zal een puinhoop worden; de Tempel berg een heuvel met struiken". Maar tegelijkertijd: ,,Gij, Betlehem, te klein om onder Juda's gouwen te tellen, uit u zal mij Een ontspruiten, die over Israel zal heersen". Dit is een terug- T de geschiedenis, óver de mis groei van het te machtig geworden Je- ruzalem heen, naar de eenvoud van het landelijke Betlehem. Daar is de uitverkoren dynastie begonnen, van daar zal de Messias komen. Ziin oor sprong ligt in de oude tijd, in eeuwige dagen", niet in het nü van ontrouw en bederf. De Wijzen uit het Oosten vra gen waar de nieuwe koning der Joden geboren is. De schriftgeleerden doen een "oede greep in het oude Boek, als ze de profetieën van deze Micheas op slaan. De gids naar de kribbe, die de Wijzen in de profeet Micheas vonden, zou over de armoede en de verborgen heid van de Messias niet verbaasd zijn her wie n tegenstelling met Lucas heeft vooral Mattheüs het leed rond de ge boorte van Christus sterk benadrukt. De maagdelijke ontvangenis reeds brengt Jozef in zielenood. De komst der Wijzen is de enige lichte trek in de schildering, maar een die het ongeloof van de Joden nog meer markeert. De vlucht naar Egypte openbaart Jezus reeds dadelijk als de door de zijnen af gewezen en vervolgde Messias. Het verblijf in het heilige land, zo vol van onheilige problemen, en een zo onro mantische Kerstmis maken gevoeli ger voor dit aspect van Christus' komst. Er gaat geen dag voorbij, of schietpar tijen aan de grens of opstootjes herin neren je eraan, dat je in een land leeft vol menselijke tragiek, aan beide zijden van de scheidslijn. Alleen hier schijnt de tijd de wonden niet te helen: de haat wordt dieper, jaar op jaar. En tussen de opstootjes en de schietpartijen door vieren wij Christenen in Betlehem Kerstmis, Geen sprookje; daarin zou de afloop anders zijn: „God kwam op aarde en nam ai het leed van de men sen weg, en ze leefden lang en geluk kig". De werkelijkheid ligt op een an der vlak. Niet het wegnemen van het leed, maar het delen ervan. Toch een soort wegnemen dus, want het gedeel de leed heeft veel van zijn verschrik king verloren. Vooral als degene die naast je staat, de Zoon is van God. De flauwe neonvlek duidt ongeveer de plaats aan, waar Golgotha ligt en het heilig Graf. Dicht bij Betlehem! Huiverend in mijn regenjas zoek ik het kerkplein weer op. Er brandt een ster van gloeilampjes aan de gevel van de kerk. Het nachtelijk duister houdt nog veel bedekt: veel lieflijks in het landschap, veel dat meer of minder schilderachtig is in het stadje. Het landschap is hier wel dadiger dan rond Jeruzalem. Het uitzicht is breed en weids over vrij vruchtbare en niet al te steile heu vels. Nu, tijdens de winterregens zijn die op hun best. Van bij de Geboorte kerk of vanaf een der terrassen kun je over een paar uur ver uitzien over de oljjventuinen, door stenen muur tjes van elkaar gescheiden. De lijn der heuvels wordt alleen onderbroken door de vreemde tronk van het He- rodium: ruïnes v;.n de burcht waar koning Herodes van de kindermoord met veel praal maar weinig verdriet werd bijgezet. Dichterbij gaat de blik over de hui zen van Betlehem, die zich in een cir kelsegment naar het noordoosten rich ten. Ze liggen verspreid over twee heu vels, de noordelijke verheft zich enigs zins boven het niveau van de Geboor tekerk. De huizen zien er vrij welva rend uit. Vanouds heeft Betlehem in derdaad de naam van een zekere wel stand; de grond is goed, het toerisme nog beter. Maar ook hier heeft de oor log een grens getrokken tussen de eige naars en hun bezittingen in het nu Joodse gebied. De traditionele meerder heid der Christenen tegenover de Mo hammedanen schijnt af te nemen door het grotere kindertal van deze laatsten en door de grotere bereidheid tot emi gratie bij de Christenen. Zo dadelijk als het licht is, word je van alle kan ten aangeklampt door de vele handela ren in paarlemoeren souvenirs: Betle- hems specialiteit. Langs de klimmen de hoofdstraat heeft het daglicht dan ongenadig de Westerse filmreclames en schreeuwende uithangborden ont huld. .„j-,, lr De rommelige en smoezelige mar hoort bij het normale uiterlijk van levendig stadje. De feestelijke muts met witte sluier doet her dan de zwarte of gebloemde Ipzicnts- sluier in Hebron en Jeruza wordt er niet veel feest gevierd, toch gaan er vele inwoners in de richting van het kerkplein. Er is altijd wel wat te zien bij de vreemdelingen, die uit de taxi's stappen en hun camera's richten op de kerk. Er is misschien wat te ver dienen voor wie tolk kan spelen en de beduusd kijkende reiziger wegwijs kan maken op het plein. Je kunt dan ver tellen, dat de zware en vestingachtige muren van het Armeense en Griekse klooster zijn. Dat op de geveldriehoek aan de verste zijde vroeger het mozaïek was aangebracht, dat in 614 de kerk volgens de oude verhalen voor ver woesting heeft gespaard. De aanstor mende Perzen hadden eerbied voor die afbeelding van de wijzen in Perzische kledijJe kunt vertellen over het kleine weinig monumentale poortje, dat de christenen maakten, om de Turken het binnenreden te paard te beletten. Wijs dan aan de pelgrim door de oude basiliek, „misschien de oudste der christenheid", de weg naar de grot, waar hy de ster gaat fotograferen. Maar laat hem dan alleen tussen de rode tapijten aan de wand. Vertel hem, dat hij een volgende keer zijn bezoek maakt in de nacht, als alles stil is langs de herdersweg. Als alleen de auto's pro cessie houden, met hun lichten lijnen tekenend, als zwaaiende kaarsen in het donker. Prof. Margherita Guarducci, hooglc- ra aan de Universiteit van Rome, heeft nieuwe bewijzen gevonden voor de theorie dat het graf van Sint Petrus ligt onder de basiliek naar hem ge noemd. Zij heeft de pauselijke acade mie van oudheidkunde van haar bevin dingen op de hoogte gebracht. Haar ontdekkingen vormen een bewijs dat de tombe onder de vloer van de St.-Pie- ter deel uitmaakte var. een uitgestrekt kerkhof daterende uit de eerste eeuw na Christus, de eeuw waarin Petrus ge storven is. Omdat de overblijfselen, die terug gaan tot de tijd van de apostel, slechts schaars zijn, is bij vele oudheidkundi gen twijfel blijven bestaan of de tombe onder de basiliek inderdaad het graf van St.-Petrus 'is. Zij zijn het er ech ter over eens dat hun twijfels eniger mate worden weggenomen door de be vindingen van prof. Guarducci. Paus Pius XII maakte in zijn Kerst boodschap van 1950 bekend, dat na 11 jaren van opgravingen de tombe van Sint Petrus „buiten alle twijfel" gevon den was. Hij voegde daar echter aan toe dat „niet met zekerheid" kon wor den vastgesteld of de menselijke been deren die er in aangetroffen waren, werkelijk van de prins der apostelen waren. Een van de voornaamste redenen waarom Vaticaanse oudheidkundigen meenden de nauwe crypte als die van St.-Petrus te mogen identificeren, was dat dichtbij een "muur var. rode steen werd aangetroffen, daterend uit he jaar 160 of 170, waarop in Griekse i tertekens de naam van de apostel aangebracht en te Op grond hiervan meende mogen aannemen dat reeds een eeu^ na St.-Petrus' dood in de jaren tus sen 64 en 67 de christenen va_ Rome de tombe als de laatste plaats van Petrus beschouwden. Enig archeologen echter vonden de wein'g aangetroffen relieken als te weinig overtuigend om enige uitspraak to te laten. De tombe zelf bevatte niets <t0t enige aanwijzing kan geven. Het enige voorwerp waaraan men houvast had was een steen en het wapen van keizer Vespasianus, een steen echter die evengoed van een oud gebouw kon zijn gesloopt en voor een nieuw ge bruikt. Prof. Guarducci heeft nu een torn* be onmiddellijk achter de St.-Pietef onderzocht en er een lamp uit de eerste eeuw aangetroffen. Deze lamp is gelijk aan vroegere vondsten die dateren uit de tijd van het kei zerschap van Nero, onder wiens re gering Petrus met het hoofd naar beneden gekruisigd werd. Volgens de archeologe hebben haar recente vondsten aangetoond dat het antieke kerkhof zich ver buiten het ter rein van de St.-Pieter en ook ver buiten de muren van de Vaticaanse staat uit strekt. Volgens haar zouden de onlangs gevonden grafresten onder de garages in Vaticaanstad en het gebouw van de voedseladministratje «e ontbrekende schakel kunnen zun tassen de tomben onder de St.-P.i,eter .en andere, gevon den op twee afstand. Die graven dateren voor een deel uit de eerste eeuw waaruit afgeleid kan worden dat in de tijd van P^rus op deze plaatsen een reusachtige begraai- 'aats bestond voor zowel christenen ^ls heidenen. Pcof- Guarducci's onderzoekingen hebben geen nieuw licht geworpen pP de identiteit van de beenderen die bij 5® tombe van de St.-Petrus gevon- °pn werden. Voor veie deskundigen is h„ ePflter weinig twijfel meer dat de beenderen inderdaad die van de apos tel zijn. punt- beter Gezicht op Bethlehem van boven uit een klokketoren. bij de GROT in BETLEHEM KERSTMIS vieren De reis per taxi van Jeruzalem naar Betlehem in de kerstnacht heeft iets van een processie. In een onafgebroken stoet volgen elkaar de wagens, met hun koplampen de grillige lijn van de asfaltweg af tekenend in het duister. Bij de Damascuspoort in het Noorden van Jeruzalem, waar het nu vreemd rustig is, is men vlug ingestapt: geen tijd voor lange discussies over de kostprijs. Langs de Turkse muren en over de Olijfberg schiet de wagen in zuidelijke richting, naar beneden, zigzaggend de dalen in. Nu er in de omgeving niets te zien is dan de lichten der andere wagens een enkele keert al terug komt het stijgen en dalen van de weg des te scherper uit. De route is nog pas enkele jaren oud: de oude weg kwam na de Joods- Arabische oorlog in Joodse handen, terwijl Betlehem zelf Arabisch bleef. Toen werd het dus nodig een nieuwe weg aan te leggen, die niet, zoals de oude, over de begkam van het Judese gebergte liep, maar ver schillende dalen aan de oostelijke zijde van die berg kam moest doorsnijden. Zo veranderde de afstand van ongeveer vijf in veertien kilometer, die heel de dag door antieke autobussen en glanzende taxi's worden af gelegd. Maar vooral van deze nacht moeten de chauffeurs het hebben: ze voelen toch al de weerslag van de troebelen (we waren er in '55) die vele toeristen er\ an weerhouden naar het woelige Midden-Oosten te komen. De processie heeft dan ook haast, maar er wordt reinig geclaxonneerd. De vaardige chauffeurs halen allen het maximum op de haarspeldbochten. Dë nacht is rustig en fris. De stoet van zwenkende en stijgende lichten mondt al spoedig uit op het kerkplein, begrensd door muren als van een fort. Door „het oog van de naald het kleine lage poortje, gaat men naar binnen in de oude basiliek. Links voorin staat een groep Armeense priesters en diakens het nachtofficie te zingen. Aan hun zwarte puntmutsen zijn de monniken onder hen te onderscheiden. Ze zingen hun gewone zondagse getijden, want Kerstmis vieren zij later. Door ^le trappen opzij in het transept dalen de verschillende pelgrims af naar de grot. De benauwde warmte slaat je tegemoet. Het is een wringen van mensen op df nauwe doorgang: op verschillende treden zitten slapende jongens, en bovendien willen andere pelgrims weer naar hoven. Schilderachtig beeld van de bedrijvigheid in het Jordaanse, plaatsje BethlehemBijna alle mannen op de foto dragen de traditionele Arabische hoofdtooi.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 8