„Operatie
voor een
In de
zomer
Zeeleeuw
m inval in
van 1940 heeft de
Hitiers
Engeland
Britse
plan
natie zich in groot gevaar bevonden
Tussen „Duinkerken"
„Battle of Britain
en de
ROOD IN DE SNEEUW Dubbele
optelsom
Drie ton verduisterd
zoon wil
niet sterven
Spaanse lessen onder hypnose
B
I
Sprekende krant
Wedloop naar de
Zuidpool
Notaris R. nog voortvluchtig
Staking leidt tot
versobering
Tussen neus en lippen
CHURCHILL: „I HAVE NOTHING TO OFFER BUT BLOOD, TOIL, TEARS AND SWEAT'
WmÊ
Japanse uitvinding
Hillary voor op
dr. Fuchs
Op de tekst komt
het aan
Gevangenen graven
gang onder muur van
gevangenis
Arturo Barea
overleden
Doe het per fles
Hondentrouw
ZATERDAG 28 DECEMBER 1957
PAGINA 7
door HARRIET H. HGUSER
Bijna negen eeuwen lang is Engeland nu al
gespaard gebleven voor een grote invasie. De
laatste grote landing van vreemde troepen op de
Engelse kust vond plaats in het jaar 1066, dichtbij de
plaats waar nu het stadje Hastings ligt. Sindsdien zijn
er door andere mogendheden nog wel een paar pogingen
tot een inval ondernomen, maar steeds zonder succes.
De Spanjaarden stuurden in de zestiende eeuw hun
Armada, om de Engelsen te onderwerpen, en in de
eerste jaren van de 19e eeuw trof Napoleon een aantal
voorbereidingen voor een verovering van het Britse rijk,
maar beide ondernemingen liepen op niets uit. Ver
volgens hebben de Engelsen onder de Eerste Wereld
oorlog gedurende enige tijd ernstig rekening gehouden
met de mogelijkheid van een Duitse overval, maar in
feite hebben de Duitsers toen nooit plannen voor een
invasie gekoesterd. In het begin van de Tweede Wereld
oorlog echter hebben de Britten wel degelijk groot
gevaar gelopen. Ten onrechte heeft men na afloop van
deze oorlog vaak spottend gesproken over Hitiers plan
om Engeland te veroveren. In Nederland hebben de
primitieve landingsvaartuigen die de Duitsers in ver
scheidene havens hadden klaar liggen aanleiding
gegeven tot veel hilariteit. Maar het invasieplan van
de Nazi's („Operatie Zeeleeuw") was geen grapje.
Groot-Brittannië heeft in de zomer van 1940 aan een
zeer groot gevaar bloot gestaan.
Hoewel in het Duitse kamp gedurende ongeveer
twaalf weken koortsachtig gewerkt werd aan de invasie
voorbereidingen, heeft de massa van het Duitse volk
er indertijd weinig van gemerkt. De plannen waren
slechts in kleine kring bekend. In Engeland daarentegen
heeft men tussen eind mei en begin oktober in grote
bezorgdheid geleefd voor een inval van de vijand. De
hele natie heeft maandenlang alle mogelijke maatregelen
getroffen, om zich tegen eventuele veroveringspogingen
van de Nazi s te verzetten.
m
S "ni8ii
HitLer en diens Opperbevelhebber van de marine, Raeder,
na de bijeenkomst van het Duitse Opperkommando, waarbij
de inval in Engeland voor het eerst ter sprake kwam.
treffen van de Luftwaffe met de R.A.F.
de „Battle of Britain" maakte de
finitief een einde aan het invasie-gevaar
waardoor Engeland maandenlang be
dreigd was geweest. Churchill had dan
ook alle reden zijn luchtmacht hogelijk
te prijzen in de vermaarde woorden:
„Never in the field of human conflict
was so much owed by so many to so
few".
Over deze episode van de tweede we
reldoorlog is onlangs een boek geschre
ven door Peter Fleming, dat nu bij Sijt-
hoff te Leiden in een goede Nederlandse
vertaling is verschenen, onder de titel
„Invasie 1940". In dit buiten-
gewoon spannende verhaal wordt ons
nauwkeurig' besch. -iven, wat voor voor
bereidingen de Duitsers getroffen had
den om de Britse eilanden binnen te
dringen, en met welke maatregelen de
Engelse regering zich tegen deze be
dreiging verweerde.
Op 16 juli 1940 gaf Adolf Hitler, als
Kanselier van het Duitse Rijk en
Opperbevelhebber van de Strijd
krachten, zijn legerorder no. 16 uit. De
aanhef van dit bevel luidde als volgt:
„Aangezien Engeland tot dusverre,
ondanks zijn hopeloze militaire posi
tie, onwillig is gebleken tot enig com
promis, heb ik het besluit genomen,
eer. invasie van Engeland voor te be
reiden en indien nodig uit te voeren.
Deze operatie is noodzakelijk om
Groot-Brittannië uit te schakelen als
basis voor een oorlog tegen Duitsland
en indien nodig zal het eiland worden
bezet".
Vervolgens gaf de Führer in deze le
gerorder nauwkeurige instructies voor
de uitvoering van zijn besluit.
Opvallend is de betrekkelijk rustige
toon van dit document, dat bovendien
blijk geeft van Hitiers hinken op twee
gedachten, in zijn beleid ten aanzien
van de Britten. Enerzijds bleef Hitier
hopen op een vreedzame regeling met
Engeland. Hij bleef men zou kunnen
zeggen: tegen beter weten in reke
ning houden met de mogelijkheid van
een vroegtijdige Britse capitulatie. An
derzijds zag de_ Führer in Engeland een
ernstige bedreiging van Duitsland, en
hjj besefte dat hij door de nood gedwon
gen zou kunnen worden krachtig toe te
slaan. Zijn grote ambitie was niet de
bezetting van de Britse eilanden. Als
Engeland:, strijdkrachten maar eerst
onschadelijk gemaakt waren, kon hij
nog verder zien.
Het denkbeeld van een invasie was
overigens reeds op 21 mei, de dag
waarop de Duitse stoottroepen de
Franse Kanaalkust bereikten, door
Raeder, de Opperbevelhebber van de
Duitse marine, aan Hitier voorgelegd.
Hitler was er toen niet erg enthou
siast op ingegaan. Maar in juni be
gon hij steeds meer aan een inval in
Engeland te denken, en tenslotte liet
hij op 2 juli zijn chef van de generale
staf, Keitel, een order uitgeven,
waarin verklaard werd dat de Füh
rer tot de overtuiging was gekomen,
dat een landing in Engeland „moge
lijk" was.
Als overigens de Duitsers eind mei
geen grote strategische fouten hadden
gemaakt in hun treffen met de Gealli-
Kapituleren of sterven" (Een politieke
prent uit het nummer van „Punch" van
24 juli 1940V
eerden in Noord-Frankrijk, zou het Brit
se Expeditieleger een kolossale slag zijn
toegebracht, die voor Engeland wel
eens het begin van het einde had kun
nen betekenen. Maar de Engelse troe
pen wisten, via Duinkerken, te ontko
men aan de dreigende slachting. Ove
rigens heeft Hitier, toen de invasie
voorbereidingen in volle gang waren, op
nieuw een ernstige strategische vergis
sing begaan. Zijn luchtoffensief tegen
Engeland officieel „Operatie Ade
laar" genoemd was niet weloverwo
gen. In deze aanval, die op 13 augus
tus begon en die lange tijd werd voort
gezet, verspeelde hij zoveel vliegtuigen
dat hij zich de kans ontnam om Groot-
Brittannië nog in 1940 te veroveren. (In
1941 en later zou hij er helemaal niet
meer de gelegenheid toe krijgen.) Het
Terecht heeft Peter Fleming in zijn
boek veel aandacht gewijd aan
Engelands grote leider, die van
het begin af aan de natie de ernst
van de toestand voortdurend voor ogen
hield, maar die zijn landgenoten tege
lijk Inspireerde tot een vurig geloof in
de uiteindelijke overwinning. Reeds op
13 mei 1940, drie dagen nadat hij Cham
berlain als premier was opgevolgd,
hield Churchill een rede tot het Lager
huis, waarin hij een programma ont
vouwde voor de strijd om Engelands
voortbëstaan. Het was bij deze gelegen
heid dat hij de sombere boodschap uit
sprak: „I have nothing to offer but
blood, toil, tears and sweat".
En op 14 juli, toen de beproeving van
„Duinkerken" nog vers in het geheu-
vtf V 3
Churchill inspecteert een van de eerste wegversperringen. Foto uit het begin van
de Tweede Wereldoorlog, toen men in Engeland nog ernstig rekening hield met
een Duitse invasie.
gen lag, toen Frankrijk als bondgenoot
was uitgeschakeld en toen Engeland
zelf een invasie vreesde, was het weer
Churchill die de woorden wist te vin
den om het moreel van zijn landgeno
ten te versterken. In een prachtige lan
ge volzin riep hij het beeld op van een
trots Albion dat zich de bedreiging be
wust is, maar dat op eigen kracht ver
trouwt: „Hier in di; sterke bolwerk",
zo sprak hij, „waar de verworvenheden
van de mensheid veilig zijn en dat van
diepgaand belang is voor de christelijke
beschaving, hier, omringd door zeeën
en oceanen, waarop de Navy regeert,
beschut tegen gevaren vanuit de lucht
door de heldenmoed en de toewijding
van onze vliegers, wachten wij onver
vaard de dreigende aanval af".
Dat die aanval nooit de vorm heeft
aangenomen van een Duitse landing op
de Britse kusten is behalve aan Hitiers
beleidsfouten ongetwijfeld voor een be
langrijk deel te danken geweest aan het
optreden van de Britse premier, van
wie met een variatie op zijn eigen
woorden in 1940 in Engeland wel' ge
zegd is: Nooit hebben zovelen zoveel te
danken gehad aan één man.
HANS BRONKHORST.
Prof. Yasushi Hoshinc, docent aan de
technische universiteit van Tokio, heeft
dezer dagen verklaard dat zijn uitvin
ding, de „sprekende krant", op de we
reldtentoonstelling in Brussel te bezich
tigen en beluisteren zal zijn.
Prof. Hoshino heeft een machine uit
gevonden die op een normale rotatie
pers gebouwd kan worden. De kranten
die volgens het Hoshino-systeem ge
drukt worden blijven telkens aan een
kant van een blad blanco, en worden
inplaats van met inktletters, bedrukt
met een soort van groevensysteem. dat
zich door een machine laat omzetten
tot een gesproken tekst, corresponde
rend met wat aan de andere zijde in
normaal leesbaar schrift gedrukt is.
Twee van zulke installaties zullen
naar Brussel worden gezonden door de
„Canon" cameraffabrieken, die de pro-
duktie van prof. Hoshino's uitvinding
ter hand genomen hebben. Tegen het
eind van dit jaar verwacht men tien
complete installaties gereed te hebben,
en tegen eind 1958 zal alles gereed zijn
voor de serie-produktie.
Hoewel het wetenschappelijk hoofd
kwartier van de Engelse Zuidpoolexpe
ditie te Londen bij monde van zijn offi
ciële woordvoerder ontkent dat er spra
ke is van een naijver, schijnt zich aan
de zuidpool een wedstrijd te hebben
ontwikkeld tussen de twee delen van
de expeditie die, onder leiding van sir
Edmund Hillary en van dr. Vivian
Fuchs, de Engelse bijdrage aan het in
ternationaal geofysisch jaar omvat.
Sir Edmund Hillary, de beklimmer
van Mount Everest, heeft de beste pa
pieren: zijn groep staat 463 km van het
einddoel, terwijl die van dr. Fuchs nog
800 km heeft af te leggen.
Tweede Kerstdag was Hillary het
wachten te zwaar geworden, en zond
hij vanaf zijn laatste basis, 520 km van
de pool af, een radioboodschap waarin
hij aankondigde, met inzet van alles
naar de pool te zullen gaan. Aanvan
kelijk lag het in de bedoeling dat hij
op deze basis zou wachten totdat de ex
peditie van dr. Fuchs, de leider van de
gehele onderneming, zich bij hem zou
hebben gevoegd. Ook het hoofdkwartier
in Londen heeft, enkele dagen geleden,
verklaard dat dit de opzet was.
Maar Hillary heeft geluk en goed
weer gehad, terwijl de expeditie van
dr. Fuchs met verschillende tegenslagen
te kampen heeft gehad. Hillary was
voor op zijn schema, dr. Fuchs had een
achterstand op zijn schema. Wanneer
de overwinnaar van Mount Everest zijn
tempo kan volhouden zal hij, naar men
in wetenschappelijke kringen stellig
verwacht, op Nieuwjaarsdag de Zuid
pool kunnen bereiken.
Foor hart je winter is dit lekker warme vest in voyant rood, van pluizige
zachte wol, afgeboord met een grof gebreide ribbelrand. De flatteuze om-
de-kin-sluitende muts, die ze in de middeleeuwen ook al zo droegen, hoort
bij de rode jumper, die onder het vest wordt gedragen op de grijs en zwart
gestreepte pantalon. Het effect van rood wordt nog levendiger in de witte
sneeuw, waar deze uitrusting kennelijk voor bedoeld is.
Het voortgezet onderzoek in de boe
ken van de voortvluchtige notaris G.
A. R. jr. heeft uitgewezen dat in de
loop van ongeveer tien jaren door de
thans voortvluchtige voor minstens
300.000 is verduisterd. De mogelijk
heid is niet uitgesloten dat het onder
zoek nog meer verduisteringen aan het
licht zal brengen.
De frauduleuze manipulaties van R.
werden onlangs ontdekt bij een con
trole door de Kamer van Toezicht. Toen
er een melding uitging naar het politie
bureau Pieter Aertszstraat te Amster
dam waar R. kantoor houdt nam R.
de vlucht. Hij vertrok maandag j.l. in
zijn grijs-groene Opel Kapitan 29-34 uit
zijn woning in Heemstede en is nog
steeds spoorloos.
De mogelijkheid tot zulke grote ver
duisteringen werd de notaris verschaft
door zijn beheer over omvangrijke
eigendommen van in de oorlog omge-
De vereniging leraren schoolmu-
organiseert een conferentie, te
ziek
houden op 3 en 4 januari a.s,
Hoomeboeg" bij Hilversum.
in „De
De staking der toneelknechten in de
Comédie Frangaise moge dan al veel
ongemak voor de acteur meebrengen,
er is ook een lichtzijde.
De voorstellingen gaan door. De ac
teurs zelf verrichten de nodigste han
delingen, halen het doel: en verrichten
enkele simpele changementen, maar
men is tot een radikale versobering van
de voorstellingen gekomen.
Op Kerstavond bijvoorbeeld speelde
men „La Reine Morte" van Henri de
Montherlant. Dit stuk is geënsceneerd
in een oogverblindende montering. Nu
echter speelt men het tegen een grijs
achterdoek en het „hof" is gestoffeerd
met welgeteld een stenen bank en drie
armstoelen. Aan het begin draagt een
figurant een groot bord op, waarop te
lezen staat: „in het paleis van koning
Ferrante".
In „Le Combat" van vrijdagochtend
is een interview gepubliceerd met een
van de sterren uit deze voorstelling,
Maurice Escande. „Men had zich
nooit voorgesteld dat „La Reine Mor
te" zo iets prachtigs kon worden. Wij
hadden bijna vergeten dat in het dra
matische theater de auteur, de tekst
en de vertolkers a,s het erop aankomt
de kwaliteit van het schouwspel uitma
ken", aldus Escande.
komen joodse Nederlanders. Het ging
bij deze vermogens om bedragen van
vele tonnen. De afwikkeling van deze
vermogensverdelingen over familieleden
vraagt veel tijd omdat de successie
ingewikkelde problemen stelt en de fa
milieleden dikwijls in andere delen van
de wereld woonachtig zijn. Notaris R.
eigende zich de gelden toe door valse
handtekeningen te plaatsen op uitbeta
lingen, die hijzelf inde. Het was hem
nog steeds gelukt om de verduisterin
gen geheim te houden, totdat de con
trole door de Kamer van Toezicht het
eerste feit aan het licht bracht. Aan
vankelijk dacht men dat de verduiste
ring niet verder ging dan een halve ton.
Thans echter heeft dit reeds de drie
ton overschreden. De Interpol is inge
schakeld om R., die naar alle waar
schijnlijkheid in het buitenland vertoeft,
te achterhalen.
Bewakers van de gevangenis te Walla
Walla, in de staat Washington, hebben
gisteren gevangenen betrapt op het
graven van een gang onder de gevan
genismuur. Deze gang had reeds een
lengte van tien tot vijftien meter. Een
van de bewakers werd met een stuk
hout neergeslagen en zijn collega's wer
den door de eigen gemaakte messen
der gevangenen op een afstand gehou
den. De gevangenen trokken zich ver
volgens op een cellengebouw terug. Ze
ven van de betrokken gevangenen zijn
geïdentificeerd door aarde onder hun
vingernagels en andere gevolgen van
het graafwerk. De bewakers schatten
echter dat zij tien tot twaalf man bij
dit werk verrast hebben.
(Vervolg van pag. 1)
Ook in het meer materiële vlak was
1957 niet bepaald een jaar zonder
golfslag. Ondanks het feit, dat dit
jaar begon met het in werking treden van
een onzer beste sociale wetten, de
A.O.W., moet worden gezegd dat het
een moeilijk jaar was, van welke moei
lijkheden het einde nog niet is te over
zien. De bestedingsbeperking temperde
al onmiddellijk de vreugde over de ver
lichting van de moeilijkheden voor on
ze bejaarde landgenoten. Wel voelde
aanvankelijk haast niemand de lichte
verzwaring der lasten, veroorzaakt
door het feit, dat de A.O.W.-premie
niet geheel werd gecompenseerd, maar
toen een aantal prijzen gingen stijgen
werden de klachten vooral bij de men
sen met de lage inkomens luider en
luider. We zagen protestvergaderingen
van laag betaalde ambtenaren, er
kwamen resoluties van de minimum
lijders in het vrije bedrijf. In de twee
de helft van het jaar werd evenwel dui
delijk dat een erger vijand dan beste
dingsbeperking de kop poogde op te ste
ken, nl. de dalend werkgelegenheid.
Ook hiervan willen we vooreerst zeg
gen, dat we de moeilijkheid zoals die
op het ogenblik reeds bestaat niet al
te zwaar moeten nemen. Wanneer op
een gegeven moment wordt vastgesteld
dat er 60.000 werklozen zijn, dan bete
kent dit nog niet dat nu ook evenzo
veel mensen maanden achtereen naar
een baas lopen te zoeken.
Velen zijn maar enkele dagen of hoog
uit een week zonder werk en hebben
dan bovendien nog recht op een wet
telijke wachtgeld- of werkloosheidsuit
kering, waarvoor zij zelf de premie
hebben betaald. Hier ligt wel het grote
verschil tussen de armlastige werkloze
van voorheen en de arbeidsreservist
van vandaag. Maar niettemin hebben de
leiders van ons sociale leven de wacht
betrokken met het geweer aan de voet,
teneinde deze vijand onmiddellijk te
lijf te kunnen gaan.
Met name geldt dit voor een aantal
gebieden in ons land waar tengevolge
van onvoldoende industrie-vestiging een
voortdurend arbeidersoverschot is.
Men kan van het leven altijd een dub
bele optelsom maken. De pessimist zal
alleen de zwarigheden zien en tot de
conclusie komen dat het in het leven
een hopeloze janboel is. Hij zal waar
schijnlijk van 1957 getuigen dat het
een iaar was vol oorlogsdreiging inter
nationaal, van veel armoede en onrecht
vaardigheid en dreigende werkloosheid
nationaal. Hij zal het voortduren van
de woningnood als een schuld van onze
leiders willen boeken.
De optimist daarentegen zal zeggen:
maar er was toch veel goeds in dit
jaar. We hadden een record-jaar voor
wat het aantal gebouwde nieuwe wonin
gen betreft; we maakten het gigantische
Delta-plan, we kregen een algemene
ouderdomswet. We menen dat het ver
standig is zowel de mooie als de zwak
ke zijde in ogenschouw te nemen en
vast te stellen, dat ook voor 1958 er
veel mensen worden gevraagd met gro
te verantwoordelijkheidszin, met grote
liefde en toewijding die de handen in
een willen slaan tot een arbeid welke
voeren zal tot verbetering van de men
selijke verhoudingen, nationaal en in
ternatte .aal.
Geve God
ook in 1958.
vele van deze werkers,
De Spaanse auteur Arturo Barea Is
dinsdag in Londen overleden. Barea ver
bleef sinds Franco aan de macht is ge
komen in vrijwillige ballingschap.
Behalve schrijver was hij ook spre
ker voor de radio (B.B.C.). Hij stierf
in zijn eigen woning in Faringdon op
kerst-avond. Hij bereikte de leeftijd
van 60 jaren.
Barea was censor van de buiten
landse pers in Madrid van 1936-'37.
Hij emigreerde in 1938 met zijn vrouw
Ilsa naar Frankrijk en ging in 1939
In Engeland wonen. Hij werd com
mentator bij de B.B.C. in de uitzen
dingen voor Latijns-Amerika.
Hij was internationaal beroemd om
zijn boeken, die in negen talen zijn
vertaald. Onder deze bevinden zich
„De Smidse" en „De strijd om d«
Spaanse ziel".
In 1948 kreeg Barea de Engelse na
tionaliteit.
Vertaald door
I. Gavers
van Geuns.
54
Ik had een speciale hekel aan Spaans en vaak moest
ik 's morgens vroeg opstaan om de lessen over te
schrijven omdat Hentz 's nachts besloten had dat we
„soy" moesten gebruiken in plaats van „estoy".
Hentz stond erop gelijk met de anderen uit de klas
examens af te leggen en op geen enkele wijze te
worden voorgetrokken. Ik merkte dat zijn vastbera
denheid om net als andere mensen behandeld te wor
den met de dag sterker werd maar zijn handschrift
heeft het de professoren zeker wel moeilijk ge-
lïicicikt
De eerste tijd dat Hentz weer naar de universiteit
ging, vergezelde ik hem en Willie iedere morgen
naar Macon en bleef dan bij een vriendin tot het
tijd was om hen weer op te halen en naar huis te
gaan. Willie James was een roekeloze chauffeur en
we voelden ons helemaal niet op ons gemak wan
neer hij en Hentz er alleen op uit waren. Na een tijdje
merkte ik dat het Hentz irriteerde als een kind be
handeld te worden. Het feit dat ik altijd met hem
meeging, deed afbreuk aan zijn onafhankelijkheids-
gevoel meende hij. Dus bleef ik voortaan thuis na
Hentz gesmeekt te hebben Willie in te tomen en God
gevraagd te hebben alsjeblieft voor hen te willen zor
gen.
Hentz zei of deed iedere dag wel iets wat me een
gebed van dankbaarheid ontlokte. Hij was steeds be
reid de dagelijkse moeilijkheden opgewekt onder ogen
te zien. Toen hij voor het eerst met zichzelf spotte,
kreeg ik een schok; daarna ontdekte ik, dat ik er ook
grapjes over kon maken! Op een dag kwam hij thuis
uit Mercer en vertelde me dat hij die avond terug
ging om te gaan dansen. Terwijl ik me afvroeg hoe
hij zich ertoe kon brengen naar een dansfeest te
gaan, zei hij: „Natuurlijk dans ik niet erg goed,
maar daarvoor kan ik niet thuis blijven".
Hentz had de Kappa Alpha-studentenclub gekozen
en ik geloof dat Fred een beetje teleurgesteld was
dat zijn zoon geen lid was geworden van de club
waar hijzelf vroeger bij had gehoord. Omdat Hentz
op de avond dat de clubs gekozen werden een in
fectie aan zijn urinewegen had, kon hij niet naar
Macon gaan. Hij vroeg me hem naar de telefoon
te duwen en hij belde het clubhuis van zijn keuze op
om hun van zijn beslissing in kennis te stellen. Ik
stond vlak bij de telefoon en kon het geschreeuw en
hoerageroep horen. De jongens begrepen hoe teleur
gesteld hij moest zijn dat hij niet naar Macon kon
komen om de verkiezingsceremonie bij de wonen.
Nog geen drie kwartier later werd er gebeld en toen
ik de deur opende, stond daar een grote groep jon
gens en meisjes. Ze zeiden: „Mevrouw Houser, we
komen Hentz zijn speldje van aspirantlid brengen".
Wat aardig van hen om dat te doen! Ik nodigde
hen in de zitkamer en Fred rolde Hentz binnen.
Toen een van de jongens hem het speldje opdeed,
kreeg ik een brok in mijn keel. Ze gaven ons allen
het gevoel dat ze het als een voorrecht beschouw
den, dat Hentz lid van hun club wilde worden. Ik
vond het het leukste stel jongelui, dat ik gezien had.
Frëd was volledig overtuigd en zei later, dat hij
hoegenaamd geen spijt had over de keuze van Hentz
nu hij met de Kappa Alpha's had kennis gemaakt.
De jongens van het clubhuis vroegen Willie James
of hij hun butler wilde worden. Willie had het ge
voel dat hij er ook helemaal bij hoorde. Op een van
de vergaderingen werd Hentz verteld dat hij dertig
uur werk moest verrichten voor de club, zoals koper
poetsen en het clubhuis schoonmaken. Willie James
bood aan om het voor hem te doen maar Hentz
weigerde. Hij zei, dat hij het zelf zou doen en bood
bovendien aan om al het tikwerk te doen dat nodig
was. Hentz vroeg ons een want te breien van schape
wol en die om zijn hand te binden. Daarmee poetste
hij koper en schoenen. Op een dag dat Hentz en Willie
James van de universiteit terugkwamen, kon ik zien
dat Hentz bijzonder in zijn schik was. Hij hield zijn
hoofd wat schuin en zei: „Hattie, je ziet nu voor je
de praeses van de groentjes van Kappa Alpha".
Terwijl hij sprak merkte ik wat deze eer voor hem
betekende. Plotseling voelde ik een golf van dank
baarheid jegens de jongelui aan de universiteit en
bijna vertelde ik Hentz dat ze mijn hart hadden ge
stolen. Want dat hadden ze inderdaad!
Hentz kreeg goede cijfers op de universiteit en
wanneer hij niet met het hoogste cijfer thuis kwam,
herinnerden Fred en ik hem eraan dat het nog niet
goed genoeg was. We verwachtten meer van hem dan
ooit. Hij bekende ons dat hij niet helemaal klaar ge
komen was met de beantwoording van de vragen op
het examen maar dit wilde hij niemand anders ver
tellen. Hij schreef zo langzaam dat ik nooit heb be
grepen hoe hij zelfs de helft van de vragen heeft
kunnen beantwoorden.
De bezigheden aan de universiteit en de club ga
ven Hentz genoeg te doen en te overdenken. Hij had
zitting in èomités om praalwagens klaar te maken
voor optochten, maar zijn enthousiasme voor be
paalde activiteiten overtrof de mijne omdat ik ge
dwongen was allerlei voorwerpen te fabriceren die
per se niet in mijn lijn lagen.
De buitensporigheden en wilde fantasieën van
Willie James bezorgden ons hoofdbrekens. Hij stel
de mijn geduld zodanig op de proef dat ik er ner
veus van werd en af en toe stond te beven alsof
ik koorts had. Het was bijzonder onaangenaam om
van hem afhankelijk te zijn en terwille van Hentz zijn
kuren te moeten verdragen. Fred vond het verstan
diger maar niets te zeggen omdat we hem zo nodig
hadden. Ik was van mening dat het wel zou hel
pen als ik hem eens goed de les zou lezen, maar
Fred raadde het me af en dus kropte ik alles maar
op. Op een dag liet Willie Hentz in het clubhuis in
Macon achter en nam onze wagen om twee uur lang
een negermeisje mee uit rijden te nemen terwijl
Hentz zat te wachten en de clubleden naar Willie
liepen te zoeken. Fred was razend toen ze thuis
kwamen en hij las Willie duchtig de les omdat door
zijn vrijpartij Hentz veel te lang overeind had moe
ten zitten. Hierna was Willie een veranderd jong
mens. Ik verbaasde mij erover en hoopte, dat de
verandering duurzaam zou zijn.
(Wordt vervolgd)
Het nieuwste snufje op het ge
bied van hypnose is het leren
van een vreemde taal, een le
ren „in trance". De man die zich
daar op het ogenblik naarstig mee
bezig houdt is de hypnotiseur Ri
chard Mikesell uit San Diego. Hij
heeft een proef genomen met een
31-jarige vrouw, mevrouw Tatum
om precies te zijn. De vrouw werd
door de heer Mikesell maar liefst 72
uur in trance gehouden. Intussen
draaide hij grammofoonplaten met
Spaanse lessen en verklaarde hij,
dat hij er zeker van was, dat me
vrouw Tatum terwijl zij in trance
naar de paten luisterde, evenveel
kennis van de Spaanse taal „absor
beerde" als het geval zou zijn ge
weest tijdens twee maanden nor
male lessen. Toen mevrouw Tatum
wakker werd uit haar trance zei ze
pardoes „Buenos tardes, senor".
Meer zei ze voorlopig nog niet. Het
kan wel enige dagen duren, aldus
de heer Mikesell voordat alle on
der hypnose opgestoken kennis
van het Spaans uit haar onderbe
wustzijn naar boven is gekomen...
riefverkeer per fles tussen het
Duitse eiland Sild en het Deen
se eiland Fanoe blijkt vlugger
te gaan dan de gewone verzending
per P.T.T. Grethe Matthesen uit Fa
noe, een blonde schone, vond dezer
dagen twee flessen met brieven op ()n A a orrmrl
het strand. De flessen waren daags
tevoren bii Sild in zee geworpen.
Had men daar van de diensten van
de P.T.T. gebruik gemaakt, dan
zouden de brieven teminste twee
dagen onderweg zijn geweest.
dag weer, maar iedere dag komt
hij terug. Het beest doet dat al 15
jaar. Het is een gebaar van dank
baarheid ten opzichte van zijn
baas, die hem in 1942 van een wisse
dood redde, toen het dier in een
sterk stromende rivier was geval
len. Toen de hond van alle schrik
bekomen was, „beloonde" hij zijn
meester door hem iedere dag van
de bus te komen halen. Een jaar la
ter, in 1943, werd de baas bij een
luchtbombardement gedood, doch
de hond is niettemin iedere dag
weer naar de bushalte gegaan. De
zer dagen heeift de burgemeester
de hond onderscheiden met een zil
veren medaille. Het beest is de troe
telhond geworden van de ganse
gemeenschap van Borgo san Lo
renzo.
n het Italiaanse plaatsje Borgo
san Lorenzo speelt zich iedere
namiddag een tafreeltje af. dat
de bewoners van het dorp steeds
weer week om het hart maakt. Te
gen de tijd, dat de autobus uit een
naburig dorpje moet aankomen,
staat een hond bij de halte te wach
ten. Hij wacht tevergeefs, iedere
Toen de bazen van de communis
tische partij in Esbjerg op
West-Jutland onlangs hun bu
reau binnenstapten om de nieuwe
werkdag te beginnen, kwamen zij
tot de ontstellende ontdekking, dat
alle stoelen en tafels uit de lokalen
waren verdwenen, weshalve ze wel
genoodzaakt waren hun werk, zit
tend op de grond, te verrichten, ook
al, omdat niemand er In Esbjerg
iets voor voelde, de rode heren van
nieuw meubilair te voorzien. Er
gens op het bureau hing een briefje
aan de wand met het opschrift: In
Siberië zijn ook geen stoelen. Wen
er vast aan!
r