„Operatie voor een In de zomer Zeeleeuw m inval in van 1940 heeft de Hitiers Engeland Britse plan natie zich in groot gevaar bevonden Tussen „Duinkerken" „Battle of Britain en de ROOD IN DE SNEEUW Dubbele optelsom Drie ton verduisterd zoon wil niet sterven Spaanse lessen onder hypnose B I Sprekende krant Wedloop naar de Zuidpool Notaris R. nog voortvluchtig Staking leidt tot versobering Tussen neus en lippen CHURCHILL: „I HAVE NOTHING TO OFFER BUT BLOOD, TOIL, TEARS AND SWEAT' WmÊ Japanse uitvinding Hillary voor op dr. Fuchs Op de tekst komt het aan Gevangenen graven gang onder muur van gevangenis Arturo Barea overleden Doe het per fles Hondentrouw ZATERDAG 28 DECEMBER 1957 PAGINA 7 door HARRIET H. HGUSER Bijna negen eeuwen lang is Engeland nu al gespaard gebleven voor een grote invasie. De laatste grote landing van vreemde troepen op de Engelse kust vond plaats in het jaar 1066, dichtbij de plaats waar nu het stadje Hastings ligt. Sindsdien zijn er door andere mogendheden nog wel een paar pogingen tot een inval ondernomen, maar steeds zonder succes. De Spanjaarden stuurden in de zestiende eeuw hun Armada, om de Engelsen te onderwerpen, en in de eerste jaren van de 19e eeuw trof Napoleon een aantal voorbereidingen voor een verovering van het Britse rijk, maar beide ondernemingen liepen op niets uit. Ver volgens hebben de Engelsen onder de Eerste Wereld oorlog gedurende enige tijd ernstig rekening gehouden met de mogelijkheid van een Duitse overval, maar in feite hebben de Duitsers toen nooit plannen voor een invasie gekoesterd. In het begin van de Tweede Wereld oorlog echter hebben de Britten wel degelijk groot gevaar gelopen. Ten onrechte heeft men na afloop van deze oorlog vaak spottend gesproken over Hitiers plan om Engeland te veroveren. In Nederland hebben de primitieve landingsvaartuigen die de Duitsers in ver scheidene havens hadden klaar liggen aanleiding gegeven tot veel hilariteit. Maar het invasieplan van de Nazi's („Operatie Zeeleeuw") was geen grapje. Groot-Brittannië heeft in de zomer van 1940 aan een zeer groot gevaar bloot gestaan. Hoewel in het Duitse kamp gedurende ongeveer twaalf weken koortsachtig gewerkt werd aan de invasie voorbereidingen, heeft de massa van het Duitse volk er indertijd weinig van gemerkt. De plannen waren slechts in kleine kring bekend. In Engeland daarentegen heeft men tussen eind mei en begin oktober in grote bezorgdheid geleefd voor een inval van de vijand. De hele natie heeft maandenlang alle mogelijke maatregelen getroffen, om zich tegen eventuele veroveringspogingen van de Nazi s te verzetten. m S "ni8ii HitLer en diens Opperbevelhebber van de marine, Raeder, na de bijeenkomst van het Duitse Opperkommando, waarbij de inval in Engeland voor het eerst ter sprake kwam. treffen van de Luftwaffe met de R.A.F. de „Battle of Britain" maakte de finitief een einde aan het invasie-gevaar waardoor Engeland maandenlang be dreigd was geweest. Churchill had dan ook alle reden zijn luchtmacht hogelijk te prijzen in de vermaarde woorden: „Never in the field of human conflict was so much owed by so many to so few". Over deze episode van de tweede we reldoorlog is onlangs een boek geschre ven door Peter Fleming, dat nu bij Sijt- hoff te Leiden in een goede Nederlandse vertaling is verschenen, onder de titel „Invasie 1940". In dit buiten- gewoon spannende verhaal wordt ons nauwkeurig' besch. -iven, wat voor voor bereidingen de Duitsers getroffen had den om de Britse eilanden binnen te dringen, en met welke maatregelen de Engelse regering zich tegen deze be dreiging verweerde. Op 16 juli 1940 gaf Adolf Hitler, als Kanselier van het Duitse Rijk en Opperbevelhebber van de Strijd krachten, zijn legerorder no. 16 uit. De aanhef van dit bevel luidde als volgt: „Aangezien Engeland tot dusverre, ondanks zijn hopeloze militaire posi tie, onwillig is gebleken tot enig com promis, heb ik het besluit genomen, eer. invasie van Engeland voor te be reiden en indien nodig uit te voeren. Deze operatie is noodzakelijk om Groot-Brittannië uit te schakelen als basis voor een oorlog tegen Duitsland en indien nodig zal het eiland worden bezet". Vervolgens gaf de Führer in deze le gerorder nauwkeurige instructies voor de uitvoering van zijn besluit. Opvallend is de betrekkelijk rustige toon van dit document, dat bovendien blijk geeft van Hitiers hinken op twee gedachten, in zijn beleid ten aanzien van de Britten. Enerzijds bleef Hitier hopen op een vreedzame regeling met Engeland. Hij bleef men zou kunnen zeggen: tegen beter weten in reke ning houden met de mogelijkheid van een vroegtijdige Britse capitulatie. An derzijds zag de_ Führer in Engeland een ernstige bedreiging van Duitsland, en hjj besefte dat hij door de nood gedwon gen zou kunnen worden krachtig toe te slaan. Zijn grote ambitie was niet de bezetting van de Britse eilanden. Als Engeland:, strijdkrachten maar eerst onschadelijk gemaakt waren, kon hij nog verder zien. Het denkbeeld van een invasie was overigens reeds op 21 mei, de dag waarop de Duitse stoottroepen de Franse Kanaalkust bereikten, door Raeder, de Opperbevelhebber van de Duitse marine, aan Hitier voorgelegd. Hitler was er toen niet erg enthou siast op ingegaan. Maar in juni be gon hij steeds meer aan een inval in Engeland te denken, en tenslotte liet hij op 2 juli zijn chef van de generale staf, Keitel, een order uitgeven, waarin verklaard werd dat de Füh rer tot de overtuiging was gekomen, dat een landing in Engeland „moge lijk" was. Als overigens de Duitsers eind mei geen grote strategische fouten hadden gemaakt in hun treffen met de Gealli- Kapituleren of sterven" (Een politieke prent uit het nummer van „Punch" van 24 juli 1940V eerden in Noord-Frankrijk, zou het Brit se Expeditieleger een kolossale slag zijn toegebracht, die voor Engeland wel eens het begin van het einde had kun nen betekenen. Maar de Engelse troe pen wisten, via Duinkerken, te ontko men aan de dreigende slachting. Ove rigens heeft Hitier, toen de invasie voorbereidingen in volle gang waren, op nieuw een ernstige strategische vergis sing begaan. Zijn luchtoffensief tegen Engeland officieel „Operatie Ade laar" genoemd was niet weloverwo gen. In deze aanval, die op 13 augus tus begon en die lange tijd werd voort gezet, verspeelde hij zoveel vliegtuigen dat hij zich de kans ontnam om Groot- Brittannië nog in 1940 te veroveren. (In 1941 en later zou hij er helemaal niet meer de gelegenheid toe krijgen.) Het Terecht heeft Peter Fleming in zijn boek veel aandacht gewijd aan Engelands grote leider, die van het begin af aan de natie de ernst van de toestand voortdurend voor ogen hield, maar die zijn landgenoten tege lijk Inspireerde tot een vurig geloof in de uiteindelijke overwinning. Reeds op 13 mei 1940, drie dagen nadat hij Cham berlain als premier was opgevolgd, hield Churchill een rede tot het Lager huis, waarin hij een programma ont vouwde voor de strijd om Engelands voortbëstaan. Het was bij deze gelegen heid dat hij de sombere boodschap uit sprak: „I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat". En op 14 juli, toen de beproeving van „Duinkerken" nog vers in het geheu- vtf V 3 Churchill inspecteert een van de eerste wegversperringen. Foto uit het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen men in Engeland nog ernstig rekening hield met een Duitse invasie. gen lag, toen Frankrijk als bondgenoot was uitgeschakeld en toen Engeland zelf een invasie vreesde, was het weer Churchill die de woorden wist te vin den om het moreel van zijn landgeno ten te versterken. In een prachtige lan ge volzin riep hij het beeld op van een trots Albion dat zich de bedreiging be wust is, maar dat op eigen kracht ver trouwt: „Hier in di; sterke bolwerk", zo sprak hij, „waar de verworvenheden van de mensheid veilig zijn en dat van diepgaand belang is voor de christelijke beschaving, hier, omringd door zeeën en oceanen, waarop de Navy regeert, beschut tegen gevaren vanuit de lucht door de heldenmoed en de toewijding van onze vliegers, wachten wij onver vaard de dreigende aanval af". Dat die aanval nooit de vorm heeft aangenomen van een Duitse landing op de Britse kusten is behalve aan Hitiers beleidsfouten ongetwijfeld voor een be langrijk deel te danken geweest aan het optreden van de Britse premier, van wie met een variatie op zijn eigen woorden in 1940 in Engeland wel' ge zegd is: Nooit hebben zovelen zoveel te danken gehad aan één man. HANS BRONKHORST. Prof. Yasushi Hoshinc, docent aan de technische universiteit van Tokio, heeft dezer dagen verklaard dat zijn uitvin ding, de „sprekende krant", op de we reldtentoonstelling in Brussel te bezich tigen en beluisteren zal zijn. Prof. Hoshino heeft een machine uit gevonden die op een normale rotatie pers gebouwd kan worden. De kranten die volgens het Hoshino-systeem ge drukt worden blijven telkens aan een kant van een blad blanco, en worden inplaats van met inktletters, bedrukt met een soort van groevensysteem. dat zich door een machine laat omzetten tot een gesproken tekst, corresponde rend met wat aan de andere zijde in normaal leesbaar schrift gedrukt is. Twee van zulke installaties zullen naar Brussel worden gezonden door de „Canon" cameraffabrieken, die de pro- duktie van prof. Hoshino's uitvinding ter hand genomen hebben. Tegen het eind van dit jaar verwacht men tien complete installaties gereed te hebben, en tegen eind 1958 zal alles gereed zijn voor de serie-produktie. Hoewel het wetenschappelijk hoofd kwartier van de Engelse Zuidpoolexpe ditie te Londen bij monde van zijn offi ciële woordvoerder ontkent dat er spra ke is van een naijver, schijnt zich aan de zuidpool een wedstrijd te hebben ontwikkeld tussen de twee delen van de expeditie die, onder leiding van sir Edmund Hillary en van dr. Vivian Fuchs, de Engelse bijdrage aan het in ternationaal geofysisch jaar omvat. Sir Edmund Hillary, de beklimmer van Mount Everest, heeft de beste pa pieren: zijn groep staat 463 km van het einddoel, terwijl die van dr. Fuchs nog 800 km heeft af te leggen. Tweede Kerstdag was Hillary het wachten te zwaar geworden, en zond hij vanaf zijn laatste basis, 520 km van de pool af, een radioboodschap waarin hij aankondigde, met inzet van alles naar de pool te zullen gaan. Aanvan kelijk lag het in de bedoeling dat hij op deze basis zou wachten totdat de ex peditie van dr. Fuchs, de leider van de gehele onderneming, zich bij hem zou hebben gevoegd. Ook het hoofdkwartier in Londen heeft, enkele dagen geleden, verklaard dat dit de opzet was. Maar Hillary heeft geluk en goed weer gehad, terwijl de expeditie van dr. Fuchs met verschillende tegenslagen te kampen heeft gehad. Hillary was voor op zijn schema, dr. Fuchs had een achterstand op zijn schema. Wanneer de overwinnaar van Mount Everest zijn tempo kan volhouden zal hij, naar men in wetenschappelijke kringen stellig verwacht, op Nieuwjaarsdag de Zuid pool kunnen bereiken. Foor hart je winter is dit lekker warme vest in voyant rood, van pluizige zachte wol, afgeboord met een grof gebreide ribbelrand. De flatteuze om- de-kin-sluitende muts, die ze in de middeleeuwen ook al zo droegen, hoort bij de rode jumper, die onder het vest wordt gedragen op de grijs en zwart gestreepte pantalon. Het effect van rood wordt nog levendiger in de witte sneeuw, waar deze uitrusting kennelijk voor bedoeld is. Het voortgezet onderzoek in de boe ken van de voortvluchtige notaris G. A. R. jr. heeft uitgewezen dat in de loop van ongeveer tien jaren door de thans voortvluchtige voor minstens 300.000 is verduisterd. De mogelijk heid is niet uitgesloten dat het onder zoek nog meer verduisteringen aan het licht zal brengen. De frauduleuze manipulaties van R. werden onlangs ontdekt bij een con trole door de Kamer van Toezicht. Toen er een melding uitging naar het politie bureau Pieter Aertszstraat te Amster dam waar R. kantoor houdt nam R. de vlucht. Hij vertrok maandag j.l. in zijn grijs-groene Opel Kapitan 29-34 uit zijn woning in Heemstede en is nog steeds spoorloos. De mogelijkheid tot zulke grote ver duisteringen werd de notaris verschaft door zijn beheer over omvangrijke eigendommen van in de oorlog omge- De vereniging leraren schoolmu- organiseert een conferentie, te ziek houden op 3 en 4 januari a.s, Hoomeboeg" bij Hilversum. in „De De staking der toneelknechten in de Comédie Frangaise moge dan al veel ongemak voor de acteur meebrengen, er is ook een lichtzijde. De voorstellingen gaan door. De ac teurs zelf verrichten de nodigste han delingen, halen het doel: en verrichten enkele simpele changementen, maar men is tot een radikale versobering van de voorstellingen gekomen. Op Kerstavond bijvoorbeeld speelde men „La Reine Morte" van Henri de Montherlant. Dit stuk is geënsceneerd in een oogverblindende montering. Nu echter speelt men het tegen een grijs achterdoek en het „hof" is gestoffeerd met welgeteld een stenen bank en drie armstoelen. Aan het begin draagt een figurant een groot bord op, waarop te lezen staat: „in het paleis van koning Ferrante". In „Le Combat" van vrijdagochtend is een interview gepubliceerd met een van de sterren uit deze voorstelling, Maurice Escande. „Men had zich nooit voorgesteld dat „La Reine Mor te" zo iets prachtigs kon worden. Wij hadden bijna vergeten dat in het dra matische theater de auteur, de tekst en de vertolkers a,s het erop aankomt de kwaliteit van het schouwspel uitma ken", aldus Escande. komen joodse Nederlanders. Het ging bij deze vermogens om bedragen van vele tonnen. De afwikkeling van deze vermogensverdelingen over familieleden vraagt veel tijd omdat de successie ingewikkelde problemen stelt en de fa milieleden dikwijls in andere delen van de wereld woonachtig zijn. Notaris R. eigende zich de gelden toe door valse handtekeningen te plaatsen op uitbeta lingen, die hijzelf inde. Het was hem nog steeds gelukt om de verduisterin gen geheim te houden, totdat de con trole door de Kamer van Toezicht het eerste feit aan het licht bracht. Aan vankelijk dacht men dat de verduiste ring niet verder ging dan een halve ton. Thans echter heeft dit reeds de drie ton overschreden. De Interpol is inge schakeld om R., die naar alle waar schijnlijkheid in het buitenland vertoeft, te achterhalen. Bewakers van de gevangenis te Walla Walla, in de staat Washington, hebben gisteren gevangenen betrapt op het graven van een gang onder de gevan genismuur. Deze gang had reeds een lengte van tien tot vijftien meter. Een van de bewakers werd met een stuk hout neergeslagen en zijn collega's wer den door de eigen gemaakte messen der gevangenen op een afstand gehou den. De gevangenen trokken zich ver volgens op een cellengebouw terug. Ze ven van de betrokken gevangenen zijn geïdentificeerd door aarde onder hun vingernagels en andere gevolgen van het graafwerk. De bewakers schatten echter dat zij tien tot twaalf man bij dit werk verrast hebben. (Vervolg van pag. 1) Ook in het meer materiële vlak was 1957 niet bepaald een jaar zonder golfslag. Ondanks het feit, dat dit jaar begon met het in werking treden van een onzer beste sociale wetten, de A.O.W., moet worden gezegd dat het een moeilijk jaar was, van welke moei lijkheden het einde nog niet is te over zien. De bestedingsbeperking temperde al onmiddellijk de vreugde over de ver lichting van de moeilijkheden voor on ze bejaarde landgenoten. Wel voelde aanvankelijk haast niemand de lichte verzwaring der lasten, veroorzaakt door het feit, dat de A.O.W.-premie niet geheel werd gecompenseerd, maar toen een aantal prijzen gingen stijgen werden de klachten vooral bij de men sen met de lage inkomens luider en luider. We zagen protestvergaderingen van laag betaalde ambtenaren, er kwamen resoluties van de minimum lijders in het vrije bedrijf. In de twee de helft van het jaar werd evenwel dui delijk dat een erger vijand dan beste dingsbeperking de kop poogde op te ste ken, nl. de dalend werkgelegenheid. Ook hiervan willen we vooreerst zeg gen, dat we de moeilijkheid zoals die op het ogenblik reeds bestaat niet al te zwaar moeten nemen. Wanneer op een gegeven moment wordt vastgesteld dat er 60.000 werklozen zijn, dan bete kent dit nog niet dat nu ook evenzo veel mensen maanden achtereen naar een baas lopen te zoeken. Velen zijn maar enkele dagen of hoog uit een week zonder werk en hebben dan bovendien nog recht op een wet telijke wachtgeld- of werkloosheidsuit kering, waarvoor zij zelf de premie hebben betaald. Hier ligt wel het grote verschil tussen de armlastige werkloze van voorheen en de arbeidsreservist van vandaag. Maar niettemin hebben de leiders van ons sociale leven de wacht betrokken met het geweer aan de voet, teneinde deze vijand onmiddellijk te lijf te kunnen gaan. Met name geldt dit voor een aantal gebieden in ons land waar tengevolge van onvoldoende industrie-vestiging een voortdurend arbeidersoverschot is. Men kan van het leven altijd een dub bele optelsom maken. De pessimist zal alleen de zwarigheden zien en tot de conclusie komen dat het in het leven een hopeloze janboel is. Hij zal waar schijnlijk van 1957 getuigen dat het een iaar was vol oorlogsdreiging inter nationaal, van veel armoede en onrecht vaardigheid en dreigende werkloosheid nationaal. Hij zal het voortduren van de woningnood als een schuld van onze leiders willen boeken. De optimist daarentegen zal zeggen: maar er was toch veel goeds in dit jaar. We hadden een record-jaar voor wat het aantal gebouwde nieuwe wonin gen betreft; we maakten het gigantische Delta-plan, we kregen een algemene ouderdomswet. We menen dat het ver standig is zowel de mooie als de zwak ke zijde in ogenschouw te nemen en vast te stellen, dat ook voor 1958 er veel mensen worden gevraagd met gro te verantwoordelijkheidszin, met grote liefde en toewijding die de handen in een willen slaan tot een arbeid welke voeren zal tot verbetering van de men selijke verhoudingen, nationaal en in ternatte .aal. Geve God ook in 1958. vele van deze werkers, De Spaanse auteur Arturo Barea Is dinsdag in Londen overleden. Barea ver bleef sinds Franco aan de macht is ge komen in vrijwillige ballingschap. Behalve schrijver was hij ook spre ker voor de radio (B.B.C.). Hij stierf in zijn eigen woning in Faringdon op kerst-avond. Hij bereikte de leeftijd van 60 jaren. Barea was censor van de buiten landse pers in Madrid van 1936-'37. Hij emigreerde in 1938 met zijn vrouw Ilsa naar Frankrijk en ging in 1939 In Engeland wonen. Hij werd com mentator bij de B.B.C. in de uitzen dingen voor Latijns-Amerika. Hij was internationaal beroemd om zijn boeken, die in negen talen zijn vertaald. Onder deze bevinden zich „De Smidse" en „De strijd om d« Spaanse ziel". In 1948 kreeg Barea de Engelse na tionaliteit. Vertaald door I. Gavers van Geuns. 54 Ik had een speciale hekel aan Spaans en vaak moest ik 's morgens vroeg opstaan om de lessen over te schrijven omdat Hentz 's nachts besloten had dat we „soy" moesten gebruiken in plaats van „estoy". Hentz stond erop gelijk met de anderen uit de klas examens af te leggen en op geen enkele wijze te worden voorgetrokken. Ik merkte dat zijn vastbera denheid om net als andere mensen behandeld te wor den met de dag sterker werd maar zijn handschrift heeft het de professoren zeker wel moeilijk ge- lïicicikt De eerste tijd dat Hentz weer naar de universiteit ging, vergezelde ik hem en Willie iedere morgen naar Macon en bleef dan bij een vriendin tot het tijd was om hen weer op te halen en naar huis te gaan. Willie James was een roekeloze chauffeur en we voelden ons helemaal niet op ons gemak wan neer hij en Hentz er alleen op uit waren. Na een tijdje merkte ik dat het Hentz irriteerde als een kind be handeld te worden. Het feit dat ik altijd met hem meeging, deed afbreuk aan zijn onafhankelijkheids- gevoel meende hij. Dus bleef ik voortaan thuis na Hentz gesmeekt te hebben Willie in te tomen en God gevraagd te hebben alsjeblieft voor hen te willen zor gen. Hentz zei of deed iedere dag wel iets wat me een gebed van dankbaarheid ontlokte. Hij was steeds be reid de dagelijkse moeilijkheden opgewekt onder ogen te zien. Toen hij voor het eerst met zichzelf spotte, kreeg ik een schok; daarna ontdekte ik, dat ik er ook grapjes over kon maken! Op een dag kwam hij thuis uit Mercer en vertelde me dat hij die avond terug ging om te gaan dansen. Terwijl ik me afvroeg hoe hij zich ertoe kon brengen naar een dansfeest te gaan, zei hij: „Natuurlijk dans ik niet erg goed, maar daarvoor kan ik niet thuis blijven". Hentz had de Kappa Alpha-studentenclub gekozen en ik geloof dat Fred een beetje teleurgesteld was dat zijn zoon geen lid was geworden van de club waar hijzelf vroeger bij had gehoord. Omdat Hentz op de avond dat de clubs gekozen werden een in fectie aan zijn urinewegen had, kon hij niet naar Macon gaan. Hij vroeg me hem naar de telefoon te duwen en hij belde het clubhuis van zijn keuze op om hun van zijn beslissing in kennis te stellen. Ik stond vlak bij de telefoon en kon het geschreeuw en hoerageroep horen. De jongens begrepen hoe teleur gesteld hij moest zijn dat hij niet naar Macon kon komen om de verkiezingsceremonie bij de wonen. Nog geen drie kwartier later werd er gebeld en toen ik de deur opende, stond daar een grote groep jon gens en meisjes. Ze zeiden: „Mevrouw Houser, we komen Hentz zijn speldje van aspirantlid brengen". Wat aardig van hen om dat te doen! Ik nodigde hen in de zitkamer en Fred rolde Hentz binnen. Toen een van de jongens hem het speldje opdeed, kreeg ik een brok in mijn keel. Ze gaven ons allen het gevoel dat ze het als een voorrecht beschouw den, dat Hentz lid van hun club wilde worden. Ik vond het het leukste stel jongelui, dat ik gezien had. Frëd was volledig overtuigd en zei later, dat hij hoegenaamd geen spijt had over de keuze van Hentz nu hij met de Kappa Alpha's had kennis gemaakt. De jongens van het clubhuis vroegen Willie James of hij hun butler wilde worden. Willie had het ge voel dat hij er ook helemaal bij hoorde. Op een van de vergaderingen werd Hentz verteld dat hij dertig uur werk moest verrichten voor de club, zoals koper poetsen en het clubhuis schoonmaken. Willie James bood aan om het voor hem te doen maar Hentz weigerde. Hij zei, dat hij het zelf zou doen en bood bovendien aan om al het tikwerk te doen dat nodig was. Hentz vroeg ons een want te breien van schape wol en die om zijn hand te binden. Daarmee poetste hij koper en schoenen. Op een dag dat Hentz en Willie James van de universiteit terugkwamen, kon ik zien dat Hentz bijzonder in zijn schik was. Hij hield zijn hoofd wat schuin en zei: „Hattie, je ziet nu voor je de praeses van de groentjes van Kappa Alpha". Terwijl hij sprak merkte ik wat deze eer voor hem betekende. Plotseling voelde ik een golf van dank baarheid jegens de jongelui aan de universiteit en bijna vertelde ik Hentz dat ze mijn hart hadden ge stolen. Want dat hadden ze inderdaad! Hentz kreeg goede cijfers op de universiteit en wanneer hij niet met het hoogste cijfer thuis kwam, herinnerden Fred en ik hem eraan dat het nog niet goed genoeg was. We verwachtten meer van hem dan ooit. Hij bekende ons dat hij niet helemaal klaar ge komen was met de beantwoording van de vragen op het examen maar dit wilde hij niemand anders ver tellen. Hij schreef zo langzaam dat ik nooit heb be grepen hoe hij zelfs de helft van de vragen heeft kunnen beantwoorden. De bezigheden aan de universiteit en de club ga ven Hentz genoeg te doen en te overdenken. Hij had zitting in èomités om praalwagens klaar te maken voor optochten, maar zijn enthousiasme voor be paalde activiteiten overtrof de mijne omdat ik ge dwongen was allerlei voorwerpen te fabriceren die per se niet in mijn lijn lagen. De buitensporigheden en wilde fantasieën van Willie James bezorgden ons hoofdbrekens. Hij stel de mijn geduld zodanig op de proef dat ik er ner veus van werd en af en toe stond te beven alsof ik koorts had. Het was bijzonder onaangenaam om van hem afhankelijk te zijn en terwille van Hentz zijn kuren te moeten verdragen. Fred vond het verstan diger maar niets te zeggen omdat we hem zo nodig hadden. Ik was van mening dat het wel zou hel pen als ik hem eens goed de les zou lezen, maar Fred raadde het me af en dus kropte ik alles maar op. Op een dag liet Willie Hentz in het clubhuis in Macon achter en nam onze wagen om twee uur lang een negermeisje mee uit rijden te nemen terwijl Hentz zat te wachten en de clubleden naar Willie liepen te zoeken. Fred was razend toen ze thuis kwamen en hij las Willie duchtig de les omdat door zijn vrijpartij Hentz veel te lang overeind had moe ten zitten. Hierna was Willie een veranderd jong mens. Ik verbaasde mij erover en hoopte, dat de verandering duurzaam zou zijn. (Wordt vervolgd) Het nieuwste snufje op het ge bied van hypnose is het leren van een vreemde taal, een le ren „in trance". De man die zich daar op het ogenblik naarstig mee bezig houdt is de hypnotiseur Ri chard Mikesell uit San Diego. Hij heeft een proef genomen met een 31-jarige vrouw, mevrouw Tatum om precies te zijn. De vrouw werd door de heer Mikesell maar liefst 72 uur in trance gehouden. Intussen draaide hij grammofoonplaten met Spaanse lessen en verklaarde hij, dat hij er zeker van was, dat me vrouw Tatum terwijl zij in trance naar de paten luisterde, evenveel kennis van de Spaanse taal „absor beerde" als het geval zou zijn ge weest tijdens twee maanden nor male lessen. Toen mevrouw Tatum wakker werd uit haar trance zei ze pardoes „Buenos tardes, senor". Meer zei ze voorlopig nog niet. Het kan wel enige dagen duren, aldus de heer Mikesell voordat alle on der hypnose opgestoken kennis van het Spaans uit haar onderbe wustzijn naar boven is gekomen... riefverkeer per fles tussen het Duitse eiland Sild en het Deen se eiland Fanoe blijkt vlugger te gaan dan de gewone verzending per P.T.T. Grethe Matthesen uit Fa noe, een blonde schone, vond dezer dagen twee flessen met brieven op ()n A a orrmrl het strand. De flessen waren daags tevoren bii Sild in zee geworpen. Had men daar van de diensten van de P.T.T. gebruik gemaakt, dan zouden de brieven teminste twee dagen onderweg zijn geweest. dag weer, maar iedere dag komt hij terug. Het beest doet dat al 15 jaar. Het is een gebaar van dank baarheid ten opzichte van zijn baas, die hem in 1942 van een wisse dood redde, toen het dier in een sterk stromende rivier was geval len. Toen de hond van alle schrik bekomen was, „beloonde" hij zijn meester door hem iedere dag van de bus te komen halen. Een jaar la ter, in 1943, werd de baas bij een luchtbombardement gedood, doch de hond is niettemin iedere dag weer naar de bushalte gegaan. De zer dagen heeift de burgemeester de hond onderscheiden met een zil veren medaille. Het beest is de troe telhond geworden van de ganse gemeenschap van Borgo san Lo renzo. n het Italiaanse plaatsje Borgo san Lorenzo speelt zich iedere namiddag een tafreeltje af. dat de bewoners van het dorp steeds weer week om het hart maakt. Te gen de tijd, dat de autobus uit een naburig dorpje moet aankomen, staat een hond bij de halte te wach ten. Hij wacht tevergeefs, iedere Toen de bazen van de communis tische partij in Esbjerg op West-Jutland onlangs hun bu reau binnenstapten om de nieuwe werkdag te beginnen, kwamen zij tot de ontstellende ontdekking, dat alle stoelen en tafels uit de lokalen waren verdwenen, weshalve ze wel genoodzaakt waren hun werk, zit tend op de grond, te verrichten, ook al, omdat niemand er In Esbjerg iets voor voelde, de rode heren van nieuw meubilair te voorzien. Er gens op het bureau hing een briefje aan de wand met het opschrift: In Siberië zijn ook geen stoelen. Wen er vast aan! r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 7