.Wat doen wij voor de
oecumenische
D
beweg
mg
iSSEi
ssftasSSfimuK
D,
'e grote zorg
J*ss
Ir F» s™«
«csar
„Zwaarmoedige liederen" van
Dire Bouts te Delft
si
D
Een
Lichte muziek op
zwarte schijven
greep uit het
45-toeren repertoire
sac
-"-sa "s.n,?,Sfn sa
TWEE SOORTEN ROMANTIEK
Ludwig Bergers muziek
en Gheorghiu's politiek
Van boeken
en schrijvers
D
D
E
ssatva éiB
hï.r«»' JSrs
Geloof
en
leven
"wt";::2m«E.fes«
t4 '0»™„w,Lk!5n»
m
ZATERDAG 4 JANUARI 1958
PAGINA 9
t'<Da Kerj^
hun"^e^w^\1ft\.l^t°üdgent{r^iïe,:i
Ten tLeTbSklnr vanblrheid--1.
S^mpoteohap ntai™"
Vv a"he,tr -men PP deze manier
Ir-#
Liturgische weekkalender
OPDRACHTEN
Het zijn de laatste boeken van twee romantische naturen, die in de veel
heid der najaars-boekenaanbieding de aandacht trekken; „Wenn die
Musik der Liebe Nahrung ist" van Ludwig Berger en
„Pilatus aan de Donau" van Virgil Gheorghiu. De eerste auteur,
bekend en beroemd als film- en toneelregisseur, is een hartstochtelijk mu
ziekliefhebber, vol van heimwee naar de tijd toen hij in de familie- en ken
nissenkring weinig anders ontmoette dan muziekgevoelige naturen, voor
wie Beethoven het genie bij uitstek was en het muziekmaken de belang
rijkste tijdpassering die een mens kon toevallen. Hij heeft, die tijd geden
kende, veertien variaties geschreven op zijn grote dank aan de muziek,
„vierzehn Variationen des Dankes mit einem Nachspiel" (Rainer Wunder-
lich Verlag Hermann Leins Tübingen). De verteller heeft veertien maal de
liefde in het leven van componisten bezongen, kunnen we wel zeggen, zo
hooggestemd zijn zijn woorden over de genieën, om wier aandoeningen hij
zijn fantasieën heeft geweven.
Concertgebouworkest
naar Salzburg genodigd
Rijksadviescommissies
voor de beeldende
kunst
Zorgen in Frankrijk
Nachtelijk Europa
N.T.S. heejt plannen
De Gijsbrecht
Cecilia Andriessen
Singapore
je maand januari staat sinds de
laatste tientallen jaren in het te
ken van de hereniging der chris
tenen. Men noemt dit de oecumenische
beweging, een streven onder de christe
nen om tot de door Christus bedoelde
eenheid te komen. Op initiatie!: van de
later katholiek geworden Paul Watson
werd van 1825 januari een internatio
nale bidweek gepropageerd tot deze in
tentie. In Engeland volgde Spencer Jo
nes dit voorbeeld na; in Frankrijk was
abbé Couturier de grote promotor. Paus
Pius X nam in 1909 dit initiatief over
en beval de gebedsactie zeer dringend
aan. Sindsdien heeft deze zich over de
hele wereld verbreid en tegenwoordig
is zü algemeen in gebruik. Het Aposto
laat der Hereniging heeft voor iedere
dag van de bidweek afzonderlijke inten
ties vastgesteld, die zo gekozen zijn dat
zij de hele mensheid omvatten. Het is
immers Christus bedoeling heel het
mensdom te „verzamelen in één
schaapstal onder één herder".
Het Apostolaat des Gebeds, óók een
wereldgebedsactie, waaraan de Pausen
groot gewicht hechten, en waarvan zü
zelf voor elke
maand de inten- N
ties vaststellen,
heeft de laatste
tijd eveneens het
gebed van alle
katholieken ge-
vraegd voor het
oecumenisch-
streven. Vcor dit
jaar luidt de in
tentie, dat allen
de eenheid van de
"Hof v.^4- i 1 ■^«bJ-iuneive -F
Dat het hier om een zeer ernstip- nrn
stond h! u tlentallen jaren later ont-
stond de Hervorming, met als vnnr
naamste takken het Lutheranisme en
wL v'jnsme. Zij hebben zich in de
loop van de tijd in honderden kerken en
zielen zijn er H n -t S miljard
protestant* en 8p£schttft, 10wPCt
neer wii over dn "ïsmatiek. Wan-
spreken moeten wii d "afWPschsidenen"
kenen, di? op een "of J °°k hen re
de hedendaagse^rew f r6i manier hij
zijn. Men noemt onSks" h™6"
die wel tot de KorilTr s degenen,
godsdienstplichten slecht"' maarbun
„Onkerkelijk" ziin do a vervullen.
Jich uit de kerkeliike a°0pten' die
hebben teruggetrokken gemeen,schaP
geen binding meer ?n Praktisch
Buitenkerkelijken" hoL hebben,
een kerk behoord e„ ?,bben nooit tot
bjj welk kerkgenoot^hin" d Ch °°k niet
geschreven zien ?n p, dan 00k in-
laatste vo"kstemn?v0"SJand is b« de
den gebleken dat 17 Ilen :'aar gele"
a;h.w. in vogelvlucht de gods-
dendaac' tlge situatie van het he-
ese mensdom overziet, dan is er
(Vervolg van pag. 1)
jaar™"? dat zo ongeveer om de 10
kens kwa™lsis onvermijdelijk was. Tel-
eenemrl - men er weer uit; er was
deren- de vrfnationale vraag naar goe-
tepunt- de Roeide naar een hoog-
topkra'cht aj uven Produceerden op
ging op do t„ar dan trad oververzadi-
ven gingen *°pPre?taties van de bedrij
nen te grru2g eniSe tijd door; er kwa
rtslagen Pn ,yooi.raden; er volgden
tingreactie van 6 rlepen alle een ket-
ehz. Dan discn*a ere ontslagen op,
£aag of er nu m61] men over de
nonsumpt; of v®prake was van onder-
daar bleef het hH overProduktie, maar
Smdsdien iÜ blJ'
Kegaanh° wptenl°cha gezegd de eco.
lament Men onllL ei}°rm vooruit
m^ktea der°hitern 6t' onderlinge
er even^'-iVien verkro unale handels-
tie, consumbt moest ^g bet inlicht dat
waarde v^Ptlef loon en tussen produk-
halans w«/en De
het residto f1JZen" ^aar df/'St loon en
een belin Van Wat Dts Ba les was
Leiding® artikel in ^lesaart in
luing van okt '57 "Lering en
tonumwerk. „Maar" ze~m£e; lab°ra"
maatrL",eve,neffecten vin de"; "welkp
öige kpfjen Men Probeerde r nemGn
kr^gei?e"zeern"tmalpders' maartt8dlzè
j-jjt"heczeem".
volg cWe ontdekten date/a gekost
Plaff en te grote Ja j? dientenge-
m a vond if ahe secto1r"g van gald
a atschappelyk leven en w* Van ons
De besteeSd-dingsbePerking saan"°dSten
alle reden tot ernstige bezorgdheid. Te
meer daar er onder degenen, die in
Gol geloven, velen zijn, die zich
daarmee geheel en al tevreden stellen
en de mening zijn toegedaan, dat het
bpzaak is tot welk kerkgenootschap
men behoort, als men maar in God ge
looft.
Het Willibrqrdus-apostolaat heeft on
langs een pleidooi gehouden om getui
genis af te leggen van zijn geloof, om
zorg te hebben voor de Kerk, om door
persoonlijk gedrag e voorbeeld Paulus'
woord in vervulling te doen gaan: één
lichaam, één geest, één Heer, één ge
loof, één doopsel, één God, één Vader
van allen, die boven alles, door alles, in
alles is. Verder werd op een „oecumeni
sche tentoonstelling" te Lyon waar alle
afscheidingen van de Moederkerk in de
vorm van een grote stamboom in beeld
waren gebracht, met spijt de verdeeld
heid der christenen geconstateerd.
Daarnaast had men een uitvoerig
overzicht samengesteld van alle onder
handelingen en instellingen, die de oor
spronkelijke eenheid trachten te her
stellen.
N is het zó, dat de Kerk één is
Christus en Paulus hebben dat overdui
delijk herhaaldelijk betoogd. Er kan der
ken beftfan tUSSe" meerdere ker"
bekomrnernis om één te zijn met
het wurl "a ln de éne Kerk komt in
ul01°ua,wst0laat sterk "aar
voren. Het stelt ons voor de vraag:
j°al.ea wy de scheiding als een pijnlijk
gemisZpn wjj er wel één ogenblik be
droefd over? Zien wij vol verlangen
uit om de scheur, die nog steeds dui
delijk zichtbaar is in Christus' kleed, zo
goed mogelijk te herstellen? En toch is
dit absoluut nodig, wanneer wij ons ka-
tholiek-zijn goed begrijpen. Niet alleen
als een apostolaatstaak, maar ook voor
ons eigen godsdienstig leven.
Daarom nodigt de Paus ons ook zo
nadrukkelijk uit om in deze maand vu
rig om het herstel der eenheid te bid
den.
Het gaat er niet alleen om onze in
stemming te betuigen met de oecume
nische beweging. Ons hart is pas bjj de
afgescheiden broeders als wij metter
daad de kloof proberen te overbruggen
door ons echt katholiek-zijn en ons ge-
op.6 Zij' kiest8 ll0dd. dringt zichzelf niet
df andergenmamaelijker nfet
ren wf f r', maar onszelf te verande-
l
etail uit „Hel Godsoordeel" van Dirc Bouls, aan wiens werk
een belangwekkende tentoonstelling wordt gewijd in het Prinsen
hof ie Delft. (Wij maakten daar al eerder uitvoerig melding
van.) Men leert in Delft de Haarlemse meester, die in Vlaanderen
zijn vorming ontving, kennen in zijn eigenheid: zijn innigheid en
toewijding, zijn kracht in het statische en beslotene. Plechtig en vanuit
een metaphysisch orde-beginsel zingt hij in zijn schilderijen zijn
zwaarmoedige liederen", zoals Friedlünder, de bekende nestor der
kunsthistorici, het uitdrukt.
De expositie, die ook werk omvat van leerlingen en navolgers van
Bouts, is te bezichtigen tot 15 februari.
m
®is fabrieklffAh!, kaP1taalgoederen zo-
baarmoo 1? en' machines enz
n'hg van de"nvpr re*k^ worden ontspan-
hetwelk besparendar0u,ar^idsn}arkt
Last "„gyd', verdwijnt evenzeer.
zwaar drukken®a6 belasün« evenwel te
Rtn„i en dan ontctaat ofwel priis-
nelfT o^rd00r: de consumptie al
loosheid. W® n°g erger is' werk"
liikziin dat w» TenomPn zal het duide-
woordelijkheidsgevoel.eer 8r°0t verant"
Voor de afwisseling heb ik eens een
willekeurige 45-toeren greep gedaan in
het zich steeds verheugend uitbreidend
45-toeren repertoire en ziehier, wat ik
daar als voorbeelden in gevonden heb.
Op Columbia SEL 1569 de slotscène
van de eerste acte van Puccini's „Tos-
ca", de zogenaamde Tosca-Scarpia-
scène, die uitloopt op het grote koor-
taf-ereel in de kerk. Maria Meneghi-
ni Calias en Tito Gobbi zijn de hoofd
figuren en verder hoort men Melchi-
ore Luise en Angelo Mercuriali. Het
prachtige koor en orkest van de Scala
staan onder de krachtige leiding van
Vittorio de Sabata. Een kleine model
uitvoering. De nog jonge tenor Josef
Traxel is de solist in de aria's „Wie
stark ist nicht dein Zauberton" uit
„Die Zauberflöte" en „Ich baue ganz
auf deine Starke" uit „Die Entfüh-
rung" en laat daarin de volle luister
van zijn weelderige lyrische stem ho
ren. (HMV 7 EGW 11-8355). Er is nog
meer Mozart, n.l. HMV 7 ERW 15-
5329, waarop Erika Köth demonstreert,
dat zij door de aard van haar stem
en haar zangkunst zeer opmerkelijke
kwaliteiten heeft voor de onmoge
lijke rol van de „Königin der Nacht"
uit „Die Zauberflöte". In de beide gro
te aria's, die zij zingt, laat zij de scher
pe, naar het dramatische neigende
timbrering van haar stem horen, die
overigens toch «en echte coloratuur
is weliswaar door de speciale timbre-
ring niet zo licht bekoorlijk als men
van een coloratuur verwacht, maar
in ieder geval dan ook niet zo char
mant als men van de Königin niet
kan verwachten. Haar Zerlina-ariaatje
„Wenn du fein fromm bist" (uit „Don
Giovanni") overtuigt om dezelfde rede
nen, doch dan juist omgekeerd min
der. Voor HMV 7 ERW 11-5330 zingt
Erika Köth eveneens zeer sterk de
grote bravoure-aria van Konstanze
„Martern aller Arten" uit de „Ent-
fürung". Zerlina's aria „Schmale,
tobe lieber Junge", die de andere zij
de vult, ligt door de toon veel beter
dan het nruzikaal zeer gecompliceer
de „Wenn du fein fromm bist".
Een jonge Duitse bariton, Hermann
Prey verschijnt, voor mij althans voor
het eerst, op Columbia SEGW 21-7824,
met liederen van Schumann (Die beiden
Grenadiere en Frühlingsfahrt) en Hugo
Wolf, („Der Freud" „Der Musikant
en „Heimweh", alle drie uit de Eichen-
dorff-bundels). De keuze is goed gedaan
Hermann Prey is een zeer heldische
bariton, een keiharde stem, die in dit
speciale vak een grote toekomst tege
moet gaat. Wolf gaat hem, zelfs ai liggen
deze liederen hem, wat moeilijker af, om
dat bij Wolf ieder lied toch zeer ver
scheiden facetten van de stem vergt.
De Schumann-liederen doet hij uitmun
tend, Günther Weissenborn is een goed
begeleider.
Dietrich Fischer Dieskau is de solist
op HM V7 EGW 11-8395, samen met de
formidabele bas Gottiob Frick. Zij
doen het grote duet tussen Falstaf en
Fluth (Bach), waarin Fluth Falstaf om
zijn amoureuze diensten komt vragen
bij de verovering van zijn eigen vrouw.
Zjj doen het luisterrijk en bewijzen
weer eens, hoe meesterlijke zangers ge
heel alleen met de stem een speelscène
kunnen waar maken.
Fischer Dieskau doet samen met Ri
ta Stre'ch op HMV 7 EGW 11-8394 niet
minder fraai de scène „Nun ist's voll-
bracht! Du kehrst zur Heimat wieder"
uit „Undine" van Lortzing, een bij ons
totaal onbekend stuk uit de romantische
Duitse Opera. Zulk een muziek dateert
weliswaar, maar zij is toch nog altijd
bekoorlijk genoeg. Gottiob Frick alleen
zingt op HMV 7EGW 11-8401 drie aria's
te weten „Wenn ew'ger Hass" uit Ha-
lévy's „Die Jüdin", Collins mantel-aria
uit Puccini's „Bohème" en de aria van
vorst Gremin „Ein Jeder kennt die
Lieb auf Erden" uit Tschaikowsky's
„Eugen Onegin". Frick is een der wei
nige exemplaren van de staande bas,
die men nog tegenkomt. En dan is er
nog het kwartet uit „Bohème" III en
het duet Rudolf-Marcel uit „Bohème"
IV, gezongen door Erna Berger. Eri
ka Köth, Rudolf Schock en Fischer
Dieskau. Dat laat al evenmin wensen
onbevredigd.-
Een kostelijkheid, die brede ver
spreiding belooft te krijgen is Phi
lips 409 022 AE, waarvoor Bruno Wal
ter met het Columbia Symphony Or
chestra Johann Strauss' ouvertures
tot „Die Fledermaus" en „Der Zigeu
nerbaron" speelt. Weergaloze mu
ziek in hartveroverende klank en
elan gedaan. Leon Fleisher speelde
met het Cleveland Orchestra onder
Szell Francks „Variations symphoni-
ques", virtuoos en krachtig. (Philips
409 037 AE). Een reden tot bijzon
dere verheugenis is, dat Philips op
409 046 AE nu ook Robert Casadesus'
standaardvertolking van Ravels Pia
noconcert voor de linkerhand (met
het Philadelphiaorkest onder Orman-
dy) heeft gepubliceerd. Zo is dit
toonbeeld van interpretatie nu wel
voor iedere beurs bereikbaar gewor-
den. l. H.
ZONDAG 5 Januari: H. Naam van O. H
Jesus Christus; eigen mis; 2 geb. H. Te-
lesphorus: credo; pref. van Kerstmis; wit.
MAANDAG: Verschijning van O. H. Jesus
Christus; eigen mis; credo; eigen pref. en
commun.; wit. DINSDAG: zoals maandag,
behalve credo en eommunicantes. WOENS
DAG: zoals dinsdag. DONDERDAG: zoals
dinsdag. VRIJDAG: zoals dinsdag. ZATER
DAG: mis van O. L. V. op zaterdag; 2 geb.
H. Hyginus; pref. van O. L. V.; wit. ZON
DAG 12 januari: H. Familie; eigen mis;
2 geb. van de zondag; credo; pref. van Ver
schijning van O. H. Jesus Christus; wit.
De staatssecretaris van O. K. en W
heeft een opdracht verleend voor het
componeren van een werk voor man
nenkoor met orkestbegeleiding, al dan
niet met solisten, aan Oscar van Hemel
te Hilversum, van een werk voor school-
koor en schoolorkest van de middel
bare scholen, aan Anton Maessen te
Roosendaal, van een werk met een con
certerend karakter voor kamerorkest,
dat overwegend uit strijkers bestaat, aan'
Robert Heppener te Amsterdam, van
enkele liederen voor mannenkoor a
cappella, aan Willem Rettich te Amster
dam en van een werk voor fluit, hobo
en fagot, aan Wolfgang Wijdeveld te
Amsterdam,
Verheerlijkte gevoelens
Voor de stijl en de geest, waarin Ber
ger zijn verbeelding heeft laten spelen,
de sfeer waarin hij als kind en jonge
man geleefd heeft, is het „Nachspiel"
tekenend. Dat verhaalt van een jonge
vrouw die, gehuwd met een nog al op-
ervlakkige man, de grote liefde ont
moet in de gedaante van een beroemd
dirigent. Zal zjj haar gezin verlaten om
hem te volgen? Karakteristiek voor de
instelling des geestes van deze lieflij
ke, zachtmoedige amateur-pianiste, die,
zo wordt ons te verstaan gegeven,
slechts op het grote podium van de
concertzalen behoeft te stappen om de
wereld aan haar voeten te zien liggen
Ce terminologie is geheel in over
eenstemming met Berger's manier van
schrijven. is het feit, dat zij niet eer
der een onherroepelijk besluit kan ne
men, alvorens zij opus 132 van Ludwig
van Beethoven heeft gehoord. Of de
muziek, om naar de Shakespeariaanse
titel van het boek terug te grijpen, der
liefde voedsel kan zijn, is de vraag die
de graaf Orsino zich in de eerste regel
van „Driekoningenavond" stelt. De
Beate uit Berger's „Nachspiel" er
vaart de muziel: van opus 132 als een
katharsis in de liefde, die haar doet be
sluiten haar plicht te doen en bij haar
man en kind te blijven.
Is het niet meer dan natuurlijk
voor de liefhebber, de amateur
dat in het leven der muziekgenieën de
toonkunst, op bepaalde gewichtige ogen
blikken in hun leven, de doorslag geeft,
in de barre wereld der werkelijkheid
is het anders geweest. Maar daarover
wil Berger niet spreken. Niet over de
schunnige, platte briefjes die de „engel
achtige" Mozar1 aan zijn nichtje
schreef; niet over de overvloedige lief
desescapades, stellig niet in grote stijl,
die Offenbach met bepaald veel plezier
beschreef; Handel's onhebbelijkheden
wilde hij met opzet uit het oog verlie
zen evenals Gluck's geld- en schraap
zucht. De Meesters waaronder Brahms,
Schumann, Offenbach, verschijnen in
dit enthousiast geschreven boek over
hun liefde tot God (Bach), tot de
armen (Handel), tot de schepping
(Haydn), tot de wereld (Mozart), tot
het drama (Wagner) en nog vele an
dere aspecten van liefde, als heroën,
als bezetenen Beethoven is vanzelf
sprekend; de Titaan ver verheven
boven het vulgus, boven ons.
Ludwig Berger heeft over hen ge
droomd en die dromen, met als vaste
punten een menigte biografische bij
zonderheden, historische curiosa en me
ningen, in een lyrische bewogenheid ge
noteerd. Zijn muziekliefde is niet die
van de mathematicus, de rationele den
ker. Hij ervaart de muziek allereerst
als emotie en van die emotie getuigt
hij in dit boek, dat op gloedvolle wij
ze de verheerlijkte gevoelens die bjj
hem zijn opgekomen toen hij naar het
werk der genieën luisterde, openbaart.
Verschrikkelijke geschiedenis
Door en door romanticus, het leven
niet anders willende zien dan als een
droom, is Berger de tegenpool van
de schrijver van het befaamde „Het
25ste Uur", Virgil Gheorghiu. Dit nieu
we boek, uitgegeven bij Pax in Den
Haag, is qua schrijfwijze qua verhaal
trant het andere uiterste van Berger.
Kort, droog, betogend, zonder één
lyrische passage maakt het verhaal
de indruk gemaakt te zijn door een rea
list. Maar bij nader inzien is Gheorghiu
een mintens even groot romanticus
als de cineast en toneelregisseur. Hij
overdrijft naar de andere kant, zou
men kunnen zeggen, maar geen kind
loopt erin.
Het verhaal zelf Is van het gehalte
van een simpele detectivestory. Profes
sor Josef Martin, een Fransman, is in
1945 naar Bulgarije gekomen om ethno-
logisehe onderzoekingen te doen. Hij
blijft daar niettegenstaande het com
munistische regiem wonen, omdat hij
politieke vluchtelingen kan helpen uit
het land weg te komen. De geheime
politie is op de hoogte en wil hem, na
dit jaren lang met lede ogen te heb
ben aangezien, arresteren. De Franse
gezant deelt dat zijn landgenoot Mar
tin mee. Alleen jnder voorwaarde dat
hij zich de tijd dat hij nog in Bulgarije
verblijft hij zal weldra met vakantie
gaan naar Frankrijk rustig zal hou
den 1 geen staatsgevaarlijke activi
teiten i.l uithalen, laat men hem op
vrije voeten. Hij belooft dat. Dan grijpt
het noodlot in. Vrienden hebbpn een
zwaargewonde gevluchte Roemeen in
het huis van de professor gebracht,
zonder diens medeweten. Natuurlijk
weet de politie dat niet. Allen hopen
dat het goed zal gaan als de Roemeen
sterft. Waar moet men met het lijk
heen? De professor stelt zelf de politie
in kennis van de aanwezigheid van de
gezochte dode in zijn huis. Hij wordt
ter dood veroordeeld. De gezant, die
Gheorghiu gemakshalve maar Pilatus
noemt, wast zijn handen in onschuld.
Een landsman heeft een misdaad be
gaan. De diplomaat kan niets voor
hem doen.
„Pilatus aan de Donau" is een ver
schrikkelijke geschiedenis en niemand
zal twijfelen aan de mogelijkheid van
dit verhaal. Maar Gheorghiu is zijn
doel voorbijgeschoten. Dit verhaal heeft
hij opgediend in zwart-wit en hiermee
is hij iedere nuance uit de weg gegaan.
Deze mensen zijn goed of slecht. Heel
erg nobel, of totaal gedepraveerd.
Psychologie is er in zijn vertelling niet
LUDWIG BERGER
VIRGIL GHEORGHIN
te vinden. Wij ervaren nauwelijks met
mensen, met levende mensen, te doen
te hebben. Daardoor boet de geschie
denis over de Franse professor, die
iedere keer als hij een mens van ach
ter het IJzeren Gordijn vandaan heeft
geholpen, in zijn kersenhout sigaretten
koker een kerf maakt, aan waarachtig
heid in.
Betje Wolff er Aagje Deken hebben
eens gezegd, sprekende over de roman,
dat „de schrijver het ware waarschijn
lijk moet kunnen maken". Dat nu is
Gheorghiu niet gelukt. Niet dat wat in
het boek verhaald wordt, niet waar zou
kunnen zijn. We weten allen, tenmin
ste met ons verstand, dat er in de
door Rusland genaaste landen toestan
den voorkomen, die in dit boek met
de nodige verbittering en hardheid wer
den beschreven, maar dit ware is door
de manier van de schrijver in dit boek
niet „waarschijnlijk".
Toch is „Pilatus aan de Donau" een
aangrijpend boek. Zoals we met Lud
wig Berger meedroomden over de ver
rukte, heerlijke, hoge gevoelens van
de grootste muziekvinders, die op aar
de geboren werden, zo dromen we, naar
aanleiding van dit boek, nachtmerries
van vervolging, van geheime-politie-
overvallen, van gewetenloze diploma
tieke scherpslijpers, die niet weten, dat
de letter doodt en de geest levend
maakt, van moorden in koelen bloe
de, van absolutistische staatsvorm en
het vermorzelen van de vrijheid van
mening in de betonmolen van de bu
reaucratie. Gheorghiu spreekt bijna
in symbolen: Pater Lorenzo is dan de
altijd barmhartige Kerk, Professor
Martin de Heilige Veronica, die, vol
gens zijn zeggen, niet anders doet dan
het zweet afwissen van het gelaat van
■n medemens, niets bijzonders. Bij Ber
ger was Bach de door God bestraalde,
HarJ -1 de Barmhartigheid zelf. De
mens hebben beide schrijvers zo ver
groot, dat alle verhoudingen zoek ge
raakt zijn. Deze Bach, deze Brahms
maken zo hoge vluchten, dat wij hen
uit het oog verliezen, Gheorghiu's Pa
ter Lorenzo en Professor Martin wer
den tot standbeelden, afbeeldingen van
mensen die in brons, in goud misschien,
verstarden.
Maar in zielsbenauwenis, in hoogge
stemde wereldvlucht kan het de mens
weldadig aandoen een symbool te be
schouwen. Een monument van een tijd
genoot kan ons soms meer geven dan
de nabije aanwezigheid van de levende
mens.
J. W. HOFSTRA
De directie van de Salzburger Fest-
spiele heeft het Concertgebouworkest
uitgenodigd tot het geven van vijf con
certen in Salzburg in de periode van
31 juli tot 12 augustus 1958. Als diri
genten zijn hiervoor genoemd: Eduard
van Beinum, George Szell, Dimitri
Mitropoulos en Wolfgang Sawallisch.
Het bestuur van de Nederlandse orkest
stichting beraadt zich thans over de
mogelijkheden om aan deze uitnodiging
gevolg te geven.
Bij beschikking van de staatssecre
taris van O. K. en W. zijn voor het
tijdvak van 21 november 1957 tot 21
november 1958 benoemd: tot voorzit
ter van de rijksadviescommissie schil
derkunst: prof. J. Wiegers te Amster
dam, tot voorzitter H. Redeker te Am
sterdam, van de rijksadviescom
missie beeldhouwkunst professor
A. M. Hammacher te Otterlo (Gld.), tot
ondervoorzitter prof. P. Grégoire te
Laren (N.-H.). Tot voorzitter van de
rijksadviescommissie grafische kunst:
J. N. van Wessem te Leiden, tot onder
voorzitter ir. C. J. Asselbergs te Breda,
Tot voorzitter van de rijksadviescom
missie gebonden kunsten: A. J, de Lorm
te Arnhem.
Er is bjj de Franse omroep
een nogal ingrijpende re
organisatie gaande. Ter
wijl er enerzijds bezuinigd
moet worden en reeds wordt,
neemt men anderzijds grotere
taken op zich. Reeds eerder
was bekend gemaakt dat het
luistergeld verhoogd wordt
van 15,- tot 20,- en het kijk
geld van 40,- tot 60,-.
Met name maken de Fran
sen zich-zorgen over de invloed
van hun omroep naar binnen
zowel als naar buiten. Men
vreest dat de omroep in beide
opzichten tekort schiet. De uit
zendingen geschieden in hoofd
zaak over een drietal zenders.
Paris Inter met een groot aan
tal regionale zenders, is voor
al op het buitenland, ja op de
wereld gericht. Paris, met
eveneens een groot aantal re
gionale zender.;, geeft een po
pulair programma, in hoofd
zaak te vergelijken met het
Light Programme. Tenslotte
is er het Nationale Program
ma met een uitgesproken cul
tureel karakter, doch verder
te vergelijken met de Engelse
Home Service. Met ingang van
1 januari zijn deze drie netwer
ken resp. gaan heten France
I France II en France HI.
(Wij zullen bij de aankondigin
gen voorlopig beide benamin
gen vermelden.
France I gaat zich nu werke
lijk en doelbewust op het bui
tenland richten. Bij de beide
andere netwerken zal weinig
aan het karakter van de uit
zendingen veranderen, maar
er zal wel bezuinigd worden
op de regionale programma's.
Naast deze drie zenders blijft
Paris IV, een zwakke zender
•Van horen en zien gesproken
CECILIA ANDRIESSEN
die alleen in het gebied van Pa
rijs is te ontvangen. Deze zen
der geelt een paar maal per
week cultureel zeer hoogstaan
de programma's, die te verge
lijken zijn met die van univer
siteitszenders in de Ver. Sta
ten.
Men moet zeggen dat er ten
onrechte weinig naar Franse
zenders geluisterd wordt. De
programma's achten wij de
beste van Europa, beter ook
dan de Engelse met inbegrip
van het Derde Programma.
Franse omroep lijdt niet
alleen aan gebrek aan
belangstelling, men
staat ook aan invloeden
van buiten. Een mach-
tige groep financiert de drie
grote Europese commerciële
zenders Luxemburg, Europa I
(in Saarland) en Monaco. (Wq
zullen over die groep wel eens
wat meer vertellen). De uitzen
dingen van deze zenders zijn in
hoofdzaak op Frankrijk ge
richt, de programma's worden
per advertentie bekend ge
maakt. In het nachtelijk con
cert in Europa deed Frankrijk
tot nog toe niet mee. Machti
ge Duitse zenders blijven de
gehele nacht doorzenden, de
Italiaanse omroep werkt tot
vier uur. De eerste doen dat
als tegenpropaganda tegen de
Oostduitse giganten. De Italia
nen als propaganda en., voor
de continu-arbeiders. In
Frankrijk heeft men nu ook de
noodzaak van het nachtelijk
concert ingezien en France 1
blijft dan ook tot vijf uur in de
ether, om een uur later de dag
alweer te openen.
Ook in ons land gaan stem
men op die vragen om nachte
lijke concerten. Ook in ons
land werken steeds meer be
drijven continu. Daar wil men
dan graag wat muziek maar
vooral de thuiskomende mid-
dagploegen gaan niet graag
vroeg naar bed. Vroeg of laat
zal men er ook hier toe moeten
overgaan de zenders Hilver
sum niet om middernacht te
sluiten.
De N.T.S. heeft een op
roep gericht voor een
aantl nieuwe perso
neelsleden voor de pro-
grammadienst. Zo worden er
een redacteur-commentator,
een filmrèdacteur en een bu
reau-redacteur gevraagd voor
het journaal. Men wil met in
gang van 1 april het journaal
uitbreiden. Het komt dan in
ieder geval op iedere uitzen
ding, met daarnaast eenmaal
in de week een zeer uitgebreid
weekoverzicht. Er is nog niet
beslist of het journaal zelf uit
gebreid zal worden. Ook niet of
er een gesproken nieuwsuitzen
ding aan zal worden toege
voegd. In beide opzichten zjjn
er plannen.
Verder vraagt de N.T.S. o.m.
een fotograaf en een filmtech
nisch assistent. Een zo visueel
gericht bedrijf moet waarach
tig beschikken over mensen
die wat er gebeurt voor de
toekomst of voor het archief
vastleggen. Het gevolg zal zijn
dat ook de kranten meer plaat
jes krijgen van TV-uitzendin-
gen of van de voorbereidingen
ervan.
Johan Schmitz als Gijsbrecht
nu wel traditioneel ge
worden TV uitzending
van de Gijsbrecht zal
dinsdag a.s. op de schermen te
zien zijn. Voor de vijfde maal
zullen regisseur Jack Dixon
en Johan de Meester dan sa
menwerken om de kijkers een
zo fraai mogelijke reportage
van de opvoering te bieden.
Ellen Vogel als Badeloch
en dochter van een zeer
muzikaa1 geslacht zal
vanavond voor de K.R.O.
een werk uitvoeren van de
zeer muzikale zoon van een on
muzikaal geslacht. Cecilia An
driessen zal n.l. het 2e Orgel
concert van Handel spelen
met omroepkamerorkest on
der leiding van Roelof Krol. Zij
is de jongste dochter van Hen
drik Andriessen en, uiteraard.
een leerling van deze meester
op het orgel. (Van Handel is
bekend dat zijn ouders verbijs
terd waren over zijn muzikale
aanleg. Zij gaven niets om mu
ziek).
De N.C.R.V.-verslaggever
Jan de Visser verblijft
in Singapore en geeft
vandaar, via Londen, regelma
tig rechtstreekse reportages
over de evacuatie van Neder
landers uit Indonesië. In ver
band met de quarantaine
maatregelen i het hem tot nu
toe niet mogelijk geweest, met
het opname-apparaat indruk
ken in de kampen zelf te ma
ken. Daarnaast zou het gespro
ken woord, dat zou zijn opge
nomen, waarschijnlijk tijdens
het overbrengen op ziin lange
reis naar Europa zijn ver
vormd.
De verbinding Singapore-
Londen wordt n.l. door korte-
golfzenders onderhouden en de
Engelse P.T.T. zorgt dat de
commentaren van Jan de Vis
ser via de lijn naar Hilversum
komen. Vandaar dat voor elke
uitzending in de N.C.R.V.-stu-
dio „stemproeven" worden
eenomen. De ene keer ziin de
atmosferische storingen sterker
dan een andere maal. Aan de
hand van de proefuitzending
krijgt bij opdracht langzamer
of sneller te spreken. Woens
dagavond hoopt men uit een
aantal banden die nu onderweg
zijn een klankbeeld te maken.