.Wat doen wij voor de oecumenische D beweg mg iSSEi ssftasSSfimuK D, 'e grote zorg J*ss Ir F» s™« «csar „Zwaarmoedige liederen" van Dire Bouts te Delft si D Een Lichte muziek op zwarte schijven greep uit het 45-toeren repertoire sac -"-sa "s.n,?,Sfn sa TWEE SOORTEN ROMANTIEK Ludwig Bergers muziek en Gheorghiu's politiek Van boeken en schrijvers D D E ssatva éiB hï.r«»' JSrs Geloof en leven "wt";::2m«E.fes« t4 '0»™„w,Lk!5n» m ZATERDAG 4 JANUARI 1958 PAGINA 9 t'<Da Kerj^ hun"^e^w^\1ft\.l^t°üdgent{r^iïe,:i Ten tLeTbSklnr vanblrheid--1. S^mpoteohap ntai™" Vv a"he,tr -men PP deze manier Ir-# Liturgische weekkalender OPDRACHTEN Het zijn de laatste boeken van twee romantische naturen, die in de veel heid der najaars-boekenaanbieding de aandacht trekken; „Wenn die Musik der Liebe Nahrung ist" van Ludwig Berger en „Pilatus aan de Donau" van Virgil Gheorghiu. De eerste auteur, bekend en beroemd als film- en toneelregisseur, is een hartstochtelijk mu ziekliefhebber, vol van heimwee naar de tijd toen hij in de familie- en ken nissenkring weinig anders ontmoette dan muziekgevoelige naturen, voor wie Beethoven het genie bij uitstek was en het muziekmaken de belang rijkste tijdpassering die een mens kon toevallen. Hij heeft, die tijd geden kende, veertien variaties geschreven op zijn grote dank aan de muziek, „vierzehn Variationen des Dankes mit einem Nachspiel" (Rainer Wunder- lich Verlag Hermann Leins Tübingen). De verteller heeft veertien maal de liefde in het leven van componisten bezongen, kunnen we wel zeggen, zo hooggestemd zijn zijn woorden over de genieën, om wier aandoeningen hij zijn fantasieën heeft geweven. Concertgebouworkest naar Salzburg genodigd Rijksadviescommissies voor de beeldende kunst Zorgen in Frankrijk Nachtelijk Europa N.T.S. heejt plannen De Gijsbrecht Cecilia Andriessen Singapore je maand januari staat sinds de laatste tientallen jaren in het te ken van de hereniging der chris tenen. Men noemt dit de oecumenische beweging, een streven onder de christe nen om tot de door Christus bedoelde eenheid te komen. Op initiatie!: van de later katholiek geworden Paul Watson werd van 1825 januari een internatio nale bidweek gepropageerd tot deze in tentie. In Engeland volgde Spencer Jo nes dit voorbeeld na; in Frankrijk was abbé Couturier de grote promotor. Paus Pius X nam in 1909 dit initiatief over en beval de gebedsactie zeer dringend aan. Sindsdien heeft deze zich over de hele wereld verbreid en tegenwoordig is zü algemeen in gebruik. Het Aposto laat der Hereniging heeft voor iedere dag van de bidweek afzonderlijke inten ties vastgesteld, die zo gekozen zijn dat zij de hele mensheid omvatten. Het is immers Christus bedoeling heel het mensdom te „verzamelen in één schaapstal onder één herder". Het Apostolaat des Gebeds, óók een wereldgebedsactie, waaraan de Pausen groot gewicht hechten, en waarvan zü zelf voor elke maand de inten- N ties vaststellen, heeft de laatste tijd eveneens het gebed van alle katholieken ge- vraegd voor het oecumenisch- streven. Vcor dit jaar luidt de in tentie, dat allen de eenheid van de "Hof v.^4- i 1 ■^«bJ-iuneive -F Dat het hier om een zeer ernstip- nrn stond h! u tlentallen jaren later ont- stond de Hervorming, met als vnnr naamste takken het Lutheranisme en wL v'jnsme. Zij hebben zich in de loop van de tijd in honderden kerken en zielen zijn er H n -t S miljard protestant* en 8p£schttft, 10wPCt neer wii over dn "ïsmatiek. Wan- spreken moeten wii d "afWPschsidenen" kenen, di? op een "of J °°k hen re de hedendaagse^rew f r6i manier hij zijn. Men noemt onSks" h™6" die wel tot de KorilTr s degenen, godsdienstplichten slecht"' maarbun „Onkerkelijk" ziin do a vervullen. Jich uit de kerkeliike a°0pten' die hebben teruggetrokken gemeen,schaP geen binding meer ?n Praktisch Buitenkerkelijken" hoL hebben, een kerk behoord e„ ?,bben nooit tot bjj welk kerkgenoot^hin" d Ch °°k niet geschreven zien ?n p, dan 00k in- laatste vo"kstemn?v0"SJand is b« de den gebleken dat 17 Ilen :'aar gele" a;h.w. in vogelvlucht de gods- dendaac' tlge situatie van het he- ese mensdom overziet, dan is er (Vervolg van pag. 1) jaar™"? dat zo ongeveer om de 10 kens kwa™lsis onvermijdelijk was. Tel- eenemrl - men er weer uit; er was deren- de vrfnationale vraag naar goe- tepunt- de Roeide naar een hoog- topkra'cht aj uven Produceerden op ging op do t„ar dan trad oververzadi- ven gingen *°pPre?taties van de bedrij nen te grru2g eniSe tijd door; er kwa rtslagen Pn ,yooi.raden; er volgden tingreactie van 6 rlepen alle een ket- ehz. Dan discn*a ere ontslagen op, £aag of er nu m61] men over de nonsumpt; of v®prake was van onder- daar bleef het hH overProduktie, maar Smdsdien iÜ blJ' Kegaanh° wptenl°cha gezegd de eco. lament Men onllL ei}°rm vooruit m^ktea der°hitern 6t' onderlinge er even^'-iVien verkro unale handels- tie, consumbt moest ^g bet inlicht dat waarde v^Ptlef loon en tussen produk- halans w«/en De het residto f1JZen" ^aar df/'St loon en een belin Van Wat Dts Ba les was Leiding® artikel in ^lesaart in luing van okt '57 "Lering en tonumwerk. „Maar" ze~m£e; lab°ra" maatrL",eve,neffecten vin de"; "welkp öige kpfjen Men Probeerde r nemGn kr^gei?e"zeern"tmalpders' maartt8dlzè j-jjt"heczeem". volg cWe ontdekten date/a gekost Plaff en te grote Ja j? dientenge- m a vond if ahe secto1r"g van gald a atschappelyk leven en w* Van ons De besteeSd-dingsbePerking saan"°dSten alle reden tot ernstige bezorgdheid. Te meer daar er onder degenen, die in Gol geloven, velen zijn, die zich daarmee geheel en al tevreden stellen en de mening zijn toegedaan, dat het bpzaak is tot welk kerkgenootschap men behoort, als men maar in God ge looft. Het Willibrqrdus-apostolaat heeft on langs een pleidooi gehouden om getui genis af te leggen van zijn geloof, om zorg te hebben voor de Kerk, om door persoonlijk gedrag e voorbeeld Paulus' woord in vervulling te doen gaan: één lichaam, één geest, één Heer, één ge loof, één doopsel, één God, één Vader van allen, die boven alles, door alles, in alles is. Verder werd op een „oecumeni sche tentoonstelling" te Lyon waar alle afscheidingen van de Moederkerk in de vorm van een grote stamboom in beeld waren gebracht, met spijt de verdeeld heid der christenen geconstateerd. Daarnaast had men een uitvoerig overzicht samengesteld van alle onder handelingen en instellingen, die de oor spronkelijke eenheid trachten te her stellen. N is het zó, dat de Kerk één is Christus en Paulus hebben dat overdui delijk herhaaldelijk betoogd. Er kan der ken beftfan tUSSe" meerdere ker" bekomrnernis om één te zijn met het wurl "a ln de éne Kerk komt in ul01°ua,wst0laat sterk "aar voren. Het stelt ons voor de vraag: j°al.ea wy de scheiding als een pijnlijk gemisZpn wjj er wel één ogenblik be droefd over? Zien wij vol verlangen uit om de scheur, die nog steeds dui delijk zichtbaar is in Christus' kleed, zo goed mogelijk te herstellen? En toch is dit absoluut nodig, wanneer wij ons ka- tholiek-zijn goed begrijpen. Niet alleen als een apostolaatstaak, maar ook voor ons eigen godsdienstig leven. Daarom nodigt de Paus ons ook zo nadrukkelijk uit om in deze maand vu rig om het herstel der eenheid te bid den. Het gaat er niet alleen om onze in stemming te betuigen met de oecume nische beweging. Ons hart is pas bjj de afgescheiden broeders als wij metter daad de kloof proberen te overbruggen door ons echt katholiek-zijn en ons ge- op.6 Zij' kiest8 ll0dd. dringt zichzelf niet df andergenmamaelijker nfet ren wf f r', maar onszelf te verande- l etail uit „Hel Godsoordeel" van Dirc Bouls, aan wiens werk een belangwekkende tentoonstelling wordt gewijd in het Prinsen hof ie Delft. (Wij maakten daar al eerder uitvoerig melding van.) Men leert in Delft de Haarlemse meester, die in Vlaanderen zijn vorming ontving, kennen in zijn eigenheid: zijn innigheid en toewijding, zijn kracht in het statische en beslotene. Plechtig en vanuit een metaphysisch orde-beginsel zingt hij in zijn schilderijen zijn zwaarmoedige liederen", zoals Friedlünder, de bekende nestor der kunsthistorici, het uitdrukt. De expositie, die ook werk omvat van leerlingen en navolgers van Bouts, is te bezichtigen tot 15 februari. m ®is fabrieklffAh!, kaP1taalgoederen zo- baarmoo 1? en' machines enz n'hg van de"nvpr re*k^ worden ontspan- hetwelk besparendar0u,ar^idsn}arkt Last "„gyd', verdwijnt evenzeer. zwaar drukken®a6 belasün« evenwel te Rtn„i en dan ontctaat ofwel priis- nelfT o^rd00r: de consumptie al loosheid. W® n°g erger is' werk" liikziin dat w» TenomPn zal het duide- woordelijkheidsgevoel.eer 8r°0t verant" Voor de afwisseling heb ik eens een willekeurige 45-toeren greep gedaan in het zich steeds verheugend uitbreidend 45-toeren repertoire en ziehier, wat ik daar als voorbeelden in gevonden heb. Op Columbia SEL 1569 de slotscène van de eerste acte van Puccini's „Tos- ca", de zogenaamde Tosca-Scarpia- scène, die uitloopt op het grote koor- taf-ereel in de kerk. Maria Meneghi- ni Calias en Tito Gobbi zijn de hoofd figuren en verder hoort men Melchi- ore Luise en Angelo Mercuriali. Het prachtige koor en orkest van de Scala staan onder de krachtige leiding van Vittorio de Sabata. Een kleine model uitvoering. De nog jonge tenor Josef Traxel is de solist in de aria's „Wie stark ist nicht dein Zauberton" uit „Die Zauberflöte" en „Ich baue ganz auf deine Starke" uit „Die Entfüh- rung" en laat daarin de volle luister van zijn weelderige lyrische stem ho ren. (HMV 7 EGW 11-8355). Er is nog meer Mozart, n.l. HMV 7 ERW 15- 5329, waarop Erika Köth demonstreert, dat zij door de aard van haar stem en haar zangkunst zeer opmerkelijke kwaliteiten heeft voor de onmoge lijke rol van de „Königin der Nacht" uit „Die Zauberflöte". In de beide gro te aria's, die zij zingt, laat zij de scher pe, naar het dramatische neigende timbrering van haar stem horen, die overigens toch «en echte coloratuur is weliswaar door de speciale timbre- ring niet zo licht bekoorlijk als men van een coloratuur verwacht, maar in ieder geval dan ook niet zo char mant als men van de Königin niet kan verwachten. Haar Zerlina-ariaatje „Wenn du fein fromm bist" (uit „Don Giovanni") overtuigt om dezelfde rede nen, doch dan juist omgekeerd min der. Voor HMV 7 ERW 11-5330 zingt Erika Köth eveneens zeer sterk de grote bravoure-aria van Konstanze „Martern aller Arten" uit de „Ent- fürung". Zerlina's aria „Schmale, tobe lieber Junge", die de andere zij de vult, ligt door de toon veel beter dan het nruzikaal zeer gecompliceer de „Wenn du fein fromm bist". Een jonge Duitse bariton, Hermann Prey verschijnt, voor mij althans voor het eerst, op Columbia SEGW 21-7824, met liederen van Schumann (Die beiden Grenadiere en Frühlingsfahrt) en Hugo Wolf, („Der Freud" „Der Musikant en „Heimweh", alle drie uit de Eichen- dorff-bundels). De keuze is goed gedaan Hermann Prey is een zeer heldische bariton, een keiharde stem, die in dit speciale vak een grote toekomst tege moet gaat. Wolf gaat hem, zelfs ai liggen deze liederen hem, wat moeilijker af, om dat bij Wolf ieder lied toch zeer ver scheiden facetten van de stem vergt. De Schumann-liederen doet hij uitmun tend, Günther Weissenborn is een goed begeleider. Dietrich Fischer Dieskau is de solist op HM V7 EGW 11-8395, samen met de formidabele bas Gottiob Frick. Zij doen het grote duet tussen Falstaf en Fluth (Bach), waarin Fluth Falstaf om zijn amoureuze diensten komt vragen bij de verovering van zijn eigen vrouw. Zjj doen het luisterrijk en bewijzen weer eens, hoe meesterlijke zangers ge heel alleen met de stem een speelscène kunnen waar maken. Fischer Dieskau doet samen met Ri ta Stre'ch op HMV 7 EGW 11-8394 niet minder fraai de scène „Nun ist's voll- bracht! Du kehrst zur Heimat wieder" uit „Undine" van Lortzing, een bij ons totaal onbekend stuk uit de romantische Duitse Opera. Zulk een muziek dateert weliswaar, maar zij is toch nog altijd bekoorlijk genoeg. Gottiob Frick alleen zingt op HMV 7EGW 11-8401 drie aria's te weten „Wenn ew'ger Hass" uit Ha- lévy's „Die Jüdin", Collins mantel-aria uit Puccini's „Bohème" en de aria van vorst Gremin „Ein Jeder kennt die Lieb auf Erden" uit Tschaikowsky's „Eugen Onegin". Frick is een der wei nige exemplaren van de staande bas, die men nog tegenkomt. En dan is er nog het kwartet uit „Bohème" III en het duet Rudolf-Marcel uit „Bohème" IV, gezongen door Erna Berger. Eri ka Köth, Rudolf Schock en Fischer Dieskau. Dat laat al evenmin wensen onbevredigd.- Een kostelijkheid, die brede ver spreiding belooft te krijgen is Phi lips 409 022 AE, waarvoor Bruno Wal ter met het Columbia Symphony Or chestra Johann Strauss' ouvertures tot „Die Fledermaus" en „Der Zigeu nerbaron" speelt. Weergaloze mu ziek in hartveroverende klank en elan gedaan. Leon Fleisher speelde met het Cleveland Orchestra onder Szell Francks „Variations symphoni- ques", virtuoos en krachtig. (Philips 409 037 AE). Een reden tot bijzon dere verheugenis is, dat Philips op 409 046 AE nu ook Robert Casadesus' standaardvertolking van Ravels Pia noconcert voor de linkerhand (met het Philadelphiaorkest onder Orman- dy) heeft gepubliceerd. Zo is dit toonbeeld van interpretatie nu wel voor iedere beurs bereikbaar gewor- den. l. H. ZONDAG 5 Januari: H. Naam van O. H Jesus Christus; eigen mis; 2 geb. H. Te- lesphorus: credo; pref. van Kerstmis; wit. MAANDAG: Verschijning van O. H. Jesus Christus; eigen mis; credo; eigen pref. en commun.; wit. DINSDAG: zoals maandag, behalve credo en eommunicantes. WOENS DAG: zoals dinsdag. DONDERDAG: zoals dinsdag. VRIJDAG: zoals dinsdag. ZATER DAG: mis van O. L. V. op zaterdag; 2 geb. H. Hyginus; pref. van O. L. V.; wit. ZON DAG 12 januari: H. Familie; eigen mis; 2 geb. van de zondag; credo; pref. van Ver schijning van O. H. Jesus Christus; wit. De staatssecretaris van O. K. en W heeft een opdracht verleend voor het componeren van een werk voor man nenkoor met orkestbegeleiding, al dan niet met solisten, aan Oscar van Hemel te Hilversum, van een werk voor school- koor en schoolorkest van de middel bare scholen, aan Anton Maessen te Roosendaal, van een werk met een con certerend karakter voor kamerorkest, dat overwegend uit strijkers bestaat, aan' Robert Heppener te Amsterdam, van enkele liederen voor mannenkoor a cappella, aan Willem Rettich te Amster dam en van een werk voor fluit, hobo en fagot, aan Wolfgang Wijdeveld te Amsterdam, Verheerlijkte gevoelens Voor de stijl en de geest, waarin Ber ger zijn verbeelding heeft laten spelen, de sfeer waarin hij als kind en jonge man geleefd heeft, is het „Nachspiel" tekenend. Dat verhaalt van een jonge vrouw die, gehuwd met een nog al op- ervlakkige man, de grote liefde ont moet in de gedaante van een beroemd dirigent. Zal zjj haar gezin verlaten om hem te volgen? Karakteristiek voor de instelling des geestes van deze lieflij ke, zachtmoedige amateur-pianiste, die, zo wordt ons te verstaan gegeven, slechts op het grote podium van de concertzalen behoeft te stappen om de wereld aan haar voeten te zien liggen Ce terminologie is geheel in over eenstemming met Berger's manier van schrijven. is het feit, dat zij niet eer der een onherroepelijk besluit kan ne men, alvorens zij opus 132 van Ludwig van Beethoven heeft gehoord. Of de muziek, om naar de Shakespeariaanse titel van het boek terug te grijpen, der liefde voedsel kan zijn, is de vraag die de graaf Orsino zich in de eerste regel van „Driekoningenavond" stelt. De Beate uit Berger's „Nachspiel" er vaart de muziel: van opus 132 als een katharsis in de liefde, die haar doet be sluiten haar plicht te doen en bij haar man en kind te blijven. Is het niet meer dan natuurlijk voor de liefhebber, de amateur dat in het leven der muziekgenieën de toonkunst, op bepaalde gewichtige ogen blikken in hun leven, de doorslag geeft, in de barre wereld der werkelijkheid is het anders geweest. Maar daarover wil Berger niet spreken. Niet over de schunnige, platte briefjes die de „engel achtige" Mozar1 aan zijn nichtje schreef; niet over de overvloedige lief desescapades, stellig niet in grote stijl, die Offenbach met bepaald veel plezier beschreef; Handel's onhebbelijkheden wilde hij met opzet uit het oog verlie zen evenals Gluck's geld- en schraap zucht. De Meesters waaronder Brahms, Schumann, Offenbach, verschijnen in dit enthousiast geschreven boek over hun liefde tot God (Bach), tot de armen (Handel), tot de schepping (Haydn), tot de wereld (Mozart), tot het drama (Wagner) en nog vele an dere aspecten van liefde, als heroën, als bezetenen Beethoven is vanzelf sprekend; de Titaan ver verheven boven het vulgus, boven ons. Ludwig Berger heeft over hen ge droomd en die dromen, met als vaste punten een menigte biografische bij zonderheden, historische curiosa en me ningen, in een lyrische bewogenheid ge noteerd. Zijn muziekliefde is niet die van de mathematicus, de rationele den ker. Hij ervaart de muziek allereerst als emotie en van die emotie getuigt hij in dit boek, dat op gloedvolle wij ze de verheerlijkte gevoelens die bjj hem zijn opgekomen toen hij naar het werk der genieën luisterde, openbaart. Verschrikkelijke geschiedenis Door en door romanticus, het leven niet anders willende zien dan als een droom, is Berger de tegenpool van de schrijver van het befaamde „Het 25ste Uur", Virgil Gheorghiu. Dit nieu we boek, uitgegeven bij Pax in Den Haag, is qua schrijfwijze qua verhaal trant het andere uiterste van Berger. Kort, droog, betogend, zonder één lyrische passage maakt het verhaal de indruk gemaakt te zijn door een rea list. Maar bij nader inzien is Gheorghiu een mintens even groot romanticus als de cineast en toneelregisseur. Hij overdrijft naar de andere kant, zou men kunnen zeggen, maar geen kind loopt erin. Het verhaal zelf Is van het gehalte van een simpele detectivestory. Profes sor Josef Martin, een Fransman, is in 1945 naar Bulgarije gekomen om ethno- logisehe onderzoekingen te doen. Hij blijft daar niettegenstaande het com munistische regiem wonen, omdat hij politieke vluchtelingen kan helpen uit het land weg te komen. De geheime politie is op de hoogte en wil hem, na dit jaren lang met lede ogen te heb ben aangezien, arresteren. De Franse gezant deelt dat zijn landgenoot Mar tin mee. Alleen jnder voorwaarde dat hij zich de tijd dat hij nog in Bulgarije verblijft hij zal weldra met vakantie gaan naar Frankrijk rustig zal hou den 1 geen staatsgevaarlijke activi teiten i.l uithalen, laat men hem op vrije voeten. Hij belooft dat. Dan grijpt het noodlot in. Vrienden hebbpn een zwaargewonde gevluchte Roemeen in het huis van de professor gebracht, zonder diens medeweten. Natuurlijk weet de politie dat niet. Allen hopen dat het goed zal gaan als de Roemeen sterft. Waar moet men met het lijk heen? De professor stelt zelf de politie in kennis van de aanwezigheid van de gezochte dode in zijn huis. Hij wordt ter dood veroordeeld. De gezant, die Gheorghiu gemakshalve maar Pilatus noemt, wast zijn handen in onschuld. Een landsman heeft een misdaad be gaan. De diplomaat kan niets voor hem doen. „Pilatus aan de Donau" is een ver schrikkelijke geschiedenis en niemand zal twijfelen aan de mogelijkheid van dit verhaal. Maar Gheorghiu is zijn doel voorbijgeschoten. Dit verhaal heeft hij opgediend in zwart-wit en hiermee is hij iedere nuance uit de weg gegaan. Deze mensen zijn goed of slecht. Heel erg nobel, of totaal gedepraveerd. Psychologie is er in zijn vertelling niet LUDWIG BERGER VIRGIL GHEORGHIN te vinden. Wij ervaren nauwelijks met mensen, met levende mensen, te doen te hebben. Daardoor boet de geschie denis over de Franse professor, die iedere keer als hij een mens van ach ter het IJzeren Gordijn vandaan heeft geholpen, in zijn kersenhout sigaretten koker een kerf maakt, aan waarachtig heid in. Betje Wolff er Aagje Deken hebben eens gezegd, sprekende over de roman, dat „de schrijver het ware waarschijn lijk moet kunnen maken". Dat nu is Gheorghiu niet gelukt. Niet dat wat in het boek verhaald wordt, niet waar zou kunnen zijn. We weten allen, tenmin ste met ons verstand, dat er in de door Rusland genaaste landen toestan den voorkomen, die in dit boek met de nodige verbittering en hardheid wer den beschreven, maar dit ware is door de manier van de schrijver in dit boek niet „waarschijnlijk". Toch is „Pilatus aan de Donau" een aangrijpend boek. Zoals we met Lud wig Berger meedroomden over de ver rukte, heerlijke, hoge gevoelens van de grootste muziekvinders, die op aar de geboren werden, zo dromen we, naar aanleiding van dit boek, nachtmerries van vervolging, van geheime-politie- overvallen, van gewetenloze diploma tieke scherpslijpers, die niet weten, dat de letter doodt en de geest levend maakt, van moorden in koelen bloe de, van absolutistische staatsvorm en het vermorzelen van de vrijheid van mening in de betonmolen van de bu reaucratie. Gheorghiu spreekt bijna in symbolen: Pater Lorenzo is dan de altijd barmhartige Kerk, Professor Martin de Heilige Veronica, die, vol gens zijn zeggen, niet anders doet dan het zweet afwissen van het gelaat van ■n medemens, niets bijzonders. Bij Ber ger was Bach de door God bestraalde, HarJ -1 de Barmhartigheid zelf. De mens hebben beide schrijvers zo ver groot, dat alle verhoudingen zoek ge raakt zijn. Deze Bach, deze Brahms maken zo hoge vluchten, dat wij hen uit het oog verliezen, Gheorghiu's Pa ter Lorenzo en Professor Martin wer den tot standbeelden, afbeeldingen van mensen die in brons, in goud misschien, verstarden. Maar in zielsbenauwenis, in hoogge stemde wereldvlucht kan het de mens weldadig aandoen een symbool te be schouwen. Een monument van een tijd genoot kan ons soms meer geven dan de nabije aanwezigheid van de levende mens. J. W. HOFSTRA De directie van de Salzburger Fest- spiele heeft het Concertgebouworkest uitgenodigd tot het geven van vijf con certen in Salzburg in de periode van 31 juli tot 12 augustus 1958. Als diri genten zijn hiervoor genoemd: Eduard van Beinum, George Szell, Dimitri Mitropoulos en Wolfgang Sawallisch. Het bestuur van de Nederlandse orkest stichting beraadt zich thans over de mogelijkheden om aan deze uitnodiging gevolg te geven. Bij beschikking van de staatssecre taris van O. K. en W. zijn voor het tijdvak van 21 november 1957 tot 21 november 1958 benoemd: tot voorzit ter van de rijksadviescommissie schil derkunst: prof. J. Wiegers te Amster dam, tot voorzitter H. Redeker te Am sterdam, van de rijksadviescom missie beeldhouwkunst professor A. M. Hammacher te Otterlo (Gld.), tot ondervoorzitter prof. P. Grégoire te Laren (N.-H.). Tot voorzitter van de rijksadviescommissie grafische kunst: J. N. van Wessem te Leiden, tot onder voorzitter ir. C. J. Asselbergs te Breda, Tot voorzitter van de rijksadviescom missie gebonden kunsten: A. J, de Lorm te Arnhem. Er is bjj de Franse omroep een nogal ingrijpende re organisatie gaande. Ter wijl er enerzijds bezuinigd moet worden en reeds wordt, neemt men anderzijds grotere taken op zich. Reeds eerder was bekend gemaakt dat het luistergeld verhoogd wordt van 15,- tot 20,- en het kijk geld van 40,- tot 60,-. Met name maken de Fran sen zich-zorgen over de invloed van hun omroep naar binnen zowel als naar buiten. Men vreest dat de omroep in beide opzichten tekort schiet. De uit zendingen geschieden in hoofd zaak over een drietal zenders. Paris Inter met een groot aan tal regionale zenders, is voor al op het buitenland, ja op de wereld gericht. Paris, met eveneens een groot aantal re gionale zender.;, geeft een po pulair programma, in hoofd zaak te vergelijken met het Light Programme. Tenslotte is er het Nationale Program ma met een uitgesproken cul tureel karakter, doch verder te vergelijken met de Engelse Home Service. Met ingang van 1 januari zijn deze drie netwer ken resp. gaan heten France I France II en France HI. (Wij zullen bij de aankondigin gen voorlopig beide benamin gen vermelden. France I gaat zich nu werke lijk en doelbewust op het bui tenland richten. Bij de beide andere netwerken zal weinig aan het karakter van de uit zendingen veranderen, maar er zal wel bezuinigd worden op de regionale programma's. Naast deze drie zenders blijft Paris IV, een zwakke zender •Van horen en zien gesproken CECILIA ANDRIESSEN die alleen in het gebied van Pa rijs is te ontvangen. Deze zen der geelt een paar maal per week cultureel zeer hoogstaan de programma's, die te verge lijken zijn met die van univer siteitszenders in de Ver. Sta ten. Men moet zeggen dat er ten onrechte weinig naar Franse zenders geluisterd wordt. De programma's achten wij de beste van Europa, beter ook dan de Engelse met inbegrip van het Derde Programma. Franse omroep lijdt niet alleen aan gebrek aan belangstelling, men staat ook aan invloeden van buiten. Een mach- tige groep financiert de drie grote Europese commerciële zenders Luxemburg, Europa I (in Saarland) en Monaco. (Wq zullen over die groep wel eens wat meer vertellen). De uitzen dingen van deze zenders zijn in hoofdzaak op Frankrijk ge richt, de programma's worden per advertentie bekend ge maakt. In het nachtelijk con cert in Europa deed Frankrijk tot nog toe niet mee. Machti ge Duitse zenders blijven de gehele nacht doorzenden, de Italiaanse omroep werkt tot vier uur. De eerste doen dat als tegenpropaganda tegen de Oostduitse giganten. De Italia nen als propaganda en., voor de continu-arbeiders. In Frankrijk heeft men nu ook de noodzaak van het nachtelijk concert ingezien en France 1 blijft dan ook tot vijf uur in de ether, om een uur later de dag alweer te openen. Ook in ons land gaan stem men op die vragen om nachte lijke concerten. Ook in ons land werken steeds meer be drijven continu. Daar wil men dan graag wat muziek maar vooral de thuiskomende mid- dagploegen gaan niet graag vroeg naar bed. Vroeg of laat zal men er ook hier toe moeten overgaan de zenders Hilver sum niet om middernacht te sluiten. De N.T.S. heeft een op roep gericht voor een aantl nieuwe perso neelsleden voor de pro- grammadienst. Zo worden er een redacteur-commentator, een filmrèdacteur en een bu reau-redacteur gevraagd voor het journaal. Men wil met in gang van 1 april het journaal uitbreiden. Het komt dan in ieder geval op iedere uitzen ding, met daarnaast eenmaal in de week een zeer uitgebreid weekoverzicht. Er is nog niet beslist of het journaal zelf uit gebreid zal worden. Ook niet of er een gesproken nieuwsuitzen ding aan zal worden toege voegd. In beide opzichten zjjn er plannen. Verder vraagt de N.T.S. o.m. een fotograaf en een filmtech nisch assistent. Een zo visueel gericht bedrijf moet waarach tig beschikken over mensen die wat er gebeurt voor de toekomst of voor het archief vastleggen. Het gevolg zal zijn dat ook de kranten meer plaat jes krijgen van TV-uitzendin- gen of van de voorbereidingen ervan. Johan Schmitz als Gijsbrecht nu wel traditioneel ge worden TV uitzending van de Gijsbrecht zal dinsdag a.s. op de schermen te zien zijn. Voor de vijfde maal zullen regisseur Jack Dixon en Johan de Meester dan sa menwerken om de kijkers een zo fraai mogelijke reportage van de opvoering te bieden. Ellen Vogel als Badeloch en dochter van een zeer muzikaa1 geslacht zal vanavond voor de K.R.O. een werk uitvoeren van de zeer muzikale zoon van een on muzikaal geslacht. Cecilia An driessen zal n.l. het 2e Orgel concert van Handel spelen met omroepkamerorkest on der leiding van Roelof Krol. Zij is de jongste dochter van Hen drik Andriessen en, uiteraard. een leerling van deze meester op het orgel. (Van Handel is bekend dat zijn ouders verbijs terd waren over zijn muzikale aanleg. Zij gaven niets om mu ziek). De N.C.R.V.-verslaggever Jan de Visser verblijft in Singapore en geeft vandaar, via Londen, regelma tig rechtstreekse reportages over de evacuatie van Neder landers uit Indonesië. In ver band met de quarantaine maatregelen i het hem tot nu toe niet mogelijk geweest, met het opname-apparaat indruk ken in de kampen zelf te ma ken. Daarnaast zou het gespro ken woord, dat zou zijn opge nomen, waarschijnlijk tijdens het overbrengen op ziin lange reis naar Europa zijn ver vormd. De verbinding Singapore- Londen wordt n.l. door korte- golfzenders onderhouden en de Engelse P.T.T. zorgt dat de commentaren van Jan de Vis ser via de lijn naar Hilversum komen. Vandaar dat voor elke uitzending in de N.C.R.V.-stu- dio „stemproeven" worden eenomen. De ene keer ziin de atmosferische storingen sterker dan een andere maal. Aan de hand van de proefuitzending krijgt bij opdracht langzamer of sneller te spreken. Woens dagavond hoopt men uit een aantal banden die nu onderweg zijn een klankbeeld te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 9