WAT
D'
BETEKENT LOURDES Nieuwe religieuze
VOOR ONS?
CLARE LENNART OP HAAR BEST
kunst in Delft Vrouwelijke intuïtie
en schrijftalent
Wisseling van
klimaat
D
M'
VELPON
„DE OGEN
VAN ROOSJE
H
Van boeken
en schrijvers
De rechter
en zijn beul
friedr. d r r en matt
LOURDES VERWELKOMT
ZIJN NIEUWE BISSCHOP
Juiste
opvatting der Maria-deVotie
wijst naar Christus
en
leven
V.
Laatste groet aan Buziau
Inwoners boos over Parijs' accent van
Bernadette in radio-klankbeeld
Aan de vooravond van het eeuwfeest
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958
hjachV5* zelfs
BEDEVAARTEN naar
lourdes
Bisschoppelijk Pax
Christi-congres
Mgr. A If rink naar
Parijs vertrokken
Liturgische weekkalender
Rumoer rond
Moulin Rouge
min
door
i e pauselijke februari-intentie van
het Apostolaat der Gebeds luidt:
T „Hart van Jezus, mogen vanuit
gourdes allen die lijden voor U door
varia troost en kracht ontvangen". Deze
®tentie is uitermate belangrijk. Niet
.«tiwege de verbinding met het eeuw-
ast van de verschijningen te Lourdes
T flit is „maar" de aanleiding voor de
dieper gaande zin ervan maar
P hoofde van de bedoeling van
formulering, waardoor de Maria-
jJetering in 't juiste licht wordt gesteld.
Pe Paus heeft nl. bij gelegenheid van de
n°nderdjarige herdenking van de ver
fijningen te Lourdes een encycliek
Uitgegeven. Het eerste deel daarvan be-
jat een gedetailleerde geschiedenis van
gourdes. De feiten zijn bekend: Op
I' februari 18858 verscheen O.L.V. voor
?et eerst aan Bernadette Soubirous, vier
fr na de afkondiging van het dogma
aer Onbevlekte Ontvangenis. Achttien-
Saai heeft het Franse meisje de
P-Maagd mogen zien. In 1862 werd het
5?vennatuurlijk karakter der verschij-
Jj'dgen erkend en de verering van O.L.V.
Lourdes goedgekeurd. Sindsdien ko-
J}en er onafgebroken bedevaarten uit
aUe delen der wereld naar het stadje
,1 de Pyreneeën. Bernadette werd m
1938 heilig verklaard. Het hoogste ker
kelijk gezag heeft een liturgisch feest
van de verschijningen op 11 februari
jaarlijks ingesteld.
De vraag is: Wat betekent Lourdes
v0or ons? In het tweede deel van zijn
Encycliek geeft de
R. Vader daarop A
een duidelijk ant
woord. Lourdes is
Voor ons een be
wijs van de god
delijke verlossings
liefde voor de lij
dende mens en
verwijst ons op
tastbare, zichtbare
wijze naar wat wij
geloven: de verrij
zenis van het lichaam en het eeuwige
Wen. Vandaar dat de Paus het herden
kingsjaar van de verschijningen van O.L.
Tfouw een „poging tot wedergeboorte"
loemt.
Het gaat om de geestelijke betekenis
van Lourdes, die „een gëtrouwe echo
is van de boodschap van het Evangelie"
die het lijden zin geeft, het heiligt, het
tot zijn ware verhoudingen terugbrengt.
vHet lijden, aldus de Paus, kan grote
lijks bijdragen tot die christelijke weder
geboorte van de maatschappij, die wij
door de machtige voorspraak van Zp
Moeder van God afsmeken. En elders
in de encycliek: Maria komt tot de
Zhensen om hen te wijzen op de wezenlij
ke en ernstige stappen, die een religieu
ss bekering inhouden. Zonder zich zelf
(Vervolg van pag. 1)
Goed zijn voor zijn arbeiders moet
t u«en worden ingegeven door
een rekensom: ais ik hem niet
lijm, hou ik hem niet. Wanneer
zulk een stemming de feitelijke onder
grond is van een zich naar buiten uiten-
,de sociale gezindheid, moeten we rond
uit van huichelarij spreken. Een op
zulk een slappe bodem gebouwde „men
selijke verhouding" wordt direct onder
kend en aangevoeld en... met gelijke
thunt beantwoord.
Hoe traag, vooral in het verleden
sommige wettelijke sociale maatregelen
ook tot stand kwamen (over de ziekte
wet deed men bijna 30 jaar'.), toch
groeiden en groeien deze altijd nog eer
der dan dat een sinds eeuwen misgroei-
de verhouding jegens de „mindere man"
Weer op haar juiste christelijke grond-
sJag is aangeland. We weten derhalve,
?at tot de sociale activiteiten, welke het
feste geduld en 't taaiste doorzettings-
fmogen vereisen, behoort def weder-
*'ldse mentaliteits- en inzichtsbeïn-
f eding. Het einddoel ligt ver en de
eg erheen is betegeld met teleurstel-
Jjhgen. Dit wetende zal men niettemin
Qe teleurstellingen moeten signaleren,
a -?et naam en toenaam moeten aan-
?Ulde" en 20 trachten voetje voor voet
je net ideaal te benaderen. Het zal een
ïïïnv"8 moeten blijven naar alle
arbeidêrs^te gen<ff °m tegen
„tw„r,„a«i;T,.zeSgen: voel je mee ver-
op te dringen verzoekt zij hen zich zelf
te hervormen en met alle kracht te wer-
ken aan het heil der wereld".
Het is opvallend dat in alle verschij
ningen van O.L.Vr. vanaf die aan Cathe
rine Labouré in 1830 tot en met Banneux
alle nadruk valt op de aansporing tot
boete en bekering, m.a.w. op het zoveel
mogelijk „profiteren" van Christus'
Verlossing.
het^edrhf'of Te r df, &anS van zaken in
„Ih p LII onderneming waar je
hot voldoende is,
van een werkgever teVrlangén dat
hij zonder iets terug te verfang|£; gen
sociaal patroon is. ëeu
aar nu terug naar de arbeiders
die heimelijk nog zo vol wantroul
wen staan tegenover goede din
gen die zij in de laatste twaalf jaar
hebben kunnen verwerven. Alle mani
fest geworden sociaal gevoel bij onder
nemers wordt vaak weggewuifd met:
't Zou wat, allemaal zakelijkheid, er is
hog niets veranderd.
We blijven van mening, dat er wel de
gelijk iets veranderd is zeker in het
aigemeen. Niet alleen onder de dwang
van een machtige, tot dwingen m staat
pijnde arbeidersbeweging, maar ooK
door de theoriën, verkondigd door
kerk, kunstenaars, academici.
Natuurlijk zijn er nog altijd lieden
die geen oog hebben voor de begon
nen kentering in mentaliteit. Het zijn
degenen, die uitsluitend onder de druk
Van een te gespannen arbeidsmarkt be
leid zijn van de sociale nood een sociale
deugd te maken. Zodra dezulken de
kans schoon zien trappen ze terug en
hiaken kapot wat anderen in vele jaren
hweizame arbeid hebben gebouwd. An
deren. We denken hierbij niet alleen
aan arbeiders en hun voormannen, maar
penzeer aan tal van werkgevers, die
fhddel kunnen staan voor een antwoord
jP de vraag hoe het dan wel moet. Zo-
e-ng het nu nog gaat om individuele
gallen van a-socialiteit bij sommige
Zo» gevers zeggen we: let er niet al te
uï?r op, ze schakelen zichzelf mettertijd
V' Maar als het bestuur van een gro-
ivj.j'ddernemersorganisatie, in de naam
Plot jVan het predicaat „sociaal" prijkt,
iïitjjdringende adviezen bij zijn leden de
h®liiu uele ondernemers komt, die ken-
arC? beogen een ruime marge op de
2eRdo Srnarkt te houden, en als dat-
raatjt sociaal verbond dringend af-
aardoor komt de eigenlij
ke betekenis van Maria's tussen
komst in het juiste, christologi
sche licht te stan. Haar moeder
lijke bezorgheid voor de lijdende en zon
dige mens is een genade-gave van God,
die voor heel de mensheid bedoeld is.
Zij herinnert ons eraan, dat de overwin-
Qp jijden Gn kwaad uitsluitend ligt
in de navolging van Christus, in het
dragen van ons kruis.
Daarom heeft Lourdes weinig te
maken met brandende kaarsen, met
handboekjes voor pelgrims, ook niet met
het feit, dat men er zelf geweest is.
De mensen komen niet naar Lourdes
door uit hun eigen land weg te gaan,
maar door te geloven daar waar zij
leven. Lourdes is overal.
Wij kunnen overal tot bezinning ko
men, overal kunnen wij stilstaan midden
in het gejaagde leven. Paus Pius XII
zegt, dat het nederige antwoord van de
mens, die toegeeft zondaar te zijn, de
ware belangrijkheid uitmaakt van dit
herdenkingsjaar. De wereld, dat zijn
priesters, leken, vaders, moeders, jonge
mensen, arbeiders en intellectuelen, zij
moeten zich gaan schamen over wereld
oorlogen, slavenhandel, rassendiscri
minatie, uitbuiting, concentratiekam
pen enz. Daarvoor lijdt Christus. Daar
voor ljjden wij. En wanneer wij ons
zelf hebben bekeerd tot God, tot de naas
te, dan zal het lijden nog niet ophouden
want het lijden is een levenswet. Wij
zullen door ons lijden ook de bekering
van anderen moeten bewerkstelligen.
Dan slaat het lijden ons niet terneer,
maar ontvangen wij kracht uit de bood
schap van Lourdes, en genade en troost.
Leed en lijden baart heiligheid in ons
zelf en anderen. Lourdes 1958 is een
poging tot wedergeboorte van ons, arme
mensen.
Op deze wijze gezien is de gebeds
intentie van deze maand in de ware
zin van het woord christocentrisch.
De juiste opvatting van de Maria-devo-
tie wijst naar Christus, van Wie alléén
alle heil te verwachten is. Bij Hem is
Maria, als Zijn Moeder, als de Onbe
vlekte, in wie de verlossing in haar vol
heid reeds werkelijkheid is, onze mach
tigste voorspraak. Als de enige mens
aan wie dit voorrecht is tebeurt geval
len, is Zij degene, die ons reeds is voor
gegaan naar ons aller bestemming. Tot
dat wij ons eeuwig doel bereiken zijn
wij in nood, hulpbehoevenden, zondaars.
Aan het kruis heeft Christus ons een
Moeder geschonken, wier nooit aflaten-,
de zorg het is de mensheid naar haar
Zoon te leiden. Die moederlijke taak
heeft Maria met Gods toestemming de
laatste anderhalve eeuw nadrukkelijk
vervuld door ons bij haar herhaalde
verschijningen telkens weer tot boete
en bekering aan te sporen, aldus al onze
aandacht vragend voor Christus' verlos
singswerk.
De H.Geest heeft uit de gelovigen
tezamen met Maria een echte gemeen
schap van geloof en voorbede gemaakt.
Evenals de Kerk de grote gave van
de H. Geest aan de mensheid is, zo is
Maiia een ander geschenk aan ons men
sen, die door haar, als door geen ander,
naar Hem geleid worden, in en door .en
van Wie alle heil is.
Zo wil de Paus dat wij het herden
kingsjaar van Lourdes vieren, ons ver-
trouwvol aanbevelend in de moederlijke
bescherming van de H.Maagd, wier le
ven ons in alle opzichten een voorbeeld
is van de heilige genade van God.
Het programma van de nationale bede
vaarten naar Lourdes voor dit jaar ge
organiseerd door de hereniging tot sa
menstelling van Nederlandse bedevaar,
ten, is als volgt:
12 t/m 19 april per trein: Jongeren-
bedevaart, met zieken, georganiseerd
door de Katholieke Jeugdraad, onder
auspiciën v. c. V.N.B.
12 t/m 19 mei per trein: 64e nationale
bedevaart, met zieken en deelname van
de Katholieke Nederlandse boeren- en
tuindersbond (K.N.B.T.B.).
10 t/m 17 juli per trein: 65e nationale
bedevaart, zonder zieken, met bezoek
aan Nevers (H. Bernadette).
5 t/m 13 aug. per trein: 66e nationale
bedevaart, met zieken en aansluiting
van de Nederlandse Montfortaanse Be
devaart.
21 t/m 24 juni Vliegtocht, speciaal voor
zieken en hun begeleiders.
6 t/m 9 sept. Vliegtocht, speciaal voor
zieken en hun begeleiders.
13 t/m 16 okt. Vliegtocht, speciaal voor
zieken en hun begeleiders.
«iaChï zelfs, waneer het daartoe bij
hit was, zou verbieden een toeslag
"Nii^ Uele ondernemers komt, die ken-
adt,
ach
mt; iuu vei uicucn ecu I.VVO1M.0
Verw keren aan arbeiders die in een
Sevr. i e week werken, dan wordt ons
groot Van teleurstelling toch wel erg
2sker-iDan sPreekt hier voor ons een
aan ikheid die vreemd gaat worden
seliivi? zichzelf stelt tegenover de men-
Eevve Nten moet zelf werkloos
dat iSt 2hn om het leed te begrijpen,
ontsta hiaterieel èn geestelijk hieruit
verb„ ^en houding als van bedoeld
Roede 's nu ïhist in staat de groeiende
langp yorhoiidingen met een klap voor
nien e grondig te verstoren. Laat
dere t?a,r bet bePalen van het ver
niet bel®id Koed aan denken, 't Gaat
«en e baaRjes meel, het gaat om men-
en mensengeluk.
van
ijdagmiddag is de aartsbisschop
Utrecht mgr. dr. B. J. Alfrink,
als voorzitter der Nederlandse Pax
Christi-afdeling naar Parijs vertrokken
om deel te nemen aan de internatio
nale raadsvergadering der Pax Chris
ti. Deze wordt vandaag en zondag gehou
den onder voorzitterschap van de aarts
bisschop van Parijs en internationaal
voorzitter, kardinaal Feltin.
Aan deze raadsvergadering, welke ge
houden wordt in het Parijse aartsbis
schoppelijke paleis, nemen de bisschop
pen-voorzitters der Pax Christi uit de
voornaamste Europese landen deel
ZONDAG 9 februari: Sexagesima; eigen
mis; 2 geb. H. Cyrillus: Credo; pref. v.
d H. Drieëenheid: paars. MAANDAG:
H Scholastics, maagd; mis Dilexisti; wit.
DINSDAG: Verschijning van O. L. Vrouw;
eigen mis; (Haarlem; 2 geb voor bis
schop)' credo; pref. van O. L. V.; wit.
mTOSnAC, HH. Zeven Stichters; be-
ïijdersf eigen mis; wit. DONDERDAG:
mis van zondag Sexagesima; paars. VRIJ
DAG: mis van zondag 2
H. Valentinus; paars. ZATERDAG, mis
van O. L. V. op zaterdag; 2 geb HH.
Faustinus en Jovita; pref. van O. L V.;
wit. ZONDAG 16 februari: Quinquagesima;
eigen mis; credo; pref. van de H. Drieeen
heid; paars.
De Franse componist Georges
Auric heeft voor het Federale Hof
in Washington de eerste vijf noten
van zijn liedje Moulin Rouge",
dat hij voor de gelijknamige film
schreef, moeten verdedigen tegen
de aanklacht van een handelsrei
ziger in babykleertjes, de heer
Sidney Hirshon uit Delaware, diè
meende het thema al eerder te
hebben gevonden, in 1943 name
lijk, toen hij nog bakkersvracht
auto-chauffeur was. Met behulp
van een oud zakboekje echter kon
de heer Auric aantonen, dat hij
met het bewuste thema reeds in
1940 bezig was geweest, nog wel
op het moment dat de Duitsers
Parijs binnenvielen. De heer Auric
vluchtte en het liedje werd ver
geten, totdat men in 1952 muziek
nodig had voor de film Moulin
Rouge. En nu was dus de heer
Auric in Washington present om
de heren van het Federale Hof met
een schitterend concert op de in
derhaast aangevoerde vleugel te
overtuigen van de oorspronkelijk
heid van zijn compositie. Boven
dien, zo zei hij, hebben ook Beet
hoven, Delius, Humperdinck en
verscheidene andere componisten
dezelfde vijf noten, en in dezelfde
volgorde, reeds gebruikt!
Advertentie
jf
T~\ e lerarende Christus, een beeld van de Duitse kunstenaar Ernst Barlach,
J is een der vele werken, welke zijn geëxposeerd in het Delftse Prinsenhof
•M—J^ ter gelegenheid van de viering van het twaalfde lustrum van de Delftse
r.-k. studentenvereniging „Sanctus Virgilius". Met deze expositie (nog te bezich
tigen tot half maart) en een aan het verschijnsel „moderne religieuze kunst
gewijd congres hebben de jubilerende studenten een culturele daad willen
stellen zoals deze traditioneel bij een lustrumviering past. Er is werk te zien uit
Frankrijk (Rouault twee zalen Manessier, Chagall, le Corbusier, Zadkme),
Duitsland (Lehmbrück Barlach), België en Nederland. Vooral de Nederlandse
keuze is willekeurig uitgevallen. Van de beeldhouwers mist men KoremanPaul
GregoireNiel Steenbergen en Wezelaar; van de schilders Daan Wilschut en
Aad de Haas. De tentoonstelling laboreert in haar geheel aan de voorinstelling,
dat kunst eerst echt modern zou zijn wanneer zij naar het non-figuratieve neigt.
Er blijkt een modieuze, niet door critische zin geremde, voorkeur uit óók voor
het gewild moderne. Overigens is het studentikoze initiatief hoogst belangrijk
en dient men de feilen van een zodanig initiatief tegelijk met zijn kwaliteiten
te aanvaarden.
et is misschien een begrijpelijke
reactie dat, als een kunstgevoe-
lig mens na een teleurstellende
ervaring in concertzaal of schouwburg,
waar uitvoering o± stuk niet aan de
verwachtingen hebben voldaan, hij een
boek ter hand neemt, waarin hij zeker
weet dat waarden verborgen liggen,
die slechts der ware en hoge kunst zijn.
Ik zou zeggen, er zijn kwalijker midde
len om over een teleurstelling heen te
komen dan zich te laten bezweren door
een van de grote kunstenaars, die
door hun woord, hun geniaal uitdruk
kingsvermogen, hun warme menselijk
heid, de eenzaamheid van de mens draag
lijk maken of in ieder geval veran
deren. En het heeft veel voor dan een
auteur ter hand te nemen, die men öf
heel erg goed kent öf een schrijver,
wiens werk en reputatie u altijd heeft
geprikkeld nog eens „alles" van hem
te gaan lezen, hoewel ge zeker weet
daar niet toe te zullen komen. Tenzij
een milde ziekte u aan het bed of de
armstoel kluistert met de raad van de
arts: doe nu alleen wat u prettig vindt,
lees alleen dat wat u behaagt en leef
eens een poosje alsof er geen zorg in
de wereld voor u bestaat
Eén van die laatste auteurs, vrijwel
altijd in één adem genoemd met Gott
fried Keller, Storm en Raabe, is de
Pruis Theodor Fontane. Merkwaardige
kerel, deze heer. Na balladen te hebben
geschreven, en historische romans in
het genre Willibald Alexis, na een na
turalistisch verhaal als „Stine" en
vele andere zaken, komt de drie-en-zes-
tigjarige plotseling voor de dag met
een boek, een grotestadsroman, met zo
veel realisme en onverschrokken be
schrijvingen van de arbeidersklasse, zo
veel „moderne" psychologisch inzicht
en geschreven in een koele, haast nuch
tere stijl, dat het Berlijn uit de jaren
rond 1880 geen betere sociale roman zal
kunnen aanwijzen dan dit verhaal van
deze grijsaard. Effi Briest heet zijn hel
din, die in veel, maar niet al te veel
op Madame Bovary lijkt. Doch beiden
gaan ten onder aan de „tyrannisieren-
den Gesellschafts-Ethos".
Fontane die niets begreep van Goethe's
„Tasso" en „Wilhelm Meister" en van
zichzelf getuigde dat hij zo romantisch
is dat hij „mit Maria Stuart zu Bett
gegangen (ist) und mit Archibald Dou
glas aufgestanden", bleek in zijn later
werk echter allesbehalve romantisch;
hij is niet eens lyrisch en zelfs niet
muzikaal. Zijn gevoel uit zich in twijfel
en in gêne. Nebenfigure sind immer
das Beste, zei hij, von denen ich glaube
die Knöpfe des Rockes und die Venen
der Hand zahlen zu können. Maar hij is
tegelijkertijd met zijn rationalistische
inslag een dromer. „Meine ganze Pro-
duktion ist Psychographie und Kritik.
Dunkelschöpfung im dichte zurechtge-
rückt. Vielleicht ist mir Effi Briest so
gelungen, weil ich das Ganze traume-
risch und fast met einem Psychogra-
phen geschrieben habe
Voortreffelijk boek
Ik moest na een teleurstellende
theateravond Effi Briest neerleggen
om het nieuwe boek van Clare
L e n n a r t, getiteld „D e ogen
van Roosje" (S t o I s, Den
Haag) ter hand te nemen. Het he
den gaat bij de criticus bijna altijd
voor het verleden. Misschien is het
door de nabijheid van Fontane dat ik
in dit nieuwe boek van mevrouw Len-
nart dezelfde geest terugvond, iets
van diezelfde geest althans, die in het
leven van de Pruisische Bovary rond
waarde. En na lezing van het voor
treffelijke boek, het beste verhaal, dat
Clare Lennart tot nu toe gemaakt
heeft, klinken mij toch de woorden van
de Duitse auteur in de oren, die op
veertigjarige leeftijd met koele blik
zijn plaats in de literatuur beschouwde
en tot de conclusie kwam: Ich bin
gewisz eine dichterische Natur, mehr
als tausend andere, die sich selber
anbeten. Aber ich bin keine grosze
und keine reiche Dichternatur. Es
drippelt nur so. Der einzelne Tropfen
mag ganz gut und klaar sein; aber
es ist und bleibt nur ein Tropfen,
kein Strom, auf dem die Nationen
fahren und hineinsehen in die Tiefe
und das himmlische Sonnenlicht, das
sich darin spiegelt.
Dit is zeker ook waar van Clare Len
nart. Maar ten overstaan van dit nieu
we verhaal moeten we toch zeer dank
baar zijn voor deze roman, die zeker
„gut" en „klar" is, en die bij alle
nuchterheid het dromerige heeft, dai
ook een eigenschap uitmaakt van Fon-
tane's oeuvre.
Het is 'n boeiende, merkwaardige sen
satie deze biecht, want dat is dit boek,
te lezen. De vrouw, die vertelt, is het
kind van een dorpsonderwijzer en heet
Paula. Haar moeder, een Franse gou
vernante voor haar huwelijk, is Frans
tot in haar vingertoppen. Haar zusje is
de grote tegenspeelster. Deze, allesbe
halve passief, neemt altijd het initiatief
en het schuchtere, dromerige kind >elt
zich eigenlijk min of meer beschermd
tegen de al dan niet boze wereld door
de activiteit, de koele en verstandige
plannen van het mooie zusje, Jeanine.
Zij leeft het lieve leven kalm en rustig
verder, geniet van de kleine, zachte
vreugden en alles is, op de kleine
schaal van haar meisjesbestaan, pais
en vree. Tot zij op een kwade dag
het kwaad ontmoet. Zij vindt haar lie
velingspop, Roosje, met de beide ogen
ingedrukt. En zij weet met somnabulis-
tische zekerheid da het zusje dat ge
daan heeft. En zij gaat Jeanine bespie
den. Zij ziet da achter het lieftallige
uiterlijk, de aanminnige maniertjes, het
griffe en genereuze van een hartelijke
daad, het botste egoïsme wacht op de
kans. Jeanine gedraagt zich echter on
berispelijk en Paula heeft en krijgt ook
nimmer bewijzen. Het kwaad vormt
zich in de ziel van Paula als een steeds
groter wordend gezwel. Zij vergeet het
echter haast als de zuster uit Paula's
leven verdwijnt en zij zelf een gelukkig
huwelijk sluit. Tot op de dag dat Jea
nine. terug uit het buitenland, de zwa
ger en heel de omgeving begint in te
palmen. Dan grijpt het noodlot in-
Paula, die de wanhoop nabij is en door
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
een ieder wordt beschouwd als een
zenuwpatiënte, r'jdt in h„ar auto en
hoort in de verte, aan de verkeerde
kant van de weg, haar zuster een
deuntje fluiten. Zij nad de ander kun
nen vermijden, maar als ij daartoe
besluit is het te laat. Alleen zij weet,
dat dit ongeluk misschien een moord is.
Eenvoudige taal
In zeer eenvoudige taal geschreven,
maakt dit verhaal een onvergetcMjke
indruk. Clare Lennart's opmerkingsga
ve heeft zich hier op haar best geuit.
Zij is als Fontane een droom
star, als ïen tenminste de schrijfster
een ogenblik mag identificeren met de
CLARE LENNART
vertelster uit het boek. Slechts af en
toe, veel minder dan in haar vorig
werk, bezwijkt Clare Lennart weer
voor de mooie, te mooie beschrijving.
Maar zeer duidelijk tekent zij de bijfi
guren die inderdaad - zoals bij Fontane
- haast nog belangrijker zijn dan de
twee, Pauline en Jeanine, waar het
om gaat. De vader en moeder, de
vrienden, de kinderen uit de klas zijn
meesterlijk getroffen. Alleen wil, vol
gens mijn gevoe1 de echtgenoot niet
tot leven komen. Maar dat kwam hj)
eigenlijk ook niet voor de vertelster,
de bescheiden Paula. Zij ziet heel
duidelijk dat de fysieke aantrekkings
kracht de grond is, waarop dit zo „ge
lukkige" huwelijk rust. Ook is het eer
ste gesprek van de twee in de trein
wat onwaarschijnlijk, maar wie
weet
Dit boek zou nooit door een man ge
schreven kunnen zijn. Van de eerste
zin tot de laatste heeft het een vrou
welijke toets en sfeer. Het portret van
Paula treft ons te dieper naarmate het
landschap rondom, de bijfiguren, de
dieren en de natuur fijner en toch sober
zijn uitgewerkt.
Mocht u na een teleurstelling, op
gedaan in theater of concertzaal, thuis
komen en u geestelijk willen vertreden
in een sfeer die u aangenamer is dan
die, waarin u de laatste uren hebt moe
ten leven, neem dan eens Fontane ter
hand of nog liever: lees „De ogen van
Roosje". Clare Lennart zal u dan voor
komen als een van de voortreffelijkste
schrijfsters van Nederland en deze
roman, een stuk literair werk waar
voor u respect zult hebben. Zelden heb
ben vrouwelijke intuïtie en schrijftalent
zich gelukkiger verenigd dan in dit
verhaal, waarin het tastend -.villen over
bruggen van de afstand van mens tot
mens, in woorden is neergedrukt. Dit
is ongetwijfeld het mooiste boek dat
door Clare Lennart werd geschreven.
J. W. HOFSTRA
Vrijdag is het stoffelijk overschot van Buziau in het familiegraf op het r.-k.
kerkhof in Den Haag begraven. Onder de vele bekenden was ook de revue-artist
Siem Nieuwenhuijzen, die het eerste schepje aarde in de groeve wierp.
13
Uit het nieuwe zwijgen van de rechter van instruc-
tie concludeerde Von Schwendi, d^t hy raak had
geschoten. Lutz was nu zo uit net veld geslagen,
dat de nationaalraad ervan overtuigd was, dat hij
met hem doen kon wat hi) wilde. Zoals het meer
gaat bij eenzijdige naturen, werd de hoge ambtenaar
door de onverwachte wending in de moordzaak Ulric
Schmied zo geïrriteerd, dat hij zich in een bepaalde
richting liet beïnvloeden en meerdere concessies
deed, die een objectief onderzoek in de moordzaak
in gevaar konden brengen.
„Beste Oscar", zei hij, om zich uit zijn situatie te
redden, „ik zie alles niet zo zwaarwichtig in. Na
tuurlijk hebben de Zwitserse industriëlen het recht
particulier met diegenen te onderhandelen, die zich
daarvoor interesseren, tot welke mogendheid zij ook
mogen behoren. Dat wil ik niet bestrijden en de po
litie mengt zich daar ook niet in. Maar ik herhaal,
Schmied was als particulier bij Gastmann en het was
beslist onjuist, dat hij een valse naam en een vals
beroep opgaf, al heeft men dan ook als politieman in
een gezelschap vaak bepaalde weerstanden te over
winnen. Maar hij was niet alléén bij deze bijeenkom
sten, er waren ook kunstenaars aanwezig, geachte
heer nationaalraad".
„Ter opluistering van het decorum. Wij leven in
een cultuurstaat, Lutz, en hebben een beetje reclame
nodig. De onderhandel'ngen moeten geheim gehou
den worden en dat kan men met kunstenaars het
beste. Een gezamenlijk feest, gebak, wijn, sigaren,
vrouwen, algemeen gesprek. De kunstenaars verve
len zich, gaan bij elkaar zitten, drinken en letten er
niet op. dat de kapitalisten en de vertegenwoordigers
van vreemde mogendheden ook bij elkaar zitten. Zo
willen er ook niet op letten, want het interesseert hun
niet. Kunstenaars interesseren zich alleen voor
kunst. Maar een politieman die aanwezig is, homT
graag alles. Nee, Lutz, het zaakje is bedenkelijk
„Ik kan alleen maar herhalen, dat het bezoek
van Schmied aan Gastmann mij nog altijd onbegrij
pelijk voorkomt".
„Als hij niet in opdracht van de politie kwam, was
hij daar in opdracht van iemand anders", antwoord
de Von Schwendi. „Er zijn vreemde mogendheden,
Lutz, die er zich voor interesseren wat er in Lam-
boing behandeld wordt. Dat is wereldpolitiek".
„Schmied was geen spion".
„Wij hebben alle reden om aan te nemen, dat hu
er wèl een was. Voor de eer van Zwitserland is het
beter, dat hij een spion was dan dat hij onder valse
voorwendsels vanwege de politie daar was binnenge
drongen.
„Hij is nu dood", zuchtte de rechter van instructie,
die graag alles ervoor over had gehad als hij op dit
ogenblik Schmied zelf had kunnen ondervragen.
„Ik geef toe", hernam de overste, „dat het onze
zaak niet is, uit te maken wat hij was. Ik wil nie
mand verdacht maken, maar alleen die bepaalde
vreemde mogendheid kan er belang bij hebben de on
derhandelingen in Lamboing geheim te houden. Bij
ons gaat het om geld, bij hen om de grondstellingen
van hun partijpolitiek. Laten we eerlijk zijn. In de
richting, waarin het onderzoek nu geleid wordt kan
de politie in deze situatie moeilijk verder gaan".
Lutz stond op en ging naar het raam. „Het is me
nog steeds niet duidelijk, wat je cliënt Gastmann voor
een rol speelt", zei hij langzaam.
Von Schwendi, die kennelijk wat last van de warm
te had, antwoordde; „Gastmann stelt de industriëlen
en de vertegenwoordigers van het gezantschap zijn
huis ter beschikking".
„Waarom juist Gastmann?"
De overste bromde, dat zijn geachte cliënt nu een
maal het daarvoor geëigende menselijke formaat be
zat. Als voormalig Argentijns gezant in China genoot
hij het vertrouwen van vreemde mogendheden en als
voormalig president van een bliktrust, dat van de
industriëlen. Bovendien woonde hij Lamboing.
„Hoe bedoel je dat, Oscar?"
Von Schwendi lachte spottend: „Heb je vóór de
moord op Schmied ooit van Lamboing gehoord?"
„Nee".
„Juist daarom", stelde de nationaalraad vast.
Niemand kent Lamboing. We moesten een onbekend
oord voor onze bijeenkomsten hebben. Je kunt dus
beter Gastmann met rust laten. Omdat hij er niet
van houdt met de politie in aanraking te komen,
moet je begrijpen, dat hij een hekel heeft aan
jullie verhoren, jullie snuffelarijen en jullie eeu
wig gevraag. Zoiets kun je bij een paar doorgewin
terde beroepsboeven doen, maar niet bij een man,
die ervan afzag zich te laten kiezen tot lid van de
Franse Academie. Bovendien heeft de Bernse poli
tie zich reeds hoogst onbeleefd gedragen. Men schiet
nu eenmaal geen honden dood, terwijl Bach gespeeld
wordt. Niet dat Gastmann zich daarover geërgerd
voelt, daar is hij te onverschillig voor. Hij zou geen
spier vertrekken als de politie het hele huis in el
kaar schoot. Maar het heeft geen zin Gastmann lastig
te vallen, daar achter deze moord nu eenmaal mo
gendheden staan, die noch met onze brave fabrikan
ten, noch met Gastmann iets te maken hebben".
De rechter van instructie liep op en neer voor het
raam. „We zullen onze nasporingen meer moeten
richten op het verleden van Schmied", verklaarde
hij. „Wat de vreemde mogendheden betreft, zullen
wij een bericht sturen aan het Ministerie van Bui
tenlandse Zaken. In hoeverre daar de zaak wordt
overgenomen kan ik natuurlijk niet zeggen, maar
het voornaamste onderzoek zullen wij toch wel moe
ten uitvoeren. Je verzoek om Gastmann te ontzien,
wil ik inwilligen. Wij zullen dan ook van een huiszoe
king afzien. Mocht het echter nodig blijken, dat ik
met hem spreek, dan verzoek ik je een bijeenkomst
te beleggen, waarbij jij tevens aanwezig kunt zijn.
In dat geval gaat het niet om een onderzoek, maar
om een formaliteit in het kader van het onderzoek,
dat onder bepaalde omstandigheden misschien eist,
dat ik ook Gastmann hoor, zelfs al is dat zinloos. Een
onderzoek moet nu eenmaal volledig zijn. Wij zul
len dan over kunst spreken om het onderzoek zo
onopgemerkt als slechts mogelijk is te doen plaats
hebben en ik zal ook geen vragen stellen. Zou ik
echter toch vragen moeten stellen om wille van de
formaliteit, dan zal ik jou eerst de vragen voorleg
gen",
(Wordt vervolgd).
(Van onze speciale verslaggever)
LOURDES, hedenmorgen
De bisschop-coadjutor van Tarbes en
Lourdes, mgr. Maury, die maandag jl.
in Lyon gewijd werd, is gistermiddag
in Lourdes aangekomen en hartelijk
verwelkomd. De burgemeester van
Lourdes, alle stedelijke autoriteiten,
een deputatie van de brancardiers en
de plaatselijke geestelijkheid waren ter
verwelkoming op het station aanwezig,
toen om half zes de trein uit Tarbes
binneifrolde en de nieuwe bisschop, ver
gezeld van de bisschop van Tarbes en
Lourdes, mgr. Théas, uit de coupé stap
te. Na een korte begroeting begaven
de beide bisschoppen zich per auto naar
het bisschoppelijk chalet achter het hei
ligdom.
Intussen stroomden duizenden LoUr-
dais samen bij de grot. Terw'jl de klok
ken van de basiliek luidden, daalden
om zes uur de prelaten, voorafgegaan
door tientallen priesters, in processie
af naar de Esplanade. Bij de grot werd
een korte plechtigheid gehouden, waar
mee mgr. Théas zijn coadjutor harte
lijk verwelkomde in Lourdes. Ook mgr.
Maury hield een korte toespraak, waar
in hij de wens uitsprak, dat hij als
helper van mgr. Théas zou mogen wer
ken tot heil van het heiligdom en van
het diocees. Tenslotte gaven beide bis
schoppen tegelijk de zegen.
Bij het verlaten van de grot werden
zij omzwermd door hun diocesanen, die
de afzetting doorbraken om de ring van
de nieuwe bisschop te kussen. Slechts
met grote moeite konden de monseig
neurs hun auto bereiken en instappen.
Maar zelfs toen gingen de aanwezigen
nog niet uiteen; zij openden het por
tier en weken pas toen de auto dwars
door de menigte heen wegreed.
Mgr. Maury heeft maandag de bis
schopswijding ontvangen voordat de
hiertoe vereiste Bulle uit Rome die
gewoonlijk pas enige weken na de be
noeming aankomt aanwezig was.
Met een speciale volmacht van Rome
vond de wijding zo spoedig reeds na
de benoeming plaats opdat de coadju
tor als bisschop zou kuna deelne
men aan de opening van het eeuw
feest.
Mgr. Maury zal, anders dan mgr.
Théas, die zijn residentie in Tarbes
heeft, in Lourdes resideren. Reeds
wordt voor hem nabij de Esplanade,
aan de overkant van de Gave, de villa
„Marie-Albert" in gereedheid gebracht.
Dit versterkt de mening, dat de bis
schop-coadjutor in het bijzonder met de
behartiging van de belangen van het
pelgrimsoord belast wordt, terwijl mgr.
Théas zich voornamelijk tot de leiding
van het diocees zou beperken. Voorlo
pig bewoont ngr. Maury het bisschop
pelijk chalet, waarin dezer dagen ook
kardinaal Gerlier, aartsbisschop van
Lyon, zijn intrek zal nemen om aan
wezig te zijn bij de opening van het
eeuwfeest.
Op de dag van de opening a.s. dins
dag zal Z.H. de Paus 's middags
om twaalf uur het Angelus bidden en
de Pauselijke zegen geven; de uitzending
hiervan door Radio Vaticana zal gere-
layeerd worden en via luidsprekers bij
de grot te volgen zijn.
Terwijl de dag van de opening nadert,
melden zich steeds meer hoge bezoe
kers aan. Het gerucht gaat, dat bonds
kanselier Adenauer, die momenteel aan
de Rivière vakantie houdt, dezer dagen
naar Lourdes zou pelgrimeren.
Woensdagavond heeft de radio een
reportage uitgezonden, waarin verschil
lende personen van honderd jaar gele
den figureerden, o.a. ook Bernadette.
De inwoners van Lourdes hebben zich
eraan geërgerd, omdat men voor het
uitspreken van de tekst van het arme
herderinnetje een Parisienne had geko
zen, die uiteraard niet het dialect van
de Bigorre sprak, maar zoals een
plaatselijk blad verontwaardigd op
merkt het accent had van Saint
Germain des Prés.