WAT D' BETEKENT LOURDES Nieuwe religieuze VOOR ONS? CLARE LENNART OP HAAR BEST kunst in Delft Vrouwelijke intuïtie en schrijftalent Wisseling van klimaat D M' VELPON „DE OGEN VAN ROOSJE H Van boeken en schrijvers De rechter en zijn beul friedr. d r r en matt LOURDES VERWELKOMT ZIJN NIEUWE BISSCHOP Juiste opvatting der Maria-deVotie wijst naar Christus en leven V. Laatste groet aan Buziau Inwoners boos over Parijs' accent van Bernadette in radio-klankbeeld Aan de vooravond van het eeuwfeest ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958 hjachV5* zelfs BEDEVAARTEN naar lourdes Bisschoppelijk Pax Christi-congres Mgr. A If rink naar Parijs vertrokken Liturgische weekkalender Rumoer rond Moulin Rouge min door i e pauselijke februari-intentie van het Apostolaat der Gebeds luidt: T „Hart van Jezus, mogen vanuit gourdes allen die lijden voor U door varia troost en kracht ontvangen". Deze ®tentie is uitermate belangrijk. Niet .«tiwege de verbinding met het eeuw- ast van de verschijningen te Lourdes T flit is „maar" de aanleiding voor de dieper gaande zin ervan maar P hoofde van de bedoeling van formulering, waardoor de Maria- jJetering in 't juiste licht wordt gesteld. Pe Paus heeft nl. bij gelegenheid van de n°nderdjarige herdenking van de ver fijningen te Lourdes een encycliek Uitgegeven. Het eerste deel daarvan be- jat een gedetailleerde geschiedenis van gourdes. De feiten zijn bekend: Op I' februari 18858 verscheen O.L.V. voor ?et eerst aan Bernadette Soubirous, vier fr na de afkondiging van het dogma aer Onbevlekte Ontvangenis. Achttien- Saai heeft het Franse meisje de P-Maagd mogen zien. In 1862 werd het 5?vennatuurlijk karakter der verschij- Jj'dgen erkend en de verering van O.L.V. Lourdes goedgekeurd. Sindsdien ko- J}en er onafgebroken bedevaarten uit aUe delen der wereld naar het stadje ,1 de Pyreneeën. Bernadette werd m 1938 heilig verklaard. Het hoogste ker kelijk gezag heeft een liturgisch feest van de verschijningen op 11 februari jaarlijks ingesteld. De vraag is: Wat betekent Lourdes v0or ons? In het tweede deel van zijn Encycliek geeft de R. Vader daarop A een duidelijk ant woord. Lourdes is Voor ons een be wijs van de god delijke verlossings liefde voor de lij dende mens en verwijst ons op tastbare, zichtbare wijze naar wat wij geloven: de verrij zenis van het lichaam en het eeuwige Wen. Vandaar dat de Paus het herden kingsjaar van de verschijningen van O.L. Tfouw een „poging tot wedergeboorte" loemt. Het gaat om de geestelijke betekenis van Lourdes, die „een gëtrouwe echo is van de boodschap van het Evangelie" die het lijden zin geeft, het heiligt, het tot zijn ware verhoudingen terugbrengt. vHet lijden, aldus de Paus, kan grote lijks bijdragen tot die christelijke weder geboorte van de maatschappij, die wij door de machtige voorspraak van Zp Moeder van God afsmeken. En elders in de encycliek: Maria komt tot de Zhensen om hen te wijzen op de wezenlij ke en ernstige stappen, die een religieu ss bekering inhouden. Zonder zich zelf (Vervolg van pag. 1) Goed zijn voor zijn arbeiders moet t u«en worden ingegeven door een rekensom: ais ik hem niet lijm, hou ik hem niet. Wanneer zulk een stemming de feitelijke onder grond is van een zich naar buiten uiten- ,de sociale gezindheid, moeten we rond uit van huichelarij spreken. Een op zulk een slappe bodem gebouwde „men selijke verhouding" wordt direct onder kend en aangevoeld en... met gelijke thunt beantwoord. Hoe traag, vooral in het verleden sommige wettelijke sociale maatregelen ook tot stand kwamen (over de ziekte wet deed men bijna 30 jaar'.), toch groeiden en groeien deze altijd nog eer der dan dat een sinds eeuwen misgroei- de verhouding jegens de „mindere man" Weer op haar juiste christelijke grond- sJag is aangeland. We weten derhalve, ?at tot de sociale activiteiten, welke het feste geduld en 't taaiste doorzettings- fmogen vereisen, behoort def weder- *'ldse mentaliteits- en inzichtsbeïn- f eding. Het einddoel ligt ver en de eg erheen is betegeld met teleurstel- Jjhgen. Dit wetende zal men niettemin Qe teleurstellingen moeten signaleren, a -?et naam en toenaam moeten aan- ?Ulde" en 20 trachten voetje voor voet je net ideaal te benaderen. Het zal een ïïïnv"8 moeten blijven naar alle arbeidêrs^te gen<ff °m tegen „tw„r,„a«i;T,.zeSgen: voel je mee ver- op te dringen verzoekt zij hen zich zelf te hervormen en met alle kracht te wer- ken aan het heil der wereld". Het is opvallend dat in alle verschij ningen van O.L.Vr. vanaf die aan Cathe rine Labouré in 1830 tot en met Banneux alle nadruk valt op de aansporing tot boete en bekering, m.a.w. op het zoveel mogelijk „profiteren" van Christus' Verlossing. het^edrhf'of Te r df, &anS van zaken in „Ih p LII onderneming waar je hot voldoende is, van een werkgever teVrlangén dat hij zonder iets terug te verfang|£; gen sociaal patroon is. ëeu aar nu terug naar de arbeiders die heimelijk nog zo vol wantroul wen staan tegenover goede din gen die zij in de laatste twaalf jaar hebben kunnen verwerven. Alle mani fest geworden sociaal gevoel bij onder nemers wordt vaak weggewuifd met: 't Zou wat, allemaal zakelijkheid, er is hog niets veranderd. We blijven van mening, dat er wel de gelijk iets veranderd is zeker in het aigemeen. Niet alleen onder de dwang van een machtige, tot dwingen m staat pijnde arbeidersbeweging, maar ooK door de theoriën, verkondigd door kerk, kunstenaars, academici. Natuurlijk zijn er nog altijd lieden die geen oog hebben voor de begon nen kentering in mentaliteit. Het zijn degenen, die uitsluitend onder de druk Van een te gespannen arbeidsmarkt be leid zijn van de sociale nood een sociale deugd te maken. Zodra dezulken de kans schoon zien trappen ze terug en hiaken kapot wat anderen in vele jaren hweizame arbeid hebben gebouwd. An deren. We denken hierbij niet alleen aan arbeiders en hun voormannen, maar penzeer aan tal van werkgevers, die fhddel kunnen staan voor een antwoord jP de vraag hoe het dan wel moet. Zo- e-ng het nu nog gaat om individuele gallen van a-socialiteit bij sommige Zo» gevers zeggen we: let er niet al te uï?r op, ze schakelen zichzelf mettertijd V' Maar als het bestuur van een gro- ivj.j'ddernemersorganisatie, in de naam Plot jVan het predicaat „sociaal" prijkt, iïitjjdringende adviezen bij zijn leden de h®liiu uele ondernemers komt, die ken- arC? beogen een ruime marge op de 2eRdo Srnarkt te houden, en als dat- raatjt sociaal verbond dringend af- aardoor komt de eigenlij ke betekenis van Maria's tussen komst in het juiste, christologi sche licht te stan. Haar moeder lijke bezorgheid voor de lijdende en zon dige mens is een genade-gave van God, die voor heel de mensheid bedoeld is. Zij herinnert ons eraan, dat de overwin- Qp jijden Gn kwaad uitsluitend ligt in de navolging van Christus, in het dragen van ons kruis. Daarom heeft Lourdes weinig te maken met brandende kaarsen, met handboekjes voor pelgrims, ook niet met het feit, dat men er zelf geweest is. De mensen komen niet naar Lourdes door uit hun eigen land weg te gaan, maar door te geloven daar waar zij leven. Lourdes is overal. Wij kunnen overal tot bezinning ko men, overal kunnen wij stilstaan midden in het gejaagde leven. Paus Pius XII zegt, dat het nederige antwoord van de mens, die toegeeft zondaar te zijn, de ware belangrijkheid uitmaakt van dit herdenkingsjaar. De wereld, dat zijn priesters, leken, vaders, moeders, jonge mensen, arbeiders en intellectuelen, zij moeten zich gaan schamen over wereld oorlogen, slavenhandel, rassendiscri minatie, uitbuiting, concentratiekam pen enz. Daarvoor lijdt Christus. Daar voor ljjden wij. En wanneer wij ons zelf hebben bekeerd tot God, tot de naas te, dan zal het lijden nog niet ophouden want het lijden is een levenswet. Wij zullen door ons lijden ook de bekering van anderen moeten bewerkstelligen. Dan slaat het lijden ons niet terneer, maar ontvangen wij kracht uit de bood schap van Lourdes, en genade en troost. Leed en lijden baart heiligheid in ons zelf en anderen. Lourdes 1958 is een poging tot wedergeboorte van ons, arme mensen. Op deze wijze gezien is de gebeds intentie van deze maand in de ware zin van het woord christocentrisch. De juiste opvatting van de Maria-devo- tie wijst naar Christus, van Wie alléén alle heil te verwachten is. Bij Hem is Maria, als Zijn Moeder, als de Onbe vlekte, in wie de verlossing in haar vol heid reeds werkelijkheid is, onze mach tigste voorspraak. Als de enige mens aan wie dit voorrecht is tebeurt geval len, is Zij degene, die ons reeds is voor gegaan naar ons aller bestemming. Tot dat wij ons eeuwig doel bereiken zijn wij in nood, hulpbehoevenden, zondaars. Aan het kruis heeft Christus ons een Moeder geschonken, wier nooit aflaten-, de zorg het is de mensheid naar haar Zoon te leiden. Die moederlijke taak heeft Maria met Gods toestemming de laatste anderhalve eeuw nadrukkelijk vervuld door ons bij haar herhaalde verschijningen telkens weer tot boete en bekering aan te sporen, aldus al onze aandacht vragend voor Christus' verlos singswerk. De H.Geest heeft uit de gelovigen tezamen met Maria een echte gemeen schap van geloof en voorbede gemaakt. Evenals de Kerk de grote gave van de H. Geest aan de mensheid is, zo is Maiia een ander geschenk aan ons men sen, die door haar, als door geen ander, naar Hem geleid worden, in en door .en van Wie alle heil is. Zo wil de Paus dat wij het herden kingsjaar van Lourdes vieren, ons ver- trouwvol aanbevelend in de moederlijke bescherming van de H.Maagd, wier le ven ons in alle opzichten een voorbeeld is van de heilige genade van God. Het programma van de nationale bede vaarten naar Lourdes voor dit jaar ge organiseerd door de hereniging tot sa menstelling van Nederlandse bedevaar, ten, is als volgt: 12 t/m 19 april per trein: Jongeren- bedevaart, met zieken, georganiseerd door de Katholieke Jeugdraad, onder auspiciën v. c. V.N.B. 12 t/m 19 mei per trein: 64e nationale bedevaart, met zieken en deelname van de Katholieke Nederlandse boeren- en tuindersbond (K.N.B.T.B.). 10 t/m 17 juli per trein: 65e nationale bedevaart, zonder zieken, met bezoek aan Nevers (H. Bernadette). 5 t/m 13 aug. per trein: 66e nationale bedevaart, met zieken en aansluiting van de Nederlandse Montfortaanse Be devaart. 21 t/m 24 juni Vliegtocht, speciaal voor zieken en hun begeleiders. 6 t/m 9 sept. Vliegtocht, speciaal voor zieken en hun begeleiders. 13 t/m 16 okt. Vliegtocht, speciaal voor zieken en hun begeleiders. «iaChï zelfs, waneer het daartoe bij hit was, zou verbieden een toeslag "Nii^ Uele ondernemers komt, die ken- adt, ach mt; iuu vei uicucn ecu I.VVO1M.0 Verw keren aan arbeiders die in een Sevr. i e week werken, dan wordt ons groot Van teleurstelling toch wel erg 2sker-iDan sPreekt hier voor ons een aan ikheid die vreemd gaat worden seliivi? zichzelf stelt tegenover de men- Eevve Nten moet zelf werkloos dat iSt 2hn om het leed te begrijpen, ontsta hiaterieel èn geestelijk hieruit verb„ ^en houding als van bedoeld Roede 's nu ïhist in staat de groeiende langp yorhoiidingen met een klap voor nien e grondig te verstoren. Laat dere t?a,r bet bePalen van het ver niet bel®id Koed aan denken, 't Gaat «en e baaRjes meel, het gaat om men- en mensengeluk. van ijdagmiddag is de aartsbisschop Utrecht mgr. dr. B. J. Alfrink, als voorzitter der Nederlandse Pax Christi-afdeling naar Parijs vertrokken om deel te nemen aan de internatio nale raadsvergadering der Pax Chris ti. Deze wordt vandaag en zondag gehou den onder voorzitterschap van de aarts bisschop van Parijs en internationaal voorzitter, kardinaal Feltin. Aan deze raadsvergadering, welke ge houden wordt in het Parijse aartsbis schoppelijke paleis, nemen de bisschop pen-voorzitters der Pax Christi uit de voornaamste Europese landen deel ZONDAG 9 februari: Sexagesima; eigen mis; 2 geb. H. Cyrillus: Credo; pref. v. d H. Drieëenheid: paars. MAANDAG: H Scholastics, maagd; mis Dilexisti; wit. DINSDAG: Verschijning van O. L. Vrouw; eigen mis; (Haarlem; 2 geb voor bis schop)' credo; pref. van O. L. V.; wit. mTOSnAC, HH. Zeven Stichters; be- ïijdersf eigen mis; wit. DONDERDAG: mis van zondag Sexagesima; paars. VRIJ DAG: mis van zondag 2 H. Valentinus; paars. ZATERDAG, mis van O. L. V. op zaterdag; 2 geb HH. Faustinus en Jovita; pref. van O. L V.; wit. ZONDAG 16 februari: Quinquagesima; eigen mis; credo; pref. van de H. Drieeen heid; paars. De Franse componist Georges Auric heeft voor het Federale Hof in Washington de eerste vijf noten van zijn liedje Moulin Rouge", dat hij voor de gelijknamige film schreef, moeten verdedigen tegen de aanklacht van een handelsrei ziger in babykleertjes, de heer Sidney Hirshon uit Delaware, diè meende het thema al eerder te hebben gevonden, in 1943 name lijk, toen hij nog bakkersvracht auto-chauffeur was. Met behulp van een oud zakboekje echter kon de heer Auric aantonen, dat hij met het bewuste thema reeds in 1940 bezig was geweest, nog wel op het moment dat de Duitsers Parijs binnenvielen. De heer Auric vluchtte en het liedje werd ver geten, totdat men in 1952 muziek nodig had voor de film Moulin Rouge. En nu was dus de heer Auric in Washington present om de heren van het Federale Hof met een schitterend concert op de in derhaast aangevoerde vleugel te overtuigen van de oorspronkelijk heid van zijn compositie. Boven dien, zo zei hij, hebben ook Beet hoven, Delius, Humperdinck en verscheidene andere componisten dezelfde vijf noten, en in dezelfde volgorde, reeds gebruikt! Advertentie jf T~\ e lerarende Christus, een beeld van de Duitse kunstenaar Ernst Barlach, J is een der vele werken, welke zijn geëxposeerd in het Delftse Prinsenhof •M—J^ ter gelegenheid van de viering van het twaalfde lustrum van de Delftse r.-k. studentenvereniging „Sanctus Virgilius". Met deze expositie (nog te bezich tigen tot half maart) en een aan het verschijnsel „moderne religieuze kunst gewijd congres hebben de jubilerende studenten een culturele daad willen stellen zoals deze traditioneel bij een lustrumviering past. Er is werk te zien uit Frankrijk (Rouault twee zalen Manessier, Chagall, le Corbusier, Zadkme), Duitsland (Lehmbrück Barlach), België en Nederland. Vooral de Nederlandse keuze is willekeurig uitgevallen. Van de beeldhouwers mist men KoremanPaul GregoireNiel Steenbergen en Wezelaar; van de schilders Daan Wilschut en Aad de Haas. De tentoonstelling laboreert in haar geheel aan de voorinstelling, dat kunst eerst echt modern zou zijn wanneer zij naar het non-figuratieve neigt. Er blijkt een modieuze, niet door critische zin geremde, voorkeur uit óók voor het gewild moderne. Overigens is het studentikoze initiatief hoogst belangrijk en dient men de feilen van een zodanig initiatief tegelijk met zijn kwaliteiten te aanvaarden. et is misschien een begrijpelijke reactie dat, als een kunstgevoe- lig mens na een teleurstellende ervaring in concertzaal of schouwburg, waar uitvoering o± stuk niet aan de verwachtingen hebben voldaan, hij een boek ter hand neemt, waarin hij zeker weet dat waarden verborgen liggen, die slechts der ware en hoge kunst zijn. Ik zou zeggen, er zijn kwalijker midde len om over een teleurstelling heen te komen dan zich te laten bezweren door een van de grote kunstenaars, die door hun woord, hun geniaal uitdruk kingsvermogen, hun warme menselijk heid, de eenzaamheid van de mens draag lijk maken of in ieder geval veran deren. En het heeft veel voor dan een auteur ter hand te nemen, die men öf heel erg goed kent öf een schrijver, wiens werk en reputatie u altijd heeft geprikkeld nog eens „alles" van hem te gaan lezen, hoewel ge zeker weet daar niet toe te zullen komen. Tenzij een milde ziekte u aan het bed of de armstoel kluistert met de raad van de arts: doe nu alleen wat u prettig vindt, lees alleen dat wat u behaagt en leef eens een poosje alsof er geen zorg in de wereld voor u bestaat Eén van die laatste auteurs, vrijwel altijd in één adem genoemd met Gott fried Keller, Storm en Raabe, is de Pruis Theodor Fontane. Merkwaardige kerel, deze heer. Na balladen te hebben geschreven, en historische romans in het genre Willibald Alexis, na een na turalistisch verhaal als „Stine" en vele andere zaken, komt de drie-en-zes- tigjarige plotseling voor de dag met een boek, een grotestadsroman, met zo veel realisme en onverschrokken be schrijvingen van de arbeidersklasse, zo veel „moderne" psychologisch inzicht en geschreven in een koele, haast nuch tere stijl, dat het Berlijn uit de jaren rond 1880 geen betere sociale roman zal kunnen aanwijzen dan dit verhaal van deze grijsaard. Effi Briest heet zijn hel din, die in veel, maar niet al te veel op Madame Bovary lijkt. Doch beiden gaan ten onder aan de „tyrannisieren- den Gesellschafts-Ethos". Fontane die niets begreep van Goethe's „Tasso" en „Wilhelm Meister" en van zichzelf getuigde dat hij zo romantisch is dat hij „mit Maria Stuart zu Bett gegangen (ist) und mit Archibald Dou glas aufgestanden", bleek in zijn later werk echter allesbehalve romantisch; hij is niet eens lyrisch en zelfs niet muzikaal. Zijn gevoel uit zich in twijfel en in gêne. Nebenfigure sind immer das Beste, zei hij, von denen ich glaube die Knöpfe des Rockes und die Venen der Hand zahlen zu können. Maar hij is tegelijkertijd met zijn rationalistische inslag een dromer. „Meine ganze Pro- duktion ist Psychographie und Kritik. Dunkelschöpfung im dichte zurechtge- rückt. Vielleicht ist mir Effi Briest so gelungen, weil ich das Ganze traume- risch und fast met einem Psychogra- phen geschrieben habe Voortreffelijk boek Ik moest na een teleurstellende theateravond Effi Briest neerleggen om het nieuwe boek van Clare L e n n a r t, getiteld „D e ogen van Roosje" (S t o I s, Den Haag) ter hand te nemen. Het he den gaat bij de criticus bijna altijd voor het verleden. Misschien is het door de nabijheid van Fontane dat ik in dit nieuwe boek van mevrouw Len- nart dezelfde geest terugvond, iets van diezelfde geest althans, die in het leven van de Pruisische Bovary rond waarde. En na lezing van het voor treffelijke boek, het beste verhaal, dat Clare Lennart tot nu toe gemaakt heeft, klinken mij toch de woorden van de Duitse auteur in de oren, die op veertigjarige leeftijd met koele blik zijn plaats in de literatuur beschouwde en tot de conclusie kwam: Ich bin gewisz eine dichterische Natur, mehr als tausend andere, die sich selber anbeten. Aber ich bin keine grosze und keine reiche Dichternatur. Es drippelt nur so. Der einzelne Tropfen mag ganz gut und klaar sein; aber es ist und bleibt nur ein Tropfen, kein Strom, auf dem die Nationen fahren und hineinsehen in die Tiefe und das himmlische Sonnenlicht, das sich darin spiegelt. Dit is zeker ook waar van Clare Len nart. Maar ten overstaan van dit nieu we verhaal moeten we toch zeer dank baar zijn voor deze roman, die zeker „gut" en „klar" is, en die bij alle nuchterheid het dromerige heeft, dai ook een eigenschap uitmaakt van Fon- tane's oeuvre. Het is 'n boeiende, merkwaardige sen satie deze biecht, want dat is dit boek, te lezen. De vrouw, die vertelt, is het kind van een dorpsonderwijzer en heet Paula. Haar moeder, een Franse gou vernante voor haar huwelijk, is Frans tot in haar vingertoppen. Haar zusje is de grote tegenspeelster. Deze, allesbe halve passief, neemt altijd het initiatief en het schuchtere, dromerige kind >elt zich eigenlijk min of meer beschermd tegen de al dan niet boze wereld door de activiteit, de koele en verstandige plannen van het mooie zusje, Jeanine. Zij leeft het lieve leven kalm en rustig verder, geniet van de kleine, zachte vreugden en alles is, op de kleine schaal van haar meisjesbestaan, pais en vree. Tot zij op een kwade dag het kwaad ontmoet. Zij vindt haar lie velingspop, Roosje, met de beide ogen ingedrukt. En zij weet met somnabulis- tische zekerheid da het zusje dat ge daan heeft. En zij gaat Jeanine bespie den. Zij ziet da achter het lieftallige uiterlijk, de aanminnige maniertjes, het griffe en genereuze van een hartelijke daad, het botste egoïsme wacht op de kans. Jeanine gedraagt zich echter on berispelijk en Paula heeft en krijgt ook nimmer bewijzen. Het kwaad vormt zich in de ziel van Paula als een steeds groter wordend gezwel. Zij vergeet het echter haast als de zuster uit Paula's leven verdwijnt en zij zelf een gelukkig huwelijk sluit. Tot op de dag dat Jea nine. terug uit het buitenland, de zwa ger en heel de omgeving begint in te palmen. Dan grijpt het noodlot in- Paula, die de wanhoop nabij is en door iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii een ieder wordt beschouwd als een zenuwpatiënte, r'jdt in h„ar auto en hoort in de verte, aan de verkeerde kant van de weg, haar zuster een deuntje fluiten. Zij nad de ander kun nen vermijden, maar als ij daartoe besluit is het te laat. Alleen zij weet, dat dit ongeluk misschien een moord is. Eenvoudige taal In zeer eenvoudige taal geschreven, maakt dit verhaal een onvergetcMjke indruk. Clare Lennart's opmerkingsga ve heeft zich hier op haar best geuit. Zij is als Fontane een droom star, als ïen tenminste de schrijfster een ogenblik mag identificeren met de CLARE LENNART vertelster uit het boek. Slechts af en toe, veel minder dan in haar vorig werk, bezwijkt Clare Lennart weer voor de mooie, te mooie beschrijving. Maar zeer duidelijk tekent zij de bijfi guren die inderdaad - zoals bij Fontane - haast nog belangrijker zijn dan de twee, Pauline en Jeanine, waar het om gaat. De vader en moeder, de vrienden, de kinderen uit de klas zijn meesterlijk getroffen. Alleen wil, vol gens mijn gevoe1 de echtgenoot niet tot leven komen. Maar dat kwam hj) eigenlijk ook niet voor de vertelster, de bescheiden Paula. Zij ziet heel duidelijk dat de fysieke aantrekkings kracht de grond is, waarop dit zo „ge lukkige" huwelijk rust. Ook is het eer ste gesprek van de twee in de trein wat onwaarschijnlijk, maar wie weet Dit boek zou nooit door een man ge schreven kunnen zijn. Van de eerste zin tot de laatste heeft het een vrou welijke toets en sfeer. Het portret van Paula treft ons te dieper naarmate het landschap rondom, de bijfiguren, de dieren en de natuur fijner en toch sober zijn uitgewerkt. Mocht u na een teleurstelling, op gedaan in theater of concertzaal, thuis komen en u geestelijk willen vertreden in een sfeer die u aangenamer is dan die, waarin u de laatste uren hebt moe ten leven, neem dan eens Fontane ter hand of nog liever: lees „De ogen van Roosje". Clare Lennart zal u dan voor komen als een van de voortreffelijkste schrijfsters van Nederland en deze roman, een stuk literair werk waar voor u respect zult hebben. Zelden heb ben vrouwelijke intuïtie en schrijftalent zich gelukkiger verenigd dan in dit verhaal, waarin het tastend -.villen over bruggen van de afstand van mens tot mens, in woorden is neergedrukt. Dit is ongetwijfeld het mooiste boek dat door Clare Lennart werd geschreven. J. W. HOFSTRA Vrijdag is het stoffelijk overschot van Buziau in het familiegraf op het r.-k. kerkhof in Den Haag begraven. Onder de vele bekenden was ook de revue-artist Siem Nieuwenhuijzen, die het eerste schepje aarde in de groeve wierp. 13 Uit het nieuwe zwijgen van de rechter van instruc- tie concludeerde Von Schwendi, d^t hy raak had geschoten. Lutz was nu zo uit net veld geslagen, dat de nationaalraad ervan overtuigd was, dat hij met hem doen kon wat hi) wilde. Zoals het meer gaat bij eenzijdige naturen, werd de hoge ambtenaar door de onverwachte wending in de moordzaak Ulric Schmied zo geïrriteerd, dat hij zich in een bepaalde richting liet beïnvloeden en meerdere concessies deed, die een objectief onderzoek in de moordzaak in gevaar konden brengen. „Beste Oscar", zei hij, om zich uit zijn situatie te redden, „ik zie alles niet zo zwaarwichtig in. Na tuurlijk hebben de Zwitserse industriëlen het recht particulier met diegenen te onderhandelen, die zich daarvoor interesseren, tot welke mogendheid zij ook mogen behoren. Dat wil ik niet bestrijden en de po litie mengt zich daar ook niet in. Maar ik herhaal, Schmied was als particulier bij Gastmann en het was beslist onjuist, dat hij een valse naam en een vals beroep opgaf, al heeft men dan ook als politieman in een gezelschap vaak bepaalde weerstanden te over winnen. Maar hij was niet alléén bij deze bijeenkom sten, er waren ook kunstenaars aanwezig, geachte heer nationaalraad". „Ter opluistering van het decorum. Wij leven in een cultuurstaat, Lutz, en hebben een beetje reclame nodig. De onderhandel'ngen moeten geheim gehou den worden en dat kan men met kunstenaars het beste. Een gezamenlijk feest, gebak, wijn, sigaren, vrouwen, algemeen gesprek. De kunstenaars verve len zich, gaan bij elkaar zitten, drinken en letten er niet op. dat de kapitalisten en de vertegenwoordigers van vreemde mogendheden ook bij elkaar zitten. Zo willen er ook niet op letten, want het interesseert hun niet. Kunstenaars interesseren zich alleen voor kunst. Maar een politieman die aanwezig is, homT graag alles. Nee, Lutz, het zaakje is bedenkelijk „Ik kan alleen maar herhalen, dat het bezoek van Schmied aan Gastmann mij nog altijd onbegrij pelijk voorkomt". „Als hij niet in opdracht van de politie kwam, was hij daar in opdracht van iemand anders", antwoord de Von Schwendi. „Er zijn vreemde mogendheden, Lutz, die er zich voor interesseren wat er in Lam- boing behandeld wordt. Dat is wereldpolitiek". „Schmied was geen spion". „Wij hebben alle reden om aan te nemen, dat hu er wèl een was. Voor de eer van Zwitserland is het beter, dat hij een spion was dan dat hij onder valse voorwendsels vanwege de politie daar was binnenge drongen. „Hij is nu dood", zuchtte de rechter van instructie, die graag alles ervoor over had gehad als hij op dit ogenblik Schmied zelf had kunnen ondervragen. „Ik geef toe", hernam de overste, „dat het onze zaak niet is, uit te maken wat hij was. Ik wil nie mand verdacht maken, maar alleen die bepaalde vreemde mogendheid kan er belang bij hebben de on derhandelingen in Lamboing geheim te houden. Bij ons gaat het om geld, bij hen om de grondstellingen van hun partijpolitiek. Laten we eerlijk zijn. In de richting, waarin het onderzoek nu geleid wordt kan de politie in deze situatie moeilijk verder gaan". Lutz stond op en ging naar het raam. „Het is me nog steeds niet duidelijk, wat je cliënt Gastmann voor een rol speelt", zei hij langzaam. Von Schwendi, die kennelijk wat last van de warm te had, antwoordde; „Gastmann stelt de industriëlen en de vertegenwoordigers van het gezantschap zijn huis ter beschikking". „Waarom juist Gastmann?" De overste bromde, dat zijn geachte cliënt nu een maal het daarvoor geëigende menselijke formaat be zat. Als voormalig Argentijns gezant in China genoot hij het vertrouwen van vreemde mogendheden en als voormalig president van een bliktrust, dat van de industriëlen. Bovendien woonde hij Lamboing. „Hoe bedoel je dat, Oscar?" Von Schwendi lachte spottend: „Heb je vóór de moord op Schmied ooit van Lamboing gehoord?" „Nee". „Juist daarom", stelde de nationaalraad vast. Niemand kent Lamboing. We moesten een onbekend oord voor onze bijeenkomsten hebben. Je kunt dus beter Gastmann met rust laten. Omdat hij er niet van houdt met de politie in aanraking te komen, moet je begrijpen, dat hij een hekel heeft aan jullie verhoren, jullie snuffelarijen en jullie eeu wig gevraag. Zoiets kun je bij een paar doorgewin terde beroepsboeven doen, maar niet bij een man, die ervan afzag zich te laten kiezen tot lid van de Franse Academie. Bovendien heeft de Bernse poli tie zich reeds hoogst onbeleefd gedragen. Men schiet nu eenmaal geen honden dood, terwijl Bach gespeeld wordt. Niet dat Gastmann zich daarover geërgerd voelt, daar is hij te onverschillig voor. Hij zou geen spier vertrekken als de politie het hele huis in el kaar schoot. Maar het heeft geen zin Gastmann lastig te vallen, daar achter deze moord nu eenmaal mo gendheden staan, die noch met onze brave fabrikan ten, noch met Gastmann iets te maken hebben". De rechter van instructie liep op en neer voor het raam. „We zullen onze nasporingen meer moeten richten op het verleden van Schmied", verklaarde hij. „Wat de vreemde mogendheden betreft, zullen wij een bericht sturen aan het Ministerie van Bui tenlandse Zaken. In hoeverre daar de zaak wordt overgenomen kan ik natuurlijk niet zeggen, maar het voornaamste onderzoek zullen wij toch wel moe ten uitvoeren. Je verzoek om Gastmann te ontzien, wil ik inwilligen. Wij zullen dan ook van een huiszoe king afzien. Mocht het echter nodig blijken, dat ik met hem spreek, dan verzoek ik je een bijeenkomst te beleggen, waarbij jij tevens aanwezig kunt zijn. In dat geval gaat het niet om een onderzoek, maar om een formaliteit in het kader van het onderzoek, dat onder bepaalde omstandigheden misschien eist, dat ik ook Gastmann hoor, zelfs al is dat zinloos. Een onderzoek moet nu eenmaal volledig zijn. Wij zul len dan over kunst spreken om het onderzoek zo onopgemerkt als slechts mogelijk is te doen plaats hebben en ik zal ook geen vragen stellen. Zou ik echter toch vragen moeten stellen om wille van de formaliteit, dan zal ik jou eerst de vragen voorleg gen", (Wordt vervolgd). (Van onze speciale verslaggever) LOURDES, hedenmorgen De bisschop-coadjutor van Tarbes en Lourdes, mgr. Maury, die maandag jl. in Lyon gewijd werd, is gistermiddag in Lourdes aangekomen en hartelijk verwelkomd. De burgemeester van Lourdes, alle stedelijke autoriteiten, een deputatie van de brancardiers en de plaatselijke geestelijkheid waren ter verwelkoming op het station aanwezig, toen om half zes de trein uit Tarbes binneifrolde en de nieuwe bisschop, ver gezeld van de bisschop van Tarbes en Lourdes, mgr. Théas, uit de coupé stap te. Na een korte begroeting begaven de beide bisschoppen zich per auto naar het bisschoppelijk chalet achter het hei ligdom. Intussen stroomden duizenden LoUr- dais samen bij de grot. Terw'jl de klok ken van de basiliek luidden, daalden om zes uur de prelaten, voorafgegaan door tientallen priesters, in processie af naar de Esplanade. Bij de grot werd een korte plechtigheid gehouden, waar mee mgr. Théas zijn coadjutor harte lijk verwelkomde in Lourdes. Ook mgr. Maury hield een korte toespraak, waar in hij de wens uitsprak, dat hij als helper van mgr. Théas zou mogen wer ken tot heil van het heiligdom en van het diocees. Tenslotte gaven beide bis schoppen tegelijk de zegen. Bij het verlaten van de grot werden zij omzwermd door hun diocesanen, die de afzetting doorbraken om de ring van de nieuwe bisschop te kussen. Slechts met grote moeite konden de monseig neurs hun auto bereiken en instappen. Maar zelfs toen gingen de aanwezigen nog niet uiteen; zij openden het por tier en weken pas toen de auto dwars door de menigte heen wegreed. Mgr. Maury heeft maandag de bis schopswijding ontvangen voordat de hiertoe vereiste Bulle uit Rome die gewoonlijk pas enige weken na de be noeming aankomt aanwezig was. Met een speciale volmacht van Rome vond de wijding zo spoedig reeds na de benoeming plaats opdat de coadju tor als bisschop zou kuna deelne men aan de opening van het eeuw feest. Mgr. Maury zal, anders dan mgr. Théas, die zijn residentie in Tarbes heeft, in Lourdes resideren. Reeds wordt voor hem nabij de Esplanade, aan de overkant van de Gave, de villa „Marie-Albert" in gereedheid gebracht. Dit versterkt de mening, dat de bis schop-coadjutor in het bijzonder met de behartiging van de belangen van het pelgrimsoord belast wordt, terwijl mgr. Théas zich voornamelijk tot de leiding van het diocees zou beperken. Voorlo pig bewoont ngr. Maury het bisschop pelijk chalet, waarin dezer dagen ook kardinaal Gerlier, aartsbisschop van Lyon, zijn intrek zal nemen om aan wezig te zijn bij de opening van het eeuwfeest. Op de dag van de opening a.s. dins dag zal Z.H. de Paus 's middags om twaalf uur het Angelus bidden en de Pauselijke zegen geven; de uitzending hiervan door Radio Vaticana zal gere- layeerd worden en via luidsprekers bij de grot te volgen zijn. Terwijl de dag van de opening nadert, melden zich steeds meer hoge bezoe kers aan. Het gerucht gaat, dat bonds kanselier Adenauer, die momenteel aan de Rivière vakantie houdt, dezer dagen naar Lourdes zou pelgrimeren. Woensdagavond heeft de radio een reportage uitgezonden, waarin verschil lende personen van honderd jaar gele den figureerden, o.a. ook Bernadette. De inwoners van Lourdes hebben zich eraan geërgerd, omdat men voor het uitspreken van de tekst van het arme herderinnetje een Parisienne had geko zen, die uiteraard niet het dialect van de Bigorre sprak, maar zoals een plaatselijk blad verontwaardigd op merkt het accent had van Saint Germain des Prés.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 9