VJ
..Ik heb maar twee uren op school
JAC. STOOF, SPECIALIST IN
VMOGELITKE TRANSPORTEN
Monstervaart onder 320 bruggen door
van welke er één te laag bleek
Pas op
voor
Wetenschappelijk werk
de verschijningen
over
o
m
m
Nieuw-Guinea
Een toekomstbeeld
N'
verkoudheid
l-
EXPO 58 levert
karweitjes
Zijn huilend kind
mishandeld
De epidemie der
valse visioenen
Russen bereiken
„ontoegankelijke
Zuidpool'
GESTOLEN RADIO
VERRAADT DE
DIEF
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1958
PAGINA 7
I
M
t'
n i
KEELTABLETTEN
Sterk desinfecterend
60 tabletten f. 0.98
Jongeman aangehouden
Hagenaar leeft onder
valse naam
Gezocht wegens
verduistering
Isoleerder aangehouden
IS»*-
K
BONZO
tvr.
nfc
A
Cm
IX.
f'
al
i
n.
ave»
Advertentie
■1
Transport van tanks op oorlogspontons.
van Stoof is een
sr., die in 1907 met
De geschiedenis
levende roman. Ja.
ene paard begon, ondervond al
gauw, dat er behoefte bestond aan een
vrachtdienst op Den Bosch: de zaak
floreerde en weldra ging hij tot moder
nisering over, met het aanschaffen van
een oude Duitse legerwagen. Nog mo
derner werd het bedrijf, toen een Ford
werd ingeschakeld. Stoof, die meer wil
de zijn dan een vrachtrijder verhuisde
na enkele jaren naar Breda, jaar^het
T7" ij tig jaar geleden heeft Jac Stoof, zoon van een fruit-
1/ kweker in Kerkdriel, een paard gekocht om een vrachtdienst
tussen zijn geboortedorp en Den Bosch te openen. Thans rijden in
heel West-Europa de monstertransporten van de firma Jac Stoof en Zonen,
internationale transport- en montagebedrijven in Breda, waar aam de Vei
lingkade een imposante nieuwbouw groeit, die men in de komende lente in
gebruik hoopt te nemen. Het zijn de zonen die nu het bedrijf leiden, al ts
grondlegger Jac er nog amjd de trotse getuige van. „Doodgewone jongens
die zonen, maar als ze met hun vieren de koppen bij elkaar steken, komt
het gegarandeerd in orZjhoe moeS een opdracht ook is. Moeilijke op
drachten zijn hun specialiteit geworden en de naam St°of is sedert de oor
log een begrip, zowel in Nederland als in zijn nabuurlanden. „Ik heb twee
uur op school gezeten", pleegt Cornells Stoof tegen zijn mensen te zeggen,
en al is het waarschijnlijk wel iets langer geweestals studiekop heeft hij
beslist geen faam verworven. Toch schrikt hij er niet voor terug, ingenieurs
van Waterstaat en bedrijven de les te lezen en speelt hij het herhaaldelijk
klaar, tot een goed einde te brengen, wat de technici naijverig rekenenvoor
onmogelijk hebben verklaard. Stoof, de practicus, spot met de theorie en
dank zij de wonderen van zijn praktijk waarmee alleen ae zeeslepen/
vergeleken kan worden is hij de patroon voor hopeloze zaken geworden
van allen die met moeilijke of „onmogelijke" transporten zitten.
vuldige voorbereiding van ieder mon
stertransport, doen zich van tijd tot tijd
onverwachte problemen voor. Dat is
bijvoorbeeld gebeurd bij het transport
van een aa-'tal formidabele schijven a
64 ton van de atoomcentrale in Zwit
serland, die van Rotterdam naar Zuid-
Frankrijk moesten worden gebracht.
Dit transport zou per boot gaan, waar
bij niet minder dan 320 bruggen gepas
seerd moesten worden. Stoof had van
al deze bruggen de hoogte opgevraagd
en stuurde na de nodige berekeningen
welgemoed een schip op weg, beladen
met twee schijven en het nodige bal-
last-grint. Door hier en daar nog wat
water in het ruim te pompen zou de
boot overal onderdoor kunnen. Alles
ging volgens de plannen, tot het trans
port stropte op één brug, die 10 cm
lager was dan was opgegeven. Door
lassers naar het schip te sturen en een
stuk uit een rib te laten zagen, waarna
de schijven nog konden zakken tot het
plaatijzer, slaagde Stoof erin, de vracht
op de plaats van bestemming te krijgen.
Met dat al was men echter in tijdnood
geraakt, omdat men aan een opleve
ringsdatum gebonden was. Stoof maak
te van deze nood een deugd, door weer
eens iets te doen dat niet kón; hij char-
twde namelijk andere schapen en liet
de resterende schijven in schuine, stand
Iaden, waarfoor men een geringere
hoogte bereikte.
Het Bredase bedrijf is speciubst ge
worden in het plaatsen van gians-
cylinders voor papierfabrieken, van
Gelder in Wormer liet enkele jaren ge
leden een cylinder van 80 ton aan
rukken met een diameter van 5 meter.
De kolos werd ii. Duitsland aan boord
van een zeeschip gebracht; hier
aangekomen werd de cylinder door
middel van een drijvende bok op
twee aaneengelaste zolderschuiten
geplaatst en met een sleepboot naar
een zijtak van de Zaan gebracht. Van
daar moest een afstand van 600 meter
aan polder, sloten en dijken worden
overbrugd naar de fabriek. Stoof loste
het probleem op door de cylinder op
een slee te monteren en een weg van
bielzen aai te leggen. Twee naast el
kaar vastgezette trekkers met lieren
ik11 ïiet Kevaarte daarna over een
„vetbaan". Het was een karwei van
dagen, waarbij een speciaal van de
mijnen aangekochte liftkabel van 10 cm
diameter afknapte als een touwtje en
de cylinder s nachts decimeters weg
zakte in de modder. Maar het lukte ten-
slotte toch om de kolos voor de deur to
krijgen, waarna hij met behulp van
bokken en lieren vijf meter
klimaat aanzienlijk gunstiger was,
kocht zoon Cornells een trekk r
oplegger en maakte het bedrijf voor
eerst naam door hoogspanningsmasten
te transporteren en midden in de wei
landen te plaatsen, een karwei waar-
Voor alle concurrenten terugschrokken.
Nieuwe roem bracht het transport van
een ruim 30 ton zware stoomketel van
de suikerwerkfabriek Lonka, omstreeks
1932; heel Breda was bij die gelegenheid
uitgelopen om het vervoer, waarvoor
de wegen waren afgezet, in ogenschouw
te nemen. Zes vrachtauto's had het be
drijf toen de oorlog uitbrak; drie werden
door de bezetters gevorderd en de drie
andere kregen gasgeneratoren. Boven
dien schafte de firma achttien wagens
met paarden aan. Na de bevrijding
moest het paard uiteraard voor de
tweede maal het veld ruimen voor de
motortractie en van die tijd af begon
nen de echte monstertransporten. Het
eerste betrof een transformator van
90 ton, die van Smit in Nijmegen naar
Roermond moest. Op een speciale
spoorwagon van de fabrikant werd het
gevaarte naar het bestrate emplacement
van de Sodafabrieken in Linne-Herten
Vervoerd vanwaar men het op rollen
de zes kilometer naar Roermond wilde
laten afleggen. Maar Stoof vond een
betere opfolsing en vervaardigde in
eigen werkplaats een „kuilwagen met
32 banden en een ^aagvermoge v
100 ton. Daarop werd de transformator
ondanks sneeuw en ^dheid onder de
belangstellende ogen van direc
Staatsmijnen en elektriciteitsbedrijven
Ja zelfs van een minister, n<
plaats van bestemming 8e? n^' i or)
Was een manoeuvre, die, toen nog. y
rolletjes liep en die in latere jaren do
Bog zwaardere transporten gev1oigu
werd, namelijk van transformatoren
Van 125 ton voor de Staatsmijnen. bokken en neren vfll meter wérd op-
Bij het aannemen van dit soort kar- getakeld en do opc„i„gm dc muUi.
had opgedaan, wist men dit geval zon
der veel moeite te plaatsen.
Van sleeën en vetbanen wordt ge
bruik gemaakt in moeilijke terreinen
op korte afstanden, die de moeite van
het op- en afladen niet lonen, en ook
wel als Rijkswaterstaat geen auto
transport toestaat. Voor ieder zwaar
transport moet namelijk vergunning
vorden aangevraagd en het komt voor
dat deze voor bepaalde trajecten wordt
geweigerd in verband met een te zware
wieldruk. De wegen kunnen er in het
algemeen wel tegen, maar de kunst
werken vormen steeds vaker een pro
bleem, zo zelfs dat de transporteurs
zich afvragen, hoe men de steeds
zwaarder wordende transformatoren in
de toekomst op de plaats van bestem
ming zal moeten krijgen.
Een van de meest spectaculaire ver
plaatsingen die de firma Stoof op
haar naam heeft staan, is de verhui
zing van de tanks van Amatex, 'ie
enige tijd geleden met de opdracht
kwam om een tiental van deze stuk
ken van Nieuwendam naar een ter
rein aan de Riebeekhaven te brengen.
Bedrijf.singenieurs hadden al plannen
gemaakt om naar elke tank een ka
naal te graven, teneinde de 12 meter
hoge en 250 ton wegende gevaarten
te kunnen verslepen. Via de Duitse
fabriek Voith, die de activiteiten van
Stoof van nabij nad gadegeslagen,
trad Amatex in contact met de Bre
dase transportonderneming. Oké, zei
Stoof, maar geen kanalen. Men plaat
ste oliedruk-vijzels rondom de ketels,
tilde deze op, bracht er sleeën onder
en trok ze over vetbanen naar de
zal. „Daar lagen drie ooriogspontons
klaar, die de firma had afgehuurd
en aan elkaar gelast; óp dit reuze
vlot dobberde de ene tank na de
andere naar de Riebeekhaven. Later
versleepte men nog 20 van deze
tanks.
De laatste tijd opereert de firma
Stoof in Brussel, op het terrein van
de wereldtentoonstelling. Ze heeft
daar al een stuk van een schip heen
gebracht voor het Nederlands pavil
joen, alsmede een geweldige stalen
pilaar uit Duitsland. Voorts heeft ze
met behulp van haar grootste kraan
die voor deze gelegenheid tot 45
meter verlengd is de toren van
het Vaticaans paviljoen in stelling ge
bracht, een opgave waaraan een
Zweeds ingenieur vergeefs gedokterd
had.
Van lieverlee is Stoof ook in de con-
structiebouw verzeild geraakt; de firma
transporteert én plaatst bruggen en be
ton- en staalconstructies. Daarnaast
maar dat is het minder opwindende
werk handelt ze in zand en grint.
Tachtig onvervangbare vaklui vormen
de vaste kern van dit bedrijf, dat her
haaldelijk van het buitenland uit om
advies wordt gevraagd, omdat het in
de praktijk weet klaar te spelen, wat
nir' kón als de ingenieurs gaan rekenen.
Neem tijdig
PHILIPS-ROXANE NEDERLAND N.V.
Cylinders van 80 tot 130 ton.
De Rotterdamse politie heeft een 22-
jarige los-werkman aangehouden, die
in de nacht van maandag op dinsdag
uit een postzegelwinkel aan de Aert
van Nesstraat te Rotterdam elf gulden,
enige mappen postzegels en een draag
bare radio had gestolen. Hjj trachtte
de gestolen zegels bij een andere post
zegelhandelaar aan de Meent te ver
kopen. Deze zaak wordt gedreven door
een zoon van de bestolene, die echter af
wezig was. De werkster, die ook in de
zaak van de vader werkt, zag dat de
„klant" een radio op de toonbank zet
te, die zij meende te herkennen. Hij
moest de winkel onverrichter zake ver
laten. De werkster vroeg toen een
klant, die zij kende en die juist bin
nenkwam, de ander te achtervolgen.
Ook de politie werf ingeschakeld en
zo werd hij gearresteerd.
Bij een hotelcontrole te Hengelo heeft
de politie een 36-jarige Hagenaar ge
arresteerd, die sinds 1955 onder valse
namen het land afreisde, in Hengelo
stond hij ingeschreven als H. P. uit Den
Haag. Toevallig kwam in het opspo
ringsblad de naam voor van de Hage
naar L. J. P., die gezocht werd wegens
een bromfietsendiefstal te Geleen. Toen
de ingeschreven gast aan de tand werf
gevoeld, bleek al spoedig dat hij onder
valse naam leefde.
De recherche te Rotterdam heeft een
22-jarige Rotterdamse isoleerder aan
gehouden, omdat hij 15 januari zijn
vpt weken oude zoontje zo hard op bed
7oi: hebben geworpen, dat het het rech
terdijbeen brak. De man had niet kun
nen slapen, omdat het kind de hele
t.acht had liggen huilen Mede door
eer echtelijke onenigheid had de man.
die nerveus van aard is, het huilende
kmd des morgens in een aanval van
drift op het bed gegooid De moeder
is met het ventje naai het zieken
huis gegaan, waar het gedurende drie
weken werd verpleegd.
Het hoofd van de afdeling pers en
voorlichting van het secretariaat van
het Zuidslavische ministerie van buiten
landse zaken, Branko Draskovic, is be
noemd tot ambassadeur in Nederland.
(Van onze Parijse correspondent)
nder de niet schaarse literatuur,
^patroon voor hopeloze zaken op transportgebied", schrikt zelfs voor
vervoer van complete schepen niet terua.
reeds verschenen of nog te ver
schijnen ter gelegenheid van het
Lourdes-eeuwfeest, neemt het werk van
de jeugdige seminariepro essor van het
bisdom Angers, Abbé Laurentin, een
bijzondere plaats in. Van m8T. Tliéas,
bisschop van Tarbes en Lourdes, ont
ving hij het verzoek om aan de hand
van oorspronkelijke, goeddeels verge
ten, zoekgeraakte of mysterieus zorg
vuldig opgeborgen documenten zoveel
als een nieuwe „ware geschiedenis van
Lourdes" samen te stellen. Of anders
gezegd: de geschiedenis van de genese
van Lourdes zoals het drama beleefd
werd door de personen en personages
die er in het jaar 1858 van dag tot dag
de acteurs van waren. Drie maanden
geleden verschenen bij de Parfse uit
gever Lethielleux de eerste resultaten
van het speurders- en schrijverswerk
van Abbé Laurentin onder de titel
„Lourdes, documents authentiques De
gebeurtenissen worden daarin gevolgd
tot 3 april 1858. Nog voor het einde van
de maand februari zal onder de titel
„Lourdes, Documents authentiques II"
het relaas-in-documenten van de persen
komen van het vervolg der gebeurte
nissen tot en met 14 juni 1858, datum
waarop de administratieve overheid de
toegang tot de grot deed verbieden.
Op een donderdag door de abbé te
Parijs gegeven persconferentie heeft
deze ons het een en ander verteld zo
wel aangaande de inhoud van dit tweede
deel als in het algemeen over de moei
lijkheden en avonturen die hij te door
staan heeft gehad bij zoals reeds ge
zegd; het speuren en ook bij het re
construeren. Hij typeerde ook de intel
lectuele situatie waarin hij zichzelf
steeds bevond staande voor de hem ge
stelde opgave. „Deze getuigen, naar
boven komend uit het verleden mid
dels de geheimzinnige lift der archie-
namen in mijn nachtmerries het
gezicht van Pirandello's zes personen
op zoek naar een auteur aan. Voorstan
ders en tegenstanders, pastoor, com
missaris, gendarmes, privé personen
zonder meer, verhaalden de affaire
ieder met zijn eigen hartstocht, ik heb
me tot hun auteur moeten maken. Maar
daar ik niet van zins was qen Pirandel-
liaanse verwarring gaande te houden,
heb ik hun om beurten het woord ge-
heeft zijn da-
hun betekenis".
Van de door het tweede deel be
streken periode verklaarde abbé Lau
rentin dat zij de meest vreemde is
van de geschiedenis van Lourdes.
„Het exceptionele trok alle vissers
in troebel water aan; occultisten en
geïllumineerden, zoals ene Jean Marre
die naar de woorden van de com
missaris vanwege de heftigheid
van zijn taal doorging voor een pro
feet of een Dominicaan"
Deze ncriode is ook die van de epi
demie der valse visionairen. Het is een
feit, aldus de auteur, dat er zich in
Lourdes valse visioenen hebben voor
gedaan. Men heeft het verschijnsel of
wel geminimiseerd ofwel het karika
turaal behandeld en er een soort tegen-
IMIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIimillllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllll
wonderen, bewerkt door de duivel, van
gemaakt. De hachelijke aangelegenheid
diende met evenveel tact als met re
spect voor de objectieve waarheid te
worden behandeld en de voornaamste
kwesties waren de volgende. Wanneer
begonnen deze valse visioenen? Wanneer
eindigden zij? Hoeveel visionairs waren
er? Welke geloofwaardigheid genoten
ze?
Allemaal vragen die nog op ant
woord wachtten en waarvan vooral de
eerste van bijzonder belang was. Want:
waren deze visionairs aan Bernadette
voorafgegaan, hadden zij haar vergezeld
of waren zij op haar gevolgd? Naar
gelang het antwoord op deze vraag
moest uitvallen zou het probleem van
Lourdes erdoor in een geheel ander
licht komen te staan.
Abbé Laurentin maakt zich sterk, dat
hti met inachtname van de spelregels
van volledige openhartigheid deze af
faire der valse visionairs volkomen uit
puttend heeft weten te behandelen, zo
als uit de uiteenzetting en vooral de
tumrfn 0(2 Inleiding1 tot ieder deeimaak I documentatie vervat in z«n tweede deel
ik de balans op en puur ik uit de feiten I ia! bltfken. In de als voornaamste te
iiiiiiiiiiiiiiiiiini
minimum
iiiiiiiiiiiimiiiiii
iiiiiuiiiiiiï?
beschouwen kwestie luidt het antwoord:
de valse visioenen beginnen op 11 april,
vier dagen na de laatste verschijning
aan Bernadette en zij houden op in
het midden van juli na een krachtig
tussenbeide komen van mgr. Laurence.
Door de burgerlijke autoriteiten ge
troffen maatregelen hadden tot dusver
slechts bereikt dat het verschijnsel in
hevigheid toenam. Ondertussen ver
dwijnt Bernadette, „zij die niet meer
ziet", van het toneel.
Alle door hem gevonden, op de visi
oenen en visionairs betrekking hebben
de stukken zijn door de auteur in deel
XI opgenomen, opdat ieder objectief de
door hem getrokken conclusie kan veri
fiëren. Deze stukken, waarin de valse
visionairs het woord hebben, zijn, zo
vindt de professor van een ongeloof
lijke schilderachtigheid. Abbé Lauren
tin heeft in verband met deze affaire
der valse visioenen enige theologie moe
ten beoefenen, met vrucht, want, zo
verklaarde hij, hij is er in geslaagd
de ganse genese der valse visioenen te
reconstrueren. Ze zijn inderdaad be
gonnen in de door de politionele ver
slagen reeds vermelde holte die vanuit
het gewelf van de grot door een nauwe
spleet vrij diep in de grot doordringt.
Een kleine maar zeer moeizame
speleologische expeditie volvoerde Abbé
Laurentin met permissie van mgr
Théas in de nacht van 21 november j.l..
een tijdstip waarop er geen gevaar was
dat voor de grot biddenden in hun
devotie konden worden gestoord. Bij het
licht van een kaars ontdekte hij de
beeldvormige stalactiet, die in april
1858 de valse visionairs onder invloed
van koortsachtige opwinding en niet
van een of andere duivelse begoocheling
ongetwijfeld hun visioenen bezorgde
en waarvan de vorm verklaart dat
sommigen hunner een vrouw zonder
hoofd zagen. De stalactiet toont er
namelijk ook geen, behalve in geval
van een zeker licht- en schaduwspel of
van verbeeldingskracht. Foto's van de
stalactiet zijn in het werk opgenomen.
Deze verwarde episode tot klaarheid
te hebben kunnen brengen acht de
auteur de belangrijkste verworvenheid,
vervat in het tweede deel. Zij staat het
trekken van belangrijke pastorale con
clusies toe, aangezien de aantrekkings
kracht van de valse visioenen en andere
geloofsafwijkingen periodiek opnieuw
Toen wij nog de politieke macht uit
oefenden over de hele Gordel van
Smaragd, die zich uitstrekte van
Sabang tot Hollandia, gingen er wel
stemmen op die betoogden, dat wij de
volkeren, die daar woonden, meer ze.t-
beschikkingsrecht moesten toekennen,
maar ik heb in die dagen nimmer be
luisterd, behalve bij extremisten, dat
wij onze taak daar maar moesten op
geven, dat wij er een mandaatgebied
van moesten maken, dat wij een trustee
schap moesten aanvaarden, of welke
vorm van abdicatie ook.
Maar nu van de gordel van smaragd
alleen maar is overgebleven een onge
slepen smaragd, nu wij ons daar voor
de taak zien gesteld de volkeren van
dat land geestelijk en stoffelijk te ont
wikkelen, nu gaan er stemmen op die
zeggen, dat wij ons van deze taak moe
ten ontdoen, op welke manier dan ook.
Ik heb mij daar dikwijls over verwon
derd en mij afgevraagd wat de reden
kan zijn van deze veranderde instelling.
Ik kan mij niet voorstellen, dat de re
den gelegen kan zijn in het feit, dat het
voormalig Nederiands-Indië ons gro
te indirecte voordelen bracht voor han
del en verkeer en dat Nieuw Guinea ons
voorlopig geld zal kosten. Een dergelijk
zuiver materialistische instelling kan ik
in elk geval niet aannemen, dat bestaat
bij de Synode van de Hervormde Kerk of
bij een aantal intellectuelen, die een op
roep deden om ons te bezinnen op on
ze taak in Nieuw Guinea.
Wat is dan wel de reden? Wat is de
reden, dat in Nederland stemmen op
gaan, en laat ons erkennen gezagheb-
oende stemmen, die zich afkerig a e io
nen van het voortzetten van onze be-
schavingstaak in Nieuw Guinea en die
daaraan, althans in de bestaande vorm.
een eind willen maken.
Ik heb die verklaring niet kunnen vin
den, tenzjj die gelegen zou zijn in een
gevoel van defaitisme, dat is ontstaan
na de soevereiniteitsoverdracht en als
gevolg daarvan geboren uit het gevoel,
dat wij toch machteloos zijn om zelf
standig een grote taak naar behoren te
verrichten.
Er is onmiskenbaar in ons land m
sommige kringen een streven merk
baar om ons nu maar verder op te slui
ten binnen de grenzen en daarbinnen
een zo goed mogelijk ingerichte wel
vaartsstaat in duodecimo te maken,
met verzekeringen op elk gebied, gedra
gen door hoge belastingen, die zo veel
mogelijk egaliserend moeten werken.
De Europese Economische Gemeen
schap, die beoogde de grenzen weg te
nemen en ons land in te schakelen in
een groter verband, ondervond naar het
mij voorkomt, mede uit dien hoofde,
verzet.
Is dit isolationisme in overeenstem
ming met de aard en de gesteldheid
van ons volk? Ik ontken dit ten stellig
ste. In ons volk heeft de eeuwen door
geleefd een bewuste of onbewuste drang
naar avontuur, naar wijder horizonten
dan het eigen, kleine land kan bieden.
Uit de kleine stadjes met de stille
grachtejn der 17de eeuw kwamen voort
bij duizenden de avonturiers, die de
wereld rondzwierven en een wereldrijk
stichtten, dat zijn gelijke in de geschie
denis niet heeft gehad.
Wie zou durven beweren, dat die zin
voor avontuur is uitgeblust, dat de Ne
derlander van heden tevreden zou zijn
in een klein land als een afgeperkt
tuintje, miskent de feiten.
Ondanks sociale verzekeringen op
elk gebied verlaten jaarlijks duizenden,
ook academisch gevormden, ons land
om elders een meer wisselvallig, maar
meer uitzicht biedend bestaan te zoe
ken. En het zijn, naar algemeen er
kend wordt, de besten, die gaan. Het
grootste belang, dat Nederlands-Indië
voor Nederland had was n.m.m. hierin
gelegen, dat het jaarlijks aan duizen
den jonge mannen en vrouwen de gele
genheid gaf in een groot land met grote
mogelijkheden te tonen wat er in hen
zat. Deze gelegenheid heeft Nederland
op uitnemende wijze benut. Bij duizen
den trokken jonge mannen, vergezeld
van jonge vrouwen, elk jaar naar Ned.
Indië, om daar een werkkring te vin
den, die in overeenstemming was met
de innerlijke gaven, die zij meebrach
ten als de erfenis uit een groots verle
den, de gaven van degelijkheid, vlijt,
volharding, organisatievermogen, ge
moedelijkheid en van bereidheid tot
dienen. Het was de zin naar avontuur,
die tai van goede krachten uit het Ne
derlandse volk jaarlijks naar Indië deed
gaan, omdat zij daar een werkkring
vonden, die in overeenstemming was
met hun innerlijke capaciteiten en gees
telijke gaven en die voldoening gaf aan
hun zin naar avontuur, naar iets an
ders dan het alledaagse en het gewo
ne.
Nieuw Guinea is voor Nederland de
laatste gelegenheid om onder eigen
vlag op avontuur uit te gaan, de laat
ste gelegenheid om binnen eigen gebied
de mogelijkheid van expansie te geven
aan de beste krachten, die in ons volk
leven en daarmede een stimulans voor
In het gesprek over Nieuw-Guinea
geven wij heden plaats aan de neven
staande mening van de heer Welter, die
vooral de nadruk legt op de mogelijk
heden voor het Nederlandse volk bij de
uitvoering van een geweldige en grootse
taak. Hebben wij zelf in onze redac
tionele beschouwingen tot nu toe meer
de nadruk gelegd op de inhoud van die
taak zelf, namelijk het opvoeden tot zelf
beschikking van de Papoea's, de wijze
van benadering van de heer Weiter
voegt aan het algemene beeld een zeker
niet onbelangrijk aspect toe.
Advertentie
Geef uw hond Bonzo.
Gemakkelijk voor u
en gezond voor uw
hond! 70 ct. per pak.
opduikt. „In de lente van 1858 is de
genade van Lourdes als een zuiver wa
ter, dat zijn weg ging door een onzui
vere grond. Het was van belang deze
menselijke onzuiverheden te onderschei
den van het Goddelijk werk".
Niettemin zijn deze affaires der valse
visioenen en de daarop betrekking heb
bende oorspronkelijke documenten lang
niet alles in het tweede deel. Men treft
er voorts nog een aantal zeer belang
wekkende, tot dusver nimmer gepubli
ceerde documenten aan, zoals de voort
zetting van de notities gemaakt door
de commissaris van politie. Verder is
er het medisch dagboek van dr. Dozous,
„die zijn vrije tijd doorbrengt aan de
grot, de notitieblaadjes in de hand om
er ijverig aantekening op te maken van
ziektes en hun genezingen". En ook be
vat het tweede deel het eerste op schrift
gestelde maar nog nimmer gepubliceer
de aaneengesloten relaas der verschij
ningen. Het is van de hand van pater
Sempé, die in 1866 de eerste overste
van het heiligdom te Lourdes werd,
maar die in 1858 op het vernemen van
.de gebeurtenissen er „luidkeels om had
moeten lachen".
Voorts is nog maar zeer kort ge
leden door Abbé Laurentin ontdekt het
vermaarde persoonlijke dossier „Le
dossier vert", van de procureur Du-
tour, een van Bernadette's hardnek
kigste tegenstanders en bestrijders, die
tot aan zijn dood toe door de affaire
werd achtervolgd en verontrust.
Het tweede deel brengt tenslotte,
vooral over de omstandigheden waar
onder zich de zestiende verschijning -
Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis -
en de zeventiende voordeden, tal
van tot nog toe onbekende wetens
waardigheden.
het geestelijk en intellectueel leven in
ons land.
ieuw Guinea is een groot, wiM en
woest land, bijna 13 maal groter
dan Nederland, 400.000 km2. Het
bevat binnen zijn grenzen alle klimaten,
van de tropische hitte aan de kust tot
de lentetemperaturen van de hoogvlak
ten en het eeuwige sneeuw en us van
gletschers. Het is schaars bevolkt, men
weet nog niet precies hoeveel mensen
er wonen. De taxaties lopen van
tot een heel millioen. Een groot deel
daarvan leeft nog in het stenen tijd
perk.
Wij weten nog betrekkelijk weinig van
het binnenland af. Er zijn zelfs nog
geen wetenschappelijk gebaseerde topo
grafische kaarten en ook de kuststreek
is men nog bezig op te nemen. Verken
ningen op allerlei gebied zijn nog maar
incidenteel en onvolledig gedaan. Een
behoorlijke inventaris van de bodem
schatten als ze er zijn is nog met
gemaakt, evenmin een volledige inven
taris van het bosbestand, noch een ver
antwoord overzicht van de gelegenheid
voor de grote landbouw. Het is m de
werkelijke zin des woords een land in
statu nascendi. De resultaten van on
derzoekingen kunnen mee- en tegenval
len; het zou een wonder zijn als ze alle
tegenvielen.
Het is nu op dit land dat Nederland
is geroepen door de omstandigheden
een veredelende, opbouwende invloed
uit te oefenen. Het moet een land m
oerstand ontwikkelen, en een volk dat
nog in prae-historische omstandighe
den leeft, in enkele decenniën opvoe
den tot zelfstandigheid. Dit is een ge
weldige en eeji grootse taak, het ver
vullen waarvan een grote aanspraak
zal maken op ons intellect, ons organi
satievermogen, onze toewijding.
Een volk waar leven en kracht in zit,
dat zichzelf bewust is, zal met dank
baarheid die taak aanvaarden, blij met
de gelegenheid die zij geeft om de bes
te krachten die in het volk leven nut
tig aan te wenden. Wie zou durven zeg
gen dat ons volk niet aan die eisen
voldoet?
Hun raad Ik aan kennis te nemen
van hetgeen verschillende periodieken
mededelen over activiteiten van Ne
derlanders in Nieuw-Guinea en vooral
van het uitstekend gedocumenteerde en
geïllustreerde „Vademecum voor Ne-
delands Nieuw-Guinea", uitgegeven
door het Nieuw-Guinea Instituut te Rot
terdam.
Het is verblijdend en verkwikkend te
lezen hoe honderden Nederlanders aan
alle kanten bezig zijn, dit grote, woeste
land open te leggen en het stenen tijd
perk, waarin het deels nog verkeert,
te overbruggen naar het tijdperk van
elektriciteit.
In het bijzonder moet hier worden
melding gemaakt van de zegenrijke ar
beid van zending en missie, zonder wier
medewerking het acculturatie-proces
van de Papoese bevolking een vrijwel
wanhopige taak zou zijn.
Christelijk Nederland moge beden
ken dat in Nieuw-Guinea de mogelijk
heid bestaat een Christelijke samenle
ving in het leven te roepen en dat elke
andere staatkundige constructie dan de
huidige die mogelijkheid in elk geval
veel geringer zal maken, nog daarge-
later dat die samenleving dan niet Ne
derlands georiënteerd zal zijn, zoals
ze thans stellig worden gaat.
Reeds thans is er een treilend con
trast tussen Nieuw-Guinea en de aan
grenzende eilanden der Republiek In
donesië. Nieuw-Guinea gaat met spron
gen vooruit, het gebied der republiek
snelt achteruit naar de staat van on
derontwikkeld Oosters gebied.
Hoe zullen de verhoudingen zijn over
10, 15 jaren? Het is zeker niet over
dreven te zeggen, dat Nieuw-Guinea
dan een baken van Westerse bescha
ving zal zijn in een deel der wereld,
dat zekei tot de achtergebleven gebie
den behoort.
Nieuw-Guinea, Nederlands en Austra
lisch te samen, is zonder twijfel ge
roepen in dat gebied, dat intrinsiek
diep verschillend i~ van Polynesië, een
leidende rol te vervullen. Het onlangs
tussen Nederland en Australië gesloten
akkoord omtrent een gezamenlijke
politiek t.a.v. Nieuw-Guinea, waarborgt
een gelukkige combinatie van Neder
landse eeuwenlange ervaring en de
stuwkracht van een jong, sterk land.
En laat men het goed begrijpen dat
daarmede voor de toekomst lijnen zijn
getrokken, die niet meer kunnen wor
den uitgewist.
Het gaat hier om een grote en groot
se zaak, zeker om „history in the ma
king", evenredig aan de beste tradi
ties van Nederland. Wie grote zaken
aanpakt moet de zaken groots durven
zien. Ik zie in Melanesië een nieuwe
wereld groeien, waarin Nieuw-Guinea
een leidende rol zal vervullen, waartoe
het voorbestemd is als wfj zoals
Australië ongetwijfeld van plan is
onze schouders zetten onder de hoge,
edele taak een achterlijk land op te
voeren tot het peil van centrum van
een nieuwe Melanesische volkerenge
meenschap.
Batavia heette het centrum van het
Nederlandse gezag in Indonesië. Wel
licht komt de tijd, dat wij er trots op
zullen zijn dat in een komend Melane-
sisch rijk een belangrijke stad Hollan
dia zal heten.
CH. WELTER.
De „ontoegankelijke Zuidpoel", het
meest afgelegen gebied in de wereld
is toegankelijk gebleken. Een ploeg van
de Russische Zuidpool-expeditie, uitge
rust met een tractor en sleden, is er
in geslaagd dit gebied op 10 februari
te bereiken, ildus heeft Moskou volgens
Reuter gemeld.
De Russen hebben er een basis inge
richt, waar vijf deskundigen de komen
de Zuidpoolwinter zullen vertoeven. Het
kamp, „Sovietskaja" ligt 3.700 meter
boven de zeespiegel en ongeveer 2.000
kilometer van de kust. Op de weg er
heen heeft de Russische expeditie tem
peraturen tot 85 graden Celsius onder
nul gemeten.
199