Is het christendom de
ware godsdienst?
enig
Samenwerken
H
Vier dichters doen een
luikje open
BLOEMLEZING OVER MAN,
VROUW, MOEDER EN KIND
Lichte muziek op
zwarte schijven
Van boeken
en schrijvers
n Flesch Chianti
R
Heidense en
Bijbelse godsdienst
Radio en TV
en
Franse wederopbouw-zegels
V.
SCHILDERIJ VAN
CORREGIO
Mr. F. Visser zendt Explorer
door de Italiaanse ruimte
Filmmuziek
Aparte publikaties Zangplaatjes bij de vleet
De lange weg
Vanavond
Zondag
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1958
PAGINA 11
Liturgische weekkalender
SI TI
1011(1 en dood kent de
Black en White
hoort vaak beweren, dat er
eigenlijk geen wezenlijk verschil
jn is tussen de godsdiensten, die er
hier Wereld bestaan. En dat komt dan
dornv. neer> bat men aan het christen-
„Jr bet karakter van de enig-ware
Qsdienst ontzegt door het te beschou-
n als een etappe in de godsdienstige
"wikkeling der mensheid,
tloe staan wij als katholieken tegen-
deze opvatting? Er is onlangs bij
i Spectrum te Utrecht een Neder-
ze f vertaling uitgekomen van een
eer leerzaam boek, Gods gang naar
dat geschreven is door de beken-
,oe Franse geleerde, pater Jean Danié-
ri,^j waarin o.i. deze kwestie zeer
QUidelijk behandeld wordt. Hij stelt
v er ^aslist, dat het christendom in
srgelijking met de andere wereld
godsdiensten een unieke plaats in
neemt. De mening, dat het niets anders
zou zijn dan een ontwikkelingsfaze van
het godsdienstig besef van de mens
wordt met stelligheid afgewezen. Het
Christendom is, enals het jodendom,
de enige godsdienst, waarin de alles te
boven gaande God de geschiedenis bin-
r nentreedt en
de mens op een
terrein brengt,
dat zonder Gods
tussenkomst voor
hem absoluut on
toegankelijk is.
De Bijbel brengt
de openbaring van
God, die gericht
is tot de mensen
van alle gods
diensten.
De bijbelse godsdienst het joden
dom begint eigenlijk pas bij Abra
ham. Vóór die tijd en dat is een
periode, tussen Adam en Abraham,
van tienduizenden jaren had de ont
moeting tussen God en de mens plaats
in een heidense religie. De ware gods
dienst eist het geloof in Gods Woord,
in Zijn openbaring. De vraag is alleen,
zegt Daniélou, te weten of in Jesus
Christus een verlossing is gebracht en
of wij daarin geloven.
Maar naast het christendom bestaan
JE^ccscbillende grote wereldgodsdien-
m i r,p "j'.lioencn aanhangers. Som-
onrt' mirtoi. ^..godsdiensten zijn zeer
Wno' adan het christendom.
Hog moeten wij d&arovGr denken
De katholieke opvatting erkent, in
samenhang met haar leer over de men
selijke natuur, die wel door de zonde is
aangetast, maar niet totaal bedorven,
in het heidendom echte religieuze
waarden, die afkomstig zijn van het
feit, dat God altijd de mens bijstaat.
Sint Paulus wijst daarop in Handelin
gen 14, 16-17. Dit neemt echter niet
Weg, dat wij deze godsdiensten als ach
terhaald beschouwen sinds in Christus
een hogere waarheid zichtbaar is ge
worden. Men kan inderdaad verschil
lende grote godsdienststichters, b.v.
R°eddha, Zarathoestra, Confucius,
voorlopers van Christus noemen. Maar
®en voorloper, zegt Guardini terecht,
jS°et zich terugtrekken zodra degene,
V? hij moest inleiden, verschijnt. Doet
Jj dat niet dan wordt hij een tegen-
ca1der. Het is trouwens een feit, een
'nvermijdelijk feit, dat de mens zonder
harhfot0^»teu,? van een positieve open
baring tot allerlei verkeerde opvattin
gen komt. Daarvan zijn de heidense
godsdiensten vol zonder uitzondering:
afgodendienst, pantheïsme, manicheïs-
me zijn overal aan te wijzen.
Hoe komt het nu, dat deze gods
diensten toch echte, religieuze
waarden bevatten?. Er zpn daar
over verschillende theoneen opgesteld.
Pe juiste is uit de H. Schrift op te ma
te». die herhaaldelijk getuigt, dat God
0 ch buiten alle positieve openbaring
7^ beland maakt aan de mensen door
Voorzienigheid in de wereld der
atuur Er bestaat dus een „woord
God richt tot heel de aarde door
cj'ddel van de zichtbare wereld. Voor-
fj! bet boek Job spreekt in deze duide-
bke taal. Het Oude Testament zegt bo
vendien, dat mensen, die niet tot het
■•Joodse volk behoorden en dus „heide-
eigenNmls?rrirt februari: Quinquagesima;
beicl; paars. MAaEc™ H' Drleëfn"
Qulnquagesima- „o mis van zondag
zondag Quinquaimc?rS' DINSDAG: mis van
paars. WOENSDAXj^nh geb' H' Simeon!
pref. v. d. Vaster,-' S! van Aswoensdag;
mis van ferie; pre'f v31^" H°NDERDAG;
VRIJDAG: mis van 'ferie'en:^ Paars-
ten; paars. ZATERDAG:St Pet™ d' <Xas"
te Antiochië; eigen mis; 2 geb hd
3 geb. van ferie; pref. v d a'„, ?u,1us;
■wit. Ofwel: mis van ferie; 2 geb
ju;
trus; 3 geb. H. Paulus; préf.~vr"d" vLt^i
paars. ZONDAG 23 februari: le zondag v^n
de Vasten; eigen mu- van
Vasten; paars.
mis; credo; prëf. v.
nen" waren, de ware God hebben ge
kend en vereerd.
Denken wij maar eens aan
Noë, Henoch, Melchisedech, Loth, de
koningen van Saba, en Job, de Idumee-
er. Het Nieuwe Testament spreekt in
dezelfde geest, b.v. St.-Paulus Hande
lingen 17. 26-27. In de brief aan de Ro
meinen zegt deze apostel, dat „God bij
enig nadenken uit het geschapene dui
delijk te kennen is" (1.20) Het Vaticaans
Concilie heeft later deze leer beves
tigd.
Er is echter nog meer. Volgens de
Romeinenbrief maakt God zich niet al
leen bekend langs de weg van de zicht
bare wereld, maar ook door de stem
van het morele geweten. Het gedrag
der heidenen wijst erop (Rom. 2. 14-15),
dat „de voorschriften der Wet in hun
hart geschreven staan". Men kan dus
zeggen, dat de H. Schrift leert, dat God,
alvorens door Mozes en Jesus Christus
te spreken eerst tot alle mensen ge
sproken heeft door de wereld en het ge
weten. De heidense godsdiensten zijn
van deze openbaring de weergave. Wij
moeten ons hiervan echter niet te veel
voorstellen. Die openbaring dringt maar
moeilijk tot het hart van de mens door,
die immers gewond is door de erfzonde,
de steun mist van een positieve open
baring en de verlichting van de gena
de. De heidense godsdiensten geven der
halve de openbaring door wereld en ge
weten niet zuiver weer. Bovendien was
die eerste openbaring onvolmaakt en on
volledig. De positieve openbaring door
Mozes, de profeten en vooral Christus
gaat oneindig veel verder. Wij consta-
teren daarom nog eens met nadruk,
dat die eerste openbaring een achter
haald moment is in de gehele openba
ringsgeschiedenis. Zij bezit weliswaar
positieve waarden, maar tegelijkertijd
toch ook een radicale onzekerheid.
Dit onderwerp lijkt ons belangwek
kend genoeg om er nog eens op terug
te komen. Niet alleen omdat het zijn
nut heeft over deze dingen eens verder
na te denken, maar ook en vooral om
dat daardoor ons eigen geloof duidelijker
kan worden, wanneer wij ons eens ver
diepen in de wijze, waarop wij dieper
kunnen doordringen in het geopenbaar
de heilsbestel van God.
(Vervolg van pag. 1)
zouden hebben gezegd; Laten we samen
aan tafel gaan zitten om te zien welke
gedragslijn we gezamenlijk in deze nieu
we situatie innemen. Dat is niet gebeurd
en daar ligt de kern van de teleurstel
ling. Het geeft te weinig blijk van ver
trouwen in de verantwoordelijkheidszin
van de leiders enerzijds en anderzijds is
dit eenzijdig optreden een demonstra
tie geworden van een doodgewaand li
beralisme.
et convent van de christelijk so
ciale beweging herdacht in de af
gelopen week zijn 20-jarig be
staan. In verband daarmee hadden
we een gesprek"* met de heer Ruppert,
voorzitter van het C.N.V. en tevens voor
zitter van het convent. Hij was nauwe
lijks over zijn verontwaardiging heen
en vertelde, dat hij aanvankelijk had
voorgesteld, de hele lustrum-viering
maar af te gelasten. In het openings
woord van het lustrum-congres, dat
hij ons liet lezen, heeft hij dan ook on
omwonden van deze teleurstelling doen
blijken. Het feit dat het congres toch is
doorgegaan is inmiddels een bewijs dat
de vrede daar weer is getekend en dat
in de kring van de prot. christelijke
werkgevers men de nodige lering uit het
gebeurde heeft getrokken. Naar men ons
verzekerde, heeft het prot. christelijk
werkgeversverbond een aanvullende
circulaire gezonden aan zijn leden, maar
nu in overleg met het C.N.V.
Em ander gesprek hadden we met de
voorzitter van de algemeen katho
lieke werkgeversvereniging, de
heer Van Thiel. Het verheugde
ons oprecht te vernemen, dat de A.K.W.
V. een veel minder straf standpunt had
ingenomen dan het C.S.W. De heer van
Thiel, nog maar zeer kort als voorzit
ter van de A.K.W.V. opgetreden, verze
kerde ons dat zijn grootste zorg was het
goede overleg en de voortgezette samen
werking met de arbeidersbeweging. Na
tuurlijk met behoud van de nodige zake
lijkheid. De ordening van het sociaal
economische leven is nu eenmaal geen
sentimentskwestie. Ook van de zijde
van de K.A.B. bleek overigens dit over
leg weer op gang te zijn.
Het verheugt ons oprecht dat van con
fessionele werkgeverszijde toch veel min
der hard tegen het nieuwe probleem is
aangezien dan van liberale zijde. We
zijn het van harte eens met wat de heer
Ruppert aan het eind van zijn openings
woord op bovenbedoeld congres zei:
een christendom dat geen gevolgen
heeft op het gebied van het sociaal den
ken en handelen is gedoemd te verdwij
nen.
Moge uit dit gebeuren nog eens dui
delijk spreken dat de nieuwe tijd het be
treden van oude wegen onmogelijk heeft
gemaakt.
De Larense antiquair Ferenc B5n,
Hongaar van origine, meent een Correg-
gio in zijn bezit te hebben.
Het doek werd hem in de herfst van
verleden jaar door een dame te koop
aangeboden. Deze had het geërfd van
een kunstverzamelaar, bil wie zij als
huishoudster in betrekking was geweest.
Het schilderij was zeer vuil en de voor
stelling was bijna niet te herkennen.
Nadat de koop was gesloten, liet de
heer Bén het doek schoonmaken. Men
kwam toen tot de verrassende ontdek
king, dat zich onder het vuil een voor
stelling van „Abrahams Offer" bevond,
die, nu te voorschijn gekomen, door
compositie en kleuren sterk het vermoe
den doet rijzen dat ze het werk kan zijn
van de Italiaanse schilder Correggio.
Deze mening wordt door verscheide
ne kunstkenners onderschreven. Zou het
inderdaad een doek van Correggio zijn
dan dateert het uit de jaren 14941534.
Een der kunstkenners, die het doek zag,
meende met een Scorel te doen te heb
ben. Anderen delen evenwel de mening
van de heer Bén.
ilTmiOO: «NC.UM
AsLk
Op 31 maart a.s. zullen de Franse posterijen een nieuwe serie postzegels uitgeven
onder de titel: „herbouwde steden". Links de zegel van 18 francs, met een afbeelding
van de nieuwbouw in Saint Die: midden de zegel van 15 francs gewijd aan de
nieuwbouw in Maubeuge; rechtsboven de 25 francs zegel gewijd aan Sète en
rechtsonder die van twaalf francs, welke nieuwe gebouwen in Le Havre toont
Uitgeverij Gottmer in Haarlem
heeft een begin gemaakt met
de publicatie van een reeks
bloemlezingen die ze onder de naam
„Vierluik" presenteert. Iedere afle
vering verschijnt in vier deeltjes en
behandelt vier verwante onderwer
pen. Elk deeltje begint met een in
leidend praatje, of essay als u wilt.
dat dan door een bescheiden bloem
lezing wordt gevolgd. De reeks wordt
geredigeerd door Ton Neelissen die
we met de uitgever wel mogen feli
citeren met het eerste, nu verschenen
kwartet: Het Kind, De Vrouw, De
Liefde, Het Huwelijk, respectievelijk
verzorgd door Maurits Mok, Adriaan
Morriën, Gabriël Smit en Guillaume
van der Graft. Een felicitatie die niet
direct de materiële verzorging be
treft. Het formaat is nogal onhandig,
de losse kaftjes springen voortdurend
weg en de tekst is o gruwel
met gekleurde inkt gedrukt op geel.
oranje, bruin en grijs papier. Ideaal
om vandaag of morgen uit te reci
teren voor de kleurentelevisie! Tot
dien blijf ik echter de voorkeur geven
aan een nobel zwart op wit.
Dit privé-bezwaartje geldt echter
slechts de verpakking. De deeltjes zijn
alleszins de moeite van het lezen waard.
De praatjes over de vier machtige,
heel het menselijk leven doordringende
themata zijn natuurlijk niet afdoend.
Hele bibliotheken zijn erover vol ge
schreven, heel de wereldlitteratuur put
er na eeuwen nog steeds haar inspiratie
uit. Geen der vier inleiders had ook
de opzet het beslissende woord te spre
ken. Ze geven slechts een improvisatie
naar aanleiding. En doen dat goed!
Kind als „underdog"
De beschouwing van Mok over het
kind staat in „de grondtoon der ver
gankelijkheid". By hem geen gejuich
als het kindje binnenkomt. Tegenover
het ongerepte wit van de wieg stelt
hij gemakkelijk het zwart van de
lijkwade. De associaties die zijn
kindsbegrip vergezellen, beginnen bij
de Eerste Wereldoorlog. En hoeveel
is er, zo vraagt hij zich af, door
kinderen in de afgelopen oorlog ge
leden?
Hij stelt zich het kind voor tijdens
de Commune van 1871, onder het regi
me van de huidige Hongaarse regering
die probeert kinderen aan het ouderlijk
gezag te onttrekken, om hun opvoeding
,.™n plaats hebben volgens zekere
politieke richtlijnen. Mok ziet het kind
waaraan velen zich ver-
a ,ood toe- Aangrijpender
dichter niet. De aangrijpendste kinder
liederen die hp voor deze gelegenheid
bijeenbracht, zijn dan ook allesbehalve
vertederend. Vondels „Uitvaert" van
zijn dochtertje is niet het enige doods
gedicht. Hij schreef nog Noordstars ein
deloos droevig lied over, dat door de
vader geschreven werd na het verdrin
ken van zijn zoon. Dan is er een kort,
verbeten vers van Ida Gerhardt over
het kind dat slechts een dag leefde,
een cryptogram van Achterberg over
een kindergraf, een sonnet van Vestdijk
over de liefde tussen Dood en Kind.
waarin iets snel bederfelijks geweckt
wordt. Het is ook geen glas dat over
de schouder in scherven dient ge
gooid te worden ten bate van het ware
geluk." En lan komt de dichter nóg
niet op de proppen met een definitie,
want, zegt hij, over het huwelijk kun
je evenmin schrijven als over andere
realia als je huid, of de genade die je
krijgt. Het huwelijk is geen abstractie
en laat zich het best door dichters be
schrijven. En uit een dagboekkrabbel
citeert hij dan zichzelf:
„Wat wij niet kunnen zeggen,
de dominee, de dichter niet,
dat kan een kip om niet
in een ei leggen".
De verleiding uit het proza van Van
der Graft nog meer citaten op te die
nen, valt moeilijk te weerstaan. Ik be
heers me echter om de lezer niet het
genoegen te ontnemen van zelf de fijn
ste vruchten te plukken van de boom
der kennis. Van der Graft geeft een
even amusante als scherpzinnige be
schouwing over het huwelijk en in een
aantal prachtige, voornamelijk moderne
verzen vindt zijn betoog een goed sluit
stuk.
Leven is liefhebben
GUILLAUME VAN DER GRAFT,
die in de hierbij besproken bloem-
lezinq een even amusante als scherp
zinnige beschouwing over het hu-
wel "c vooraf deed gaan aan een
aantal voornamelijk moderne ver
zen over de liefde tussen man en
vrouw.
'Hij neemt ook de klacht over van Han-
ny Michaelis die het kind in de zon
ziet spelen „dat wij nooit zullen heb
ben". een klacht van hen ..die nooit zijn
ouders zuiien worden." Typisch voor
de aandacht van Mok is het eveneens
opgenomen vers van Bertus Aafjes over
het achterlijke kind, geboren juist toen
God zich verslikte of kramp had. Niet
alle kinderen hebben een engeltje aan
deze èn een engeltje aan gene zijde:
„Een engel aan de rechter
Een demon aan zijn linker
Neen, Mok deed geen vertederende
keuze, echter wel een aangrijpende. Ten
overvloede dient gezegd, dat hij af en
toe toch nog wel blijk geeft oog te heb
ben voor het liefelijke van de kinder
wereld. Daarvan getuigt bijvoorbeeld
het middeleeuwse Kerstlied: Ons ghe-
iiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiin
Gabriël Smit begint zijn essay over
de liefde, minder ontwijkend dan Van
der Graft, met de kern van zijn betoog:
„Leven is liefhebben". Een leven zon-
der liefde noemt hij op z'n hoogst een
bestaan. En zo veelzijdig als het leven
is, zo talrijk zijn de dingen die voor
werp kunnen zijn van de liefde. Men
j hoeft echter maar een klein gedeelte
te kennen uit het oeuvre van Smit,
om te kunnen weten hoezeer hij door
de Godsliefde wordt geobsedeerd, en
hoe hij alle andere vormen van liefde
tot deze herleidt.
Reeds op de eerste bladzijde trekt de
schrijver dan ook met vaste hand een
duidelijke lijn naar boven. De liefde die
het leven zin geeft, „is vaak de liefde
voor een vrouw, een man en kinderen
soms voor dieren, bloemen of dingen
maar hoe belangrijk dit alles ook mag
zijn, de liefde die ik hier bedoel reiki
verder. Zij omvat de vormen die ik op
noemde, omspant ze, ordent ze, geeft ze
hun eigenlijke zin." Hoe zich nader uit
spreken over de allesomvattende lief
de? Smit constateert dezelfde onmoge
lijkheid als Van der Graft. Hij kan niet
schrijven over wat hij later pas zal
mogen zien. Hij kan slechts schrijven
over wat hij op het ogenblik
ziet. Terwijl de dichter zijn artikeltje
schrijft, thuis, in de huiskamer, ziet hij
de kleine, dagelijkse dingen om zich
eisgidsen of die nu
Baedeker, Guide Bleu,
C.I.T. of Smit-Post
heten zijn geleerde ency
clopedieën. Zij vertellen u
Precies hoe schuin de toren
»7an Pisa staat, welke wer
den van Fra Angelico in het
bisschoppelijk museum van
p°r °na hangen en waar
zijn Julia te Verona
wedervond en weer verloor.
matste is dan nog een
SÏÏ. 16 aan uw roman-
t,,i- want met Romeo en
"La is het historisch maar
s°-z° gesteld.
Vi~,ezer dagen schoot mr. F.
?®r> Nederlands journalist
Ko®e, een explorer door
hy Italiaanse ruimte, maar
e" net zo lang aan de
zij ®rtjes geprutst, totdat
n®h w8 slechts dat doorsei-
Seh\f 1at niet in de reisgid-
Orn
SebrJ,!. 6en ander beeld te
het ken: de auteur van
Wej,. jongste Nederlandse
''alia over Italië en de
ttiees/1611 betoonde zich een
een r in net snijden van
laeh„a?ntal holle en bolle
gekip gelt3es en van fel-
£tlii£urde fragmenten wer-
een /d' Die stopte hij in
glas !ryllnder met een mat-
aaq ?an de ene en een lens
trien T andere kant. Neemt
OoB ?eze toverbuis voor het
te da» hegint men spoedig
'achen?hUdd6n
(van het
en ziet: alle stukjes
zich tot een bonte,
beelAgeordende figrur, een
flit- van het echte, oorbij-
^rtsende Italiaanse leven.
voegen
Wel
Neem bijvoorbeeld Sta-
zione Termini in Rome.
Daar is al genoeg over ge
schreven. Maar onze auteur
zet u op perron 10 en laat
u ontdekken dat artikel 726
van het Wetboek van Straf
recht het artikel, krach
tens hetwelk kussen in het
openbaar bestraft wordt net
een boete van 2.000 tot 4.000
lire hier niet van kracht
is. Italiaanse stations zyn
vrijhavens.
Over kussen gesproken:
een heel hoofdstuk gaat over
de handkus. Zelfs in de
kerkelijke curiaalstijl is de
kus doorgedrongen. In Italië
„werpt men zich schrif
telijk althans terneder
om het heilig purper te
kussen, waarna men met
uitzonderlijke hoogachting
zich van Zijne Hoogwaar
dige Eminentie, de meest
toegewijde en gehoorzame
dienaar" noemt. In de cor
respondentie met een bis
schop daarentegen knippert
men nog niet met de ogen
bij het bedrijven van de
volgend., akrobatiek: men
werpt zich evenzeer ter
neder. Thans echter om de
heilige (vinger-)ring te kus
sen. Daarna vervangt men
Eminentie door Excellentie
en laat de deugden van
hoogachting, toegewijdheid
en gehoorzaamheid ge
drieën in de overtreffende
trap op hun plaats. Niet
schromend voor een conflict
net de Congregatie van het
Ceremonieel heet de schrij
ver deze lustige volzinnen
bizantinistische ruïnes.
u dat de prins-dicht-
?fld,111 Italië 105 maal gro-
ls, da« in Nederland en
irliJ3l|chts een electronisch
de vergelijkende excel
leren? ld kan bena"
^?eLi-°S?elTerP "Bidone"
de oplichterstruc) werd tot
een monument voor het
menselijk vernuft, stakingen
in het land der citroenen
hebben evenveel varianten
als men er van hetzelfde
deeg spaghetti, macaroni,
capellini, vermicelli, anellini
Ave-Maria's, stelline, fettu-
cine, tagliatelle en nog heel
wat meer maakt.
De Italiaanse koffie ver
heft zich hemelhoog boven
de Nederlandse, maar de
thee tart alle beschrijving.
Hier wordt alleen in de
anecdote, gelijkenis en my
the een adequate uitdruk
king gevonden, hulpmidde
len, die dan ook gebruikt
worden en zeker niet te
uwen displeziere.
Belangwekkend is het te
weten, hoe wij Nederlanders
er in Italië op staan. Er zijn,
naar de Vissersche Kaleido-
scoop, drie soorten Olandesi:
een nagemaakte Edammer
kaas uit Friesland geboortig,
een inheemse veenaardappel
en zij, die zich de nazaten
der Bataven noemen. De
Iaatsten gelden als molto
simpatici. Hun land ligt na
bij de poolcirkel en diep
onder het zeevlak. Op de
cyclopische dijken, die het
beschermen, kweken pinnige
boeren tulpen, terwijl zij
hun geharde lijven in con
ditie houden door het eten
van levende haringen.
Het 200 pagina's tellende
boekje werd ,,'n flesch
Chianti" gedoopt. Het kwam
uit in de internationale
ABC-serie van de uitgeverij
De Boer te Amsterdam. In
deze reeks worden landen en
volkeren beschreven in
korte hoofdstukken, die al
fabetisch gerangschikt zijn
naar trefwoorden. De botte
lier van de flesch Chianti
wist een schijnbaar aller
zotste rij trefwoorden bij
een te zoeken. Maar het ge
heel werd een eenheid,
waarin de Italianen hoog
geprezen worden, fikse
y®fen,, uit de pan krijgen
me alles wat voorts tussen
'?y®° ®n laken ligt, naar de
^„2erug?rechtiSheid> die
lachende betracht wordt.
Tenslotte; uit de flesch
wordt slechts voor drie cate
gorieën getapt: voor hen, die
Italië kennen ter passende
recollectie; voor hen, die
van plan zijn het te gaan
verkennen als een prudente
preparatie; voor hen, die
thuis wensen te blijven: een
krachtige bijdrage tot hun
spoedige bekering!
J. Sch.
GABRIEL SMIT geeft, alvorens
zijn luikje (uitzicht gevend op ae
Liefde) open te doen een dichter
lijk betoog in proza met als kern
„leven is liefheben".
Mr. F. Visser: 'n flesch
Chianti; De Boer, Amster
dam 1958.
naket die avondstar, met de bekoorlijke
baadscène:
Die moeder makede den kinde een
bat,
Hoe lieflic dattet daer inne sat!
Dat kindekijn pletterde mitter hant
Dattet water uten becken spranc".
De vrouw
De transcriptie in iets begrijpelijker
Nederlands lijkt me niet gelukkig. En
de redacteur had kunnen verhinderen
dat hetzelfde vers in afwijkende spel
ling nóg een keer voorkomt in dit Vier
luik in „De vrouw" Morriën, die dit
deeltje inleidt, schetst uit zijn herinne
ring de verhouding jongen-meisje. In
het begin werd deze op school vooral
gemarkeerd door een zekere mate van
wreedheid. Meisjes zaten, in de klas
apart, waren gemiddeld wat dommer
dan de jongens die „de meiden" plaag
den en soms afrosten. Een ruigheid die
de veelzijdige mogelijkheden van het
contact niet alle recht doet wedervaren.
Hetzelfde kan gezegd worden van de
idealiserende visie op het meisje in een
later stadium van de jeugd. Eerst als
de jongeman zich bevrijd heeft van de
beperkingen der onvolwassenheid, is hij
rijp om de vrouw waarlijk menselijk, in
alle vrijheid en dus met alle mogelijk
heden te ontmoeten. In de bloemlezing
wordt de vrouw vervolgens getoond als
de geliefde natuurlijk in menig vers,
maar ook als de christelijke huisvrouw,
als de moeder, als de dierbare sver-
ledene, zelfs als de ongedurige man,
want Bredero's sonnet: „Mevrouw wel
hoe? Wat nut zal u het weigren geven?"
openbaart meer van de minnaar dan
van de minnares.
Ceen zoet preekje
Guillaume van der Graft opent zijn
beschouwing over het huwelijk met
de mededeling dat de huwelijkse staat
niet bijzonder opwindend is. Getrouwd
zijn, zegt hij, „is een gewoonte welke
zich niet ongestraft laat onderbre
ken."
Ontdeed Mok zich niet met een ro
mantisch praatje van het kind, Van der
Graft maakt zich niet met een zoet
preekje van het huwelijk af. In een
beeldende taal, zoals we van de schrij
ver gewend zijn, geeft hij zijn visie.
Wat is volgens hem het huwelijk dan
wel? Geen remedium concupiscentiae,
gelijk oudtijds wel werd beweerd. Even
min een domper op de heldere vlam
van de échte liefde, gelijk tegenwoordig
wel wordt beweerd: „Het is geen glas
heen, inniger en vertrouwder misschien
dan anders, want het is nacht. De pia
no, het pianolampje, de Mozart-sonate,
een vaas wilgetakjes, boven de slapen
de kinderen, tussen de kopjes dat ene
waaruit de oudste dochter nog dronk
op de dag dat ze trouwde, Keats,
Hopkins in de boekenkast en ontzag
lijke aanwezigheid het crucifix.
Waarom houdt hij van die dingen?
Van het kopje omdat de dochter er nog
uit dronk? Ja, maar ook om het kopje
zelf, om het verband waarin het staat
met de andere „dode" dingen. Uitein
delijk is ook deze liefde de liefde tot
God, en betracht de peinzende dichter
precies als Luyken de Schepper uit de
schepselen. Geen wonder dat Smit Ge-
zelle uitkiest voor zijn kleine keur, een
Revius, een zuster Bertken, een Hade-
wych, een De Mérode en anderen die
gevoelig zijn voor het „hemelse" van
de zonneschijn.
De inleiding van Smit is ook daarom
zo boeiend, omdat ze behalve toelich
ting op de gekozen verzen ook nadere
verklaring is op zijn eigen oeuvre. Deze
opmerking geldt ook de andere inleider.
In het geval Smit ligt ze wel bijzonder
voor de hand. Men kent zijn belangrijke
bundels religieuze poëzie „Ternauwer
nood" en „Ik Geloof". Beide titels be
vatten de kernwoorden uit het bestaan
of laat ik hier zeker zeggen léven van
Smit. Het is niet toevallig dat beide
kernwoorden voorkomen in de beschou
wende tekst die Smit aan de door hem
gekozen verzen liet voorafgaan. Het
laatste woord geef ik hier aan de dich
ter. Het is een zelfverdediging van hem
tegen het verwachte bezwaar van de
lezer, dat de inleider zich niet gehouden
heeft aan de belofte slechts te zullen
spreken over de dingen die hij ook wer
kelijk ziet, hier en nu:
„Maar u zoudt schrijven over wat
u ziet, zegt u, en dót alles ziet u niet.
U gelóóft het, en in dat geloof dénkt
u dat u het ziet, stelt u het zich
maar voor. fk heb maar één ant
woord: ik zie het, want ik geloof het.
Mijn geloof is mijn zien, mijn schrij
ven, mijn ademen, mijn leven. Dan
is er antwoordt u weer eigenlijk
met u niet te praten, want u gaat
uit van volstrekt onbewijsbare voor
onderstellingen, zo niet vooroordelen.
Ik ben hoewel slechts in zekere
zin onmiddellijk bereid dit te er
kennen. Zijn die dan niet zo subjec
tief, dat ze in een keurig, echt literair
betoog niet mogen voorkomen? Dat
is best mogelijk, maar ik houd geen
literair betoog. Een literair betoog
heeft, wat mü betreft, alleen zin voor
zover het verantwoording en reken
schap van leven is. En dit is het
mijne. Het uwe kan ik niet geven,
ternauwernood dat van mij zelf."
JAN ELEMANS
Terwille van de variatie zetten we
onze rubriek deze week dan maar
weer eens met typische dansmuziek
in ofschoon het daarbij evengoed moge
lijk is de beentjes onder de stoel te
houden in plaats van-van de vloer te doen
en rustig en geanimeerd te luisteren. Op
Polydor 45 toeren 20320 EPH presen
teert de fantasierijke accordeonist Albert
Vossen met „in de rug" het groot orkest
van Adalbert Luczkowski een viertal
populaire walsen, waarvan er drie het
vlugge tempo hebben (Der Reigen, Ein
Walzertraum en Gervaise) en de vierde
Marchen von Tahiti de Engelse
driekwartsmaat heeft. „Ein Walzer
traum" heet het plaatje en het mag die
naam hebben, wat intussen
niet zeggen wil, dat de dro
merige muziek op dit schijfje
er minder fris om zou zijn.
Integendeel O Philips heeft
een nieuw merk aan zijn
platenfamilie toegevoegd, na
melijk Fontana, waarop zo
wel klassieke als lichte en
speciaal ook jazzmuziek zul
len worden uitgebracht. In de lichte
sector bijten de Skymasters o.l.v. Bep
Rowold de spits af met een vlotte se-j
lectie van dansnummers, die met zorg
en met pit worden uitgevoerd. Het re
pertoire vermeldt melodiëen van de
laatste tijd, doch ook verscheidene ple
zierige „evergreens". Prima en be
schaafde dansplaat. Bestelnummer
660500 TR O Tele-
funken blijft niet
achter wanneer het
om uitstekende dans
muziek gaat. Daar
van getuigt de lang-
speler BLE 14043, die
van begin tot eind
met niet aflatend
muzikaal enthousi
asme wordt volgespeeld door de licht-
gevingerde pianist Robert Valentino,
die door een ritme-man wordt geës
corteerd. Foxtrots, verscheidene soorten
walsen en ook werkjes van Latijns-
Amerikaansen huize wisselen elkaar in
een prettige regelmaat af.
stralen, als om de karakteristieke instru
mentatie ervan en daarbij het stemmen-
materiaal, dat van een opmerkelijke
kwaliteit is. Een plaatje, dat naarmate
men het vaker draait, steeds meer vol
doening geeft. Bestelnummer 427003 NE,
45 toeren.
Over dan nu naar de filmmuziek,
dat wil zeggen, muziek, die van
de filmgeluidsband is overge
heveld op de plaat. Coral 45 toeren
94120 laat een viertal werkjes horen
uit de film „Kiss them for me" o.a. Rum
and Coca Cola en Serenade in blues.
Ze worden, sterk in koper en straf in
ritme gezet, uitgevoerd door het orkest
van Lionel Newman in de
stijl van een swingende big
band. Dansplaat je tevens O
Vier songs van het calypso
type en gelicht uit de film
Fire down fire" zijn ge
groefd in het Brunswick 45
toerenplaatje 10126. Ze heten:
Limbo like me, Irena dances
at the mardi gras, Fire down
below en Irena goes back to table. De
eerste twee nummers zijn wat rommelig,
maar aan de andere kant van de plaat
komt er leven in de Caraïbische brou
werij, ofschoon wij vinden, dat het
ritmische element wel wat sterk PJ6-
valeert. De wel pittige zang op dit
plaatje is van Jeri Southern O Tenslo.te
heeft Artone een groot-model lang-
speler gewijd aan de Paramountfilm
Funny Face en met name dus aan de
muziek daarin van de hand van
Gershwin, Roger Edens en L. Gersne.
Vokalisten zijn daarbij Fred Astaire,
Kay Thompson en niet te vergeten
Audrey Hepburn, die ook van de muziek-
markt thuis is. Haar zingen, ook al is
dat dan vaak niet meer dan een ietwat
zangerig citeren, klinkt plezierig. Zoals
trouwens de hele plaat, als men ten
minste van dit genre houdt, plezierig
klinkt. Er staan maar liefst twaalf
nummers op, die al dan niet door tekst
worden ingeleid.
Zo, die dansjes hebben we alvast
gehad. Ter afwisseling is het woord
aan de Marinierskapel, welke op
Philips 33 toeren nr. P. 13040 R en nog
steeds onder leiding van Gijsbert
Nieuwland, een internationale taptoe
ten beste geeft van een allure die de
marinierskapel de mariniers
kapel doet zijn. Een mooi,
evenwichtig geluid, in alle
facetten gedisciplineerd en met
gevoel voorgedragen. De taptoe
vermeldt marsen, koralen, hym
nen, roffels, fanfares en zo ver
der. Het Koninklijk Schiedams
Mannenkoor, dat aan deze
taptoe medewerking verleende, is bij
de tekstweergave jammerlijk niet altijd
verstaanbaar.
Van buiten de grenzen komt de vro
lijke muziek, gevarieerd geïnstrumen
teerd in de onderscheidene werkjes, op
Philips 33 toeren P 10312. „Holiday in
Tirol, mit Lodenrock und Nagelschuh"
vermeldt de gezellige hoes en daarmee
is de charmante muzikale inhoud van
de plaat meteen duidelijk. Inderdaad,
er komen zelfs Schuhplattlers aan te
pas, alsook een jodelduo, een boeren-
kapel van professie en een knappe
cither-speler. Authentieke folklore-
muziek en zang, die het hart verwarmen
O Voelt men meer voor een muziekje
dat het bloed aanjaagt, dan kan men bij
de zigeuners terecht, met name bij de
zigeunerkapel o.l.v. Josef Gabor Kozak,
welke via het 45 toerenplaatje van Tele-
funken nr. UX 4772 een exquise selectie
van Hongaarse en andere typische zi-
geunermelodiëen ten gehore brengt.
Men kan daarbij luisteren naar het
aparte zigeunerinstrument, dat taro-
gato heet en wat het geluid betreft
het midden houdt tussen een hobo, een
sopraansaxofoon en een klarinet. Weer
galoos virtuoos is in het werkje
„Lerchengesang" de nabootsing op twee
celli van de zang van leeuweriken.
Een plaatje met vuur, verklankt tempe
rament. Van muzikale begaafdheid niet
op de laatste plaats! Van de Philipsserie
„Song and sound the world around"
bevelen wij het Balkan-plaatje warm
aan, zowel om de gave Slavische melo
diëen, die een aparte warmte uit-
We hebben al eens meer onze bewon
dering uitgesproker voor de serie docu
mentaires „De lange weg" gewijd aan
de gezondheidszorg. De opzet is meer
begrip en belangstelling te wekken voor
het werk van allen die bij de gezond
heidszorg zijn betrokken, en met name
voor de arbeid van de medici. Bij de
VARA meende men dat in deze maat
schappij het werk van deze belangrijke
groep hoofdarbeiders onvoldoende be
kend en dus ondergewaardeerd was.
Zonder te verwachten dat men veel zal
bereiken, mag men deze gedachtegang
zeker waarderen.
De uitzending van vrijdagavond was
gewijd aan een moeilijke, hardnekki
ge volksziekte, de astma. Ook deze do
cumentaire was op bewonderenswaar
dige wijze samengesteld. Een in vele
opzichten mysterieuze aandoening, waar
voor men hoopt nog eens een afdoende
oplossing te vinden, werd van alle kan
ten belicht.
De uitzending liet nergens twijfel over
bestaan en bena.drukte de ernst waar
mede men ieder geval van alle zijden
benadert. Knap werk, dat de goede ver
staander veel zal hebben geleerd. De
oppervlakkige kan in ieder geval gehoord
hebben dat „ze" er wel degelijk wat aan
doen. Ons respect voor het peil van de
ze klankbeelden.
J. v. S.
In de serie populaire klassieken speelt
vanavond het Omroeporkest voor de
KRO o.l.v. Maurits v.d Berg een Mo-
zartprogramma. Solist is de beroemde
Weense tenor Jozef Traxel. C298 m.
19.15 uur).
Voor het Ital. Tweede Progr. wordt
een volledige uitvoering gegeven van
Le Nozze di Figaro van Mozart door
de opera van Milaan m.m.v. o.a. de
bas Heinz Rehfuss. (355 m. 21.15 uur).
Zondag.
Het Gelders Orkest speelt zondagmid
dag voor de AVRO o.l.v. Jan Out. De
Belgische violist Carlo van Neste speelt
het Derde vioolconcert van Saint-Saëns.
Het orkest speelt ook nog de Derde sym
fonie, de liturgische, van Honegger.
(402 m. 14.20 uur).
Voor France III (Nat.) speelt het Or-
chestre Lamoureux o.l.v. Férenc Fric-
say waarbij de Duitse pianist Hans Rich-
ter-Haaser het Vierde concert van Beet
hoven zal spelen. (280 m. 17.45 uur).
Het BBC symfonieorkest speelt o.l.v.
Rudolf Schwarz voor de Home Service
de Vijfde Symfonie van Mahler. (434 m.
15.45 uur).
Er zijn intussen wel weer een paar
honderd zangplaatjes uitgekomen.
Wij hebben links en rechts een
greep gedaan. Moderne close-harmony
wordt in skiffle en rock and rollstijl op
Coral 45 toeren nr. 94123 EPC ten beste
gegeven door Buddy Holly en de
Crickets waarbij deze „harmony" zich
vooral ook doét gelden in instrumen
tale zin. Deze nog vrij prille jonge
mannen brengen uitste
kend samenspel op O
Close-harmony van een
fris en monter karakter
blijft die van het meis
jeskoor Sweet Sixteen,
dat op Philips 45 toeren
318 009 PF een kwiek
Duits repertoire presen
teert o.a. Der fröhliche
Wanderer en Als kleine
Madchen traumen yon
der Liebe. Keurige dictie! Gezellige
arrangementen in een vlotte begeleiding
O Willy Schneider, een basbariton,
bezingt op Polydor 20036 (45 tr.) in
tussen de Rijn, de wijn, de lente en de
meisjes van de Rijn, daarbij geassisteerd
door frisgekleurde kwartetten en koren
en begeleid door het eminente orkest
van Herman Hagestedt. „Trink Bruder-
lein trink" hoort er natuurlijk ook bij.
Ja, ja, Carnaval is in zicht! O Van de
Britse skiffle-groep Bob Cort ver
schijnt het ene plaatje na het andere.
Die muziek wil er wel in. Gitaren,
zogeheten „tub-basses" en simpele was
borden en die allemaal op de cadans
van een driftig ritme, bepalen
het pikante temperament van de
skiffle-muziek. Op het 45 toeren
Deccaplaatje DFE 6409 draagt
de vokaliste Liz Winters, die
een ongekunstelde, sympathieke
stem heeft, het hare tot het succes
bij. Het plaatje vermeldt: Freight
train; Don't you rock me daddy;
Maggie May en Six five special
O Met vuur en verve gespeelde
en gezongen calypso's een viertal
zijn te beluisteren op het 45 toeren
plaatje van Polydor nr. 20319. „Bananen
aus Jamaika" heet het plaatje, waarop
dan natuurlijk ook de befaamde Banana
STOW 1.S?' "t
Boat Song voorkomt. De uitvoering ge
schiedt door verscheidene eminente
Duitse showorkesten en dito vokalisten.
Plaatje met gloed O Pepita van Mallorca
houdt er de moed in. Deze fleurige
baiao staat, tezamen met „In der mitte
von Samoa", een foxtrot, op het Tele-
funkenplaatje U 55006, 45 toeren. Ria
Solar zingt de werkjes met een frisse
heldere stem en met een innemende
voordracht, omlijst door de zonnige
klanken van het orkest van Günter
Fuhlisch O Tikkeltje schreeuwerig
klinkt het zangwerk op het 45 toeren
Telefunkcnplaatje D 18602, maar het
betreft dan ook een shuffle-bounce,
waarin het cafeetje van Buffalo Bill
wordt bezongen, mitsgaders een polka-
baion, die al even gepeperd
is. Voor de speciale liefheb
bers dus. Het dansorkest van
Klaus Ogermann, dat strikt
een strak tempo hanteert,
weet met de saxen en trom
petten wel raad O Ons
vaderlands vokale duo Black
and White kijkt de luisteraars
aan vanaf de hoes, dat om
het 45 toerenplaatje 422135
van Philips zit. Het plaatje
vermeldt een viertal bekende
nummers, die al eerder van de persen
zijn gekomen maar nu dus bij elkaar
zijn gevoegd. Het zijn: Ay ay Olga,
Zijn het je ogen, Wij met z'n twee en
Marja oh Marja. Wat ons betreft be
hoort dit duo qua zangstijl maar niet
op de laatste plaats wat betreft de
keuze (en de teksten!) van hun reper
toire tot de al te kleine betere boven
laag in de Nederlandse lichte-muziek-
wereld.
Barend Bluf doet de deur dicht.
Op Philips 45 toeren 422168 bezingt het
meisjeskoor van Benny Vreden Barends
ondeugden en deugden en het doet dat
zo opgewekt en ontwapenend fris, dat
het een lust is ernaar te luisteren.
Liedjes voor de jeugd met een tikje
deugd, waarmee men het jongvolkje
beslist wel een plezier kan doen.
FRÉDËRIC