r ragk Culinair afgezant van G root- Mokum naar Expo '58 ONS BELEGDE BROODJE GAAT FURORE MAKEN IN BRUSSEL ANTWOORD AAN DE BISSCHOPPEN air T Huis te. Putten vrijgegeven /pai.rai, s Fonds Onder rabbinaal toezicht in de oude Jodenbuurt geboren Orgeade- en gemberbolus Maastrichtenaar reeds een maand spoorloos WAT I? PIL STAATSEXAMEN (HBS Gym*.) RESA-HILVERSUM ZATERDAG 15 FEBRUARI PAGINA 7 FRED THOMAS Familie Haanstra over tien dagen weer thuis? De herderlijke brief waarin onze bisschoppen op 3 november 1957 het katholieke volk opriepen tot steun aan het door hen in het leven geroepen Hoger Onderwijs Fonds, een steun, die het viervoudige moet zijn van wat het katholieke volksdeel de laatste jaren toch reeds voor het ka tholiek hoger onderwijs heeft gegeven, is gevolgd door een manifest van een groep katholieke hoogleraren, wier na men voor de hedendaagse katholieke Wetenschapsbeoefening in Nederland even zovele waarmerken zijn van haar hoog gehalte. Hier past een antwoord van het ka- tholieke volksdeel, waaruit zijn begrip en instemming blijken. Wij zien in, dat aan ons, Nederland se katholieken van deze tijd, de taak is opgelegd, het katholiek hoger onder wijs tot volle ontplooiing te brengen. Wij voelen deze taak niet allereerst als een last, neen, allereerst beschouwen wij haar als een eervolle opdracht. Wij beseffen, dat wij met deze opdracht Het belegde broodje, honderd procent Amsterdams van origine, gaat op de wereldtentoonstelling te Brussel furore maken. Zoals wij hebben bericht tal de heer J. Halverstad, eigenaar van broodjeswinkel Leidseplein 24, aan de vijf voornaamste toegangs poorten tot de Brusselse Expo zeshoekige paviljoens plaatsen, waar eigen personeel de broodjes serveert, ter plaatse in eigen oven gebakken en origineel belegd: echte Groot-Mokumse broodjes pekel, broodjes lever, broodjes speciaal, broodjes halfom, en natuurlijk broodjes kaas, rosbief, worst, alles in stijl mèt een glas thee. En ook de klassieke broodjeswinkel-lekkernij: gember- en orgeadebolussen. De Amsterdamse V.V.V. heeft dit initiatief krachtig gesteund, de zaak is gedurende een jaar grondig voorbereid en men mag verwachten, dat „het broodje beleg" op de tentoonstelling een succes wordt, zakelijk succes voor de ondernemer, propagan distisch succes voor Amsterdam, dat daarmee via de maag een greep zal doen naar het hart der ongetwijfeld talrijke consumenten, aan wie men iets laat proeven van de sfeer der stad. Want om elk volgens de regels der traditie bereid broodje hangt iets van het fluïdum van het oude Amsterdam, zijn smaak en sappigheid: hartig en zoet, gepekeld of zachtzuur. Het wordt wellicht een wereldtriomf voor het Amsterdamse belegde broodje, dat, in de jaren 30 zijn opmars is begonnen vanuit de vroegere Jodenbuurt, eerst de stad zou veroveren en daarna het land. Want hieraan be staat geen twijfel: bakermat van deze culinaire attractie is de Jodenbuurt geweest. Daar is zij geboren onder rabbinaal toezicht, kreeg zij gestalte en werden de broodjes voor het eerst verkocht over de toonbank der rituele slagerijen op Vlooienburg, Marken, Uilenburg, Daar heeft een bij uitstek kritisch pu bliek ze gekeurd, gesavoureerd en ten doop gehou den, als men het beeld in dit ver band tenminste zou toogen gebruiken. Want een kosher gebakken broodje. Zelfs al kwam het Van de orel-bakker hiet sjoumer Christen-bakker ^et toezicht liet Zich niet „schmad- de", tiet Jiddische woord voor dopen. Zo'n broodje van een koshere bak ker, het onsterfe lijk' galletje met of zonder maanzaad, was en wordt ge bakken van water deeg. Het blijft ui teraard ongesmeerd zeker geen room boter: vlees en zui- Vel aan één maal- "Jd zijn immers yerboden. Kwan- 'ütn en kwaliteit Van het vlees zou den dit rijkelijk Vergoeden: het „konsumfreudige" J oodse volksdeel, ook de allerarmsten, wist het goede dezer aarde te waarderen en te ge nieten, men mocht zich gerust aan zjin voorkeur toevertrouwen. Nu denken wij hier vaak met heim wee aan terug, aan leven en bedrijf m de vroegere buurt, aan alles wat fn vanzelfsprekend vonden, een het void faags -Amsterdam, terwijl betrouten fen droom lijkt, die wij w ï*1 lntens te hebben Jr- v,zouden wij er nu voor over hebben éen keer nog de Joden- breestraat te mogen passeren op een vrijdagmiddag als voorheen, zo tussen vier en zes, en temidden van het ge woel, de gezellige herrie, langs win kels en karren met alle zintuigen gevulde gestoofde snoek. D. Quiros,. ri tueel slager, in de Jodenbreestraat, be reidt nog zijn wa ren, lever, pekel vlees, ossenworst, uitsluitend zélf, het belegde broodje is er nog volop autoch toon. Precies zoals het figureert in de Joodse litteratuur, bij Carry van Brug gen, Henri van Bo ven, Marianne Phi lips. En als Maurits Dekker het be schrijft in de stad bij gaslicht, is ook dat een stuk heim wee. De broodjes zaken van toen wa ren lang niet zo mooi betegeld en zo hel verlicht als nu, het broodje had minder decor, maar het was méér sub stantieel, volumi neus: voor vijftien tii - cent, dik met sap- jos maken van gember- en orgeadebolus uit de metalen vormpjes, waarin pig pekelvlees, de zijn gebakken. Tête a tête met een broodje half om (pekelvlees en lever). Ook het steriele glas met thee uit de koshere Joodse keuken leeft in de broodjeswinkel voort. laatste van een hele reeks voortref felijke adressen, alle in dezelfde straat, waarvan wij ons nog enkele heugen, Content, Prins, Meyer, van Collem, Gebr. Quiros. De smaak, het aroom van zo'n ritueel broodje pekel, broodje lever, broodje half om (half pekel- halt lever), met een oer-Jiddisch heet glas thee, een door en door sappige pekel- augurk. En als dessert een gember-, een orgeadebolus. Zoals het verleden er ook nog voortleeft in zo'n bord lin zensoep met matzeballetjes of bij koud weer: gekookte maag met knoflook, en een zeldzame keer „Gefillte Fisch", te gast te gaan bij wat daar in over daad lag uitgestald en werd deld, een exuberantie van wat maar sappig en geurig, smeuïg en hartig wis. De karrevrachten „appelesjeine, mooie waar", de „sappedemagies maagdeperen: allemaal wijn:, groene „réétisj", rammenas, zogere erwten, een cent de kom, gepelde eieren, knet terende kastanjes, kokelekootjes, de handel van vis-, zuur- en vleeswagens ,,En se syne so groot! En se syne so fyn! En se syne so dik! Twee omme sjent de lekkere prik!" Vis iever en mosselen, uitjes en warme hiet, pekelaugurken en zoetzure kom kommer, in lange repen „sagejonen", in ronde schijven of klein gesneden, en heel vroeger warme appelen en Pere hiet! En vooral hartvlees en gro te hompen runderlever, okergeel. Hartvlees, maag, lever, dat was exquise lekkernij. Vlot aan de man ge wacht, onvergetelijk de beschrijving, P1® dr. de Hond van zo'n toneeltje heeft gegeven: „M'n hart, lope jullie Jy.n hart niet voorbij! Ik snij 't ope! i'f. pak an! Steek d'r in, prik d'r j -Steek maar! Prik maar! Eet maar! als je m'n hart niet lust, neem oil? hi'n lever hier! „Oi, oi, oi, oije, d'r°ije! M'n hart, m'n hart, steek bi n --■> prik d'r in, doop 't in 't rooie ej, d! Dat rooie hart, wat 'n vet! Uien tip. rhst. Torentje uien op een twee cent'n Cent 'n plak biet tm 1 vuici «ua hit u t uit het tobbetje en augurken h„. bet hengselblik, komkommers uit - - fliel 'i-schotel- aa„«- maar prikt. Augurken 'n cent, "gestoken, 'n cent er bij gaaf, nog e\ ®eat nieuw! 'n Cent 'n schijf hart: ter.iKm. 't zoutvat tippen, door 't -nos- "bakje treilen. Krijg je trek in uien broodjes „speciaal", rauw gehakt en hard gekookt ei. van een omvang, dat je een mond als een kolengrijper moest hebben om het geval aan te kunnen. Maurits Dekker noemt de Haas en Trompetter in de Amstelstraat: de broodjeswinkel was in opmars, bui ten de eigenlijke Jodenbuurt. Uit het begin van de der tiger jaren herin neren wij ons Velle- man op het Kleine- Gartmanplantsoen, in de Damstraat en op het Damrak werden broodjes- winkels geopend. Het bleef echter nog een in hoofdzaak Joodse nering, maar geleidelijk verspreid over heel de binnenstad. Uit die periode dateert ook het be gin van het prachtige verhaal, dat Meyer Sluyser vertelt in z«n boek; „Die en die Is er nog". Het verhaal van het buurjongetje Jacob, dat met broodjes ventte langs de treinen op het station Weesperpoort; Broodje lé wer, broodje pekel, broodje halfom! Het was een ondernemende knaap, die aan geld wist te komen voor een eigen broodjeswinkel en met zjjn vleesbeleg van eerste kwaliteit de klandizie kreeg van de verschillende diamantslijperijen. Het zaakje floreerde zo goed, dat Ja cob veel geld verdiende, in korte tijd van de ene onderneming naar de ander klom en enkele jaren vóór '40 naar Amerika vertrok. Daar zou Sluyser hem kort na de oorlog geheel toeval lig terugzien: in Venezuela, in Cara cas, waar Jacob een schatrijk man bleek geworden. Sluyser werd geïnvi teerd en vorstelijk onthaald. Jacob, de vroegere broodjesjongen, had één zoon tje, een joch van vier jaar, dat een eigen vleugel van vaders landhuis be woonde, met eigen personeel en o.a. een reusachtig speelvertrek waarvan de vloer was bedekt met een grandioze electrische speelgoedtrein. De gast uit Holland maakte daar met het zoontje kennis, dat aanhoudend zijn vader aan het hoofd zeurde: „Papa, toe nou Play DutchmanPlay Dutchman" De vader weerde verveeld af om ten slotte, na eindeloos aanhouden van de jongen en tussenkomst van de gast, het kind zijn zin te geven. Op een wenk van de miljonair bracht een bediende een zilveren tablet en een servet. Ja cob sr. wierp het servet over zijn schou der, nam het dienblad balancerend op de toppen van zijn vingers en lopen de langs de rails van zijn zoontjes speelgoedtrein riep hij als voorheen: Broodje léwer, broodje pekel, broodje half om! Het kind juichte en klapte in ot de wereld van het belegde broodje behoort een andere, klassiek Amsterdamse attractie, eveneens van oer-Joodsen huize: de orgeade-bolus en de gember-bolus. Natuurlijk zullen ook zij in Brussel verkrijgbaar zijn De heer Halverstad betrekt deze lekkernij van een der laatste, men zou mogen zeggen, autochtone bakkers, die hiervoor een grote roep heeft, M. Verdooner aan de Tugelaweg, in de voormalige „nieuwe Jodenbuurt". De heer Ver dooner heeft zijn afnemers in de halve wereld. Hij verzorgde ook de eerste koshere receptie, die dit najaar ten paleize Soestdijk werd gehouden, tijdens het Internationaal Rabbijnen congres. Ter gelegenheid hiervan zond. de heer Verdooner ook aan de Koninklijke familie privé een trac- tatie van gember- en orgeade-bolus- sen, die blijkens de reactie zeer in de smaak is gevallen. „Hare Majesteit de Koningin en ook de andere leden van de Koninklijke familie," zo schreef de particulier secretaris, „hebben de bolussen met smaak ge nuttigd." Gemberbolussen zijn vervaardigd van gember, boter, suiker, bloem en eieren, de substantie van orgeade bolussen bestaat uit pure amandel spijs. Zij worden gebakken in metalen vormpjes, na afloop geflambeerd om de gember of orgeade los te ma ken. Bolussen behoren ondersteboven in de consumptie te komen, zodat het goudokeren gember- of orgeade- glazuur in de aanblik domineert. De firma Verdooner is ook expert in het echt Joodse vlechtbrood, de galles en galletjeshet vlechtkren- tenbrood of kaulisch voor het besnij denisfeest en met Pasen het Joodse Paasgebak, dat uitsluitend uit aman delen bestaat. uit te voeren een grote dienst bewij zen aan het gehele Nederlandse volk. Voor ons gehele volk is een volwaardig katholiek aandeel in de Nederlandse wetenschapsbeoefening van het groot se belang. Welk een beslissende in vloed bijvoorbeeld zal daardoor niet uitgeoefend worden op de Nederlandse sociale politiek. Wij zijn ervan doordrongen, dat het hoger onderwijs tegenwoordig een gradioze verovering! openstaat voor de kinderen uit ieder miljeu. Wij willen dat onze begaafde kinde ren gaan studeren ook om straks op wetenschappelijk niveau de ons zo dier bare Waarheid te kunnen uitdragen. Wij willen dit, beseffend, dat er geen tegenstelling behoeft te bestaan tussen geloof en wetenschap. Wij willen, dat wie ook van ons door zijn talent ge roepen is tot de wetenschapsbeoefening zoon of dochter van arbeider of werkgever, middenstander of boer zich wetenschappelijk kan vormen In het stralend licht van de Openbaring. Katholiek hoger onderwijs houdt in: katholieke universiteit, katholieke ho geschool, bijzondere leerstoelen aan neutrale universiteiten, katholieke stu dentenverenigingen. Wij verklaren in antwoord op de op roep onzer bisschoppen en het mani fest der katholieke hoogleraren: Gfl kunt op ons rekenen! Laten wij allen werkelijk naar vermogen bijdra gen aan de van ons zo terecht verlang de verviervoudigde steun! Mr. F. J. F. M. van THtEL, voorzitter Algemene Katholieke Werkgeversvereniging. J. A. MIDDELHUIS, voorzitter Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging. Mr. F. J. G. Baron van VOORST tot VOORST, voorzitter St.-Adelbert-vereniging. J. A. KOOPS, voorzitter Nederlandse Katholieke Middenstandsbond C. G. A. MERTENS, voorzitter Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond. Arn. J. A. van der DONCK, voorzitter standsorganisatie Katho lieke Werknemende Middenstand. Sinds dinsdag 14 januari is een 47- jarige grossier in textielwaren te Maas tricht spoorloos verdwenen. Die dag is hij ',3 avonds om 9 uur het laatst gezien in een garage te Maastricht, waar hij zijn auto had gebracht om te laten was sen. Tevoren was hij nog in een hotel aan de markt geweest om daar een kopje koffie te drinken. Hij zou de vol gende dag de wagen komen halen, het geen echter niet is gebeurd. Maan dagmiddag 13 januari is de grossier ge zien op de speelbank te Chaudfontaine in België, waar hij aan een vriend uit Maastricht ongeveer 300 leende. „Geef het geld maar terug aan mijn hospita", zei hij toen, „want ik ben er enkele dagen niet". Zijn vrienden vra gen zich af of iemand in Nederland kan verdwijnen zonder het geringste spoor achter te laten. Hij was gekleed in een van zijn oudste kostuums, hetgeen, naar men aanneemt, erop wijst, dat hij niet van plan was lang weg te blijven. Hij is In het bezit van zijn paspoort en auto papieren. Er wordt rekening gehouden met de mogelijkheid, dat hij als gevolg van fi nanciële omstandigheden in overspan nen toestand is geraakt, maar men acht een ongeval of beroving, wellicht in het buitenland, evenmin uitgesloten. Het politieonderzoek in binnen- en bui tenland bleef tot nu toe zonder resul taat. Advertentie Da kortste en voordeligsia opleiding (Bekende Schriftelijke Cursus) nw .u.r» Je prikt. Maar dat bezuur je \jU bieten trek: je prikt. M'n hart! n lever! Steek d'r maar in! Prik maar in! Ojje, oije, oije!" ill^at is alleen n°S maar herinnering, van de smaak, van het aroom an al die Ghetto-heerlijkheid, zoals u nog voortleeft in en rond het brood- ,de laatste broodjes van de d.e laatste koshere broodjes- jeswinkel in de Jodenbreestraat. De Al is er in de regel ook zitgelegenheidhet belegde broodje behoort over de toonbank aangereikt en door de clientele staande geno ten te worden. de handen: Ha, playing Dutchman! De vader kreeg een kleur alsof hij zich schaamde en even was het, vertelt de auteur, of de onrust week uit zijn blik. Tenslotte zei Jacob ruw en kort af: „Gisteren komt nooit weerom Gisteren komt ook in Amsterdam nooit weerom. Iets van de weemoed van dat besef verleent voor wie het begrijpt, het Amsterdamse broodje pe kel zijn geheel eigen fluïdum, meer speciaal voor de kenners, de fijnproe vers van het leven. Gelukkig is het broodje, dat thans in Brussel over de grenzen treedt, in goede handen. De exploitant, de heer J. Halverstad, is thans 41 jaar en weet nog alles van het vertrouwde milieu, waar hij gebo ren en getogen is. Hij leerde voor bak ker en daarna voor kok, werkte in het restaurant op de Diamantbeurs, vestigde een broodjeszaak op het Rem- brandtplein, en is sinds 5 mei 1954 gevestigd op het Leidseplein. Als vijf tienjarige was hij leerling in een bak kerij in de Korte Houtstraat, hartje Vlooienburg, waar hjj in de nachtdienst 's morgens ontglipte naar ,,'t Stuiver tje" om de hoek op het Waterlooplein, een der koffiehuizen voor venters, die reeds om vier uur open gingen, met prima koffie, vers gebakken botjes, hom en kuit. Daar kwam als regel een wonderlijk gezelschap bijeen: met de venters uit de buurt, mensen, die 's nachts hadden doorgefuifd, artisten, studenten, allemaal voor een kop kof fie, een knappend botje en de eerste gein. Hier leende Halverstad, bakkers maatje in zijn frok en grijze flodder broek eens zijn fiere witte muts aan een onbekende mijnheer, die haar op zette en tot zijn gezelschap zei: zo ben ik óók ooit begonnen. Het bleek de heer Hille te zijn, beschuitfabrikant de Zaan. Toen de jongen zijn muts terugkreeg was er een bankje van honderd bij. De heer Halverstad is dus volop „nourri dans ie serail". De Amsterdamse broodjeszaken van vandaag zpn op een enkele na, zoals Quiros, niet meer ritueel. Ook Leidseplein 24 niet. Maar wel bewaart men er zoveel het kan de traditie. Zo wordt er nog altijd gratis thee in glas verstrekt. En heeft men echt Joodse specialiteiten als galletjes, ossen- worst, viskoekjes. De onmisbare gem ber- en orgeadebolussen komen van Verdooner op de Tugelaweg, die nog een der laatste oude bolusbakkers in dienst heeft. Voor Brussel is de zaak goed aangepakt. Men krijgt voor de duur van de tentoonstelling de be schikking over de rijdende bakkerij, die is te zien geweest op de Horeca- tentoonstelling in het R.A.I.-gebouw. Deze zal de vijf broodjes-paviljoens dagelijks van verse broodjes en brood voorzien. Al het beleg, de koffie, de thee, het bier, de limonade komt uit Nederland. Vpf en veertig Nederland se meisjes zijn geëngageerd voor de bediening. Men heeft standplaats ge kozen bij de grote parkeerterreinen, dus buiten de eigenlijke tentoonstel ling, juist met het oog op de klandizie der tienduizenden, die dagelijks mei auto of autobus naar de Expo zullen komen. Hier is reeds met autobus firma's de levering gecontracteerd van 40.00 lunchpakketten per week. En de allernieuwste machine is aan geschaft, die per minuut 160 boter hammen snijdt en smeert. Tenslotte wordt er nog een rusthuis met can- tine geëxploiteerd, speciaal voor bus chauffeurs. Zal de wereld te Brussel in het broodje bijten? Wij twijfelen er nau welijks aan. Men zal er bewust of onbewust Amsterdam aan kennen, een stuk eetcultuur van Mokem Olef, dat zijn eigen plaats verdien* naast Pa- rijse croissants, Duitse worstjes. Toast Cannibale der Belgen, en de verlokke lijk opgemaakte sandwiches van We nen. Maar slechts weinige ingewijden zullen er de herinnering In proeven aan het warme pekelvlees uit de oude buurt, aan de levenslust en levens kunst van een mensenslag, dat in menig opzicht het peper en zout )s geweest van de Amsterdamse gemeenschap. Voor hem is het belegde broodje een broodje weemoed. NADRUK VERBODEN Naar wij vernemen heeft het staats toezicht op de volksgezondheid de wo ning van de familie Haanschoten te Putten vrijgegeven. Met grote spoed zullen de diensten van de gemeente het huis bewoonbaar maken. Naar alle waarschijnlijkheid zal het gezin H. over een dag of tien het inmiddels van ra dio-activiteit gezuiverde huis kunnen be trekken. Het is nog niet zeker dat de vijfjari ge Joke Haanschoten direct met haar huisgenoten naar Putten zal komen omdat wellicht een langduriger con trole voor haar noodzakelijk is. Intus sen wordt het justitieel onderzoek naar de schuldvraag onder leiding van de of ficier van justitie te Utrecht, mr. W. H. Overbeek, voortgezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 7