Betekenis van symbolen voor de godsdienst De eeuw van Elizabeth en Shakespeare ©Klassieke muziek op de plaat Emiel Hulle tachtig jaar In Parijs verloren Het boek van de wereld spreekt ons van God IN HAAGS GEMEENTEMUSEUM Debat over kerkgelegenheid Pianoconcerten van Mozart Grumiaux speelt Saint-Saëns Tekeningen op zoek naar hun tekenaar Vondst van boekhandelaar Vlimmens tweede jeugd on a fjerdu un dessinateur. qui retrouvera ('auteur? Kunstenaars bij de Shell ZATERDAG 22 FEBRUARI 1958 PAGINA 11 Sof ,yi- Liturgische weekkalender J. H. Sikkemeier overleden In ?.nze vorige beschouwing hebben WlJ erop gewezen, dat God, alvo rens zich zelf aan Abraham te open k.aren het begin van de bijbelse Se» d°°r de schepping en het heeft t tot de mensen gesproken zenfl de lange periode van tiendui- heeff a iaren tussen Adam en Abraham op mens God aanbeden, zij het ook heidensZeer onvolkomen wijze. Voor de dat hpfi mens was de wereld een boek, het b-p Van God sprak. Samen met enigp e'en lag hierin voor hem de neif t Ongelijkheid God te leren ken- q' n°e onvolledig dan ook. rejjp.: godsdienstgeschiedenis, die alle naim uUze. uitingen van de mensheid tien t bestudeert, vertelt ons hoe Zii d'e kennis van God gekomen is. J wijst dan op de grote betekenis van tot syrnbolen, die het middel zijn om •pt een objectieve kennis te geraken, bot symbool is een zinnebeeld. Achter "et zichtbare feit, de zichtbare zaak of "indeling, ligt een diepere zin verscho on. Gaat het over een religieus sym bool, dan is de zaak of behandeling het teken van de betekende goddelijke wer kelijkheid, die erachter schuilt. De ba- van de symboolactiviteit, zowel van- uit God naar de f mens als van de mens naar God, is de geestelijk-stof felijke eenheid van onze natuur. God brengt de mens onder de sluier van stoffe- lijk-zintuiglijke symbolen een openbaring van de zuiver geestelijke wereld van het goddelijke; omdat ae mens in zijn totaliteit tot God moet ogaan, dus niet alleen als louter geest, zal hij zich ook van symbolen moeten bedienen om zijn verhouding tot God uit te drukken. In de heidense godsdiensten vinden wij overal symbolen van de godheid. En wel steeds dezelfde met dezelfde hik ,f„nis' Pat ls b« enig nadenken eigen- bin deSpiefisprekend- Alle mensen heb- de natuur r?ee'Stesstructuur en deze I hun verstand aar°m reageren zij .met tot hotlnh ^aaruit de heidense volkeren t°n bestaan van God hebben beslo- Op de eerste plaats noemt hij de hemel, het uitspansel. In zeer veel heidense gods diensten wordt dit gezien als een open baring van de hoogste God. De primitieve mens ziet in het eindeloze uitspansel de ontoegankelijke wereld van de Al machtige. Het feit, dat dit uitspansel nooit verandert in tegenstelling met de aardse dingen, maakt het voor de mens tot een symbool van de eeuwigheid. Ten slotte is het uitspansel de geheimzinnige bron van licht en regen, en zo wordt het eveneens tot symbool van de macht en de vruchtbaarheid van God. (Vervolg van pag. 1) ^Grgadering van socialisten over dat Komende beleid te spreken? 't Is niet bepaald fraai, dat een minister aan een vergadering van partijgenoten me dedeelt, hetgeen aan de Kamerleden, die op de eerste plaats geroepen zijn Verantwoorde beslissingen te nemen, Wordt onthouden. Enfin, we zjjn uit die h?ek nu eenmaal heel wat vreemde d'ngen gewend. anneer we hierboven opmerkten te vertrouwen, dat, ii tot een ro zich niet zal beperken tot een >onale kwestie, danbedoelen we aar geen onderwaardering yoor de r f'itiale problemen mee uit te drukken. ,ye concrete situatie in de drie noorae- Jjhe provincies, in West-Brabant, in ^^I-Friesland enz. dwingt nu eenmaal liik Üzondere aandacht. Is het lande- in -J^rkloosheidscijfer ongeveer 3 pet, schiiTnte en Z.O. Groningen over- Eti 5, het momenteel reeds de 25 pet! uitzicht het ergste is: er is daar geen dustrie».?P verbetering, tenzij de in keer Skieden in West-Nederland aahtrekkei?ke arbeidskrachten gaan als reserved eenvoudig gezien worden arbeidskracktSebieden- waaruit men dig is, maa n Put> wanneer dat no- Worden afl>I die onmiddellijk ook weer gestoten Dat betekent in wezen dat voor de omdat pendelen OhdpP""'"" omuai pi Wanneer dat ka™er extra geld kost Welke ^rnltig^afïf"on,waardige situatie welvaartsbeeld d'lreuk doe* aan het ven De mens w£ m.oeten nastre- kracht raaf all noch diens arbeids. den behandeld stuk k"°Pwaar wor- W u aan deze, nu duidelijk geble- W ken wantoestand een einde wor- liik a den gemaakt, dan is noodzake- d,„ dat wij tot een syetematische sprei- Mnf Jder, industrie in ons land komen, v ar„ zulk een toestand krijgen we ftenw g niet cadeau. Een onder- Beïu 5 gaat niet in een ontwikkelings- dp ied zitten, alleen omdat er voldoen- orndit met te dure mimte is; ook niet maat er voldoende arbeidskrachten Bm„en evenmin niet, omdat zijn vesti- wordt gestimuleerd door een pre- nieregeling. bevni, aanPassingsmoeinjkheden van de den uT® mdustrialiseren gebie- W- behoeven geen hinderpaal voor jestiging te zijn. Vooral het noorden, «esland en Drenthe met name, heeft aangetoond, dat dit proces veel vlotter 'erioopt dan aanvankelijk werd ver dacht. De moeilijkheid is echter voor namelijk gelegen in de algemene ge schiktheid van het gebied tot vestiging o.ae.z.g. infra-structuur) en de afzetmo gelijkheid. Nu is het pijnlijk, dat voor ..frscheidene ontwikkelingsgebieden de i 'annen bij provinciale en gemeentelü- kl mensten reeds geruime tijd kant eh erv» hggen, maar dat de uitvoering O bewust door de regering is afge- te ba' bestedingsbeperking en bewus- arbeia?rdering van ontspanning op "orz^markt zijn niet de aanwijsb, L/ mi! °ns «en te hard-zakelijke of kelïyhien zelfs wel een te onza- van oom a bedenering. Ook wij zijn serve nodti' bat een zekere arbeids-re- ver op hetzpi/l- Maar ze gaat ons te loosheid moment, dat die werk- het woord ?Lls. hier de betekenis van veel karakter iidsreserve) een structu- met alleen L k"igt. Men vergeet dan het algemene uf\ens> men vergeet ook geet doodeenv^iyaartsbeeld- Men ver" vuldigings factor g 00k de vermemng- loosheid steeriV Waardoor de werk- gaat grijpen r breder om zich heen gdegenheiri Yordering van de werk plans van iS derhalveeen nationaal hulp ver)en;5e eerste orde. Financiële ■vorm van «SF aan de industrie in de leringsaftr^b- nv°ering van de inves- regelen ?.xP°rtbevorderende maat- gen te worden n direct overwo- k°men?eUintp^'® ,h(?Pen van harte dat de hetenen van tS een debat zal ont' naar een weKffi met als inzet: rend volk. varend land en en welva- de are n dezelfde geest maakt de zon in druk op de heidense mens als de kracht, die de duisternis verdrijft. In overdrachtelijke zin geeft men daar aan de symboolwaarde van God als bron van kennis, maar omdat de zon met haar warmte en licht het leven schenkend beginsel is van de wereld, ziet men in haar ook het symbool van God als levensbron. De maan beschouwt men eveneens als zinnebeeld van vruchtbaarheidskrachten. Bijzonder duidelijk is de symbolische betekenis van het onweer. Bliksem en donder yerwekken angst. Men houdt ze voor uitingen van Gods toorn, van Zijn geweldige, ontzagwekkende macht. Zelfs nu nog kan men zulke reacties bij de mensen van vandaag ontmoeten. De H. Schrift gebruikt ook vaak de woorden donder en bliksem om de macht van God aan te duiden. Dat ligt voor dg hand. De Bijbel bevat de eigen lijke openbaring en vervolmaakt de voorafgaande onvolledige openbaring in de heidense religies. Wat daarin waar en echt is, wordt eenvoudig overgeno men. Ook Christus heeft de vroegere Wet niet opgeheven, maar vervolmaakt. Een ander symbool, waarvan men kan zeggen, dat de Bijbel bij wijze van spreken vol staat, is de rots. Een gods diensthistoricus heeft daarvan gezegd: Niets is directer en autonomer in de vol heid van haar kracht, niets is er nobeler en schrikwekkender dan de majesteite lijke rots. Zij openbaart iets, dat de on zekerheid van het menselijk bestaan te boven gaat; zij toont iets van het ab solute zijn. Haar weerstand, haar leven loosheid, haar proporties zijn evenmin als haar grillige contouren menselijk; zij getuigen van een tegenwoordigheid die verblindt, schrik aanjaagt, aantrekt en dreigt. En nu de H. Schrift. Zij noemt God ,,de rots, volmaakt in zijn werken: een God van trouw en zonder bedrog" (Deut. 32.4). Zo betekent de onwrikbare rots de waarheid van God, waarop de mens vol vertrouwen kan steunen. In het Nieuwe Testament is Christus de rots. (1. Kor. 10.4). De persoon van Christus is de rots, 't onwrikbare funda ment, waarop heel de kerk rust. Christus' plaatsvervanger op aarde, St. Petrus, de eerste Paus, en derhalve ook zijn opvol gers, wordt door de Verlosser zelf de rots genoemd, waarop zijn kerk gebouwd is. Zo kan men doorgaan en nog andere symbolen noemen als regen, wolken, vuur, water, dauw enz. Dj algemeen- menselijke opvatting ziet daarin een zinnebeeld van een hogere macht, die er kend, vereerd, gedankt, ontzien, gevreesd moet worden. Op deze wijze kan men terecht de natuur het boek noemen, waarin God tot de mens spreekt, omdat zijn schep pende en behoudende macht daaruit kenbaar wordt. Bij alle volkeren ter wereld vindt men dan ook een duidelijk geloof in een Opperwezen. Pas de positieve zelfopenbaring van God heeft het de mens mogelijk gemaakt Hem te kennen zoals Hij verlangt gekend te worden. Edward Herbert, le Lord Herbert of Cherburry, romantisch leunend tegen een boomstronk, liggend in een italianiserend landschap. „Magica Sympathia" staat er op zijn dekschild geschreven. nder de titel „De eeuw van J Elizabeth en Shakespeare" mÊmkm wm x wordt een prachtige tentoon stelling gehouden in het Haagse Ge meentemuseum ter gelegenheid van het -feit, dat het thans 400 jaar ge leden is dat Elizabeth gekroond werd. Men heeft getracht heel het culturele leven uit de Gouden Eeuw van Enge land, tijdens de regering van de be roemde en beruchte koningin Elizabeth, op zo stijlvol mogelijke wijze uit te beelden en de inrichting van de ten toonstelling is dan ook een juweel te noemen. Men heeft niet getracht stijl kamers uit de zestiende eeuw na te bouwen en de pauwachtige pronkzucht der Tudor-kastelen en landhuizen heeft men niet geïmiteerd. Maar de schoon ste gebruiksvoorwerpen, gouden kelken en bokalen, glaswerk, weefkunst, ta pijten, miniaturen, kledingstukken, hieu- belen en muziek-instrumenten heeft men bijeengebracht in een zeer schone rangschikking. Vooral de portretten zijn uitermate boeiend. Wat nen gelaten staren u aan, vier eeuwen nadat die intrigerende groep jonge edelen rond een charmante, eer en gunst afdwingende „Queen Vir gin" haar stoutmoedig spel gespeeld heeft. De titel der tentoonstelling vermeldt ook de naam van Shakespeare. Of schoon het uiteraard wat moeilijk was om de relatie tussen het Engelse vor stenhuis en de grote toneelschrijver weer te geven, spreekt uit manuscripten en portretten toch wel iets van de grote toneel-cultuur, die opgebloeid is tijdens het regiem van Elizabeth. Het regerend vorstenhuis besefte, dat gezag gezien moet worden en liefde veroverd wil zijn. Dat komt in de vele drama's van Shakespeare tot uiting. Elizabeth moet de grote toneelschrijver persoonlijk ge kend hebben. Ieder die historische belangstelling heeft en geïntrigeerd is door de boei ende, kwaadaardige, intelligent-berëke- nende vrouw, wier succesvolle rege ringsperiode op de tentoonstelling in tastbare beelden gestalte krijgt, kan tot dertig maart in het Haags Gemeente museum terecht. Het beroemde Armada-portret van Koningin Elizabeth I. Een uit een oogpunt van reproduk- tie bijzonder belangrijke publica tie heeft Philips gedaan met de opname van Mozarts Concert voor twee klavieren in Es K.V. 365, ge speeld door Robert en Gaby Casade- sus. Deze opname is gekoppeld aan het pianoconcert in A K.V. 414, dat d Robert alleen gespeeld wordt (A 01295 L). De begeleiding is in handen van George Szell en h jt Columbia Sym phony Orchestra. Men ontkomt bij het luisteren naar de ze vertolking van het echtpaar Casa desus van Mozarts dubbelconcert na tuurlijk niet aan de verleiding haar te vergelijken met die, welke nog niet zo heel lang geleden Clara Haskil en Géza Anda er voor Columbia van ge maakt hebben. Dit is een prachtige vertolking van twee voorname pianis ten, die zich bewonderenswaardig op elkaar hebben ingesteld. Hoewel het nauwelijks mogelijk leek, wordt zij toch nog op het stuk van innerlijke homoge niteit overtroffen door deze nieuwe opname. Mogelijk zit de verklaring daarvan in het feit, dat het hier man en vrouw zijn, die spelen, beiden be gaafd met die hoge spiritualiteit, die tederheid van het verstand is en als een echt kenmerk van Franse cultuur beschouwd mag worden. Het is slechts een enkele keer mogelijk uit de plaat een verschil in speelwijze tussen de bei de pianisten vast te stellen. Meestentijds is het niet mogelijk op het gehoor uit te maken, wiens partij het is, die op een bepaald moment op de voor grond treedt. De kwaliteit van Szells begeleiding en die van de opname zelf in aanmerking genomen, moet men hier dus spreken van een vertolking die de menselijke volmaaktheid be reikt schijnt te hebben. Nog interessanter wordt de plaat, wanneer men aan de keerzijde Robert Casadesus het concert K.V. 414 hoort spelen, een stuk van geheel andere aard en stijl dan het dubbelconcert, galant concerterend, het werk van de virtuoos, die Mozart in die periode van zijn leven was, op de volle hoog te van zijn schitterende vermogens, maar nog niet in de volle menselijke diepte, die hij in de wat latere sym- phonische concerten zou bereiken. Ca sadesus speelt het werk ook naar die aard, briljant en joyeus. Wanneer men zijn vertolkingen van verschillende van Mozarts pianoconcerten vergelijkt, dan valt het trouwens op, dat hjj voor elk concert een aanpak heeft, die overeen stemt met de aard van het werk. Hij heeft niet een gefixeerde manier, waar op hjj Mozart speelt. Hij speelt ieder werk van zijn eigen wezen uit. Een andere Mozart-opname verscheen op H.M.V. DLP 1158, t.w. van het pia noconcert in G K.V. 453, gespeeld door Gina Bachauer, die onlangs ook in ons land veel succes behaalde, en begeleid door haar echtgenoot Alec Sherman met het London Orchestra. Ook dit concert is nog geschreven in de virtuoze galante stijl, waarin Mo zart hier een volkomen evenwicht ge- (Vervolg ven pagina 8) tal van melodieën worden uit zangspe len en operettes, die hij schreef, zo als „Seppl", dat, na de première in 1926, o.a. in Amsterdam en Den Haag een lange reeks van opvoeringen be leefde, „Het Meisje van Zaventen", ge ïnspireerd op het schilderij van de H. Familie, van de hand van Van Dyck in de kerk van Zaventen en „Knokkel been". Deze operettes staan nog steeds op het repertoire, de Gentse Opera viert Hullebroecks jubileum met „Seppl Antwerpen hoopt te volgen met „Het Meisje van Zaventen", en in de avond van 12 maart is er via de Vlaamse zender een groot Hulle- broeck-coneert, met o.a. „Knokkel been op het program. En op de twee de zondag van juli zal het grote Vlaam- zangfeest in Antwerpen geheel aan Hullebroeck zijn gewijd. Maar de meeste bekendheid zou Hullebroeck verwerven met zijn per soonlijk optreden, als Vlaamse bard, zwervend van stad naar stad, van dorp naar dorp, tot ver over grenzen en zeeën, overal voor zijn gehoor spe lend en zingend. Zo leerde ook ons land hem kennen, waar hij gedurende vijf en dertig jaar regelmatig is op getreden. Zijn banden met Neder land werden bijzonder hecht in het begin van de eerste wereldoorlog, toen zijn impresario Max van Gelder een reeks concerten organiseerde, waar Hullebroeck optrad ten bate van zijn gevluchte landgenoten. In 1915 en 1916 maakte hij een tournee door Neder lands Indië en in de jaren '20 volgde een bezoek aan Zuid-Afrika, waar zijn repertoire sterke weerklank vond. Er is toch reeds een opmerkelijke affiniteit tussen West-Vlaanderen en Zuid-Afri- ka, twee loten van de stam, die elkaar zeer na staan. Hullebroeck maakte muziek voor o.a. het Afrikaanse Wie geliedje en thans nog, bij zijn tachtig ste verjaardag, blijkt men hem niet vergeten. Rondom een figuur als Emiel Hullebroeck verenigt zicb Groot-Neder land op zijn best, herinnert men zich de regels van die andere bard uit de zelfde heroïsche tijd, René de Clercq: Hollandsch, Vlaams, Zuid-Afrikaans, Slechts de naam is anders. Boven 't vlak des oceaans, Boven ruimte, boven tijd, Staan wij, in der geesten strijd, In weelde in nood, Trots krijg en dood, Drieënig groot, Groot-Nederlanders. Een derde grote tournee was het optreden voor Vlamingen en Nederlan ders in de Verenigde Staten, o.a. in Detroit, Chicago, Holland, Michigan, Grand Rapids. En ook in Europa wer den tal van steden bezocht en overal voor eer Nederlands, maar ook met veel succes voor een vreemdtalig pu bliek opyetrtden. De door Hullebroeck getoonzette liederen zijn nooit anders dan in het Nederlands verschenen. Er tbahngtmakreednPV»0lledige Franse ver" taling, maai ae auteur hppft Hp nit- gave tegengehouden. Want hii wist wat er dan gebeuren ging: verfranste Bel- gen zouden - h ken als een Frans-Belgisch en niet lan ger zuiver Vlaams, een Nederlands be zit. Emiel Hullebroeck heeft in 1935 voor het laatst in het openbaar gezongen. Hij had toen de top van zijn kunnen bereikt en besloot om terug te treden voor onherroepelijk de neergang vol gen zou. Na jarenlang les te hebben gegeven aan de Normaalschool te Gent was hij benoemd tot Rijksinspecteur bij het Muziekonderwijs, de bekroning van zijn carrière. Maar componeren bleef hij en het geeft hem een grote voldoe ning, dat he. de jeugd vooral is, die bij hem kom er voor haar groeperin gen een lied vraagt. Wrfh van de vele liederen, die hij in zijn levenstijd ge schreven heeft, hem het dierbaarst is? Die vraag, zegt hij, is zo eenvoudig niet te beantwoorden, dat ligt in het vlak van de gemoedst istand. In het ernsti ge genre: „Het Hemelhuis het leuti ge: „Tineke van Heule", het innige: „Marleentje", het strijdbare: „De Blauwvoet". Nog een levenswerk, waar Hullebroeck -net voldoening op terug ziet, is de in 1922 gestichte Auteurs recht-Vereniging, welke hij heeft opge bouwd tot een machtig lichaam en waar hij thans ere-voorzitter van is. Zo vulde zich, al pratende, het ver trek mei de herinnering aan een uitzonderlijk vruchtbaar leven. Hier in de Woudlaan, de Avenue de la Fóret te Elsene, het meest Fransta lige deel van Brussel, woont Hulle broeck sinds 1925, in welk jaar hjj het huls, ,,De Schalmei" genaamd, heeft laten bouwen, een Vlaamse enclave, een strijdpost in deze omgeving, maar strijd is iets, dat hem nooit heeft afgeschrikt. De sfeer in huis In die van een vorige genera tie, nog versterkt door het opzette lijk, achter jaloezieën getemperd licht. In deze sfeer is een groot deel van zijn werk ontstaan, aan de vleu gel en aan het schrijfbureau. Op de kast van het instrument staan por tretten met opdracht en signatuur: Willem Mengelberg, Richard Strauss, Wilhelm Kienzl, de Bretonse zanger Botrel. De wanden van het vertrek zijn bedekt met schilderijen, etsen en tal van reissouvenirs. Maar het is vooral het gedempte licht, dat de stemming bepaalt, een sfeer, als het ware verzadigd van melodieën in elke toonaard. Een reusachtige mand vol bloeiende azalea's stond er als een .komfoor te gloeien: bloemen van Marleentje voor haar Emiel. En de tachtigjare, officiersrozet van Oran je Nassau in het knoopsgat, bracht ons erheen opdat ook wij ons moch ten warmen aan die zachte gloed: Op spectaculaire wijze hebben de Franse drukkers een speurtocht onder nomen naar een onbekende buitenland se tourist, die in Parijs een serie frap pante schetsen verloren heeft. Er is reden voor het vermoeden, dat de rei zende tekenaar een Nederlander was. Om hem op te sporen zijn enkele van zijn knappe reisschetsen gepubliceerd in „Caractère Noel", een bijzonder ver zorgde uitgave die enigszins te verge lijken is met de Nederlandse uitgave „Autolijn", waarin de Nederlandse druk kers op Kerstmis hun grafische kunst demonstreren. „Caractère" vertelt bij de gerepro duceerde schetsen: In augustus 1956 stond de boekhan delaar Marcel Rahir voor zijn zaak, q uai Montebello 117, een sigaret te roken, uitkijkend naar iemand onder de zomerse stroo.n toeristen, die be langstelling kon hebben voor zijn zeld zame uitgaven. Opeens viel er uit een open wagen, die voorbijschoot, een schetsboek, en dit kwam neer voor de voeten van de boekenman. Toen hij het had opgeraapt was de auto al door de stoplichten heen Geen handtekening, geen enkele aanduiding waaruit viel op te maken wie dit twaalftal magistrale tekeningen van monumenten, op het pa pier gezet door een hand die bedreven is i het hanteren van de Flo'master, toekwam, alleen maar de namen van een reeks plaatsen, van Nederland uit tot Fontainebleau en Rambouillet, via Brussel en Parijs - wat er op schijnt te wijzen dat de kunstenaar al reizend a 'chitectuur-schetsen maakte. Nu een eerste poging, ondernomen met behulp van „Point de Vue Images du Monde" geen succes heeft gehad, koestert „Caractère" de hoop, dat het met deze publicatie meer succes zal hebben. Bovendien heeft het nog een beroep gedaan op het Nederlandse DrukkersweekbladDe „portefeuille op zoek naar zijn auteur" berust bij Jacques Hallé, 40 rue du Colisée, Pa rijs, telefoon BAL 77-50. Hiernaast een der reproducties uit „Caractère Noel", de Martini-toren in Groningen. Om een verdere indruk te geven van „Caractère Noël" citeren we enkele passages uit de bespreking, die het „Drukkersweekblad" er aan wijdt. „Délices de l'imprimerie", de geneug ten van het drukken, is de titel er van. Onder deze titel biedt het in rijke over vloed de geneugten van het plaatjes kij ken. Als motto is gekozen: „in den be- ginne was het woord de tekst vormt dus uitgangspunt, is de aanleiding tot drukken, tot illustreren. En zo kan men, al bladerend in het ongeveer 400 pagina's dikke album, zien hoe de Fran sen kunnen drukken, hoe ze hun boe ken illustreren, „hoe de stand is van hun reproduktietechniek, wat de Fran se papierfabrikanten leveren".. „Men slaat het album dicht met de gedachte: er gebeurt toch wel wat in Frankrijk en wat er gebeurt is nog de moeite waard ook In het missionair vormingscentrum Dë Graal te Abbergen, wordt op 15 en 16 maart een studie-weekeind gehouden, tijdens hetwelk de heer F. A. Wagner, van het Tropeninstituut te Amsterdam, „Zo als mijn Marleentje, Marleentje, j zal spreken over „De levenshouding van Marleentje, zó is er maar ééntje!" 1de mens in de primitieve culturen". ZONDAG 23 februari: eerste zondag van de Vasten; eigen mis; credo; pref. v. d. Vasten; paars. MAANDAG: H. Matthias, apostel; eigen mis; 2 geb. van ferie; cre do; pref. v. d. Apostelen; rood. DINSDAG: Mis van ferie; paars. WOENSDAG: Mis van Cerie; paars. DONDERDAG: H. Gabriël van O. L. V. van Smarten; eigen mis; 2 geb. van ferie; wit. Ofwel: Mis van ferie; 2 geb. H. Gabriël; paars. VRIJDAG: Mis van fe rie; paars. ZATERDAG: H. Switbertus, bis schop-belijder; eigen mis; 2 geb. van ferie; wit. Ofwel: Mis van ferie; 2 geb. H. Swit bertus; paars. ZONDAG 2 maart: tweede zondag van de Vasten; eigen mis; 2 geb. voor de Paus (verjaardag van keuze); credo: pref. van de Vasten: paars. De vereniging voor pedagogiek houdt op 16 en 17 mei te Leiden een nationaal pedagogisch congres, Sprekers zjjn: prof. dr. J. M. Langeveld, eprof. dr. J. Waterink, prof. dr. Perquin S.J. en prof. dr. H. W. F. Stellwag. In 's Gravenhage is op 80-jarige leef tijd overleden de heer Johan Hendrik Sikkemeier, beeldend kunstenaar (schil der, tekenaar, glazenier en fotograaf) en schrijver op paedagogisch-kunsthi- storisch en parapsychologisch terrein. Onder meer heeft hij een paedagogisch- historisch werk geschreven over me vrouw Elize van Calcar-Schiotling, ge titeld: „Leven, arbeid en geestesrich ting", dat verscheen met een voorre de van prof. dr. G. Kalff te Leiden. Voorts heeft hij een aantal studies ge schreven, onder meer over „Authen- thieke Bach-portretten". Voor deze stu die heeft liij te Leipzig gegevens ver zameld. Hij schreef ook over Beetho ven, Mozart, Schumann en over het Rembrandthuis te Amsterdam. Arthur Grumiaux, aan het klavier met Clara Haskil vonden heeft. Gina Bachauer geeft het in voortreffelijke, klare pianistiek, schoon naar mijn smaak niet zo licht en geestrijk als deze muziek zou kun nen klinken. Zij is nog niet geheel los van het klavier, doch om geheel eerlijk te zijn moet men zichzelf natuurlijk distanciëren van het unieke voorbeeld, dat Casadesus geeft. Doet men dit, dan kan men slechts waardering voelen voor de aandachtige verklanking, die Gina Bachauer van het concert geeft. En voorts stellig ook voor de klank kwaliteiten van de opname en Sher mans orkest. Virtuositeit Een plaat voor de violistische lek kerbekken is Philips A 00420 L, die geheel gewijd is aan Saint-Saëns en Arthur Grumiaux. Over het Derde vioolconcert in bes op. 61 kan de cri- tische luisteraar niet onverdeeld gunstig oordelen, omdat Grumiaux het wat slapjes en zonder al te veel zorg voor de uitwerking van het detail speelt. Het is goede violistiek, maar Francescat- ti's vertolking, eveneens voor Philips gemaakt, steekt daar als een uitzon derlijke prestatie ver boven uit. Veel aantrekkelijker is de keerzijde van de plaat, waarvoor Grumiaux twee van de meest geliefde vioolstukken van de charmeur Saint-Saëns heeft gespeeld de Introduction et Rondo capriccioso en de Havanaise, muziek die helemaal niet van hoog gehalte is maar wel zeer ver leidelijke kwaliteiten bezit. Zij vraagt de allure van een groot virtuoos, als mede streek en toon en daarin hoort men Grumiaux op zijn allerbest. Jean Fournet en het Lamoureux-orkest be geleiden voortreffelijk. Haydn en Bach Twee platen van de Europese Fo- noclub verdienen een verschillende waardering. Voor Opera 3173 speelde een strijkkwartet, dat is samengesteld uit leden van de Berliner Philharm nie onder aanvoering van Siegfried Bor- ries, Joseph Haydns Kwartet in C op. 76 Nr. 3, het zogenaamde „Kaiserciuar- tett", aldus genaamd naar het midden deel, dat bestaat uit variaties op Haydns volksliedmelodie „Gott erhalte Franz den Kaiser". Het spel is muzi kaal en verraadt veel ensembletech- niek, maar de afwerking is niet bij zonder precies en dat zit vooral in Borr'es, die met een tamelijk onvaste toon speelt en dan ook nogal eens tegen de toon aanstrijkt. Dit is jammer, want de klankkwaliteit van de plaat is juist heel goed. Veel gelukkiger was Opera met num- me. 3164, waarvo het Münchener Kammerorchester onder leiding van Hans Stadlmaier een bijzonder sym pathieke vertolking heeft gegeven van Bachs Vijfde Brandenburgs concert. Het Münchener Kammerorchester moet nog een jong ensemble zijn, over wegend bestaande uit jonge musici. Dat is te horen aan het spel, dat wat het aan bezonkenheid in tempokeuze nog mocht missen, ruimschoots ver goed door frisheid en spontaneïteit hij respectabel ambachtelijk vermogen. Het is een aangename in ruime klank gehouden uitvoering. L. H. Het hoofdthema van mr. A. Root- haerts jongste roman, Vlimmens tweede jeugd, is de geldzucht, de dwingelandij en de onzedelijkheid van de clergé. Daar tegenover staat dan het wereldje van de veearts Vlimmen, een wereldje van brave lieden, die blaken van onschuld. Daar tussen door klinkt de stem van de schrijver, die nu al jaren lang zijn le zers bijzonder vlot toeschreeuwt dat hij het grootste gelijk van de vismarkt heeft in zijn rancuneuze aanvallen op de Katholieke Kerk. Het voortdurend opdringen van zijn slecht humeur be gint nu toch wel te vervelen. Waar Roothaert de veearts aan het werk zet, is hij boeiend, hoewel „Vlimmen" wat al te druk moet optre den met zijn beesten en boeren. Hij weet van geen ophouden. Wat dat be treft, is hij het evenbeeld van de schrij ver, met een kleine nuance nochtans: de een is kinderlijk, de ander kinder achtig. Dbg. Onder de titel „arti et pectini 1958" („voor de kunst en voor de schelp") zal een tentoonstelling van door het perso neel van de Koninklijke Shell-groep in Nederland vervaardigde kunstwerken worden gehouden in Pulchri Studio in Den Haag. De tentoonstelling werd vrijdagavond 21 februari geopend door mevrouw Ch. E. Schepers-Wigersma, de echtgenote van ir. L. Schepers, lid van het praesidium van de raad van beheer van de Bataafsche Petroleum Maat schappij. Uit de 265 inzendingen is door een adviescommissie, bestaande uit de he ren Edgar Fernhout, Jos de Gruyter en Wibbo Hartman een keuze gemaakt. Ruim 175 werkstukken zijn tot de ten toonstelling toegelaten. Er zijn prijzen toegekend voor olieverf, grafisch werk, aquarel en beeldhouwwerk. De tentoonstelling is in Den Haag van 21 februari3 maart 1958, daarna in Vlaardingen van 714 maart, in Am sterdam van 1926 maart en in En schede van 27 april 1958.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 11