Betekenis van symbolen
voor de godsdienst
De eeuw van Elizabeth en Shakespeare
©Klassieke muziek
op de plaat
Emiel Hulle
tachtig jaar
In Parijs verloren
Het boek van de wereld
spreekt ons van God
IN HAAGS GEMEENTEMUSEUM
Debat over
kerkgelegenheid
Pianoconcerten van Mozart
Grumiaux speelt Saint-Saëns
Tekeningen op zoek naar hun tekenaar
Vondst van boekhandelaar
Vlimmens
tweede jeugd
on a fjerdu un dessinateur.
qui retrouvera ('auteur?
Kunstenaars bij de
Shell
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1958
PAGINA 11
Sof ,yi-
Liturgische weekkalender
J. H. Sikkemeier
overleden
In ?.nze vorige beschouwing hebben
WlJ erop gewezen, dat God, alvo
rens zich zelf aan Abraham te open
k.aren het begin van de bijbelse
Se» d°°r de schepping en het
heeft t tot de mensen gesproken
zenfl de lange periode van tiendui-
heeff a iaren tussen Adam en Abraham
op mens God aanbeden, zij het ook
heidensZeer onvolkomen wijze. Voor de
dat hpfi mens was de wereld een boek,
het b-p Van God sprak. Samen met
enigp e'en lag hierin voor hem de
neif t Ongelijkheid God te leren ken-
q' n°e onvolledig dan ook.
rejjp.: godsdienstgeschiedenis, die alle
naim uUze. uitingen van de mensheid
tien t bestudeert, vertelt ons hoe
Zii d'e kennis van God gekomen is.
J wijst dan op de grote betekenis van
tot syrnbolen, die het middel zijn om
•pt een objectieve kennis te geraken,
bot symbool is een zinnebeeld. Achter
"et zichtbare feit, de zichtbare zaak of
"indeling, ligt een diepere zin verscho
on. Gaat het over een religieus sym
bool, dan is de zaak of behandeling het
teken van de betekende goddelijke wer
kelijkheid, die erachter schuilt. De ba-
van de symboolactiviteit, zowel van-
uit God naar de
f mens als van de
mens naar God, is
de geestelijk-stof
felijke eenheid
van onze natuur.
God brengt de
mens onder de
sluier van stoffe-
lijk-zintuiglijke
symbolen een
openbaring van de
zuiver geestelijke
wereld van het goddelijke; omdat
ae mens in zijn totaliteit tot God
moet ogaan, dus niet alleen als
louter geest, zal hij zich ook
van symbolen moeten bedienen om
zijn verhouding tot God uit te drukken.
In de heidense godsdiensten vinden
wij overal symbolen van de godheid.
En wel steeds dezelfde met dezelfde
hik ,f„nis' Pat ls b« enig nadenken eigen-
bin deSpiefisprekend- Alle mensen heb-
de natuur r?ee'Stesstructuur en deze I
hun verstand aar°m reageren zij .met
tot hotlnh ^aaruit de heidense volkeren
t°n bestaan van God hebben beslo-
Op de eerste plaats noemt hij de hemel,
het uitspansel. In zeer veel heidense gods
diensten wordt dit gezien als een open
baring van de hoogste God. De primitieve
mens ziet in het eindeloze uitspansel
de ontoegankelijke wereld van de Al
machtige. Het feit, dat dit uitspansel
nooit verandert in tegenstelling met de
aardse dingen, maakt het voor de mens
tot een symbool van de eeuwigheid. Ten
slotte is het uitspansel de geheimzinnige
bron van licht en regen, en zo wordt
het eveneens tot symbool van de macht
en de vruchtbaarheid van God.
(Vervolg van pag. 1)
^Grgadering van socialisten over dat
Komende beleid te spreken? 't Is niet
bepaald fraai, dat een minister aan
een vergadering van partijgenoten me
dedeelt, hetgeen aan de Kamerleden,
die op de eerste plaats geroepen zijn
Verantwoorde beslissingen te nemen,
Wordt onthouden. Enfin, we zjjn uit die
h?ek nu eenmaal heel wat vreemde
d'ngen gewend.
anneer we hierboven opmerkten
te vertrouwen, dat, ii tot een
ro zich niet zal beperken tot een
>onale kwestie, danbedoelen we
aar geen onderwaardering yoor de r
f'itiale problemen mee uit te drukken.
,ye concrete situatie in de drie noorae-
Jjhe provincies, in West-Brabant, in
^^I-Friesland enz. dwingt nu eenmaal
liik Üzondere aandacht. Is het lande-
in -J^rkloosheidscijfer ongeveer 3 pet,
schiiTnte en Z.O. Groningen over-
Eti 5, het momenteel reeds de 25 pet!
uitzicht het ergste is: er is daar geen
dustrie».?P verbetering, tenzij de in
keer Skieden in West-Nederland
aahtrekkei?ke arbeidskrachten gaan
als reserved eenvoudig gezien worden
arbeidskracktSebieden- waaruit men
dig is, maa n Put> wanneer dat no-
Worden afl>I die onmiddellijk ook weer
gestoten
Dat betekent in wezen dat
voor de
omdat pendelen
OhdpP""'"" omuai pi
Wanneer dat ka™er extra geld kost
Welke ^rnltig^afïf"on,waardige situatie
welvaartsbeeld d'lreuk doe* aan het
ven De mens w£ m.oeten nastre-
kracht raaf all noch diens arbeids.
den behandeld stuk k"°Pwaar wor-
W u aan deze, nu duidelijk geble-
W ken wantoestand een einde wor-
liik a den gemaakt, dan is noodzake-
d,„ dat wij tot een syetematische sprei-
Mnf Jder, industrie in ons land komen,
v ar„ zulk een toestand krijgen we
ftenw g niet cadeau. Een onder-
Beïu 5 gaat niet in een ontwikkelings-
dp ied zitten, alleen omdat er voldoen-
orndit met te dure mimte is; ook niet
maat er voldoende arbeidskrachten
Bm„en evenmin niet, omdat zijn vesti-
wordt gestimuleerd door een pre-
nieregeling.
bevni, aanPassingsmoeinjkheden van de
den uT® mdustrialiseren gebie-
W- behoeven geen hinderpaal voor
jestiging te zijn. Vooral het noorden,
«esland en Drenthe met name, heeft
aangetoond, dat dit proces veel vlotter
'erioopt dan aanvankelijk werd ver
dacht. De moeilijkheid is echter voor
namelijk gelegen in de algemene ge
schiktheid van het gebied tot vestiging
o.ae.z.g. infra-structuur) en de afzetmo
gelijkheid. Nu is het pijnlijk, dat voor
..frscheidene ontwikkelingsgebieden de
i 'annen bij provinciale en gemeentelü-
kl mensten reeds geruime tijd kant eh
erv» hggen, maar dat de uitvoering
O bewust door de regering is afge-
te ba' bestedingsbeperking en bewus-
arbeia?rdering van ontspanning op
"orz^markt zijn niet de aanwijsb,
L/ mi! °ns «en te hard-zakelijke of
kelïyhien zelfs wel een te onza-
van oom a bedenering. Ook wij zijn
serve nodti' bat een zekere arbeids-re-
ver op hetzpi/l- Maar ze gaat ons te
loosheid moment, dat die werk-
het woord ?Lls. hier de betekenis van
veel karakter iidsreserve) een structu-
met alleen L k"igt. Men vergeet dan
het algemene uf\ens> men vergeet ook
geet doodeenv^iyaartsbeeld- Men ver"
vuldigings factor g 00k de vermemng-
loosheid steeriV Waardoor de werk-
gaat grijpen r breder om zich heen
gdegenheiri Yordering van de werk
plans van iS derhalveeen nationaal
hulp ver)en;5e eerste orde. Financiële
■vorm van «SF aan de industrie in de
leringsaftr^b- nv°ering van de inves-
regelen ?.xP°rtbevorderende maat-
gen te worden n direct overwo-
k°men?eUintp^'® ,h(?Pen van harte dat de
hetenen van tS een debat zal ont'
naar een weKffi met als inzet:
rend volk. varend land en en welva-
de
are
n dezelfde geest maakt de zon in
druk op de heidense mens als de
kracht, die de duisternis verdrijft.
In overdrachtelijke zin geeft men daar
aan de symboolwaarde van God als
bron van kennis, maar omdat de zon
met haar warmte en licht het leven
schenkend beginsel is van de wereld,
ziet men in haar ook het symbool van
God als levensbron. De maan beschouwt
men eveneens als zinnebeeld van
vruchtbaarheidskrachten.
Bijzonder duidelijk is de symbolische
betekenis van het onweer. Bliksem en
donder yerwekken angst. Men houdt ze
voor uitingen van Gods toorn, van Zijn
geweldige, ontzagwekkende macht.
Zelfs nu nog kan men zulke reacties bij
de mensen van vandaag ontmoeten.
De H. Schrift gebruikt ook vaak de
woorden donder en bliksem om de
macht van God aan te duiden. Dat ligt
voor dg hand. De Bijbel bevat de eigen
lijke openbaring en vervolmaakt de
voorafgaande onvolledige openbaring in
de heidense religies. Wat daarin waar
en echt is, wordt eenvoudig overgeno
men. Ook Christus heeft de vroegere
Wet niet opgeheven, maar vervolmaakt.
Een ander symbool, waarvan men
kan zeggen, dat de Bijbel bij wijze van
spreken vol staat, is de rots. Een gods
diensthistoricus heeft daarvan gezegd:
Niets is directer en autonomer in de vol
heid van haar kracht, niets is er nobeler
en schrikwekkender dan de majesteite
lijke rots. Zij openbaart iets, dat de on
zekerheid van het menselijk bestaan te
boven gaat; zij toont iets van het ab
solute zijn. Haar weerstand, haar leven
loosheid, haar proporties zijn evenmin
als haar grillige contouren menselijk;
zij getuigen van een tegenwoordigheid
die verblindt, schrik aanjaagt, aantrekt
en dreigt.
En nu de H. Schrift. Zij noemt God
,,de rots, volmaakt in zijn werken: een
God van trouw en zonder bedrog"
(Deut. 32.4). Zo betekent de onwrikbare
rots de waarheid van God, waarop de
mens vol vertrouwen kan steunen. In
het Nieuwe Testament is Christus de
rots. (1. Kor. 10.4). De persoon van
Christus is de rots, 't onwrikbare funda
ment, waarop heel de kerk rust. Christus'
plaatsvervanger op aarde, St. Petrus, de
eerste Paus, en derhalve ook zijn opvol
gers, wordt door de Verlosser zelf de rots
genoemd, waarop zijn kerk gebouwd is.
Zo kan men doorgaan en nog andere
symbolen noemen als regen, wolken,
vuur, water, dauw enz. Dj algemeen-
menselijke opvatting ziet daarin een
zinnebeeld van een hogere macht, die er
kend, vereerd, gedankt, ontzien, gevreesd
moet worden.
Op deze wijze kan men terecht de
natuur het boek noemen, waarin God
tot de mens spreekt, omdat zijn schep
pende en behoudende macht daaruit
kenbaar wordt. Bij alle volkeren ter
wereld vindt men dan ook een duidelijk
geloof in een Opperwezen. Pas de
positieve zelfopenbaring van God heeft
het de mens mogelijk gemaakt Hem te
kennen zoals Hij verlangt gekend te
worden.
Edward Herbert, le Lord Herbert of Cherburry, romantisch leunend tegen een boomstronk, liggend in een italianiserend
landschap. „Magica Sympathia" staat er op zijn dekschild geschreven.
nder de titel „De eeuw van J
Elizabeth en Shakespeare" mÊmkm wm x
wordt een prachtige tentoon
stelling gehouden in het Haagse Ge
meentemuseum ter gelegenheid van
het -feit, dat het thans 400 jaar ge
leden is dat Elizabeth gekroond
werd.
Men heeft getracht heel het culturele
leven uit de Gouden Eeuw van Enge
land, tijdens de regering van de be
roemde en beruchte koningin Elizabeth,
op zo stijlvol mogelijke wijze uit te
beelden en de inrichting van de ten
toonstelling is dan ook een juweel te
noemen. Men heeft niet getracht stijl
kamers uit de zestiende eeuw na te
bouwen en de pauwachtige pronkzucht
der Tudor-kastelen en landhuizen heeft
men niet geïmiteerd. Maar de schoon
ste gebruiksvoorwerpen, gouden kelken
en bokalen, glaswerk, weefkunst, ta
pijten, miniaturen, kledingstukken, hieu-
belen en muziek-instrumenten heeft
men bijeengebracht in een zeer schone
rangschikking.
Vooral de portretten zijn uitermate
boeiend. Wat nen gelaten staren u aan,
vier eeuwen nadat die intrigerende
groep jonge edelen rond een charmante,
eer en gunst afdwingende „Queen Vir
gin" haar stoutmoedig spel gespeeld
heeft.
De titel der tentoonstelling vermeldt
ook de naam van Shakespeare. Of
schoon het uiteraard wat moeilijk was
om de relatie tussen het Engelse vor
stenhuis en de grote toneelschrijver weer
te geven, spreekt uit manuscripten en
portretten toch wel iets van de grote
toneel-cultuur, die opgebloeid is tijdens
het regiem van Elizabeth. Het regerend
vorstenhuis besefte, dat gezag gezien
moet worden en liefde veroverd wil
zijn. Dat komt in de vele drama's van
Shakespeare tot uiting. Elizabeth moet
de grote toneelschrijver persoonlijk ge
kend hebben.
Ieder die historische belangstelling
heeft en geïntrigeerd is door de boei
ende, kwaadaardige, intelligent-berëke-
nende vrouw, wier succesvolle rege
ringsperiode op de tentoonstelling in
tastbare beelden gestalte krijgt, kan tot
dertig maart in het Haags Gemeente
museum terecht.
Het beroemde Armada-portret van Koningin Elizabeth I.
Een uit een oogpunt van reproduk-
tie bijzonder belangrijke publica
tie heeft Philips gedaan met de
opname van Mozarts Concert voor
twee klavieren in Es K.V. 365, ge
speeld door Robert en Gaby Casade-
sus. Deze opname is gekoppeld aan
het pianoconcert in A K.V. 414, dat
d Robert alleen gespeeld wordt (A
01295 L). De begeleiding is in handen
van George Szell en h jt Columbia Sym
phony Orchestra.
Men ontkomt bij het luisteren naar de
ze vertolking van het echtpaar Casa
desus van Mozarts dubbelconcert na
tuurlijk niet aan de verleiding haar
te vergelijken met die, welke nog niet
zo heel lang geleden Clara Haskil en
Géza Anda er voor Columbia van ge
maakt hebben. Dit is een prachtige
vertolking van twee voorname pianis
ten, die zich bewonderenswaardig op
elkaar hebben ingesteld. Hoewel het
nauwelijks mogelijk leek, wordt zij toch
nog op het stuk van innerlijke homoge
niteit overtroffen door deze nieuwe
opname. Mogelijk zit de verklaring
daarvan in het feit, dat het hier man
en vrouw zijn, die spelen, beiden be
gaafd met die hoge spiritualiteit, die
tederheid van het verstand is en als
een echt kenmerk van Franse cultuur
beschouwd mag worden. Het is slechts
een enkele keer mogelijk uit de plaat
een verschil in speelwijze tussen de bei
de pianisten vast te stellen. Meestentijds
is het niet mogelijk op het gehoor uit
te maken, wiens partij het is, die op
een bepaald moment op de voor
grond treedt. De kwaliteit van Szells
begeleiding en die van de opname zelf
in aanmerking genomen, moet men
hier dus spreken van een vertolking
die de menselijke volmaaktheid be
reikt schijnt te hebben.
Nog interessanter wordt de plaat,
wanneer men aan de keerzijde Robert
Casadesus het concert K.V. 414 hoort
spelen, een stuk van geheel andere
aard en stijl dan het dubbelconcert,
galant concerterend, het werk van de
virtuoos, die Mozart in die periode
van zijn leven was, op de volle hoog
te van zijn schitterende vermogens,
maar nog niet in de volle menselijke
diepte, die hij in de wat latere sym-
phonische concerten zou bereiken. Ca
sadesus speelt het werk ook naar die
aard, briljant en joyeus. Wanneer men
zijn vertolkingen van verschillende van
Mozarts pianoconcerten vergelijkt, dan
valt het trouwens op, dat hjj voor elk
concert een aanpak heeft, die overeen
stemt met de aard van het werk. Hij
heeft niet een gefixeerde manier, waar
op hjj Mozart speelt. Hij speelt ieder
werk van zijn eigen wezen uit.
Een andere Mozart-opname verscheen
op H.M.V. DLP 1158, t.w. van het pia
noconcert in G K.V. 453, gespeeld
door Gina Bachauer, die onlangs ook
in ons land veel succes behaalde, en
begeleid door haar echtgenoot Alec
Sherman met het London Orchestra.
Ook dit concert is nog geschreven in
de virtuoze galante stijl, waarin Mo
zart hier een volkomen evenwicht ge-
(Vervolg ven pagina 8)
tal van melodieën worden uit zangspe
len en operettes, die hij schreef, zo
als „Seppl", dat, na de première in
1926, o.a. in Amsterdam en Den Haag
een lange reeks van opvoeringen be
leefde, „Het Meisje van Zaventen", ge
ïnspireerd op het schilderij van de H.
Familie, van de hand van Van Dyck
in de kerk van Zaventen en „Knokkel
been". Deze operettes staan nog steeds
op het repertoire, de Gentse Opera
viert Hullebroecks jubileum met
„Seppl Antwerpen hoopt te volgen
met „Het Meisje van Zaventen", en
in de avond van 12 maart is er via
de Vlaamse zender een groot Hulle-
broeck-coneert, met o.a. „Knokkel
been op het program. En op de twee
de zondag van juli zal het grote Vlaam-
zangfeest in Antwerpen geheel aan
Hullebroeck zijn gewijd.
Maar de meeste bekendheid zou
Hullebroeck verwerven met zijn per
soonlijk optreden, als Vlaamse bard,
zwervend van stad naar stad, van
dorp naar dorp, tot ver over grenzen
en zeeën, overal voor zijn gehoor spe
lend en zingend. Zo leerde ook ons
land hem kennen, waar hij gedurende
vijf en dertig jaar regelmatig is op
getreden. Zijn banden met Neder
land werden bijzonder hecht in het
begin van de eerste wereldoorlog, toen
zijn impresario Max van Gelder een
reeks concerten organiseerde, waar
Hullebroeck optrad ten bate van zijn
gevluchte landgenoten. In 1915 en 1916
maakte hij een tournee door Neder
lands Indië en in de jaren '20 volgde
een bezoek aan Zuid-Afrika, waar zijn
repertoire sterke weerklank vond. Er
is toch reeds een opmerkelijke affiniteit
tussen West-Vlaanderen en Zuid-Afri-
ka, twee loten van de stam, die elkaar
zeer na staan. Hullebroeck maakte
muziek voor o.a. het Afrikaanse Wie
geliedje en thans nog, bij zijn tachtig
ste verjaardag, blijkt men hem niet
vergeten. Rondom een figuur als Emiel
Hullebroeck verenigt zicb Groot-Neder
land op zijn best, herinnert men zich
de regels van die andere bard uit de
zelfde heroïsche tijd, René de Clercq:
Hollandsch, Vlaams, Zuid-Afrikaans,
Slechts de naam is anders.
Boven 't vlak des oceaans,
Boven ruimte, boven tijd,
Staan wij, in der geesten strijd,
In weelde in nood,
Trots krijg en dood,
Drieënig groot,
Groot-Nederlanders.
Een derde grote tournee was het
optreden voor Vlamingen en Nederlan
ders in de Verenigde Staten, o.a. in
Detroit, Chicago, Holland, Michigan,
Grand Rapids. En ook in Europa wer
den tal van steden bezocht en overal
voor eer Nederlands, maar ook met
veel succes voor een vreemdtalig pu
bliek opyetrtden. De door Hullebroeck
getoonzette liederen zijn nooit anders
dan in het Nederlands verschenen. Er
tbahngtmakreednPV»0lledige Franse ver"
taling, maai ae auteur hppft Hp nit-
gave tegengehouden. Want hii wist wat
er dan gebeuren ging: verfranste Bel-
gen zouden - h
ken als een Frans-Belgisch en niet lan
ger zuiver Vlaams, een Nederlands be
zit.
Emiel Hullebroeck heeft in 1935 voor
het laatst in het openbaar gezongen.
Hij had toen de top van zijn kunnen
bereikt en besloot om terug te treden
voor onherroepelijk de neergang vol
gen zou. Na jarenlang les te hebben
gegeven aan de Normaalschool te Gent
was hij benoemd tot Rijksinspecteur bij
het Muziekonderwijs, de bekroning van
zijn carrière. Maar componeren bleef
hij en het geeft hem een grote voldoe
ning, dat he. de jeugd vooral is, die
bij hem kom er voor haar groeperin
gen een lied vraagt. Wrfh van de vele
liederen, die hij in zijn levenstijd ge
schreven heeft, hem het dierbaarst is?
Die vraag, zegt hij, is zo eenvoudig niet
te beantwoorden, dat ligt in het vlak
van de gemoedst istand. In het ernsti
ge genre: „Het Hemelhuis het leuti
ge: „Tineke van Heule", het innige:
„Marleentje", het strijdbare: „De
Blauwvoet". Nog een levenswerk, waar
Hullebroeck -net voldoening op terug
ziet, is de in 1922 gestichte Auteurs
recht-Vereniging, welke hij heeft opge
bouwd tot een machtig lichaam en
waar hij thans ere-voorzitter van is.
Zo vulde zich, al pratende, het ver
trek mei de herinnering aan een
uitzonderlijk vruchtbaar leven. Hier
in de Woudlaan, de Avenue de la
Fóret te Elsene, het meest Fransta
lige deel van Brussel, woont Hulle
broeck sinds 1925, in welk jaar hjj het
huls, ,,De Schalmei" genaamd, heeft
laten bouwen, een Vlaamse enclave,
een strijdpost in deze omgeving, maar
strijd is iets, dat hem nooit heeft
afgeschrikt. De sfeer in huis In
die van een vorige genera
tie, nog versterkt door het opzette
lijk, achter jaloezieën getemperd
licht. In deze sfeer is een groot deel
van zijn werk ontstaan, aan de vleu
gel en aan het schrijfbureau. Op de
kast van het instrument staan por
tretten met opdracht en signatuur:
Willem Mengelberg, Richard Strauss,
Wilhelm Kienzl, de Bretonse zanger
Botrel. De wanden van het vertrek
zijn bedekt met schilderijen, etsen en
tal van reissouvenirs. Maar het is
vooral het gedempte licht, dat de
stemming bepaalt, een sfeer, als het
ware verzadigd van melodieën in elke
toonaard. Een reusachtige mand vol
bloeiende azalea's stond er als een
.komfoor te gloeien: bloemen van
Marleentje voor haar Emiel. En de
tachtigjare, officiersrozet van Oran
je Nassau in het knoopsgat, bracht
ons erheen opdat ook wij ons moch
ten warmen aan die zachte gloed:
Op spectaculaire wijze hebben de
Franse drukkers een speurtocht onder
nomen naar een onbekende buitenland
se tourist, die in Parijs een serie frap
pante schetsen verloren heeft. Er is
reden voor het vermoeden, dat de rei
zende tekenaar een Nederlander was.
Om hem op te sporen zijn enkele van
zijn knappe reisschetsen gepubliceerd
in „Caractère Noel", een bijzonder ver
zorgde uitgave die enigszins te verge
lijken is met de Nederlandse uitgave
„Autolijn", waarin de Nederlandse druk
kers op Kerstmis hun grafische kunst
demonstreren.
„Caractère" vertelt bij de gerepro
duceerde schetsen:
In augustus 1956 stond de boekhan
delaar Marcel Rahir voor zijn zaak,
q uai Montebello 117, een sigaret te
roken, uitkijkend naar iemand onder
de zomerse stroo.n toeristen, die be
langstelling kon hebben voor zijn zeld
zame uitgaven. Opeens viel er uit een
open wagen, die voorbijschoot, een
schetsboek, en dit kwam neer voor de
voeten van de boekenman. Toen hij het
had opgeraapt was de auto al door de
stoplichten heen Geen handtekening,
geen enkele aanduiding waaruit viel op
te maken wie dit twaalftal magistrale
tekeningen van monumenten, op het pa
pier gezet door een hand die bedreven
is i het hanteren van de Flo'master,
toekwam, alleen maar de namen van
een reeks plaatsen, van Nederland uit
tot Fontainebleau en Rambouillet, via
Brussel en Parijs - wat er op schijnt
te wijzen dat de kunstenaar al reizend
a 'chitectuur-schetsen maakte.
Nu een eerste poging, ondernomen
met behulp van „Point de Vue Images
du Monde" geen succes heeft gehad,
koestert „Caractère" de hoop, dat het
met deze publicatie meer succes zal
hebben. Bovendien heeft het nog een
beroep gedaan op het Nederlandse
DrukkersweekbladDe „portefeuille
op zoek naar zijn auteur" berust bij
Jacques Hallé, 40 rue du Colisée, Pa
rijs, telefoon BAL 77-50.
Hiernaast een der reproducties uit
„Caractère Noel", de Martini-toren in
Groningen.
Om een verdere indruk te geven van
„Caractère Noël" citeren we enkele
passages uit de bespreking, die het
„Drukkersweekblad" er aan wijdt.
„Délices de l'imprimerie", de geneug
ten van het drukken, is de titel er van.
Onder deze titel biedt het in rijke over
vloed de geneugten van het plaatjes kij
ken. Als motto is gekozen: „in den be-
ginne was het woord de tekst vormt
dus uitgangspunt, is de aanleiding tot
drukken, tot illustreren. En zo kan
men, al bladerend in het ongeveer 400
pagina's dikke album, zien hoe de Fran
sen kunnen drukken, hoe ze hun boe
ken illustreren, „hoe de stand is van
hun reproduktietechniek, wat de Fran
se papierfabrikanten leveren".. „Men
slaat het album dicht met de gedachte:
er gebeurt toch wel wat in Frankrijk
en wat er gebeurt is nog de moeite
waard ook
In het missionair vormingscentrum
Dë Graal te Abbergen, wordt op 15 en
16 maart een studie-weekeind gehouden,
tijdens hetwelk de heer F. A. Wagner,
van het Tropeninstituut te Amsterdam,
„Zo als mijn Marleentje, Marleentje, j zal spreken over „De levenshouding van
Marleentje, zó is er maar ééntje!" 1de mens in de primitieve culturen".
ZONDAG 23 februari: eerste zondag van
de Vasten; eigen mis; credo; pref. v. d.
Vasten; paars. MAANDAG: H. Matthias,
apostel; eigen mis; 2 geb. van ferie; cre
do; pref. v. d. Apostelen; rood. DINSDAG:
Mis van ferie; paars. WOENSDAG: Mis van
Cerie; paars. DONDERDAG: H. Gabriël van
O. L. V. van Smarten; eigen mis; 2 geb.
van ferie; wit. Ofwel: Mis van ferie; 2 geb.
H. Gabriël; paars. VRIJDAG: Mis van fe
rie; paars. ZATERDAG: H. Switbertus, bis
schop-belijder; eigen mis; 2 geb. van ferie;
wit. Ofwel: Mis van ferie; 2 geb. H. Swit
bertus; paars. ZONDAG 2 maart: tweede
zondag van de Vasten; eigen mis; 2 geb.
voor de Paus (verjaardag van keuze);
credo: pref. van de Vasten: paars.
De vereniging voor pedagogiek
houdt op 16 en 17 mei te Leiden een
nationaal pedagogisch congres, Sprekers
zjjn: prof. dr. J. M. Langeveld, eprof.
dr. J. Waterink, prof. dr. Perquin S.J.
en prof. dr. H. W. F. Stellwag.
In 's Gravenhage is op 80-jarige leef
tijd overleden de heer Johan Hendrik
Sikkemeier, beeldend kunstenaar (schil
der, tekenaar, glazenier en fotograaf)
en schrijver op paedagogisch-kunsthi-
storisch en parapsychologisch terrein.
Onder meer heeft hij een paedagogisch-
historisch werk geschreven over me
vrouw Elize van Calcar-Schiotling, ge
titeld: „Leven, arbeid en geestesrich
ting", dat verscheen met een voorre
de van prof. dr. G. Kalff te Leiden.
Voorts heeft hij een aantal studies ge
schreven, onder meer over „Authen-
thieke Bach-portretten". Voor deze stu
die heeft liij te Leipzig gegevens ver
zameld. Hij schreef ook over Beetho
ven, Mozart, Schumann en over het
Rembrandthuis te Amsterdam.
Arthur Grumiaux, aan het klavier met
Clara Haskil
vonden heeft. Gina Bachauer geeft
het in voortreffelijke, klare pianistiek,
schoon naar mijn smaak niet zo licht
en geestrijk als deze muziek zou kun
nen klinken. Zij is nog niet geheel los
van het klavier, doch om geheel eerlijk
te zijn moet men zichzelf natuurlijk
distanciëren van het unieke voorbeeld,
dat Casadesus geeft. Doet men dit, dan
kan men slechts waardering voelen
voor de aandachtige verklanking, die
Gina Bachauer van het concert geeft.
En voorts stellig ook voor de klank
kwaliteiten van de opname en Sher
mans orkest.
Virtuositeit
Een plaat voor de violistische lek
kerbekken is Philips A 00420 L, die
geheel gewijd is aan Saint-Saëns en
Arthur Grumiaux. Over het Derde
vioolconcert in bes op. 61 kan de cri-
tische luisteraar niet onverdeeld gunstig
oordelen, omdat Grumiaux het wat
slapjes en zonder al te veel zorg voor
de uitwerking van het detail speelt. Het
is goede violistiek, maar Francescat-
ti's vertolking, eveneens voor Philips
gemaakt, steekt daar als een uitzon
derlijke prestatie ver boven uit. Veel
aantrekkelijker is de keerzijde van de
plaat, waarvoor Grumiaux twee van de
meest geliefde vioolstukken van de
charmeur Saint-Saëns heeft gespeeld
de Introduction et Rondo capriccioso en
de Havanaise, muziek die helemaal niet
van hoog gehalte is maar wel zeer ver
leidelijke kwaliteiten bezit. Zij vraagt
de allure van een groot virtuoos, als
mede streek en toon en daarin hoort
men Grumiaux op zijn allerbest. Jean
Fournet en het Lamoureux-orkest be
geleiden voortreffelijk.
Haydn en Bach
Twee platen van de Europese Fo-
noclub verdienen een verschillende
waardering. Voor Opera 3173 speelde
een strijkkwartet, dat is samengesteld
uit leden van de Berliner Philharm nie
onder aanvoering van Siegfried Bor-
ries, Joseph Haydns Kwartet in C op.
76 Nr. 3, het zogenaamde „Kaiserciuar-
tett", aldus genaamd naar het midden
deel, dat bestaat uit variaties op
Haydns volksliedmelodie „Gott erhalte
Franz den Kaiser". Het spel is muzi
kaal en verraadt veel ensembletech-
niek, maar de afwerking is niet bij
zonder precies en dat zit vooral in
Borr'es, die met een tamelijk onvaste
toon speelt en dan ook nogal eens
tegen de toon aanstrijkt. Dit is jammer,
want de klankkwaliteit van de plaat is
juist heel goed.
Veel gelukkiger was Opera met num-
me. 3164, waarvo het Münchener
Kammerorchester onder leiding van
Hans Stadlmaier een bijzonder sym
pathieke vertolking heeft gegeven van
Bachs Vijfde Brandenburgs concert.
Het Münchener Kammerorchester
moet nog een jong ensemble zijn, over
wegend bestaande uit jonge musici.
Dat is te horen aan het spel, dat wat
het aan bezonkenheid in tempokeuze
nog mocht missen, ruimschoots ver
goed door frisheid en spontaneïteit
hij respectabel ambachtelijk vermogen.
Het is een aangename in ruime klank
gehouden uitvoering.
L. H.
Het hoofdthema van mr. A. Root-
haerts jongste roman, Vlimmens tweede
jeugd, is de geldzucht, de dwingelandij
en de onzedelijkheid van de clergé. Daar
tegenover staat dan het wereldje van
de veearts Vlimmen, een wereldje van
brave lieden, die blaken van onschuld.
Daar tussen door klinkt de stem van de
schrijver, die nu al jaren lang zijn le
zers bijzonder vlot toeschreeuwt dat
hij het grootste gelijk van de vismarkt
heeft in zijn rancuneuze aanvallen
op de Katholieke Kerk. Het voortdurend
opdringen van zijn slecht humeur be
gint nu toch wel te vervelen.
Waar Roothaert de veearts aan
het werk zet, is hij boeiend, hoewel
„Vlimmen" wat al te druk moet optre
den met zijn beesten en boeren. Hij
weet van geen ophouden. Wat dat be
treft, is hij het evenbeeld van de schrij
ver, met een kleine nuance nochtans:
de een is kinderlijk, de ander kinder
achtig.
Dbg.
Onder de titel „arti et pectini 1958"
(„voor de kunst en voor de schelp") zal
een tentoonstelling van door het perso
neel van de Koninklijke Shell-groep in
Nederland vervaardigde kunstwerken
worden gehouden in Pulchri Studio in
Den Haag. De tentoonstelling werd
vrijdagavond 21 februari geopend door
mevrouw Ch. E. Schepers-Wigersma, de
echtgenote van ir. L. Schepers, lid van
het praesidium van de raad van beheer
van de Bataafsche Petroleum Maat
schappij.
Uit de 265 inzendingen is door een
adviescommissie, bestaande uit de he
ren Edgar Fernhout, Jos de Gruyter en
Wibbo Hartman een keuze gemaakt.
Ruim 175 werkstukken zijn tot de ten
toonstelling toegelaten. Er zijn prijzen
toegekend voor olieverf, grafisch werk,
aquarel en beeldhouwwerk.
De tentoonstelling is in Den Haag
van 21 februari3 maart 1958, daarna
in Vlaardingen van 714 maart, in Am
sterdam van 1926 maart en in En
schede van 27 april 1958.