K.VP. gaf de onderwijs
ministers onvoldoende
politieke leeftocht
Wetenschap staat voor de
beslissende keus
Prof. ir. Granpré Molière
te Delft gehuldigd
De rechter
en zijn beul
Vier bases voor raketten in
Groot-Brittannië
„Tahama" te water gelaten
lil
Ontgoocheling over opvattingen van
minister Cals
lllllii
Geestelijke grondslagen belangrijker
dan de technische vooruitgang
Stalinisten mogen
naar Hongarije
terugkeren
Overwinningsrede
van Nasser
Pionierswerk voor stedebouwkunde
Frondizi wint
verkiezingen in
Argentinië
Advies van generaals: geen raketbases
in West-Duitsla
Kernwapenproef
in Rusland
Uitspraken van het r.-k. Centraal-Bureau
Zoon van Degrelle
verongelukt
MINISTER CALS OP K.V.P.-BIJEENKOMST
Luchtvaartdienst tussen
Malakka en Djakarta
BOLS 1OI - BALLET
OP TOURNEE
BRITS-AMERIKAANSE OVEREENKOMST
MAANDAG 24 FEBRUARI 1958
PAGINA 4
Algemene wet op het
voortgezet onderwijs
De werkwijze van
minister Cals
door
FR1EDR. DÜRRENMATT
Het r.-k. Centraal bureau voor onder
wijs en opvoeding heeft in het jongste
nummer van zijn maandblad ,,Het
Schoolbestuur" enige opmerkelijke uit
spraken gedaan naar aanleiding van
hetgeen zich heeft afgespeeld en nog
afspeelt bjj de voorbereiding van de al
gemene wet op het voortgezet onder
wijs, de z.g. raam- of mammoet-wet.
Gezegd wordt, dat de situatie, waarin
men thans verkeert, zowel onderwijs
kundig als politiek merkwaardig is. On
derwijskundig, omdat minister Cals
voornemens koestert, waarvoor twee
derde van de Kamer geen enkel
enthousiasme vertoont, met het risico,
dat straks ofwel het moeitevolle werk
van vijf jaren geheel vruchteloos wordt,
ofwel het Nederlandse onderwijs een in
richting zal krijgen, waartegen de
meerderheid van de Kamer zich alleen
maar niet heeft verzet, omdat zij
geen gefundeerde mening had. Politiek
merkwaardig omdat het zwakke optre
den met name van de rechtse fracties
de onbillijke suggestie zou kunnen wek
ken, dat de minister een socialistische
koers vaart.
Aan de beschouwing in „Het School
bestuur" is het volgende ontléend: De
onderwij sparagraaf in de programs
der rechtse partijen doet sedert lang
onvoldoende recht aan de betekenis van
deze materie en aan de verantwoorde
lijkheid, die bedoelde partijen voor een
zo groot en zoveel principiële aspecten
vertonend belang dragen. Dit is te op
vallender, waar toch deze politieke
groeperingen alle uit de schoolkwestie
ontstaan zijn. Of misschien is juist op
vallend, dat de wordingsgeschiedenis
der confessionele partijen nog altijd stijl
en inhoud van hun onderwijsparagraaf
bepaalt: de kwesties worden gesteld in
het licht van de verhouding tussen over
heid en bijzonder onderwijs, zoals deze
verhouding in het verleden op het
scherpst verdedigd moest worden tegen
de liberalen. De rechtse programs zijn
geworden een eenzijdige rubriek van
eisen aan de Staat. Door die eenzijdig
heid ontkomen zij niet aan een innerlijke
tegenspraak: onthouden van ingrepen
in de gang van zaken van het bijzon
der onderwijs, maar tegelijkertijd toe
nemende aanspraken op overheidssubsi
die. Men laat onuitgesproken wat er
eerst in eigen huis moet gebeuren, het
geen toch wel een voorname plicht is
voor elke partij, die haar leden niet
wijs wil maken, dat de politiek het land
is van de beloften op rekening van de
Staat.
De enige programmatisch steun, die
prof. Rutten toen hij in 1948 minister
werd vanuit de eigen kring meekreeg,
luidde: „Het stelselmatig doorvoeren
van de gelijkstelling van bijzonder
met openbaar onderwijs en het uit
bouwen van het technisch en nijver
heidsonderwijs. alsmede van het land
en tuinbouwonderwijs". Minister Cals
werd in 1952 niet rijker van politieke
leeftocht voorzien, zodat deze minis
ters met eenzaamheid werden om
geven in een zo kritiek stadium als
waarin het onderwijs zich sedert de
bevrijding bevindt. Dat de Katholieke
Volkspartij bij sommige gelegenheden
toch met voldoening van het werk
dezer beide ministers kon gewagen,
was wel haar geluk, maar niet haar
verdienste, aldus „Het Schoolbe
stuur".
Het blad van het r.-k. Centraal Bu
reau merkt op, dat het verkiezingspro
gram van 1956 een omvangrijker en be
ter gestoffeerde onderwijsparagraaf be
vatte dan seder 1920 het geval was ge
weest, maar dat deze tektst weinig an
ders inhield dan een keur uit de ta
ken, die de ministers Rutten en Cals
zich in de loop der jaren hadden ge
steld. Elke tot het wezen der dingen
taande motivering bleef achterwege,
ien program moet niet slechts ver
wachtingen wekken, doch vooral de be
zonnen overtuiging bevatten van een ge
hele bevolkingsgroep over het onder
wijs.
Tot zover het politieke aspect. Na
enige kanttekeningen geamakt te heb
ben bij essentiële punten in de voorge
schiedenis van de thans op stapel staan
de raamwet, wijst „Het Schoolbestuur"
er op, dat minister Cals in de bijna drie
jaren die verstreken zijn sinds de be
handeling van de Tweede Onderwijsno
ta nimmer moeite heeft gedaan de gro
te voordelen van een algemene wet op
het voortgezet onderwijs eens duidelijk
uiteen te zetten. Dit heeft zowel de ver
klaarde voorstanders als de besliste te
genstanders van het project geïrri
teerd. De voorstanders vreesden, blij
kens het voorlopig verslag over de be-
groting-1958, dat de minister onvoldoen
de ernst maakte met het ontwerp en zj)
verweten hem gemis aan daadvaardig
heid Tezelfdertijd koesterden de tegen
standers de verdenking, dat de be
windsman enkel om redenen van pres
tige aan de ene wet bleef vasthouden,
hoewel hij de onuitvoerbaarheid ervan
reeds lang zou hebben ingezien.
Aangetekend wordt, dat het r.-k.
Centraal bureau niet bij voorbaat be
zwaar maakt tegen een algemene wet.
Het bepalen van de legislatief-techni-
sche vorm, waarin enigerlei te regelen
materie zal worden gegoten, is een
"kwestie van bestuur, die allereerst tot
de competentie van de minister be
hoort. De rekenschap, die de bewinds
man terzake aan de Kamer verschul
digd is, betreft de vraag of de gekozen
vorm aan de aard der materie recht
doet en in het gebruik doelmatig is. Nu
de minister oordeelde en de Kamer
hem daarin gevolgd is, dat de delen
van het voortgezet onderwijs van natu
re samenhangen, hield het voornemen
om één wet te ontwerpen een logische
conclusie in. De juistheid daarvan kon
niet worden betwist met de voorspel
ling, dat het werkstuk te moeilijk zou
blijken.
Voorts geldt, dat sedert 1913 acht
voorgangers van de huidige minister
er niet in geslaagd zijn een regeling
van het v.h.m.o. tot stand te bren
gen, hoewel over de urgentie daarvan,
ook minstens sedert 1913, niemand
twijfelt. Waar alle denkbare oplossin
gen door middel van afzonderlijke
wetten mislukt zijn, moet de redelijk
heid van een andersoortige poging er
kend worden. Ten derde telt, dat de
doelmatigheid op het stuk van de fi
nanciering de proef rechtvaardigt om
voor de toekomstige regelingen één
wet te ontwerpen.
Het r.-k. Centraal Bureau maakt in
middels wel bezwaar tegen de werkwij-
ze, die minister Cals bij de voorberei
ding van de raamwet heeft gevolgd.
Men realisere zich, dat het niet gaat
om de vervanging zonder meer van
een aantal reeds bestaande wetten door
één enkele. Het gaat om een nieuwe In
richting van het voortgezet onderwijs,
welke gelegenheid wordt benut om alle
regelingen, die daarvoor nodig zijn, in
één wet samen te vatten. Nu heeft de
bewindsman gesproken over de nood
zaak van „een steeds intensievere acti
viteit van onderwijs- en schoolorganisa
ties, van ouders en onderwijsdeskundi
gen, die tot een structuur zullen moe
ten komen, waarbij zij in staat zijn het
gehele hun toevertrouwde terrein van
iet onderwijs deskundig te overzien en
te representeren". Hoewel' het r.-k.
Centraal bureau er bedenkingen tegen
had, dat de indruk werd gewekt als zou
de bedoelde structuur tot nu toe ont
broken hebben (het was onbillijk, dat
voorbijgegaan werd aan het feit, dat er
reeds tal van instellingen en organisa
ties op dit gebied bestaan), wilde het
zijn vertrouwen in de principiële bedoe
lingen van de bewindsman laten pre
valeren. Was het nu echter een licht
vaardige veronderstelling zo ver
volgt „Het Schoolbestuur" 'dat de mi
nister bij het ontwerpen van een geheel
nieuwe inrichting voor het voortgezet
onderwijs zijn bedoelingen onder be
wijs zou stellen en althans aangaande
positie en taak van de beoogde maat
schappelijke organen overleg zou ple
gen met instanties als de Nederlandse
r.-k. Schoolraad, het r.-k. Centraal bu
reau enz.? Dit overleg is evenwel uit
gebleven en toen men hierover zijn te-
eurstelling aan mr. Cals kenbaar
maakte, kreeg men ten antwoord, dat
de maatschappelijke organen, zoals be
doeld in de Tweede Onderwijsnota, nog
niet bestaan. In het jongste begro
tingsdebat zei de minister, toen het
r.-k. Centraal bureau ter sprake kwam,
dat hij dit bureau bezwaarlijk officieel
zou kunnen inschakelen, zolang er nog
geen wettelijke regeling is. „Wij moeten
ernaar blijven streven, dat in het vrije
maatschappelijke leven die organen
groeien en zoveel mogelijk met elkaat
samenwerken.
Mede daarom vind ik het zeer
jammer, dat het initiatief van de Na
tionale Raad voor het Onderwijs, in wel
ke vorm dan ook, niet tot wasdom is ge
komen", aldus de bewindsman.
„Het Schoolbestuur" noemt de opvat
tingen van mr. Cals ontgoochelend. De
bewindsman blijkt zich op het stand
punt te stellen, dat niet de onderschei
den levenskringen zelf bepalen, welke
haar representatieve organen zijn, doch
de wet. Wanneer de aldus gecreëerde
instituten over de vormgeving van het
onderwijs moeten beslissen, is de kort
sluiting volkomen: jde wet maakt de
organen en die wettelijke organen weer
de wet. Maar wat houdt dan 's minis
ters streven in, dat in het „vrije
maatschappelijke leven" de organen
moeten groeien? Is het hem niet be
kend, dat het vrijelijk gegroeide orga
nen waren, die het initiatief van de
Nationale Raad voor het onderwijs heb
ben afgewezen? Het lijkt zaak straks
bij de beoordeling van het wetsontwerp
scherp toe te zien op de rechtszekerhe-
den, die het zal bevatten, zo besluit het
maandblad van het r.-k. Centraal bu
reau voor onderwijs en opvoeding zijn
uitvoerig artikel.
Mario Leon Degrelle, de I8-jarige
zoon van de voormalige leider van de
Belgischf fascistische beweging de
Rexistische partij is zaterdagavond te
Sevilla met zijn motorfiets tegen een
taxi gereden en om het leven gekomen,
aldus meldt Reuter. Hij is gisteren in
Sevilla begraven.
(Van onze verslaggever)
„Wij staan thans op een keerpunt in
de geschiedenis. Sedert de vorige eeuw
was het de wetenschap om directe re
sultaten, om daden te doen, thans
dringt steeds meer tot haar door dat
de geestelijke grondslagen veel belang
rijker zijn dan do technische vooruit
gang, dat de wetenschap op een veel
zijdige mensvorming moét zijn inge
steld". Dit zei de minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, mr.
J. M. L. Cals, zondagmiddag ir. het
Van Nispenhuis te Amsterdam op een
kaderbijeenkomst van de Amsterdam
se K.V.P.
De minister, die sprak over „Het Ne
derlandse onderwijs in het licht van
de eisen, die de technische vooruitgang
ons stelt", wees op de geleidelijke ver
schuiving in de structuur van de
samenleving en daardoor in het be
roepsleven en in de opleiding. Limburg
b.v. is in vijftig jaar van een agrarisch
tot een industrieel gewest geworden.
Voor ons land met zijn grote bevol-
Het centrale comité van de Hongaar
se communistische partij heeft besloten,
dat verbannen aanhangers van de voor
malige Stalinistische partijleider Rako-
si binnenkort naar Hongarije mogen te
rugkeren en dat zij weer minder be
langrijke functiea zullen mogen bekle
den, aldus bericht Reuter.
Rakosi, die in juni 1956 werd afge
zet mag echter niet terugkeren. Zijn
voornaamste aanhanger, Ernö Gerö,
die bij het begin van de opstand in on
genade viel, zou nog wat met terug
keren moeten wachten. De besluiten van
het centrale comité zijn op partijver
gaderingen in het land besproken. Zij
schijnen daar verzet ontmoet te heb
ben, aldus genoemde kringen. Sommi
gen zouden vrezen, dat de terugkeer
der „Stalinisten" onrust in het land zal
verwekken.
De Hongaarse communistische leider
Istvan Szirmai, lid van het centrale
partijcomité, heeft in het Hongaarse par
tijblad Nepszabadsag verklaard, dat de
actieve anti-communistische krachten in
Hongarije zeker honderdduizend man
sterk zijn. Zij staan altijd gereed voor
een gewapende aanval en wij mogen
hun macht en invloed, die veel groter
is dan hun aantal, niet onderschatten,
zo meende hij.
President Nasser heeft zaterdag in
een overwinningsrede, nadat hij als
staatshoofd var. de Egyptisch-Syrische
federatie was gekozen, de gelofte afge
legd, dat de gefuseerde Egyptisch-Sy
rische legers alle Arabieren zullen steu
nen tegen de gemeenschappelijke vij
and die te Port-Saïd teruggeslagen is,
aldus meldt U.P.
Kennelijk doelde Nasser op Engeland
Frankrijk en Israël. Nasser was ge
kleed in een gewoon blauw kostuum.
In zijn speech ontkende hij dat de le
gers van de nieuwe staat ooit gebruikt
zouden worden tegen de Soedan of enig
ander Arabisch volk. Integendeel, ze
zullen alle Arabieren een grote steun
zijn tegen de gemeenschappelijke vij
and, aldus Nasser.
Nassers eerste decreet als president
van de federatie was de Egyptische mi
nister van defensie luitenant-generaal
Abdel Hakim Amer te bevorderen tot
veldmaarschalk en hem te benoemen tot
opperbevelhebber van de verenigde le
gers
De tewaterlating van de Tahama, de
20.000 ton motortanker die op de werf
van De Haan en Oerlemans in Heus-
den in aanbouw is voor de N. V. Tan
kerhandelmaatschappij te Rotterdam,
heeft zaterdag de glorie van de Ne
derlandse scheepsbouw opnieuw beves
tigd. Het 170 m. lange schip gleed om
even na kwart over negen majestueus
van de helling, in zijn bewegingen
ademloos gadegeslagen door een groot
aantal belangstellenden. Nauwelijks lag
de tanker geheel in het water van de
Bergse Maas of de in de bodem ver
ankerde kettingen trokken het schip
scherp naar rechts', zodat de overkant
op slechts enkele meters na werd ge
mist Behalve de remschotten aan de
beide flanken hadden reeds zware ket
tingen de vaart van het schip ver
traagd. Om de stroomsnelheid van de
rivier te beperken, waardoor het schip
ongc, -ijfeld zou zijn gaan wringen,
waren tevoren de stuwsluizen bij Lith
de Maas geplaatst, die maximaal
twee uur dicht konden blijven. Uitert
aard war- de vreugde in Heusden groot
na de geslaagde tewaterlating. De neer
C. Verolme en zijn bekwame medewer
kers hadden tal van felicitaties te in
casseren.
Een grote menigte juicht in Cairo Nasser toe na zijn verkiezing tot eerste pre
sident van de verenigde Arabische republiek.
Uit de voorlopige uitslagen van de
gisteren in Argentinië gehouden ver
kiezingen blijkt, dat de radicale lei
der Arturo Frondizi zeker is
van het presidentschap. De 49-jarige
Frondizi geniet zowel de steun
van communisten als van Perónisten.
Zijn voornaamste tegenstander is de
54-jarige Ricardo Balbin, kandidaat
van de radicale volkspartij, die volgens
Reuter door velen is beschouwd als het
enig mogelijke bolwerk tegen het com
munisme, en de terugkeer van het
Péronisme.
Balbin heeft vanmorgen tegenover
een correspondent van het Uruguayse
blad „La Idea" zijn nederlaag erkend.
Hij onthield zich evenwel van commen
taar.
Frondizi heeft gezegd, dat zijn eerste
daad als president het afkondigen van
een algemene amnestie zal zijn. Toen
hem op een persconferentie de vraag ge
steld werd of hij Perón zou toestaan
naar Argentinië terug te keren, ant
woordde Frondizi, dat dit van het con
gres afhangt.
Perón heeft in Ciudad Trujillo ver
klaard, dat de verkiezingen niet werke
lijk democratisch zijn. De Perónistische
beweging had besloten te stemmen
tegen de kandidaat die de exponent was
van een politiek, die geen rekening
hield met de soevereiniteit van het volk
en de behoeften van de Argentijn.
Bij de verkiezingen voor de Nationale
Vergadering, die 28 juli 1957 zijn ge
houden, behaalde de partij van Bal
bin 2,1 miljoen stemmen. Frondizi's
partij bracht het tot 1,8 miljoen
Naar schatting twee miljoen Perónis
ten onthielden zich toen van stemming.
Deze keer echter had oud-president
Perón het consigne uitgegeven, dat zijn
aanhangers op Frondizi moesten stem
men. Deze instructie schijnt tamelijk
stipt te zijn opgevolgd. Vanmorgen
vroeg kon Frondizi al rekenen op de
steun van 300 leden van het college
I van 466 kiesmannen, tegen Balbin op die
van 101 leden.
De „Malayan Airways" zullen 3
njaart een nieuwe vliegdienst instellen
tussen Singapore en Djakarta, aldus
meldt Reuter. De vluchten zullen twee
maal per week naar en van Djakarta
worden uitgevoerd. In 1948 onderhield
de „Malayan Airways" eveneens een
dienst op Djakarta, doch deze werd
wegens net onvoldoende vervoersaan
bod gestaakt.
Prof. ir. M. J. Granpré Molière is
zaterdagmiddag in een buitengewone
vergadering, die de Nederlandse bond
van stedebouwkundigen in de aula van
de Technische Hogeschool te Delft
belegd had, geïnstalleerd als erelid van
de bond en bij die gelegenheid harte
lijk gehuldigd. Bewogen sprak de ge
huldigde daar o.m. deze woorden:
Te gaarne heb ik verwijld in het
verleden dat mij dierbaar was. Te
traag ontwaakt tot deze nieuwe tijd,
mag ik mij troosten met de gedach
te een venster geopend te hebben, dat
uitziet op dat beloofde land, hetwelk
ik niet meer zal binnengaan, doch
waaraan gij mijne vrienden de over
vloedige genietingen, de melk en de
honing nog deelachtig zult worden.
Daaraan had hij o.m. vooraf laten
gaan:
De moderne techniek heeft de glans
en de demonische verleiding meer te
schijnen dan te zijn en al is zij op weg
naar volwassenheid, zij is in figuur
lijke zin gesproken de leeftijd van de
schoolgaande jeugd nog maar ternau
wernood te boven. Ver achter haar
aan, nauwelijks in staat de eerste
schreden te zetten, komt de vormge
vende kracht. Vooral de architectuur
en de stedebouw kunnen in dit opzicht
niet radicaal overstappen, te zeer ge
bonden als zij zijn aan het verleden.
Torenhuis, bungalow en autostrada
vormen tezamen nog geen menswaardi
ge levensruimte. Door vele oorzaken is
de tijd daarvoor nog niet rijp, de belof
ten zijn. er echter reeds en dit stemt
tot hoge verwachtingen. Zij zijn als de
eerste schreden op een lange weg,
welke voert naar het beloofde land.
De huldigingsbijeenkomst, welke
werd bijgewoond door een aantal pro
minente gasten w.o. Z. Exc. ir. H. P. J.
Witte en secr. gen. Ir. H. M. Buskens
van het ministerie voor Volkshuisves
ting en bouwnijverheid; ir. A. G. Maris,
secr. gen. van het min. van Waterstaat;
staatsraad prof. van Poelje, voorzitter
van de Stedebouwkundige Raad; en af
vaardigingen van de Ned. Bond van
Architecten, de afd. Bouwkunde der T.
H. en het bestuur van het bouwkundig
studiegezelschap Stylos, was georgani
seerd door de Bond van Nederlandse
Stede bouwkundigen.
De waarn. voorzitter ir. J. A. Ver
hoef maakte bij zijn inleidend woord
bekend, dat het bestuur van de bond
tijdens de jongste algemene leden
vergadering te Amsterdam met
algemene instemming het besluit
heeft genomen om prof. dr. M. J.
Granpré Molière wegens zijn uit
zonderlijke verdiensten tot het eerste
erelid te benoemen van de Bond van
Nederlandse Stedebouwkundigen.
Aangezien de echte penning nog niet
gereed is, bood hij hem een kleiaf-
druk aan van het ontwerp van Ge
rard van der Linden.
Ir. J. A. Kuyper gaf daarop aan op
welke motieven dit erelidmaatschap
werd verleend. Spr. roemde het baan
brekend werk, dat prof. Granpé-Mo-
lière In samenwerking met architect
Verhagen verricht heeft met het stich
ten van het tuindorp Vreewijk te Rot
terdam, een woonwijk zonder monumen
tale effecten, menselijk en dienstbaar
aan de 23000 bewoners Een vormgeving
voortgekomen pit een creatieve geest
en een veelzijdig begaafd architect met
een eigen ritme en een eigen schaal:
een critisch vakman, die in dit en ande
re grote plannen als dat voor Berg en
Dae' in Den Haag hel bosplan Aerden-
hout de door hem ontworpen Wieringer-
meerdorpen en talloze andere ontwer
pen zichzelf evolueerde en veroleuwfle
tot aan de eve' dichterlijke als mdrin-
26
In de tuin stond een Amerikaanse auto, Tschanz
keek er niet naar. Hij ging naar de voordeur. Ook
deze was open. Hij betrad het portaal, opende een
tweede deur en kwam in de hal, die de hele bene
denverdieping besloeg. Tschanz bleef staan. Door
een venster tegenover hem viel een fel licht, vóór
hem op geen vijf passen afstand stond Gastmann
en naast hem de twee reusachtige bedienden, on
beweeglijk en dreigend als twee slagers. Alle drie
hadden ze hun jas aan. Koffers stonden opgestapeld,
ze waren reisvaardig.
Tschanz bleef staan.
„Dus u bent het," zei Gastmann en een beetje
verwonderd keek hij naar het bleke, rustige gezicht
van de inspecteur in de open deur.
Toen begon hij te lachen: „Dat bedoelde die oude
vent dus. Niet gek, beslist niet zo gek."
Gastmanns ogen stonden wijd open en een duivel
se vrolijkheid lichtte er uit op.
Rustig, zonder een woord te spreken met een bij
na onmerkbare beweging nam een van de twee
slagers een revolver uit zijn zak en schoot. Tschanz
voelde een slag tegen zijn linkerschouder, trok zijn
rechterhand uit zijn zak en wierp zich op zijn zij.
Toen schoot hij driemaal in de richting van de
plaats, waar het lachen vandaan kwam, dat galm
de door de lege oneindige ruimte.
Door Tschanz telefonisch verwittigd haastten Char-
nel uit Lamboing en Clenin uit Twann zich naar
Gastmanns villa, terwijl uit Biel een overvalwagen
aanrukte. Men vond Tschanz bloedend bij de drie
lijken. Hij was nog door een tweede schot in zijn on
derarm getroffen. Het gevecht moest kort zijn ge
weest, maar ieder van de drie doden had nog de
kans gehad om te schieten. Bij ieder vond men een
revolver. Een van de bedienden hield de zijne kramp
achtig vast. Wat erverder gebeurde na aankomst
van Charnel wist Tschanz niet meer. Toen de dok
ter van Neuveville hem verbond viel hij tweemaal
in onmacht. De wonden bleken echter niet gevaar
lijk te zijn. Later kwamen de dorpsbewoners, boeren
en vrouwen. De hof was overvol en de politie sloot
alles af. Een meisje slaagde er nochtans in tot de
hal door te dringen. Luid schreiend wierp zij zich
op Gastmann. Het was de kelnerin, de verloofde van
Charnel. Deze stond er rood van woede bi). Tschanz
werd midden tussen de terugwijkende boeren door
naar een auto gedragen.
„Daar liggen ze alle drie", zei Lutz de volgende
morgen en wees op de doden, maar zijn stem had
niets triomferends. Ze klonk treurig en vermoeid.
Von Schwendi knikte. De overste was met Lutz,
omdat het zijn cliënt betrof, naar Biel gereden. Zij
waren de kamer binnengetreden, waar de lijken la
gen. Door een klein getralied raam viel een flauw
licht. Beiden rilden in hun dikke jassen. Lutz haci
rode ogen. De hele nacht was hij bezig geweest met
Gastmanns dagboeken en met moeilijk leesbare do
cumenten.
Lutz stak zijn handen dieper in zijn zakken.
„Wij mensen richten uit angst voor elkaar staten
op, Von Schwendi", ving hij met zachte stem aan,
„wij omgeven ons met bewakers van allerlei soort,
politie, soldaten, openbare mening en wat hebben
we eraan?" Lutz vertrok zijn gezicht, zijn ogen puil
den en hij lachte met een hoge, mekkerende lach.
„Eén leeghoofd aan de top van een grootmacht, na-
tionaalraad en we verdwijnen, één Gastmann en
reeds zijn de muren doorbroken en wachtposten om
singeld".
Von Schwendi zag in, dat het beter was de rechter
van instructie uit zijn filosofische beschouwingen op
vaste bodem te brengen, maar hij wist niet goed hoe.
»»Onze kringen worden door alle mogelijke mensen
°P 4? ?.c"?ndelijkste wijze misbruikt'zei hij. „Het
is pijnlijk, uitermate pijnlijk".
„Niemand had er enig vermoeden van", stelde
Lutz hem gerust.
„En Schmied?" vroeg de nationaalraad, blij dat
hil dat thema aan kon snijden.
„We hebben bij Gastmann een dossier gevonden,
dat van Schmied was. Het bevatte aantekeningen
over Gastmanns leven en vermoedens over zijn mis
daden. Schmied probeerde Gastmann te betrappen.
Hij deed dit particulier. Een fout, waarvoor hij heeft
moet boeten, want het is bewezen, dat Gastmann
ook Schmied Het vermoorden. Schmied is vermoord
met het wapen, dat een der bedienden in de hand
had, toen Tschanz hem neerschoot. Het onderzoek
van de revolver heeft het direct bevestigd. Ook het
motief van de moord is duidelijk. Gastmann vreesde
door Schmied ontmaskerd te worden. Schmied had de
zaak aan ons moeten meedelen, maar hij was jong
en eerzuchtig".
Baerlach Betrad de kamer. Toen Lutz hem zaa
werd hi) melancholisch en stak zijn handen weer in
zijn zakken. „Wel, commissaris", zei hij, terwijl hij
van het ene been op het andere ging staan, „het is
goed dat we elkaar hier treffen. U bent op het juiste
ogenblik van uw verlof teruggekomen en ik kwam
ook niet te laat met onze nationaalraad. De doden
staan opgediend. We hebben samen veel gevochten,
commissaris. Ik was er altijd voor een uitgekookte
politie van alle middelen te voorzien, liefst zelfs van
atoombommen. U was voor meer menselijke metho
den, zoals de jagers uit de tijd van onze overgroot
vaders. Laten we de strijdbijl begraven, we hebben
het allebei misgehad. Tschanz heeft ons weerlegd
op een volkomen onwetenschappelijke manier, alleen
met zijn revolver. Ik wil niet weten hoe. Het was
noodweer, we moeten hem geloven en we mogen
hem ook geloven. De buit was de moeite waard.
(Wordt vervolgd).
gend geformuleerde uitspraken, welke
hem tot in zijn kortelings verschenen
„Eeuwige architectuur" nog altijd doen
kennen als de immer speurende wach
ter op uitkijk naar nieuwe mogelijk
heden.
Bij het aanvaarden van het ambt van
hoogleraar bracht hij het zware offer
van zijn eigen creatieve werk, maar
door zijn leraarschap heeft hij het land
grote diensten bewezen, door het pad te
effenen voor verantwoorde en met zorg
geplande stedenbouw.
Na woorden van warme dank aan het
bestuur voor de fijnzinnige wijze waarop
men hem eer heeft willen brengen, me
moreerde prof. Granpré Molière de
grote verdiensten van zijn onvergete
lijke vriend Verhagen voor de binding
van natuur en architectuur. Daarop gaf
hij uit behoefte tot oprechtheid zoals
hij verklaarde zijn visie op de huidige
stand van zaken bij de architectuur en
de- stedebouwkunde. De titel van zijn
voordracht luidde: „Eerste schrede op
een lange weg." Hij zeide o.m.: Een
nieuwe tijd is in wording. Men zie
slechts aan de randen van de steden,
waar naast de vervallen hoeve, de half-
gedempte sloot en wat armelijke behui
zingen, de glanzende, moderne flats
oprijzen in fel contrast met het oude
vertrouwde landschap en waar wij langs
het nieuwste wegennet ordeloos en ban
deloos de grotere tijd binnenstromen.
Het vroegere is ons te eng geworden
en als symbool van het gigantische
huis van de toekomst, trekken wij het
hoge massahuis op, waar de kudden van
alle zijden binnendringen Ontwikkeling
is echter geen massaficatie en de bun
galow biedt het individu tenminste kans
om zichzelf te blijven
Als hoge torens en wallen rijzen mach
tige bouwconstructies op in het land
schap en rond de oude woonkernen,
maar aan de moderne stad als symbo-
lum van allen omvattende gemeen
schap zijn wij nog op geen stukken na
aan toe.
De moderne jeugd is hard, maar heeft
een sterke zin voor realiteit. Zij zal
straks samen weten te werken en 't is
onze zware en verantwoordelijke taak
hun architectonische ruimte voor te
bereiden en te vormen.
Radio Moskou neeft zaterdag mede
gedeeld dat het Bolsjoi-ballet in m®
een Westeuropese tournee zal ondern
men. De tournee begint in Pa*d za]
het gezelschap ongeveer een wa"
blijven. Drie weken in Brussel voigen,
waarna eei aantal andere st in
West-Europa oezocht
11, 12 en 13 augustus zullen drie TOr-
stellingen gegeven worden op de wereld
tentoonstelling in Brussel.
kingsdichtheid en gebrek aan grond
stoffen is industrialisatie een levens
noodzaak, hetgeen goedgeschoolde en
getrainde arbeidskrachten nodig
maakt. Ondanks enige tegenslagen
heeft de industrialisatie bijgedragen tot
de groeiende welvaart var ons land.
De huidige technische ontwikkeling
steunt op de wetenschap, die echter
van haar geestelijke grondslagen is los
gewoeld, waardoor een geestelijke ont
reddering is ontstaan. Er is gebrek
aan samenhang de specialisatie dreigt
de eenheid van de wetenschap teloor
te doen gaan. De wetenschap staat
thans voor de beslissende keus: herstel
van de samenhang, zoeken naar de eer
ste oorzaak van alle dingen, de waar
hei te vinden, niet die in onze dienst
staet, maar die wij moeten ("enen.
Daarop moet ook het toekomstig on
derwijsbeleid gericht zijn. zo zei de
minister, die daarbij twee aspecten van
dit beleid nadei verduidelijkte: opvoe-
ri.'T van de kwaliteit en van de capaci
teit.' Door de industrialisatie zullen veel
meer intellectuelen nodig zijn. In 1947
waren er op elke duizend personen in
de landbouw 10 hoofdarbeiders, in de
industrie 100, in de handels- en ver-
keerssector 300 en in de vrije beroepen
en het onderwijs 600. Die aantallen
zullen in de naaste toekomst zeker stij
gen. Daarbij zal ieder naar zijn capa
citeiten een kans moeten krijgen. Dat
gebeurt al,- maar nog te weinig. Ver
houdingsgewijs komen nog te weinig
intellectuelen uit de arbeiderskringen.
Wel is het aantal rijksbeurzen sedert
1952 vertienvoudigd en wordt daaraan
20 miljoen gulden per jaar besteed,
maar we zullen nog verder moeten
gaan.
Noodzakelijk is ook een goedé sprei
ding van het onderwijs, waarbij we
echter bepaald' geestelijke verworven
heden niet mogen prijsgeven voor eco
nomische voordelen. Planning in deze is
zeer belangrijk er de minister hoopte
dat de katholieke organisaties hier het
spoedig met elkaar eens zullen worden.
Het is thans zeer urgent.
Hoewel er nog honderden scholen no
dig zijn is toch in bepaalde takken
van het onderwijs hel verzadigingspunt
al zeer dicht genaderd. Daarom is het
noodzakelijk dat er een spreidingsplan
komt voor het gehele land. De finan
ciering is echter moeilijk. Het hoger
onderwijs bijv. zaj tot 1970 flls het
aantal studentei zal zijn verdubbeld
anderhalf miljard ian investering
vergen. En de onderwti>be£ro«ns
neemt eik jaar toe: van 450 miljoen
in 1952 tot 800 miljoen in l?5®
miljoen voor dit jaar. Vo f?|nderhalf
zal de begroting wellicht al and
miljard bedragen. En dan nopon we
nog alleen maar dat de achterstand
niet groter wordt
De minister wees verder op de grote
toeneming van het aantal leerlingen.
Voor de oorlog volgde 42 pet van het
aantal leerlingei van het lager onder
wijs het voortgezet dagonderwijs, thans
84 pet. De bevolkingsgroei spreekt
hierbij helemaal nie. mee, het is zui
ver het resultaa' van de drang om
mear onderwijs te willen volgen. Voor
het lager onderwijs is dit jaar de be
volkingsaanwas overwonnen. En het
is uniek voor Europa en zelfs voor
Amerika dat die aanwas kon worden
opgevangen zonder dat er één onbe
voegde voor de klas behoefde te worden
gezet.
De aanwas opvanger bij het voortge
zet en middelbaar onderwijs zal echter
wel niet zonder noodmaatregelen kun
nen gebeuren, i'och zijn er thans re
latief aanzienlijk meer leraren dan
VÓTenslotte°rzefte de minister uiteen hoe
men thans ook ^^rCdeV^^
wiis wil opvoeren waarDij ae beroeps-
keuze van zee: groot belang is. En
hij besloot zijn dikwijls met humor
dnnrsoekt betoog met er op te wijzen
dat het onderwijs een zaak is van heel
ons volk. Tot de velen, die vragen
stelden en opmerkingen maakten, be
hoorde ook prof. dr. A. M J F. Michels
hie o.m. zei, dat door de onderbezet
ting ,van de wetenschappelijke sta
ven ae universiteiter als opvoedings
instituten in het gedrang komen, waar
door ook dt algemene opleiding tot
oe wetenschap niet tot zijn recht kan
«omen. De geestelijke grondslag van
de wetenschap wordt vooral door de fy
sicus en chemicus beseft, want hij
leest dagelijks ;n het boek der Na
tuur door God zelf geschreven. Voor
de Bijbel heeft God nog een mensen-
hanc gebruikt, het boek der Natuur
'ohrppf hij zelf
De Brits-Amerikaanse overeenkomst
voor het vestigen van lanceerinrichtin-
gen voor raketten in Engeland zal van
daag gelijktijdig in Washington en Lon
den worden bekendgemaakt, aldus heeft
A.F.P. in Washington vernomen. Over
de overeenkomst is geruime tijd onder
handeld. Het verdrag zal als voorbeeld
kunnen dienen voor soortgelijke over
eenkomsten tussen de Verenigde Staten
en andere NATO-landen. Met Frankrijk
zijn reeds voorlopige onderhandelingen
begonnen over het afsluiten van zulk n
overeenkomst. In het Brits-Amerikaan-
se verdrag wordt volgens United Press
bepaald, dat Engeland en Amerika bei
de het recht van veto kunnen uitoefenen
over het afschieten van raketten. De
atoomladingen voor de raketten, die een
reikwijdte van 2.400 kilometer hebben,
blijven onder Amerikaans beheer, zulks
in overeenstemming met de Ameri
kaanse wetgeving op dit gebied. Er be
staan plannen voor de bouw van vier
bases, drie in Engeland en een in Schot
land.
Men rekent erop tegen het eind van
dit jaar een squadron Thors in gereed
heid te hebben. Volgend jaar komen er
dan nog een Thor- en twee Jupitersqua-
drons bij. Elk squadron zou vijftien
lanceerinrichtitigen tellen. Totdat de op
leiding van de Britse ploegen voltooid
is, zorgt Amerika voor het bemannen
van de bases. De Amerikaanse onder
minister van buitenlandse zaken, Chris
tian Herter, en de Britse ambassadeur,
Sir Harold Caccia, hebben zaterdag de
overeenkomst te Washington onderte
kend. In Washington wordt verwacht,
dat vandaag nie! het gehele verdrag
zal worden gepubliceerd. Een aantal
afspraken zou oiu veiligheidsredenen
geheim worden gehouden.
U.P. heeft te Bonn vernomen, dat hoge
militaire functionarissen de opperbevel
hebber van de NATO, generaal Norstad,
geadviseerd hebben geen raketbase#
te vestigen n West-Duitsland. Generaal
Norstac' heeft een aantal onder hem res
sorterende hoge officieren afzonderlijk
verzocht een studie te maken van de
vraag of West-Duitsland in aanmerking
dient te komen voor raketbases. De ge
neraals in kwestie maken deel uit van
de staf van het hoofdkwartier van de
NATO. Zij zouden vrijwel eensluidend
to* de conclusie zijn gekomen, dat de
bondsrepubliek geen raketbases dient te
krijgen.
De Amerikaanse commissie voor
atoomenergie heeft volgens Reuter be
kendgemaakt, dat de Sovjet-Unie gis
teren een proef met een waterstofwa
pen heeft genomen. Volgens een com
muniqué van de Amerikaanse commis
sie was de omvang van de proefexplo
sie van de znegato.i klasse. Een mega
ton is in dit geval gelijk aan een mil
joen ton T.N.T. Deze eenheid wordt
over het algemeen gebruikt als er spra
ke is van een waterstofbom. Over de
plaats, waar de ontploffing is teweeg
gebracht, werd niets gezegd.
De vorige maal. dat de Amerikaanse
commissie voor kernenergie melding
heeft gemaakt van een Russische proef,
was op 28 december jl Toen was da
proef genomen op het gebruikelijke oe
fenterrein van de Russische atoomge
leerden in Siberië.