K.VP. gaf de onderwijs ministers onvoldoende politieke leeftocht Wetenschap staat voor de beslissende keus Prof. ir. Granpré Molière te Delft gehuldigd De rechter en zijn beul Vier bases voor raketten in Groot-Brittannië „Tahama" te water gelaten lil Ontgoocheling over opvattingen van minister Cals lllllii Geestelijke grondslagen belangrijker dan de technische vooruitgang Stalinisten mogen naar Hongarije terugkeren Overwinningsrede van Nasser Pionierswerk voor stedebouwkunde Frondizi wint verkiezingen in Argentinië Advies van generaals: geen raketbases in West-Duitsla Kernwapenproef in Rusland Uitspraken van het r.-k. Centraal-Bureau Zoon van Degrelle verongelukt MINISTER CALS OP K.V.P.-BIJEENKOMST Luchtvaartdienst tussen Malakka en Djakarta BOLS 1OI - BALLET OP TOURNEE BRITS-AMERIKAANSE OVEREENKOMST MAANDAG 24 FEBRUARI 1958 PAGINA 4 Algemene wet op het voortgezet onderwijs De werkwijze van minister Cals door FR1EDR. DÜRRENMATT Het r.-k. Centraal bureau voor onder wijs en opvoeding heeft in het jongste nummer van zijn maandblad ,,Het Schoolbestuur" enige opmerkelijke uit spraken gedaan naar aanleiding van hetgeen zich heeft afgespeeld en nog afspeelt bjj de voorbereiding van de al gemene wet op het voortgezet onder wijs, de z.g. raam- of mammoet-wet. Gezegd wordt, dat de situatie, waarin men thans verkeert, zowel onderwijs kundig als politiek merkwaardig is. On derwijskundig, omdat minister Cals voornemens koestert, waarvoor twee derde van de Kamer geen enkel enthousiasme vertoont, met het risico, dat straks ofwel het moeitevolle werk van vijf jaren geheel vruchteloos wordt, ofwel het Nederlandse onderwijs een in richting zal krijgen, waartegen de meerderheid van de Kamer zich alleen maar niet heeft verzet, omdat zij geen gefundeerde mening had. Politiek merkwaardig omdat het zwakke optre den met name van de rechtse fracties de onbillijke suggestie zou kunnen wek ken, dat de minister een socialistische koers vaart. Aan de beschouwing in „Het School bestuur" is het volgende ontléend: De onderwij sparagraaf in de programs der rechtse partijen doet sedert lang onvoldoende recht aan de betekenis van deze materie en aan de verantwoorde lijkheid, die bedoelde partijen voor een zo groot en zoveel principiële aspecten vertonend belang dragen. Dit is te op vallender, waar toch deze politieke groeperingen alle uit de schoolkwestie ontstaan zijn. Of misschien is juist op vallend, dat de wordingsgeschiedenis der confessionele partijen nog altijd stijl en inhoud van hun onderwijsparagraaf bepaalt: de kwesties worden gesteld in het licht van de verhouding tussen over heid en bijzonder onderwijs, zoals deze verhouding in het verleden op het scherpst verdedigd moest worden tegen de liberalen. De rechtse programs zijn geworden een eenzijdige rubriek van eisen aan de Staat. Door die eenzijdig heid ontkomen zij niet aan een innerlijke tegenspraak: onthouden van ingrepen in de gang van zaken van het bijzon der onderwijs, maar tegelijkertijd toe nemende aanspraken op overheidssubsi die. Men laat onuitgesproken wat er eerst in eigen huis moet gebeuren, het geen toch wel een voorname plicht is voor elke partij, die haar leden niet wijs wil maken, dat de politiek het land is van de beloften op rekening van de Staat. De enige programmatisch steun, die prof. Rutten toen hij in 1948 minister werd vanuit de eigen kring meekreeg, luidde: „Het stelselmatig doorvoeren van de gelijkstelling van bijzonder met openbaar onderwijs en het uit bouwen van het technisch en nijver heidsonderwijs. alsmede van het land en tuinbouwonderwijs". Minister Cals werd in 1952 niet rijker van politieke leeftocht voorzien, zodat deze minis ters met eenzaamheid werden om geven in een zo kritiek stadium als waarin het onderwijs zich sedert de bevrijding bevindt. Dat de Katholieke Volkspartij bij sommige gelegenheden toch met voldoening van het werk dezer beide ministers kon gewagen, was wel haar geluk, maar niet haar verdienste, aldus „Het Schoolbe stuur". Het blad van het r.-k. Centraal Bu reau merkt op, dat het verkiezingspro gram van 1956 een omvangrijker en be ter gestoffeerde onderwijsparagraaf be vatte dan seder 1920 het geval was ge weest, maar dat deze tektst weinig an ders inhield dan een keur uit de ta ken, die de ministers Rutten en Cals zich in de loop der jaren hadden ge steld. Elke tot het wezen der dingen taande motivering bleef achterwege, ien program moet niet slechts ver wachtingen wekken, doch vooral de be zonnen overtuiging bevatten van een ge hele bevolkingsgroep over het onder wijs. Tot zover het politieke aspect. Na enige kanttekeningen geamakt te heb ben bij essentiële punten in de voorge schiedenis van de thans op stapel staan de raamwet, wijst „Het Schoolbestuur" er op, dat minister Cals in de bijna drie jaren die verstreken zijn sinds de be handeling van de Tweede Onderwijsno ta nimmer moeite heeft gedaan de gro te voordelen van een algemene wet op het voortgezet onderwijs eens duidelijk uiteen te zetten. Dit heeft zowel de ver klaarde voorstanders als de besliste te genstanders van het project geïrri teerd. De voorstanders vreesden, blij kens het voorlopig verslag over de be- groting-1958, dat de minister onvoldoen de ernst maakte met het ontwerp en zj) verweten hem gemis aan daadvaardig heid Tezelfdertijd koesterden de tegen standers de verdenking, dat de be windsman enkel om redenen van pres tige aan de ene wet bleef vasthouden, hoewel hij de onuitvoerbaarheid ervan reeds lang zou hebben ingezien. Aangetekend wordt, dat het r.-k. Centraal bureau niet bij voorbaat be zwaar maakt tegen een algemene wet. Het bepalen van de legislatief-techni- sche vorm, waarin enigerlei te regelen materie zal worden gegoten, is een "kwestie van bestuur, die allereerst tot de competentie van de minister be hoort. De rekenschap, die de bewinds man terzake aan de Kamer verschul digd is, betreft de vraag of de gekozen vorm aan de aard der materie recht doet en in het gebruik doelmatig is. Nu de minister oordeelde en de Kamer hem daarin gevolgd is, dat de delen van het voortgezet onderwijs van natu re samenhangen, hield het voornemen om één wet te ontwerpen een logische conclusie in. De juistheid daarvan kon niet worden betwist met de voorspel ling, dat het werkstuk te moeilijk zou blijken. Voorts geldt, dat sedert 1913 acht voorgangers van de huidige minister er niet in geslaagd zijn een regeling van het v.h.m.o. tot stand te bren gen, hoewel over de urgentie daarvan, ook minstens sedert 1913, niemand twijfelt. Waar alle denkbare oplossin gen door middel van afzonderlijke wetten mislukt zijn, moet de redelijk heid van een andersoortige poging er kend worden. Ten derde telt, dat de doelmatigheid op het stuk van de fi nanciering de proef rechtvaardigt om voor de toekomstige regelingen één wet te ontwerpen. Het r.-k. Centraal Bureau maakt in middels wel bezwaar tegen de werkwij- ze, die minister Cals bij de voorberei ding van de raamwet heeft gevolgd. Men realisere zich, dat het niet gaat om de vervanging zonder meer van een aantal reeds bestaande wetten door één enkele. Het gaat om een nieuwe In richting van het voortgezet onderwijs, welke gelegenheid wordt benut om alle regelingen, die daarvoor nodig zijn, in één wet samen te vatten. Nu heeft de bewindsman gesproken over de nood zaak van „een steeds intensievere acti viteit van onderwijs- en schoolorganisa ties, van ouders en onderwijsdeskundi gen, die tot een structuur zullen moe ten komen, waarbij zij in staat zijn het gehele hun toevertrouwde terrein van iet onderwijs deskundig te overzien en te representeren". Hoewel' het r.-k. Centraal bureau er bedenkingen tegen had, dat de indruk werd gewekt als zou de bedoelde structuur tot nu toe ont broken hebben (het was onbillijk, dat voorbijgegaan werd aan het feit, dat er reeds tal van instellingen en organisa ties op dit gebied bestaan), wilde het zijn vertrouwen in de principiële bedoe lingen van de bewindsman laten pre valeren. Was het nu echter een licht vaardige veronderstelling zo ver volgt „Het Schoolbestuur" 'dat de mi nister bij het ontwerpen van een geheel nieuwe inrichting voor het voortgezet onderwijs zijn bedoelingen onder be wijs zou stellen en althans aangaande positie en taak van de beoogde maat schappelijke organen overleg zou ple gen met instanties als de Nederlandse r.-k. Schoolraad, het r.-k. Centraal bu reau enz.? Dit overleg is evenwel uit gebleven en toen men hierover zijn te- eurstelling aan mr. Cals kenbaar maakte, kreeg men ten antwoord, dat de maatschappelijke organen, zoals be doeld in de Tweede Onderwijsnota, nog niet bestaan. In het jongste begro tingsdebat zei de minister, toen het r.-k. Centraal bureau ter sprake kwam, dat hij dit bureau bezwaarlijk officieel zou kunnen inschakelen, zolang er nog geen wettelijke regeling is. „Wij moeten ernaar blijven streven, dat in het vrije maatschappelijke leven die organen groeien en zoveel mogelijk met elkaat samenwerken. Mede daarom vind ik het zeer jammer, dat het initiatief van de Na tionale Raad voor het Onderwijs, in wel ke vorm dan ook, niet tot wasdom is ge komen", aldus de bewindsman. „Het Schoolbestuur" noemt de opvat tingen van mr. Cals ontgoochelend. De bewindsman blijkt zich op het stand punt te stellen, dat niet de onderschei den levenskringen zelf bepalen, welke haar representatieve organen zijn, doch de wet. Wanneer de aldus gecreëerde instituten over de vormgeving van het onderwijs moeten beslissen, is de kort sluiting volkomen: jde wet maakt de organen en die wettelijke organen weer de wet. Maar wat houdt dan 's minis ters streven in, dat in het „vrije maatschappelijke leven" de organen moeten groeien? Is het hem niet be kend, dat het vrijelijk gegroeide orga nen waren, die het initiatief van de Nationale Raad voor het onderwijs heb ben afgewezen? Het lijkt zaak straks bij de beoordeling van het wetsontwerp scherp toe te zien op de rechtszekerhe- den, die het zal bevatten, zo besluit het maandblad van het r.-k. Centraal bu reau voor onderwijs en opvoeding zijn uitvoerig artikel. Mario Leon Degrelle, de I8-jarige zoon van de voormalige leider van de Belgischf fascistische beweging de Rexistische partij is zaterdagavond te Sevilla met zijn motorfiets tegen een taxi gereden en om het leven gekomen, aldus meldt Reuter. Hij is gisteren in Sevilla begraven. (Van onze verslaggever) „Wij staan thans op een keerpunt in de geschiedenis. Sedert de vorige eeuw was het de wetenschap om directe re sultaten, om daden te doen, thans dringt steeds meer tot haar door dat de geestelijke grondslagen veel belang rijker zijn dan do technische vooruit gang, dat de wetenschap op een veel zijdige mensvorming moét zijn inge steld". Dit zei de minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen, mr. J. M. L. Cals, zondagmiddag ir. het Van Nispenhuis te Amsterdam op een kaderbijeenkomst van de Amsterdam se K.V.P. De minister, die sprak over „Het Ne derlandse onderwijs in het licht van de eisen, die de technische vooruitgang ons stelt", wees op de geleidelijke ver schuiving in de structuur van de samenleving en daardoor in het be roepsleven en in de opleiding. Limburg b.v. is in vijftig jaar van een agrarisch tot een industrieel gewest geworden. Voor ons land met zijn grote bevol- Het centrale comité van de Hongaar se communistische partij heeft besloten, dat verbannen aanhangers van de voor malige Stalinistische partijleider Rako- si binnenkort naar Hongarije mogen te rugkeren en dat zij weer minder be langrijke functiea zullen mogen bekle den, aldus bericht Reuter. Rakosi, die in juni 1956 werd afge zet mag echter niet terugkeren. Zijn voornaamste aanhanger, Ernö Gerö, die bij het begin van de opstand in on genade viel, zou nog wat met terug keren moeten wachten. De besluiten van het centrale comité zijn op partijver gaderingen in het land besproken. Zij schijnen daar verzet ontmoet te heb ben, aldus genoemde kringen. Sommi gen zouden vrezen, dat de terugkeer der „Stalinisten" onrust in het land zal verwekken. De Hongaarse communistische leider Istvan Szirmai, lid van het centrale partijcomité, heeft in het Hongaarse par tijblad Nepszabadsag verklaard, dat de actieve anti-communistische krachten in Hongarije zeker honderdduizend man sterk zijn. Zij staan altijd gereed voor een gewapende aanval en wij mogen hun macht en invloed, die veel groter is dan hun aantal, niet onderschatten, zo meende hij. President Nasser heeft zaterdag in een overwinningsrede, nadat hij als staatshoofd var. de Egyptisch-Syrische federatie was gekozen, de gelofte afge legd, dat de gefuseerde Egyptisch-Sy rische legers alle Arabieren zullen steu nen tegen de gemeenschappelijke vij and die te Port-Saïd teruggeslagen is, aldus meldt U.P. Kennelijk doelde Nasser op Engeland Frankrijk en Israël. Nasser was ge kleed in een gewoon blauw kostuum. In zijn speech ontkende hij dat de le gers van de nieuwe staat ooit gebruikt zouden worden tegen de Soedan of enig ander Arabisch volk. Integendeel, ze zullen alle Arabieren een grote steun zijn tegen de gemeenschappelijke vij and, aldus Nasser. Nassers eerste decreet als president van de federatie was de Egyptische mi nister van defensie luitenant-generaal Abdel Hakim Amer te bevorderen tot veldmaarschalk en hem te benoemen tot opperbevelhebber van de verenigde le gers De tewaterlating van de Tahama, de 20.000 ton motortanker die op de werf van De Haan en Oerlemans in Heus- den in aanbouw is voor de N. V. Tan kerhandelmaatschappij te Rotterdam, heeft zaterdag de glorie van de Ne derlandse scheepsbouw opnieuw beves tigd. Het 170 m. lange schip gleed om even na kwart over negen majestueus van de helling, in zijn bewegingen ademloos gadegeslagen door een groot aantal belangstellenden. Nauwelijks lag de tanker geheel in het water van de Bergse Maas of de in de bodem ver ankerde kettingen trokken het schip scherp naar rechts', zodat de overkant op slechts enkele meters na werd ge mist Behalve de remschotten aan de beide flanken hadden reeds zware ket tingen de vaart van het schip ver traagd. Om de stroomsnelheid van de rivier te beperken, waardoor het schip ongc, -ijfeld zou zijn gaan wringen, waren tevoren de stuwsluizen bij Lith de Maas geplaatst, die maximaal twee uur dicht konden blijven. Uitert aard war- de vreugde in Heusden groot na de geslaagde tewaterlating. De neer C. Verolme en zijn bekwame medewer kers hadden tal van felicitaties te in casseren. Een grote menigte juicht in Cairo Nasser toe na zijn verkiezing tot eerste pre sident van de verenigde Arabische republiek. Uit de voorlopige uitslagen van de gisteren in Argentinië gehouden ver kiezingen blijkt, dat de radicale lei der Arturo Frondizi zeker is van het presidentschap. De 49-jarige Frondizi geniet zowel de steun van communisten als van Perónisten. Zijn voornaamste tegenstander is de 54-jarige Ricardo Balbin, kandidaat van de radicale volkspartij, die volgens Reuter door velen is beschouwd als het enig mogelijke bolwerk tegen het com munisme, en de terugkeer van het Péronisme. Balbin heeft vanmorgen tegenover een correspondent van het Uruguayse blad „La Idea" zijn nederlaag erkend. Hij onthield zich evenwel van commen taar. Frondizi heeft gezegd, dat zijn eerste daad als president het afkondigen van een algemene amnestie zal zijn. Toen hem op een persconferentie de vraag ge steld werd of hij Perón zou toestaan naar Argentinië terug te keren, ant woordde Frondizi, dat dit van het con gres afhangt. Perón heeft in Ciudad Trujillo ver klaard, dat de verkiezingen niet werke lijk democratisch zijn. De Perónistische beweging had besloten te stemmen tegen de kandidaat die de exponent was van een politiek, die geen rekening hield met de soevereiniteit van het volk en de behoeften van de Argentijn. Bij de verkiezingen voor de Nationale Vergadering, die 28 juli 1957 zijn ge houden, behaalde de partij van Bal bin 2,1 miljoen stemmen. Frondizi's partij bracht het tot 1,8 miljoen Naar schatting twee miljoen Perónis ten onthielden zich toen van stemming. Deze keer echter had oud-president Perón het consigne uitgegeven, dat zijn aanhangers op Frondizi moesten stem men. Deze instructie schijnt tamelijk stipt te zijn opgevolgd. Vanmorgen vroeg kon Frondizi al rekenen op de steun van 300 leden van het college I van 466 kiesmannen, tegen Balbin op die van 101 leden. De „Malayan Airways" zullen 3 njaart een nieuwe vliegdienst instellen tussen Singapore en Djakarta, aldus meldt Reuter. De vluchten zullen twee maal per week naar en van Djakarta worden uitgevoerd. In 1948 onderhield de „Malayan Airways" eveneens een dienst op Djakarta, doch deze werd wegens net onvoldoende vervoersaan bod gestaakt. Prof. ir. M. J. Granpré Molière is zaterdagmiddag in een buitengewone vergadering, die de Nederlandse bond van stedebouwkundigen in de aula van de Technische Hogeschool te Delft belegd had, geïnstalleerd als erelid van de bond en bij die gelegenheid harte lijk gehuldigd. Bewogen sprak de ge huldigde daar o.m. deze woorden: Te gaarne heb ik verwijld in het verleden dat mij dierbaar was. Te traag ontwaakt tot deze nieuwe tijd, mag ik mij troosten met de gedach te een venster geopend te hebben, dat uitziet op dat beloofde land, hetwelk ik niet meer zal binnengaan, doch waaraan gij mijne vrienden de over vloedige genietingen, de melk en de honing nog deelachtig zult worden. Daaraan had hij o.m. vooraf laten gaan: De moderne techniek heeft de glans en de demonische verleiding meer te schijnen dan te zijn en al is zij op weg naar volwassenheid, zij is in figuur lijke zin gesproken de leeftijd van de schoolgaande jeugd nog maar ternau wernood te boven. Ver achter haar aan, nauwelijks in staat de eerste schreden te zetten, komt de vormge vende kracht. Vooral de architectuur en de stedebouw kunnen in dit opzicht niet radicaal overstappen, te zeer ge bonden als zij zijn aan het verleden. Torenhuis, bungalow en autostrada vormen tezamen nog geen menswaardi ge levensruimte. Door vele oorzaken is de tijd daarvoor nog niet rijp, de belof ten zijn. er echter reeds en dit stemt tot hoge verwachtingen. Zij zijn als de eerste schreden op een lange weg, welke voert naar het beloofde land. De huldigingsbijeenkomst, welke werd bijgewoond door een aantal pro minente gasten w.o. Z. Exc. ir. H. P. J. Witte en secr. gen. Ir. H. M. Buskens van het ministerie voor Volkshuisves ting en bouwnijverheid; ir. A. G. Maris, secr. gen. van het min. van Waterstaat; staatsraad prof. van Poelje, voorzitter van de Stedebouwkundige Raad; en af vaardigingen van de Ned. Bond van Architecten, de afd. Bouwkunde der T. H. en het bestuur van het bouwkundig studiegezelschap Stylos, was georgani seerd door de Bond van Nederlandse Stede bouwkundigen. De waarn. voorzitter ir. J. A. Ver hoef maakte bij zijn inleidend woord bekend, dat het bestuur van de bond tijdens de jongste algemene leden vergadering te Amsterdam met algemene instemming het besluit heeft genomen om prof. dr. M. J. Granpré Molière wegens zijn uit zonderlijke verdiensten tot het eerste erelid te benoemen van de Bond van Nederlandse Stedebouwkundigen. Aangezien de echte penning nog niet gereed is, bood hij hem een kleiaf- druk aan van het ontwerp van Ge rard van der Linden. Ir. J. A. Kuyper gaf daarop aan op welke motieven dit erelidmaatschap werd verleend. Spr. roemde het baan brekend werk, dat prof. Granpé-Mo- lière In samenwerking met architect Verhagen verricht heeft met het stich ten van het tuindorp Vreewijk te Rot terdam, een woonwijk zonder monumen tale effecten, menselijk en dienstbaar aan de 23000 bewoners Een vormgeving voortgekomen pit een creatieve geest en een veelzijdig begaafd architect met een eigen ritme en een eigen schaal: een critisch vakman, die in dit en ande re grote plannen als dat voor Berg en Dae' in Den Haag hel bosplan Aerden- hout de door hem ontworpen Wieringer- meerdorpen en talloze andere ontwer pen zichzelf evolueerde en veroleuwfle tot aan de eve' dichterlijke als mdrin- 26 In de tuin stond een Amerikaanse auto, Tschanz keek er niet naar. Hij ging naar de voordeur. Ook deze was open. Hij betrad het portaal, opende een tweede deur en kwam in de hal, die de hele bene denverdieping besloeg. Tschanz bleef staan. Door een venster tegenover hem viel een fel licht, vóór hem op geen vijf passen afstand stond Gastmann en naast hem de twee reusachtige bedienden, on beweeglijk en dreigend als twee slagers. Alle drie hadden ze hun jas aan. Koffers stonden opgestapeld, ze waren reisvaardig. Tschanz bleef staan. „Dus u bent het," zei Gastmann en een beetje verwonderd keek hij naar het bleke, rustige gezicht van de inspecteur in de open deur. Toen begon hij te lachen: „Dat bedoelde die oude vent dus. Niet gek, beslist niet zo gek." Gastmanns ogen stonden wijd open en een duivel se vrolijkheid lichtte er uit op. Rustig, zonder een woord te spreken met een bij na onmerkbare beweging nam een van de twee slagers een revolver uit zijn zak en schoot. Tschanz voelde een slag tegen zijn linkerschouder, trok zijn rechterhand uit zijn zak en wierp zich op zijn zij. Toen schoot hij driemaal in de richting van de plaats, waar het lachen vandaan kwam, dat galm de door de lege oneindige ruimte. Door Tschanz telefonisch verwittigd haastten Char- nel uit Lamboing en Clenin uit Twann zich naar Gastmanns villa, terwijl uit Biel een overvalwagen aanrukte. Men vond Tschanz bloedend bij de drie lijken. Hij was nog door een tweede schot in zijn on derarm getroffen. Het gevecht moest kort zijn ge weest, maar ieder van de drie doden had nog de kans gehad om te schieten. Bij ieder vond men een revolver. Een van de bedienden hield de zijne kramp achtig vast. Wat erverder gebeurde na aankomst van Charnel wist Tschanz niet meer. Toen de dok ter van Neuveville hem verbond viel hij tweemaal in onmacht. De wonden bleken echter niet gevaar lijk te zijn. Later kwamen de dorpsbewoners, boeren en vrouwen. De hof was overvol en de politie sloot alles af. Een meisje slaagde er nochtans in tot de hal door te dringen. Luid schreiend wierp zij zich op Gastmann. Het was de kelnerin, de verloofde van Charnel. Deze stond er rood van woede bi). Tschanz werd midden tussen de terugwijkende boeren door naar een auto gedragen. „Daar liggen ze alle drie", zei Lutz de volgende morgen en wees op de doden, maar zijn stem had niets triomferends. Ze klonk treurig en vermoeid. Von Schwendi knikte. De overste was met Lutz, omdat het zijn cliënt betrof, naar Biel gereden. Zij waren de kamer binnengetreden, waar de lijken la gen. Door een klein getralied raam viel een flauw licht. Beiden rilden in hun dikke jassen. Lutz haci rode ogen. De hele nacht was hij bezig geweest met Gastmanns dagboeken en met moeilijk leesbare do cumenten. Lutz stak zijn handen dieper in zijn zakken. „Wij mensen richten uit angst voor elkaar staten op, Von Schwendi", ving hij met zachte stem aan, „wij omgeven ons met bewakers van allerlei soort, politie, soldaten, openbare mening en wat hebben we eraan?" Lutz vertrok zijn gezicht, zijn ogen puil den en hij lachte met een hoge, mekkerende lach. „Eén leeghoofd aan de top van een grootmacht, na- tionaalraad en we verdwijnen, één Gastmann en reeds zijn de muren doorbroken en wachtposten om singeld". Von Schwendi zag in, dat het beter was de rechter van instructie uit zijn filosofische beschouwingen op vaste bodem te brengen, maar hij wist niet goed hoe. »»Onze kringen worden door alle mogelijke mensen °P 4? ?.c"?ndelijkste wijze misbruikt'zei hij. „Het is pijnlijk, uitermate pijnlijk". „Niemand had er enig vermoeden van", stelde Lutz hem gerust. „En Schmied?" vroeg de nationaalraad, blij dat hil dat thema aan kon snijden. „We hebben bij Gastmann een dossier gevonden, dat van Schmied was. Het bevatte aantekeningen over Gastmanns leven en vermoedens over zijn mis daden. Schmied probeerde Gastmann te betrappen. Hij deed dit particulier. Een fout, waarvoor hij heeft moet boeten, want het is bewezen, dat Gastmann ook Schmied Het vermoorden. Schmied is vermoord met het wapen, dat een der bedienden in de hand had, toen Tschanz hem neerschoot. Het onderzoek van de revolver heeft het direct bevestigd. Ook het motief van de moord is duidelijk. Gastmann vreesde door Schmied ontmaskerd te worden. Schmied had de zaak aan ons moeten meedelen, maar hij was jong en eerzuchtig". Baerlach Betrad de kamer. Toen Lutz hem zaa werd hi) melancholisch en stak zijn handen weer in zijn zakken. „Wel, commissaris", zei hij, terwijl hij van het ene been op het andere ging staan, „het is goed dat we elkaar hier treffen. U bent op het juiste ogenblik van uw verlof teruggekomen en ik kwam ook niet te laat met onze nationaalraad. De doden staan opgediend. We hebben samen veel gevochten, commissaris. Ik was er altijd voor een uitgekookte politie van alle middelen te voorzien, liefst zelfs van atoombommen. U was voor meer menselijke metho den, zoals de jagers uit de tijd van onze overgroot vaders. Laten we de strijdbijl begraven, we hebben het allebei misgehad. Tschanz heeft ons weerlegd op een volkomen onwetenschappelijke manier, alleen met zijn revolver. Ik wil niet weten hoe. Het was noodweer, we moeten hem geloven en we mogen hem ook geloven. De buit was de moeite waard. (Wordt vervolgd). gend geformuleerde uitspraken, welke hem tot in zijn kortelings verschenen „Eeuwige architectuur" nog altijd doen kennen als de immer speurende wach ter op uitkijk naar nieuwe mogelijk heden. Bij het aanvaarden van het ambt van hoogleraar bracht hij het zware offer van zijn eigen creatieve werk, maar door zijn leraarschap heeft hij het land grote diensten bewezen, door het pad te effenen voor verantwoorde en met zorg geplande stedenbouw. Na woorden van warme dank aan het bestuur voor de fijnzinnige wijze waarop men hem eer heeft willen brengen, me moreerde prof. Granpré Molière de grote verdiensten van zijn onvergete lijke vriend Verhagen voor de binding van natuur en architectuur. Daarop gaf hij uit behoefte tot oprechtheid zoals hij verklaarde zijn visie op de huidige stand van zaken bij de architectuur en de- stedebouwkunde. De titel van zijn voordracht luidde: „Eerste schrede op een lange weg." Hij zeide o.m.: Een nieuwe tijd is in wording. Men zie slechts aan de randen van de steden, waar naast de vervallen hoeve, de half- gedempte sloot en wat armelijke behui zingen, de glanzende, moderne flats oprijzen in fel contrast met het oude vertrouwde landschap en waar wij langs het nieuwste wegennet ordeloos en ban deloos de grotere tijd binnenstromen. Het vroegere is ons te eng geworden en als symbool van het gigantische huis van de toekomst, trekken wij het hoge massahuis op, waar de kudden van alle zijden binnendringen Ontwikkeling is echter geen massaficatie en de bun galow biedt het individu tenminste kans om zichzelf te blijven Als hoge torens en wallen rijzen mach tige bouwconstructies op in het land schap en rond de oude woonkernen, maar aan de moderne stad als symbo- lum van allen omvattende gemeen schap zijn wij nog op geen stukken na aan toe. De moderne jeugd is hard, maar heeft een sterke zin voor realiteit. Zij zal straks samen weten te werken en 't is onze zware en verantwoordelijke taak hun architectonische ruimte voor te bereiden en te vormen. Radio Moskou neeft zaterdag mede gedeeld dat het Bolsjoi-ballet in m® een Westeuropese tournee zal ondern men. De tournee begint in Pa*d za] het gezelschap ongeveer een wa" blijven. Drie weken in Brussel voigen, waarna eei aantal andere st in West-Europa oezocht 11, 12 en 13 augustus zullen drie TOr- stellingen gegeven worden op de wereld tentoonstelling in Brussel. kingsdichtheid en gebrek aan grond stoffen is industrialisatie een levens noodzaak, hetgeen goedgeschoolde en getrainde arbeidskrachten nodig maakt. Ondanks enige tegenslagen heeft de industrialisatie bijgedragen tot de groeiende welvaart var ons land. De huidige technische ontwikkeling steunt op de wetenschap, die echter van haar geestelijke grondslagen is los gewoeld, waardoor een geestelijke ont reddering is ontstaan. Er is gebrek aan samenhang de specialisatie dreigt de eenheid van de wetenschap teloor te doen gaan. De wetenschap staat thans voor de beslissende keus: herstel van de samenhang, zoeken naar de eer ste oorzaak van alle dingen, de waar hei te vinden, niet die in onze dienst staet, maar die wij moeten ("enen. Daarop moet ook het toekomstig on derwijsbeleid gericht zijn. zo zei de minister, die daarbij twee aspecten van dit beleid nadei verduidelijkte: opvoe- ri.'T van de kwaliteit en van de capaci teit.' Door de industrialisatie zullen veel meer intellectuelen nodig zijn. In 1947 waren er op elke duizend personen in de landbouw 10 hoofdarbeiders, in de industrie 100, in de handels- en ver- keerssector 300 en in de vrije beroepen en het onderwijs 600. Die aantallen zullen in de naaste toekomst zeker stij gen. Daarbij zal ieder naar zijn capa citeiten een kans moeten krijgen. Dat gebeurt al,- maar nog te weinig. Ver houdingsgewijs komen nog te weinig intellectuelen uit de arbeiderskringen. Wel is het aantal rijksbeurzen sedert 1952 vertienvoudigd en wordt daaraan 20 miljoen gulden per jaar besteed, maar we zullen nog verder moeten gaan. Noodzakelijk is ook een goedé sprei ding van het onderwijs, waarbij we echter bepaald' geestelijke verworven heden niet mogen prijsgeven voor eco nomische voordelen. Planning in deze is zeer belangrijk er de minister hoopte dat de katholieke organisaties hier het spoedig met elkaar eens zullen worden. Het is thans zeer urgent. Hoewel er nog honderden scholen no dig zijn is toch in bepaalde takken van het onderwijs hel verzadigingspunt al zeer dicht genaderd. Daarom is het noodzakelijk dat er een spreidingsplan komt voor het gehele land. De finan ciering is echter moeilijk. Het hoger onderwijs bijv. zaj tot 1970 flls het aantal studentei zal zijn verdubbeld anderhalf miljard ian investering vergen. En de onderwti>be£ro«ns neemt eik jaar toe: van 450 miljoen in 1952 tot 800 miljoen in l?5® miljoen voor dit jaar. Vo f?|nderhalf zal de begroting wellicht al and miljard bedragen. En dan nopon we nog alleen maar dat de achterstand niet groter wordt De minister wees verder op de grote toeneming van het aantal leerlingen. Voor de oorlog volgde 42 pet van het aantal leerlingei van het lager onder wijs het voortgezet dagonderwijs, thans 84 pet. De bevolkingsgroei spreekt hierbij helemaal nie. mee, het is zui ver het resultaa' van de drang om mear onderwijs te willen volgen. Voor het lager onderwijs is dit jaar de be volkingsaanwas overwonnen. En het is uniek voor Europa en zelfs voor Amerika dat die aanwas kon worden opgevangen zonder dat er één onbe voegde voor de klas behoefde te worden gezet. De aanwas opvanger bij het voortge zet en middelbaar onderwijs zal echter wel niet zonder noodmaatregelen kun nen gebeuren, i'och zijn er thans re latief aanzienlijk meer leraren dan VÓTenslotte°rzefte de minister uiteen hoe men thans ook ^^rCdeV^^ wiis wil opvoeren waarDij ae beroeps- keuze van zee: groot belang is. En hij besloot zijn dikwijls met humor dnnrsoekt betoog met er op te wijzen dat het onderwijs een zaak is van heel ons volk. Tot de velen, die vragen stelden en opmerkingen maakten, be hoorde ook prof. dr. A. M J F. Michels hie o.m. zei, dat door de onderbezet ting ,van de wetenschappelijke sta ven ae universiteiter als opvoedings instituten in het gedrang komen, waar door ook dt algemene opleiding tot oe wetenschap niet tot zijn recht kan «omen. De geestelijke grondslag van de wetenschap wordt vooral door de fy sicus en chemicus beseft, want hij leest dagelijks ;n het boek der Na tuur door God zelf geschreven. Voor de Bijbel heeft God nog een mensen- hanc gebruikt, het boek der Natuur 'ohrppf hij zelf De Brits-Amerikaanse overeenkomst voor het vestigen van lanceerinrichtin- gen voor raketten in Engeland zal van daag gelijktijdig in Washington en Lon den worden bekendgemaakt, aldus heeft A.F.P. in Washington vernomen. Over de overeenkomst is geruime tijd onder handeld. Het verdrag zal als voorbeeld kunnen dienen voor soortgelijke over eenkomsten tussen de Verenigde Staten en andere NATO-landen. Met Frankrijk zijn reeds voorlopige onderhandelingen begonnen over het afsluiten van zulk n overeenkomst. In het Brits-Amerikaan- se verdrag wordt volgens United Press bepaald, dat Engeland en Amerika bei de het recht van veto kunnen uitoefenen over het afschieten van raketten. De atoomladingen voor de raketten, die een reikwijdte van 2.400 kilometer hebben, blijven onder Amerikaans beheer, zulks in overeenstemming met de Ameri kaanse wetgeving op dit gebied. Er be staan plannen voor de bouw van vier bases, drie in Engeland en een in Schot land. Men rekent erop tegen het eind van dit jaar een squadron Thors in gereed heid te hebben. Volgend jaar komen er dan nog een Thor- en twee Jupitersqua- drons bij. Elk squadron zou vijftien lanceerinrichtitigen tellen. Totdat de op leiding van de Britse ploegen voltooid is, zorgt Amerika voor het bemannen van de bases. De Amerikaanse onder minister van buitenlandse zaken, Chris tian Herter, en de Britse ambassadeur, Sir Harold Caccia, hebben zaterdag de overeenkomst te Washington onderte kend. In Washington wordt verwacht, dat vandaag nie! het gehele verdrag zal worden gepubliceerd. Een aantal afspraken zou oiu veiligheidsredenen geheim worden gehouden. U.P. heeft te Bonn vernomen, dat hoge militaire functionarissen de opperbevel hebber van de NATO, generaal Norstad, geadviseerd hebben geen raketbase# te vestigen n West-Duitsland. Generaal Norstac' heeft een aantal onder hem res sorterende hoge officieren afzonderlijk verzocht een studie te maken van de vraag of West-Duitsland in aanmerking dient te komen voor raketbases. De ge neraals in kwestie maken deel uit van de staf van het hoofdkwartier van de NATO. Zij zouden vrijwel eensluidend to* de conclusie zijn gekomen, dat de bondsrepubliek geen raketbases dient te krijgen. De Amerikaanse commissie voor atoomenergie heeft volgens Reuter be kendgemaakt, dat de Sovjet-Unie gis teren een proef met een waterstofwa pen heeft genomen. Volgens een com muniqué van de Amerikaanse commis sie was de omvang van de proefexplo sie van de znegato.i klasse. Een mega ton is in dit geval gelijk aan een mil joen ton T.N.T. Deze eenheid wordt over het algemeen gebruikt als er spra ke is van een waterstofbom. Over de plaats, waar de ontploffing is teweeg gebracht, werd niets gezegd. De vorige maal. dat de Amerikaanse commissie voor kernenergie melding heeft gemaakt van een Russische proef, was op 28 december jl Toen was da proef genomen op het gebruikelijke oe fenterrein van de Russische atoomge leerden in Siberië.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 4