De diepere betekenis het tweede gebod van W „BEHALVE JIJ EN IK" Novellen van Tonny van der Horst T De dag dat Christus stierf I Van boeken en schrijvers Klassieke muziek op de plaat Tussen Chopin en V Fauré V6LP0N Rallye Bagdad J Misbruik van Gods naam J Een nieuw leven van Christus Revue van belangrijke pianisten met interessante werken ZATERDAG 22 MAART 1958 PAGINA 13 5bo§ {geloof en Weyergans' „Gelukkige dagen" Katholieke Literatuurprijs Examens Liturgische weekkalender HISTORISCHE REPORTAGE Verkeersongeval eist een dode 2000e geboortedag van Ovidius jpwfig Film van Max de Haas voor Eurovisie Promotie naar door AGATHA CHRISTIE Toen mgr. Bekkers onlangs op Waalheuvel, het r.-k. militair vor mingscentrum, een cursus voor officieren besloot met een plechtige H. Mis, wees de bisschop-coadjutor van Den Bosch tijdens zijn predicatie op het grote belang van de goede samen- Werking tussen priester en leek. De ge meenschapsgedachte en het verlangen naar persoonlijke beleving van de gods dienst, twee belangrjjke geestelijke ver worvenheden van onze tijd., liggen aan deze samenwerking ten grondslag. Her haaldelijk is de samenwerking tussen priester en leek voorwerp van een ge sprek in groepen. De daarbij gevolgde methode, aldus de isschop, speelt in deze zaken een grote rol. God zij dank, voegde hij eraan toe, dat er een Waal heuvel bestaat, waar dit gesprek kan plaats vinden. De methode, waarop monseigneur doelde, vindt men terug in het tijd schrift van Waalheuvel: G3, d.w.z. Goede Geest Gemeenschap. Hei neen zeker zijn nut eens een voorbeeld nier van te geven, opdat men zelf kan oor delen, hoe hier te werk wordt gegaan. Iïet is volkomen willekeurig gekozen, omdat wij eenvoudig de laatste afleve ring ter hand nemen. Men is n.l. be gonnen met een bezinning op de tien geboden In het laatste nummer behan delt aalmoezenier Groenendijk het tweede gebod: ,»Gij zult de naam van Jahweh, Uw God, niet ijdel gebruiken." (Exodus 20). Vraagt men naar de zin van dit ge bod dan komt men meestal niet verder dan tot een waarschuwing te gen het gebruik van Gods naam als stopwoord, als krachtterm of voor een meineed, het licht yf"ha„ echter een veel wijdere en positiever betekenis. Sm dit duidelijk te maken legt de £~hrijver zeer terecht eerst eens uit wat een naam in de bijbel betekent en ook verr ons. De naam duidt bij alle pri- mliieve volken, ook bij de joden, het wezen var de naamdrager aan. Een kind krijgt eerst een eigen status wan neet het een naam heeft gekregen. In deze lijn doordenkend is het te begrij pen, dat er bij de joden een grote scnroom bestond voor het uitspreken van Gods naam. In plaats van de He breeuwse letters, die men gewoonlijk als Jahwe uitsprak, las men „de Heer" of .,De Naam". Misbruik van Gods naam was verboden door het tweede gebod. Anderzijds geschiedden alle be langrijke handelingen ,,in de naam" van God. „Bekeert u en laat u dopen in de naam van Jesus Christus" zegt St.-Petrus op de eerste Pinksterdag. En St.-Paulus: „doet alles in de naam van Jesus". Christus zelf zegt: „Ik heb Uw naam geopenbaard aan de mensen, die Gij Mij gegeven hebt. Vader, ver heerlijk Uw naam anneer Jesus ons leert bidden „Vader, Uw naam worde gehei ligd. dan is daarvan de bedoe ling, dat die Naam steeds in zijn heilige betekenis en inhoud worde geëerbie digd. De naam wordt met de persoon vereenzelvigd. De profeet Jeremias zegt: Gij zijt in ons midden, Jahwe, wij dragen Uw naam, verlaat ons niet! En elders: „Al klagen onze zonden ons aan, ach, Jahwe, geef uitkomst terwil- le van Uw naam. Deze citaten zijn alleen als voorbeeld gegeven van de bijbelse denkwijze. De H. Schrift staat er vol van. De aange haalde teksten zullen echter wel vol doende duidelijk maken, dat het twee de gebod een veel diepere betekenis heeft dan men meestal denkt. Misbruik van Gods naam raakt de persoon van De grote 'ranse katholieke litera tuurprijs 1958 is toegekend aan de Bel gische schrijver Frans Weyergans voor zijn boek „Les Jours heureux" (Geluk kige dagen), en voor zijn gehele oeuvre. De Katholieke Literatuurprijs, waar- san een bedrag van 100.000 francs flipoo,-) is verbonden, werd in 1955 in- door de Franse Katholieke Jlbversclub en het blad „Ecclesia". U'ry hebben vooraanstaande Franse auteurs zitting, Daniel Rops, Maurice Mauriac, d'Harcourt, Estang enz. Het boek „Gelukkige dagen" is vol gens de schrijver „een verdediging van het duurzame en zich in de loop der ja ren verjongende christelijke huwelijk." AMSTERDAM, 21 maart Bevorderd tot doctor in de geneeskunde op proef schrift getiteld: „De arthrografie van het schoudergewricht" de heer B. A. den Herder, geb. te Amsterdam. Candi. pol. en soc. wet. (sectie a), R. Buijten- huijs (Amsterdam). TILBURG. Kand. econ. weten schappen: P. Beisterveld, Groenekan; A. Sanders, Enschede; C. Geerkens. Schijndel. GRONINGEN, 21 maart. Kand. soc. aardr.: P. van der Veen, Oud- Woude (Fr.) Artsexamen le ged.: E. W. Sauer, Zwolle; A. Dunning, Dedemsvaart. Be vorderd tot arts: G. H. Eskes; A. C. J. Gerretsen; J. H. v. d. Meer, allen te Groningen; J. Udding, Eext. NIJMEGEN, 21 maart. Kand. ge schiedenis: C. A. A. Linssen (Swalmen) en J. F. van Oers (Geleen). LEIDEN, 21 maart. Gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift getiteld: „Colorimetri- sche bepaling van aldosteron in urine" de heer A. J. Moolenaar, geboren en wonende te Lisse; tot doctor in de letteren en wijsbegeerte op proefschrift getiteld: „Het Nederlandse kinderlied" mej. M. J. E. Sanders, geboren te Am- v sterdam en thans wonende te Heem stede; tot doctor in de letteren en wijs begeerte op proefschrift getiteld: „The Greek inscriptions in the „Rijksmuseum van Oudheden" at Leyden", de heer H. W. Pleket, geboren te Haarlemmermeer en thans wonende te Vlaardingen. De promotie geschiedde cum laude. LEIDEN, 21 maart. Doet. Neder lands recht: de dames E. B. Frijling te Voorburg, J. Tersteeg te Laren en de heer S. A. Lichtenbelt te Den Haag Kand. Nederlandse taal- en letterkunde: mej. H. M. Kossmann te Rotterdam. Doet. klassieke taal- en letterkunde: mej. M. de Vries te Wassenaar. ROTTERDAM, 20 Maart. Kand. econ. wetensch.: G. van der Lely, Rot terdam. Doctoraal econ. wetensch.: D. Oranje, Den Haag; A. van Gemunt, Den Haag; A. J. J. de Leede, Schiedam en H. Boer, Capelle aan de IJssel. In het Stedelijk Van Abbemuseum te Eindhoven zal van 29 maart tot en •het 4 mei een tentoonstelling worden Behouden van schilderijen en tekenin gen van Suze Robertson. God zelf. Deze God is niet door tover formules te dwingen of naar eigen hand te zetten zoals de heidense volken dai doen met hun goden. Toch moeten wp ons eens afvragen, of we zen Ooas naam niet ook vaak in deze richting misbruiken. Hoe licht komen wij er niet toe heel wat zaken aan God toe t,e scbr'iven, die voor ons onbegrijpelijk 7 in Wij vergeten daarbij dan, dat Gods raadsbesluiten een volkomen mysterie vuor ons zijn, dat wij slechts in ootmoe dige overgave mogen benaderen. Wij weten niet of dit of dat Gods wil is, of deze ramp of die ziekte een straf is van God, of God boos is als een kind ongehoorzaam is. Wat weten wij daarvan? Is ons dat ergens geopen baard? En toch staat het vast, dat wij over God slechts dat met zekerheid kunnen weten, wat Hij ons zelf heeft willen me- cedtlen. Wij moeten ons daarom eens zeer ernstig afvragen, of een dergelijke hemning als blijkt uit de genoemde voor- ceelden, niet in feite misbruik maken is van Gods naam. Of wó d„ niet blijk geven van een verkeerde bou- ding tegenover God. Heel de moderne spiritualiteit is gericht op de eertiedi- ge onderwerping van heel ons wezen aan het mysterie van God. Wx> mogen God Vader noemen, omdat wij „de freest van kindschap' hebben ontvan gen „Aan allen, die in Zijn naam ge- f,vén ga: Hij de macht Gods kinderen te worden" (Joh. 1). Slechts in een dien en nederig geloof mogen wij Gods naam stamelen, in de overtuiging, dat ij enerzijds in alles van Hem afhan kelijk zijn, maar ook anderzijds in Zijn barmhartige liefde geborgen. Gods naam is geladen, vol geheim. Die naam moet altijd met heilige eerbied gebruikt worden, in woorden en gedachten, óók in hpt godsdienstig gesprek, óók in het getuigenis. Wanneer wij in dezt geest grondig nadenken over de achtergronden van 1 et tweede gebod, dan zullen wij lang zaamaan iets gaan begrijpen van de onvoorstelbare grotheid en heiligheid vim God. Dan zullen wij inzien, dat wy fout zijn, wanneer wij over God denken in menselijke begrippen, wanneer wq ons wagen aan een verklaring van Gods wil en plannen. Dan zullen wij on ze houding tegenover Hem herzien en ontdekken, dat wij niet hebben begre pen, hoezeer wij in eerbied te kort zijn geschoten. Maar wij zullen tevens door een heilige huiver bevangen worden, wanneer wij uit Gods mond zelf verne men, dat Hij, de almachtige, de alwjj- ze, de alheilige onze Vader is, die ons liefheeft zoals alleen God liefhebben kan. ZONDAG 23 maart: eerste Passiezondag; eigen mis; credo; pref. van het Kruis; paars. MAANDAG: H. Aartsengel Gabriël; eigen mis; 2 geb. van ferie; wit. Ofwel: mis van ferie; 2 geb. H. Gabriël; paars. DINSDAG: O. L. Vrouw Boodschap; eigen mis; 2 geb. van ferie; credo; pref. van O.L.V.; - wit. WOENSDAG: mis van ferie; (Utrecht: 2 geb. H. Ludger); paars. Ofwel voor Utrecht: H. Ludger, bisschop-belijder; mis Statuit; 2 geb. van ferie: wit. DONDERDAG: H. Joannes van Damascus, belijder-kerkleraar: eigen mis; 2 geb, van ferie; credo; wit. Ofwel: mis van ferie: 2 geb. H. Joannes; paars. VRIJDAG: Zeven Smarten van O. L. Vrouw; eigen mis; 2 geb. van ferie; 3 geb. H. Joannes; credo; pref. van O.L.V.; wit. Ofwel: mis van ferie; 2 geb. O.L.V.; 3 geb. H Joannes; paars. ZATERDAG: mis van ferie; paars. ZONDAG 30 maart: tweede Passiezondag: eigen mis: credo: pref. van het Kruis: paars. In München wordt op het ogenblik een grote overzichtstentoonstelling gehouden van het werk van Oskar Kokoschka. Men ziet de schilder hier bij de triptiek Het vertrek van Leonidas dat hij in 1954 schilderde. onny .van der Horst ontleende titel van haar novellenbundel „Behalve jij en ik" I) aan het oudste documentje uit de Nederlandse literatuur, de ie 1932 te Oxford ont dekte tekst, die vertaald luidt: „Alle vogels zijn begonnen hun nesten tebou wen behalve ik en jij". Dit verkruimel de brokje literatuur is nogal verschil lend geïnterpreteerd: als liefdesvers en als een op de bijbel geïnspireerde tekst. Tonny van der Horstkiest duidelijk voor de eerste interpretatie, waarbij zij echter de accenten zwaar legt. Wat door de oorspronkelijke schrijver wel licht als niet meer dar een speelse krabbel is bedoeld, een vluchtige im pressie van eev licht verlangen, heeft voor haar iets onherroepelijks, iets dra matisch. „Jij en ik" zijn voorgoed van het geluk van de liefde afgesloten; „jij en ik" zijn veroordeeld alleen te leven, hoewel wij ieder aan de rand van het geluk hebben gestaan, maar, om nog een andere middelnederlandse versregel te gebruiken, „het water was veel te diep". Wij moesten onherroepe lijk gescheiden blijven wi; hebben voor voeld wat het geluk zou kunnen zijn, en dat maakt het lijden om de defini tieve scheiding nog zwaarder. In de vier novellen die de bundel be vat, is dat thema verwerkt. In drie verhalen is het de liefde tussen man en vrouw, jongen en meisje, in het slotverhaal die tussen moeder en kind. Over de liefde wordt in de hui dige literatuur zelden zo ingehouden en s het te veel gezegd het ontroerende boek van Jim Bishop (de Fontein, Jtrecht; vertaling André Fransse) „De dag dat Christus stierf" een nieuw leven van Christus te noemen? Strikt genomen: ja! De schrijver zegt n.l. zelf, dat zijn boek gaat over de meest dramatische dag in de geschie denis der mensheid, de dag waarop Je sus van Nazareth gestorven is. Het Be gint om zes uur n.m., toen Jesus met Zijn apostelen het Laatste Avondmaal ging gebruiken en eindigt om 4 uur de volgende dag, toen Jesus van het kruis werd afgenomen. De wijze echter, waarop Bishop zijn onderwerp benadert, de nauwkeurige uitbeelding van milieu en personen en vooral de gedetailleerde beschrijving van de Christusfiguur, Zijn zending en de reacties daarop van het volk maken dit boek vee] en veel meer omvattend dan de titel zou doen vermoeden. Ai lezende, ziet men de persoon van de Verlosser steeds scherper contouren aannemen; men gaat begrijpen waar om Zjjn leer bij velen zózeer in de smaak viel en door anderen werd af gewezen: de apostelen, ieder met zijn eigen karakter, worden levende men sen, wier geestdrift en toewijding, zwak heden en teleurstelling wij kunnen be grijpen; het verzet der Joodse priesters krijgt precies die belichting, welke no dig is om hun mentaliteit en optreden te verstaan. Zijn dit uitweidingen, die buiten de opzet van het boek vallen en zijn compositie bederven? In theorie kan deze vraag bevestigend worden be antwoord; in feite heeft de schrijver het meesterstuk volbracht al deze verkla ringen en beschouwingen zo natuurlijk en vanzelfsprekend door zijn relaas heen te vlechten dat zij een integrerend deel uitmaken van het verhaal en nie mand ze zou willen missen. Daarom menen wij ook te mogen zeggen, dat „De dag dat Christus stierf" met recht een nieuw leven van Christus mag wor den genoemd, een biografie van een unieke soort. Het literaire genre van Bishops boek is de historische reportage. Strikt we tenschappelijke geschiedschrijving, die geen rekening kan en mag houden met bovenmenselijke, i.e. goddelijke facto ren, omdat deze buiten de controlemo gelijkheden vallen van de menselijke geest, is zeer beslist niet zijn bedoeling. Hij schrijft als een diep-gelovige, voor wie de Evangeliën zijn uitgangspunt de waarheid bevatten, en die juist daarom in zeker opzicht niet volkomen objectief kan zijn. Dat hij desondanks als onafhankelijk journalist, dank zo een uiterst grondige studie van zijn on derwerp, een moeiteloos aanvaardbare objectiviteit wist te bereiken is naar onze mening het grootste compliment, dat ij de auteur kunnen maken. Om de ze reden kunnen wij hem ook niet ver wijten, dat hij h°t oorspronkelijke plan, luidens zijn „Ter verantwoording" ont worpen, niet gehee] heeft uitgevoerd. „Zo mogelijk" schrijft hij, „wilde ik ook de beperkingen doorgronden die Je sus Zichzelf had opgelegd, toen Hij als mens op aarde kwam, en ik wenste te begrijpen hoe de verhouding was tus sen Hem, God de Vader en God de H. Geest". Niet alleen zou hij hiermee een totaal ander terrein dan dat der histo- ris e reportage hebben betreden, maar dit is bovendien wel zó huiveringwek kend hoog gegrepen, dat een poging tot uitwerking van een dergelijk plan wel moest mislukken. Zoals het boek nu voor ons ligt, bewon deren wij het zonder reserve. Het is leerzaam, met een heilige eerbied ge schreven en diep ontroerend. Het gaal daarenboven om de belangrijkste mens, die ooit heeft geleefd, van wiens invloed, zowel vóór als na zijn leven op "arde, de mensheid het onuitwis bare stempel draagt. Als christenen kunnen wjj nooit genoeg weten over Hem, Wiens volgelingen wij zijn. Wie niet in Hem geloven kunnen niet aan Bij het controleren van de uitgezette route van de internationale Tulpenrallye is gebleken, dat de rallye-karavaan juist op een marktdag door een Franse plaats zou trekken. Aangezien deze plaats in één van de belangrijkste etappes ligt en daarom met omzeild kan worden koos het organiserend comité als uitweg een vervroeging van de start naar zaterdag 26 april 1958. De slot-klassementsproef op het Zand- voortse circuit wordt hierdoor op Ko ninginnedag, 30 april, gehouden, zodat vele autosportliefhebbers deze races zullen kunnen bijwonen. teer geschreven als Tonny van der Horst het doet. Zij suggereert de wan hoop en onmogelijkheid op een geheel andere wijze dan vele moderne ro mans: hier niet twee mensen die de mogelijkheid tot het zichzelf geven, tot liefhebben missen, en daardoor én tot elkaar gedreven én van elkaar geschei den ./orden, waarna de leegte en ae verveling nog groter zijr geworden: de onmogelijkheid van het elkaar bemin nen wordt in de novellen van Tonny van der Horst bewerkt door het nood lot dat onverbiddelijk toeslaat. De mens in alle verhalen Is het de vrouw wil en kan beminnen de ge liefde of, in het laatste verhaal, het (iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinnii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii kind, maar de geliefde wordt door een mysterieuze gril, een geheimzinnig fatum, verdreven. En daarmee zijn „jij en ik" als het ware in de wereld terzijde gezet, gescheiden van alle an deren. Het vereist een groot schrijverschap cm deze tere thematiek zó zuiver weer te geven, dat uitglijden naar de senti mentaliteit en het zelfbeklag, die beide vlakbij op de loer liggen, voorkomen wordt. Iedere vergroving van de sub tiele gevoelens kan gevaarlijk zijn. Iede re uitweiding zal, waar het hier novel len betreft, schaden. Jammer genoeg is Tonny van der Horst er niet steeds in geslaagd, het sentiment geen vrij spel te geven, de ingetogenheid te be waren. Er zijn in iedere novelle ogenblikken, dat zij de lezer zeer ontroert door hem de Ecerke wil en het vermoge,. tot liefheb ben bij de hoofdpersoon en de wan hoop om de uitgebleven vervulling heel verfijnd te suggereren, maar daar staan toch momenten tegenover, waarin een flauwe romantiek zoals In het ver haal „De levend begraven maagd" (dat in een kermis-milieu speelt) of een wel heel conventioneel en „dames- roman-achtig" element zoals het kroegbezoek door de verbijsterde jonge moeder in de novelle „Nacht zonder herinnering" de zaak bederven. Nacht zonder herinnering" geeft een diep ontroerend beeld van het waanzin nig verdriet van een moeder, die haar eerste kindje drie weken na de gehoor- te verliest. De ziekte en de dood van het kind zijn heel zuiver beschreven, vol van die onbelan^rDke details, die een mens in zijn verdriet en bij de meest dramatische gebeurtenissen, in zijn omgeving opmerkt. Het verhaal is ook knap gecomponeerd, doch de be schrijving van de nacht zelf waarin de moeder haar huis ontvlucht in nacht clubs belandt (waar zij tot overmaat nog een vroegere vriend ontmoet), lijdt aan een teveel. Hier wordt het ver haal vals en goedkoop. Het zuiverste verhaal is ongetwijfeld de novelle „De dood in de speeltuin". De schrijfster schuw* hier elke uitwei ding, beschrijft het gebeuren heel sober. In deze novelle worden de korte en kost bare ogenblikken van geluk ongemeen .iver gesuggereerd en de slag van het noodlot in bijna ascetische beknopt heid beschreven. Knap Is bovendien, hoe het korte geluk en de daarop vol gende wanhoop verteld wordt door een jonge vrouw die als kind het gebeuren van heel dichtbij beleefde en die het thans uit haar herinneringen, hoe pre cies en „kinderlijk" weergegeven, ver telt. Het verhaal „Eenzaam rendez-vous" is te vaag, het heeft een teveel aan sfeer en te weinig concrete figuren en omstandigheden, om indruk te kunnen maken. Ongetwijfeld zijn de novellen van Ton ny van der Horst heel rijke beloften. Haar taal is nu evenwel nog vaak te traditioneel, waardoor de beschreven toestanden en personen nog al eens dor worden. De schrijfster bezit echter een grote liefde voor haar figuren en het vermogen om die liefde subtiel weer te geven. Dat zij nu en dan faalt, ls heel jammer, vooral omda* in „Behalve jii en ik" de liefde wordt beschreven op een algemeen-menselijke wijze, op een niveau van eerbied en tederheid. Ton ny van der Horst geeft het hart wat het hart verlangt en heeft de moed een „overwonnen" thema als dat van de moederliefde niet uit de weg te gaan Daarvoor verdienen haar novellen be wondering. KEES FENS. 1) A. A. M. Stols, 's-Gravenhage. Op de Meent te Rotterdam heeft zich vrijdagmiddag een verkeersongeval voorgedaan, waarbij de 64-jarige M. J. van Brummelen uit de Molenlaan te Rotterdam om het leven is gekomen. Hij reed daar in zijn personenauto, die plotseling ging slingeren. De wagen raakte een bestelwagen en botste ver volgens tegen een geparkeerde vracht auto. De heer Van Brummelen werd met zware verwondingen naar het zie kenhuis Coolsingel overgebracht, waar hij later op de middag is overlteden. Donderdag is de 2000e geboortedag gevierd van de Romeinse dichter Ovi dius, in diens geboorteplaats Sulmona, midden-Italië. Publius Ovidius Naso, werd op 20 maart 43 voor Christus ge boren. Keizer Augustus verbande hem naar Tomi, in het tegenwoordige Roe menië. De dichter overleed ln het jaar 17 te Tomi. Op een veiling in New York heeft een doek van Gauguin, „Corbeille de fleurs", 54.000 dollar opgebracht. Het schilderij werd aangekocht door een particuliere verzamelaar. an de serie piano-opnamen, die het onderwerp van dit grammo foonoverzicht zal zijn, plaats ik voorop de drie platen, die Decca heeft gewijd aan de complete Mazurka's van Chopin, gespeeld door Nikita Magaloff (LX 5318-20). De opname is alleen al van bijzondere betekenis, omdat zij zo zeldzaam is. Tot dusver bestonden de Mazurka's alleen maar compleet in de uitvoering van Arthur Rubinstein, die overigens al kort voor de tweede we reldoorlog op standaardplaten is ver schenen maar later op LP is overge nomen. Rubinsteins voordracht is in menig opzicht voorbeeldig, doch aan deugdelijk vergelijkingsmateriaal ont brak het al te zeer. Er verschijnt wel eens een enkele Mazurka op een con certprogramma of als vulstuk op een plaat, doch dat geeft weinig inzicht in de stukken zelf, zomin als in de proble matiek van de uitvoering. Het treft dus bijzonder gelukkig, dat men Maga loff en Rubinstein in de letterlijke zin tegen elkaar kan uitspelen. Men kan zich natuurlijk om te begin nen afvragen of het veel zin heeft de Mazurka's integraal te horen. Het ant woord daarop kan in de eerste plaats zijn, dat het nergens voor nodig is. Men kan elk stuk afzonderlijk genieten, of men kan ze nemen zoals ze in groepen van drie of vier uoor de componist zelf onder opusnummers bijeen zijn ge bracht. Doch als men vraagt of er sa menhang bestaat tussen de Mazurka's dan is dit stellig wel het geval; niet die heel nauwe samenhang van de psychi sche ontwikkeling, maar wel die van de gemoedstoestanden, waarin de componist ze in de loop van zijn leven geschreven heeft. D' samenhang is veel aanzienlijker dan die van de Etu des, die vaak integraal gespeeld wor den, terwijl hun aanleiding geen andere is dan die van de speciale technische problemen, die de componist wilde be lichten. De Mazurka's vertonen meer van de samenhang, die de Preludes ook kenmerkt, en ze hebben naar mijn gevoel althf-ns meer poëtische verbon denheid dan de Walsen, ofschoon ook die niet alle op zichzelf staan. De grote vraag is: hoe moet men de Mazurka's in de interpretatie benade ren? Ze zijn minder salonmuziek dan de Walsen. De wals is in zijn gesloten vormgeving en intieme uitvoering geen echte volksdans en verdraagt derhal- v. EDGAR FAURÉ Van de nieuwe film van Max de Haas: Amsterdam, stad van het water, die nog niet in openbare roulatie is geweest, zal dinsdag a.s. een verkorte versie worden vertoond in het door de N.T.S. te verzorgen Eurovisieprogram ma over het bezoek van het Britse Koningspaar aan Amsterdam. De uitzending zal behalve in ons eigen land te zien zijn in Engeland, België, Duitsland en Italië. AMSTERDAM, 20 maart. Gepromo veerd tot doctor in de geneeskunde, op het proefschrift „De arthrografie van het schoudergewricht", B. A. den Her der, Amsterdam. Promotor was prof. dr. B. G. Ziedses des Plantes. Advertentie 20 Vic ademde niets dan verstikkend warme, gele stofwolken in en kreeg al een bijzonder ongunstige eerste indruk van Bagdad. Haar oren tuitten op weg van het vliegveld naar Hotel Tio van het helse ka baal, dat de als gekken claxonerende auto's, sner pende fluiten en schreeuwende mensen maakten. En boven dat alles uit moest ze nog proberen het gepre vel van mrs Hamilton Clipp te begrijpen. Geen wonder, dat zij min of meer in een staat van verdoving bij Hotel Tio aankwam. Een stil straatje bracht hen uit het geschetter van de Rashidstreet naar de rustige boorden van de Tigris. Zij liepen een brede trap van enkele treden op en werden aan de deur van het hotel minzaam ver welkomd door een dikke jonge man met stralende glimlach. Dat was nu Marcusof beter gezegd mr. Tio zelf, concludeerde Vic. Hij onderbrak zijn Oosterse welsprekendheid tel kens om zijn bedienden uit te schelden, die zich over de bagage van zijn gasten behoorden te ontfermen. „Heel blij u weer te zien, mrs. Clippmaar wat zie ikuw éne arm(stommelingen, pak de valiezen niet bij één oor! Idioten, laat die man tel niet over de grond slepen!)wel, mevrouwtje, wat een dagbij zo'n zandstorm in Bagdad aan te komen! Ik dacht, dat het vliegtuig geen landing durfde maken. Marcus, zei ik al tegen mezelf ga jii maar nooit vliegen manwaartoe al die naast? Maar wat zie ik? U heeft een jongedame meegebracht, deze keer. Het is altijd een genoegen een nieuw gezicht in Bagdad te mogen begroeten. Waarom is mr Harrison u niet komen afhalen?Llangow! Ik verwachtte hem gisteren al. Mevrouwtje, u moet dadelijk even 'n glaasje met mij drinken". Een tijdje later stond Vic, duizelig van de straffe whiskey, die Marcus haar had opgedrongen, in haar hoge, witgekalkte kamer, waarin zich een koperen ledikant, een geraffineerde toilettafel naar de laat ste Franse smaak, een oude-negentiende-eeuwse kle renkast alsmede 'n paar pluche stoelen bevonden. Haar bescheiden bagage stond op de vloer en een heel oude baas met gerimpeld, geel gezicht en wit te bakkebaarden knikte haar grinnikend toe. Hij kwam schone handdoeken voor de badkamer bren gen en vroeg of zij een warm bad wenste. „Hoe lang duurt dat?" vroeg Vic. „Twintig minuten'n half uurtje. Ik ga het nu dadelijk doen". Met 'n vaderlijke glimlach verdween hi). Vic ging eens op de rand van een bed zitten. Tas tend streek zij met haar hand over heur haar: het was hard van het stof en haar gezicht was pijnlijk geblesseerd door al dat korrelige zand. In de spiegel zag ze. dat 'r haren rossig-bruin leken. Toen trok zij het gordijn opzij en zag, dat haar kamer een balkon had, met uitzicht over de rivier. Maar daarvan viel nu niets te zien vanwege de dichte gele nevel. „Wat 'n afschuwelijke stad!" mompelde ze. Maar zij vermande zich en ging eerst mrs Clipp helpen, alvorens zij aan haar eigen toilet begon. Na een warm bad, een lunch en 'n middagdutje stapte Vic volkomen verkwikt op haar balkon en ge noot van een prachtig uitzicht over de Tigris. De zandstorm was geheel gaan liggen, de gele nevel was weggezakt en in plaats daarvan straalde het parel moeren licht. Aan de overkant van de rivier zag zij de fijne silhouetten van palmen en verspreid liggen de Oosterse huizen. Stemmen drongen van beneden uit de tuin tot haar door. Zij keek eens over de leuning en ontwaarde mrs Hamilton Clipp, die een praatje had aange knoopt met een Engelse dame, een van die bereisde types van onbepaalde leeftijd, die je letterlijk overal ln het buitenland aantreft. Ik zou heus niet hebben geweten, wat ik zon der dat meisje had moeten beginnen", ratelde mrs Clipp. Het is een alleraardigst kind. En van zulke goede familie. Haar oom is nota bene bisschop van „Bisschop van wat?" „Llangow, geloof ik". „Onzin. Zo'n bisschop bestaat niet!" antwoordde de ander gedecideerd. Vic fronste het voorhoofd. Ze herkende daarin de Engelse plattelandsvrouw, die op het stuk van bis schoppen haar weetje weet. „Nou, dan zeg ik de naam zeker verkeerd", gaf mrs Clipp te verstaan. „Maar hoe 't zjj, ze is een han dig, alleraardigst meisje". „Zo, zo", klonk het nietszeggende antwoord. Vic nam zich onmiddellijk voor met een grote boog om deze dame heen te lopen. Ze hoefde bij haar niet met verzinsels aan te komen, dat was duidelijk. Ze dacht eens rustig na. Hier zat ze nu in Bagdad, ln 't Tio. Het hotel zou wel niet heel duur zijn, maar ze had ook niet meer dan vier pond en zeventien shilling. Ze had haar lunch nog niet eens betaald. Mrs Clipp hoefde die niet meer voor haar rekening te nemen. Alleen de over tocht was vrij geweest. Mrs Hamilton zou met de nachttrein doorgaan naar Kirkoek. Vurig hoopte Vic, dat zij haar ten afscheid nog wat contanten in de hand zou drukkenhoewel, mevrouw kon niet vermoeden, dat Vic financieel vrijwel aan de grond zat. Neen, het enige was: zo spoedig mogelijk Ed ward zien te vinden. Ze had erg het land, meer dan ze zichzelf beken nen wilde, dat ze niet eens zijn achternaam wist. Edward Bagdad! Stel je voorméér wist ze niet. Ja, óók, dat hij secretaris was van dr Rath- bone. Die zouden ze hier wel kennen, dacht ze. Dus poederde Vic haar neusje, kamde haar haar op en ging beneden op onderzoek uit. De stralende Marcus was de eerste, die zij in de hall tegenkwam. Verheugd begon hij: „Aha! Daar is miss Jones! Kom, doet u mü het genoegen een glaasje met mij te drinken. Ik ben zo bijzonder gesteld op Engelse damesik ben met allen hier in Bagdad, be vriend. Zjj komen ook dolgraag in mijn hotel. Gaat u mee naar de bar?" Vic, die allerminst afkerig was van wat gastvrij onthaal, stemde dadelijk toe. Toen zij boven op haar hoge krukje zat en het eerste teugje gin had ge proefd, vroeg zij nadere inlichtingen. (Wordt vervolgd). FRÉDÉRIC CHOPIN ve veel beter een vrije, fantastische be werking dan de Mazurka, die wel een volksdans is. "andaar dat de laatste dichter blijft bij het karakter van de dans en zich minder grif laat stileren tot een kunstvaardig stuk klavierpo 'e. Chopin heeft dit karakter van de Mazurka, de nationale dans van zijn vaderland, ook heel wel begrepen. Zijn Mazurka's zijn zeer verschei den van stemming, maar ze zijn in hoofdzaak terug te voeren tot enkele typen van vormgeving en muzikale materie. Ze geven eigenlijk verschil lende belichtingen van het genre, niet even zovele eigen geaarde werken als hun aantal groot is. Het is waar, dat Chopin enkele malen in zijn struc tuur en zijn stembehandeling zover gaat, dat hij als het ware de neiging vertoont door een te zware inhoud het bereik van de Mazurka, tamelijk on gecompliceerd als die toch in wezen is, te buiten te gaan, maar dat zijn uitzonderingen. Intussen b.ijft de grens tussen vrije f. ntasie en een in zijn dansfunctie bepaald stuk vaag en moeilijk te trekken. Van daar dat er over de uitvoering, zo men dit wenst, te twLten valt. Rubinstein is over het algemeen - maar ook niet kon- sekwent - meer dansant in zijn spel. Magaloff, minder verfijnd en genuan ceerd van toucher, zoekt het veel meer in de vrije interpretatie, die in derdaad zo lersoonlijk is, dat zjj her haaldelijk tegenspraak opwekt, hetgeen natuurlijk aan de waardering voor da prestatie niet afdoet. Persoonlijk hoor de ik de Mazurka's liever minder ge ïnterpreteerd en meer afgespeeld op de dans, maar dat ligt individueel en het speelt voor de bepaling van het belang van deze publicatie geen rol. Tegelijkertijd heeft Philips op A 00429 'L de complete Walsen van Cho pin gepubliceerd, gespeeld door Alex ander Uninsky, die ze geeft met het lichte toucher en met de behaagziekte, in de licht geparfumeerde still, die zich bij deze briljante salonmuziek zeer wel laat verdedigen zonder daarom te moe ten aangemerkt worden als het laatste woord, dat erover te zeggen valt. Men behoeft ze in dit opzicht maar te ver gelijken met de lezing, die Dinu Lipat- ti van de complete Walsen gegeven heeft. Maar aangename en onderhou dende kwaliteiten kan men aan Unins- ky's vertolkingen zeker niet ontzeggen. Schuberts Impromptu's Nog een plaat met compleet werk is Philips A 01157 L, waarvoor Rudolf Fir- kusny de beide series Impromptu's van Schubert op. 90 en op. 142 gespeeld heeft, deze magnifieke gemoedvol poë tische stukken, die iedere liefhebber aan het hart gegroeid zijn. Ze zijn po pulaire muziek in de allerbeste zin van het woord, en ze hebben hier nu eens een vertolking gekregen, die geen ogen blik gaat ten koste van het werk en ten faveure van de interessante geestelijke of virtuoze kwa1:teit van de pianist. Het is frappant te horen hoe zuiver Fir- kusny ze musiceert, zonder er iets aan toe te voegen, dat er niet bü hoort, uit sluitend op zoek naar de hoge muzikale kwaliteiten, de rijke verscheidenheid aan gemoedsstemmingen, de pure melo- diek van de Impromptu's. Keer op keer treft hij ze in hun wezen. Deze plaat verdient het in handen te komen van grote aantallen goede en oprechte mu ziekliefhebbers. Haar acoustische kwa liteiten zijn overigens ook gelijk aan haar muzikale waarde. Hans Henkemans Hans Henkemans heeft voor Philips (A 00421 L) een nieuwe serie pianower- ken van Debussy gespeeld. Aan de ene zijde twee suites, n.l. de „Suite berga- masque" en ,Pour le piano", aan de andere zijde losse stukken, n.l. „Dan- se", die een jeugdwerk is en oorspron kelijk „Tarantelle styrienne" heeft geheten, de „Hommage a Haydn", de „Berceuse héroique", de „Ballade", „Masques" en „L'Isle joyeuse". De plaat dekt vrijwel het hele levensver loop van Debussj in tal van de verruk kelijkste voorbeelden, die in Henke mans congeniale vertolkingen vinden, vol van de schoonste sonoriteiten en de meest fantastische dichterlijke sugges ties. Deze plaat is stellig wel een der gaafste, die Henkemans aan Debuss 's oeuvre gewijd heeft. Liszt en Fauré Tot een ander uiterste van pianistiek overgaande, is daar de Hongaar Bela Siki met een Columbia-plaat (CX 1416) gewijd aan Liszt, en wel zijn drie Pc- trarca-sonnetten (47, 104 en 123) en dat merkwaardig stuk symphonisch gedicht voor klavier, dat de Sonate „après une lecture de Dante" is. Zij legt het naar mijn smaak af tegen de Petrarca-sonnet- ten, die tot de 'nnigste poëtische kla- vïergedichten van de literatuur blijven behoren. In de ronde, fluwelige aanslag van Bela Siki klinkt deze plaat opval lend mooi in een zeer grote volume- Ten besluite, maar niet in de minste plaats, zij genoemd Omega 163752 met de eerste zes van Fauré's Nocturnes (opus 33, 36. 37 en 63) gespeeld door Jean-Michel Damase op een manier, die hem rangschikt onder de beste der Fauré-vertolkers, even bezonken als voor naam gevoelig en prachtig van uitwer king der voor Fauré karakteristieke stemvoeringen. Men mag hierin wel de adequate vertolking zien van een kla- vierdichter, die in zijn tijd en naar zijn volstrekt eigen, door zijn land bepaalde aard de evenknie mag heten van Cho pin en Schumann, in zoverre als ook hij in pure muziek onverwoordbare emoties wekt van de hoogste orde. L. H.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 13