Vaderlandsliefde in Polen
in de Kerk belichaamd
Kardinaal Wyszynski geldt als de
eigenlijke leider van de natie
I
r*
Rok
Overeenstemming over een
gepremieerde spaarregeling
voor ambtenaren
WAT ZIJN GENEESMIDDELEN?
E
F
liw
Communisme worstelt met uniek probleem:
PREMIE VAN 15 OF 25 PROCENT SPOTSPIEGEL'
Huurcompensatie voor gepensioneerde
ambtenaren
Uit de pers
fIÉ
Q auberonT'herbert
ZATERDAG 29 MAART 1958
PAGINA 11
Vakantie in Frankrijk
bezoekt
FASHIONWEEK
5 TOT 10 MEI
-door-
LOFRDES
Geen gratificaties meer
voor Nederlanders in
bedrijven te Djakarta
Caro van Eyck bij
„Theater"
Stamgast terug in
Oudewater
De arts-botanicus behoort al lang tot het
verleden Apotheker thans de verantwoor
delijke beoefenaar der „artsenijbereidkunde"
Einde
ener i
llusie
Toneelspel voor
Valkenburg Omhoog
Teleurstellerid resultaat
prijsvraag
Advertentie
rat voor nationaliteit hebt U?" - „Ik ben katho
liek". „Tut wat voor godsdienst behoort U?" -
„Ik ben een Pool'. Zulk een gesprek heeft zich
kunnen voordoen op ieder moment in de laatste zes
honderd jaar van de geschiedenis van Polen. Zowel
tijdens de toppunten van roem, die Polen heeft beleefd,
als in de talrijke perioden van rampspoed is het katho
licisme de enige onveranderlijke constante geweest. De
begrippen Pools staatsburgerschap en katholicisme wa
ren en zijn voor de grote massa van het volk altijd
onderling verwisselbaar geweest. Binnen het kader van
de eenheid der Kerk ontwikkelt ieder land zijneigen
soort katholicisme. Voor ons in West-Europa is het wel
licht nodig bepaalde individuele trekken .van het Poolse
katholicisme te leren kennen, als wij begrip willen heb
ben voor de aard van de betrekking, die thans in Polen
bestaat tussen Kerk en staat. Polen is nooit, zoals
Nederland en Engeland, blootgesteld aan de volle kracht
van de Reformatie; het Protestantisme heeft noch bij
de Poolse stedelingen noch bij de boeren werkelijk voet
aan de grond gekregen De Kerk in Polen is evenwel
in de afgelopen vier eeuwen het doelwit geweest van
een voortdurende, nimmer verflauwende aanval en po
ging tot ondermijning door de Orthodoxe Kerk altijd
een instrument van de Russische staatkunde en door
het Pruisische Evangelisme, de voorhoede van de Duitse.
„Drang nach Osten". Als gevolg daarvan is de Kerk in
Polenuitermate devoot, niet overdreven wijsgerig en
vooral, net als in Ierland, de belichaming van de vader
landsliefde geworden. Nederlandse noch Engelse katho
lieken behoeven zich te schamen over hun godsdienstige
praktijk, maar ik vraag me af, of het mogelijk zou zijn
in een van onze beide landen een nationale bedevaart
te organiseren, waaraan één op de 27 katholieken met
terdaad zou deelnemen. Toch dromden vorig jaar op
Hemelvaartsdag een miljoen van de 27 miljoen Polen
samen bij het heiligdom van Onze Lieve Vrouw te
Czestochowa, en dat in het twaalfde jaar van het be
staan van sen strijdbaar, godloos, communistisch regiem.
Erxend moet worden, dat het cijfer
van één miljoen mensen, die aanwezig
waren bij de dankzegging na de vrijla
ting van de kardinaal-primaat uit een
heiligschennende gevangenschap, onge
woon hoog was, maar de monniken van
Czestochowa vonden er niets buitenge
woons aan, dat op 3 mei van het vorig
jaar 750.000 mensen waren samengeko
men om het feest te vieren van Onze
Lieve Vrouw, Koningin van de Poolse
Kroon. De uitwerking op iedere wester
se katholiek, dn het uitzonderlijke ge
luk neeft deel van zulk een menigte uit
te maken, is wonderbaarlijk: de inten
siteit en diepte van de devotie van de
massa vindt zijns gelijke alleen in Lour-
des.
Geen communistische regering
heeft tot dusver te kampen gehad
met een zo sterke en zo diep gewor
telde kracht als de Kerk in Polen,
maar de geografische positie van Po
len en het machtsevenwicht in de te
genwoordige wereld dwingen de ka-
tholieken, die het land bewonen en de
communisten, die verondersteld wor-
den het te besturen, water in hun
wijn te doen. De loop der gebeurte
nissen heeft de diametraal tegenover
elkaar staande krachten van Kerk en
Staat gedwongen een compromis te
sluiten, een modus vivendi, dat zon
der precedent is in de geschiedenis.
Zulk een ontwikkeling zou onvoorstel
baar zijn geweest vóór de grote veran
deringen van oktober 1956. De laatste
jaren van het tijdperk, dat verduisterd
werd door de persoonlijkheid van Sta
lin, gaven een werkelijke, maar beperk
te vervolging van de Kerk in Polen te
zien. Vele priesters en sommige bis
schoppen werden gevangen genomen en
gemarteld op grond van verzonnen aan
klachten. Religieuzen werden uit hun
huizen gezet en de werken van barm
hartigheid, die belichaamd waren in de
„Caritas"-organisatie, werden met ge
weld overgenomen door een commissie
van leken, benoemd door de Staat en
van zeer twijfelachtig allooi.
Een bijzonder corrupte, weerzinwek
kende en kwaadaardige vorm van aan
communisme doend pseudo-katholicis-
me werd onder de naam „Pax"-
bewegmg m het leven geroepen en
zwaar gesubsidieerd door de Russische
geheime politieDe katholieke univer
siteit van Loeblin, wier faculteiten door
de onderwijsautoriteiten langzamer
hand werden besnoeid, werd veroor
deeld tot een vonnis van geleidelijke
dood door uitputting. Valse bisschop
pen, uitgezocht en opgeleid door de ge
heime politie, werden waar mogelijk
aan de gelovigen met geweld opgedron
gen.
Toen ik Polen ïn 1955 bezocht, waren
de betrekkingen tusser Kerk en Staat
omgeven door een atmosfeer van zeer
aanzienlijke spanning, leder die een of
ficiële betrekking bekleedde of hooph
te bekleden of die hoopte op toelating
tot een universiteit, moest al zijn moed
verzamelen om in het openbaar de H.
Mis bij te wonen. Nu is dit allemaal
veranderd. De vrijlating van de kardi
naal-primaat luidde een nieuw tijdperk
in.
Een van de eerste eisen, die tijdens
de massa-betogingen van arbeiders er,
studenten in oktober '56 werden gesteld,
was de vrijlating van kardinaal Wys
zynski en de uitoefening van het recht
der ouders om hun kinderen op schoor
godsdienstonderwijs te laten geven, een
recht dat door de na-oorlogse grondwet
werd gegarandeerd, maar door de re
gering nooit werd toegepast.
Gomulka, een praktisch realist, hoe
sterk zijn Marxistische overtuiging ook
moge zijn, hac geen andere keus dan
toe te geven aan deze verlangens ol
een ogenblik, dat een volledige invasie
door het Rode Leger aanstaande leek
en het voortbestaan van de natie op het
spel stond.Hij bracht ijlings een mo
dus vivendi met de Kerk tot stand er.
als gevolg daarvan groeide er een veel
gezondere situatie.
De 22e Amsterdam Fashionweek wordt
gehouden van 5 tot 10 mei. De Neder
landse kledingindustrie heeft dan haar
herfstcollecties gereed, waaruit de bui
tenlandse mode-inkopers, vooral uit Bel
gië en West-Duitsland, hun keus komen
maken. De tijdelijke inzinking in de con-
fectie-industrie is weer grotendeels over
wonnen volgens het optimistisch geluid
dat de voorzitter van de Textieljaar-
beurs deze maand bij de opening van
de beurs heeft laten horen. Men ver
wacht, dat de export van onze confectie
in 1958 zal stijgen tot het hoogst bereik
te bedrag van meer dan honderd mil
joen gulden. In 1957 nam de export van
de confectie toe met 25 miljoen gulden.
Dat is dus niet onbevredigend voor een
industrie, die de vijfde is op de rang
lijst van onze nationale industrieën.
GOMULKA
Bisschoppen en priesters werden on
middellijk vrijgelaten uit hun gevange
nissen en in hun diocesen hersteld; dl
regering bemoeide zich ook niet langer
met de interne zaken van de Kerk. D,
z.g. „patriottische" priesters en prela
ten werden overgegeven aan de ver
getelheid, die zij ruimschoots verdiend
hadden. De katholieke universiteit, al
werd zij door het regiem niet bepaald
toegelachen, werd althans met rust ge
laten en „Tygodnic Powszeehny", het
voornaamste katholieke weekblad,
kwam weer, na drie jaar van redac
tionele usurpatie door „Pax", onder lei
ding van werkelijk katholieke journalis
ten.
Men zal opmerken, dat de hierboven
genoemde winstpunten voornamelijk ne
gatief van aard zijn: zij bestaan uit de
opheffing van schreeuwend onrecht en
uit het herstel van ernstige fouten. Zij
betrekken de Kerk niet bij een actieve
samenwerking met de communistische
autoriteiten, hetgeen natuurlijk een mo
rele onmogelijkheid blijft voor katholie
ken zolang de communisten de anti
godsdienstige leerstellingen van het
Marxisme handhaven.
Nochtans kan de noodzaak van een
strikt zakelijke en vrijblijvende regeling
van routine-kwesties niet worden ont
kend. Op gron^ van deze noodzaak
machtigde de kardinaal-primaat een
groep prominente katholieke leken, be
kend ais de ,,Znak-groep", de paar ze
tels in het Poolse parlement te aan
vaarden, die de communistische rege-
Onze Lieve Vrouw van Czestochowa, de Patrones van Polen
Kardinaal Stefan Wyszynski wordt
door de massa van het Poolse volk be
schouwd als de leider van de natie; op
hem hebben zij hun hoop en hun ver
trouwen gebouwd. De kardinaal heeft
deze zeer verheven geestelijke positie
volledig aanvaard en hij wijdt zijn le
ven aan het herstel van de grootheid
en het morele formaat van een zwaar
bezochte en gedeeltelijk gedemorali
seerde natie. Voor deze taak heeft hij,
evenais andere grote Polen vóór hem,
zijn toevlucht genomen tot Onze Lieve
Vrouw van Czestochowa.
Hij gaf uiting aan de diepste gevoe
lens van Polen, toen hij namens zich
zelf en namens de natie op 3 mei 1957
bij dat nationale heiligdom deze gelof
ten aflegde:
„Koningin van Polen, ik hernieuw de
geloften van onze vaderen en erken U
als onze Patrones en Koningin. Ik be
loof U alles te doen, wat in mijn ver
mogen ligt om Polen waarachtig te
doen zijn het koninkrijk van Uw Zoon
en van U. Ik beloof te leven in een
staat van heiligmakende genade, zon
der doodzonde. Ik beloof leder kind te
beschermen, dat ontvangen is.
„Ik beloof de huwelijkstrouw te hand
haven en de zuiverheid en eenheid van
mijn gezin te bewaren. Ik beloof de
Liefde tot God en tot U te planten in
de harten en geesten der kinderen. Ik
beloof in vrede te leven, onrecht te ver
geven en aan iedereen goed te doen.
,,ïk beloof een onophoudelijke strijd
te beginnen tegen mijn fouten en ver
keerde gewoonten en het pad van Uw
deugden te volgen. Ik beloof de devotie
tot U in mijn omgeving en in heel het
Poolse land te verspreiden en te beoefe
nen".
ring beschikbaar stelde. Ofschoon deze
groep numeriek zwak is, vertegenwoor
digt zij het standpunt van de grote mas
sa des volks en oefent zij een invloed
uit, die veel groter is dan haar aantal
zou doen vermoeden.
Deze werkelijk katholieke leken-
vertegenwoordiging in publieke zaken
is voor de Kerk ongetwijfeld een voor
deel. Men doet er goed aan zich te
herinneren, dat de communisten, als
zu zich bezig houden met katholieke
zaken, de natuurlijke neiging hebben
te onderhandelen met betaalde agen
ten en door hen zelf benoemde indi
viduen.
Deze laatste categorie is in Polen
stellig voorradig: Boleslaw Piasecki,
„Führer" van „Pax", is geen aange
naam mens. Voor de oorlog was hij een
fascistisch demagoog en sindsdien is
zijn carrière gekenmerkt geweest door
de vaste wil om macht te verwerven.
De Russen hebben daar volledig van ge
profiteerd en zij hebben voor Piasecki
en zijn medewerkers een uitermate be-
voorrechte positie van rijkdom en macht
in het „volksdemocratische" Polen ge
schapen. Zij bezitten nagenoeg het mo
nopolie van katholieke uitgaven en bo
vendien handels-voorrechten, die hun
weerga in een communistisch land niet
vinden. Ook al is het doel, waarvoor
hun organisatie oorspronkelijk in het le
ven is geroepen het veranderen van
de Kerk in een ondergeschikt instru
ment van communistische politiek
niet bereikt, zij blijven nog steeds een
latent, doch reëel gevaar voor de
Kerk.
Het verdient ongetwijfeld verre de
voorkeur, dat de communisten alle za
ken, die verband houden met de Kerk,
bespreken met fatsoenlijke, eerzame
katholieken, die zich niet laten omko
pen of intimideren, in plaats van met
schurken. Daaron is het van groot be
lang, dat de parlementariërs van de
Znak-groep steun en begrip ontvangen
van de katholieken buiten Polen.
De stad van de beroemde wijnen,
vermaard om haar goede keuken,
centrum van toerisme en kunst,
uitgangspunt naar Périgord, Arca-
chon, de stranden van de Atlantische
Oceaan, les Landes, de Baskische
kust. Pyreneeën,
en Spanje. Voor alle Inlichtingen
betreffende hotels, verblijf, excur
sies, feestelijke gebeurtenissen,
wende men zich tot het Syndicat
d'Initiative, Office de Tourisme,
1. cours du 30-Juillet, Tel. 08.28.41.
Toen ik laatst naar een
ga la-gelegenheid moest en
mijn rok-costuum had aan
getrokken bekeek ik mij
in de spiegel met zekere
tevredenheid. Dat gebeurt
mij zelden. Ik genoot dus
even van het uit-- - rlijk
ogenblik en belde vervol
gens resoluut een taxi.
Want in een rok kun je niet lopen.
Ook stak ik nonchalant een sigaret
op. Nonchalant, let wel.
Korte tijd later arriveerde ik in de
zaal van het feest en struikelde als
het ware over de heren in rokken.
En ineens voelde ik mij onzeker wor
den. Waai de uitzonderlijkheid tot
het normale wordt gedegradeerd is
het rijk van de persoonlijkheid uit.
Men gaat uit als een wonder van
correctheid, men arriveert als een
doodgewone, zich van niets en nie
mand onderscheidende uni'ormdrager.
Dat kan nooit de bedoeling zijn van
de rok-an -und-für-sich.
Voortaan ga ik in rok naar de ver
gadering van de kieskring en in mijn
oudste spullen naar het gala-diner.
Dan loop ik wel voor gek; maar al
thans voor gék gek en niet voor nor
maal gek.
Op instructie van de militaire gezag
hebber van Djakarta, luitenant-kolonel
Endang Dachjar, is de uitbetaling van
bonussen, dividenden en gratificaties
aan de Nederlandse employé's van in
Djakarta gevestigde Nederlandse bedrij
ven opgeschort.
Deze bedrijven hebben opdracht ge
kregen om, naast hun normale salaris
sen, geen bonussen en andere uitbetalin
gen uit te keren aan bestuursleden, aan
deelhouders, employé's en ander perso
neel van Nederlandse nationaliteit, die
bij hen werkzaam zijn.
In een toelichting op deze instructie
verklaarde Dachjar, dat zij „nog niet"
betekent, dat de betrokken Nederlanders
hun rechten op de bonussen, dividenden
enz. zullen verliezen, doch dat de uit
betaling van dergelijke toelagen slechts
tijdelijk wordt opgeschort.
Zijn besluit was gebaseerd op de over
weging dat de financiële positie van de
Nederlandse bedrijven In Djakarta was
achteruitgegaan zodat versterking van
de liquiditeit in het belang van de ver
dere exploitatie van deze bedrijven
noodzakelijk was.
Mevr. Caro v. Eyck heeft haar contract
met het Rotterdams Toneelgezelschap
niet verlengd. Voor het volgend sei
zoen heeft zij een engagement geaccep
teerd bij het gezelschap „Theater" te
Arnhem.
De centrale commissie voor georga
niseerd overleg in ambtenarenzaken
heeft in haar vrijdag gehouden verga
dering, mede in aanwezigheid van
staatssecretaris Schmelzer, overeen
stemming bereikt over de grondslagen
van een gepremieerde ambtenaren-
spaarregeling.
Deze spaarregeling houdt onder meer
in, dat op spaargelden tot ten hoogste
vijf procent van de wedde met een
maximum van 585,- per jaar, een
premie zal worden verleend van 25 pro
cent van het gespaarde bedrag voor
hen wier wedde 7.000,- of minder be
draagt en van 15 procent voor hen wier
wedde boven dit bedrag uitgaat. De
maximale premie zal 87,75 per jaar
bedragen. De premie wordt verleend
onder voorwaarde, dat het spaarbedrag
wqrdt benut voor een aantal in onder
ling overleg vastgestelde objecten. De
ze voorwaarde geldt evenwel niet voor
de eveneens onder de premieregeling
vallende spaargelden, die vijf jaar on
afgebroken op een bijzondere spaarre
kening hebben uitgestaan.
Bestedingsobjecten
Als erkende bestedingsobjecten zijn
aangewezen
a. de financiering van de aankoop of
het bouwen van een in Nederland te
bouwen of gebouwd huis, waaronder
begrepen de aankoop van bouwgrond,
de transportkosten (in de ruime zin van
het woord) alsmede de aflossingsge
deelten van bouwhypotheken;
b. de huwelijksuitzet van de ambte
naar, d.w.z. zowel linnengoed als meu
bilair e.d„ met een maximum van
3.000,-, (inclusief premie);
c. verbeteringen in de woning, indien
en voorzover deze de waarde van het
pand met tenminste 500,- verhogen
(dus geen onderhoudskosten en repa
raties)
d. premies ten behoeve van kapitaal-
en lijfrenteverzekeringen met inbegrip
van studieverzekeringen, ideaalpolissen
alsmede van contraverzekeringspremies
bij spaarkasinschrijvingen;
e. stortingen van spaargelden in
spaarkassen en bouwspaarkassen, als
mede stortingen bij bankinstellingen
tot verwerving van spaarcertificaten;
f. kosten, besteed aan studies voor
een beroeps- of vakopleiding zowel van
de ambtenaar zelf als van diens kinde
ren, mits de betrokken opleidipg ten
minste negen maanden duurt en met
uitzondering van die opleidingen, waar
voor reeds door het rijk wordt bijge
dragen;
g. de aankoopsommen van obligaties,
luidende in Nederlandse guldens, in Ne
derlandse beleggingsmaatschappijen en
van gewone aandelen in Nederlandse
ondernemingen met dien verstande,
dat deze effecten, dan wel daarvoor
terstond in de plaats getreden effecten,
gedurende vijf jaar onafgebroken in
het bezit van de spaarder zijn geweest.
In beginsel zullen alle spaarbanken
bij de uitvoering van de regeling wor-
In Oudewater is vrijdag de ooievaar
gearriveerd op de plaats, die al
eeuwenlang zijn voorvaderen tot zo
merverblijf heeft gediend: het nest
op het dak van het raadhuis. Ergens
onder dat dak hangt een schilderij,
waarop Dirk Stoop in 1650 heeft weer
gegeven hoe de stad in 1575 door de
Spanjaarden werd platgebrand en uit
gemoord. Op dat doek is het bewoonde
ooievaarsnest al te zien.
(Van onze medische medewerker)
indelijk, eindelijk,
is het ontwerp van
de nieuwe wet op
de geneesmiddelen door
de Tweede Kamer in
behandeling genomen.
U hebt inmiddels al ge
lezen hoe moeizaam de
bei-aadslagingen over
deze inderdaad niet een
voudige materie verlo
pen en dat de minister
zelfs aan de voorzitter
van de Kamer heeft gevraagd het de
bat maar te schorsen tot na het Paas-
reces, omdat hij er, met de ingediende
wijzigingsvoorstellen van de Kamer
leden erbij, niet meer uit kwam.
Het gaat om voor de volksgezond
heid belangrijke kwesties, onder meer
welke geneesmiddelen vrij in de han
del mogen worden gebracht en hier
mee samenhangend het gecompliceer
de en zoveel tegenstellingen oproepen
de vraagstuk wie welke geneesmidde
len mag verkopen. Apothekers, dro
gisten en zelfs kruideniers vechten
om de kluif van de vrije geneesmid
delenverkoop. Het gaat hier niet al
leen om de vraag welke medicamen
ten alleen op recept door de apotheker
afgeleverd mogen worden, maar ook
öf en zo ja wélke medicamen
ten door niet-gespecialiseerde detail
listen mogen worden verkocht. Dat
een nieuwe regeling dringend gewenst
is, is voor regering en Tweede Kamer
geen punt van discussie. Het is im
mers te dwaas dat een aantal genees
middelen, die geenszins ongevaarlijk
zijn, vrijelijk verkocht mogen wor
den. De meeste mensen kunnen zich
rauwelijks voorstellen, dat er (nog)
geen instantie is, die hier feitelijk
toezicht op uitoefent. De nog gelden
de wet op de geneesmiddelen die uit
1863 dateert is verouderd en onvol
ledig.
Voorts is een gewichtig punt de ver
plichting om de samenstelling met de
hoeveelheden op de verpakking van
geneesmiddelen te vermelden; wij
denken hier vooral aan de z.g. patent
preparaten die door de fabrikant zijn
samengesteld en verpakt en die de
winkelier zonder meer al of niet op
recept aflevert. Dit laatste is in de
meeste landen al lang verplicht. In
een land als Frankrijk bijvoorbeeld,
waar de markt overstroomd wordt
door een fantastische hoeveelheid
fraai verpakte doch kostbare midde
len en middeltjes tegen allerlei ech
te en onechte kwalen, is de fabri
kant tenminste verplicht om de sa
menstelling nauwkeurig op doosje of
flesje te vermelden.
De richtlijnen voor de aflevering
van opium en andere verdovende mid
delen buiten beschouwing latend, heb
ben wij het gevoel, dat er in ons
land .eigenlijk geen wet inzake de ge
neesmiddelen bestaat.
Voordat wij een volgend maal en
kele facetten van de nieuwe
wet, gezien door een medische
bril, zullen belichten, eerst een en an
der over geneesmiddelen In het alge
meen. Geneesmiddel is een vaag en
seis waren beter makend. IJzer bij
voorbeeld werd waarschijnlijk vóór
de 16e eeuw in Europa niet toege
past. De farmacologie moest wachten
op de ontwikkeling van techniek en
scheikunde voor z\j zich verder kon
ontplooien. De grote vlucht van de
scheikunde na de tweede helft van
de vorige eeuw heeft de farmacologie
afgetrokken van de plantkunde en
grotelijks aan zich verplicht. De far-
moeilijk te omgrenzen begrip, bij de
waardebepaling waarvan onbereken
bare factoren als geloof, respectieve
lijk magie van groot belang zijn. En
hoewel de verleiding groot is om op
genezing; door geloof door te gaan,
zullen wij dit belangwekkende onder
werp nu laten rusten en voor later
bewaren.
Oorspronkelijk, dat wil zeggen alle
eeuwen door tot voor kort. berustte
de kennis van geneesmiddelen alleen
op ervaringsfeiten al of niet juist ge
in terpreteerd. In de vorige eeuw en
op grote schaal eerst in onze eeuw
heeft de ontwikkeling van de farma
cologie (de wetenschap, die zich be
zig houdt met de bestudering van ge
neesmiddelen) de toepassing van me
dicamenten een bredere basis gege
ven. Wij kennen thans van een aan
tal medicamenten soms zeer nauw
keurig de manier, waarop zij werken
en de plaats waar zij aangrijpen. De
ze ligt overigens niet altijd zo voor
de hand als de oude ervaring dacht.
Het onaanzienlijke vingerhoedskruid
levert een van de belangrijkste ge
neesmiddelen. waarover de arts be
schikt. De grote Engelse geneesheer
Withering heeft het tegen 1800 voor
het eerst op grote schaal toegepast
als waterdrijvend middel om oede
men te doen verdwijnen. Eerst in de
ze eeuw heeft men ontdekt, dat het
werkt op het hart en dat de verbe
terde werking van het hart met als
gevolg een betere bloedcirculatie dooi
de nieren de oorzaak is van het
uitwateren van de oedemen.
De geneesmiddelenleer is heel lang
een onderdeel van de plantkunde ge
weest. De oude geneesheer was te
vens plant- of kruidkundige, hij
kweekte als regel zelf de kruiden die
hjj in de medische praktijk gebruik
te. In de middeleeuwen werd dit
deel van zijn taak geleidelijk over
genomen door botanicus en apotheker.
In de oudheid en nog tot na de mid
deleeuwen kende men in Europa geen
andere dan plantaardige medicamen
ten. Alleen kruiden en kruidenaftrek-
macologie is nu een aparte weten
schap geworden, die als zodanig aan
de universiteiten wordt onderwezen.
Er is nu ook geen sprake meer van,
dat de praktizerende arts de gehele
farmacologie kan overzien en be
heersen. De samenwerking tussen het
laboratorium van de farmacoloog
(meestal in de fabrieken die het
onderzoek bekostigen) en de arts die
de geneesmiddelen toepast is in de
plaats gekomen van die ene figuur,
de arts-botanicus uit de oude tijd. Als
vertrouwde tussenpersoon fungeert
dan nog de apotheker, die de
artsenijbereidkunde sedert de middel
eeuwen als zelfstandig beroep uit
oefent. Hij alleen is wettelijk verant
woordelijk voor wat hij aflevert en
heeft derhalve de plicht de medicij
nen die door hem verkocht wor
den te controleren. Vanzelfsprekend
vereist dit een grote kennis van
zaken. De opleiding tot apotheker
aan de universiteit duurt even lang
als die tot arts. De aanstaande apo
theker moet zich onder meer een uit
gebreide kennis verwerven van plant
en scheikunde.
Naar aanleiding van de publiciteit
rond het geval van de radioactieve be
smetting in Putten heeft een lezer de
vraag gesteld of de lichtgevende zo
genaamde radiumcijfers en -wijzers van
wekkers en horloges niet gevaarlijk
zijn.
Deze vraag kan tot geruststelling van
deze en mogelijk ook andere lezers
ontkennend beantwoord worden. De
lichtgevende verf die hiervoor wordt
gebruikt bevat namelijk geen radium.
Vroeger is dat wel eens het geval ge
weest vandaar de naam maar
ook toen was er geen gevaar aan ver
bonden, daarvoor was de hoeveelheid
te gering. Over enige tijd zullen wij
hierover wat meer vertellen.
St.
den ingeschakeld. Er zal een spaarraad
worden ingesteld, die in hoogste ressort
heeft toe te zien op een juiste toepas
sing van de ambtenarenspaarregeling.
Huurcompensatie
Voorts is overeenstemming bereikt
over een voorstel van de regering tot
het verlenen van een huurcompensatie
aan gepensioneerden, te rekenen van 1
augustus 1957 van drie procent van het
pensioen-inkomen tot een maximum
van 120,- voor gehuwden in de zin
van de algemene ouderdomswet en
90,- voor de overigen.
Deze regeling zal gelden voor de duur
van de tijd, dat de huurcompensatie
voor de actieve ambtenaren niet in de
bezoldiging is geïncorporeerd. Daarna
zal de regering zich beraden, welke de
finitieve regeling voor de gepensioneer
den in het leven zal worden geroepen.
De tijdelijke regeling zal gelden voor
degenen, die de leeftijd van 65 jaar nog
niet hebben bereikt. Zij die 65 jaar en
ouder zijn, ontvangen een verhoging
van het algemeen ouderdomspensioen
ten bedrage van 120,- voor gehuwden
en 90,- voor ongehuwden, waarin de
huurcompensatie is verwerkt. Deze
verhoging van het algemeen ouder
domspensioen zal buiten aanmerking
worden gelaten voor de beperking van
de uitbetaling van het ambtelijk pen
sioen krachtens de wet van 20 decem
ber 1956.
Kindertoelage
De commissie heeft zich ook akkoord
verklaard met een tweetal voorstellen
ten aanzien van de kindertoelage voor
gepensioneerden. Het eerste voorstel
betreft een verhoging' in verband met
de huurverhoging van drie procent van
de kindertoelage. Het tweede voorstel
betreft de toekenning van een duurte-
toeslag ten bedrage van 2.60 per
maand per kind aan de gepensioneer
den, die over 1958 aanspraak op kin
dertoelage hadden.
Opneming in deze rubriek is niet
noodzakelijk een bewijs van in
stemming
Een lid van de P.v.d.A., oud-lid van
de S.D.A.P., schrijft aan Het Parool:
„De verkiezingsnederlaag van de
P v.d.A. heeft reeds" vele commentaren
uitgelokt, waarbij opvalt, dat althans
een deel van de socialistische voor
mannen zich er heel gemakkelijk van
afmaakt. De bestedingsbeperking, zo
zeggen zij, is de oorzaak van alle na
righeid. Als het straks weer een beetje
beter gaa' komen de verdoolde (rode)
schapen wel weer terug. Gemeenplaat
sen als de „rots in de branding" en
„wij komen terug" doen weer opgeld.
Het zou echter verkeerd zijn deze
weg te blijven volgen, alleen reeds om
dat hetgeen op de 26e maart is gebeurd
veel erger is dan op het eerste gezicht
lijkt. Want de stembus van die dag heeft
de progressieve krachten teruggewor
pen tot de positie van ruim twintig
jaar geleden.
Men behoeft om dit te constateren
slechts de samenstelling van de Twee
de Kamer, zoals die in 1937 werd ge
kozen, in ogenschouw te nemen. Het
waren de z.g. Colijnverlciezingen, waar
tegen het voor de progressieve partijen
moeilijk optornen was. Ondanks de gro
te zege der anti-revolutionairen dank
zij Colijns populariteit in die tijd ver
wierven de progressieve partijen, te
weten de SDAP, de Vrijzinnig Demo-
'cratische Bond en de Christen-Demo
cratische Unie resp. 23, 6 en 2 zetels:
in totaal 31 zetels. Dit zou in een
Kamer van 150 neerkomen op 47 zetels.
Maar de P.v.d.A. zou op basis van
de jongste Statenverkiezingen slechts
44 zetels hebben verworven, drie min
der dan ruim twintig jaar geleden de
partijen bezet zouden hebben gehad,
die beschouwd mogen worden als de
kern van de huidige socialistische par
tij. Al het gepraat over doorbraak zus
en doorbraak zo ten spijt is rhen aan
de progressieve kant in twintig jaren
dus niets opgeschoten, integendeel.
Nog scherper komt dit tot uiting in
Amsterdam. Telde de SDAP alleen in
1935 reeds 17 zetels in de Amsterdam
se raad, thans zou de P.v.d.A. ei slechts
16 hebben verkregen, een zelfde aantal
als de SDAP reeds in 1923 had! Er
is aan de hand van deze cijfers slechts
één conclusie mogelijk: 21 jaar na de
laatste vooroorlogse verkiezingen is
van een doorbraak nog geen sprake.
Maar de Kamerverkiezingen van
1936 dan? Toen stemden toch wel vele
katholieken en protestants-christelijken
op de P.v.d.A. De cijfers in het katho
lieke Zuiden bijvoorbeeld logen er niet
om. Dit was, zo luidde in 1956 het oor
deel van veler en ook van schrijver
dezes de echte, de werkelijke door
braak. Eindelijk was zij dan gekomen.
Helaas, het is slechts schijn geweest.
Doorbraak, dat wil zeggen het loslaten
der confessionele partijen. Wie „door
breekt" is tot de erkenning gekomen,
dat de partijvorming op confessionele
grondslag ondeugdelijk is en dat hij,
hoe gelovig ook, zonder bezwaar kan
stemmen op de socialistische partij. Het
is een stap die men niet zonder diep
nadenken onderneemt en verwacht mag
worden dat iemand na deze stap ge
daan te hebben .iet na korte tijd haas
tig naar het confessionele kamp terug
keert.
Maar dat is op de 26e maart juist
wèl gebeurd, want de gehele zoge
naamde „doorbraakwinst" van 1956
ging verloren (en nog heel wat meer).
Dit bewijst dat zij die in 1956 voor
het eerst op de P.v.d.A. stemden en
als „doorbrakelingen" werden begroet
dit in werkelijkheid niet waren. Zij
stemden uit geheel andere overwegin
gen op de P.v.d.A. conjuncturele
overwegingen, populariteit van Drees,
protest tegen het Mandement, vrees
dat de K.V.P. de grootste partij zou
worden doch niet in de stellige over
tuiging, dat een confessionele partij uit
den boze is. Ware dit wel het geval
geweest, een groot deel van deze kie
zers zou de P.v.d.A. trouw hebben moe
ten blijven."
Verder schrijft deze medewerker:
„Alvorens weer het glas te heffen
op de doorbraak zal men in de P.v.d.A.-
leiding goed doen eens na te gaan wat
er gebeuren moet om althans de kie
zers die 26 maart ondanks dit alles
haar trouw bleven aan zich gebonden
te houden. En wel op kortë termijn.
Want verdere afval bij de komende
raadsverkiezingen zou de Partij zelf wel
eens op haar grondvesten kunnen doen
schudden en bij sommigen zou dan de
vraag kunnen opkomen of de oprichting
van de P.v.d.A. en het ontbinden der
SDAP niet eigenlijk toch een fout is
geweest
NADRUK VERBODEN
Bij gelegenheid van het 40-jarig be
staan had de n.v. Valkenburg Omhoog,
die het openluchttheater exploiteert
een prijsvraag uitgeschreven voor een
toneelspel, geschikt om in het roman
tische theater tegen de rotswand te wor
den opgevoerd. Ais juryleden waren
aangewezen de heren dr. G. Beckers
(dir. Speelgroep Limburg), Math. Kemp
en pater Molenaar, letterkundigen.
Ofschoon de datum van inzending al
eens verlengd was, viel het binnenge
komen werk zowel kwantitatief als
kwalitatief tegen. Van de drie stukken
die te beoordelen waren, bleken er twea
niet voor de gelegenheid te zijn ga-
schreven. De jury kwam eenparig tot
de conclusie dat geen der inzendingen
voor de hoofdprijs 1000) of voor een
der andere prijzen (van 500) in aan
merking kon komen.