was niet juou Davids alleen Van de 700 Davids liedjes waren er ongeveer 100 van een ander Huisvesting kon tot nog op zeer redelijke wijze worden verzorgd Radio en TV op Pasen «BB® De Skaubryn nog gloeiend heet De speelman van de v vstraatmadelieven Brand in kerk door verhitting van schoorsteen 16.000 in pensions en opvangcentra; 21.000 redden zich zelf Na brand op de Stille Oceaan IJmuidense sleper heeft voorlopig vastgemaakt Groslijst KVP-Leiden ongeldig verklaard Opbrengst collecte op Missiezondag DE REPATRIANTEN UIT INDONESIË Vanavond Eerste Paasdag Tweede Paasdag ZATERDAG 5 APRIL 1958 PAGINA 11 Wegens „onreglementair optreden" 23 cent per gelovige Voortgekomen uit een Rotterdamse achterbuurt, heeft Louis Davids vele jaren nodig gehad om de hier zo triomfantelijk geportretteerde ar tiest, de gearriveerde „kleine man" te worden. Hij staat hier met zijn handen in de „steekzakken" van zijn colbert. Dit kleermakerssnufje zullen velen zich nog wel uit zijn latere jaren herinneren. Het Noorse emigrantenschip „Skau bryn", dat maandagavond in de Indische Oceaan door brand werd verwoest, rookt nog steeds. Uit voor- en achterschip stij gen voortdurend donkere rookpluimen op. De opbouw midscheeps en de brug vormen een complete ravage. De romp ziet er nog goed uit. Maar de ijzeren platen van het schip zijn nog altijd zo heet, dat niemand het schip kan betre den. Dit zijn de voornaamste bijzonder heden, die kapitein Teun Hoek van de IJmuidense sleepboot „Cycloop" vrij dagmiddag naar zijn rederij zond. De Skaubryn maakt slagzij van vijf tot tien graden. Maar er zit weer vaart in het schip. Vrijdagmiddag 1 uur, vijf uur plaat selijke tijd, heeft de Cycloop vastge maakt. De verbinding tussen sleepboot en uitgebrand schip wordt gevormd door 45 vaam ketting. Het was door de hitte onmogelijk een sleeptros op het uitge brande schip vast te maken. De sleep- ketting is daarom vastgezet op de an kerketting van de Skaubryn. Met een vaart van 4 mijl is de Cycloop er nu mee onderweg naar Aden. Donderdagmorgen kwam er een be richt van Reuter, dat het Britse korvet Loch Fada een verbinding met de Skau bryn tot stand had gebracht. De Loch Fada was alvast met het wrak op sleep touw gegaan, maar de volgende morgen moest het schip op last van de Britse admiraliteit weer prijsgegeven worden. De Cycloop was toen reeds in de buurt. De positie van het uitgebrande schip was toen 11 graden 28 minuten Noor derbreedte en 54 graden 10 minuten Oos terlengte. Na de melding van de brand was vanuit Aden ook het Deense bergings vaartuig Protector, dat daar op station ligt, uitgevaren. De Protector bevond zich vrijdag eveneens in de nabijheid van de Skaubryn, maar heeft niet vast gemaakt. Vrijdagavond werd ds. F. van der Heijden, predikant van de hervormde kerk te Lochem, tijdens de avondmaal- dienst in zijn kerk, medegedeeld dat er in de kerk brand was uitgebroken. De kerkgangers verlieten onmiddellijk het Sebouw. Er deden zich geen persoon lijke ongelukken voor. In de dakruimte boven' het koor was brand ontstaan in twee balken, die de schoorsteen droegen. Deze balken wa ren van onder tot boven verkoold, waarbij het vuur door de nok van het dak langs de schoorsteen naar buiten sloeg. Daar de brandweer spoedig wa ter kon geven kon deze vuurhaard wor den geblust, voor hij zich uitbreidde. De brand is ontstaan door verhitting van de schoorsteen. Deze was wel schoon, maar het steenwerk was zo heet geworden, dat de houten balken, waarop het rustte door zelfontbranding in brand geraakten. Het bestuur van de K.V.P.-afdeling Leiden heeft de groslijst van kandidaten voor de gemeenteraad ongeldig ver klaard. Het heeft dit gedaan in overleg en met instemming van het kringbe- stuur. De motieven, die werden aange voerd waren: het niet-reglementair op treden van het kiescomité-Van Dijk en de actie, die gevoerd is om de candi- datuur van dokter Kortmann te steu nen, een actie die volgens het bestuur in strijd is met het reglement. Men zal zich herinneren, dat in de K.V.P.-Leiden een conflict is ontstaan rond de kandidatenlijst voor de gemeen teraad. In verband daarmee is onlangs een nieuw bestuur van de K.V.P. geko zen, nadat het oude bestuur (leden hier van namen ook in het nieuwe bestuur zitting) na een motie van wantrouwen was afgetreden. De heren Van Dijk en Kortmann, die beiden thans zitting heb ben voor de K.V.P. in de Leidse raad, waren door de adviescommissie op niet- verkiesbare plaatsten gesteld. Intussen zijn er verschillende vergaderingen ge weest, er hebben mutaties plaats gevon den, maar de kandidatenlijst bleef re glementair ongewijzigd. In de groslijststemming zondag jl. werd de heer yan Dijk van de veer tiende naar de vijfde plaats verwezen, de heer Kortmann van de elfde naar de achtste plaats. Het bestuur van de K.V.P.-Leiden heeft nu het kies-comité Van Dijk ont bonden, de actie ten bate van de can- didatuur-Kortmann ten zeerste afge keurd en bevolen, dat ook het kiesco- mité „politiek advies" zijn acties zal staken. Donderdagavond a.s. wordt in Lei den een nieuwe groslijststemming ge houden. Blijkens een publikatie in de april- Annalen van het Pauselijk Genootschap tot Voortplanting van het Geloof heeft Nederland op Missiezondag '57 drieën twintig cent per praktiserende gelovige opgebracht. Een derde deel van alle Nederlandse parochies heeft niet aan de collecte meegedaaa. De opbrengsten liepen voor verschil lende delen van het land sterk uiteen, tn het bisdom Breda was de bijdrage £er katholiek het laagst n.l. 14 cent, in tien Bosch 16 cent. Het aartsbisdom en Roermond stonden gelijk met 24 cent Per hoofd, maar Rotterdam en Haarlem Betaalden 27 en 28 cent. Het hoogst was de bijdrage in het jonge en zwaarbe laste bisdom Groningen, waar men het dubbele opbracht van Den Bosch, n.l. eent per praktiserende katholiek. Mary Drestelhuyt en Louis Davids m Savoirs blijspel „De figurant". (Van onze Haagse redactie) Het ministerie van maatschappelijk werk is er tot nog toe in geslaagd de huisvesting van de stroom repatrian ten uit Indonesië op zeer redelijke wijze te verzorgen. Voor niet minder dan 16.000 gerepatrieerden werd een onder dak gevonden in de 388 pensions en opvangcentra, die voor dit doei beschik baar waren. Ten behoeve van de be jaarden en zieken werd voor huisves ting gezorgd in tehuizen en leegstaan de sanatoria, die mede door de zorg van het Bode Kruis konden worden bemand met voldoende geschoold personeel. 322 minderjarige alleenstaanden konden worden geplaatst bij pleegouders. Er hebben zich gelukkig meer dan voldoen- de aangemeld. De overige gerepatrieerden er kwamen er tussen december en medio maart ongeveer 21.000 konden zelf voor huisvesting zorgen. lfltinister Klompé geeft deze cijfers in een verslag aan de Tweede Kamer over de werkzaamheden van haar departe ment in verband met de repatriëring. Het departement heeft nog ongeveer 8000 bedden in reserve voor de repatri anten die in de komende maanden zul len arriveren. Tot medio augustus wor den er nog 10 a 11000 verwacht. Minister Klompé zegt in haar verslag dat van de aanbiedingen voor huisvesting by particulieren nog slechts een beperkt gebruik is gemaakt. Zij acht het begrij pelijk dat in de kringen van particulie ren, die spontaan hun medewerking aan boden, enige teleurstelling is ontstaan. Inwoning bij anderen is echter niet de ideale vorm van onderbrenging. Van deze mogelijkheid wordt dus niet op de eerste plaats gebruik gemaakt. Ook zouden voor inwoning allereerst die ge zinnen in aanmerking komen, die met de Nederlandse gewoonten bekend zyn, en juist deze categorie kan in vele ge vallen zelf 'n tijdelijk onderdak vinden. Over de huisvesting op langere termijn zegt mej. Klompé dat het contingent „voorkeurswoningen" ten behoeve van haar departement is verhoogd van 1800 tot 3300 per jaar. Zij acht dit een belangrijke bijdrage. De gezondheidstoestand van de repa trianten is over het algemeen niet erg gunstig. Het aantal t.b.c.-patiënten is 'vergelken met de cijfers in Nederland hoog. In totaal kwamen reeds 383 zie ken of hulpbehoevenden in ons land aan. Vier zijn tijdens de reis overleden. Na aankomst is er direct een afdoen- Davids capaciteiten niet zo veel af. Van de ontelbare liedjes die Van Tol voor anderen heeft geschreven, heb ben er maar weinig zo'n grote faam gekregen. Uiteindelijk blijft Davids de man die ze een langdurig leven heeft geschonken, hij met zijn schle mielige verschijning, zijn dunne stem telkens weer voor volle zalen. Het gebruik van een op de achter grond blijvende tekstschrijver is de laat ste jaren sterk toegenomen. Soms hoort men als zodanig openlijk de namen van Annie Schmidt, Jan Blokker, Mi chel van der Plas, Simon Carmiggelt. Kees Stip. Vaak ook verzwijgen de uit voerende artiesten dit, zoals ze met hun tekstschrijver hebben afgesproken. En als men er naar zou vragen, zouden zeMaar kom, elk vak heeft recht op zijn geheimpjes. HENK SUèR de medische controle. Aan kleding, die is berekend op het Nederlandse kli maat, werd tot nog toe tijdens de reis of kort na aankomst voor 4,8 miljoen verstrekt. De geldinzamelingsactie van Rode Kruis en het Centraal Comité voor Kerkelijk en Particulier Initiatief (CCKP) bracht ruim twee miljoen op. In de serie populaire klassieken speelt vanavond het Promenadeorkest o.l.v. Benedict Silberman een operapro gramma. (402 m 19.15 u). Voor France HI (National) wordt op gevoerd de opera „Ariane et Barbe- Bleu" van Paul Ducas, door de opera van Turijn, het geheel onder leiding van Bruno Bartoletti (280 m 19.03 u). Voor het derde programma wordt uit gevoerd de opera „Idomeneo" van Mo zart door de Glyndebourne Opera, het geheel onder leiding van John Prit- chard (464 m 21 u). Zondagmiddag zijn er twee Bel Can to programma's, voor H'sum I om 14 uur, voor H'sum II om 15.05. Voor de K.R.O. speelt het Radio Philh. Orkest o.l.v. Willem van Otterloo de Zevende Symfonie van Bruckner. (402 m— 15.20 u). Voor de televisie is er om vijf voor twaalf een uitzending uit Rome van de pauselijke zegen Urbi et Orbi. 's Avonds is er een Eurovisie-uitzending van de opera Carmen van Bizet. Voor het derde programma wordt op gevoerd de Two Gentlemen of Verona van Shakespeare (464 m 18 u). Voor France III (National) speelt het Orchestre Nationa1 o.l.v. Pedro de Freitas Branco m.m.v. de pianist Vent- sislav Yankoff, die het Concert nr. 22 van Mozart zal spelen (280 m 20 u). Op Tweede Paasdag-avond wordt voor de N.C.R.V. uitgevoerd de Can tate nr. 6 „Bleib bei uns denn es will Abend werden" van J. S. Bach (402 m 22.25 u). Voor de V.A.R.A. is een herhaling te beluisteren van een hoorspel naar het bekende boek „Voordat ik het ver geet" van Meijer-Sluiser (298 m 19.30 u). Voor de televisie is er 's middags een extra filmprogramma voor de kinderen met en documentaire over de kuifeend en een verslag van de reis van prinses Beatrix naar de West. 's Avonds is er het gewone programma van de A.V.R.O. Voor hgt derde programma speelt het Philharmonia Orkest o.l.v. Otto Klem- perer, waarbij Clara Haskil het Piano concert nr. 20 van Mozart zal spelen. Het orkest speelt nog Don Juan en Till Eulenspiegel van Richard Strauss (464 m 21 u). Voor France III (National) speelt het Orchestre National o.l.v. Jean Foumet o.m. de Manfred-Ouverture van Schu mann. Pierre Mollet, bariton, zingt de Vier ernste Gesange van Brahms (280 m 20.05 u). DE KLEINE MAN Dat vernederende gebedel waaraan ook Louis' moeder wel eens deel moest nemen, bestond toen nog overal waar het troepje van vader Davids kwam, in de kroegen, in de kermistenten en op de markten. Het was vooral dank zij het ijveren van Louis dat daar later een eind aan kwam. De jonge Louis wilde hogerop. Hij onttrok zich aan het vaderlijke be wind, liet zijn broer Hakkie en zijn zusters Rika en Heintje hun moeiza me broodwinning en reisde als assis tent van een goochelaar naar het bui tenland. Hij bleef er even berooid bij en zijn vader moest meermalen te hulp schieten. Eenmaal, weer stevig in het variété met vele stuntjes en zelfs eens de medewerking van de standwer ker Moos Llnnewiel, ofwel Kokadorus van de Nieuwmarkt, na de operette intermezzo's en de revueperiode bij Henri ter Hall, brak met Margie Mor ris de volle lente aan in zijn artiesten- bestaan. Louis was lastig, veeleisend en wel eens kribbig voor een ander, hij vrees de de armoede waarin hij was opge groeid, maar wist waar geld te ver dienen was, hij was eerzuchtig, haakte naar - het grote toneel, waartoe later Cees Laseur hem wel eens de kans gegeven heeft, het deed allemaal niets af aan zijn direct aansprekend talent om Davids rechts van Jan Musch en Jac i Schouwtoneel in Er begon ook Jets In hem te veran deren, iets waarvoor hij angst had. Langzamerhand was hij op een leef tijd gekomen dat het tikkeltje sentimen taliteit in zijn optreden en zijn lied jes het vrouwvolk niet meer zo pakte. Evenmin kon hij nog met veel over tuiging met zijn vlotte branie te koop lopen. Bovendien begon in hem de kwaal te werken, de astma die zijn leven gaandeweg zou slopen. Hij moest mondjesmaat zijn energie verbruiken. Louis was een harde werker, maar waar moest hij met zijn jeugd en jolig heid heen als hij niet meer onbezon nen of temerig kon zingen: We gaan naar buiten.of En toch ben ik dol op jou. Het was in deze, voor hem wat neer slachtige tijd, dat h\j van Koos Speen hof! eens een paar teksten toegestuurd kreeg. Van de meeste wijzigde hij de sarcastische woorden in wat mildere regels die hem beter lagen. Maar „Ik weet niet waar ik sterven zal" nam hij in Speenhoff's versie op zijn reper toire. De broodschrijver Jacques van Tol toonde hem ook eens een paar teksten. De ene nam Louis zo, de andere gooide hij door elkaar, vulde hij aan en schrapte hij weer gedeeltelijk. Maar Jacques van Tol voelde spoedig aan wat Davids paste. En Davids vond deze hulp wel een uitkomst in zijn druk, reizend bestaan en in een periode dat hij een nieuwe koers moest vin den. Met zijn reputatie mocht hij zich deze steun veroorloven en daarenboven, zo spiegelde hij zich niet ten onrechte voor, kon hij altijd zelf weer de pen ter hand nemen. De stemming van het genre, dat peinzende of dat omstandig verhalende, lag hem, nu hij het vak anders, kalmer moest gaan beoefenen. Tientje per liedje Het Kurhauscabaret in Scheveningen, dat Davids had opgezet, vergde elke veertien dagen een nieuw repertoire met nieuwe conférences en liedjes. De produktie van Van Tol kon dit wel aan. Voor elk liedje betaalde Davids hem een tientje, hetgeen later tot vijf tig gulden verhoogd werd. Daarmee had Davids de opvoeringsrechten voor zich alleen. In het begin werd nog wel eens geannonceerd dat Jacques van Tol de tekstdichter was, maar dat bleef spoedig achterwege. Bleef ook achterwege toen men in het land steeds meer oog voor de opmerkelijke tekst begon te krijgen, toen men een man als Menno ter Braak, alleen om de tekst, elk nieuw programma zag bezoe ken. Week-end in Scheveningen, De Swc pstake, De Olieman, Naar de eol iën, Jubileum van Ome Kobus, De pen- en inktsymfonie, ontelbare Limme- ricks, De voetbalmatch, Mammie heeft !e Haas in „Je meent 't", dat door het '26 is opgevoerd. een rijbewijs men zal ze nog wel kunnen neuriën Jacques van Tol schreef ze. Behoudens enkele ingewij den zag ieder echter Davids voor de geestelijke vader aan. De cabaretbe zoeker interesseerde zich voor de her komst overigens niet overmatig. En Van Tol maakte er geen probleem van. Nu Margie Morris er niet meer was, moest Louis zelf voor de melodie zor gen. Het moesten weinig energie ver gende wijsjes zijn. Louis vond een spe ciaal schema. Als een refreintje van Van Tol er niet op paste, maakte Louis het passend. Tot Van Tol ook het schema begreep. Met de tekst en zijn eigen melodietje zocht Davids Cor Le- maire op, die zonodig het deuntje bij schaafde en de pianopartij erbij schreef voor een uitgave in bladmuziek. Tek sten, zoals Louis er in zijn leven hon derden gemaakt had, kwamen er in de laatste vijftien jaren van zijn leven weinig meer onder zijn handen van daan. Het verhaal van de „Boksmatch" hebben we nog niet verteld. Meyer Hamel had deze geschiedenis naar Da vids gezonden, maar het beviel Davids in deze vorm niet. Hij liet het een paar jaar liggen en kwam toen met een totaal andere versie voor de dag. Meyer Hamel zal er nauwelijks drie regels van zichzelf in herkend hebben. De Kleine Man Het we mogen wel zeggen be roemde epos van De Kleine Man heeft een eigen historie. Er bestond een En gels liedje dat volgens Willy Walden „The big cityman" getiteld was. Da vids maakte er met zijn zwager Rido een vertaling van. Het zou in een revue gepresenteerd worden en vooraf had Rido een verkiezingsschetsje geflanst. Na dit stukje zou Davids als een ge slagen burgermannetje ten tonele ko men. Maar de vertaling „deed" het niet. Van Tol schreef enkele nieuwe coupletten waaruit Davids het een en ander koos. Louis schreef zelf ook enke le coupletten en ontleende aan het uit Engeland overgewaaide „Beppy doe een steppie" een paar ideeën voor de melodie van het refreintje van De Klei ne Man. Enfin, in broederlijke een dracht kwam De Kleine Man tot leven. Schrijvend voor Davids ontleende Jacques van Tol wel eens meer iets aan Engelse liedjes. „Weet je nog wel oudje," is op die manier geboren. Davids paste de tekst wel weer op zijn muzikaal schema om er iets volledig nieuws van Ie fabriceren. Jacques van Tol heeft ongeveer hon derd Davids-liedjes op zijn geweten en behalve die liedjes nog veel meer. Dat vooral de liedjes van Van Tol in herinnering zijn gebleven, doet aan je hoop dat, als ik er niet meer zal zijn, mijn liedjes steeds in herinnering zullen blijven, schreef „de kleine man" Louis Davids in de jaren dertig. Toen niet zo lang geleden voor de radio een serie grammofoonplaten ten gehore werd gebracht van Davids als revuester, was de ontgoocheling algemeen. Hoorde men hier nu die bijna legendarische „kleine man? Had men voor hem zoveel gejuicht? Voor dit nogal banale, zouteloze gedoe? Ach, zei men, Davids was geen grote komiek of een zotte conférencier; Davids was de man van de onovertroffen liedjes, de speelman van straat madelieven. Hij zong van de kleine luiden. Ook zijn horizon reikte niet ver, maar wat hij binnen deze gezichtscirkel opmerkte, was van 'n kristallen klaarte. Zoals hij daar op het toneel stond met zijn tengere gestalte, zijn scherpe kop, aan weerszijden van zijn neus die spottende plooien, zoals hij zong met zijn zachte, maar tot in de nok van een vol Carré doordringende stem, zo trad hij naar voren als de beste van de slecht bedeelde zwoegers. Hun waren de zevenhonderd liedjes gewijd die hij in zijn leven gezongen had. En dit repertoire, beweerde men, kende geen evenknie. Wellicht waren er discussiegenoten die wisten: „Davids beste liedjes waren van een ander Hoe dat nu zit? Laat ons vast de namen noemen van degenen die er heel weinig of veel mee uitstaande hadden: Margie Morris, Rido, Meyer Hamel, Speenhoff, Cor Lemaire en vooral Jacques van Tol. Maar de hoofdfiguur in het repertoire bleef Davids zelf. Davids was geen Amsterdammer, al zou men dat denken. Hij kwam uit de Rotterdamse Zandstraatin 1885, toen Lout je geboren werd, een troosteloze achterbuurt. Vader en moeder Davids waren kermisluitjes. De school leerde Loutje niet veel. Als jongen van acht jaar trad hij met zijn vader en moeder op in de lolkroegen van de Amsterdamse Nes, waar in plaats van juke-boxes tingeltangels daverden. Het toneel bestond uit een paar planken op schragen. Een stuk zeil schutte de kleedkamersaf. Zangduo's, grappenmakers, een pianist die deed wal-ie kon en wat dansjuffertjes sloofden er voor hun arm zalig bestaan in het afbladderende klaterverguldsel. De damesleden gingen op hun attractiefst met een koperen geldbakje door de tabakswalm van tafeltje naar tafeltje. De stuivers en plakken stonden de herenbezoekers nog niet eens voor niets af. de vaderlandse bodem gepoot, kreeg hij een kans in de grote show-busi ness, wat in die tijd, en in dit land, het variétécircus van Frits van Haar lem was. Louis kon uitstekende lied jes schrijven, was altijd goed voor een best lachnummer. Met zijn ge sappel in de Nes, in dat weinig ver heffende, maar wel eens sjeuige ver maak en met leergierige uitstapjes naar elders, had hij het amusements vak onder de knie gekregen. Louis, zo was gebleken, behoorde tot de bes ten uit zijn milieu. Hij trouwde met een burgerdochter, Betsy Kokernoot, doch dit huwelijk moest al gauw tot zijn tragische duetten gerekend wor den. Het duo van Louis en zjjn zus Rika verwierf in de show-business meer succes. He, she and the piano HU ontmoette een Engelse officiers dochter, Margie Morris, die het toneel gekozen had. Zij danste, zong, en schreef aardige muziekjes. De teksten die Louis bedacht zette zij op muziek. Het werd een lange reeks en „he, she and the piano" werd een overal ge vraagd topnummer van grote afwisse ling. Na de tijd van de tingeltangel, het hart van de gewone man te beroe ren. Hij schreef en Margie componeer de „En toch ben ik dol op jou" en „De meisjes uit Wenen" en „Breng mij naar Amsterdam terug" en vele, vele andere. Louis en Margie trokken naar de Oost met veel succes, Louis schreef voor de stukken van Herman Bouber „Nou, tabeh dan", „Als de tros wordt losgesmeten", „De Westertoren" enzo voort. Bekend in die tijd werden ook „In het bos", „We gaan naar buiten" en „Zandvoort aan de Zee". Als de mu ziek niet helemaal van Margie Morris was, dan was zij vaak ontleend aan Engelse Schlagers, maar Louis was de geestelijke vader van de tekst. De sa tirieke conférences op actualiteiten die Louis ten beste gaf, droegen met recht en reden het signatuur Davids. He, she and the piano gingen plotse ling uiteen. Davids, al een beroemd man, zag zich directeur van het Casino theater in Rotterdam worden. Men kende zijn creatie van Tinus de Vullis man en iedereen in de straat zong zijn liedjes. De jongen uit de Zandstraat was een figuur van betekenis gewor den. Er waren niet eens zoveel men sen die voor zijn volkse genre hun neus ophaalden. Louis Davids en Corrie Vonk in de operette Het witte paard".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 11