was niet juou
Davids alleen
Van de 700 Davids liedjes waren er
ongeveer 100 van een ander
Huisvesting kon tot nog
op zeer redelijke wijze
worden verzorgd
Radio en TV
op Pasen
«BB®
De Skaubryn
nog gloeiend
heet
De speelman van de v
vstraatmadelieven
Brand in kerk
door verhitting
van schoorsteen
16.000 in pensions en opvangcentra;
21.000 redden zich zelf
Na brand op de
Stille Oceaan
IJmuidense sleper
heeft voorlopig
vastgemaakt
Groslijst KVP-Leiden
ongeldig verklaard
Opbrengst collecte
op Missiezondag
DE REPATRIANTEN UIT INDONESIË
Vanavond
Eerste Paasdag
Tweede Paasdag
ZATERDAG 5 APRIL 1958
PAGINA 11
Wegens „onreglementair
optreden"
23 cent per gelovige
Voortgekomen uit een Rotterdamse
achterbuurt, heeft Louis Davids vele
jaren nodig gehad om de hier
zo triomfantelijk geportretteerde ar
tiest, de gearriveerde „kleine man"
te worden. Hij staat hier met zijn
handen in de „steekzakken" van
zijn colbert. Dit kleermakerssnufje
zullen velen zich nog wel uit zijn
latere jaren herinneren.
Het Noorse emigrantenschip „Skau
bryn", dat maandagavond in de Indische
Oceaan door brand werd verwoest, rookt
nog steeds. Uit voor- en achterschip stij
gen voortdurend donkere rookpluimen
op. De opbouw midscheeps en de brug
vormen een complete ravage. De romp
ziet er nog goed uit. Maar de ijzeren
platen van het schip zijn nog altijd zo
heet, dat niemand het schip kan betre
den.
Dit zijn de voornaamste bijzonder
heden, die kapitein Teun Hoek van de
IJmuidense sleepboot „Cycloop" vrij
dagmiddag naar zijn rederij zond. De
Skaubryn maakt slagzij van vijf tot tien
graden. Maar er zit weer vaart in het
schip.
Vrijdagmiddag 1 uur, vijf uur plaat
selijke tijd, heeft de Cycloop vastge
maakt. De verbinding tussen sleepboot
en uitgebrand schip wordt gevormd door
45 vaam ketting. Het was door de hitte
onmogelijk een sleeptros op het uitge
brande schip vast te maken. De sleep-
ketting is daarom vastgezet op de an
kerketting van de Skaubryn. Met een
vaart van 4 mijl is de Cycloop er nu
mee onderweg naar Aden.
Donderdagmorgen kwam er een be
richt van Reuter, dat het Britse korvet
Loch Fada een verbinding met de Skau
bryn tot stand had gebracht. De Loch
Fada was alvast met het wrak op sleep
touw gegaan, maar de volgende morgen
moest het schip op last van de Britse
admiraliteit weer prijsgegeven worden.
De Cycloop was toen reeds in de buurt.
De positie van het uitgebrande schip
was toen 11 graden 28 minuten Noor
derbreedte en 54 graden 10 minuten Oos
terlengte.
Na de melding van de brand was
vanuit Aden ook het Deense bergings
vaartuig Protector, dat daar op station
ligt, uitgevaren. De Protector bevond
zich vrijdag eveneens in de nabijheid
van de Skaubryn, maar heeft niet vast
gemaakt.
Vrijdagavond werd ds. F. van der
Heijden, predikant van de hervormde
kerk te Lochem, tijdens de avondmaal-
dienst in zijn kerk, medegedeeld dat er
in de kerk brand was uitgebroken. De
kerkgangers verlieten onmiddellijk het
Sebouw. Er deden zich geen persoon
lijke ongelukken voor.
In de dakruimte boven' het koor was
brand ontstaan in twee balken, die de
schoorsteen droegen. Deze balken wa
ren van onder tot boven verkoold,
waarbij het vuur door de nok van het
dak langs de schoorsteen naar buiten
sloeg. Daar de brandweer spoedig wa
ter kon geven kon deze vuurhaard wor
den geblust, voor hij zich uitbreidde.
De brand is ontstaan door verhitting
van de schoorsteen. Deze was wel
schoon, maar het steenwerk was zo
heet geworden, dat de houten balken,
waarop het rustte door zelfontbranding
in brand geraakten.
Het bestuur van de K.V.P.-afdeling
Leiden heeft de groslijst van kandidaten
voor de gemeenteraad ongeldig ver
klaard. Het heeft dit gedaan in overleg
en met instemming van het kringbe-
stuur. De motieven, die werden aange
voerd waren: het niet-reglementair op
treden van het kiescomité-Van Dijk en
de actie, die gevoerd is om de candi-
datuur van dokter Kortmann te steu
nen, een actie die volgens het bestuur
in strijd is met het reglement.
Men zal zich herinneren, dat in de
K.V.P.-Leiden een conflict is ontstaan
rond de kandidatenlijst voor de gemeen
teraad. In verband daarmee is onlangs
een nieuw bestuur van de K.V.P. geko
zen, nadat het oude bestuur (leden hier
van namen ook in het nieuwe bestuur
zitting) na een motie van wantrouwen
was afgetreden. De heren Van Dijk en
Kortmann, die beiden thans zitting heb
ben voor de K.V.P. in de Leidse raad,
waren door de adviescommissie op niet-
verkiesbare plaatsten gesteld. Intussen
zijn er verschillende vergaderingen ge
weest, er hebben mutaties plaats gevon
den, maar de kandidatenlijst bleef re
glementair ongewijzigd.
In de groslijststemming zondag jl.
werd de heer yan Dijk van de veer
tiende naar de vijfde plaats verwezen,
de heer Kortmann van de elfde naar
de achtste plaats.
Het bestuur van de K.V.P.-Leiden
heeft nu het kies-comité Van Dijk ont
bonden, de actie ten bate van de can-
didatuur-Kortmann ten zeerste afge
keurd en bevolen, dat ook het kiesco-
mité „politiek advies" zijn acties zal
staken.
Donderdagavond a.s. wordt in Lei
den een nieuwe groslijststemming ge
houden.
Blijkens een publikatie in de april-
Annalen van het Pauselijk Genootschap
tot Voortplanting van het Geloof heeft
Nederland op Missiezondag '57 drieën
twintig cent per praktiserende gelovige
opgebracht. Een derde deel van alle
Nederlandse parochies heeft niet aan
de collecte meegedaaa.
De opbrengsten liepen voor verschil
lende delen van het land sterk uiteen,
tn het bisdom Breda was de bijdrage
£er katholiek het laagst n.l. 14 cent, in
tien Bosch 16 cent. Het aartsbisdom en
Roermond stonden gelijk met 24 cent
Per hoofd, maar Rotterdam en Haarlem
Betaalden 27 en 28 cent. Het hoogst was
de bijdrage in het jonge en zwaarbe
laste bisdom Groningen, waar men het
dubbele opbracht van Den Bosch, n.l.
eent per praktiserende katholiek.
Mary Drestelhuyt en Louis Davids m Savoirs blijspel „De figurant".
(Van onze Haagse redactie)
Het ministerie van maatschappelijk
werk is er tot nog toe in geslaagd de
huisvesting van de stroom repatrian
ten uit Indonesië op zeer redelijke wijze
te verzorgen. Voor niet minder dan
16.000 gerepatrieerden werd een onder
dak gevonden in de 388 pensions en
opvangcentra, die voor dit doei beschik
baar waren. Ten behoeve van de be
jaarden en zieken werd voor huisves
ting gezorgd in tehuizen en leegstaan
de sanatoria, die mede door de zorg van
het Bode Kruis konden worden bemand
met voldoende geschoold personeel. 322
minderjarige alleenstaanden konden
worden geplaatst bij pleegouders. Er
hebben zich gelukkig meer dan voldoen-
de aangemeld.
De overige gerepatrieerden er
kwamen er tussen december en medio
maart ongeveer 21.000 konden zelf
voor huisvesting zorgen.
lfltinister Klompé geeft deze cijfers in
een verslag aan de Tweede Kamer over
de werkzaamheden van haar departe
ment in verband met de repatriëring.
Het departement heeft nog ongeveer
8000 bedden in reserve voor de repatri
anten die in de komende maanden zul
len arriveren. Tot medio augustus wor
den er nog 10 a 11000 verwacht. Minister
Klompé zegt in haar verslag dat van
de aanbiedingen voor huisvesting by
particulieren nog slechts een beperkt
gebruik is gemaakt. Zij acht het begrij
pelijk dat in de kringen van particulie
ren, die spontaan hun medewerking aan
boden, enige teleurstelling is ontstaan.
Inwoning bij anderen is echter niet de
ideale vorm van onderbrenging. Van
deze mogelijkheid wordt dus niet op de
eerste plaats gebruik gemaakt. Ook
zouden voor inwoning allereerst die ge
zinnen in aanmerking komen, die met
de Nederlandse gewoonten bekend zyn,
en juist deze categorie kan in vele ge
vallen zelf 'n tijdelijk onderdak vinden.
Over de huisvesting op langere termijn
zegt mej. Klompé dat het contingent
„voorkeurswoningen" ten behoeve van
haar departement is verhoogd van 1800
tot 3300 per jaar. Zij acht dit een
belangrijke bijdrage.
De gezondheidstoestand van de repa
trianten is over het algemeen niet erg
gunstig. Het aantal t.b.c.-patiënten is
'vergelken met de cijfers in Nederland
hoog. In totaal kwamen reeds 383 zie
ken of hulpbehoevenden in ons land
aan. Vier zijn tijdens de reis overleden.
Na aankomst is er direct een afdoen-
Davids capaciteiten niet zo veel af.
Van de ontelbare liedjes die Van Tol
voor anderen heeft geschreven, heb
ben er maar weinig zo'n grote faam
gekregen. Uiteindelijk blijft Davids
de man die ze een langdurig leven
heeft geschonken, hij met zijn schle
mielige verschijning, zijn dunne stem
telkens weer voor volle zalen.
Het gebruik van een op de achter
grond blijvende tekstschrijver is de laat
ste jaren sterk toegenomen. Soms hoort
men als zodanig openlijk de namen
van Annie Schmidt, Jan Blokker, Mi
chel van der Plas, Simon Carmiggelt.
Kees Stip. Vaak ook verzwijgen de uit
voerende artiesten dit, zoals ze met hun
tekstschrijver hebben afgesproken. En
als men er naar zou vragen, zouden
zeMaar kom, elk vak heeft recht op
zijn geheimpjes.
HENK SUèR
de medische controle. Aan kleding, die
is berekend op het Nederlandse kli
maat, werd tot nog toe tijdens de reis
of kort na aankomst voor 4,8 miljoen
verstrekt. De geldinzamelingsactie van
Rode Kruis en het Centraal Comité
voor Kerkelijk en Particulier Initiatief
(CCKP) bracht ruim twee miljoen op.
In de serie populaire klassieken
speelt vanavond het Promenadeorkest
o.l.v. Benedict Silberman een operapro
gramma. (402 m 19.15 u).
Voor France HI (National) wordt op
gevoerd de opera „Ariane et Barbe-
Bleu" van Paul Ducas, door de opera
van Turijn, het geheel onder leiding van
Bruno Bartoletti (280 m 19.03 u).
Voor het derde programma wordt uit
gevoerd de opera „Idomeneo" van Mo
zart door de Glyndebourne Opera, het
geheel onder leiding van John Prit-
chard (464 m 21 u).
Zondagmiddag zijn er twee Bel Can
to programma's, voor H'sum I om 14
uur, voor H'sum II om 15.05. Voor de
K.R.O. speelt het Radio Philh. Orkest
o.l.v. Willem van Otterloo de Zevende
Symfonie van Bruckner. (402 m—
15.20 u).
Voor de televisie is er om vijf voor
twaalf een uitzending uit Rome van de
pauselijke zegen Urbi et Orbi. 's Avonds
is er een Eurovisie-uitzending van de
opera Carmen van Bizet.
Voor het derde programma wordt op
gevoerd de Two Gentlemen of Verona
van Shakespeare (464 m 18 u).
Voor France III (National) speelt
het Orchestre Nationa1 o.l.v. Pedro de
Freitas Branco m.m.v. de pianist Vent-
sislav Yankoff, die het Concert nr. 22
van Mozart zal spelen (280 m 20 u).
Op Tweede Paasdag-avond wordt
voor de N.C.R.V. uitgevoerd de Can
tate nr. 6 „Bleib bei uns denn es will
Abend werden" van J. S. Bach (402
m 22.25 u).
Voor de V.A.R.A. is een herhaling
te beluisteren van een hoorspel naar
het bekende boek „Voordat ik het ver
geet" van Meijer-Sluiser (298 m
19.30 u).
Voor de televisie is er 's middags een
extra filmprogramma voor de kinderen
met en documentaire over de kuifeend
en een verslag van de reis van prinses
Beatrix naar de West. 's Avonds is er
het gewone programma van de
A.V.R.O.
Voor hgt derde programma speelt het
Philharmonia Orkest o.l.v. Otto Klem-
perer, waarbij Clara Haskil het Piano
concert nr. 20 van Mozart zal spelen.
Het orkest speelt nog Don Juan en
Till Eulenspiegel van Richard Strauss
(464 m 21 u).
Voor France III (National) speelt het
Orchestre National o.l.v. Jean Foumet
o.m. de Manfred-Ouverture van Schu
mann. Pierre Mollet, bariton, zingt de
Vier ernste Gesange van Brahms (280
m 20.05 u).
DE KLEINE MAN
Dat vernederende gebedel waaraan
ook Louis' moeder wel eens deel moest
nemen, bestond toen nog overal waar
het troepje van vader Davids kwam,
in de kroegen, in de kermistenten en
op de markten. Het was vooral dank
zij het ijveren van Louis dat daar later
een eind aan kwam.
De jonge Louis wilde hogerop. Hij
onttrok zich aan het vaderlijke be
wind, liet zijn broer Hakkie en zijn
zusters Rika en Heintje hun moeiza
me broodwinning en reisde als assis
tent van een goochelaar naar het bui
tenland. Hij bleef er even berooid
bij en zijn vader moest meermalen te
hulp schieten. Eenmaal, weer stevig in
het variété met vele stuntjes en zelfs
eens de medewerking van de standwer
ker Moos Llnnewiel, ofwel Kokadorus
van de Nieuwmarkt, na de operette
intermezzo's en de revueperiode bij
Henri ter Hall, brak met Margie Mor
ris de volle lente aan in zijn artiesten-
bestaan.
Louis was lastig, veeleisend en wel
eens kribbig voor een ander, hij vrees
de de armoede waarin hij was opge
groeid, maar wist waar geld te ver
dienen was, hij was eerzuchtig, haakte
naar - het grote toneel, waartoe later
Cees Laseur hem wel eens de kans
gegeven heeft, het deed allemaal niets
af aan zijn direct aansprekend talent om
Davids rechts van Jan Musch en Jac i
Schouwtoneel in
Er begon ook Jets In hem te veran
deren, iets waarvoor hij angst had.
Langzamerhand was hij op een leef
tijd gekomen dat het tikkeltje sentimen
taliteit in zijn optreden en zijn lied
jes het vrouwvolk niet meer zo pakte.
Evenmin kon hij nog met veel over
tuiging met zijn vlotte branie te koop
lopen. Bovendien begon in hem de
kwaal te werken, de astma die zijn
leven gaandeweg zou slopen. Hij moest
mondjesmaat zijn energie verbruiken.
Louis was een harde werker, maar
waar moest hij met zijn jeugd en jolig
heid heen als hij niet meer onbezon
nen of temerig kon zingen: We gaan
naar buiten.of En toch ben ik dol
op jou.
Het was in deze, voor hem wat neer
slachtige tijd, dat h\j van Koos Speen
hof! eens een paar teksten toegestuurd
kreeg. Van de meeste wijzigde hij de
sarcastische woorden in wat mildere
regels die hem beter lagen. Maar „Ik
weet niet waar ik sterven zal" nam
hij in Speenhoff's versie op zijn reper
toire. De broodschrijver Jacques van
Tol toonde hem ook eens een paar
teksten. De ene nam Louis zo, de
andere gooide hij door elkaar, vulde hij
aan en schrapte hij weer gedeeltelijk.
Maar Jacques van Tol voelde spoedig
aan wat Davids paste. En Davids vond
deze hulp wel een uitkomst in zijn
druk, reizend bestaan en in een periode
dat hij een nieuwe koers moest vin
den. Met zijn reputatie mocht hij zich
deze steun veroorloven en daarenboven,
zo spiegelde hij zich niet ten onrechte
voor, kon hij altijd zelf weer de pen
ter hand nemen. De stemming van het
genre, dat peinzende of dat omstandig
verhalende, lag hem, nu hij het vak
anders, kalmer moest gaan beoefenen.
Tientje per liedje
Het Kurhauscabaret in Scheveningen,
dat Davids had opgezet, vergde elke
veertien dagen een nieuw repertoire
met nieuwe conférences en liedjes. De
produktie van Van Tol kon dit wel
aan. Voor elk liedje betaalde Davids
hem een tientje, hetgeen later tot vijf
tig gulden verhoogd werd. Daarmee
had Davids de opvoeringsrechten voor
zich alleen. In het begin werd nog
wel eens geannonceerd dat Jacques
van Tol de tekstdichter was, maar dat
bleef spoedig achterwege. Bleef ook
achterwege toen men in het land steeds
meer oog voor de opmerkelijke tekst
begon te krijgen, toen men een man
als Menno ter Braak, alleen om de
tekst, elk nieuw programma zag bezoe
ken. Week-end in Scheveningen, De
Swc pstake, De Olieman, Naar de eol
iën, Jubileum van Ome Kobus, De
pen- en inktsymfonie, ontelbare Limme-
ricks, De voetbalmatch, Mammie heeft
!e Haas in „Je meent 't", dat door het
'26 is opgevoerd.
een rijbewijs men zal ze nog wel
kunnen neuriën Jacques van Tol
schreef ze. Behoudens enkele ingewij
den zag ieder echter Davids voor de
geestelijke vader aan. De cabaretbe
zoeker interesseerde zich voor de her
komst overigens niet overmatig. En
Van Tol maakte er geen probleem van.
Nu Margie Morris er niet meer was,
moest Louis zelf voor de melodie zor
gen. Het moesten weinig energie ver
gende wijsjes zijn. Louis vond een spe
ciaal schema. Als een refreintje van
Van Tol er niet op paste, maakte Louis
het passend. Tot Van Tol ook het
schema begreep. Met de tekst en zijn
eigen melodietje zocht Davids Cor Le-
maire op, die zonodig het deuntje bij
schaafde en de pianopartij erbij schreef
voor een uitgave in bladmuziek. Tek
sten, zoals Louis er in zijn leven hon
derden gemaakt had, kwamen er in de
laatste vijftien jaren van zijn leven
weinig meer onder zijn handen van
daan.
Het verhaal van de „Boksmatch"
hebben we nog niet verteld. Meyer
Hamel had deze geschiedenis naar Da
vids gezonden, maar het beviel Davids
in deze vorm niet. Hij liet het een
paar jaar liggen en kwam toen met
een totaal andere versie voor de dag.
Meyer Hamel zal er nauwelijks drie
regels van zichzelf in herkend hebben.
De Kleine Man
Het we mogen wel zeggen be
roemde epos van De Kleine Man heeft
een eigen historie. Er bestond een En
gels liedje dat volgens Willy Walden
„The big cityman" getiteld was. Da
vids maakte er met zijn zwager Rido
een vertaling van. Het zou in een revue
gepresenteerd worden en vooraf had
Rido een verkiezingsschetsje geflanst.
Na dit stukje zou Davids als een ge
slagen burgermannetje ten tonele ko
men. Maar de vertaling „deed" het
niet. Van Tol schreef enkele nieuwe
coupletten waaruit Davids het een en
ander koos. Louis schreef zelf ook enke
le coupletten en ontleende aan het uit
Engeland overgewaaide „Beppy doe
een steppie" een paar ideeën voor de
melodie van het refreintje van De Klei
ne Man. Enfin, in broederlijke een
dracht kwam De Kleine Man tot leven.
Schrijvend voor Davids ontleende
Jacques van Tol wel eens meer iets
aan Engelse liedjes. „Weet je nog
wel oudje," is op die manier geboren.
Davids paste de tekst wel weer op zijn
muzikaal schema om er iets volledig
nieuws van Ie fabriceren.
Jacques van Tol heeft ongeveer hon
derd Davids-liedjes op zijn geweten
en behalve die liedjes nog veel meer.
Dat vooral de liedjes van Van Tol
in herinnering zijn gebleven, doet aan
je hoop dat, als ik er niet meer zal zijn, mijn liedjes steeds in herinnering
zullen blijven, schreef „de kleine man" Louis Davids in de jaren dertig.
Toen niet zo lang geleden voor de radio een serie grammofoonplaten
ten gehore werd gebracht van Davids als revuester, was de ontgoocheling
algemeen. Hoorde men hier nu die bijna legendarische „kleine man? Had
men voor hem zoveel gejuicht? Voor dit nogal banale, zouteloze gedoe?
Ach, zei men, Davids was geen grote komiek of een zotte conférencier;
Davids was de man van de onovertroffen liedjes, de speelman van straat
madelieven. Hij zong van de kleine luiden. Ook zijn horizon reikte niet ver,
maar wat hij binnen deze gezichtscirkel opmerkte, was van 'n kristallen klaarte.
Zoals hij daar op het toneel stond met zijn tengere gestalte, zijn scherpe
kop, aan weerszijden van zijn neus die spottende plooien, zoals hij zong met
zijn zachte, maar tot in de nok van een vol Carré doordringende stem, zo
trad hij naar voren als de beste van de slecht bedeelde zwoegers. Hun
waren de zevenhonderd liedjes gewijd die hij in zijn leven gezongen had.
En dit repertoire, beweerde men, kende geen evenknie. Wellicht waren er
discussiegenoten die wisten: „Davids beste liedjes waren van een ander
Hoe dat nu zit? Laat ons vast de namen noemen van degenen die er heel
weinig of veel mee uitstaande hadden: Margie Morris, Rido, Meyer Hamel,
Speenhoff, Cor Lemaire en vooral Jacques van Tol. Maar de hoofdfiguur
in het repertoire bleef Davids zelf.
Davids was geen Amsterdammer, al zou men dat denken. Hij kwam uit
de Rotterdamse Zandstraatin 1885, toen Lout je geboren werd, een troosteloze
achterbuurt. Vader en moeder Davids waren kermisluitjes. De school leerde
Loutje niet veel. Als jongen van acht jaar trad hij met zijn vader en moeder
op in de lolkroegen van de Amsterdamse Nes, waar in plaats van juke-boxes
tingeltangels daverden. Het toneel bestond uit een paar planken op schragen.
Een stuk zeil schutte de kleedkamersaf. Zangduo's, grappenmakers, een
pianist die deed wal-ie kon en wat dansjuffertjes sloofden er voor hun arm
zalig bestaan in het afbladderende klaterverguldsel. De damesleden gingen
op hun attractiefst met een koperen geldbakje door de tabakswalm van
tafeltje naar tafeltje. De stuivers en plakken stonden de herenbezoekers nog
niet eens voor niets af.
de vaderlandse bodem gepoot, kreeg
hij een kans in de grote show-busi
ness, wat in die tijd, en in dit land,
het variétécircus van Frits van Haar
lem was. Louis kon uitstekende lied
jes schrijven, was altijd goed voor
een best lachnummer. Met zijn ge
sappel in de Nes, in dat weinig ver
heffende, maar wel eens sjeuige ver
maak en met leergierige uitstapjes
naar elders, had hij het amusements
vak onder de knie gekregen. Louis,
zo was gebleken, behoorde tot de bes
ten uit zijn milieu. Hij trouwde met
een burgerdochter, Betsy Kokernoot,
doch dit huwelijk moest al gauw tot
zijn tragische duetten gerekend wor
den. Het duo van Louis en zjjn zus
Rika verwierf in de show-business
meer succes.
He, she and the piano
HU ontmoette een Engelse officiers
dochter, Margie Morris, die het toneel
gekozen had. Zij danste, zong, en
schreef aardige muziekjes. De teksten
die Louis bedacht zette zij op muziek.
Het werd een lange reeks en „he, she
and the piano" werd een overal ge
vraagd topnummer van grote afwisse
ling. Na de tijd van de tingeltangel,
het hart van de gewone man te beroe
ren. Hij schreef en Margie componeer
de „En toch ben ik dol op jou" en „De
meisjes uit Wenen" en „Breng mij
naar Amsterdam terug" en vele, vele
andere. Louis en Margie trokken naar
de Oost met veel succes, Louis schreef
voor de stukken van Herman Bouber
„Nou, tabeh dan", „Als de tros wordt
losgesmeten", „De Westertoren" enzo
voort. Bekend in die tijd werden ook
„In het bos", „We gaan naar buiten"
en „Zandvoort aan de Zee". Als de mu
ziek niet helemaal van Margie Morris
was, dan was zij vaak ontleend aan
Engelse Schlagers, maar Louis was de
geestelijke vader van de tekst. De sa
tirieke conférences op actualiteiten die
Louis ten beste gaf, droegen met recht
en reden het signatuur Davids.
He, she and the piano gingen plotse
ling uiteen. Davids, al een beroemd
man, zag zich directeur van het Casino
theater in Rotterdam worden. Men
kende zijn creatie van Tinus de Vullis
man en iedereen in de straat zong zijn
liedjes. De jongen uit de Zandstraat
was een figuur van betekenis gewor
den. Er waren niet eens zoveel men
sen die voor zijn volkse genre hun neus
ophaalden.
Louis Davids en Corrie Vonk in de operette Het witte paard".