Wetenschappelij ke nieuwsgierigheid verfilmd CINEAST GEEFT POPULAIRE LES IN STERRENKUNDE Ontstaan en houw van radio telescoop in Dwingeloo Radio en TV Paastijd is plantentijd Van horen en zien gesproken Takken in bloei brengen- Handboek voor tuinliefhebbers ZATERDAG 12 APRIL 1958 PAGINA 9 Roos verdwijnt met TR1ITU 3 anti-roos. Schooltelevisie I Schooltelevisie II Toon Hermans T.V. in Japan laverientie Duidelijk komt in de film en de be geleidende commentaar tot uiting, dat met de radiotelescoop in Dwingeloo zuiver wetenschappelijk onderzoek ver" richt wordt, dat geen directe prakti sche betekenis heeft, maar slechts de wetenschappelijke nieuwsgierigheid be vredigt naar het hoe en waarom in de ruimte, waarin wij leven. Deze weetgierigheid leeft ook in niet-wetenschappelijke kringen; speci aal voor deze belangstellenden heeft Herman Kleibrink op verzoek van de Stichting zijn speelse fantasie op de radiotelescoop gericht. De film wordt regelmatig vertoond op middelbare scholen, studieclubs van bedrjjven, volksuniversiteiten e.d. en heeft ook in het buitenland reeds de aandacht getrokken, o.a. in Ame rika, terwijl er in Canada een tele visie-uitzending aan gewijd is. Het werk is opgenomen in de filmotheken van de Rijks Voorlich- tings Dienst en het Technisch Film Centrum, beide gevestigd te 's Gra- venhage. Het was op 15 april 1944, toen de oorlog reeds vrijwel alle wetenschap pelijke arbeid had lamgelegd, dat een aantal geleerden en belangstellenden in de Leidse Sterrenwacht bijeenkwam en de toenmalige student H. C. van de Hulst een verhandeling hield over de straling van waterstofatomen in de ruimte tussen de sterren. Langs theoretische weg had hij berekend, dat de water stofatomen "bij een temperatuur van -150 Celsius straling uitzenden op een golflengte van 21 cm. Elk waterstofatoom in ons sterrenstelsel kan dus een radiozendertje zijn. Prof. dr. J. H. Oort, directeur van de Leidse Sterrenwacht, die ook de verhandeling beluisterde, merkte op, dat het bijzonder interessant zou ,zijn, deze straling waarneembaar te maken. Deze opmerking heeft tot gevolg 'gehad, dat twee jaar geleden bij Dwingeloo de grote radiotelescoop in gebruik genomen kon worden. De voorgeschiedenis, de bouw van de spiegel en de waarnemingen die met deze kostbare apparatuur verricht kunnen worden, vor men het onderwerp van een film, die de bekende Leidse smalfilmer Herman Kleibrink, als waarnemer-fotograaf aan de Leidse Sterrenwacht verbonden, heeft vervaardigd. Het is de eerste populair-wetenschappelijke film over sterrenkunde, die ooit in Nederland werd gemaakt. Herman Kleibrink heeft bij de samenstelling van de beelden een wijze zelfbeperking toegepast, die geen afbreuk doet aan het wetenschappelijk karakter van „De Bouw van een Radiotelescoop", zoals de 16 mm- film die een speelduur heeft van 30 minuten heet, maar het ingewik kelde onderwerp wel begrijpelijk maakt voor leken. In enige getekende fragmenten wordt het wezen van de waterstofstraling uit eengezet, evenals de doorlaatbaarheid van de dampkring, het instellen op wa terstofwolken, die op verschillende af standen van de zon liggen, de spiraal structuur van ons sterrenstelsel en het betere detail in de waarnemingen met de nieuwe kijker. Men ziet, schematisch voorgesteld, is het waterstofatoom een om haar as draaiende kern. Rond dit bolletje draait, eveneens om zijn as, het elektron in te gengestelde richting. Door straling van nabije sterren neemt dit waterstofatoom extra energie op, met als gevolg, dat het elektron dezelfde omwenteling gaat maken als de kern. In deze nieuwe toe stand heeft het waterstof extra energie gekregen, die het na verloop van ge middeld elf miljoen jaren wil uitstralen om de normale toestand weer te berei ken, waarin het elektron weer in tegen gestelde richting ten opzichte van de kern draait. De energie wordt uitgezon den in de vorm van radiostraling. De kans op zo'n uitzending is weliswaar zeer gering gemiddeld eenmaal in elf miljoen jaar-maar ^et aantal water- p Q directeur van de Leidse Ster- stofatomen m de ruimte is zo groot dat renwacht'die de houw van de radiotele zp voortdurend straling m alle richtin- „pstimuleerd heeft gen uitzenden. Een deel hiervan kan op SC0°P sestimuieera neep. aarde worden opgevangen, omdat de dampkring radiostralen doorlaat tussen 1 cm en 30 meter golflengte. De theorie van student Van de Hulst inmiddels hoogleraar in de sterrenkunde te Leiden bleef na de bevrijding de gemoederen bezig hou den. Prof. Oort betrok ook de Sterren wachten van Utrecht en Groningen, het K.N.M.I. te De Bilt, het Natuur kundige Laboratorium van Philips en de P.T.T. in het plan om de waar nemingen van deze straling mogelijk te maken. Ir. de Voogt van de P.T.T. bracht prof. Oort op het idee, één van de j door de Duitsers langs de kust ach- tergelaten radarinstallaties voor dit onderzoek bruikbaar te maken. In 1950 verrees bij het zendstation Koot wijk een holle spiegel van alumini- umgaas, waarmee de zwakke stralen konden worden opgevangen. De mogelijkheden met het geïm proviseerde apparaat waren echter beperkt, reden waarom de inmiddels opgerichte stichting Radiostraling van Zon- en Melkweg een subsidie ont ving van Z.W.O. voor de bouw van een geheel nieuwe radiotelescoop. Prof. van de Hulst, hoogleraar in de De film volgt de bouw van het ap- sterrenkunde te Leiden, die in 1944 als paraat bij Werkspoor. Men ziet hoe student berekende, dat de straling van de grote spiegel met een middellijn tv ater stof atomen in de ruimte tussen de van 25 meter wordt vervaardigd uit Sterren op een golflengte van 21 cm gaas, dat in vloeibaar tin is onderge- opgevangen zou kunnen worden. dompeld om elektrische storingen te De grote radiotelescoop te Dwingeloo, gezien onder een nachtelijke sterrenhemel. vermijden, en hoe het apparaat met een totaalgewicht van honderd ton bij Dwingeloo wordt gemon teerd. De keuze was op het prachtige na tuurreservaat bij deze gemeente geval len omdat de spiegel ver van fabrieken en huizen moest worden opgesteld, eveneens ver van elektrische storingen van zenders, treinen, auto's en brom fietsen. Aanvankelijk moest bij de be volking wel enige tegenstand overwon nen worden, maar hun bezwaren zijn verkeerd in vreugde, omdat de radio telescoop het natuurreservaat ook in de toekomst vrijwaart van bebouwing en industrialisatie. De uit gaas vervaardigde spiegel kaatst vrijwel volledig de opgevangen 21 cm. straling terug, die in het brand punt door een antenne wordt opgevan gen. De aldus opgevangen overigens zeer zwakke signalen worden na ver sterking en menging op een schrijven de voltmeter gebracht, die de hoeveel heid straling en de snelheid van een waterstofwolk in het sterrenstelsel re gistreert. Van de door de Europese Kolen- en Staal Gemeenschap uitgeschreven quiz, zond de N.T.S. vrijdagavond de Neder landse finale uit. Het is een aantrek kelijke uitzending geworden, vooral door het grote element van spanning. Er wa ren zes kandidaten en vijf vragen, op klimmend in moeilijkheid. De honore ring geschiedde in punten, toenemend naar de moeilijkheid van de vraag. Goed of niet goed werd beoordeeld door een zeer deskundige jury. De vragen leken vaak niet moeilijk, maar waren het be slist wel. Feitenkennis is zeer individu eel. De een weet percentages en ge tallen te onthouden, de ander data en pers., voor aardrijkskunde moet men de kaart goed in het hoofd hebben, van verdragen moet men zowel de hoofd zaken als de details weten. Gelukkig was er nu voor twijfelgevallen de jilry, wat bij een voorschrift van uitsluitend goed of fout heel belangrijk is. De jury heeft verscheidene malen een, naar ons oordeel juist Salomonsoordeel moeten uitspreken. Europese landbouw. Vooraf was er een eerste uitzending van een Europees journaal over agra rische onderwerpen. Het is de bedoe ling periodiek filmmateriaal op dit ge bied uit te wisselen. Dio eerste jour naal was afwisselend en boeiend. Het was ook voor niet-agrariërs zeer leer zaam. J.V.S. De titelrol van Sem Dresdens opera „Frangois Villon" een werk dat tijdens het komende Holland-Fes tival in première zal gaan zal ge zongen worden door Hans Wilbrink. /n het kleine boerentuintje, waar wij op Tweede Paasdag langs liepen, lagen naast elkaar de keurig 'platgemaakte zaaibedjes, kennelijk vers ingezaaid. Zaaien en in de tuin werken horen bij de Paastijd, hoe Pasen ook valt. Net zoals de schoonmaak. Het weer zit ons alt ij d dwars, dus aan de kalender hoeven we ons toch niet te houden. Het is in dit jaargetijde immers altijd hetzelfde: een paar uur strelende beloftevolle voor jaar swarmte, waarin alles wat groen is gaat geuren en de jonge stelen zich rekken en dan slaat ineens een venijnige ijskoude wind toe, die dagenlang de lente verlamt. Maar de natuur gaat toch stilletjes en onver stoorbaar haar gang en wie de kou trotseerde kon de Paasdagen in de luwte van de dijk of onder de heg het speenkruid vinden, dat dapper stond te bloeien met de achtpuntige gouden sterretjes. En van de dotters in het ijskoude slootwater staat aan de dikke toeven bol ronde geelgroene knoppen een enkele eenzame bloem al open. Het zal wel geen toeval zijn, datde eerste bloemen, die uit de koude voorjaarsgrond komen, allemaal geel zijn. Klein hoefblad, speenkruid, dotterbloem, paarde bloem. Veel meer staat er op het ogenblik ook nog niet op de schrale dijk, en de donkere randen langs het blad van de dotters wijst er op, dat ze kleumen. En toch weigerde het eigenwijze speenkruid, dat we drie weken geleden in knop plukten, halsstarrig om binnen in de kamer, in volop water, uit te komen. Nogal on aardig van ze. We snakken nu immers naar iets bloeiends van buiten en de takken van de bloesem bomen doen het binnen ook met het fijne gebloemte, dat uit het donkere hout te voorschijn komt. Om van de forsythia met z'n gele bloempjes, die in zoveel kamers nu vooruitloopt op zijn vroege bloei buiten, maar niet eens te spreken. Zelfs de rododendron-tak in knop, een maand geleden buiten geplukt en binnen gezet, is gaan zwellen, liet toen wat rose doorschemeren en is nu uitgebroken in een volle rijke bloem. Het lukt als je de knop maar vochtig houdt, er desnoods af en toe compresjes op legt van natte watte. Het doodgewone abc van de schoon heidsverzorging: vochtige compressen. Is een rododendronbloem dat niet minstens zo waard als een gezicht! De verdamping is in de kameratmosfeer sterker dan buiten, daarom heeft alles wat binnen geforceerd wordt veel vochtigheid nodig. Hoe meer je van bloemen gaat be grijpen, hoe meer je van ze gaat hou den. En omgekeerd. Kees Hana, tui nier, schrijver en bloemenfoto graaf, zegt in „Tuinbloemen" het onlangs verschenen handboek voor de tuin- liefhebber, dat men door de regelma tige omgang met de planten in zijn omgeving steeds meer van hun „pri- véleven" gaat begrijpen en tegelijker tijd ook van „het grote geheel der na tuur". Dat naslagboek van Kees Ha- na, vol kleurenfoto's van zonnige bloemen, is een uitgave van Else vier, Amsterdam om nu onder de aandacht te brengen. Want wie een tuin of een tuintje heeft, is daar nu mee bezig en heeft het eerste groen Het zomerse wieden tussen de bloeiende rozen. eigenlijk door elkaar loopt, blijkt wel uit het systematisch overzicht van de plantenfamilies, dat verder het grootste deel van deze tuin- flora in beslag neemt. De opzet er van is dan ook, dat men bekende half bekende en onbekende bloe men zelf kan opsporen en thuis brengen, dus determineren. Iedere bloem heeft haar illustratie en bovendien is de tekst doorschoten met vele pagina's vol kleurenfoto's, zodat men dikwijls al aan het plaatje de plant herkent. Dat is dan ook de opzet en dat is voor dilettanten de makkelijkste manier. Het gebeurde ons zelf vorig jaar, dat we rijdend in de trein langs een stuk van de. spoor lijn in het Gooi plotseling een hoog- opgaande wilde begroeiing zagen van planten met rose bloemen, die we vol strekt niet kenden. Behalve speenkruid met de achtpuntige gele sterretjes staat er nog niets op de schrale dijk. de grond al uit en de eerste jonge blaadjes en knoppen al van de takken af gekeken. En wie dat niet doet is het eigenlijk niet waard om een eigen lap vrije grond te hebben in deze tijd, waarin de accumulatie van dode steen, die stad heet, steeds meer de kost bare levende grond opslokt. Ja, een tuin onderhouden kost tijd en niemand heeft meer tijd, maar de tijd van de huisvrouw heeft de eigen schap dat die elastisch is en wieden tussen de rozen kan een ontspanning zijn na het wassen van de vaat. Alleen Traital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met de sterke van root bevrijdende eigenschappen Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos. verdwenen. vraag TRAITAL 3. laderend in het tuinboek van Kees Hana ga je wensdro men over alles wat je in je tuin zou willen zien. Je ontmoet er van nabij allerlei bloemen en planten, die je tot nu toe maar zo'n beetje kende. Dat is dan ook precies z'n bedoeling met dit boek voor de gewone, ongeschoolde, liefhebber, die alleen in zijn vrije tijd wat in de tuin kan knutselen. Hij wil de tuin en al wat er in groeit dichter bij de bezitter brengen en hij doet dat op een allerplezierigste en makkelijke manier. En heel overzichtelijk. De geklasseerde plantenfamilies leidt hij in met in het algemeen wat te 1 vertellen over de tuin en over tui nieren en rustig vpat raad te geven, (niet op te dringen). Waarom moe ten er eigenlijk alleen gekweekte bloemen in de tuin staan, zegt hij ergens, waarom dat eeuwige voor oordeel tegen „wilde" bloemen. Het gaat toch alleen maar om wat mooi is. En dat gekweekt en wild ook Langs spoordijken zie je soms de meest vreemde bloemen omdat de voortdurende luchtstroom allerlei za den meevoert. We zijn de bewuste ple/J later gaan opzoeken en plukten er rose pantoffelbloemetjes aan kruid achtige struiken, die we niet konden thuisbrengen. In dit tuinboek hebben we ze herkend. Het was de reuzen- balsamine, waarvan vermeld staat, dat hij hier uit Indië is ingevoerd in 1939 als tuinbloem, die echter mak kelijk verwildert wat dus kennelijk was gebeurd en, dan een plaag kan worden. Maar een decoratieve plaag, die ook makkelijk is weg j wieden. Zo vindt men in dit handboek van de bijna duizend planten soorten, die er in voorko men en die i:. 82 families zijn onder gebracht, iets over hun herkomst. En ook over het ontstaan van de Latijnse en de Europese naam. Daar is heel wat interessants bij. Heeft u ooit een Noorse roman gelezen, waarin in deze tijd van het jaar naast de smeltende sneeuw niet het „leverbloempje" bloeide? Dat is de blauwe anemoon, de „blaaveis" zoals de Noren tegen deze beminde bloem, die de lente brengt, zeggen en die zijn „lever"-naam dankt, zo zegt Hana, aan de drielobbige bla deren, de vorm, die in de middel eeuwen de gangbare voorstelling was van de menselijke lever. Wes halve het blad dan ook zou helpen tegen leverkwalen. Wie dit boek in zijn bezit heeft zal het, zolang de zomer duurt, niet in de kast zetten. Want er is altijd iets in op te zoeken en er is op el ke bladzij iets te leren voor wie van bloemen nooit genoeg te weten kan komen. A. Bgl. Het medium televisie wordt in verscheidene landen, waar onder Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Verenigde Sta ten, ook voor het onderwijs ge bruikt. In het laatste land is dat al zeer lang het geval. In Europa is de nieuwe ontwikke ling vier jaar geleden begon nen in Frankrijk. Wij hebben al eens verteld dat in Frank rijk de televisie op het platte land tot grote bloei is gekomen door televisiecursussen voor de boeren. Deze uitzendingen wer den gezamenlijk bekeken en later bediscussieerd. Door heel Frankrijk zijn dan ook duizen den .kijkclubs", een van de redenen dat het aantal toestel len in dat land naar verhou ding klein is. Vier jaar geleden begon men ook met uitzendin gen voor het onderwijs, waar bij men het theater, weten schappen, aardrijkskunde en ac tualiteiten tot onderwerp heeft. In Engeland is men inmid dels al verder. Daar zijn vas te schoolprogramma's zowel van de B.B.C. als van de com merciële televisie, cle laatste mogen daarbij geen reclame maken. Men schat het aantal kinderen dat in Engeland de schooltelevisie volgt op 150.000. De beide omroepen werken nauw samen op dit gebied, onder andere door de program ma's nauwkeurig te coördine ren. De uitzendingen duren een half uur en zijn gewijd aan aardrijkskunde, biologie en be roepskeuze. De B.B.C. verzorgt vier programma's met een her haling, de commerciële T.V. vijf uitzendingen. De raad voor de schoolradio houdt toezicht op de programma's. Toch zijn al deze uitzendingen eigenlijk nog een proef. Men wil er nog niet officieel sanctie aan ver lenen en een subsidievoorstel doen. Aan het eind van 1959 zal over deze materie een be slissing genomen worden. In Amerika is men al heel ver met de schooltelevisie. Daar zijn al liefst 24 stations die uit sluitend voor educatieve doel einden werken. Het onderwijs omvat alle onderwerpen van het kleuteronderwijs tot de uni versiteit toe. Er worden com plete cursussen gegeven, waar bij men examens kan afleggen. Vooral op het platteland, waar een groot gebrek aan scholen en leerkrachten heerst, wordt zeer veel van het televisie-on derwijs gebruik gemaakt. In ons land is er zelfs nog geen sprake van schooltelevisie, laat staan van televisie-onder wijs. Dit is niet zo verwonder lijk. Om te beginnen heeft het hier ook heel lang geduurd voor de schoolradio op dreef kwam. Nu is deze goed ingevoerd. De meeste scholen zijn nu „geïn stalleerd" voor dat medium, d.w.z. zij hebben een radio, sommigen zelfs een heel distri butienet, zij hebben projectie apparaten voor de filmstrips die veelal bij de radiocursus sen horen, zij zijn geabonneerd op de schriftelijke toelichtin gen. Nu zou men er nog een televisie-apparaat bij moeten gaan aanschaffen. Eén appa raat? Het zou voor een niet al te grote klas toch al zeker een grootbeeldtoestel met een 68 cm buis moeten zijn, wil men de kinderogen zelfs met een enkel halfuurtje in de week niet verknoeien. Projectie-ap paraten zullen hier dus uit komst moeten brengen. Maar dat wordt een kostbare geschie denis, waaraan in het tijdperk der bestedingsbeperkingen niet te denken valt. Ook in de kringen van de om roepverenigingen is er bepaald geen grote geneigdheid zich op dit pad te begeven. Zij hebben alle een schoolradiostaf, die veel goeds presteert. De uit zendingen worden ook zoveel mogelijk visueel toegelicht. En waar moet men de zendtijd van daan halen. Een half uurtje per omroepvereniging in de maand is de moeite niet. Maar zelfs een halfuur schooltelevisie in de week is toektmstmuziek. Het zal in Nederland nog jaren duren voor er ook over dag geregeld wordt uitgezon den. De grote kleinkunstenaar Toon Hermans gaat vanavond iets voor de televisie vertonen dat op de gehele wereld niet is om- in TOON HERMANS VICTOR BORGE is voorgekomen. Hij gaat zijn gehele One man show van twee en een half uur voor de camera's brengen. Zoals be kend voelen mensen als Toon Hermans, Kan, Sonneveld niet zoveel voor televisie. Zij zijn, terecht, zeer bang voor het uit puttende, genadeloze karakter ervan. Het vorige jaar heeft Hermans goedgevonden, dat een gedeelte van zijn program ma op het beeld kwam. De afspraak was dat men zou „kappen" wanneer het geen succes was. Maar het was een daverend succes en de uit zending duurde dan ook ander half uur. Nu durft Hermans het aan zijn gehele programma te laten uitzenden. Dat geschiedt vanuit het Westendtheater in Den' Haag. Hij staat natuurlijk niet alleen in de studio, dat zou onmogelijk zijn, want een ar tiest moet een „klankbord" hebben. Maar zijn optreden zal wel geheel op de televisie zijn ingesteld. H\j moet zich voortdurend realiseren, dat er een miljoen mensen zit te kij ken in Nederland en nog een miljoen in België. De grootste prestatie op dit gebied is tot nog toe geleverd door Victor Borge, de grote Deense entertainer. Dat klinkt wat kleinerend, maar het misschien toch de beste i schrijving. Borge treed op rok, met een vleugel en een microfoon. Die beide attribu ten doen het. Hij maakt voort durend grapjes in muziek, hij zit aan één stuk door te grap jassen met de microfoon. Vicfor Borge heeft enige maanden ge leden een televisieuitzending van een uur gemaakt. Maar toen was hij ook volkomen uitgeput. Dat behoeven wij bjj Toon Hermans niet te ver wachten. Het is de 300ste voor stelling van dit programma en ook wat de televisie betreft weet hij precies wat- hij wil. De televisie in Japan wordt geleid door de Nippon Hoso Kycka (N.H.K.), een onder neming, waarin de staat een groot aandeel heeft. Men be gon met de uitzendingen in 1953 met een zender in Tokio. Sedertdien heeft zich de televi sie stormachtig ontwikkeld. Men begon met in de grote ste den zenders te plaatsen, daar naast mochten particuliere in stellingen commerciële zen ders inrichten. Er wordt vol gens een vast plan gewerkt en in 1960 zal geheel Japan dooi de televisie bestreken worden. Er zullen dan 108 stations zijn, waarvan 50 van de N.H.K. en de rest van particulieren. Het verbindingsnet had eind 1957 reeds een lengte van 3000 km. De commerciële zenders zijn gebonden aan voorschriften van de overheid. Zij moeten minstens 30 pet van de zend- TOKIO tijd besteden aan educatieve programma's, zij mogen niet uitzenden na middernacht en jeugdprogramma's moeten om tien uur afgelopen zijn. In de televisieondernemingen mo gen dagbladen slechts voor 10 procent deelnemen. De pro gramma's moeten worden ge controleerd door een raad, waarin minstens een derde van de leden van buiten het bedrijf komt. Het aantal toestellen be droeg in december 1956 330.000, het einde van het vorig jaar bedroeg het reeds 1 miljoen honderdduizend. De industrie maakt 50.000 toestellen per maand. Men hoopt de produk- tie op te voeren, om de toe stellen goedkoper te maken en de export naar Europa op te voeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 9