Wetenschappelij ke nieuwsgierigheid verfilmd
CINEAST GEEFT POPULAIRE
LES IN STERRENKUNDE
Ontstaan en houw van radio
telescoop in Dwingeloo
Radio en TV
Paastijd is plantentijd
Van horen en zien gesproken
Takken in bloei brengen-
Handboek voor tuinliefhebbers
ZATERDAG 12 APRIL 1958
PAGINA 9
Roos verdwijnt met TR1ITU 3 anti-roos.
Schooltelevisie I
Schooltelevisie II
Toon Hermans
T.V. in Japan
laverientie
Duidelijk komt in de film en de be
geleidende commentaar tot uiting, dat
met de radiotelescoop in Dwingeloo
zuiver wetenschappelijk onderzoek ver"
richt wordt, dat geen directe prakti
sche betekenis heeft, maar slechts de
wetenschappelijke nieuwsgierigheid be
vredigt naar het hoe en waarom in
de ruimte, waarin wij leven.
Deze weetgierigheid leeft ook in
niet-wetenschappelijke kringen; speci
aal voor deze belangstellenden heeft
Herman Kleibrink op verzoek van
de Stichting zijn speelse fantasie op
de radiotelescoop gericht.
De film wordt regelmatig vertoond
op middelbare scholen, studieclubs
van bedrjjven, volksuniversiteiten e.d.
en heeft ook in het buitenland reeds
de aandacht getrokken, o.a. in Ame
rika, terwijl er in Canada een tele
visie-uitzending aan gewijd is.
Het werk is opgenomen in de
filmotheken van de Rijks Voorlich-
tings Dienst en het Technisch Film
Centrum, beide gevestigd te 's Gra-
venhage.
Het was op 15 april 1944, toen de oorlog reeds vrijwel alle wetenschap
pelijke arbeid had lamgelegd, dat een aantal geleerden en belangstellenden in
de Leidse Sterrenwacht bijeenkwam en de toenmalige student H. C. van de
Hulst een verhandeling hield over de straling van waterstofatomen in de ruimte
tussen de sterren. Langs theoretische weg had hij berekend, dat de water
stofatomen "bij een temperatuur van -150 Celsius straling uitzenden op een
golflengte van 21 cm. Elk waterstofatoom in ons sterrenstelsel kan dus een
radiozendertje zijn. Prof. dr. J. H. Oort, directeur van de Leidse Sterrenwacht,
die ook de verhandeling beluisterde, merkte op, dat het bijzonder interessant zou
,zijn, deze straling waarneembaar te maken. Deze opmerking heeft tot gevolg
'gehad, dat twee jaar geleden bij Dwingeloo de grote radiotelescoop in gebruik
genomen kon worden. De voorgeschiedenis, de bouw van de spiegel en de
waarnemingen die met deze kostbare apparatuur verricht kunnen worden, vor
men het onderwerp van een film, die de bekende Leidse smalfilmer Herman
Kleibrink, als waarnemer-fotograaf aan de Leidse Sterrenwacht verbonden, heeft
vervaardigd. Het is de eerste populair-wetenschappelijke film over sterrenkunde,
die ooit in Nederland werd gemaakt. Herman Kleibrink heeft bij de samenstelling
van de beelden een wijze zelfbeperking toegepast, die geen afbreuk doet aan het
wetenschappelijk karakter van „De Bouw van een Radiotelescoop", zoals de 16
mm- film die een speelduur heeft van 30 minuten heet, maar het ingewik
kelde onderwerp wel begrijpelijk maakt voor leken.
In enige getekende fragmenten wordt
het wezen van de waterstofstraling uit
eengezet, evenals de doorlaatbaarheid
van de dampkring, het instellen op wa
terstofwolken, die op verschillende af
standen van de zon liggen, de spiraal
structuur van ons sterrenstelsel en het
betere detail in de waarnemingen met
de nieuwe kijker.
Men ziet, schematisch voorgesteld, is
het waterstofatoom een om haar as
draaiende kern. Rond dit bolletje draait,
eveneens om zijn as, het elektron in te
gengestelde richting. Door straling van
nabije sterren neemt dit waterstofatoom
extra energie op, met als gevolg, dat
het elektron dezelfde omwenteling gaat
maken als de kern. In deze nieuwe toe
stand heeft het waterstof extra energie
gekregen, die het na verloop van ge
middeld elf miljoen jaren wil uitstralen
om de normale toestand weer te berei
ken, waarin het elektron weer in tegen
gestelde richting ten opzichte van de
kern draait. De energie wordt uitgezon
den in de vorm van radiostraling. De
kans op zo'n uitzending is weliswaar
zeer gering gemiddeld eenmaal in elf
miljoen jaar-maar ^et aantal water- p Q directeur van de Leidse Ster-
stofatomen m de ruimte is zo groot dat renwacht'die de houw van de radiotele
zp voortdurend straling m alle richtin- „pstimuleerd heeft
gen uitzenden. Een deel hiervan kan op SC0°P sestimuieera neep.
aarde worden opgevangen, omdat de
dampkring radiostralen doorlaat tussen
1 cm en 30 meter golflengte.
De theorie van student Van de
Hulst inmiddels hoogleraar in de
sterrenkunde te Leiden bleef na de
bevrijding de gemoederen bezig hou
den. Prof. Oort betrok ook de Sterren
wachten van Utrecht en Groningen,
het K.N.M.I. te De Bilt, het Natuur
kundige Laboratorium van Philips
en de P.T.T. in het plan om de waar
nemingen van deze straling mogelijk
te maken.
Ir. de Voogt van de P.T.T. bracht
prof. Oort op het idee, één van de j
door de Duitsers langs de kust ach-
tergelaten radarinstallaties voor dit
onderzoek bruikbaar te maken. In
1950 verrees bij het zendstation Koot
wijk een holle spiegel van alumini-
umgaas, waarmee de zwakke stralen
konden worden opgevangen.
De mogelijkheden met het geïm
proviseerde apparaat waren echter
beperkt, reden waarom de inmiddels
opgerichte stichting Radiostraling van
Zon- en Melkweg een subsidie ont
ving van Z.W.O. voor de bouw van
een geheel nieuwe radiotelescoop.
Prof. van de Hulst, hoogleraar in de De film volgt de bouw van het ap-
sterrenkunde te Leiden, die in 1944 als paraat bij Werkspoor. Men ziet hoe
student berekende, dat de straling van de grote spiegel met een middellijn
tv ater stof atomen in de ruimte tussen de van 25 meter wordt vervaardigd uit
Sterren op een golflengte van 21 cm gaas, dat in vloeibaar tin is onderge-
opgevangen zou kunnen worden. dompeld om elektrische storingen te
De grote radiotelescoop te Dwingeloo,
gezien onder een nachtelijke
sterrenhemel.
vermijden, en hoe het apparaat
met een totaalgewicht van honderd
ton bij Dwingeloo wordt gemon
teerd.
De keuze was op het prachtige na
tuurreservaat bij deze gemeente geval
len omdat de spiegel ver van fabrieken
en huizen moest worden opgesteld,
eveneens ver van elektrische storingen
van zenders, treinen, auto's en brom
fietsen. Aanvankelijk moest bij de be
volking wel enige tegenstand overwon
nen worden, maar hun bezwaren zijn
verkeerd in vreugde, omdat de radio
telescoop het natuurreservaat ook in de
toekomst vrijwaart van bebouwing en
industrialisatie.
De uit gaas vervaardigde spiegel
kaatst vrijwel volledig de opgevangen
21 cm. straling terug, die in het brand
punt door een antenne wordt opgevan
gen. De aldus opgevangen overigens
zeer zwakke signalen worden na ver
sterking en menging op een schrijven
de voltmeter gebracht, die de hoeveel
heid straling en de snelheid van een
waterstofwolk in het sterrenstelsel re
gistreert.
Van de door de Europese Kolen- en
Staal Gemeenschap uitgeschreven quiz,
zond de N.T.S. vrijdagavond de Neder
landse finale uit. Het is een aantrek
kelijke uitzending geworden, vooral door
het grote element van spanning. Er wa
ren zes kandidaten en vijf vragen, op
klimmend in moeilijkheid. De honore
ring geschiedde in punten, toenemend
naar de moeilijkheid van de vraag. Goed
of niet goed werd beoordeeld door een
zeer deskundige jury. De vragen leken
vaak niet moeilijk, maar waren het be
slist wel. Feitenkennis is zeer individu
eel. De een weet percentages en ge
tallen te onthouden, de ander data en
pers., voor aardrijkskunde moet men
de kaart goed in het hoofd hebben, van
verdragen moet men zowel de hoofd
zaken als de details weten. Gelukkig
was er nu voor twijfelgevallen de jilry,
wat bij een voorschrift van uitsluitend
goed of fout heel belangrijk is. De jury
heeft verscheidene malen een, naar ons
oordeel juist Salomonsoordeel moeten
uitspreken.
Europese landbouw.
Vooraf was er een eerste uitzending
van een Europees journaal over agra
rische onderwerpen. Het is de bedoe
ling periodiek filmmateriaal op dit ge
bied uit te wisselen. Dio eerste jour
naal was afwisselend en boeiend. Het
was ook voor niet-agrariërs zeer leer
zaam. J.V.S.
De titelrol van Sem Dresdens
opera „Frangois Villon" een werk
dat tijdens het komende Holland-Fes
tival in première zal gaan zal ge
zongen worden door Hans Wilbrink.
/n het kleine boerentuintje, waar wij op Tweede
Paasdag langs liepen, lagen naast elkaar de keurig
'platgemaakte zaaibedjes, kennelijk vers ingezaaid.
Zaaien en in de tuin werken horen bij de Paastijd, hoe
Pasen ook valt. Net zoals de schoonmaak. Het weer zit
ons alt ij d dwars, dus aan de kalender hoeven we ons
toch niet te houden. Het is in dit jaargetijde immers
altijd hetzelfde: een paar uur strelende beloftevolle
voor jaar swarmte, waarin alles wat groen is gaat geuren
en de jonge stelen zich rekken en dan slaat ineens een
venijnige ijskoude wind toe, die dagenlang de lente
verlamt. Maar de natuur gaat toch stilletjes en onver
stoorbaar haar gang en wie de kou trotseerde kon de
Paasdagen in de luwte van de dijk of onder de heg
het speenkruid vinden, dat dapper stond te bloeien met
de achtpuntige gouden sterretjes. En van de dotters in
het ijskoude slootwater staat aan de dikke toeven bol
ronde geelgroene knoppen een enkele eenzame bloem
al open.
Het zal wel geen toeval zijn, datde eerste bloemen,
die uit de koude voorjaarsgrond komen, allemaal geel
zijn. Klein hoefblad, speenkruid, dotterbloem, paarde
bloem. Veel meer staat er op het ogenblik ook nog
niet op de schrale dijk, en de donkere randen langs het
blad van de dotters wijst er op, dat ze kleumen. En
toch weigerde het eigenwijze speenkruid, dat we drie
weken geleden in knop plukten, halsstarrig om binnen
in de kamer, in volop water, uit te komen. Nogal on
aardig van ze. We snakken nu immers naar iets
bloeiends van buiten en de takken van de bloesem
bomen doen het binnen ook met het fijne gebloemte,
dat uit het donkere hout te voorschijn komt. Om van
de forsythia met z'n gele bloempjes, die in zoveel
kamers nu vooruitloopt op zijn vroege bloei buiten,
maar niet eens te spreken.
Zelfs de rododendron-tak in knop,
een maand geleden buiten geplukt en
binnen gezet, is gaan zwellen, liet
toen wat rose doorschemeren en is
nu uitgebroken in een volle rijke
bloem. Het lukt als je de knop maar
vochtig houdt, er desnoods af en toe
compresjes op legt van natte watte.
Het doodgewone abc van de schoon
heidsverzorging: vochtige compressen.
Is een rododendronbloem dat niet
minstens zo waard als een gezicht! De
verdamping is in de kameratmosfeer
sterker dan buiten, daarom heeft alles
wat binnen geforceerd wordt veel
vochtigheid nodig.
Hoe meer je van bloemen gaat be
grijpen, hoe meer je van ze gaat hou
den. En omgekeerd. Kees Hana, tui
nier, schrijver en bloemenfoto graaf,
zegt in „Tuinbloemen" het onlangs
verschenen handboek voor de tuin-
liefhebber, dat men door de regelma
tige omgang met de planten in zijn
omgeving steeds meer van hun „pri-
véleven" gaat begrijpen en tegelijker
tijd ook van „het grote geheel der na
tuur". Dat naslagboek van Kees Ha-
na, vol kleurenfoto's van zonnige
bloemen, is een uitgave van Else
vier, Amsterdam om nu onder de
aandacht te brengen. Want wie een
tuin of een tuintje heeft, is daar nu
mee bezig en heeft het eerste groen
Het zomerse wieden tussen de bloeiende rozen.
eigenlijk door elkaar loopt, blijkt
wel uit het systematisch overzicht
van de plantenfamilies, dat verder
het grootste deel van deze tuin-
flora in beslag neemt. De opzet er
van is dan ook, dat men bekende
half bekende en onbekende bloe
men zelf kan opsporen en thuis
brengen, dus determineren.
Iedere bloem heeft haar illustratie
en bovendien is de tekst doorschoten
met vele pagina's vol kleurenfoto's,
zodat men dikwijls al aan het plaatje
de plant herkent. Dat is dan ook de
opzet en dat is voor dilettanten de
makkelijkste manier. Het gebeurde
ons zelf vorig jaar, dat we rijdend in
de trein langs een stuk van de. spoor
lijn in het Gooi plotseling een hoog-
opgaande wilde begroeiing zagen van
planten met rose bloemen, die we vol
strekt niet kenden.
Behalve speenkruid met de achtpuntige
gele sterretjes staat er nog niets op de
schrale dijk.
de grond al uit en de eerste jonge
blaadjes en knoppen al van de takken
af gekeken. En wie dat niet doet is
het eigenlijk niet waard om een eigen
lap vrije grond te hebben in deze tijd,
waarin de accumulatie van dode steen,
die stad heet, steeds meer de kost
bare levende grond opslokt.
Ja, een tuin onderhouden kost tijd
en niemand heeft meer tijd, maar de
tijd van de huisvrouw heeft de eigen
schap dat die elastisch is en wieden
tussen de rozen kan een ontspanning
zijn na het wassen van de vaat.
Alleen Traital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met de sterke van root
bevrijdende eigenschappen Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos.
verdwenen.
vraag TRAITAL 3.
laderend in het tuinboek van
Kees Hana ga je wensdro
men over alles wat je in je
tuin zou willen zien. Je ontmoet
er van nabij allerlei bloemen en
planten, die je tot nu toe maar zo'n
beetje kende. Dat is dan ook precies
z'n bedoeling met dit boek voor de
gewone, ongeschoolde, liefhebber,
die alleen in zijn vrije tijd wat in de
tuin kan knutselen. Hij wil de tuin
en al wat er in groeit dichter bij de
bezitter brengen en hij doet dat op
een allerplezierigste en makkelijke
manier. En heel overzichtelijk. De
geklasseerde plantenfamilies leidt
hij in met in het algemeen wat te 1
vertellen over de tuin en over tui
nieren en rustig vpat raad te geven,
(niet op te dringen). Waarom moe
ten er eigenlijk alleen gekweekte
bloemen in de tuin staan, zegt hij
ergens, waarom dat eeuwige voor
oordeel tegen „wilde" bloemen. Het
gaat toch alleen maar om wat mooi
is. En dat gekweekt en wild ook
Langs spoordijken zie je soms de
meest vreemde bloemen omdat de
voortdurende luchtstroom allerlei za
den meevoert. We zijn de bewuste ple/J
later gaan opzoeken en plukten er
rose pantoffelbloemetjes aan kruid
achtige struiken, die we niet konden
thuisbrengen. In dit tuinboek hebben
we ze herkend. Het was de reuzen-
balsamine, waarvan vermeld staat,
dat hij hier uit Indië is ingevoerd in
1939 als tuinbloem, die echter mak
kelijk verwildert wat dus kennelijk
was gebeurd en, dan een plaag kan
worden. Maar een decoratieve plaag,
die ook makkelijk is weg j wieden.
Zo vindt men in dit handboek
van de bijna duizend planten
soorten, die er in voorko
men en die i:. 82 families zijn onder
gebracht, iets over hun herkomst.
En ook over het ontstaan van de
Latijnse en de Europese naam. Daar
is heel wat interessants bij. Heeft
u ooit een Noorse roman gelezen,
waarin in deze tijd van het jaar
naast de smeltende sneeuw niet het
„leverbloempje" bloeide? Dat is de
blauwe anemoon, de „blaaveis"
zoals de Noren tegen deze beminde
bloem, die de lente brengt, zeggen
en die zijn „lever"-naam dankt, zo
zegt Hana, aan de drielobbige bla
deren, de vorm, die in de middel
eeuwen de gangbare voorstelling
was van de menselijke lever. Wes
halve het blad dan ook zou helpen
tegen leverkwalen.
Wie dit boek in zijn bezit heeft
zal het, zolang de zomer duurt, niet
in de kast zetten. Want er is altijd
iets in op te zoeken en er is op el
ke bladzij iets te leren voor wie
van bloemen nooit genoeg te weten
kan komen.
A. Bgl.
Het medium televisie wordt
in verscheidene landen, waar
onder Frankrijk, Duitsland,
Engeland en de Verenigde Sta
ten, ook voor het onderwijs ge
bruikt. In het laatste land is
dat al zeer lang het geval. In
Europa is de nieuwe ontwikke
ling vier jaar geleden begon
nen in Frankrijk. Wij hebben
al eens verteld dat in Frank
rijk de televisie op het platte
land tot grote bloei is gekomen
door televisiecursussen voor de
boeren. Deze uitzendingen wer
den gezamenlijk bekeken en
later bediscussieerd. Door heel
Frankrijk zijn dan ook duizen
den .kijkclubs", een van de
redenen dat het aantal toestel
len in dat land naar verhou
ding klein is. Vier jaar geleden
begon men ook met uitzendin
gen voor het onderwijs, waar
bij men het theater, weten
schappen, aardrijkskunde en ac
tualiteiten tot onderwerp heeft.
In Engeland is men inmid
dels al verder. Daar zijn vas
te schoolprogramma's zowel
van de B.B.C. als van de com
merciële televisie, cle laatste
mogen daarbij geen reclame
maken. Men schat het aantal
kinderen dat in Engeland de
schooltelevisie volgt op 150.000.
De beide omroepen werken
nauw samen op dit gebied,
onder andere door de program
ma's nauwkeurig te coördine
ren. De uitzendingen duren een
half uur en zijn gewijd aan
aardrijkskunde, biologie en be
roepskeuze. De B.B.C. verzorgt
vier programma's met een her
haling, de commerciële T.V.
vijf uitzendingen. De raad voor
de schoolradio houdt toezicht
op de programma's. Toch zijn
al deze uitzendingen eigenlijk
nog een proef. Men wil er nog
niet officieel sanctie aan ver
lenen en een subsidievoorstel
doen. Aan het eind van 1959
zal over deze materie een be
slissing genomen worden.
In Amerika is men al heel
ver met de schooltelevisie. Daar
zijn al liefst 24 stations die uit
sluitend voor educatieve doel
einden werken. Het onderwijs
omvat alle onderwerpen van
het kleuteronderwijs tot de uni
versiteit toe. Er worden com
plete cursussen gegeven, waar
bij men examens kan afleggen.
Vooral op het platteland, waar
een groot gebrek aan scholen
en leerkrachten heerst, wordt
zeer veel van het televisie-on
derwijs gebruik gemaakt.
In ons land is er zelfs nog
geen sprake van schooltelevisie,
laat staan van televisie-onder
wijs. Dit is niet zo verwonder
lijk. Om te beginnen heeft het
hier ook heel lang geduurd voor
de schoolradio op dreef kwam.
Nu is deze goed ingevoerd. De
meeste scholen zijn nu „geïn
stalleerd" voor dat medium,
d.w.z. zij hebben een radio,
sommigen zelfs een heel distri
butienet, zij hebben projectie
apparaten voor de filmstrips
die veelal bij de radiocursus
sen horen, zij zijn geabonneerd
op de schriftelijke toelichtin
gen. Nu zou men er nog een
televisie-apparaat bij moeten
gaan aanschaffen. Eén appa
raat? Het zou voor een niet
al te grote klas toch al zeker
een grootbeeldtoestel met een
68 cm buis moeten zijn, wil
men de kinderogen zelfs met
een enkel halfuurtje in de week
niet verknoeien. Projectie-ap
paraten zullen hier dus uit
komst moeten brengen. Maar
dat wordt een kostbare geschie
denis, waaraan in het tijdperk
der bestedingsbeperkingen niet
te denken valt.
Ook in de kringen van de om
roepverenigingen is er bepaald
geen grote geneigdheid zich op
dit pad te begeven. Zij hebben
alle een schoolradiostaf, die
veel goeds presteert. De uit
zendingen worden ook zoveel
mogelijk visueel toegelicht. En
waar moet men de zendtijd van
daan halen. Een half uurtje per
omroepvereniging in de maand
is de moeite niet. Maar zelfs
een halfuur schooltelevisie in
de week is toektmstmuziek.
Het zal in Nederland nog
jaren duren voor er ook over
dag geregeld wordt uitgezon
den.
De grote kleinkunstenaar
Toon Hermans gaat vanavond
iets voor de televisie vertonen
dat op de gehele wereld niet
is
om-
in
TOON HERMANS
VICTOR BORGE
is voorgekomen. Hij gaat zijn
gehele One man show van
twee en een half uur voor de
camera's brengen. Zoals be
kend voelen mensen als Toon
Hermans, Kan, Sonneveld niet
zoveel voor televisie. Zij zijn,
terecht, zeer bang voor het uit
puttende, genadeloze karakter
ervan. Het vorige jaar heeft
Hermans goedgevonden, dat
een gedeelte van zijn program
ma op het beeld kwam. De
afspraak was dat men zou
„kappen" wanneer het geen
succes was. Maar het was een
daverend succes en de uit
zending duurde dan ook ander
half uur.
Nu durft Hermans het aan
zijn gehele programma te
laten uitzenden. Dat geschiedt
vanuit het Westendtheater in
Den' Haag. Hij staat natuurlijk
niet alleen in de studio, dat zou
onmogelijk zijn, want een ar
tiest moet een „klankbord"
hebben. Maar zijn optreden
zal wel geheel op de televisie
zijn ingesteld. H\j moet zich
voortdurend realiseren, dat er
een miljoen mensen zit te kij
ken in Nederland en nog een
miljoen in België.
De grootste prestatie op dit
gebied is tot nog toe geleverd
door Victor Borge, de grote
Deense entertainer. Dat klinkt
wat kleinerend, maar het
misschien toch de beste i
schrijving. Borge treed op
rok, met een vleugel en een
microfoon. Die beide attribu
ten doen het. Hij maakt voort
durend grapjes in muziek, hij
zit aan één stuk door te grap
jassen met de microfoon. Vicfor
Borge heeft enige maanden ge
leden een televisieuitzending
van een uur gemaakt. Maar
toen was hij ook volkomen
uitgeput. Dat behoeven wij bjj
Toon Hermans niet te ver
wachten. Het is de 300ste voor
stelling van dit programma en
ook wat de televisie betreft
weet hij precies wat- hij wil.
De televisie in Japan wordt
geleid door de Nippon Hoso
Kycka (N.H.K.), een onder
neming, waarin de staat een
groot aandeel heeft. Men be
gon met de uitzendingen in
1953 met een zender in Tokio.
Sedertdien heeft zich de televi
sie stormachtig ontwikkeld.
Men begon met in de grote ste
den zenders te plaatsen, daar
naast mochten particuliere in
stellingen commerciële zen
ders inrichten. Er wordt vol
gens een vast plan gewerkt en
in 1960 zal geheel Japan dooi
de televisie bestreken worden.
Er zullen dan 108 stations zijn,
waarvan 50 van de N.H.K. en
de rest van particulieren. Het
verbindingsnet had eind 1957
reeds een lengte van 3000 km.
De commerciële zenders zijn
gebonden aan voorschriften
van de overheid. Zij moeten
minstens 30 pet van de zend-
TOKIO
tijd besteden aan educatieve
programma's, zij mogen niet
uitzenden na middernacht en
jeugdprogramma's moeten om
tien uur afgelopen zijn. In de
televisieondernemingen mo
gen dagbladen slechts voor
10 procent deelnemen. De pro
gramma's moeten worden ge
controleerd door een raad,
waarin minstens een derde
van de leden van buiten het
bedrijf komt.
Het aantal toestellen be
droeg in december 1956 330.000,
het einde van het vorig jaar
bedroeg het reeds 1 miljoen
honderdduizend. De industrie
maakt 50.000 toestellen per
maand. Men hoopt de produk-
tie op te voeren, om de toe
stellen goedkoper te maken
en de export naar Europa op
te voeren.