Cis de dove staan benauwde
minuten te wachten
Angst achter hartvormig
kijkgaatje in deur
Pas op
voor
Helmenaffaire in
Tweede Kamer
„Dorp aan de rivier" in Cinetone aan
de Weespertrek vaart
verkoudheid
In particuliere woningbouw is
voor 1958 een verheugende
stijging te verwachten
Strijdvaardig en actief
Naar Venetië
in augustus?
Woningwetbouw vangt tijdelijk
tekort particuliere bouiv op
Holle bolle Gijs
„WE MOETEN MARECHAUSSEE VAN ACHTEREN PIKKEN"
In Suriname:
Ministers stellen hun
portefeuilles
beschikbaar
Jacq. Gans gedag
vaard wegens
belediging
Schoolreisjes en extra
leerkrachten
H. Postma commandeur
Oranje-Nassau
Begroting minister Witte in Senaat
Verontwaardiging over
afwezigheid van
staatssecretaris
Drs. J. Damoiseaux
DONDERDAG 24 APRIL 1958
PAGINA 3
Protest tegen aanvaarding
van raketbases
Vertrouwen is geschokt
Waar is de staats
secretaris?
tABLC'TCH
U u ook dat onbedwi
■en languit onder eer
1 %gen sJapen met
dat weldadige gevoel
Wie, maar u kunt er
tussenuit" J
ls de dove met zijn stropershond, of wel Bernard Droog
")®t zijn eigen hond. Het dier houdt minder van filmen dan
2yw baas, maar zal er ook in een volgende film aan moeten
geloven.
Coolens Dorp ctcin d.e rivier is straks op de film niet het Bro.bQ.ntse
plaatsje Lith, maar het „buurtschap" Cinetone. En de rivier met
het achthonderd jaar oude vismonster is geenszins de Maas, maar
de Weespertrekvaart, waar wel eens een baarsje wil zwemmen. In dit
dorp aan de rivier zijn nu de buitenopnamen begonnen voor de film,
die naar Coolens geliefde roman wordt gemaakt. In september moet de
film in de bioscopen draaien, nadat hij waarschijnlijk eerst in augustus
op de Biënnale in Venetië faam wil veroveren. Voorts zal er in grote
oplage een boek naar de film, met filmfoto's op de markt komen.
„En we moeten nog sneeuw aankopen"onderbreekt de regisseur van de
film, Fons Rademakers, als we van iemand van de produktiemaatschappij
de opsomming van feitelijkheden te horen krijgen. Uit een geluids
installatie moppert een gromstem: „Als jullie op de voeten blijven
mikken, krijg ik alleen maar grint". Fons Rademaker rent weg en buldert
Over het binnenpleintje: „Stilte!"
De marechaussees zitten Cis de dove na. De stroper heeft zijn
toevlucht gezocht in de tuin van het café, waar hij een paar
heel benauwde minuten tegemoet gaat.
In een hoek van het zonnige binnen
pleintje lijkt het wel markt, zo druk is
net. Mannen met handen in de zakken,
een juffrouw die met een bang hondje
zeult, besnorde marechaussees met
uniformen die uit 'n museum zijn opge
diept, zijn in een hoek om een paar
schijnwerpers op hoge dunne poten ge
drongen. Twee mannen maken zich erg
druk, terwijl de anderen rustig op hun
sigaretjes zuigen. Iemand in overall
kijkt met prijzenswaardige hardnekkig
heid door een donker glaasje naar de
zon „Ja, gauw, het kan", roept hij.
Dan een naar kreten: „Geluid
stopactie" Uit een bouwvallige
schuur komt een verwilderde kerei ren
nen, in zwarte trui en broek, met een
pet op en klompen aan. Hij sjokt haas
tig over een verwaarloosd rommel-
tuintje, kijkt angstig rond, loopt terug
om door een vervuild ruitje te gluren
en schiet wanhopig snel
„Dit is de pleescène", fluistert Fons
Rademakers ons in, „Cis de dove, je
Weet wel die stroper, wordt door mare
chaussees nagezeten. Cis is bij zijn
vriend de caféhouder binnengevlucht
en zoekt nu een schuilplaats in de plee".
Tegen Cis roept hij„Goed Bernard",
als Bernard Droog, alias Cis de dove
volmaakt rustig weer vanachter de
houten deur met het hartvormige kijk
gaatje is gekomen. „Nog eens jongens".
Dat we juist in deze pikante scène te
recht zijn gekomen, moeten we, toch
beslist voor verantwoording van de
schrijver laten, bepeinzen we, terwijl
Bernard Droog ten aanschouwen van
het legertje sigarettenzuigers wederom
zijn schuilplaats zoekt. Hij is onverstoor
baar angstig, ook als hq byna door het
heen- en weerrollende wagentje waar
op de camera staat, omvergereden
wordt. Als er dan in een andere hoek
van het pleintje een weinig dorpse wa
gen wordt gestart, schreeuwt Radema-
De waarnemend gouverneur en de
•Whisters van Suriname hebben woens
dag de politieke situatie besproken. De
hainisters hebben de waarnemend gou-
v»rneur medegedeeld, dat zij hun por*
tefeuilles ter beschikking stellen. De
^vnd. gouverneur heeft hierop geant
woord, dat hij zulks in beraad zal ne-
ftien.
De officier van justitie bij de Amster
damse rechtbank heeft de kroniekschnj-
v®r Jacques Gans gedagvaard wegens
'•het zich in het openbaar bij ge
schrift opzettelijk in beledigende vorm
Uitlaten over het openbaar gezag".
.Jacques Gans schrijft geregeld kro
nieken in een Amsterdams dagblad.
~e uitlatingen waarover de dagvaar
ding handelt hebben betrekking op het
Proces van majoor K.
kers verstoord: „Stop, weg met dat la
waai en opnieuw".
Een beetje achteraf bekijkt een
man in hemdsmouwen en een uni
formbroek het gedrang om die bouw
vallige décorverzameling. Niet alleen
door ziin afzijdigheid, maar vooral
door z\jn rood-geschminkte gezicht
en zijn dikke plaksnor trekt hij de
aandacht. Hij vertelt Louis Kok te
heten en geëngageerd te zijn voor een
marechausseerolletje. Bij vele voor
bereidingen is hij aanwezig geweest
en vanmorgen had hij zich weer vroeg
gemeld omdat vandaag de opnamen
van zjjn rol gemaakt zouden worden.
Hij had zich gereed gemaakt tot
daten hij wijst op een iets min
der martiale marechausseefiguur,
die zich koestert in het zonnetje en
zich wat laat bijschminken. „Ik bleek
niet in 't uniform te passen en daarom
moest hij. Hans Hagemeyer, de rol
overnemen. Zo gaat dat bij een film,
je hebt maar niet één, twee, drie een
'ander afgedankt uniform."
„Doe die radio uit," wordt er ge
schreeuwd naar een werkkeet vanwaar
de „Ochtendvitaminen" worden inge
blazen.
Fons. mag ik even een werkfoto ma
ken? Mijnheer Droog, als u naar de
deur van het café wilt lopen?" Het is
de fotograaf, die aan straks, aan het
fiimboek en de foto s in de kiekkasten
van de bioscopen denkt. Bernard Droog,
die nu met het hondje op zijn knie zit,
staat op en wrijft eens over zijn aange
plakte stoppelbaard. „Het is mijn eigen
hond," zegt hij, „die nu als stropers
hond moet fungeren. Straks spelen we
ook samen in een film, die m Giet
hoorn speelt." Het hondje toont weinig
geestdrift, maar veel angst voor de
film. Zijn baas blijkt over het tegenover
gestelde te beschikken.
„Je weet," vertelt ons de regisseur
„dat Cis zich dus in de plee verschuilt
en dan plotseling de marechaussee ziet
Advertentie
Neem tijdig
KEELTABLETTEN
Sterk desinfecterend
60 tabletten f. 0.98
PHILIPS-ROXANE NEDERLAND N.V.
De minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen heeft besloten paal
en perk te stellen aan de vergoeding
uit 's rijks kas van de bezoldiging van
extra-leerkrachten ten behoeve van
schoolreisjes.
Bij eendaagse schoolreisjes zal geen
rijksvergoeding meer worden gegeven
voor de vervanging van leerkrachten.
Voor meerdaagse schoolreisjes of werk
kampen zal een zodanige vergoeding al
leen in overweging worden genomen voor
gewone lagere scholen als om reden
van sociale- of sociaal-hygiënische aard
de leerlingen daaraan in klasse-verband
deelnemen.
Voor het derde en vierde leerjaar van
ulo-scholen is de minister bereid in daar
toe leidende gevallen tot maximaal drie
dagen een of meer extra leerkrachten
ten behoeve van meerdaagse schoolreisjes
of kampen voor rekening van het rijk
te nemen.
De heer H. Postma is per 1 mei op ver
zoek eervol ontslagen als directeur-gene
raal der belastingen onder dankbetuiging
voor de vele en gewichtige diensten, door
hem aan den lande bewezen. Tegelijkertijd
heeft de koningin hem benoemd tot com
mandeur in de orde van Oranje-Nassau.
Advertentie
naderen. Hij laat zich vliegensvlug in
het gat zakken en denkt daar veilig te
zijn. Als de marechaussee nergens iets
vindt, wil hij op zijn gemak van de plee
gebruik gaan maken. Cis houdt het in
zijn benarde positie nog even uit, maar
als hij dan plotseling ziet wat er gaat
gebeuren, schreeuwt hij van schrik.
Dan is de stroper gevangen."
We beginnen ons intussen af te vra
gen of Coolens Dorp aan de rivier wel
de filmkeuring zal kunnen passeren.
„Even wachten jongens, roept de
man met het donkere glaasje, „de zon
duikt in een wolkje."
„Lang?" vraagt de cameraman.
„Ze komt er weer uit, kom, vlug,
vlug."
Fons Rademakers kijkt benauwd om
hoog. roept: „actie": De man met
het bord, waarop „shot 426" geschre
ven staat, springt voor de cameralens
weg. Een marechaussee stapt uit de
achterdeur -an het café van Van
Erpen, waar zich zoveel van het schil
derachtige dorpsleven afspeelt, en
zoekt. Cis, die door de kier van zijn
plee heeft staan spieden, trekt schielijk
de deur toe. De camerawagen snelt
naar voren en dan is de „shot" weer
afgelopen. Iemand zegt tegen de ca
meraman: „Je krijgt een bekeuring,
want je hebt harder dan vijftig kilome
ter gereden." De marechaussee zelfs
blijft er koud onder. Hij gaat zitten nik-
sen. Zijn beurt is weer voor een tijdje i
afgelopen.
Fons Rademakers roept: „Bernard,
de plee in." Cis de stroper moet her
haalde mjilen gejaagd door het hart
vormige kijkgaatje in de deur gluren.
„Bernard, iets meer gespannen, je j
hoort voetstappen aankomen en dan
weg
Cis doet het heel gespannen, telkens
opnieuw. Wij denken met onrust aan de
scènes die nu moeten volgen. Hoe red
den we ons er uit tegenover de lezer?
Cis, met zijn bestoppelde gezicht ach
ter het hartje, brengt onze onrust voor
treffelijk in beeld.
„Bühne afbreken," wordt er gegild.
Een paar van de mannen die tot dus
verre alleen maar nieuwsgierig zijn ge
weest, komen in het geweer. De zo
hecht getimmerde tuin met omliggen
de bouwsels is noch voor Heemschut,
noch voor de film meer van waarde.
„De plee moet naar binnen," ordon
neert Rademakers. En hjj vertelt ons
dat het nodig is omdat men in dit ge:
timmerte er met de camera niet bij
kan komen. „We moeten de marechaus
see van achteren pikken."
De hele apparatuur, de dradenwir-
war, de stellages en de karretjes wor
den naar een der hallen van Cirtetone
versleept. We slenteren er achteraan,
zoekend naar de oplossing van ons
eigen probleem. Al dwalend staan we
plotseling in een vreemde kamer: een
vertrek als uit een stuk van Tsjechof;
de wanden hoog met een donkerrood
behang, met schilderijen en portretten
in medaljonvormige lijsten; rechte,
ouderwetse stoelen in een stijve schik
king. „De kamer van dokter Taeke,
komt ons iemand vertellen.
Die hebben we maar eens uitgebreid
bekeken. He.S.
(Van onze parlementaire redactie)
Minister Witte heeft woensdagmiddag verheugende mededelingen kun
nen doen over de verwachtingen voor de particuliere woningproduktie in
1958. „In het verloop van het aantal aanvragen om rijksgoedkeuring zit een
verheugend crescendo", zei de bewindsman in de Eerste Kamer waar hij
zijn begroting verdedigde. In de cijfers van de laatste maanden ziet hij
gegronde redenen voor de hoop dat bij de particuliere bouwers grotere
animo bestaat. „Maar", zo voegde hij er aan toe, „de gemeenten hebben
dit voor een groot deel in eigen hand".
Voorzover de particuliere bouwactivi
teit nog niet de geplande omvang be
reikt, zal het rijk trachten de ongebruik
te capaciteit zo goed mogelijk te benut
ten. Ir. Witte zei, dat bij een aanvan
kelijk achterblijven van de particuliere
bouw bij de geraamde cijfers, de helft
van het verschil zal worden opgevan
gen met woningwetbouw. De minister
hoopt kennelijk dat later, wanneer 't con
tingent van 40.000 woningwetwoningen
zo ongeveer zal zijn opgebruikt, de par
ticuliere bouwers in staat en bereid zul
len blijken", hun achterstand op de plan
ning in te halen.
Het beleid van ir. Witte betekent niet,
dat er dit jaar meer dan 40.000 woning
wetwoningen vermeerderd met de
3.000 in het kader van de werkloosheids
bestrijding zullen worden gebouwd.
De regering is met haar toezeggingen
al zover mogelijk gegaan. De minister
noemde het voor het ogenblik het be
langrijkste dat de economischq situatie
weer gezond wordt. Op den duur is
dat ook in het belang van de woning
bouw. Tot de heer Broeksz (F.v.d.A.),
Het Rotterdamse restaurant, waar
men enige jaren gedurende 90 minu
ten ongelimiteerd heeft kunnen eten
en drinken voor een tientje, heeft
dit experiment moeten staken. Wie
er zich nog eens een keer aan wil
wagen moet tweemaal zoveel neer
tellen. De oorzaak is, dat de min of
meer normale klanten het verlies
niet konden goedmaken, dat ver
oorzaakt werd door lieden, die er
meermalen een soort weddenschap
van schenên te maken. Zo heeft één
klant het bestaan het volgende menu
binnen die 90 minuten naar binnen
te werken: een Russisch ei, soep,
drie porties tong, twee porties gou
lash, vijf porties kip, evenzoveel por
ties biefstuk, een portie ossetong,
drie coupes ijs, tweemaal fruit en een
kop koffie, nog ongeacht de wijnen,
die hij in onbeperkte mate zelf kon
tappen. De man moet over een drie
dubbele maag hebben beschikt.
die gevraagd had om 10.000 woning
wetwoningen méér, zei' de bewindsman,
dat minister Hofstra in dat geval zeker
ontslag zou nemen. De „bijna wanho
pige toestand" van de schatkist maakt
dat volstrekt onmogelijk.
Over het woningtekort in het alge
meen zei minister Witte, dat thans in
106 gemeenten o.a. in het noorden van
het land en in Zeeland geen tekort
meer bestaat. Daartegenover is het te
kort vooral in de grote steden nog zeer
groot. Hij vond net daarom onverant
woord om, door het toewijzingsbeleid
meer te richten op streken buiten de
Randstad Holland, te trachten een ze
kere bevolkingsspreiding te krijgen.
De bewindsman herhaalde zijn reeds
eerder tot de gemeenten gerichte richt
lijn, dat hun beleid erop afgestemd
moet zijn, dat woningwetwoningen in
de eerste plaats voor arbeiders en soort
gelijke groepen zijn bestemd. Voor wat
betreft de bevordering van het eigen
woningbezit bleek uit de mededelin
gen van de minister, dat ook hier een
verheugende ontwikkeling aan de gang
schijnt. Het percentage van de aanvra
gen voor premiebouw, waarbij de wo
ning voor eigen gebruik is bestemd,
was in maart gestegen tot 33 pet.
Tenslotte zei ir. Witte, dat de be
zwaren tegen de indiening van een nota
over dp ruimtelijke ordening (waar
over de Tweede Kamer een motie heeft
aangenomen) zijn vervallen en dat hij
bereid is een commissie het probleem
te laten onderzoeken van de eigen ver
antwoordelijkheid van de woningbouw
verenigingen.
De begroting is z.h.st. aangenomen.
(C.P.N. tegen)
(Vervolg van pagina 1)
De Kanier heeft de helmenaffaire on
danks de algemene verontwaardiging
toch niet eensgezind aangepakt. De mo
tie waarmee de heer Ritmeester na het
eerste antwoord van ir. Staf voor de
dag kwam, werd sterk bekritiseerd. De
socialisten wilden een eigen motie. De
heer Vermeer sprak niet van ongerust
heid over de gang van zaken bij de
D.M.L., zoals de heer Ritmeester,
maar over het aankoopbeleid van deze
dienst en van luchtmacht en marine.
Het grootste verschil tussen beide zit
echter in de herkomst van de commis
sie die zich met het rapporteren van
de materie moet bezig houden. De li
beralen willen een commissie van des
kundigen buiten het parlement; de soci
alisten, evenals bij de „Spoorhout"-af-
faire in de dertiger jaren, een commis
sie die de Kamer uit haar midden sa
menstelt.
De motie van de heer Ritmeester
luidt als volgt:
„De Kamer, overwegende, dat in bre
de kring ongerustheid bestaat omtrent
de gang van zaken bij de Dienst Ma
terieel Landmacht, nodigt de minister
uit een commissie van gezaghebbende
buitenstaanders te benoemen teneinde
een onderzoek ontrent deze gang van
zaken in te stellen en het door deze com
missie uit te brengen rapport eventu
eel vergezeld van de opmerkingen,
waartoe het hem aanleiding mocht ge
ven ter kennis van de kamer te bren
gen".
In de motie-Vermeer wordt gevraagd
„een Kamer-commissie in te stellen
welke een onderzoek zal instellen naar
In een brief aan de Ministerraad heeft
het bestuur van de pacifistisch-socialis-
tische partij de regering verzocht haar
in de laatste N.A.T.O.-vergadering ge
geven bereidheid tot het aanvaarden van
raketbases op Nederlands grondgebied te
herroepen Zo dit niet mogelijk is, steit
de partij in de brief voor door middel
van een referendum uit te maken in hoe
verre het Nederlandse volk in deze aan
gelegenheid achter de regering staat.
Fons Rademakers, de regisseur van de verfilming van Coolens Dorp aan de rivier,
het „dorp aan de Weespertrekvaart
instrueert nog even een marechaussee in
De ramp van de crisis der
jaren dertig heeft vele carrières
gebroken maar ook vele roe
pingen gericht. Het leraarszoon
tje uit het piepkleine dorpje
Sibbe bij Valkenburg zag met
eigen ogen hoe vaders van grote
gezinnen aan de deur kwamen
voor eten voor hun kinderen en
die indruk liet hem niet meer
los. Het sociaal-maatschappelijke
werk zou voortaan zijn leven
bepalen. Na zijn studie aan het
bisschoppelijk college in Sittard
en later aan het katholiek Gym
nasium in Maastricht koos hij
de sociaal-economische studie
aan de Hogeschool in Tilburg-
Een duidelijk op het maatschap
pelijk werk gerichte opleiding
bestond er toen nog niet. Reeds
een jaar later dook hij onder
vanwege de bemoeiingen van de
bezetter met het hoger onder
wijs. De bevrijding kwam na
twee emotievolle onderduikjaren
en er was voor de student Da
moiseaux toen werk genoeg aan
de winkel. Hij hielp enige tijd
bij de repatriëringsdienst, werd
ziek en m.oest precies een jaar
„kuren". Eind 1946 was hij weer
in Tilburg terug en 1 juni 1950,
een half jaar voordat hij afstu
deerde, werd hij benoemd tot
directeur van het Interparochieel
kenni^ngavofor ^T^jong^man^t he?zZl.n^ merkwaar-fige
de hoofdstad was geweest. Hij ontmoette daar voor het^erftaüe^robllmln
met een ZTe^nZSkTelkn^ ontlZtfen^Tad
bevolkingsdeel minderheidspositie van het katholieke
Katholiek Amsterdam, dat in de mening verkeerde bepaald niet on-
actief te zijn en evenmin de ogen in de zak te hebben reageerde on de
Ztnïet" zlT°ZT\ianrtel^jk ?et ^mengde gevoelens ?mj begrijpt
het zuiden is" Later von^m^A Amsterdams. Hij denkt dat hij nog in
te weivin riiiilnmntieie f! 1, 1 Jl'J toch wel goede ideeën had maar
toch wel een anede kiik Za Ging. Nog later vond men dat Damoiseaux
leedwezen gaan °P dm0en en nu ziet men hem met groot
7iiuHDr*SnZwnil™?imr.ntr?0i0r ,de stad dat deze Gevoelens nu wederzijds
Aie'eunïmf?u k katholiek Amsterdam duidelijk gemaakt dat
?^r,nrnt^ A A k n9 v-an et maatschappelijke werk met ambtelijke
?e Jfe exge? ac,Uviteit. dreigt te verstikken en voor een deel
hlJUi Jftu). v-J' een dBcadentieverschijnsel is, waartegen met de grootste
vtJtiA3™ a- rei *vor'ien: Bestreden. Hij heeft, door zijn werkdrift en
zijn strijdvaardigheid het katholieke maatschappelijke werk een vitaliteits-
injectte gegeven die begint door te werken. Niet altijd had hij het aan
net juiste eind. Maar zelfs in ambtelijke kringen twijfelt men -niet meer
aan zijn oprechtheid en aan de scherpte van zijn visie.
„Ik ken Amsterdam nu waarschijnlijk beter dan de meeste Amster
dammers zegt drs. Damoiseaux nu. Dat heeft veel, misschien wel te veel
energie gevraagd. Het gezin Damoiseaux ziet vader alleen tijdens de week
ends. Voor liefhebberijen, zelfs voor veel lectuur was er weinig tijd. „Ik
hoop dat mijn opvolger wat meer vrije tijd zal hebben," verzucht hij.
Getaptis drs. Damoiseaux in Amsterdam niet geworden. Daarvoor ont
brak de soms bevrijdende humor. De raad kent hem alleen als het bijna
profesoraal betogende, ernstige medelid, wiens vakjargon alle niet
ingewijden schrik aanjoeg.
Met vele anderen is ook drs. Damoiseaux er het bewijs van, dat de grote
dingen in de grote steden vrijwel altijd tot. stand worden gebracht door
mannen uit kleine dorpen. In zijn nieuwe functie als algemeen directeur
van het KASKI zij hem succes gewenst.
de taak, organisatie en werkwijze in het
bijzonder inzake aankoopbeleid, efficien
cy en verhouding tot de particuliere in
dustrie bij de dr,ie krijgsmachtonderde
len."
De minister wilde zich niet in de
redactie van de moties mengen, maar
vroeg wel een niet-ambtelijke commis
sie. Alleen dan zal men een goed over
zicht en een degelijk napluizen kun
nen bereiken van alles wat er met
deze zaak samenhangt. Er is een de
bat van orde ontstaan, waaruit als
conclusie naar voren kwam, dat het
rapport snel dient te verschijnen en
dat de beide moties op een nader te
bepalen dag het best tegelijkertijd
kunnen worden behandeld. Het gaat er
dan' om dat uit de verdediging van de
genen die ze hebben ingediend, duide
lijk wordt welke de voorkeur verdient.
Het zal de vraag zijn of de Kamer
zelf dit rapporteren op zich kan ne
men. Dat het een uiterst moeilijk en
ingewikkeld geval is is wel duidelijk.
Ook de heer Calmeyer, partijgenoot
van de C.H.-minister Staf, zag in dat
het vertrouwen is geschokt. Hij zag de
oplossing voor de D.M.L. hierin, dat de
directeuren langer in dienst blijven.
Deze dienst heeft na de oprichting bfj
het ontstaan van ons nieuwe leger in
1950 thans vijf directeuren gehad. Dat
is per directeur een diensttijd van niet
langer dan anderhalf jaar. De heer
Roosjen (A.R.) wees op de grote moei
lijkheden bij een bedrijf als deze D.M.L.
waar per dag voor een miljoen wordt
omgezet en dat in korte tijd uit de
grond moest worden gestampt.Zelfs
ds. Zandt (S.G.D.) mengde zich in de
discussie en pruttelde, dat er „vele
scharrelaars zijn bij de D.M.L.. die zeer
hoge salarissen genieten, zoals uit de
zaak tegen majoor K. is gebleken."
Ook de heer Vermeer herinnerde aan
de onthullingen over de D.M.L. door
de zaak-majoor K. Hij was van mening,
dat onze krijgsmacht door deze zaak in
opspraak is gebracht.
De heer Ritmeester merkte op dat
ook onze naam in het buitenland is ge
schaad, nu duizenden helmen, voorzien
van het goedkeuringsmerk van de
D.M.L. aan Luxemburg zijn geleverd,
maar het allerergste is en blijft dat wij
de levens van onze jongens in gevaar
hebben gebracht.
De heer Ritmeester ging diep in op
de redenen waarom het Amsterdamse
bedrijf tenslotte de opdracht heeft ge
kregen. Hij zei, dat de monsters die
een Duits bedrijf had aangemaakt niet
naar de fabriek waren teruggezonden,
maar later bij de Verenigde Blikfa-
brieken waren terecht gekomen en acht
te dit een bedenkelijk teken, waarvan
niemand een verklaring heeft kunnen
geven. De heer Calmeyer suggereerde,
dat de heer Ritmeester opvallend goed
op de hoogte is van allerlei détails,
waar hij niet in wilde treden. „U heeft
blijkbaar zelfs inzage gehad van de cor
respondentie die de D.M.L. heeft ge
voerd."
Ir. Staf deed geprikkeld tegen de
heer Ritmeester, die ook nog naar
voren bracht, dat op een gegeven mo
ment een valproef maar werd afge
schaft, nadat was gebleken dat de
helmen er niet tegen bestand waren.
„Ieder verstandig mens zou hebben
geconcludeerd dat die helmen niet
deugden."
Toen de heer Ritmeester hierop bij
de replieken terugkwam heeft mr. Van
Thiel (K.V.P.) daartegen stelling geno
men. Ook de heer Vermeer viel hem
heftig aan, omdat hij gezegd had: „de
staatssecretaris mr. Kranenburg is m
Amerika, maar hij had hier moeten
zijn". Bij wijze van scherts voegde de
heer Ritmeester daaraan toe: „hq mag
er voor mijn part blijven". Dat was een
onhandigheid. De socialistische voor-
man Vermeer greep dit direct aan door
vast te stellen dat dit geen opmerking
was in het parlement. Ir Staf deed
eveneens geprikkeld tegen de heer Rit
meester en zei, dat hij met bijkomstig
heden de zaak waar het om ging ver
troebelde. Er werden echter van alle
kanten schimpscheuten op de afwezige
staatssecretaris gericht, Ir. Staf deelde
mede dat toen de interpellatie werd
vastgesteld de reis van de staatssecre
taris die in de Verenigde Staten raket
bases inspecteert, niet meer kon wor
den verschoven.
Niemand kon echter de heer Ritmees
ter tegenspreken, toen hij als grote fout
in de hele zaak naar voren schoof het
feit dat talloze ondeskundigen m het
leeer opdrachten krijgen die zij met ami
kunnen. Hij noemde het onverantwoord,
dat ondeskundigen op die manier over
honderden miljoenen te beschikken krij
gen. „Daar worden onze jongens de du
pe van." Het enige wat ir. Staf ertegen
in kon brengen was, dat de interne
controle na de oorlog zeer is bemoei
lijkt door het gebrek aan goede tech
nische krachten bjj het leger.