u
Contour onzer beeldende kunst
HET DICHTERSCHAP VAN VOETEN
Voorsprong op experiment
Rallye
Bagdad
Van boeken
en schrijvers
Deugden en ondeugden die niet
in de Katechismus staan
De gevaarlijkste vijand van het
Christendom
r
President van Spaanse
Evangelische Kerk
Nederland
in
Geen behoefte als martelaar
te poseren
mm
Aandacht aan de
figuratieven
Nieuwe bundel:
„Menselijkerwijs
Drie bisschoppen naar
Echternach
ee
V.
J
Stichting Nationaal
Mariacongres
naar
ZATERDAG 26 APRIL 1958
PAGINA 11
Examens
Liturgische weekkalender
«lill
De restauratie van de
Oude Kerk te Delft
Franse onderscheiding
voor Chr. Leeflang
Grote belangstelling
voor promotie
ds. A. Troost
door AGATHA CHRISTIE
F. B. G. W. Spit
overleden
Het is erg het te moeten zeggen,
maar het is een feit dat de ge-
vaarlijkste vijand van het chris
tendom niet in het kamp der ongelovi
gen moet gezocht worden, doch in de
Neemt u b.v. eens wat hij over het
echte Godsvertrouwen zegt. Wij kunnen
dat hier niet herhalen. Mag men van
Godsvertrouwen spreken, wanneer men
zelf dat wat men kan en moet doen op
kerk zelf en deze vijand is vooral hier- God afschuift? Dat is zijn grondge-
fllYt ..1 M_ _1 1 J I. rl ri rtVt trt Tfo V* /I n V* 1 TTrnn Wrtv* U G /IrtTA
"te zo gevaarlijk omdat juist hij
rykelijk met alle uiterlijke requisieten
van de vrome en plichtsgetrouwe katho
liek is omhangen: het is de farizeeër
onder ons, de schijnheilige, die zijn
schijnheiligheid reeds daardoor docu
menteert, dat hij zich zelf tot „de goede
christenen" rekent, terwijl hij met
arendsogen naar de zonden en tekort
komingen van zijn mede-christenen
speurt en met een slangentong daarover
roddelt in strikt vertrouwen natuur
lijk! en om bestwil van de zondaar....
eveneens natuurlijk!
Zo wordt een boekje aangekondigd,
Qat onlangs onder de titel: „Hier lacht
dachte Van de manier, waarop hij deze
verder uitwerkt, kunnen wij allen heel
wat leren.
Zo ook van de hoofdstukjes over takt,
vi-olijkheid, zelfbeheersing, lichtgeraakt
heid, aanpakken, bedachtzaamheid enz.
Al met al is het een zeer kostelijk
boekje, dat wij met klem ieder kunnen
aanbevelen. Maar, zoals gezegd, niet
alleen als amusement. Dat is het zeker!
Echter niet alleen. Niet op de eerste
plaats. De eigenlijke bedoeling gaat
veel dieper. En daarvan zal, dunkt or*
iedereen het nodige opsteken, omdat de
gevolgde methode dit onvermijdelijk
maakt. Wij wensen u bij de lezing van
Van 26 tot 28 mei zal de zevende na
tionale Nederlandse bedevaart naar
het graf van de H. Willibrord te Ech-
ternach worden gehouden. Deze bede
vaart zal een zeer bijzonder karakter
dragen, daar de plechtigheden in het
teken zullen staan van de herdenking
van de geboortedag van St.-Willibrord,
thans dertien eeuwen geleden. Ook zul
len de pelgrims deze maal de zeer ou
de en historische Springprocessie kun
nen bijwonen.
De bedevaart zal worden begeleid
door mgr. dr. B. J. Alfrink, aartsbis
schop van Utrecht, mgr. dr. J. M. J. A.
Hanssen, bisschop van Roermond en
mgr. P. A. Nierman, bisschop van Gro
ningen. Mgr. Alfrink zal 27 mei in de
basiliek van Echternach de pontificate
hoogmis opdragen, die aan de Spring
processie voorafgaat.
Ook uit België, Frankrijk, Zwitser
land, Italië en Engeland zulten bis
schoppen aanwezig zijn.
Op de terugweg zullen de pelgrims
een bezoek brengen aan de grafkerk
van St.-Servaas te Maastricht.
In verband met de gemeenteraads
verkiezingen op 28 mei zal men ge
bruik maken van de gelegenheid om bij
volmacht te stemmen.
hebt al begrepen dat wij dit
boekje bijzonder gezonde en wel
dadige lectuur vinden. Omdat het
ons lachende de waarheid zegt. Dit is
een zeer aanbevelenswaardige methode;
ze kwetst niet en is toch uitermate leer
zaam. Want dwars door de humor heen
ziet men opeens de diepe waarheden
van het christendom in het juiste licht.
De schrijver tilt eenvoudig de sluier op,
die onze zelfzucht, eigenliefde, gemak
zucht, onechtheid, ogendienarij, kort
zichtigheid enz enz. er voor gehangen
hebben, vaak zonder dat wij het zelf
weten. Hij opent onze <jgen voor de
waarheid, die wij helemaal niet meer
zien omdat onze verwrongen godsdien
stige ideeën ons het uitzicht er op ont
nomen hebben. Zeker, men zal moeten
toegeven dat veler ziel te klein is om de
grootheid van ons geloof te begrijpen.
Maar of daar niets aan te doen is? Wij
menen van wel. Als het maar aangepakt
wordt op de manier, die de schrijver
van dit boekje aanwendt. Iedereen,
dunkt ons, begrijpt dat en geeft zich er
voor gewonnen, ook al worden er
meestal spijkers met stevige koppen ge
slagen!
Leest u maar eens wat er over het
omgaan met aflaten wordt gezegd, over
supermariale vroomheid, over een god
vruchtig roker! De schrijver neemt geen
blad voor de mond. Allerlei misbruiken,
verkeerde opvattingen, gewoonten en
gedragingen, die met echte godsdienstig
heid totaal niets te maken hebben, haalt
hij over de hekel. Duidelijk en op een
niet mis te verstane wijze. Zonder ook
maar ergens te overdrijven. Men móet
de schrijver eenvoudig gelijk geven.
Ten overstaan van notaris mr. J. M.
Stiegerpasseerde vrijdag de stichtings-
acte van de stichting Nationaal Ma
riacongres. Als comparanten traden op
pastoor Arth. Schelstraete S.S.S., voor
zitter en de heer H. M. L. Kerkhoffs,
vice-voorzitter van het in juli te hou
den Nationaal Mariacongres, ter vie
ring van het eeuwfeest van de ver
schijningen in Lourdes.
AMSTERDAM, 25 april. Artsexamen:
J. C. Molenaar, Voorburg; semi-arts-
examen: A. J. C. Spoelsrta, Amsterdam;
H. J. S. Straatman, Bussum; doet.
scheikunde: A. N. Sangster, Naarden;
C. Blomberg, Amsterdam; doet. natuur
kunde: J. M. Fluit, Amsterdam; kand.
wis- en natuurk.: H. Voorthuis, Oegst-
geest.
AMSTERDAM, 25 april. Gepromo
veerd tot doctor in de Godgeleerdheid
op het proefschrift „The social ethics
of Reinhold Niebuhr, a structural ana
lysis" de heer Theodore Minneman,
geboren te Patterson, New Jersey,
U.S.A., en op het proefschrift „Ca
suïstiek en situatie-ethiek, een metho
dologische terreinverkenning" ds.
A. Troost, Gereformeerd predikant te
Kootwijk. In beide gevallen trad prof.
K- Schippers als promotor op.
AMSTERDAM, 25 april. Gepromo
veerd tot doctor in de wis- en natuur
kunde, op het proefschrift: „Ionisatie
Van arger door alpha-deeltjes met ver
schillende energieën", de heer G. P.
Brouwer, Amsterdam. Promotor was
Prof. G. J. Sizoo.
LEIDEN, 25 april Gepromoveerd
tot doctor in de geneeskunde op proef
schrift: Klinische vormen en epidemiolo-
Bische gegevens betreffende infecties
door het e.c.h.o. type 9 virus", de heer
V?- "1- Bos, geboren te Veenendaal en
thans wonende te Vlaardingen; tot doc
tor in de wis- en natuurkunde op proef
schrift „electrophoretische snelheid en
dtectrisch geleidingsvermogen van na-
tnum-carboxy-methyl-cellulose in oplos-
®lng" de heer P. J. Napjus, geboren te
ochteren en thans wonende te Bussum.
veel geestelijke
vrucht.
en gezond-menselijke
- c- V- J.J HViiocu bt K/XJ UC iCMUg VÜU
he asceet" verschenen is bij Lannoo te dit werkje veel genoegen, maar bovenal
Ttelt Den Haag. De schrijver is de
Weense Jezuïet, pater Michaël Horatc-
zuk. Zijn bedoeling is de farizeeër-in-
ons, in ieder van ons, eens grondig in
het zonnetje te zetten. Als u denkt dat
hij zelf daarbij het ernstige gezicht van
een mopperende
zedemeester
trekt, vergist u
zich deerlijk. Het
boekje is van het
begin tot het ein
de in een luch
tige, humoristi
sche toon gehou
den. U leest het
met veel binnen
pretjes, maar niet
niinder met grote
instemming.
Daarom zoud u zich ook vergissen
Wanneer u dit boekje alleen maar als
een aangenaam amusement beschouwt.
Dat is n.l. helemaal niet de bedoeling.
Bn die laatste vergissing zou dan ook
re ergste zijn. Het doel van de schrijver
Jfteer ernstig. Hij heeft niets meer of
minder op het oog dan zijn lezers te
/Vhten op de grote fundamenten van
het christendom: liefde, rechtvaardig
heid, oprechtheid. Al is zijn toon voort
durend spottend, al werkt zijn manier
van spreken op uw lachspieren, toch is
zijn opzet een zeer serieus beroep te
doen op ons geweten! En wie goed naar
hem luistert zal vaak de aanvankelijke
glimlach tot eigen verbazing voelen
overgaan in een blos van schaamte.
Waar dat zo is, heeft de schrijver zijn
doel bereikt; hij heeft het geweten van
de lezer geraakt. Het eigen geweten
van de lezer, dat diens eigen gedrag
plotseling in het juiste licht plaatst.
Want dit staat bij het boekje van pater
Horatczuk voorop: hij heeft zeer beslist
niet geschreven om de lezer te amuse
ren ten koste van anderen.
Van 25 april tot en met 7 mei wordt
in het Paleis Raadhuis te Tilburg een
tentoonstelling gehouden van werken
van Ro Mogendorff.
(Van een medewerker)
De berichten die ons het vorig jaar nog uit Spanje bereikten over de
onderdrukking der protestanten in dat land vervulden ons met diepe ver
ontwaardiging. En nu komt U en vertelt ons, dat U hard werkt zonder grote
moeilijkheden te ondervinden, dat de Evangelische Kerk bloeit en de ver
wachtingen hooggespannen zijn. Hoe zit dat? Deze vraag, aldus ds. dr.
Manuel Gutierrez Marin vrijdagavond in de Lutherse kerk aan het Spui te
Amsterdam, is mij sinds mijn komst in Nederland reeds bij herhaling ge
steld. Mijn antwoord? Het heeft geen zin de martelaar uit te hangen, of
schoon de verleiding daartoe groot is en voor de hand ligt. Maar' die
methode deugt niet. Liever betrachten wij de liefde en hopen aldus, door in
ons leven waar te maken wat wij verkondigen, uiteindelijk de vrijheid ter
verwerven die ons recht is.
Mevrouw Ph. van de Loo-Smits van
waesberghe te Berg en Dal heeft op
zestigste verjaardag, de pauselijke
onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifi-
oe ontvangen. Deze onderscheiding is
naar verleend voor haar activiteiten op
net gebied van het Elisabeth Leseur-
"ternen werk.
De komst van de praeses der
Iglesia Evangelica Espanola te ver
gelijken met de Nederlands-Her
vormde Kerk in ons land is te dan
ken aan een uitnodiging van de vereni
ging „Het evangelie in Spanje", die in
samenwerking met de Nederland
se Oecumenische Raad en de Reforma
tie-Rome-commissie van de Gerefor
meerde Kerken in een tiental steden
lezingen heeft georganiseerd met het
doel goede voorlichting te verschaffen
over de situatie der protestanten in
Spanje en op te wekken tot daadwer
kelijk medeleven met de Spaanse ge
loofsgenoten. Dr. Gutierrez Marin is
predikant te Barcelona. In 1948 trad on
der zijn voorzitterschap de zelfstandige
Evangelische Kerk van Spanje te Am
sterdam toe tot de Wereldraad van
Kerken, die haar sindsdien naar ver
mogen steunt.
Te oordelen naar de lezing van vrij
dagavond heeft men in de persoon van
de spreker een gelukkige keuze ge
daan. Zijn woorden spraken van wijze
gematigdheid; het delicate onderwerp
behandelde hij met rustige objectiviteit.
Kortom, een sympathiek optreden.
Spreker begon met een karakteri
sering van de Spaanse volksaard.
Zelf geboren en getogen Spanjaard
gaf hij een buitenlands diplomaat
gelijk die Spanje typeerde als het
land „waar de mensen niet lachen".
Niet de politiek, niet de rooms-katho-
lieke Kerk, maar de sfeer, waarin
men leeft oefent een ongehoorde ty-
rannie uit op de Spaanse mens. En
wel door zijn verhouding tot de dood.
Het leven slingert fatalistisch tussen
geboorte en dood. „Geluk" en „pech"
spelen een grote rol. In dat Spanje,
dat leeft in de schaduw van de dood,
verkondigt de Evangelische Kerk de
levende en leven schenkende Heer.
Maar die kerk bestaat officieel niet.
Zij is volkomen rechteloos, want niet
erkend. Zij beschikt niet over de vrij
heid van drukpers in de breedste zin
van het woord, officiële ambten mogen
haar leden niet bekleden, het burgerlijk
huwelijk is ongeldig, wanneer een der
partners van huis uit katholiek is, alle
niet-katholieke scholen, behalve die van
buitenlanders, zijn verboden, evenals de
openbare uitoefening van de eredienst.
Op deze wijze tracht het officiële
Spanje het protestantisme onmogelijk
te maken. Desondanks groeit de Evan
gelische Kerk gestaag, wat spr. met
overtuigende cijfers duidelijk maakte.
Nadrukkelijk tekende hij echter protest
aan tegen de provocerende activiteiten
van buitenlandse „protestantse" sec
ten, die de oecumenische kerk in dis-
crediet brengen daar zij ten onrech
te met hen wordt geïdentificeerd.
Wij hebben, aldus dr. Gutierrez, geen
enkele behoefte de rooms-katholieke
Kerk te bestrijden, eerder het anti-ka-
tholicisme en zeker het atheïsme, die
beide in Spanje welig tieren. Wij willen
Jezus Christus prediken, meer niet.
Maar wij eisen ook ons recht op vrij
heid. Er tekent zich, zo constateerde
spr. met instemming, in r.-k. kringen in
Spanje een duidelijke mentaliteitswijzi
ging af te onzen gunste. Maar die is
nog verre van algemeen. Het gist in
Spanje. Het conservatisme gaat zijn
einde tegemoet en, naar het vrest, op
gewelddadige wijze. Dr. Gutierrez be
sloot zijn rede met een dringend ver
zoek om medeleven en gebed.
Onzerzijds een kleine kanttekening:
zoals wij vroeger reeds betoogden,
stelt de situatie in Spanje de kwestie
der verdraagzaamheid aan de orde. Ge
zien zijn politieke, godsdienstige en cul
turele geschiedenis, zijn sociologische
en confessionele structuur, vormt het
land duidelijk een uitzonderingsgeval,
een aspect van de kwestie, dat wij in
sprekers uiteenzetting ongaarne heb
ben gemist. Als zodanig dient het te
worden gehanteerd en het mag zeer ze
ker de religieuze vrede in andere lan
den niet verstoren. Desondanks is de
wet, die in Spanje geen propaganda
voor een andere dan de katholieke
godsdienst toelaat, zonder meer onver
draagzaam. Gewetensvrijheid en vrij
heid van getuigen-naar-buiten horen bij
elkaar krachtens de natuur van de
mens. Gezien de menselijke zwakheid
brengt elk monopolie een risico met
zich mee. Fanatici kunnen, zich daar
op beroepend, veel onheil stichten. Het
is daarom onze oprechte wens, dat de
protestanten-van-goede-wii in Span
je spoedig volledige vrijheid moge wor
den gegeven.
ZONDAG 27 april: derde zondag na Pasen;
eigen mis; 2 geb. H. Petrus Canisius; Credo,
pref. van Pasen; wit. MAANDAG: H. Pau-
lus van het Kruis, belijder; eigen mis;
2 geb. H. Vitalis; pref. van Pasen; wit.
DINSDAG: H. Petrus van Verona, marte
laar: mis Protexisti; pref. van Pasen; rood.
WOENSDAG: H. Catharina van Siëna,
maagd; mis Dilexisti; pref. v. Pasen; wit.
DONDERDAG: H. Joseph, bruidegom van
O. L. Vrouw; eigen mis; credo; eigen pref.;
wit. VRIJDAG: H. Athanasius, bisschop
belijder-kerkleraar; eigen mis (Den Bosch:
2 geb. voor bisschop, verjaardag van keu
ze); credo; pref. van Pasen; wit. Ofwel:
vanwege eerste vrijdag van de maand: vo-
tiefmis t.e. v. H. Hart van Jesus. Haarlem:
Kerkwijding van kathedraal; mis Terribi-
lis; credo; pref. v. Pasen; wit. ZATER
DAG: H. Kruisvinding; eigen mis; 2 geb.
H.H. Alexander en gezellen; credo; pref.
van het H. Kruis; rood. ZONDAG 4 mei:
vierde zondag na Pasen; eigen mis; 2 geb.
H. Monica; credo; pref. van Pasen; wit.
Strand Crau du Roi, schilderij van Kees Andrea op „Contour '58"
0mm
Reeds voor de zevende maal wordt
thans de tentoonstelling „Contour
onzer beeldende kunst" in bet
Prinsenhof te Delft gehouden. In deze
tijdsspanne heeft „Contour" zich een
steeds groter reputatie verworven en
de cijfers der aankopen bewijzen hoe
groot de belangstelling ook van de zij
de van het publiek is. Enerzijds tracht
men van deze expositie een zo gaaf
mogelijk beeld te geven van wat er in
ons land levend is op het gebied der
beeldende kunst, anderzijds heeft men
er een echte verkooptentoonstelling van
tische voordelen van hebben Vooral de Liggende figuur van Jaap Mooy. Deze kunstenaar hanteert het lasapparaat om
subsidies van het ministerie van O.K. van fietsketttngen, bouten, moeren en kamwielen zijn plastieken samen te stellen.
en W„ bij tedere aankoop, hebben de
populariteit van het geheel aanmerke
lijk verhoogd.
Het is bijzonder moeilijk ieder jaar
weer opnieuw een tentoonstelling te
bouwen, die zoveel toppunten bezit, dat
het algemene niveau hoog genoeg wordt
om de toets der kritiek te doorstaan.
Al bezit Nederland nu eenmaal een
opmerkelijk aantal kunstenaars, iedere
jaar-produktie zodanig te schiften, dat
een karaktervol beeld met hoge kwali
teiten ontstaat, is geen sinecure. Men
kan dan ook alleen de beste resultaten
bereiken, wanneer men totaal onafhan
kelijk staat tegenover de huidige tegen
strijdige stromingen in de beeldende
kunst en van iedere richting alleen de
meest waardevolle stukken kiest. Om
echter niet in een allegaar te vervallen
richt „Contour" zich het ene jaar tot
de meer felle, expressieve schilders,
warabij uiterraad nogal eens abstrac-
ten voorkomen, het andere jaar ligt de
klemtoon meer op het aspect der be
zonken figuratieve schilders, warbij de
abstractie overigens niet zonder meer
wordt uitgesloten.
De laatsten zijn ditmaal aan de orde.
Men treft er schilders onder als Jan
Groenestein, Kees Andrea, Drayer, Die-
deren, Jan Gregoor, Hendrik van der
Spoel, Jef Diederen de in Amster
dam werkende Limburger Fernhout,
de zoon van Charley Toorop en Hendrik
Bottenburg.
Onder de tekenaars en grafici vindt
men prachtige kleuren-litho's van Jan
Bezemer, ze zijn als in reliëf; aquatin-
ten van Jeanne Bieruma Oosting, ha
bile gedaan; prachtige tekeningen van
Henk Broer; een grote serie etsen van
Wouter van Heusden; merkwaardige
kleurenetsen van Anton Heyboer; zeer
mooie waskrijttekeningen van Jaques
van der Heyden, die wij de laatste tijd
reeds verscheidene maten opmerkten;
etsen van Harry op de Laak, gouaches
van Lucebert, prachtige houtsneden van
Ab Sok, een serie bijzonder opmerkelijke
etsen van Co Westerik en de bekende
sterke kleurendrukken van Willem J.
Rozendaal.
Voor wat de beeldhouwers betreft is
er werk van Hans Petri, Frans Gast,
Cor Hund, Peter Killaars, Jaap Mooi
(met vreemde, surrealistische ijzerplas
tieken), Stultiens, e.a.
Zo kan men doorgaan met namen te
noemen. Belangrijker is echter de con
statering, dat we hier te doen hebben
met een merkwaardig homogene ten
toonstelling, die demonstreert, dat er
wel degelijk een jonge, typisch Neder
landse schilderkunst levend is, zonder
dat men zich heeft afgesloten voor de
ontwikkeling die zich in de wereld
voltrekt.
De tentoonstelling duurt tot 26 mei.
De restauratie van de Oude Kerk te
Delft, het Gotische gebouw met zijn
scheve toren, is thans zover gevorderd,
dat men verwacht tegen het eind van
augustus in het gerestaureerde gedeel
te, omvattende koor en dwarsschip, de
eerste kerkdienst te kunnen houden. De
voltooiing van de gehele restauratie zal
echter nog wel enige jaren duren.
Van het gedeelte, dat thans vrijwel
gereed is. zijn op een na alle pilaren
vernieuwd. Zij bleken door de grote
stadsbrand van 1536 zodanig te hebben
geleden, dat hun draagkracht bijzonder
gering was. De bladversiering, welke
op een deel van deze pilaren voor
kwam, is er opnieuw op aangebracht.
De pilaren, welke niet van ornamenten
waren voorzien, hebben thans een ver
siering, bestaande uit diermotieven, ge
kregen.
De heer Chr. Leeflang, directeur van
de boekhandel Broese te Utrecht, di
recteur van de sociëteit van boeken
vrienden „De Roos" en voorzitter van
de Commissie voor de Propaganda van
het Nederlandse boek, is door de Franse
regering benoemd tot officier des pal
mes academiques.
De decoratie is hem, wegens zijn gro
te verdiensten voor de Franse cultuur
door de consulair vertegenwoordiger van
Frankrijk de heer G. Miellet uitgereikt.
Voor de promotie van ds. A. Troost,
gereformeerd predikant te Kootwijk,
vrijdagmiddag aan de Vrije Universi
teit te Amsterdam op een proefschrift
over casiustiek en situatie-ethiek, be
stond, vooral in universitaire kring, gro
te belangstelling. Behalve een tiental
hoogleraren van de Vrije Universiteit
waren ook aanwezig prof. Dr. M. F. J.
Marlet S. J. van het Berchmanianum
te Nijmegen, pater dr. J. ter Reegen,
moraalprofessor aan het grootsemina
rie van de paters van het Heilig Sacra
ment te Nijmegen, een drietal hoogle
raren van de Theologische Hogeschool
te Kampen, nl. prof. dr. J. T. Bakker,
prof. dr. G. B. Wurth en prof. Dr. K.
Dijk, alsook prof. dr. P. J. Mekkes uit
Delft. Ds. Troost had zijn proefschrift
te verdedigen tegen oppositie van prof.
drs. T. Beemer, docent aan het groot
seminarium te Warmond en tegen
prof. dr. D. Nauta en prof. dr. G. C.
Berkouwer, beiden van de Vrije Uni
versiteit. Na de bespreking van het
proefschrift verrichtte prof. dr. R.
Schippers de promotie.
Bij De Bezige Bij te Amsterdam is
dezer dagen een nieuwe bundel
verschenen van Bert Voeten:
Menselijkerwijs. Deze dichter heeft
onmiddellijk na de oorlog ruim
schoots kans gekregen om te publi
ceren en sindsdien ging er bijna
geen jaar voorbij of hij gaf een
nieuwe bundel in het licht. Dat een
jong poëet wel eens wat te vroeg
naar de pen grijpt, ligt voor de hand.
Als hij zich dan ook nog bij herha
ling te vroeg in verbinding stelt met
een uitgever, wordt de zaak wat be
denkelijker. Het kwaad straft echter
vaak zich zelf. De eerste bundels
van Bert Voeten hebben de schrijver
bij vele fijnproevers een slechte naam
bezorgd en de ervaring leert, dat
een eenmaal gevestigde faam zich
maar node door een betere laat ver
vangen. Als Voeten desondanks de
laatste jaren in de achting van poë-
zie-minnend Nederland stijgt, komt
dit omdat zijn laatste bundels al
spoedig kregen wat ze verdienden:
bijval. Met het oog op morgen en
De zon op mijn hand zijn het werk
van een rasecht dichter, die in vroe
ger dagen misschien als schoonschrij
ver de kost heeft verdiend, maar nu
met echte verzen voor zijn bekend
heid als dichter betaalt.
Dat Voeten wijzer is geworden van
het experiment der Vijftigers, bewijst
menig vers. Dat hij daarbij hun princi-
pen niet tot het absurde doorvoert
maar er slechts gebruik van maakt om
het vers een groter expressievermogen
mee te geven, geeft de bekeerling op
slag een voorsprong op de getrouwen
van het eerste uur. De laatsten im
mers bouwen met de gevonden waar
heden al te graag een stelsel op dat
te veel levensvormen verloochent om in
zijn geheel nog waar te kunnen zijn.
49
Goed, laten ze dat maar denken. Jammer alleen,
dat Edward ook zo denken zal. Hoe het zij, ze
zou hem niet lang in onzekerheid laten! Net op het
moment, dat hij door wroeging zou worden ver
teerd bi) de gedachte dat hij het was geweest, die
haar had aangezet met Catherine aan te pappen,
zou ze opeens voor zijn neus staan, verrezen uit
de dode.alleen een blondine geworden in plaats
van de brunette, die ze was.
Dat bracht haar gedachten weer bij de vraag,
waarom men (wie dan ook) het nodig had gevon
den haar haren blond te verven. Daarvoor moest
een zeer bijzondere reden bestaan, begreep Vic.
Maar ze kon met geen mogelijkheid beseffen, welke.
Ze zou angstvallig opletten om te zien wanneer
het haar aan de wortel weer donkerbruin zou wor
den. Hoe onmogelijk zou ze er dan komen uit te
zien...... zonder „make up" of lippenstift! Kon een
meisje ooit ongelukkiger in de woestijn zijn ge
raakt?
Goedook daar kom ik doorheen, zei Vic
tegen zichzelf. Hoofdzaak is, dat ik leef, is het
niet? En voor de mop deel uit te maken van een
archaeologische expeditie, was dat op zichzelf al
niet voldoende interessant?
Het bleek in de praktijk om de drommel niet
mee te vallen, haar rol naar behoren te vervul
len. Allerlei toespelingen op personen en literatuur,
bouwstijlen en antiek aardewerk moest ze leren
begrijpen. Wat een geluk, dacht Vic, dat mannen
altijd graag het hoogste woord voeren en het prettig
vinden als een vrouw aandachtig naar ze luistert I
Dat laatste dééd Vic. Intelligent als ze was, leerde
ze de vaktaal al vrij spoedig hanteren.
Was ze alleen in het Expeditiehuis, dan las ze
stilletjes alles wat ze maar grijpen kon. Er ston
den vele boeken op oudheidkundig gebied en zij
stak er in de gauwigheid vrij veel uit op.
Boven verwachting vond zij dit leventje niet on
interessant. 's Ochtends vroeg kreeg ze thee op
bed en daarna ging zjj mee naar de opgraving.
Zij was Richard behulpzaam met fotograferen en
zocht stukken aardewerk in elkaar te passen en
daarna te Uimen.
Ook keek ze er graag naar hoe handig de gra
vers met hun houwelen en schoppen te werk gin
gen. Het vrolijke gezang en de bedrijvigheid van
de jongetjes, die uit hun manden de aarde op een
hoop gooiden, amuseerden haar kostelijk.
Langzamerhand leerde zij de verschillende tijd
perken onderscheiden en de niveaus waarop het
graafwerk plaats vond. Ook raakte zij op de hoogte
van de resultaten van het vorige jaar.
Het enige waarvoor ze doodsbenauwd was, was
het moment, dat men werkelijk doodsbeenderen
ontdekken zou en een beroep zou doen op haar
anthropologische kennis. „Stel je voor!" dacht ze.
„Dan word ik dadelijk doodziek, vat kou, krijg een
aanval van galstenenkruip in ieder geval in
bed!"
Maar het geluk wilde, dat er geen menselijke
overblijfselen te voorschijn kwamen. In stede daar
van werden de muren van een paleis langzamer
hand zichtbaar. Vic keek haar ogen uit en hoefde
gelukkig geen blijken van bijzonder wetenschap
pelijk inzicht te geven.
Richard Baker zag haar vaak wat eigenaardig
van terzijde aan en zij voelde wel degelijk, ook
al zei hij niets, hoe sceptisch hij tegenover haar
bleef. Zijn manier van doen was echter vriendelijk
en het verheugde hem, dat zij vol geestdrift met
het werk medeleefde. „Voor jou, die pas uit Enge
land komt, is dit allemaal nog zo heerlijk nieuw,"
zei hij, „maar ik herinner me ook nog best van
mezelf hoe opwindend ik mijn eerste opgraving
vond!"
„Hoe lang is dat geleden?"
Glimlachend gaf hij ten antwoord. „Een hele
tijd. Vijftiennee, zestien jaarl"
„Dan ken je dit land zeker op je duimpje."
„O, ik ben niet altijd hier bezig geweestook
in Syrië en Perzië."
„Je spreekt anders goed Arabisch. Wanneer je
je als Arabier verkleedde zou je er best voor kun
nen doorgaan."
Hij schudde ontkennend het hoofd. „O, nee
daar is heel wat meer voor nodig. Ik geloof nooit]
dat een Engelsman ooit voor een Arabier zou kun
nen doorgaan. Tenminste, lange tijd achter elkaar.
„En Lawrence dan?"
„Ik geloof niet, dat Lawrence ooit voor een Ara
bier is aangezien. Neen, de enige man, die ik
ken en die vrijwel niet van een zoon van dit land
te onderscheiden valt, is ook in deze streken ge
boren. Zijn vader was consul in Kashgar en andere
afgelegen oorden. Als kind heeft hjj allerlei dialec
ten leren spreken, die hjj later heeft bijgehouden,
geloof ik."
„Wat is er van hem geworden?"
„Na onze schooltijd heb ik hem uit het oog
verloren. Wij noemden hem Fakir omdat hjj onbe
weeglijk op zijn hurken kon zitten en dan in trance
leek te geraken. Wat hij op het ogenblik precies
doet, weet ik niet. Ofschoonik heb er wel
enig idee van."
„Heb je hem nog wel eens teruggezien?"
„Ja, heel gek, kort geleden nogin Basra.
Een hoogst zonderling geval."
„Hoogst zonderling?"
„Ja, je moet weten, dat ik hem helemaal niet had
herkend. Hij leek precies een Arabier, met kef-
fiyah, gestreepte mantel en een ouwe battle-dress.
Hij droeg een snoer kralen van barnsteen, weet je,
zoals ze zo vaak hebben en die ze dan door hun
vingers laten glijden, waarbij ze tegen elkander
tikkenMaar hij seinde er morsetekens mee
om mijn aandacht te trekken!"
„Wat gek. Wat seinde hij?"
„Eerst mijn bijnaam op school en toen de
zijneen daarna het signaal voor „Help me! Ik
sta voor moeilijkheden!"
„En kwamen er moeilijkheden?"
(Wordt vervolgd).
Een eenzijdige estheet vormt geen
grotere bedreiging voor d^ werkelijk
heid dan een eenzijdige experimenteel.
Bekeerd uit het een, loopt Voeten niet
over naar het andere. De bron van
ieder dichterschap, het individuele men
selijk bestaan, sluit hij niet af met de
steen van de enig juiste poëtiek. Zijn
laatste bundel heet dan ook Mense
lijkerwijs.
Wie meent dat de jongste publicatie
van Voeten enkel nieuw werk bevat,
vergist z:ch. Menselijkerwijs is slechts
een herdruk, althans voor het overgrote
deel, van vroeger verschenen werk. En
de auteur is zo verstandig geweest,
zijn eers.te bundels dicht te laten en
slechts uit dat deel van zijn oeuvre te
putten dat voldoet aan eisen die de
schrijver in het verleden niet altijd
heeft gesteld. Het gros van de eerste
verzen werd niet herdrukt. Ik neem aan
dat de schrijver ze heeft verloochend.
De enkele verspreide gedichten die hij
uit die periode toch nog heeft over
genomen, vormen een zwakke inleiding
op Menselijkerwijs. Slechts de verzen
Zeegebied en Confrontatie zijn wer
kelijk suggestief. Eerst in de bundel
Met het oog op morgen, voelt zich d®
lezer beter op zijn gemak:
„Op een melkwagen rijdt de zon
de Oostelijke straten binnen
de zon de malle bezorger
brengt overal flessen licht"
Een brokje levensvreugde, meer niet,
maar het is echt en pakkend verwoord.
En zo is de hele verzamelbundel: levens
vreugde, levensverdriet. Hier en daar
staat een vers dat je niets doet, in an
dere verzen is niet ieder woord raak.
Men bedenke daarbij dat in de vers
kunst het leven woord voor woord moet
worden bevochten op dood materiaal
En vaak slaagt Voeten erin dat leven
te wekken, vooral in de bundel De zon
op mijn hand. het beste wat hij tot nog
toe schreef. Herhaaldelijk staan de ver
zen gespannen van een oorspronkelijke
beeldkracht, zonder dat de gevonden
beelden om zichzelfs wil aan elkaar
worden geregen, een methode die al
te vaak het vers van de orthodoxe
Experimenteel in bewonderenswaardige
brokstukken uiteen laat vallen. Het
originele, concrete of lichamelijke, hand
tastelijke beeld heeft Voeten met de
Vijftigers gemeen of bij de Vijftigers
geborgd. Het geniaal-fragmentarische
van hun stijl gevolg van de vrij-
associatieve methode heeft hij ge
lukkig niet mee overgenomen. De een
heid van het leven blijkt bij Voeten
ook uit bet vers, bv. uit het voor zijn
huidige schrijftrant zeer instructieve
Poëtiek:
„Zo lichamelijk mogelijk schrijven
mond aan mond met de taal.
Een familie van woorden stichten.
Leven in zinsverband.
Met de werkelijkheid één ruimte
delen, één bed beslapen.
Nimmer talen naar gisteren
het vers is steeds een begin".
Voeten heeft zich bekeerd tot de een
voud. Het is niet zijn vooropgezette be
doeling het Absolute te achterhalen.
De verzamelbundel heet terecht Men
selijkerwijs. Meet bv. een Lucebert zich
gaarne de houding aan van een pro
feet die met zijn eigen profetenstok
wel eens het water uit de rots zal slaan,
Voeten blijft liever gewoon mens met
de mensen, en gelooft niet eens in het
wonder: „Nee, er gebeuren geen won
deren, maar de dag gaat fluitend aan
het werkEn dat is al een wonder
op zich zelf. Het leven is voor Voeten
een wonderlijk iets, hij verbaast er
zich over, hij heeft het lief. „Geloof
niet in wonderen, zo zegt hij, geloof in
de man die met onverbloemde handen
een bed van liefde spreidt". Met die
visie heeft hij zich als dichter van een
betrouwbare basis verzekerd. In hoeveel
gevallen is veel willen niet het gevolg
van gebrek aan wilskracht? Veel willen
is ook de doodsvijand van de spontani
teit. De gewoonste dingen die de dichter
in het gewone leven voor de voeten
komen, kunnen plotseling stralen in
schoonheid, een bijzondere betekenis
krijgen als ze met liefde worden waar
genomen. Voeten schrijft een pakkend
vers over het huwelijk, maar dat over
een onbeholpen kindertekening van het
dochtertje bevat m.i. méér poëzie. En
wat voor moderne poëzie al héél uit
zonderlijk is: Voeten acht het niet be
neden zijn waardigheid een stukje na
tuur of techniek te beschrijven. En daar
hij dat als dichter doet, is er niets op
tegen, integendeel. Ook het kijken en
de vreugde daaraan verbonden, horen,
tot de menselijke existentie. En dat de
dichter tijdens zijn Zomermiddag aan
de Amstel ook geluisterd heeft, blijkt
aan het slot van het vers:
„Scooters op het jaagpad
knippen de stilte open.
met een lange schaar van geluid."
Uit Menselijkerwijs blijkt dat Voe
ten openstaat voor het leven in de ge
wone maar daarom nog niet minder
diepe zin van het woord. Alsook dat
hij voldoende dichter is, ondanks zijn
ongeloof, om in verzen het leven als
een wonder te doen ervaren. De bundel
had met evenveel recht Modo Poëtico
kunnen heten. JAN ELEMANS
De heer F. B. G. W. Spit, voorzitter
van het Algemeen Onderling Zieken
fonds en de ATZ, president-commis
saris van de Unie-Optiek N.V. en be
stuurslid van de KAB in het diocees
Haarlem, is vrijdag in het Onze Lieve
Vrouwegasthuis te Amsterdam over
leden. Hij is 66 jaar geworden.
De heer Spit heeft in de laatste veer
tig jaar van de katholieke vakbeweging
een belangrijke rol gespeeld. Hij is jaren
lang vice-voorzitter geweest van de
katholieke bond van overheidsperso
neel.