u Contour onzer beeldende kunst HET DICHTERSCHAP VAN VOETEN Voorsprong op experiment Rallye Bagdad Van boeken en schrijvers Deugden en ondeugden die niet in de Katechismus staan De gevaarlijkste vijand van het Christendom r President van Spaanse Evangelische Kerk Nederland in Geen behoefte als martelaar te poseren mm Aandacht aan de figuratieven Nieuwe bundel: „Menselijkerwijs Drie bisschoppen naar Echternach ee V. J Stichting Nationaal Mariacongres naar ZATERDAG 26 APRIL 1958 PAGINA 11 Examens Liturgische weekkalender «lill De restauratie van de Oude Kerk te Delft Franse onderscheiding voor Chr. Leeflang Grote belangstelling voor promotie ds. A. Troost door AGATHA CHRISTIE F. B. G. W. Spit overleden Het is erg het te moeten zeggen, maar het is een feit dat de ge- vaarlijkste vijand van het chris tendom niet in het kamp der ongelovi gen moet gezocht worden, doch in de Neemt u b.v. eens wat hij over het echte Godsvertrouwen zegt. Wij kunnen dat hier niet herhalen. Mag men van Godsvertrouwen spreken, wanneer men zelf dat wat men kan en moet doen op kerk zelf en deze vijand is vooral hier- God afschuift? Dat is zijn grondge- fllYt ..1 M_ _1 1 J I. rl ri rtVt trt Tfo V* /I n V* 1 TTrnn Wrtv* U G /IrtTA "te zo gevaarlijk omdat juist hij rykelijk met alle uiterlijke requisieten van de vrome en plichtsgetrouwe katho liek is omhangen: het is de farizeeër onder ons, de schijnheilige, die zijn schijnheiligheid reeds daardoor docu menteert, dat hij zich zelf tot „de goede christenen" rekent, terwijl hij met arendsogen naar de zonden en tekort komingen van zijn mede-christenen speurt en met een slangentong daarover roddelt in strikt vertrouwen natuur lijk! en om bestwil van de zondaar.... eveneens natuurlijk! Zo wordt een boekje aangekondigd, Qat onlangs onder de titel: „Hier lacht dachte Van de manier, waarop hij deze verder uitwerkt, kunnen wij allen heel wat leren. Zo ook van de hoofdstukjes over takt, vi-olijkheid, zelfbeheersing, lichtgeraakt heid, aanpakken, bedachtzaamheid enz. Al met al is het een zeer kostelijk boekje, dat wij met klem ieder kunnen aanbevelen. Maar, zoals gezegd, niet alleen als amusement. Dat is het zeker! Echter niet alleen. Niet op de eerste plaats. De eigenlijke bedoeling gaat veel dieper. En daarvan zal, dunkt or* iedereen het nodige opsteken, omdat de gevolgde methode dit onvermijdelijk maakt. Wij wensen u bij de lezing van Van 26 tot 28 mei zal de zevende na tionale Nederlandse bedevaart naar het graf van de H. Willibrord te Ech- ternach worden gehouden. Deze bede vaart zal een zeer bijzonder karakter dragen, daar de plechtigheden in het teken zullen staan van de herdenking van de geboortedag van St.-Willibrord, thans dertien eeuwen geleden. Ook zul len de pelgrims deze maal de zeer ou de en historische Springprocessie kun nen bijwonen. De bedevaart zal worden begeleid door mgr. dr. B. J. Alfrink, aartsbis schop van Utrecht, mgr. dr. J. M. J. A. Hanssen, bisschop van Roermond en mgr. P. A. Nierman, bisschop van Gro ningen. Mgr. Alfrink zal 27 mei in de basiliek van Echternach de pontificate hoogmis opdragen, die aan de Spring processie voorafgaat. Ook uit België, Frankrijk, Zwitser land, Italië en Engeland zulten bis schoppen aanwezig zijn. Op de terugweg zullen de pelgrims een bezoek brengen aan de grafkerk van St.-Servaas te Maastricht. In verband met de gemeenteraads verkiezingen op 28 mei zal men ge bruik maken van de gelegenheid om bij volmacht te stemmen. hebt al begrepen dat wij dit boekje bijzonder gezonde en wel dadige lectuur vinden. Omdat het ons lachende de waarheid zegt. Dit is een zeer aanbevelenswaardige methode; ze kwetst niet en is toch uitermate leer zaam. Want dwars door de humor heen ziet men opeens de diepe waarheden van het christendom in het juiste licht. De schrijver tilt eenvoudig de sluier op, die onze zelfzucht, eigenliefde, gemak zucht, onechtheid, ogendienarij, kort zichtigheid enz enz. er voor gehangen hebben, vaak zonder dat wij het zelf weten. Hij opent onze <jgen voor de waarheid, die wij helemaal niet meer zien omdat onze verwrongen godsdien stige ideeën ons het uitzicht er op ont nomen hebben. Zeker, men zal moeten toegeven dat veler ziel te klein is om de grootheid van ons geloof te begrijpen. Maar of daar niets aan te doen is? Wij menen van wel. Als het maar aangepakt wordt op de manier, die de schrijver van dit boekje aanwendt. Iedereen, dunkt ons, begrijpt dat en geeft zich er voor gewonnen, ook al worden er meestal spijkers met stevige koppen ge slagen! Leest u maar eens wat er over het omgaan met aflaten wordt gezegd, over supermariale vroomheid, over een god vruchtig roker! De schrijver neemt geen blad voor de mond. Allerlei misbruiken, verkeerde opvattingen, gewoonten en gedragingen, die met echte godsdienstig heid totaal niets te maken hebben, haalt hij over de hekel. Duidelijk en op een niet mis te verstane wijze. Zonder ook maar ergens te overdrijven. Men móet de schrijver eenvoudig gelijk geven. Ten overstaan van notaris mr. J. M. Stiegerpasseerde vrijdag de stichtings- acte van de stichting Nationaal Ma riacongres. Als comparanten traden op pastoor Arth. Schelstraete S.S.S., voor zitter en de heer H. M. L. Kerkhoffs, vice-voorzitter van het in juli te hou den Nationaal Mariacongres, ter vie ring van het eeuwfeest van de ver schijningen in Lourdes. AMSTERDAM, 25 april. Artsexamen: J. C. Molenaar, Voorburg; semi-arts- examen: A. J. C. Spoelsrta, Amsterdam; H. J. S. Straatman, Bussum; doet. scheikunde: A. N. Sangster, Naarden; C. Blomberg, Amsterdam; doet. natuur kunde: J. M. Fluit, Amsterdam; kand. wis- en natuurk.: H. Voorthuis, Oegst- geest. AMSTERDAM, 25 april. Gepromo veerd tot doctor in de Godgeleerdheid op het proefschrift „The social ethics of Reinhold Niebuhr, a structural ana lysis" de heer Theodore Minneman, geboren te Patterson, New Jersey, U.S.A., en op het proefschrift „Ca suïstiek en situatie-ethiek, een metho dologische terreinverkenning" ds. A. Troost, Gereformeerd predikant te Kootwijk. In beide gevallen trad prof. K- Schippers als promotor op. AMSTERDAM, 25 april. Gepromo veerd tot doctor in de wis- en natuur kunde, op het proefschrift: „Ionisatie Van arger door alpha-deeltjes met ver schillende energieën", de heer G. P. Brouwer, Amsterdam. Promotor was Prof. G. J. Sizoo. LEIDEN, 25 april Gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op proef schrift: Klinische vormen en epidemiolo- Bische gegevens betreffende infecties door het e.c.h.o. type 9 virus", de heer V?- "1- Bos, geboren te Veenendaal en thans wonende te Vlaardingen; tot doc tor in de wis- en natuurkunde op proef schrift „electrophoretische snelheid en dtectrisch geleidingsvermogen van na- tnum-carboxy-methyl-cellulose in oplos- ®lng" de heer P. J. Napjus, geboren te ochteren en thans wonende te Bussum. veel geestelijke vrucht. en gezond-menselijke - c- V- J.J HViiocu bt K/XJ UC iCMUg VÜU he asceet" verschenen is bij Lannoo te dit werkje veel genoegen, maar bovenal Ttelt Den Haag. De schrijver is de Weense Jezuïet, pater Michaël Horatc- zuk. Zijn bedoeling is de farizeeër-in- ons, in ieder van ons, eens grondig in het zonnetje te zetten. Als u denkt dat hij zelf daarbij het ernstige gezicht van een mopperende zedemeester trekt, vergist u zich deerlijk. Het boekje is van het begin tot het ein de in een luch tige, humoristi sche toon gehou den. U leest het met veel binnen pretjes, maar niet niinder met grote instemming. Daarom zoud u zich ook vergissen Wanneer u dit boekje alleen maar als een aangenaam amusement beschouwt. Dat is n.l. helemaal niet de bedoeling. Bn die laatste vergissing zou dan ook re ergste zijn. Het doel van de schrijver Jfteer ernstig. Hij heeft niets meer of minder op het oog dan zijn lezers te /Vhten op de grote fundamenten van het christendom: liefde, rechtvaardig heid, oprechtheid. Al is zijn toon voort durend spottend, al werkt zijn manier van spreken op uw lachspieren, toch is zijn opzet een zeer serieus beroep te doen op ons geweten! En wie goed naar hem luistert zal vaak de aanvankelijke glimlach tot eigen verbazing voelen overgaan in een blos van schaamte. Waar dat zo is, heeft de schrijver zijn doel bereikt; hij heeft het geweten van de lezer geraakt. Het eigen geweten van de lezer, dat diens eigen gedrag plotseling in het juiste licht plaatst. Want dit staat bij het boekje van pater Horatczuk voorop: hij heeft zeer beslist niet geschreven om de lezer te amuse ren ten koste van anderen. Van 25 april tot en met 7 mei wordt in het Paleis Raadhuis te Tilburg een tentoonstelling gehouden van werken van Ro Mogendorff. (Van een medewerker) De berichten die ons het vorig jaar nog uit Spanje bereikten over de onderdrukking der protestanten in dat land vervulden ons met diepe ver ontwaardiging. En nu komt U en vertelt ons, dat U hard werkt zonder grote moeilijkheden te ondervinden, dat de Evangelische Kerk bloeit en de ver wachtingen hooggespannen zijn. Hoe zit dat? Deze vraag, aldus ds. dr. Manuel Gutierrez Marin vrijdagavond in de Lutherse kerk aan het Spui te Amsterdam, is mij sinds mijn komst in Nederland reeds bij herhaling ge steld. Mijn antwoord? Het heeft geen zin de martelaar uit te hangen, of schoon de verleiding daartoe groot is en voor de hand ligt. Maar' die methode deugt niet. Liever betrachten wij de liefde en hopen aldus, door in ons leven waar te maken wat wij verkondigen, uiteindelijk de vrijheid ter verwerven die ons recht is. Mevrouw Ph. van de Loo-Smits van waesberghe te Berg en Dal heeft op zestigste verjaardag, de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifi- oe ontvangen. Deze onderscheiding is naar verleend voor haar activiteiten op net gebied van het Elisabeth Leseur- "ternen werk. De komst van de praeses der Iglesia Evangelica Espanola te ver gelijken met de Nederlands-Her vormde Kerk in ons land is te dan ken aan een uitnodiging van de vereni ging „Het evangelie in Spanje", die in samenwerking met de Nederland se Oecumenische Raad en de Reforma tie-Rome-commissie van de Gerefor meerde Kerken in een tiental steden lezingen heeft georganiseerd met het doel goede voorlichting te verschaffen over de situatie der protestanten in Spanje en op te wekken tot daadwer kelijk medeleven met de Spaanse ge loofsgenoten. Dr. Gutierrez Marin is predikant te Barcelona. In 1948 trad on der zijn voorzitterschap de zelfstandige Evangelische Kerk van Spanje te Am sterdam toe tot de Wereldraad van Kerken, die haar sindsdien naar ver mogen steunt. Te oordelen naar de lezing van vrij dagavond heeft men in de persoon van de spreker een gelukkige keuze ge daan. Zijn woorden spraken van wijze gematigdheid; het delicate onderwerp behandelde hij met rustige objectiviteit. Kortom, een sympathiek optreden. Spreker begon met een karakteri sering van de Spaanse volksaard. Zelf geboren en getogen Spanjaard gaf hij een buitenlands diplomaat gelijk die Spanje typeerde als het land „waar de mensen niet lachen". Niet de politiek, niet de rooms-katho- lieke Kerk, maar de sfeer, waarin men leeft oefent een ongehoorde ty- rannie uit op de Spaanse mens. En wel door zijn verhouding tot de dood. Het leven slingert fatalistisch tussen geboorte en dood. „Geluk" en „pech" spelen een grote rol. In dat Spanje, dat leeft in de schaduw van de dood, verkondigt de Evangelische Kerk de levende en leven schenkende Heer. Maar die kerk bestaat officieel niet. Zij is volkomen rechteloos, want niet erkend. Zij beschikt niet over de vrij heid van drukpers in de breedste zin van het woord, officiële ambten mogen haar leden niet bekleden, het burgerlijk huwelijk is ongeldig, wanneer een der partners van huis uit katholiek is, alle niet-katholieke scholen, behalve die van buitenlanders, zijn verboden, evenals de openbare uitoefening van de eredienst. Op deze wijze tracht het officiële Spanje het protestantisme onmogelijk te maken. Desondanks groeit de Evan gelische Kerk gestaag, wat spr. met overtuigende cijfers duidelijk maakte. Nadrukkelijk tekende hij echter protest aan tegen de provocerende activiteiten van buitenlandse „protestantse" sec ten, die de oecumenische kerk in dis- crediet brengen daar zij ten onrech te met hen wordt geïdentificeerd. Wij hebben, aldus dr. Gutierrez, geen enkele behoefte de rooms-katholieke Kerk te bestrijden, eerder het anti-ka- tholicisme en zeker het atheïsme, die beide in Spanje welig tieren. Wij willen Jezus Christus prediken, meer niet. Maar wij eisen ook ons recht op vrij heid. Er tekent zich, zo constateerde spr. met instemming, in r.-k. kringen in Spanje een duidelijke mentaliteitswijzi ging af te onzen gunste. Maar die is nog verre van algemeen. Het gist in Spanje. Het conservatisme gaat zijn einde tegemoet en, naar het vrest, op gewelddadige wijze. Dr. Gutierrez be sloot zijn rede met een dringend ver zoek om medeleven en gebed. Onzerzijds een kleine kanttekening: zoals wij vroeger reeds betoogden, stelt de situatie in Spanje de kwestie der verdraagzaamheid aan de orde. Ge zien zijn politieke, godsdienstige en cul turele geschiedenis, zijn sociologische en confessionele structuur, vormt het land duidelijk een uitzonderingsgeval, een aspect van de kwestie, dat wij in sprekers uiteenzetting ongaarne heb ben gemist. Als zodanig dient het te worden gehanteerd en het mag zeer ze ker de religieuze vrede in andere lan den niet verstoren. Desondanks is de wet, die in Spanje geen propaganda voor een andere dan de katholieke godsdienst toelaat, zonder meer onver draagzaam. Gewetensvrijheid en vrij heid van getuigen-naar-buiten horen bij elkaar krachtens de natuur van de mens. Gezien de menselijke zwakheid brengt elk monopolie een risico met zich mee. Fanatici kunnen, zich daar op beroepend, veel onheil stichten. Het is daarom onze oprechte wens, dat de protestanten-van-goede-wii in Span je spoedig volledige vrijheid moge wor den gegeven. ZONDAG 27 april: derde zondag na Pasen; eigen mis; 2 geb. H. Petrus Canisius; Credo, pref. van Pasen; wit. MAANDAG: H. Pau- lus van het Kruis, belijder; eigen mis; 2 geb. H. Vitalis; pref. van Pasen; wit. DINSDAG: H. Petrus van Verona, marte laar: mis Protexisti; pref. van Pasen; rood. WOENSDAG: H. Catharina van Siëna, maagd; mis Dilexisti; pref. v. Pasen; wit. DONDERDAG: H. Joseph, bruidegom van O. L. Vrouw; eigen mis; credo; eigen pref.; wit. VRIJDAG: H. Athanasius, bisschop belijder-kerkleraar; eigen mis (Den Bosch: 2 geb. voor bisschop, verjaardag van keu ze); credo; pref. van Pasen; wit. Ofwel: vanwege eerste vrijdag van de maand: vo- tiefmis t.e. v. H. Hart van Jesus. Haarlem: Kerkwijding van kathedraal; mis Terribi- lis; credo; pref. v. Pasen; wit. ZATER DAG: H. Kruisvinding; eigen mis; 2 geb. H.H. Alexander en gezellen; credo; pref. van het H. Kruis; rood. ZONDAG 4 mei: vierde zondag na Pasen; eigen mis; 2 geb. H. Monica; credo; pref. van Pasen; wit. Strand Crau du Roi, schilderij van Kees Andrea op „Contour '58" 0mm Reeds voor de zevende maal wordt thans de tentoonstelling „Contour onzer beeldende kunst" in bet Prinsenhof te Delft gehouden. In deze tijdsspanne heeft „Contour" zich een steeds groter reputatie verworven en de cijfers der aankopen bewijzen hoe groot de belangstelling ook van de zij de van het publiek is. Enerzijds tracht men van deze expositie een zo gaaf mogelijk beeld te geven van wat er in ons land levend is op het gebied der beeldende kunst, anderzijds heeft men er een echte verkooptentoonstelling van tische voordelen van hebben Vooral de Liggende figuur van Jaap Mooy. Deze kunstenaar hanteert het lasapparaat om subsidies van het ministerie van O.K. van fietsketttngen, bouten, moeren en kamwielen zijn plastieken samen te stellen. en W„ bij tedere aankoop, hebben de populariteit van het geheel aanmerke lijk verhoogd. Het is bijzonder moeilijk ieder jaar weer opnieuw een tentoonstelling te bouwen, die zoveel toppunten bezit, dat het algemene niveau hoog genoeg wordt om de toets der kritiek te doorstaan. Al bezit Nederland nu eenmaal een opmerkelijk aantal kunstenaars, iedere jaar-produktie zodanig te schiften, dat een karaktervol beeld met hoge kwali teiten ontstaat, is geen sinecure. Men kan dan ook alleen de beste resultaten bereiken, wanneer men totaal onafhan kelijk staat tegenover de huidige tegen strijdige stromingen in de beeldende kunst en van iedere richting alleen de meest waardevolle stukken kiest. Om echter niet in een allegaar te vervallen richt „Contour" zich het ene jaar tot de meer felle, expressieve schilders, warabij uiterraad nogal eens abstrac- ten voorkomen, het andere jaar ligt de klemtoon meer op het aspect der be zonken figuratieve schilders, warbij de abstractie overigens niet zonder meer wordt uitgesloten. De laatsten zijn ditmaal aan de orde. Men treft er schilders onder als Jan Groenestein, Kees Andrea, Drayer, Die- deren, Jan Gregoor, Hendrik van der Spoel, Jef Diederen de in Amster dam werkende Limburger Fernhout, de zoon van Charley Toorop en Hendrik Bottenburg. Onder de tekenaars en grafici vindt men prachtige kleuren-litho's van Jan Bezemer, ze zijn als in reliëf; aquatin- ten van Jeanne Bieruma Oosting, ha bile gedaan; prachtige tekeningen van Henk Broer; een grote serie etsen van Wouter van Heusden; merkwaardige kleurenetsen van Anton Heyboer; zeer mooie waskrijttekeningen van Jaques van der Heyden, die wij de laatste tijd reeds verscheidene maten opmerkten; etsen van Harry op de Laak, gouaches van Lucebert, prachtige houtsneden van Ab Sok, een serie bijzonder opmerkelijke etsen van Co Westerik en de bekende sterke kleurendrukken van Willem J. Rozendaal. Voor wat de beeldhouwers betreft is er werk van Hans Petri, Frans Gast, Cor Hund, Peter Killaars, Jaap Mooi (met vreemde, surrealistische ijzerplas tieken), Stultiens, e.a. Zo kan men doorgaan met namen te noemen. Belangrijker is echter de con statering, dat we hier te doen hebben met een merkwaardig homogene ten toonstelling, die demonstreert, dat er wel degelijk een jonge, typisch Neder landse schilderkunst levend is, zonder dat men zich heeft afgesloten voor de ontwikkeling die zich in de wereld voltrekt. De tentoonstelling duurt tot 26 mei. De restauratie van de Oude Kerk te Delft, het Gotische gebouw met zijn scheve toren, is thans zover gevorderd, dat men verwacht tegen het eind van augustus in het gerestaureerde gedeel te, omvattende koor en dwarsschip, de eerste kerkdienst te kunnen houden. De voltooiing van de gehele restauratie zal echter nog wel enige jaren duren. Van het gedeelte, dat thans vrijwel gereed is. zijn op een na alle pilaren vernieuwd. Zij bleken door de grote stadsbrand van 1536 zodanig te hebben geleden, dat hun draagkracht bijzonder gering was. De bladversiering, welke op een deel van deze pilaren voor kwam, is er opnieuw op aangebracht. De pilaren, welke niet van ornamenten waren voorzien, hebben thans een ver siering, bestaande uit diermotieven, ge kregen. De heer Chr. Leeflang, directeur van de boekhandel Broese te Utrecht, di recteur van de sociëteit van boeken vrienden „De Roos" en voorzitter van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse boek, is door de Franse regering benoemd tot officier des pal mes academiques. De decoratie is hem, wegens zijn gro te verdiensten voor de Franse cultuur door de consulair vertegenwoordiger van Frankrijk de heer G. Miellet uitgereikt. Voor de promotie van ds. A. Troost, gereformeerd predikant te Kootwijk, vrijdagmiddag aan de Vrije Universi teit te Amsterdam op een proefschrift over casiustiek en situatie-ethiek, be stond, vooral in universitaire kring, gro te belangstelling. Behalve een tiental hoogleraren van de Vrije Universiteit waren ook aanwezig prof. Dr. M. F. J. Marlet S. J. van het Berchmanianum te Nijmegen, pater dr. J. ter Reegen, moraalprofessor aan het grootsemina rie van de paters van het Heilig Sacra ment te Nijmegen, een drietal hoogle raren van de Theologische Hogeschool te Kampen, nl. prof. dr. J. T. Bakker, prof. dr. G. B. Wurth en prof. Dr. K. Dijk, alsook prof. dr. P. J. Mekkes uit Delft. Ds. Troost had zijn proefschrift te verdedigen tegen oppositie van prof. drs. T. Beemer, docent aan het groot seminarium te Warmond en tegen prof. dr. D. Nauta en prof. dr. G. C. Berkouwer, beiden van de Vrije Uni versiteit. Na de bespreking van het proefschrift verrichtte prof. dr. R. Schippers de promotie. Bij De Bezige Bij te Amsterdam is dezer dagen een nieuwe bundel verschenen van Bert Voeten: Menselijkerwijs. Deze dichter heeft onmiddellijk na de oorlog ruim schoots kans gekregen om te publi ceren en sindsdien ging er bijna geen jaar voorbij of hij gaf een nieuwe bundel in het licht. Dat een jong poëet wel eens wat te vroeg naar de pen grijpt, ligt voor de hand. Als hij zich dan ook nog bij herha ling te vroeg in verbinding stelt met een uitgever, wordt de zaak wat be denkelijker. Het kwaad straft echter vaak zich zelf. De eerste bundels van Bert Voeten hebben de schrijver bij vele fijnproevers een slechte naam bezorgd en de ervaring leert, dat een eenmaal gevestigde faam zich maar node door een betere laat ver vangen. Als Voeten desondanks de laatste jaren in de achting van poë- zie-minnend Nederland stijgt, komt dit omdat zijn laatste bundels al spoedig kregen wat ze verdienden: bijval. Met het oog op morgen en De zon op mijn hand zijn het werk van een rasecht dichter, die in vroe ger dagen misschien als schoonschrij ver de kost heeft verdiend, maar nu met echte verzen voor zijn bekend heid als dichter betaalt. Dat Voeten wijzer is geworden van het experiment der Vijftigers, bewijst menig vers. Dat hij daarbij hun princi- pen niet tot het absurde doorvoert maar er slechts gebruik van maakt om het vers een groter expressievermogen mee te geven, geeft de bekeerling op slag een voorsprong op de getrouwen van het eerste uur. De laatsten im mers bouwen met de gevonden waar heden al te graag een stelsel op dat te veel levensvormen verloochent om in zijn geheel nog waar te kunnen zijn. 49 Goed, laten ze dat maar denken. Jammer alleen, dat Edward ook zo denken zal. Hoe het zij, ze zou hem niet lang in onzekerheid laten! Net op het moment, dat hij door wroeging zou worden ver teerd bi) de gedachte dat hij het was geweest, die haar had aangezet met Catherine aan te pappen, zou ze opeens voor zijn neus staan, verrezen uit de dode.alleen een blondine geworden in plaats van de brunette, die ze was. Dat bracht haar gedachten weer bij de vraag, waarom men (wie dan ook) het nodig had gevon den haar haren blond te verven. Daarvoor moest een zeer bijzondere reden bestaan, begreep Vic. Maar ze kon met geen mogelijkheid beseffen, welke. Ze zou angstvallig opletten om te zien wanneer het haar aan de wortel weer donkerbruin zou wor den. Hoe onmogelijk zou ze er dan komen uit te zien...... zonder „make up" of lippenstift! Kon een meisje ooit ongelukkiger in de woestijn zijn ge raakt? Goedook daar kom ik doorheen, zei Vic tegen zichzelf. Hoofdzaak is, dat ik leef, is het niet? En voor de mop deel uit te maken van een archaeologische expeditie, was dat op zichzelf al niet voldoende interessant? Het bleek in de praktijk om de drommel niet mee te vallen, haar rol naar behoren te vervul len. Allerlei toespelingen op personen en literatuur, bouwstijlen en antiek aardewerk moest ze leren begrijpen. Wat een geluk, dacht Vic, dat mannen altijd graag het hoogste woord voeren en het prettig vinden als een vrouw aandachtig naar ze luistert I Dat laatste dééd Vic. Intelligent als ze was, leerde ze de vaktaal al vrij spoedig hanteren. Was ze alleen in het Expeditiehuis, dan las ze stilletjes alles wat ze maar grijpen kon. Er ston den vele boeken op oudheidkundig gebied en zij stak er in de gauwigheid vrij veel uit op. Boven verwachting vond zij dit leventje niet on interessant. 's Ochtends vroeg kreeg ze thee op bed en daarna ging zjj mee naar de opgraving. Zij was Richard behulpzaam met fotograferen en zocht stukken aardewerk in elkaar te passen en daarna te Uimen. Ook keek ze er graag naar hoe handig de gra vers met hun houwelen en schoppen te werk gin gen. Het vrolijke gezang en de bedrijvigheid van de jongetjes, die uit hun manden de aarde op een hoop gooiden, amuseerden haar kostelijk. Langzamerhand leerde zij de verschillende tijd perken onderscheiden en de niveaus waarop het graafwerk plaats vond. Ook raakte zij op de hoogte van de resultaten van het vorige jaar. Het enige waarvoor ze doodsbenauwd was, was het moment, dat men werkelijk doodsbeenderen ontdekken zou en een beroep zou doen op haar anthropologische kennis. „Stel je voor!" dacht ze. „Dan word ik dadelijk doodziek, vat kou, krijg een aanval van galstenenkruip in ieder geval in bed!" Maar het geluk wilde, dat er geen menselijke overblijfselen te voorschijn kwamen. In stede daar van werden de muren van een paleis langzamer hand zichtbaar. Vic keek haar ogen uit en hoefde gelukkig geen blijken van bijzonder wetenschap pelijk inzicht te geven. Richard Baker zag haar vaak wat eigenaardig van terzijde aan en zij voelde wel degelijk, ook al zei hij niets, hoe sceptisch hij tegenover haar bleef. Zijn manier van doen was echter vriendelijk en het verheugde hem, dat zij vol geestdrift met het werk medeleefde. „Voor jou, die pas uit Enge land komt, is dit allemaal nog zo heerlijk nieuw," zei hij, „maar ik herinner me ook nog best van mezelf hoe opwindend ik mijn eerste opgraving vond!" „Hoe lang is dat geleden?" Glimlachend gaf hij ten antwoord. „Een hele tijd. Vijftiennee, zestien jaarl" „Dan ken je dit land zeker op je duimpje." „O, ik ben niet altijd hier bezig geweestook in Syrië en Perzië." „Je spreekt anders goed Arabisch. Wanneer je je als Arabier verkleedde zou je er best voor kun nen doorgaan." Hij schudde ontkennend het hoofd. „O, nee daar is heel wat meer voor nodig. Ik geloof nooit] dat een Engelsman ooit voor een Arabier zou kun nen doorgaan. Tenminste, lange tijd achter elkaar. „En Lawrence dan?" „Ik geloof niet, dat Lawrence ooit voor een Ara bier is aangezien. Neen, de enige man, die ik ken en die vrijwel niet van een zoon van dit land te onderscheiden valt, is ook in deze streken ge boren. Zijn vader was consul in Kashgar en andere afgelegen oorden. Als kind heeft hjj allerlei dialec ten leren spreken, die hjj later heeft bijgehouden, geloof ik." „Wat is er van hem geworden?" „Na onze schooltijd heb ik hem uit het oog verloren. Wij noemden hem Fakir omdat hjj onbe weeglijk op zijn hurken kon zitten en dan in trance leek te geraken. Wat hij op het ogenblik precies doet, weet ik niet. Ofschoonik heb er wel enig idee van." „Heb je hem nog wel eens teruggezien?" „Ja, heel gek, kort geleden nogin Basra. Een hoogst zonderling geval." „Hoogst zonderling?" „Ja, je moet weten, dat ik hem helemaal niet had herkend. Hij leek precies een Arabier, met kef- fiyah, gestreepte mantel en een ouwe battle-dress. Hij droeg een snoer kralen van barnsteen, weet je, zoals ze zo vaak hebben en die ze dan door hun vingers laten glijden, waarbij ze tegen elkander tikkenMaar hij seinde er morsetekens mee om mijn aandacht te trekken!" „Wat gek. Wat seinde hij?" „Eerst mijn bijnaam op school en toen de zijneen daarna het signaal voor „Help me! Ik sta voor moeilijkheden!" „En kwamen er moeilijkheden?" (Wordt vervolgd). Een eenzijdige estheet vormt geen grotere bedreiging voor d^ werkelijk heid dan een eenzijdige experimenteel. Bekeerd uit het een, loopt Voeten niet over naar het andere. De bron van ieder dichterschap, het individuele men selijk bestaan, sluit hij niet af met de steen van de enig juiste poëtiek. Zijn laatste bundel heet dan ook Mense lijkerwijs. Wie meent dat de jongste publicatie van Voeten enkel nieuw werk bevat, vergist z:ch. Menselijkerwijs is slechts een herdruk, althans voor het overgrote deel, van vroeger verschenen werk. En de auteur is zo verstandig geweest, zijn eers.te bundels dicht te laten en slechts uit dat deel van zijn oeuvre te putten dat voldoet aan eisen die de schrijver in het verleden niet altijd heeft gesteld. Het gros van de eerste verzen werd niet herdrukt. Ik neem aan dat de schrijver ze heeft verloochend. De enkele verspreide gedichten die hij uit die periode toch nog heeft over genomen, vormen een zwakke inleiding op Menselijkerwijs. Slechts de verzen Zeegebied en Confrontatie zijn wer kelijk suggestief. Eerst in de bundel Met het oog op morgen, voelt zich d® lezer beter op zijn gemak: „Op een melkwagen rijdt de zon de Oostelijke straten binnen de zon de malle bezorger brengt overal flessen licht" Een brokje levensvreugde, meer niet, maar het is echt en pakkend verwoord. En zo is de hele verzamelbundel: levens vreugde, levensverdriet. Hier en daar staat een vers dat je niets doet, in an dere verzen is niet ieder woord raak. Men bedenke daarbij dat in de vers kunst het leven woord voor woord moet worden bevochten op dood materiaal En vaak slaagt Voeten erin dat leven te wekken, vooral in de bundel De zon op mijn hand. het beste wat hij tot nog toe schreef. Herhaaldelijk staan de ver zen gespannen van een oorspronkelijke beeldkracht, zonder dat de gevonden beelden om zichzelfs wil aan elkaar worden geregen, een methode die al te vaak het vers van de orthodoxe Experimenteel in bewonderenswaardige brokstukken uiteen laat vallen. Het originele, concrete of lichamelijke, hand tastelijke beeld heeft Voeten met de Vijftigers gemeen of bij de Vijftigers geborgd. Het geniaal-fragmentarische van hun stijl gevolg van de vrij- associatieve methode heeft hij ge lukkig niet mee overgenomen. De een heid van het leven blijkt bij Voeten ook uit bet vers, bv. uit het voor zijn huidige schrijftrant zeer instructieve Poëtiek: „Zo lichamelijk mogelijk schrijven mond aan mond met de taal. Een familie van woorden stichten. Leven in zinsverband. Met de werkelijkheid één ruimte delen, één bed beslapen. Nimmer talen naar gisteren het vers is steeds een begin". Voeten heeft zich bekeerd tot de een voud. Het is niet zijn vooropgezette be doeling het Absolute te achterhalen. De verzamelbundel heet terecht Men selijkerwijs. Meet bv. een Lucebert zich gaarne de houding aan van een pro feet die met zijn eigen profetenstok wel eens het water uit de rots zal slaan, Voeten blijft liever gewoon mens met de mensen, en gelooft niet eens in het wonder: „Nee, er gebeuren geen won deren, maar de dag gaat fluitend aan het werkEn dat is al een wonder op zich zelf. Het leven is voor Voeten een wonderlijk iets, hij verbaast er zich over, hij heeft het lief. „Geloof niet in wonderen, zo zegt hij, geloof in de man die met onverbloemde handen een bed van liefde spreidt". Met die visie heeft hij zich als dichter van een betrouwbare basis verzekerd. In hoeveel gevallen is veel willen niet het gevolg van gebrek aan wilskracht? Veel willen is ook de doodsvijand van de spontani teit. De gewoonste dingen die de dichter in het gewone leven voor de voeten komen, kunnen plotseling stralen in schoonheid, een bijzondere betekenis krijgen als ze met liefde worden waar genomen. Voeten schrijft een pakkend vers over het huwelijk, maar dat over een onbeholpen kindertekening van het dochtertje bevat m.i. méér poëzie. En wat voor moderne poëzie al héél uit zonderlijk is: Voeten acht het niet be neden zijn waardigheid een stukje na tuur of techniek te beschrijven. En daar hij dat als dichter doet, is er niets op tegen, integendeel. Ook het kijken en de vreugde daaraan verbonden, horen, tot de menselijke existentie. En dat de dichter tijdens zijn Zomermiddag aan de Amstel ook geluisterd heeft, blijkt aan het slot van het vers: „Scooters op het jaagpad knippen de stilte open. met een lange schaar van geluid." Uit Menselijkerwijs blijkt dat Voe ten openstaat voor het leven in de ge wone maar daarom nog niet minder diepe zin van het woord. Alsook dat hij voldoende dichter is, ondanks zijn ongeloof, om in verzen het leven als een wonder te doen ervaren. De bundel had met evenveel recht Modo Poëtico kunnen heten. JAN ELEMANS De heer F. B. G. W. Spit, voorzitter van het Algemeen Onderling Zieken fonds en de ATZ, president-commis saris van de Unie-Optiek N.V. en be stuurslid van de KAB in het diocees Haarlem, is vrijdag in het Onze Lieve Vrouwegasthuis te Amsterdam over leden. Hij is 66 jaar geworden. De heer Spit heeft in de laatste veer tig jaar van de katholieke vakbeweging een belangrijke rol gespeeld. Hij is jaren lang vice-voorzitter geweest van de katholieke bond van overheidsperso neel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 11