WILLEM V Vooral in ballingschap een sterke figuur geworden Prof. MÜHLBOCK over stand van experimenteel kankeronderzoek W Storm op til MISLUKTE LANCERING VAN AMERIKAANSE KUNSTMAAN Derde trap van „Vanguard komt niet tot explosie Niet anders dan toen Kritiek op het rapport „Randstad Holland" Mijnwerker onder vallend gesteente bedolven Nieuwe tegenslag Voor Lady Docker Zestig jaa r waa rsch u wingsdienst Klokgelui per geluidsband Vader haalt zijn zoon nog bijtijds uit Marseille Dodelijk ongeval op scheepswerf „Plannenmakerij en bespiege lingen van de kaart af" KANKER EEN UITDAGING' „Zwaan kleef aan..." Vrijwel op slag gedood Explosie op Groningse kustvaarder Opnieuw jobstijding van marine Sara Heyblom Toelichting van minister Staf VISIE VAN PROF. GROENMAN DINSDAG 29 APRIL 1958 PAGINA 3 e ne vois plus guères de moyens de sauver ce Païs; cependant mon devoir est de m'en occuper tant que j'existe.schrijft Willem V in zijn laatste brief, die hij uit ons land aan zijn dochter Loulou in Brunswijk heeft verzonden op 14 januari 1795. Zijn beide zoons Vochten nog in de Bommeler- Vraard tegen de Fransen, die zij maanden hadden weten tegen Ie houden. De strenge vorst in deze januarimaand van 1795 was de grote bondgenoot van de vijand. Het land viel na harde maanden ineens in hun handen. Vier dagen later is Prins Willem per visserspink van Schevenin- gen vertrokken. Vandaag wordt zijn lichaam na een ballingschap van 163 jaren teruggebracht naar het land, dat hij heeft wil len helpen zolang hij leefde. FOTOGRAFEREN? Riskeer niets vraag films D.M.L.-affaire 19-jarige had zich bij het, vreemdelingenlegioen gemeld 55 Prins Willem, de laatste stadhouder, Was geen staatsman die de problemen PRINS WILLEM zijn jeugd. Illllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllliilllllllllllllllllllllllllll Sinds februari van dit jaar was het in Den Helder een ver trouwd gezicht geworden om de dienstauto van de Chef Staf Zee macht, kenbaar aan het blauwe bordje-met-zilveren-ster op de bum per, enige malen per dag door de stad te zien rijden, op enige afstand gevolgd door een jeep met M. P. Reeds deden geruchten de ronde, dat voor het leven van deze marine autoriteit gevreesd werd, of dat het ceremonieel nodig was ter bescher ming van hoogst geheime stukken, die de commandeur thuis bestudeer de. Men bleef zo gissen. Totdat het begon op te vallen, dat ook sinds enige tijd het aantal rapportjes we gens niet groeten, aanmerkelijk steeg. Toen bleek dat de comman deur vond, dat het met de uitvoering van de groetplicht maar treurig was gesteld, zodat hij een M P. jeep in schakelde als volgauto. De inzitten den moesten rapport opmaken van eenieder, die niet de verschuldigde eerbewijzen bracht. De MAR(ine) VO(orlichtingsdienst) deelde desge vraagd mee, dat dit een tijdelijke maatregel was, van interne aard, die uiteraard weer was ingetrokken. Sindsdien ziet men overal waar de wagen verschijnt, model groetende „Jannen". Het heeft dus geholpen.. Maandagmorgen omstreeks elf uur is de 54-jarige Poolse kolenhouwer S. Inglot dodelijk verongelukt in de onder grondse werken in dé mijn Oranje Nas sau III te Heerlen. Het ongeluk gebeur de op de 420 meter verdieping van de mijn. Houwer Inglot geraakte bedolven onder vallend gesteente, toen het dak van het breedveld doorbrak. Hij was vrijwel op slag dood. Het slachtoffer was gehuwd en woonachtig te Heerier- heide. De 550 ton d.w. metende Groningse kustvaarder President Roosevelt is met motorschade binnengesleept in een kleine Ierse haven. Het schip kreeg pech door een explosie in de motor. Aan boord bevinden zich acht beman ningsleden, de vrouw van de kapitein, nismede twee van hun kinderen. Het loopt Lady Docker, de echt genote van de bekende Britse indus trieel, de laatste tijd niet mee. Dezer dagen werd zij „verbannen" uit ■Monaco en de drie departementen van de Franse Rivièra, omdat zij de vlag en de regering van het vorsten dom had beledigd. Gisteravond on dervond zij een nieuwe tegenslag. Ren Britse televisiemaatschappij had haar n.l. de gelegenheid geboden om haar visie op het gebeurde te geven, voorwaarde was echter dat het ge sprek volgens een tevoren opgesteld schema van vraag en antwoord zou verlopen. Lady Docker stelde even- Wel de eis dat zij volkomen vrij zou z}0n in haar antwoorden. Toen bleek dat de maatschappij onwrikbaar op haar standpunt bleef staan en de uitzending werd afgelast, verklaarde Lady Docker zich bereid alsnog met het scenario akkoord te gaan, doch oen was het te laat. Er bleef haar en Sir Bernard Docker niets anders over dan onverrichterzake de studio te verlaten. Kanker neemt op het ogenblik de tweede plaats onder de doodsoorzaken in; de frequentie wordt alleen overtroffen door die van hartziekten. En wat verontrustender is: de kankersterfte neemt steeds toe, aldus prof. dr. O. Miihlbeck, die maandagmiddag onder grote belangstelling in de aula der gemeenteuniversiteit van Amsterdam zijn hoogleraarsambt in de expe rimentele oncologie (leer van de gezwellen) heeft aanvaard met een rede getiteld „Kanker een uitdaging". De universiteit van Amsterdam is de eerste Alma Mater, die een dergelijke leerstoel bezit. Advertentie PRINS WILLEM V van zjjn tijd heeft kunnen oplossen. HU heeft daarvoor allereerst alle omstan digheden tegen gehad. De Republiek in 1795 was het tegenovergestelde van de Republiek in 1648. Haar macht in Europa betekende weinig of niets meer. Innerlijk was het land bovendien door een vermolmde staatsinrichting en par tijstrijd nagenoeg onbestuurbaar. De stadhouder had veel vijanden, die de vrienden der revolutie waren. Zij we zen de Fransen revolutie-generaals let terlijk de weg naar Den Haag, nadat men in het vaderland alle kansen ge mist had om de revolutie een slag voor te zjjn. Ook Willem V en zijn voorgan ger hadden de fantasie niet op kunnen brengen aan de vrijheidsdrang van hun tijd tegemoet te komen. En het is de vraag of zij-tegen de stroom van intri ges opgewassen zouden zijn geweest als zij wel begrepen hadden wat de toe komst eiste. illem V is echter geen Lode- wijk XVI, waarmede men hem onwillekeurig vergelijkt. Hti heeft steeds voor zijn rechten ge streden, al heeft hij te weinig oog ge had voor dat wat het volk aan rechten ging opeisen. Hij was een zeer ontwikkeld man, met merkwaardige liefhebberijen en 'n voortreffelijk vader. Gijsbert Karei van Hogendorp, die later zijn oudste zoon, Willem, de eerste koning van Nederland, zou begroeten na aankomst in hetzelfde Scheveningen waar zijn vader diep in de nacht, toen hem geen enkele mogelijkheid meer overbleef, als banneling is vertrokken, zegt dat hjj „avait le tic d'etaler une pompe royale". Daaraan hebben de Staten- Generaal van het huidige Koninkrijk der Nederlanden het gebouw te dan ken, waarin zij nu nog ruim behuisd zijn. In de vroegere balzaal van 't stadhou derlijk paleis, waar sinds de patriotten nog altijd de volksvertegenwoordiging vergadert, is destijds het huwelijksfeest gevierd van prinses Loulou, die 163 jaar geleden op 14 januari vaders laat ste brief ontving uit Den Haag met het tragische nieuws, dat de Bommeler- waard was gevallen en dat er nu geen mogelijkheid meer was het land te red den. Willem V is in 1806 in het huis van prinses Loulou in Brunswjjk gestorven. Dr. Japikse zegt dat hij in de balling schap „in zijn beginselvast conservatis me werkelijk een figuur" is geworden. Dat karakter bleek o.m. in de onder handelingen met Napoleon, die de Stad houder zijn rechten ontnam en hem in ruil daarvoor nieuwe bezittingen wilde geven, o.m. het geseculariseerde bisdom Fulda, na andere onteigend te hebben. Willem V heeft in tegenstelling tot zijn zoon, de erfprins, steeds geweigerd de ze landen in bezit te nemen. Advertentie Uit de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt, dat in 1901 bjjna vijfduizend personen in Ne derland aan kanker zjjn gestorven; in 1956 waren het er meer dan 17.000. Bij dit laatste cijfer dient evenwel te wor den bedacht, dat ook het zielental in de laatste 55 jaar sterk is toegenomen en dat, door verbetering van de hygië nische toestanden en de vooruitgang in de behandeling van allerlei ziektes, vooral infectieziektes, meer personen dan vroeger een hogere leeftijd berei ken en daardoor een grotere kans hebben kanker te krijgen. De verbete ring van de diagnostiek mag bij deze berekeningen evenmin worden ver waarloosd. Al kunnen deze overwegin gen, aldus prof. Mühlbock, ten dele verklaren waarom de relatieve kanker- sterfte moest oplopen, dan nog blijft de kankerbestrijding als medisch pro bleem bestaan en wordt zij, gezien de getallen van de totale kankersterfte, zelfs steeds meer urgent. Naar de me ning van prof. Mühlbock heeft het we tenschappelijk speurwerk in de laatste honderd jaar, o.a. van Virchow, aange toond dat kanker een lokaal gebeuren is en als een cellulair probleem moet worden gezien. Het ontstaan van kan ker is in alle weefsels mogelijk, alle celtypen in het lichaam kunnen tot kan kercellen, d.w.z. veranderde lichaams cellen, verworden. Van het ogenblik af waarop men leerde inzien, dat een kan kercel van een normale cel afwijkt, heeft men zich ook afgevraagd wat de chemische verschillen tussen deze bei de celsoorten zijn. Aanvankelijk werd hierbij zuiver analytisch te werk ge gaan. Deze eerste stap leverde geen kenmerkende verschillen op. Resulta ten werden eerst verkregen toen te vens, dank zij de pioniersarbeid van Warburg, de functionele verschillen van de cellen werden bestudeerd. De chemische onderzoekingen zijn nog in volle gang, mede dank zij de vooruit gang in de kennis van de eiwitchemie en van de enzymchemie. Andere onderzoekmethodes, die men biologische methodes zou kun nen noemen, bestuderen het kanker gezwel in het organisme. Voor deze studie zijn onderzoekingen bij dieren onontbeerlijk. Veelvuldig herhaalde overentingsproeven hebben hierbij de onmogelijkheid bewezen van een spontaan afsterven van een kwaad aardig gezwel. Kankercellen zijn als het ware onsterfelijk, mits ze de voor hun groe nodige voorwaarden vin den. Naar de mening van prof. Mühlbock heeft het bestuderen van de kankercel en van de overgeënte gezwellen in het experimentele kankeronderzoek, hoe waardevol ook, in één opzicht moeten falen: het kan ons niets leren over de oorzaken van het ontstaan van kanker. Hjj ging vervolgens in op de twee me thodes, die voor de studie van deze oorzaken werden uitgewerkt, namelijk die van de spontane gezwellen bij die ren en die van de kunstmatig opgewek te gezwellen. Een ander aspect van het experimen tele kankeronderzoek is de vraag of er een samenhang bestaat tussen het ont staan van een gezwel en veroudering. Iedere leek zal geneigd zijn deze vraag bevestigend te beantwoorden, immers, de kankerfrequentie neemt afgezien van enkele uitzonderingen met het ouder worden toe. De vraag is echter: is er een oorzakelijk verband tussen veroudering en kanker in die zin, dat verouderingsverschijnselen de nood zakelijke voorwaarden van het ontstaan van kankei zijn? De uitkomsten van het onderzoek hebben tot de conclusie ge leid, dat kanker niet als direct gevolg van veroudering is te beschouwen. Hoe moet men dan het verband tussen ho gere leeftijd en kanker opvatten? De verklaring moet worden gezocht in de latentie, d.w.z. de tijd die na het begin van de inwerking van een kankerver wekkende invloed verloopt tot het ont staan van kanker. Bekend is, dat deze latentietijd bij de mens tientallen jaren kan bedragen. Voor de experimentele kanker geldt hetzelfde: nooit leidt een kankerverwekkende invloed terstond tot het ontstaan van kanker. De lengte van de latentietijd is afhankelijk van de sterkte en de duur van de kankerver wekkende invloed en van tal van bij komstige faktoren. Deze lange latentie tijd verklaart ongedwongen, waarom kanker meestal pas wordt gevonden. op latere leeftijd Donderdag 1 mei zal het precies zestig jaar geleden zijn, dat in Neder land bij het Kon. Meteorologisch In stituut te de Bilt de wind- en storm- waarschuwingsdienst werd opgericht. In verschillende landen bestond een dergelijke dienst toen al. Ondanks de destijds gebrekkige communicatiemid delen bleek deze dienst toch een waar devolle aanwinst te zijn voor de sche pen, die in de nabijheid van een kust voeren. Langzaam richtten meer lan den een dergelijk instituut op en thans kan men zeggen, dat over de gehele wereld een onzichtbaar net is ge sponnen van draden die de waarne mingsstations en coördinatiepunten onderling verbinden. Ongetwijfeld zul len ontelbare zeelieden en schepen hun behoud aan dit waarschuwings systeem te danken hebben. Ook op het land zijn de berichten van grote be tekenis zowel voor de tuinders als b.v. voor uitvoerders van bouwwer ken. Reeds in 1808 ontwierp de Engelse admiraal Beaufort een systeem van eenheden waarmee men de heersen de windkracht kon aangeven. Deze schaal gir.g uit van de kracht, waar mee de wind blies in de zeilen van een volgetuigd oorlogsschip. Naarmate er meer stoom- en motorschepen kwa men en de zeilschepen verdwenen, moest de schaal op andere metingen worden ingesteld. De schaal, die nu nog gebruikt wordt, is in 1913 samen gesteld. De naam is echter nog steeds Schaal van Beaufort. (Bft). Er ko men eenheden op voor, die genum merd zijn van 0 t.m. 12. Waarschuwingen worden pas uitge geven, bij harde wind (7 Bft). Dan volgt storm (8)zware storm (9) zeer zware storm (10); storm met or kaankracht (11) en tenslotte orkaan (12). Een orkaan heeft een windsnel heid van 108 km. per uur. Soms wor den er nog hogere snelheden gemeten zoals bijv. op 1 maart 1949 toen de meters een snelheid van 148 km. per uur aangaven. De windsnelheidsme- ter bij de diverse observatiestations tekent per tien minuten de snelheid van de wind aan, alsmede de uit schieters en de wegvallingen, middelt deze uit en geeft dit gemiddelde aan in meters per seconden. Het K.N.M.I. moet de waarschu wingen tenminste zes uur en ten hoog ste achttien uur voor de verwachte windsterkte bekendmaken. Het intrek ken mag niet eerder geschieden dan hoogstens vier uren voor de verwach te afname van de windkracht tot be neden 7 Bft. De waarschuwingsbe- richten worden door de Bilt recht streeks naar het P.T.T. telegraafkan toor in Amsterdam gezonden, waar ze met voorrang naar de verschillen de seingevers worden gestuurd. De waarschuwingen worden uitgegeven via Scheveningen-radio voor de Noordzee en door de radionieuws dienst voor het land en de binnenwa teren. Voor dit laatste heeft men vier districten vastgesteld: Noord (Duitse bocht tot Den Helder), Mid den (Den Helder-tot Hoek van Hol land) Zuid (Hoek van Holland tot Bel gië) en IJselmeer voor de kust daar omheen. Tevens worden de waar schuwingen gegeven door middel van visuele seinen, die worden opgehan gen aan havenkantoren, haveningan gen, vuurtorens en op lichtschepen. De seingevers zjjn verplicht datum en uur van ieder sein en van de be kendmaking daarvan op een brief kaart te schrijven en te zenden aan het K.N.M.I.waardoor men* daar te allen tijde een overzicht heeft van de snelheid en de uitvoering van de be kendmakingen. De tweede tak van het experimentele kankeronderzoek, die ons inzicht in het ontstaan van de kanker verdiepte, was het kunstmatig opwekken van kanker op willekeurig gekozen plaatsen in het organisme met behulp van de zoge naamde kankerverwekkende stoffen. Ongeveer veertig jaar geleden was de vondst, dat men met bepaalde chemi sche stoffen kanker kon verwekken, een opzienbarende gebeurtenis. Nu is de waarneming, dat een bepaalde stof carcinogeen werkt, niets bijzonders meer; heden ten dage is het weten schappelijk onderzoek er meer op ge richt vast te stellen op welke wjjze deze stoffen werken. Nu probeert de experi mentele oncoloog bjj het toepassen van nieuwe stoffen in de industrie, in de menselijke voeding enz. zich er van te voren van te verzekeren, dat deze nieu we stoffen geen carcinogene werking hebben. Deze zeer belangrijke taak is van groot belang voor de preventie van kanker. Sprekend over de armatuur in de be strijding van de kanker, zei prof. Mühl bock, dat de chirurgische behandeling en de stralentherapie een vaste plaats hebben. In vele gevallen bereikt men met deze methodes definitieve resulta ten, echter slechts dar als het gezwel nog gelocaliseerd is. De methodes moe ten in gebreke blijven, als de kanker in andere organen door gegroeid is of als zaailingen in ander organen, ver van de de oorspronkelijke plaats, worden ge vonden. In dergelijke gevallen blijft de hoop ge vestigd op de chemotherapie: een the rapie met een of andere stof. die op ■doelmatige wijze toegediend, met het bloed aan alle organen en weefsels in het lichaam wordt gebracht en hier een vernietigende werking op de kankercel len kan uitoefenen. De eis, die men echter aan deze stof moet stellen is, dat de normale lichaamscellen niet worden beschadigd. Tot nu toe is men er nog niet in geslaagd, een dergelijke stof te vinden, die in alle gevallen ef fectief is. Geen gebied van het experi mentele kankeronderzoek is zo rijk aan bittere teleurstellingen. Eindeloos is de iijst van stoffen, die geprobeerd zijn. Alles vrjjwei vergeefs, zodat het niet te verbazen is, dat een zeker defaitisme op het gebied van de chemotherapie van de kanker is waa. te nemen. Ver wacht mag echter worden, dat naarma te het inziclü in het wezen van de kan ker verdiept, ook de chemotherapie meer rationeel ontwikkeld zal kunnen worden. Tenslotte lans voor menwerking tussen kankerinstituut en universiteit. Enerzijds omdat kankerin stituten ruime gelegenheid tot detailon derzoek geven en de kans bevorderen, dat wezenliils belangrijke dingen wor den gevonden op „kankergebied". An derzijds omdat de grote gecompliceerd heid van het kankerprobleem duidelijk maakt, dat het niet in één generatie is op te .ossen, waardoor de kankervor ser zijn kennis en e-waring aan jongere onderzoekers moet kunnen doorgeven. Ongerept zuiver spreekt natuur brak prof. Mühlbock een en zo nauw mogelijke sa- Een poging van de Amerikaanse marine om met behulp van een drie trapsraket van het type Vanguard een volledig met instrumenten uitge ruste kunstmaan van vijftig centimeter middellijn in een baan om de aarde te brengen, is mislukt. Nog geen half uur nadat de raket vanmorgen van het proefterrein te Cape Canaveral in Florida was afgeschoten, maakte de marine te Wash ington bekend, dat de derde trap van de raket niet had gewerkt en dat daardoor niet de vereiste snelheid was bereikt om de kunstmaan in haar baan te brengen. In de officiële verklaring wordt ge zegd, dat men ondanks de mislukking toch gegevens heeft verkregen uit de lancering welke nuttig kunnen zjjn voor het afschieten van de kunstmanen die de V.ó. nog voor het einde van het geo- fisische jaar in de ruimte willen bren gen. De eerste twee trappen van de bij na tien ton wegende raket hebben goed gefunctioneerd. De eerste trap heeft de raket tot zestig km. hoogte gebracht, aldus de verklaring. De kunstmaan die de raket buiten de dampkring had moeten brengen, was de eerste Amerikaanse satelliet die vol ledig op de wetenschap was gebaseerd. Hjj was zo ingericht, dat gegevens zou den kunnen worden verzameld over x-stralen van de zon en over de acti viteit van kleine meteorieten in de Het regent pijpestelen op deze twee-na-laatste aprildag; de klokkenist die het Dam-carïl- lon bespeelt probeert met „Wie rusten wil in 't groene woud," er een beetje de moed in te hou den, terwijl ver beneden hem haastige voorbijgangers zich een weg zoeken langs de ontelbare plassen. Nee, Amsterdam heeft beslist haar jour niet, en we kunnen ons zo langzamerhand nog maar één mens voorstellen, die ook nu nog met een zonnig gezicht over de Dam zou kun nen lopen (als ze het niet zo druk had): Sara Heyblom, die ten eerste van muziek houdt, (ook als die niet smetteloos zou zijn), die er, ten tweede, niet uitziet of ze bang is voor een beetje regen, en die tenslotte onder alle omstandigheden be reid is de stad van haar hart alle denkbare feilen te vergeven. Mevrouw Heybloms hart ging open toen ze, na een paar jaar in 't westen van het land te hebben gespeeld, naar de hoofd stad terugkeerde, waar zij nu aan het gezelschap Puck ver bonden is. Daar beleeft ze veel plezier aan haar rol in „Taloe- lah", als een van de drie kom- plotterende oude dames, samen met Nel Knoop en Aaf Bouber. Haar contrakt met Puck heeft ze juist weer voor een jaar verlengd; en aan alles kun je merken dat ze geboren en getogen Amsterdamse blij is weer thuis te zijn. Het is overigens niet om deze reden, dat ze vandaag in de krant staat. Op Koninginnedag, morgen dus, zal mevrouw Heyblom 's avonds in het nationale televisie-programma de rol van Tante Henriëtte vervullen in Herman Roelvink's „Freuleken". Het grappige is, dat ze dat drieëntwintig jaar geleden ook al gedaan heeft, niet voor 'de televisie uiteraard, maar bij de Amsterdamse Tooneelvereeniging, die onder leiding stond van Van Dalsum en Defresne. De hernieuwde kennismaking met de hooghartige, volstrekt niet kwade maar wel buitengewoon lastige tante Henriëtte heeft bij mevrouw Heyblom vele herinneringen wakker geroepen, die ze glimlachend de revue laat passeren. Ook iemand anders heeft aan dit stuk zijn herinneringen gehad maar hij heeft ze, met pijnlijke precisie, trachten te behouden. Tijdens dè televisie-repetitie krijgen wij gelegenheid, het plakboek in te zien dat de schrijver van het stuk met verbazingwekkende nauwgezetheid heeft bijge houden. Recensies uit alle delen van het land zijn er in opgenomen Zo trekt een stoet van Freulekens aan ons voorbij, Geretje Lobo, Willy Haak, Freuleken in Nigtevegt, Freuleken in Wognum en in Wonseradeel. En intussen zit, nog steeds glimlachend, mevrouw Heyblom tegenover ons, en zegt dat ze niet het gevoel heeft, „het anders te doen dan drieëntwintig jaar geleden. Er is iets tijdloos om haar heen, iets van een klaarheid die gelukkige mensen bezitten, en die aan geen tijd of leeftijd gebonden is. Twee jaar geleden is ze met het optreden voor de televisie begonnen en ze heeft er nog steeds maar één woord voor: héérlijk. Overigens vind ze zelf, dat ze het op het ogenblik al bijzonder getroffen heeft. De samenwerking met Wim Bary, die dit nationale programma regis seert men heeft ter gelegenheid van Koninginnedag met opzet een Nederlands stuk gekozen vindt ze buitengewoon prettig; ze noemt hem „een heel knap regisseur." Ook het werken bij de film, als dat zo te pas komt, vindt ze verrukkelijk, en als we dan bovendien nog horen, dat „Taloelah" volgende maand voor de honderdste maal gaat, wil het ons voorkomen dat ze het toch eigenlijk heel erg druk heeft. Ja, beaamt mevrouw Heyblom, het is druk en heel vermoeiend, en vervolgens doet ze een tamelijk verbijsterende uitspraak: „Weet u," zegt ze, „ik ga vaak moe naar de schouwburg toe, en kom er, na zo'n avond spelen, uitgerust weer uit; het eist je geest op, en je interesse, en je vergeet je zorgen erbij!" Het zijn de laatste jaren vooral komische rollen, die mevrouw Heyblom te spelen krijgt. „Ze schijnen me er nogal geschikt voor te vinden," zegt ze bescheiden, maar wij menen te weten dat zij, die vroeger Badeloch gespeeld heeft, en Eva in „Adam in Ballingschap" ook dolgraag weer eens een echte, klassieke rol op zich zou nemen. „Maar ja," zegt ze, „we hebben allemaal onze wensen, en ik weet zeker dat ik er niets meer aan zou vinden, als de mijne op slag allemaal vervuld werden!" Wéér een van die uitspraken, waar we ons slechts nederig bij aan kunnen sluiten. ruimte buiten de dampkring. De verza melde gegevens zouden door middel van een radiozender naar de aarde zijn gezonden. De Moskouse correspondent van het Hongaarse persbureau M.T.I. meldt dat er misschien zeer binnenkort een nieu we Spoetnik gelanceerd zal worden. De afmetingen van deze kunstmaan zouden groter zijn dan die van Spoetnik II. Men hoopt dat de zender van deze nieuwe Spoetnik langer functioneert dan die van de voorgaande Russische kunstmanen en dat hij gegevens zal uitzenden over de kosmische stralen en de biologische functies vc het dier, dat mee de ruim te zal worden ingeschoten, aldus de cor respondent. Men acht het in Moskou echter nauwelijks mogelijk dat het dier, zeer waarschijnlijk een hond, weer op de aarde kan terugkeren. Minister Staf zal het op prijs stellen in de gelegenheid te worden gesteld te genover de Tweede Kamer een toelich ting te geven op de gang van zaken bij het Directoraat Materieel Landmacht. De bewindsman zegt dit in zjjn antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid Koersen (K.V.P.) naar aanleiding van enige getuigenverklaringen tijdens het proces tegen de Majoor K. voor het Hoog Militair Gerechtshof. Ir. Staf heeft inmiddels alle stukken, die op deze strafzaak betrekking heb ben, aan de Kamer toegezonden. Al vijftien jaar lang hangt er in de toren van de gereformeerde kerk te Driebergen-Rijsenburg geen luid- klok meer sedert deze door de be zetters werd weggehaald. Niettemin zullen de kerkgangers voortaan aleer de diensten beginnen het klokgelui hoog uit de toren horen galmen. Ze behoeven zich dan niet af te vragen waar de klepel hangt van deze klok. Want nog steeds zijn er in de toren geen klepel en klok te vinden. Daar voor was na een restauratie, die de kerk onlangs onderging, geen geld meer over. Een van de gemeenteleden, die in geluidstechniek liefhebbert, heeft nu op de plaats waar eens de klok hing een paar luidsprekers aangebracht. Verder heeft hij een bandopname van een luidende klok weten te verkrijgen en zo zorgt hij voortaan 's zondags voor klokgelui zonder klok. c Een negentienjarige Haagse jonge man, dienstplichtig militair te Nijme gen, die in een zwaarmoedige bui op 12 april naar Marseille was vertrokken om dienst te nemen in het vreemdelingen legioen, is bijtjjds door zjjn vader te ruggehaald. Vergezeld van zijn vader meldde hij zich weer bij de garnizoens commandant van Nijmegen. De jonge man is thans opgenomen in een hospi taal omdat bleek dat hii aan een hevige geestelijke depressie lijdt. De jonge militair verdween 12 april plotseling. Reeds onmiddellijk gingen geruchten dat hij na een ruzie met zijn meisje naar Marseille zou zijn vertrok ken. De vader reisde zijn zoon achter na en slaagde er in hem met hulp van de Nederlandse consul te Marseille vrij te krijgen. Op een scheepswerf in Makkum, is maandagmiddag de 23-jarige R. van Kouperus onder een aantal stalen scheepsplaten terecht gekomen, die kantelden, toen zjj door een plaat, die in een hijskraan hing, werden geraakt. Het slachtoffer, dat sedert enige weken was gehuwd, overleed ter plaatse. „Uit het rapport „het westen des lands" meen ik te kunnen afleiden dat spreiding van de bevolking mogelijk en noodzakelijk wordt geacht. En dit, afgezien van de vraag of het om nieu we of bestaande bestaansbronnen gaat. Dan echter zie ik ook geen reden om de uitgelegde randstad niet ons ge hele land te laten bedekken. Ik kan dit staande houden, zolang niet iemand heeft aangetoond, dat de zgn. „delta functies" die Nederland in Europa in het Europees verband heeft uit te oefe nen, alleen maar binnen de beperkt uit gelegde rand' tad Holland kunnen wor den waargenomen." Prof. dr. S. Groenman uit Utrecht, uitte deze kritiek op het randstad-rap port gistermiddag op de jaarvergade ring van het industrieschap „Oosteljjk- Friesland" te Heerenveen. In het rapport worden de deltafunc ties van Nederland, als poort van een werelddeel, namelijk beperkt gedacht tot het gebied begrensd door de ljjn Alkmaar, Lelystad, Amersfoort, Vee- nendaal. Prof. Groenman vreesde dat' de sa menstellers van het rapport zich door een typisch westelijke visie en door een randstad-centrische visie hebben laten leiden, en zeker ook door plannenmake rij en bespiegelingen „van-de-kaart-af". Het principe van de spreiding is ech ter, aldus spreker, zjj het dan half slachtig, door het rapport aanvaard. Het noorden, zei hij, heeft die spreiding meer nodig dan de meeste centra, die het rapport noemt. De noordelijke vi sie, die op spreiding aandringt, is een nationale visie, betoogde prof. Groen man. De westelijke, die de nationale functies veilig wil stellen in de delta, niet. Prof. Groenman had nog meer kri tiek op het rapport, dat zijns inziens niet verder heeft gekeken dan 1980, „alsof de bevolking daarna niet ver der zou groeien." Van ruimtelijke politiek is naar de mening van de hoogleraar in Neder land nog geen sprake. Het rapport laat de problemen zien, en het stemt tot dankbaarheid dat de berg althans een muis heeft gebaard, aldus spreker, maar wat het beleid betreft kan men .toch moeilijk blij zijn met een „couveuse-kindje". Intussen loopt Den Haag over een paar jaar vol. Het Gooi is al vol en Hilversum heeft zjjn 100.000 inwo ners 15 jaar eerder dan was verwacht, aldus spreker, die het kortzichtig noemde om nu de randstad Holland uit te leggen en binnen de beperk te begrenzing daarvan allerlei steden tot ontwikkeling te brengen en dan maar af te wachten tot men weer vastloopt. Slechts een nationale visie kan de pro blemen van het westen en van het noorden met elkaar verbinden. De na tionale ruimtelijke en economische po litiek op lange termijn moet een beleid uit één stuk zijn en mag niet verbrok keld zjjn over de verschillende departe menten, aldus prof. Groenman.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 3