WILLEM V
Vooral in ballingschap een
sterke figuur geworden
Prof. MÜHLBOCK over
stand van experimenteel
kankeronderzoek
W
Storm op til
MISLUKTE LANCERING
VAN AMERIKAANSE
KUNSTMAAN
Derde trap van „Vanguard
komt niet tot explosie
Niet anders dan toen
Kritiek op het rapport
„Randstad Holland"
Mijnwerker onder
vallend gesteente
bedolven
Nieuwe tegenslag
Voor Lady Docker
Zestig jaa r waa rsch u wingsdienst
Klokgelui per
geluidsband
Vader haalt zijn
zoon nog bijtijds
uit Marseille
Dodelijk ongeval
op scheepswerf
„Plannenmakerij en bespiege
lingen van de kaart af"
KANKER EEN UITDAGING'
„Zwaan kleef aan..."
Vrijwel op slag
gedood
Explosie op Groningse
kustvaarder
Opnieuw jobstijding van marine
Sara Heyblom
Toelichting van
minister Staf
VISIE VAN PROF. GROENMAN
DINSDAG 29 APRIL 1958
PAGINA 3
e ne vois plus guères de
moyens de sauver ce Païs;
cependant mon devoir est
de m'en occuper tant que
j'existe.schrijft Willem V in
zijn laatste brief, die hij uit ons
land aan zijn dochter Loulou in
Brunswijk heeft verzonden op
14 januari 1795. Zijn beide zoons
Vochten nog in de Bommeler-
Vraard tegen de Fransen, die zij
maanden hadden weten tegen
Ie houden. De strenge vorst in
deze januarimaand van 1795 was
de grote bondgenoot van de
vijand. Het land viel na harde
maanden ineens in hun handen.
Vier dagen later is Prins Willem
per visserspink van Schevenin-
gen vertrokken. Vandaag wordt
zijn lichaam na een ballingschap
van 163 jaren teruggebracht
naar het land, dat hij heeft wil
len helpen zolang hij leefde.
FOTOGRAFEREN?
Riskeer niets
vraag
films
D.M.L.-affaire
19-jarige had zich bij het,
vreemdelingenlegioen
gemeld
55
Prins Willem, de laatste stadhouder,
Was geen staatsman die de problemen
PRINS WILLEM
zijn jeugd.
Illllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllliilllllllllllllllllllllllllll
Sinds februari van dit jaar was
het in Den Helder een ver
trouwd gezicht geworden om
de dienstauto van de Chef Staf Zee
macht, kenbaar aan het blauwe
bordje-met-zilveren-ster op de bum
per, enige malen per dag door de
stad te zien rijden, op enige afstand
gevolgd door een jeep met M. P.
Reeds deden geruchten de ronde,
dat voor het leven van deze marine
autoriteit gevreesd werd, of dat het
ceremonieel nodig was ter bescher
ming van hoogst geheime stukken,
die de commandeur thuis bestudeer
de. Men bleef zo gissen. Totdat het
begon op te vallen, dat ook sinds
enige tijd het aantal rapportjes we
gens niet groeten, aanmerkelijk
steeg. Toen bleek dat de comman
deur vond, dat het met de uitvoering
van de groetplicht maar treurig was
gesteld, zodat hij een M P. jeep in
schakelde als volgauto. De inzitten
den moesten rapport opmaken van
eenieder, die niet de verschuldigde
eerbewijzen bracht. De MAR(ine)
VO(orlichtingsdienst) deelde desge
vraagd mee, dat dit een tijdelijke
maatregel was, van interne aard, die
uiteraard weer was ingetrokken.
Sindsdien ziet men overal waar de
wagen verschijnt, model groetende
„Jannen". Het heeft dus geholpen..
Maandagmorgen omstreeks elf uur is
de 54-jarige Poolse kolenhouwer S.
Inglot dodelijk verongelukt in de onder
grondse werken in dé mijn Oranje Nas
sau III te Heerlen. Het ongeluk gebeur
de op de 420 meter verdieping van de
mijn. Houwer Inglot geraakte bedolven
onder vallend gesteente, toen het dak
van het breedveld doorbrak. Hij was
vrijwel op slag dood. Het slachtoffer
was gehuwd en woonachtig te Heerier-
heide.
De 550 ton d.w. metende Groningse
kustvaarder President Roosevelt is
met motorschade binnengesleept in een
kleine Ierse haven. Het schip kreeg
pech door een explosie in de motor.
Aan boord bevinden zich acht beman
ningsleden, de vrouw van de kapitein,
nismede twee van hun kinderen.
Het loopt Lady Docker, de echt
genote van de bekende Britse indus
trieel, de laatste tijd niet mee. Dezer
dagen werd zij „verbannen" uit
■Monaco en de drie departementen
van de Franse Rivièra, omdat zij de
vlag en de regering van het vorsten
dom had beledigd. Gisteravond on
dervond zij een nieuwe tegenslag.
Ren Britse televisiemaatschappij had
haar n.l. de gelegenheid geboden om
haar visie op het gebeurde te geven,
voorwaarde was echter dat het ge
sprek volgens een tevoren opgesteld
schema van vraag en antwoord zou
verlopen. Lady Docker stelde even-
Wel de eis dat zij volkomen vrij zou
z}0n in haar antwoorden. Toen bleek
dat de maatschappij onwrikbaar op
haar standpunt bleef staan en de
uitzending werd afgelast, verklaarde
Lady Docker zich bereid alsnog met
het scenario akkoord te gaan, doch
oen was het te laat. Er bleef haar
en Sir Bernard Docker niets anders
over dan onverrichterzake de studio
te verlaten.
Kanker neemt op het ogenblik de tweede plaats onder de doodsoorzaken
in; de frequentie wordt alleen overtroffen door die van hartziekten. En
wat verontrustender is: de kankersterfte neemt steeds toe, aldus prof.
dr. O. Miihlbeck, die maandagmiddag onder grote belangstelling in de aula
der gemeenteuniversiteit van Amsterdam zijn hoogleraarsambt in de expe
rimentele oncologie (leer van de gezwellen) heeft aanvaard met een rede
getiteld „Kanker een uitdaging". De universiteit van Amsterdam is de
eerste Alma Mater, die een dergelijke leerstoel bezit.
Advertentie
PRINS WILLEM V
van zjjn tijd heeft kunnen oplossen. HU
heeft daarvoor allereerst alle omstan
digheden tegen gehad. De Republiek
in 1795 was het tegenovergestelde van
de Republiek in 1648. Haar macht in
Europa betekende weinig of niets meer.
Innerlijk was het land bovendien door
een vermolmde staatsinrichting en par
tijstrijd nagenoeg onbestuurbaar. De
stadhouder had veel vijanden, die de
vrienden der revolutie waren. Zij we
zen de Fransen revolutie-generaals let
terlijk de weg naar Den Haag, nadat
men in het vaderland alle kansen ge
mist had om de revolutie een slag voor
te zjjn. Ook Willem V en zijn voorgan
ger hadden de fantasie niet op kunnen
brengen aan de vrijheidsdrang van hun
tijd tegemoet te komen. En het is de
vraag of zij-tegen de stroom van intri
ges opgewassen zouden zijn geweest als
zij wel begrepen hadden wat de toe
komst eiste.
illem V is echter geen Lode-
wijk XVI, waarmede men
hem onwillekeurig vergelijkt.
Hti heeft steeds voor zijn rechten ge
streden, al heeft hij te weinig oog ge
had voor dat wat het volk aan rechten
ging opeisen.
Hij was een zeer ontwikkeld man,
met merkwaardige liefhebberijen en
'n voortreffelijk vader. Gijsbert Karei
van Hogendorp, die later zijn oudste
zoon, Willem, de eerste koning van
Nederland, zou begroeten na aankomst
in hetzelfde Scheveningen waar zijn
vader diep in de nacht, toen hem geen
enkele mogelijkheid meer overbleef,
als banneling is vertrokken, zegt dat
hjj „avait le tic d'etaler une pompe
royale". Daaraan hebben de Staten-
Generaal van het huidige Koninkrijk
der Nederlanden het gebouw te dan
ken, waarin zij nu nog ruim behuisd
zijn.
In de vroegere balzaal van 't stadhou
derlijk paleis, waar sinds de patriotten
nog altijd de volksvertegenwoordiging
vergadert, is destijds het huwelijksfeest
gevierd van prinses Loulou, die 163
jaar geleden op 14 januari vaders laat
ste brief ontving uit Den Haag met het
tragische nieuws, dat de Bommeler-
waard was gevallen en dat er nu geen
mogelijkheid meer was het land te red
den.
Willem V is in 1806 in het huis van
prinses Loulou in Brunswjjk gestorven.
Dr. Japikse zegt dat hij in de balling
schap „in zijn beginselvast conservatis
me werkelijk een figuur" is geworden.
Dat karakter bleek o.m. in de onder
handelingen met Napoleon, die de Stad
houder zijn rechten ontnam en hem in
ruil daarvoor nieuwe bezittingen wilde
geven, o.m. het geseculariseerde bisdom
Fulda, na andere onteigend te hebben.
Willem V heeft in tegenstelling tot zijn
zoon, de erfprins, steeds geweigerd de
ze landen in bezit te nemen.
Advertentie
Uit de gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek blijkt, dat in
1901 bjjna vijfduizend personen in Ne
derland aan kanker zjjn gestorven; in
1956 waren het er meer dan 17.000. Bij
dit laatste cijfer dient evenwel te wor
den bedacht, dat ook het zielental in
de laatste 55 jaar sterk is toegenomen
en dat, door verbetering van de hygië
nische toestanden en de vooruitgang in
de behandeling van allerlei ziektes,
vooral infectieziektes, meer personen
dan vroeger een hogere leeftijd berei
ken en daardoor een grotere kans
hebben kanker te krijgen. De verbete
ring van de diagnostiek mag bij deze
berekeningen evenmin worden ver
waarloosd. Al kunnen deze overwegin
gen, aldus prof. Mühlbock, ten dele
verklaren waarom de relatieve kanker-
sterfte moest oplopen, dan nog blijft de
kankerbestrijding als medisch pro
bleem bestaan en wordt zij, gezien de
getallen van de totale kankersterfte,
zelfs steeds meer urgent. Naar de me
ning van prof. Mühlbock heeft het we
tenschappelijk speurwerk in de laatste
honderd jaar, o.a. van Virchow, aange
toond dat kanker een lokaal gebeuren
is en als een cellulair probleem moet
worden gezien. Het ontstaan van kan
ker is in alle weefsels mogelijk, alle
celtypen in het lichaam kunnen tot kan
kercellen, d.w.z. veranderde lichaams
cellen, verworden. Van het ogenblik af
waarop men leerde inzien, dat een kan
kercel van een normale cel afwijkt,
heeft men zich ook afgevraagd wat de
chemische verschillen tussen deze bei
de celsoorten zijn. Aanvankelijk werd
hierbij zuiver analytisch te werk ge
gaan. Deze eerste stap leverde geen
kenmerkende verschillen op. Resulta
ten werden eerst verkregen toen te
vens, dank zij de pioniersarbeid van
Warburg, de functionele verschillen
van de cellen werden bestudeerd. De
chemische onderzoekingen zijn nog in
volle gang, mede dank zij de vooruit
gang in de kennis van de eiwitchemie
en van de enzymchemie.
Andere onderzoekmethodes, die
men biologische methodes zou kun
nen noemen, bestuderen het kanker
gezwel in het organisme. Voor deze
studie zijn onderzoekingen bij dieren
onontbeerlijk. Veelvuldig herhaalde
overentingsproeven hebben hierbij
de onmogelijkheid bewezen van een
spontaan afsterven van een kwaad
aardig gezwel. Kankercellen zijn als
het ware onsterfelijk, mits ze de voor
hun groe nodige voorwaarden vin
den.
Naar de mening van prof. Mühlbock
heeft het bestuderen van de kankercel
en van de overgeënte gezwellen in het
experimentele kankeronderzoek, hoe
waardevol ook, in één opzicht moeten
falen: het kan ons niets leren over de
oorzaken van het ontstaan van kanker.
Hjj ging vervolgens in op de twee me
thodes, die voor de studie van deze
oorzaken werden uitgewerkt, namelijk
die van de spontane gezwellen bij die
ren en die van de kunstmatig opgewek
te gezwellen.
Een ander aspect van het experimen
tele kankeronderzoek is de vraag of er
een samenhang bestaat tussen het ont
staan van een gezwel en veroudering.
Iedere leek zal geneigd zijn deze vraag
bevestigend te beantwoorden, immers,
de kankerfrequentie neemt afgezien
van enkele uitzonderingen met het
ouder worden toe. De vraag is echter:
is er een oorzakelijk verband tussen
veroudering en kanker in die zin, dat
verouderingsverschijnselen de nood
zakelijke voorwaarden van het ontstaan
van kankei zijn? De uitkomsten van het
onderzoek hebben tot de conclusie ge
leid, dat kanker niet als direct gevolg
van veroudering is te beschouwen. Hoe
moet men dan het verband tussen ho
gere leeftijd en kanker opvatten? De
verklaring moet worden gezocht in de
latentie, d.w.z. de tijd die na het begin
van de inwerking van een kankerver
wekkende invloed verloopt tot het ont
staan van kanker. Bekend is, dat deze
latentietijd bij de mens tientallen jaren
kan bedragen. Voor de experimentele
kanker geldt hetzelfde: nooit leidt een
kankerverwekkende invloed terstond tot
het ontstaan van kanker. De lengte van
de latentietijd is afhankelijk van de
sterkte en de duur van de kankerver
wekkende invloed en van tal van bij
komstige faktoren. Deze lange latentie
tijd verklaart ongedwongen, waarom
kanker meestal pas
wordt gevonden.
op latere leeftijd
Donderdag 1 mei zal het precies
zestig jaar geleden zijn, dat in Neder
land bij het Kon. Meteorologisch In
stituut te de Bilt de wind- en storm-
waarschuwingsdienst werd opgericht.
In verschillende landen bestond een
dergelijke dienst toen al. Ondanks de
destijds gebrekkige communicatiemid
delen bleek deze dienst toch een waar
devolle aanwinst te zijn voor de sche
pen, die in de nabijheid van een kust
voeren. Langzaam richtten meer lan
den een dergelijk instituut op en thans
kan men zeggen, dat over de gehele
wereld een onzichtbaar net is ge
sponnen van draden die de waarne
mingsstations en coördinatiepunten
onderling verbinden. Ongetwijfeld zul
len ontelbare zeelieden en schepen
hun behoud aan dit waarschuwings
systeem te danken hebben. Ook op het
land zijn de berichten van grote be
tekenis zowel voor de tuinders als
b.v. voor uitvoerders van bouwwer
ken.
Reeds in 1808 ontwierp de Engelse
admiraal Beaufort een systeem van
eenheden waarmee men de heersen
de windkracht kon aangeven. Deze
schaal gir.g uit van de kracht, waar
mee de wind blies in de zeilen van een
volgetuigd oorlogsschip. Naarmate er
meer stoom- en motorschepen kwa
men en de zeilschepen verdwenen,
moest de schaal op andere metingen
worden ingesteld. De schaal, die nu
nog gebruikt wordt, is in 1913 samen
gesteld. De naam is echter nog steeds
Schaal van Beaufort. (Bft). Er ko
men eenheden op voor, die genum
merd zijn van 0 t.m. 12.
Waarschuwingen worden pas uitge
geven, bij harde wind (7 Bft). Dan
volgt storm (8)zware storm (9)
zeer zware storm (10); storm met or
kaankracht (11) en tenslotte orkaan
(12). Een orkaan heeft een windsnel
heid van 108 km. per uur. Soms wor
den er nog hogere snelheden gemeten
zoals bijv. op 1 maart 1949 toen de
meters een snelheid van 148 km. per
uur aangaven. De windsnelheidsme-
ter bij de diverse observatiestations
tekent per tien minuten de snelheid
van de wind aan, alsmede de uit
schieters en de wegvallingen, middelt
deze uit en geeft dit gemiddelde aan
in meters per seconden.
Het K.N.M.I. moet de waarschu
wingen tenminste zes uur en ten hoog
ste achttien uur voor de verwachte
windsterkte bekendmaken. Het intrek
ken mag niet eerder geschieden dan
hoogstens vier uren voor de verwach
te afname van de windkracht tot be
neden 7 Bft. De waarschuwingsbe-
richten worden door de Bilt recht
streeks naar het P.T.T. telegraafkan
toor in Amsterdam gezonden, waar
ze met voorrang naar de verschillen
de seingevers worden gestuurd. De
waarschuwingen worden uitgegeven
via Scheveningen-radio voor de
Noordzee en door de radionieuws
dienst voor het land en de binnenwa
teren. Voor dit laatste heeft men
vier districten vastgesteld: Noord
(Duitse bocht tot Den Helder), Mid
den (Den Helder-tot Hoek van Hol
land) Zuid (Hoek van Holland tot Bel
gië) en IJselmeer voor de kust daar
omheen. Tevens worden de waar
schuwingen gegeven door middel van
visuele seinen, die worden opgehan
gen aan havenkantoren, haveningan
gen, vuurtorens en op lichtschepen.
De seingevers zjjn verplicht datum
en uur van ieder sein en van de be
kendmaking daarvan op een brief
kaart te schrijven en te zenden aan
het K.N.M.I.waardoor men* daar te
allen tijde een overzicht heeft van de
snelheid en de uitvoering van de be
kendmakingen.
De tweede tak van het experimentele
kankeronderzoek, die ons inzicht in het
ontstaan van de kanker verdiepte, was
het kunstmatig opwekken van kanker
op willekeurig gekozen plaatsen in het
organisme met behulp van de zoge
naamde kankerverwekkende stoffen.
Ongeveer veertig jaar geleden was de
vondst, dat men met bepaalde chemi
sche stoffen kanker kon verwekken,
een opzienbarende gebeurtenis. Nu is
de waarneming, dat een bepaalde stof
carcinogeen werkt, niets bijzonders
meer; heden ten dage is het weten
schappelijk onderzoek er meer op ge
richt vast te stellen op welke wjjze deze
stoffen werken. Nu probeert de experi
mentele oncoloog bjj het toepassen van
nieuwe stoffen in de industrie, in de
menselijke voeding enz. zich er van te
voren van te verzekeren, dat deze nieu
we stoffen geen carcinogene werking
hebben. Deze zeer belangrijke taak is
van groot belang voor de preventie van
kanker.
Sprekend over de armatuur in de be
strijding van de kanker, zei prof. Mühl
bock, dat de chirurgische behandeling
en de stralentherapie een vaste plaats
hebben. In vele gevallen bereikt men
met deze methodes definitieve resulta
ten, echter slechts dar als het gezwel
nog gelocaliseerd is. De methodes moe
ten in gebreke blijven, als de kanker in
andere organen door gegroeid is of als
zaailingen in ander organen, ver van de
de oorspronkelijke plaats, worden ge
vonden.
In dergelijke gevallen blijft de hoop ge
vestigd op de chemotherapie: een the
rapie met een of andere stof. die op
■doelmatige wijze toegediend, met het
bloed aan alle organen en weefsels in
het lichaam wordt gebracht en hier een
vernietigende werking op de kankercel
len kan uitoefenen. De eis, die men
echter aan deze stof moet stellen is,
dat de normale lichaamscellen niet
worden beschadigd. Tot nu toe is men
er nog niet in geslaagd, een dergelijke
stof te vinden, die in alle gevallen ef
fectief is. Geen gebied van het experi
mentele kankeronderzoek is zo rijk aan
bittere teleurstellingen. Eindeloos is de
iijst van stoffen, die geprobeerd zijn.
Alles vrjjwei vergeefs, zodat het niet te
verbazen is, dat een zeker defaitisme
op het gebied van de chemotherapie
van de kanker is waa. te nemen. Ver
wacht mag echter worden, dat naarma
te het inziclü in het wezen van de kan
ker verdiept, ook de chemotherapie
meer rationeel ontwikkeld zal kunnen
worden.
Tenslotte
lans voor
menwerking tussen kankerinstituut en
universiteit. Enerzijds omdat kankerin
stituten ruime gelegenheid tot detailon
derzoek geven en de kans bevorderen,
dat wezenliils belangrijke dingen wor
den gevonden op „kankergebied". An
derzijds omdat de grote gecompliceerd
heid van het kankerprobleem duidelijk
maakt, dat het niet in één generatie is
op te .ossen, waardoor de kankervor
ser zijn kennis en e-waring aan jongere
onderzoekers moet kunnen doorgeven.
Ongerept
zuiver
spreekt
natuur
brak prof. Mühlbock een
en zo nauw mogelijke sa-
Een poging van de Amerikaanse marine om met behulp van een drie
trapsraket van het type Vanguard een volledig met instrumenten uitge
ruste kunstmaan van vijftig centimeter middellijn in een baan om de aarde
te brengen, is mislukt.
Nog geen half uur nadat de raket vanmorgen van het proefterrein te
Cape Canaveral in Florida was afgeschoten, maakte de marine te Wash
ington bekend, dat de derde trap van de raket niet had gewerkt en dat
daardoor niet de vereiste snelheid was bereikt om de kunstmaan in haar
baan te brengen.
In de officiële verklaring wordt ge
zegd, dat men ondanks de mislukking
toch gegevens heeft verkregen uit de
lancering welke nuttig kunnen zjjn voor
het afschieten van de kunstmanen die
de V.ó. nog voor het einde van het geo-
fisische jaar in de ruimte willen bren
gen. De eerste twee trappen van de bij
na tien ton wegende raket hebben goed
gefunctioneerd. De eerste trap heeft de
raket tot zestig km. hoogte gebracht,
aldus de verklaring.
De kunstmaan die de raket buiten de
dampkring had moeten brengen, was
de eerste Amerikaanse satelliet die vol
ledig op de wetenschap was gebaseerd.
Hjj was zo ingericht, dat gegevens zou
den kunnen worden verzameld over
x-stralen van de zon en over de acti
viteit van kleine meteorieten in de
Het regent pijpestelen op deze
twee-na-laatste aprildag; de
klokkenist die het Dam-carïl-
lon bespeelt probeert met „Wie
rusten wil in 't groene woud," er
een beetje de moed in te hou
den, terwijl ver beneden hem
haastige voorbijgangers zich een
weg zoeken langs de ontelbare
plassen. Nee, Amsterdam heeft
beslist haar jour niet, en we
kunnen ons zo langzamerhand
nog maar één mens voorstellen,
die ook nu nog met een zonnig
gezicht over de Dam zou kun
nen lopen (als ze het niet zo
druk had): Sara Heyblom, die
ten eerste van muziek houdt,
(ook als die niet smetteloos zou
zijn), die er, ten tweede, niet
uitziet of ze bang is voor een
beetje regen, en die tenslotte
onder alle omstandigheden be
reid is de stad van haar hart
alle denkbare feilen te vergeven.
Mevrouw Heybloms hart ging
open toen ze, na een paar jaar
in 't westen van het land te
hebben gespeeld, naar de hoofd
stad terugkeerde, waar zij nu
aan het gezelschap Puck ver
bonden is. Daar beleeft ze veel
plezier aan haar rol in „Taloe-
lah", als een van de drie kom-
plotterende oude dames, samen
met Nel Knoop en Aaf Bouber.
Haar contrakt met Puck heeft ze juist weer voor een jaar verlengd; en aan
alles kun je merken dat ze geboren en getogen Amsterdamse blij is
weer thuis te zijn. Het is overigens niet om deze reden, dat ze vandaag in
de krant staat. Op Koninginnedag, morgen dus, zal mevrouw Heyblom
's avonds in het nationale televisie-programma de rol van Tante Henriëtte
vervullen in Herman Roelvink's „Freuleken". Het grappige is, dat ze dat
drieëntwintig jaar geleden ook al gedaan heeft, niet voor 'de televisie
uiteraard, maar bij de Amsterdamse Tooneelvereeniging, die onder leiding
stond van Van Dalsum en Defresne.
De hernieuwde kennismaking met de hooghartige, volstrekt niet kwade
maar wel buitengewoon lastige tante Henriëtte heeft bij mevrouw Heyblom
vele herinneringen wakker geroepen, die ze glimlachend de revue laat
passeren. Ook iemand anders heeft aan dit stuk zijn herinneringen gehad
maar hij heeft ze, met pijnlijke precisie, trachten te behouden. Tijdens dè
televisie-repetitie krijgen wij gelegenheid, het plakboek in te zien dat de
schrijver van het stuk met verbazingwekkende nauwgezetheid heeft bijge
houden. Recensies uit alle delen van het land zijn er in opgenomen Zo
trekt een stoet van Freulekens aan ons voorbij, Geretje Lobo, Willy Haak,
Freuleken in Nigtevegt, Freuleken in Wognum en in Wonseradeel. En
intussen zit, nog steeds glimlachend, mevrouw Heyblom tegenover ons, en
zegt dat ze niet het gevoel heeft, „het anders te doen dan drieëntwintig
jaar geleden. Er is iets tijdloos om haar heen, iets van een klaarheid die
gelukkige mensen bezitten, en die aan geen tijd of leeftijd gebonden is.
Twee jaar geleden is ze met het optreden voor de televisie begonnen en
ze heeft er nog steeds maar één woord voor: héérlijk.
Overigens vind ze zelf, dat ze het op het ogenblik al bijzonder getroffen
heeft. De samenwerking met Wim Bary, die dit nationale programma regis
seert men heeft ter gelegenheid van Koninginnedag met opzet een
Nederlands stuk gekozen vindt ze buitengewoon prettig; ze noemt
hem „een heel knap regisseur." Ook het werken bij de film, als dat zo
te pas komt, vindt ze verrukkelijk, en als we dan bovendien nog horen,
dat „Taloelah" volgende maand voor de honderdste maal gaat, wil het ons
voorkomen dat ze het toch eigenlijk heel erg druk heeft. Ja, beaamt mevrouw
Heyblom, het is druk en heel vermoeiend, en vervolgens doet ze een
tamelijk verbijsterende uitspraak: „Weet u," zegt ze, „ik ga vaak moe naar
de schouwburg toe, en kom er, na zo'n avond spelen, uitgerust weer uit;
het eist je geest op, en je interesse, en je vergeet je zorgen erbij!"
Het zijn de laatste jaren vooral komische rollen, die mevrouw Heyblom
te spelen krijgt. „Ze schijnen me er nogal geschikt voor te vinden," zegt
ze bescheiden, maar wij menen te weten dat zij, die vroeger Badeloch
gespeeld heeft, en Eva in „Adam in Ballingschap" ook dolgraag weer eens
een echte, klassieke rol op zich zou nemen. „Maar ja," zegt ze, „we hebben
allemaal onze wensen, en ik weet zeker dat ik er niets meer aan zou vinden,
als de mijne op slag allemaal vervuld werden!" Wéér een van die uitspraken,
waar we ons slechts nederig bij aan kunnen sluiten.
ruimte buiten de dampkring. De verza
melde gegevens zouden door middel
van een radiozender naar de aarde zijn
gezonden.
De Moskouse correspondent van het
Hongaarse persbureau M.T.I. meldt dat
er misschien zeer binnenkort een nieu
we Spoetnik gelanceerd zal worden. De
afmetingen van deze kunstmaan zouden
groter zijn dan die van Spoetnik II. Men
hoopt dat de zender van deze nieuwe
Spoetnik langer functioneert dan die van
de voorgaande Russische kunstmanen
en dat hij gegevens zal uitzenden over
de kosmische stralen en de biologische
functies vc het dier, dat mee de ruim
te zal worden ingeschoten, aldus de cor
respondent. Men acht het in Moskou
echter nauwelijks mogelijk dat het
dier, zeer waarschijnlijk een hond, weer
op de aarde kan terugkeren.
Minister Staf zal het op prijs stellen
in de gelegenheid te worden gesteld te
genover de Tweede Kamer een toelich
ting te geven op de gang van zaken bij
het Directoraat Materieel Landmacht.
De bewindsman zegt dit in zjjn antwoord
op vragen van het Tweede-Kamerlid
Koersen (K.V.P.) naar aanleiding van
enige getuigenverklaringen tijdens het
proces tegen de Majoor K. voor het
Hoog Militair Gerechtshof.
Ir. Staf heeft inmiddels alle stukken,
die op deze strafzaak betrekking heb
ben, aan de Kamer toegezonden.
Al vijftien jaar lang hangt er in
de toren van de gereformeerde kerk
te Driebergen-Rijsenburg geen luid-
klok meer sedert deze door de be
zetters werd weggehaald. Niettemin
zullen de kerkgangers voortaan aleer
de diensten beginnen het klokgelui
hoog uit de toren horen galmen. Ze
behoeven zich dan niet af te vragen
waar de klepel hangt van deze klok.
Want nog steeds zijn er in de toren
geen klepel en klok te vinden. Daar
voor was na een restauratie, die de
kerk onlangs onderging, geen geld
meer over.
Een van de gemeenteleden, die in
geluidstechniek liefhebbert, heeft nu
op de plaats waar eens de klok hing
een paar luidsprekers aangebracht.
Verder heeft hij een bandopname van
een luidende klok weten te verkrijgen
en zo zorgt hij voortaan 's zondags
voor klokgelui zonder klok.
c
Een negentienjarige Haagse jonge
man, dienstplichtig militair te Nijme
gen, die in een zwaarmoedige bui op 12
april naar Marseille was vertrokken om
dienst te nemen in het vreemdelingen
legioen, is bijtjjds door zjjn vader te
ruggehaald. Vergezeld van zijn vader
meldde hij zich weer bij de garnizoens
commandant van Nijmegen. De jonge
man is thans opgenomen in een hospi
taal omdat bleek dat hii aan een hevige
geestelijke depressie lijdt.
De jonge militair verdween 12 april
plotseling. Reeds onmiddellijk gingen
geruchten dat hij na een ruzie met zijn
meisje naar Marseille zou zijn vertrok
ken. De vader reisde zijn zoon achter
na en slaagde er in hem met hulp van
de Nederlandse consul te Marseille vrij
te krijgen.
Op een scheepswerf in Makkum, is
maandagmiddag de 23-jarige R. van
Kouperus onder een aantal stalen
scheepsplaten terecht gekomen, die
kantelden, toen zjj door een plaat, die
in een hijskraan hing, werden geraakt.
Het slachtoffer, dat sedert enige weken
was gehuwd, overleed ter plaatse.
„Uit het rapport „het westen des
lands" meen ik te kunnen afleiden dat
spreiding van de bevolking mogelijk
en noodzakelijk wordt geacht. En dit,
afgezien van de vraag of het om nieu
we of bestaande bestaansbronnen
gaat. Dan echter zie ik ook geen reden
om de uitgelegde randstad niet ons ge
hele land te laten bedekken. Ik kan dit
staande houden, zolang niet iemand
heeft aangetoond, dat de zgn. „delta
functies" die Nederland in Europa in
het Europees verband heeft uit te oefe
nen, alleen maar binnen de beperkt uit
gelegde rand' tad Holland kunnen wor
den waargenomen."
Prof. dr. S. Groenman uit Utrecht,
uitte deze kritiek op het randstad-rap
port gistermiddag op de jaarvergade
ring van het industrieschap „Oosteljjk-
Friesland" te Heerenveen.
In het rapport worden de deltafunc
ties van Nederland, als poort van een
werelddeel, namelijk beperkt gedacht
tot het gebied begrensd door de ljjn
Alkmaar, Lelystad, Amersfoort, Vee-
nendaal.
Prof. Groenman vreesde dat' de sa
menstellers van het rapport zich door
een typisch westelijke visie en door een
randstad-centrische visie hebben laten
leiden, en zeker ook door plannenmake
rij en bespiegelingen „van-de-kaart-af".
Het principe van de spreiding is ech
ter, aldus spreker, zjj het dan half
slachtig, door het rapport aanvaard.
Het noorden, zei hij, heeft die spreiding
meer nodig dan de meeste centra, die
het rapport noemt. De noordelijke vi
sie, die op spreiding aandringt, is een
nationale visie, betoogde prof. Groen
man. De westelijke, die de nationale
functies veilig wil stellen in de delta,
niet.
Prof. Groenman had nog meer kri
tiek op het rapport, dat zijns inziens
niet verder heeft gekeken dan 1980,
„alsof de bevolking daarna niet ver
der zou groeien."
Van ruimtelijke politiek is naar de
mening van de hoogleraar in Neder
land nog geen sprake. Het rapport
laat de problemen zien, en het stemt
tot dankbaarheid dat de berg althans
een muis heeft gebaard, aldus
spreker, maar wat het beleid betreft
kan men .toch moeilijk blij zijn met
een „couveuse-kindje".
Intussen loopt Den Haag over een
paar jaar vol. Het Gooi is al vol
en Hilversum heeft zjjn 100.000 inwo
ners 15 jaar eerder dan was verwacht,
aldus spreker, die het kortzichtig
noemde om nu de randstad Holland
uit te leggen en binnen de beperk
te begrenzing daarvan allerlei steden
tot ontwikkeling te brengen en dan
maar af te wachten tot men weer
vastloopt.
Slechts een nationale visie kan de pro
blemen van het westen en van het
noorden met elkaar verbinden. De na
tionale ruimtelijke en economische po
litiek op lange termijn moet een beleid
uit één stuk zijn en mag niet verbrok
keld zjjn over de verschillende departe
menten, aldus prof. Groenman.