Adolf Hitler had zijn „Arische" afstamming nooit kunnen bewijzen Oostenrijks auteur beschrijft afkomst en jeugd van de Führer c RAKET NAAR DE MAAN Dr. Jetzinger DE AVONTUREN VAN KUIFJE EN BOBBIE Cosmas en Damianus Döllersheim thans een woestenij Voortreffelijke kleurendia's Gedeelde vreugd te Mheer „De Gong" te Nijmegen viert zesde lustrum Goed debuut van nieuwe stichting ZATERDAG 3 MEI 1958 PAGINA 10 's Morgens, 's middags of 's avonds ir-- Martini altijd heerlijk! dcxyi WÊÊ Op moment do/ te d/e tocht é>egr/rrt, moet ate motoe morcfen i/rt^eschc/tekt Moor enorme roor/, /n StJmenmerA/ngr met de tJjntreM/ngskfcJcht ron de moorr, tor gen do/ ate rc/Aet rondom het hemd- t/ch<tcjm rt/egt. Zoo/ro de X-flt? 6 weer rerschynt, moeten we te opn/euw dtrect onder cony^^pote nemen M0//0 t-tait/o t Orer der hg seconden de stoommotor u/tschs heteniet ooJ—Moo t/en seconden negen ochr. teren tesrg/['c 1 der., otr/e twee V JJL AAAAUW Orer twint/g seconden zo/ te u/t t get/cht rerdrrt/nen eenit/tschsie/en1 Oóserrstor/L/m oorr Contro/ests t/on A//es O K. De A-hlt? 6 begint hssr tocht rond de mScJn... koel geschonken-goed gedronken In Ottensheim by Linz woont een ver bitterd man. Het is de thans 75-ja- rige dr. Franz Jetzinger, die er zijn levenswerk van heeft gemaakt de waar heid aan het licht te brengen over de jeugd van Adolf Hitler. Wat er aan do cumenten over het Derde Rijk bestaat, valt niet in wagonladingen uit te druk ken. Over vrywel iedere episode van de opkomst, de bloei en de ondergang van het Duitse nationaal-socialisme bestaan dossiers; kasten, kamers, kastelen vol. Toch vertoont de biografie van Adolf Hitler nog witte plekken; ook zijn niet alle delen van de kaart, die dan zijn in- geschetst, even betrouwbaar. Dr. Franz Jetzinger heeft in de loop van meer dan een kwart eeuw kans gezien tal van be wijzen te verzamelen, die legenden ont- De eigenlijke held van „Hitiers Jugend" is de schrijver, _dr. Franz Jetzinger, die in 1882 te' Braunau am Inn geboren is. Als sociaal-de mocratisch politicus kreeg hij in 1931 ie maken met jonge nationaal- socialisten, die de vergadering, waar hij sprak, poogden te versturen. Hij ging zich op dat moment interes seren voor de persoon van Adolj Hitler, in wiens naam de luidruch tige jongelingen optraden. Van 1931 tot 1934 maakte dr. Jet zinger deel uit van de Opper-Oos- tenrijkse landsregering en als zodanig kreeg hij gemakkelijk toegang tot de archieven. De eerste stukken, die dr. letzinger ontdekte, waren sen sationeel genoeg. De hele geschiede nis, hoe Hitier zich aan de Oosten rijkse dienstplicht had weten te ont trekken, kon men er, ten dele in Adoljs eigen handschrift, uit lezen. Jetzinger liet van de belangrijkste documenten foto-copieën maken en schreef ook een reeks van vier ar tikelen voor het Oostenrijkse socia listische partij-orgaan van die dagen, de „Arbeitér-Zeitung". De grote Otto Baue', achtte het echter ver standiger de artikelen niet te publi ceren. Later is dr. Jetzinger hem daar zeer dankbaar voor geweest; want na hun overweldiging van Oosten rijk zouden de nazi's hem zijn ar tikelen bepaald zeer kwalijk hebben genomen. In 1934 werd dr. Jetzinger door de regering Dollfusz uit zijn func tie ontheven en gearresteerd en de ,JHtler-Akt" verdween. Niemand, ook letzinger zelf, wist, waar het stuk gebleven was. Na 1938 ging zich de Gestapo voor het geval in teresseren, kennelijk omdat Hitier niet gerust was vóór het compro mitterende document terecht was. Jetzinger kwam toen tot de ver rassende ontdekking, dat het docu ment al die tijd in een oude kist boven bij hem op zolder had gele gen! Een toegewijd ambtenaar, die meende, dat dr. Jetzinger bijzondere waarde aan de Hitler-Akt hechtte, had het stuk voor hem in veiligheid gebracht, toen Jetzinger zelf door de regering-Dollfusz werd gearres teerd. Sindsdien is dr. Jetzingers leven door de Hitler-documenten geheel in beslag genomen. Steeds nieuwe stukken kwam hij op het spoor en in 1914, toen het einde van het Derde Rijk Zeer nabij leek, schreef hij zelfs een brochure tegen Hitier, waarin hij al zijn materiaal ver werkte. Midden onder zijn arbeid kreeg hij huiszoeking van de Ge stapo Een van de beide politie mannen bleek echter bereid dr. Jet zinger te helpen. Hij zorgde ervoor, dat iet manuscript verdween. Dr. Jetzinger werd weliswaar opnieuw gearresteerd, maar deze gevangen schap bleef betrekkelijk onschuldig. Na de oorlog heeft de auteur zijn "-porivgen voortgezet en hij mag nu gelden als dé autoriteit voor "'tiers Oostenrijkse periode. zenuwen en witte plekken definitief op vullen. Maar tot zyn ergernis en ver driet moet hy vaststellen, dat legenden een taai leven hebben en over het alge meen over een talrijk nageslacht be- schikken. Van 1919 tot 1932 is dr. Franz Jetzinger sociaal-democratisch afgevaar- digde naar dc Landdag geweest voor i de kieskring Innviertel. Als politicus kreeg hij op een gegeven ogenblik te maken met jonge Oostenrijkse nazi's, i die zijn vergaderingen trachtten te ver- storen en die een verbluffende adoratie j aan de dag legden voor een zekere Adolf Hitier. Jetzinger besloot eens na te gaan, wie deze Hitler was en wat er waar was van de verhalen, die over hem de ronde deden. Die belangstelling is tot een levenslange passie geworden en zijn zin voor objectiviteit heeft zich met een zekere verbetenheid moeten wapenen tegen het gebrek aan kritische zin, „dichterlijke vrijheden" en zelfs kwade trouw bij andere schrijvers over Hitier. Eerlang zal bij Hutchinson in Londen de Engelse versie verschijnen van het boek, waarin dr. Jetzinger zijn voornaamste conclusies heeft neerge legd. Slechts op enkele ondergeschikte punten wijkt deze versie af van het boek, dat hij in het najaar van 1956 heeft voltooid en dat bij het Europa- Verlag in Wenen is verschenen onder de titel „Hitiers Jugend - Phantasie, Lügen und die Wahrheit". De pikantste ontdekking, die Jetzin ger heeft gedaan, is ongetwijfeld, dat Adolf Hitler, de man, die gepoogd heeft alle Joden in Europa te verdelgen en die tienduizenden heeft gedwongen hun „Arische" afstamming te bewijzen, zelf niet in staat is geweest een „Ariernach- weis" op tafel te leggen. De „Arier- nachweis" van de „Führer" zou er na melijk als volgt hebben uitgezien; 1. Hitler Adolf 2. Schicklgruber Alois 3. Pölzl Klara 4. 6. Pölzl Johann Baptist 5. Schicklgruber Maria Anna 7. Hüttler Johanna Achter het cijfer 4 zou de naam moeten voorkomen van Adolfs grootvader van vaderszijde, maar wie dat geweest is, kan niet met zeker heid worden vastgesteld. Het „Sippen- amt" zou op die plaats dus een dikke st-eep hebben gezet om aan te ge ven, dat de vader van Alois onbekend was en derhalve, mogelijkerwijs, een Jood. Dr. Franz Jetzinger vertelt haarfijn met overlegging van alle do cumenten, hoe de vork in de steel zat. Maria Anna Schicklgruber, dochter van een kleine boer uit Döllersheim in hec Neder-Oostenrijkse „Waldviertel", dook in 1837, toen zij 41 jaar oud was, na een langdurig verblijf elders weer op in haar geboortedorp („Ortschaft" Strones). Omdat zij een kind verwacht te en niet gehuwd was, weigerde haar vader haar de toegang tot zün huis. Zij vond onderdak by de keuterboer Trummelschlager en daar schonk zij op 7 juni 1837 het leven aan haar zoon Alois. Vader Schicklgruber verzoende zich nu met zyn dochter en nam haar en zyn nieuwe kleinkind in zijn huis op. Vyf jaar later trouwde Maria An na (Marianne) en wel met Johann Georg Hiedler, uit Spital bij Weitra. Johann Georg (Hansjörgl) gaf zich uit voor molenaarsgezel, maar hij was niet in zijn beroep werkzaam en al spoedig bleek hij een luie deugniet te zyn. De echtelieden verarmden geheel en al. Op het laatst hadden zy zelfs geen bed meer en sliepen zij in een veetrog. Het is voor Marianne een geluk geweest, dat dit huwelijk maar vyf jaar heeft geduurd. Zy stierf, toen zij 51 jaar oud was. De kleine Mois heeft deze tragedie niet meer van naby meegemaakt. Hy was vóór of ten tijde van het huwelyk van zyn moeder uit de misère wegge- Toen Adolf Hitler 16 jaar oud was, maakte een mede-leerling aan de schooi deze tekening van hem. „Mutter Klara" was een van de klein kinderen van Johann Nepomuk Hiedler, de man die de vader van de „Führer", Alois Hitler, heeft grootgebracht. Zij werd Alois' derde vrouw. Van de zeven kinderen, die zij het leven schonk, ble ven slechts twee in leven: Adolf en Paula. „Mutter Klara" was een zorg zame vrouw, die de enigszins eigen zinnige levenstrant van haar veel oude re man stil verdroeg en die na zijn dood haar enige zoon danig verwende. haald door een jongere broer van Hans jörgl, Johann Nepomuk Hiedler, die nog in Spital woonde. Daar groeide hy op, als enige jongen in een gezin, dat overi gens drie dochters telde. Voor het vervolg van de geschiede nis moeten wy enkele decaden verder, naar het najaar van 1876. De inmid dels 70 jaar geworden Johann Nepomuk Hiedler begaf zich toen, in gezelschap van drie anderen, naar pastoor Zahn- schirm in Döllersheim, vijf uren gaans. Hij deelde hem mee, dat Alois Schickl gruber, die nu „Offizial" bij de Oosten rijkse dienst voor invoerrechten en ac cijnzen was, de voor-echtelijke zoon was van zijn broer, Johann Georg. De drie meegebrachte mannen konden dat be vestiger.. En of mynheer pastoor maar zo goed wilde zijn Alois een man van 39 jaar alsnog te echten. Pastoor Zahnschirm liet zich bepraten en bracht in het doopboek de wyzigin- gen aan, die men van hem verlangde. De drie mannen ondertekenden ieder met drie kruisjes. De pastoor tekende niet. Dr. Franz Jetzinger maakt zonder meer duidelijk, dat deze „echting" zo zeer tegen alle bestaande voorschriften indruiste (o.a. omdat de z.g. vader al twintig jaar dood was), dat ze als nie tig moet worden beschouwd. Ook toon de dr. Jetzinger aan, dat Hansjörgl nooit de vader van Alois kan zyn ge weest. Maar hoe dan ook, Alois Schicklgru ber begon zich in januari 1877 Hitier te noemen en niemand heeft daar veel bezwaar tegen gemaakt. De schrijver veroorlooft zich hier een kleine bespie geling. „Heil Hitier!", dat klonk, daar zr vaart en geladenheid in. Maar wat was er van Ie nationaal-socialistische beweging terecht gekomen, als de leden „Heil Schicklgruber!" hadden moeten zeggen? Hans Frank heeft in de Neurenbergse gevangenis zijn mémoires geschreven, die later onder de titel „lm Angesicht des Galgen" zyn uitgegeven. Daarin komt ook een passage voor over de afstamming van Hitier. Hij vertelt, dat hy eind 1930 door Hit- Ier naar diens woning in de Prinzre- gentenstrasze te München werd ontbo den. Het ging, zei de „Führer", om een „ekelhafte Erpressergeschichte". Een van zijn familieleden, waar hy de grootste hekel aan had (Jetzinger ver onderstelt, dat het William Patrick Hitler was, de zoon van Adolfs half broer Alois uit het tweede huwelyk van zijn vader), dreigde bepaalde feiten over zyn afstamming openbaar te maken. In opdracht van Hitler stelde Frank een onderzoek in. Hy kwam tot de ont- V. dat Vi ia Maria 8ch c 'fi ber vóór haar terugkeer naar Döllers heim als keukenmeid had gewerkt by een Joodse familie in Graz, de fami lie Frankenberger. Frankenberger nu is volgens Frank by de geboorte van de kleine Alois begonnen namens zijn 19- jarige zoon alimentatiegeld te betalen aan Anna Maria en hy heeft die be taling voortgezet tot het kind veertien jaar oud was. Frank beweert, dat er in 1930 nog een briefwisseling bestond tussen Frankenberger en de grootmoe der van Hitier, waaruit zou blijken, dat zij er beiden van uitgingen, dat Frankenberger tot het betalen van ali mentatie voor Alois verplicht was. Die briefwisseling zou zich jarenlang in bet bezit van een ver familielid van Hitier in Wetzelsdorf by Graz hebben bevon den. Welke betekenis aan deze mededelin gen van Frank moet worden toegekend, is onzeker. Hij heeft zelf de correspon dentie in Wetzelsdorf kennelijk niet gelezen. Die brieven zijn ook .nooit meer voor de dag gekomen en van de fami lie Frankenberger is geen spoor te be kennen. Adolf Hitler heeft Frank na dien verteld, dat hy „wist", dat hij niet van een Grazer Jood afstamde. De kwestie van die alimentatie zat volgens Hitier zo: de Frankenbergers waren rijk en zijn grootmoeder arm. De ali- mentatiegelden had zy van Franken berger losgekregen, omdat zy gedreigd had anders zijn zoon als de vader van haar baby aan te geven. Om opspraak te voorkomen had Frankenberger toen al die jaren maar betaald Helemaal uitgesloten acht Frank het achteraf trouwens niet, dat de vader van Hitler is voortgekomen uit de bui tenechtelijke betrekkingen tussen Schicklgruber en Frankenberger. Dan zou Hitier zelf een kwart-Jood zyn ge weest en zyn anti-semitisme zou zyn toe te schrijven aan „blutempörte Verwand- tenhaszpsychosc". Dr. Jetzinger stelt vast, dat ieder bewijs voor de betaling van de alimentatiegelden ontbreekt. Frankenberger is bepaald geen Joodse naam, evenmin als Frunkcnreiter, do naam die William Patrick later in een artikel voor „Paris-Soir" noemde. Toch zou het vermoeden, dat Alois een half-Jood was, een prima verkla ring kunnen zijn voor het feit, dat Jo hann Nepomuk in de herfst van zijn leven nog het initiatief nam tot zulk een aanvechtbare „echtings"-proce- dure. En tenslotte is het zeer opmer kelijk, dat Döllersheim niet meer be staat. Het dorp en de wyde omgeving zijn op bevel van Hitier betrekkelijk kort na de „Anschlusz" aangewezen en in gebruik genomen als militair oefenterrein. Ook al zyn dus de aanwijzingen voor een -Joodse afstamming van Hitier zwak, de „Führer" zelf heeft de zaak kenne lijk nooit helemaal vertrouwd. Dr. Franz Jetzinger heeft nog tal van andere bijzonderheden ontdekt. Grimmig en vastberaden heeft hy de sprookjes, die Hitler in ..Mein Kampf" over zich zelf ten beste geeft, aan flarden ge scheurd. De schildering in „Mein Kampf" over Hitiers verblijf in Wenen raakt kant noch wal. Armoede kende hij daar pas, nadat hy alle mogelijkheden om in zijn eigen onderhoud te voorzien moedwillig had vergooid. Tijdens zijn eerste jaren in Wenen genoot hy een maandgeld, daf hem door vele studenten zou zyn benijd. Ofschoon hij tweemaal voor het toelatingsexamen was gezakt, gaf hy zich uit voor leerling aan de Kunstaca demie en op die manier heeft hy gerui me tijd ten onrechte de helft van het wezenpensioen gekregen dat eigenlijk aan zijn zuster Paula toekwam. Met luieren, theaterbezoek (Wagner, Wag ner en nog eens Wagner) en fantasieën over de nieuwe stadsschouwburg in Linz doodde hy de tyd. Toen hy door al zijn erfdelen heen was, zakte hij af naar het Weense „lompenproletariaat", maar daarvoor was niemand anders verant woordelijk dan hijzelf. „Hitiers Jugend" is een onbarmhar tig boek. Dr. Jetzinger heeft geprobeerd beide takken van de legendevorming te verdelgen: de adoratie en de laster. Hij is in die opzet geslaagd. Hy schil dert de jeugd van een mateloze egoïst, een liefdeloze luiaard, die men later de kans heeft gegeven de Duitse staats organen in dienst te stellen van het Het Nijmeegs Corpsdispuut „De Gong" herdenkt dit jaar zijn 30e dies- natalis. In het kader van dit 6e lus trum houdt het dispuut op 9 mei aan staande een wetenschappelijk forum, waarop het thema: „Onzekerheid" be sproken zal worden. De sprekers van het forum zijn de reünisten en leden: mr. W. A. M. van der Kallen, mgr. dr. J. L. M. de Lepper, prof. mr. W. C. L. van der Grinten, B. J. M. Vos, psych. drs. en B. H. H. Dechesne, phil. drs. Dit forum zal worden voorgezeten door dr. G. L. Muskens. De verschillende in leidingen van de sprekers zyn opgeno men in het Nijmeegs Universiteitsblad van zaterdag 26 april 1.1. Op 17 mei daaropvolgend wordt de lustrum-viering voortgezet op het kas teel „Mheer", gelegen bij de Belgische grens in het zuiden van Zuid-Limburg. Indachtig, dat gedeelde vreugde dub bele vreugde is, willen de studenten hun leeftijdgenoten van het dorpje, waar zij te gast zyn, betrekken in hun festiviteiten. Op de cour van het hoog gelegen kasteel zal namelijk die avond vanaf 7.30 uur aldaar 'n „cramignon" gedanst worden. Medewerking hieraan zullen verlenen de harmonie en de jonkheid van Mheer, alsmede Brands Brouwerij. De cramignon, waarmee on geveer 150 personen gemoeid zyn, is een rei- en rondedans met beurtzangen, die in Nederland alleen bekend is in de streek van Noorbeek-Mheer-Eysden, en van Waalse origine is. Het initiatief van deze Nijmeegse studenten is daarom zo verheugend, omdat de cramignon, de enige nog levende dorpsreidans in Ne derland, door het sterk evolueren van deze idyllische Limburgse dorpjes steeds minder wordt „gereden", zoals de of ficiële benaming luidt. Proeven op het vliegveld Dayton in de Amerikaanse staat Ohio hebben volgens AFP aangetoond, dat de mens de ver snelling bij een start in de ruimte en de vertraging bij terugkeer in de damp kring beter kan verdragen, als hy zich geheel en al in het water bevindt. Deskundigen hadden uit de wet van Archimedes afgeleid, dat de krachten, waaraan toekomstige ruimtevaarders zullen worden onderworpen, vermin derd kunnen worden door hun cabine geheel met water te vullen. osmas en Damianus, patroonheiligen van de artsen en de pharmacie, zijn vereeuwigd op dit wandkleed van mevrouw Hildegard Brom-Fischer, dat zojuist is gereed gekomen. Het is vervaardigd als geschenk ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig jubileum van een apothekeres in Enschede. Sint Cosmas en Sint Damianus waren Arabische tweeling-broeders, die de heelkunde uitoefenden en daarbij trachtten degenen die zij hielpen voor het christendom te winnen. In 303 werden beiden onthoofd, maar zij zijn blijven voortleven in de cation van de Heilige Mis en in de litanie van allerheiligen. In Frankrijk en België zijn zij ook de patroons van de barbier en worden daar soms afgebeeld met schaar, scheermes en zeepkwast. Op dit wandkleed zijn zij als heilbr eng enden voorgesteld met kennis van medicijnen. St. Cosmas met een kolf in de hand, St. Damianus met een flacon zalf. De kleuren van de figuren in geborduurd, appliquèwerk zijn licht geelgroen, olijfgroen, grijs blauw, oranje, goud en zilver, tegen een roestbruine achter9„anl Alois Hitler, de vader van de „Führer", was geen gemakkelijk heerschap, maar hij was ook niet de drankzuchtige ti ran, die Hitler er in „Mein Kampf" van heeft gemaakt. Ondanks zijn geringe schoolopleiding wist Alois Hitler een uitstekende carrière op te bouwen bij de Oostenrijkse dienst voor invoerrech ten en accijnzen. kwaad dat in hem huisde. De polemi sche gedeelten zijn in het boek van dr Jetzinger zeer omvangrijk. Dat verge makkelijkt de lectuur niet, maar wij lerén er veel door over de gemoedsge steldheid, waarin een mens geraakt die de gedocumenteerde waarheid over Hit- Ier wil schrijven. H. J. NEUMAN. (Van een verslaggever) Met gepaste trots heeft de technische staf van de stichting „Centraal Projec tie en Lichtbeelden Instituut" vrijdag tijdens een bijeenkomst ter instal latie van het stichtingsbestuur in de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, de eerste resultaten ver toond van haar nieuwe werkzaamheden. De stichting, die het vorig jaar is gevormd uit het bijna vijftigjarige Lichtbeelden-Instituut en het tien ja ren oude Centraal Projectie-Instituut legt zich bijzonder toe op het vervaar digen van lichtbeelden in kleuren, wel ke aan de hoogste maatstaven voldoen. De eerste resultaten wekken grote verwachtingen. Men hoopt op deze wij ze illustratiemateriaal \oor kunsthis torisch, technisch cn ander onderwijs en ook voor de liefhebbers tegen kost prijs in omloop te brengen en een ein de te maken aan het vele minderwaar dige goed, dat er thans op de markt wordt gebracht. Binnenkort zal ook een serie ingelijste reproducties van oude en nieuwe mees terwerken op linnen verschynen. In het stichtingsbestuur hebben zit ting genomen Th. H. Lunsingh Scheur leer, prof. dr. N. R. A. Vroom, mr. E. H. van Sonsbeek, mr. A. van Rave- stevndr. H. Gerson, dr. H. L. C. Jaffé, J. Peters en prof. dr. J. Q. van Reg- teren Altena. Directeur is dr. F. Brou wer. Het voormalige Lichtbeeldeninstituut heeft in de nieuwe stichting zyn com pleet archief van 100.000, voor een deel unieke foto's ingebracht, die een inter nationale vermaardheid geniet. De nieuwe stichting heeft geen com mercieel doel. Zij zal zich binnenkort te Amsterdam vestigen in een pand, waarover thans met het gemeentebe stuur onderhandelingen gaande zijn. Copyright by Editions Castermaffl /Hj//o /-//erO6serv&/o r/um. /ree// c//e /e Se/e- d/e rre zo/cr/s/ /zoorder? c/ze z 'rr pr/p /eruc? Vg Corr/ro/esfahon Orer r/f m/rrto ferr zdt/ c/e rv/ce/ /zoor t'oc/zOm de rrzoo/z De rj/ce/ /s rz/e/ meer /e' zr err Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 10