Verwarring en harmonie D Lichte muziek op zwarte schijven Is mevrouw Tsjaikofski-Anderson de echte Anastasia? I Van boeken en schrijvers WIE adverteert- I EEN MOORD! Een Pauselijke waarschuwing r Levensverhaal met documenten J Hammarskjöld eredoctor In de Londense dokken heerst de stilte en Wagtmans achter Belg Verschueren Europees bekertoernooi voor landenteams ZATERDAG 7 JUNI 1958 PAGINA 11 LiturgiSche Weekkalender iiiiiiüiriiHiiiiiiiiiiniiiinniinnimiimmimniinniiiiTiinnii door AGATHA CHRISTIE Overal in onze» huidige wereld heerst verwarring en onzeker heid. Daaraan ontkomt niemand, constateren de bisschoppen in hun laat ste Vastenbrief, ook in de Kerk is dit zeer tastbaar. Niet alleen worstelt men inet talrijke ernstige problemen, er ge beuren eveneens herhaaldelijk opzien barende dingen, die verwarring stich ten. Binnen de Kerk is er eveneens on rust. Het maatschappelijke leven is niet blinder ingewikkeld. De wereld is in Sroei, in opkomst, in neergang als men yil- Nationalisme, nieuwe machtsver houdingen, het rode gevaar veroorza ken overal spanningen. De technische ontwikkeling is niet bij te houden. Waar zal een nieuwe beschaving ge vonden worden, waaruit een nieuwe we reld opgebouwd? Men praat en praat, etl de verwarring neemt toe. Daarom peggen anderen: niet praten maar doen. °°k zjjn er mensen, die willen luisteren baar wat God zegt over onze moeilij ke wereld. God is echter moeilijk hoor baar, want de problemen zijn nog al lawaaierig. Er is geen touw meer aan vast te knopen. Of, zoals op een peda gogisch congres werd gezegd, ouders hoch kinderen weten waar ze aan toe Zijn. Het zou goed zijn eens wat meer te denken aan de aanwezigheid van ae grote Onrustzaaier onder ons. wet ge vaar dreigt, dat wij tegenover de he dendaagse wereld alleen nog maar angst voelen, dat wij ophouden te gelo ven aan de mogelijkheid van een mens- Waardig leven. Al gaan ook niet allen zover, dat ze heel de wereld als een mislukking beschouwen, zeer velen zijn er toch, die de hoop op verbete ring hebben op gegeven. Zouden die mensen niet op een of andere manier het slacht offer zijn gewor den van de grote Onrustzaaier, Sa tan? Zijn doel is ons het geloof te ontnemen in de harmonie van het menselijk leven. Zijn verwarring, Hij is de goddelijk en geest is chaos, grote tegenspeler van God. Met Gods toelating overigens. Een mysterie dat wij niet begrijpen. Maar dat overduide lijk in de H. Schrift wordt vermeld. De Wereld gelooft niet meer in de duivel. Tot haar eigen schade. Een groot schrijver heeft eens gezegd, dat het de handigste sluwheid van de duivel is ge- weest de mensen zijn bestaan te doen met^S?*1- Wie geen rekening houdt mens, zal iigfemotste vijand van de zijn invloed Ziin°k niet wapenen tegen neerd, onzichtbaar Phm,den is geraf.fl" lijk. Het is heU^m'aalJm "n^aarsck^" dat hij de groeicrisis van de' bfscha- vmg gebruikt om ons stap voor staD te voeren naar vrees, twijfel en ongeloof Hij kan schijn-rust en schjjn-harmoniê schenken om ons zodoende te isoleren van het werkelijke leven, dat inderdaad grote problemen stelt voor de oplossing waarvan wij ons voortdurend veel moei te en inspanning hebben te getroosten. i e oorspronkelijke harmonie tussen God en schepsel is verstoord door de zonde. Dat feit hebben wij te accepteren. De tijd van de nieuwe har monie tussen de beloofde nieuwe he- bwi en nieuwe aarde is nog niet aange broken De duivel kan de wederkomst t'an Christus natuurlijk niet tegen houden. Evenmin kan hij Christus' komst in een nieuwe geloofsbeleving, die past in de nieuwe tijd op aarde, die wij tegemoet gaan, verhinderen. Maar wel kan hij de mensen in verwarring brengen en hen zodoende ongeschikt maken om zich ge heel te wijden aan Christus. In zekere zin is hem dat tot nu toe al veel te goed gelukt. De hele tegenwoordige wereldtoestand staat hem daarvoor ten dienste en wel voornamelijk omdat hij daardoor de mens een hoogst noodlot tige angst inboezemt, die elk initiatief verlamt en zeer zeker afkerig maakt van inspanning en nog meer lijden. Ons werd de Zoon Gods geschonken en in Hem werd alles wat op de aarde en in de hemel is in orde gebracht. Door Zijn lijden en dood heeft Hij ons geleerd hoe werkdadig, moeizaam en smartelijk dit herstel is. De harmonie in bet leven moet veroverd worden in een ojjüd tegen de vorst dezer wereld: de ï^stzaaier Apot-Pauselijke maandintenties van het telükjbaat des Gebeds volgen de gees- en stoffelijke nood van de we- zondag 8 Pinksteren; eigiuni: tweede zondag na H. Drieëenheia.n wis; credo; pref. van de MAANDAG: ']ygroen. H.H. Primus en j? ,van de zondag; 2 geb. mMCnAS: W amon H. jFpianus; groen. 'Karita, weduwe; DINSDAG: Cognovi; wit •WOENSDAG: H. B mis; credo; pref. v. d °abas, apostel; eigen DONDERDAG; H. jó ®»ostel; rood. do, belijder; mis Os van S. Facun- Basilides en gezellen; 2 geb. H.H. hingen Haarlem, Rotterdam trecht' Gr0" H. Odulphus, belijder; mis g. Den Bosch: H. Joannes; 3 geb. H.H. Basiu,Usti: 2 geb.; len; wit en gezel- VRIJd'aG: H. Hart van Jesu credo; eigen pref.; wit. eigen mis; ZATERDAG: H. Basilius. bisschon-bem der-kerkleraar; el|?n mis; credo; wit7 Roermondalle H-H. „ls?ch°PPen Va Maastricht; eigen mis," 2 geb. h. Basilius- Wit. zondag 15 juni; derdeT, ijon,c!ae na „pdb^eren; eigen mis; 2 geb. HJH. Vitus en Bezeilen- credQ. pref van de H. Drieeen- lck groen. reld op de voet. Daarin heeft de H. Va der een krachtig middel gezien om alle gelovige katholieken in te schakelen als een biddend leger voor het welzijn van de mensheid. Telkens weer vraagt de Paus ons aller gebed om zodoende de Kerk haar goddelijke opdracht te doen vervullen: het verlossingswerk van Christus voort te zetten op aarde. Voor de maand juni luidt de intentie: Moge God de mensen leren in deze ver warde tijden hun hoop te stellen op het H. Hart van Jezus. Dat betekent, dat wij moeten leren de zo voorname chris telijke en goddelijke deugd van hoop ge heel te richten op de oneindige, barm hartige liefde van de Verlosser der we reld. Dit behoort tot de kern van Gods heilsplan met de mensheid. Er kan im mers van niemand anders hulp ver wacht worden dan van Christus. Niet in die zin, dat wij ons daardoor ontsla gen zouden mogen achten van elke in spanning en alles aan God kunnen over laten. Zeker niet! God, die ons gescha pen heeft zonder ons, zegt St.-Augusti- nus, zal ons niet zalig maken zonder ons. Wij moeten er van overtuigd zijn, dat wij alleen van Christus het heil kun nen verwachten, wanneer wij ons ge heel en al aan Zijn leiding overgeven, Zijn voorschriften volgen en met Zjjn genade medewerken. Tot die liefde van Christus moeten wij ons wenden, ons keren, ons be-keren, opnieuw laten ge boren worden. De liefde van Christus is een opgave, een opdracht, een taak. Onze hoop, ons vertrouwen op die liefde is werk dadig, actief, geen vlucht voor de we reld en zeker geen uitvlucht. Wjj zijn in de wereld, hoewel niet van de wereld. Het moge dan al paradoxaal klinken, maar het is waar: harmonie wordt in strijd geboren. Om dit inzicht vraagt de pauselijke juni-intentie van het Apostolaat des Ge beds ons vurig te bidden, opdat allen zich zo spoedig mogelijk voor dit in zicht gewonnen mogen geven. iiHiiimiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiHiii De secretaris-generaal van de U.N.O., Dag Hammarskjöld heeft van de univer siteit van Cambridge het eredoctoraat in de rechtsgeleerdheid gekregen. Men ziet hem hier met Edwin Muir, die het eredoctoraat in de letteren werd aangeboden. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Het wielerseizoen 1957-1958 van de Dcutschlandhalle in Berlijn is vrijdag avond afgesloten met een internationale stayerwedstrijd, bestaande uit drie man ches, van resp. 15,25 en 35 kilometer. Alle drie manches werden gewonnen door de Belg Verschueren. De Nederlan der Wagtmans leverde een goede pres tatie. Hij werd tweemaal tweede en eenmaal derde. Het totaal-klassement: 1. Verschue ren, België km ;2. Wagtmans, Neder land 74,890; 3. Marsell, Duitsland 73,724; 4. Jacobi, Duitsland 73,670; 5. Bu'cher, Zwi'.serland 73,480. De Europese Voetbalunie is opmer kelijk voortvarend geweest met het Europese bekertoernooi voor landen teams. Vrijdag werd te Stockholm reeds de loting verricht. Het programma voor de achtste fina les luidt: Hongarije—Rusland; Polen— Spanje; Oost-Duitsland—Portugal; Joe goslaviëBulgarijeTurkijeRoemenië Denemarkenwinnaar Tsjechoslowa- kijeIerse Vrijstaat; FrankrijkGrie kenland; OostenrijkNoorwegen. Assam In een afgelegen gebied van Noordoost Assam zijn vorige week 62 mensen omgekomen tengevolge van grote aardverschuiving. Nadere bij- erheden ontbreken nog. (U.P.I.) '.-V" Een overzicht van de Koning George Dokken in de Londense haven. Waar het anders gonst van bedrijvigheid heerst nu de stilte tengevolge van de staking van de havenarbeiders. Doelloos wijzen de topkranen naarboven en slechts een enkel bootje tuft door het water.De havenarbeiders zijn in sta king als bewijs van sympathie met de arbeiders van de Londense vleesmarkt. s ze het nu of is ze het niet? Is het nu volstrekt zeker bewezen dat die Mevrouw Tsjaikofski (Mrs. Ander son sinds een verblijf in Amerika), die nu in de „Driekoningenhut" bij Unter- legenhardt in het Zwarte Woud woont, de Grootvorstin Anastasia is van het huis Romanoff, die aan de Bolsjewiki moet zijn ontsnapt, als enige van het gehele gezin van de laatste Tsaar aller Russen? Als ze het niet is, hoe wist ze dan van de korte reis, die de Groothertog van Hessen, de broer van de Tsarina, in 1916, midden onder de oorlog naar het verblijf van de Tsarenfamilie, Zars- koje Selo, maakte ten einde te trach ten de vrede te bewerkstelligen? Deze reis was uiteraard slechts aan een klei ne, zeer selecte kring van mensen pe- kend. De Deense gezant in Berlijn. Her- luv Zahle, heeft mevrouw Tsjaikofski de vraag gesteld: Wanneer hebt u de groothertog van Hessen het laatst ge zien? Zij antwoordde, zonder na te den ken: In 1916, toen hij twee dagen bij ons logeerde om met mijn ouders over de mogelijkheid van een vrede te praten. Friedrich Ernst, Prins von Sachsen Al tenburg heeft haar, met dit „bewijs" in handen, in 1932, onder vier ogen, een aantal zeer scherp omlijnde vragen ge steld, welke zijn zwager, Prins Sigis- mund van Pruisen, hem opgedragen had te stellen. Deze scherp omlijnde vragen heeft mevrouw Tsjaikofski vol komen juist beantwoord. De prinsen Sigismuncl en Friedrich Ernst hebben daarop een uitvoerige beëdigde verkla ring afgelegd van hun overtuiging dat mevrouw Tsjaikofski en de jongste dochter van de Tsaar identiek waren. Tevoren hadden de kinderen van de lijf arts van de Tsaar: de heer Gleb Bot kin en mevrouw Tatjana Melnik-Botkin en een voormalige tsaristische officier, de heer Félix Dassel, een dergelijke verklaring reeds afgelegd. Nog een an dere oordeelkundige getuige legde dit jaar voor het gerecht onder ede een voor honderd procent positieve verkla ring af: mevrouw Lili von Dehn, de in tieme vriendin van de Tsarina, die uit Venezuela naar Europa kwam, om er zich persoonlijk van te overtuigen of het zo vele jaren lang omstreden ge rucht op waarheid berustte. Litteken Als ze het wèl is, waarom spreekt ze dan niet Russisch? Ze verstaat het wel. Waarom kende zij vroeger geen Engels? De prinsessen spraken bijna uitsluitend Engels onder elkaar. Alleen tegenover de leraren en dienstboden be dienden zij zich van do Russische taal. Zij zegt dat ze in Rusland zoveel ramp spoeden heeft beleefd dat de taal haar onsympathiek is geworden. Als ze af en toe een Russisch woord gebruikt, Anastasia in 1908. spreekt zt dat evenwel uit met een hard Russisch accent. Lezen kan ze het moeilijk, vooral met het samenstellen van letters tot woorden heeft ze last. Na lang denken kan ze het woord „Anasta sia" schrijven. Als ze het niet is, welke verklaring is er dan te vinden voor het litteken dat mevrouw Tsjaikofski aan het eerste lid van de middelvinger van de linkerhand heeft, dat identiek is met dat, wat de Grootvorstin heeft gehad. Als kind had zij de vingers van de linkerhand ge klemd toen zij in het rijtuig stapte en de bediende het portier te vroeg dicht sloeg. En de bruine moedervlek op de schouder, die later om schoonheidsrede nen verwijderd werd? Sablin, een voor malig marineofficier die op de „Sta- dart", het keizerlijke jacht, heeft ge diend, herinnerde zich dat hij de Groot vorstin ermee plaagde dat zij „een ge tekende" was. Als zij het niet is, hoe komt het dan dat mevrouw Tsjaikofski bij het zien van een auto, die voor de deur stond en het swastika-teken droeg op de ra- diateur. zeide dat dat figuurtje ook op de wagen van de Tsarina stond, het geen zich niemand herinnerde? Tot op een goede dag de kamerheer Herluf Zahle een boek meebracht waarin de auto van Alice var Hessen, de ver moorde Tsarina, stond afgebeeld. Met een loep had hij het kleine swastika-te ken op de motorkap ontdekt, precies zoals mevrouw Tsjaikofski het beschre ven had. Als zij het niet is, hoe komt het dan dat zij, toen zij een paar kinderen op straat een ander kind „Sjoera" hoor de noemen, zich ineens herinnerde dat het kindermeisje van de prinsessen Sjoera heette? Hoe is het te verklaren dat zij wist dat hertogin Olga van Ol- IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIllllflIlllllllllllllllllllfHIIIIHilltlllllllf» denburg, later gehuwd met overste Ku- likowsky, Anastasia altijd „Schwip- sik" noemde? Proppen papier Professor Rudneff verklaart dat hij op de dag van de oorlogsverklaring met professor S. T. Feodorow langs het slot van Moskou aan de kant van de Troitzk-poort in het Kremlin liep. Ter wijl ze er langs liepen, werden er prop pen papier uit een raam van het slot gegooid. Hij vroeg S. T. Feodorow wie dat papier uit het venster gegooid kon hebben, waarop Feodorow antwoordde: „Laten we naar de andere kant gaan tot vlak bjj de tralievensters." En daar zagen ze de beide grootvorstinnen, Anastasia en Tatjana. Zij hadden witte jurken aan en liepen vlug weg van het raam toen ze hen zagen. Met de her innering aan dat voorval, dat professor Rudneff tot dusver aan niemand had verteld, vroeg hij mevrouw Tsjaikofs ki, bij zijn bezoek aan haar, toen zij in het Mommsen sanatorium lag: Vertelt u eens, wat heeft u aan het venster van het slot gedaan op de dag dat Zij ne Majesteit de oorlog verklaarde? De zieke dacht na, toen lachte zij spontaan en zei: Schande! Schande! Mijn zuster en ik hebben ons dom aangesteld en de voorbijgangers met proppen papier ge gooid Zij ziet het sigarettenpijpje van ba ron van Osten-Sacken en herkent het model: de Tsaar rookte altijd uit zo'n pijpje, dat speciaal voor hem door een zekere Alexander was ontworpen. Als haar een verslag van een verga dering van de Volkenbond wordt voor gelezen zegt zij bij de naam .„Briand": Wie is Briand? Van hem heb ik nog nooit gehoord. Vroeger was het toch Poincaré, die ken ik, hij is bij ons op bezoek geweest! Mevrouw Agnes Wasserschleben, voormalig directrice van het sanato rium „Stillachhaus", heeft een asbak met initialen op haar kamer staan. De 14 er kwfS?™ was lang en smal en die^rS,1?811 on£ei°felÜk veel deuren opruit. Ëen van voor £n' aan Imker kant, deed de jongedame inspect®® °Pe« en z« kondigde hem aam „Hier is naar de f.r, j tantl L?tty. Mitzi durfde niet in de 1 voordeur. Ze heeft zichzelf m de b,Z -f - - zicnzeif weer opgesloten ioof nonu H Zlt aan ,ee" stuk te kreunen. Ik ge- rh „t- dat we nog iets te eten krijgen doek me?Van verklaring richtte ze zich tot Crad- - de woorden: „Zp is met erg 0p de politie iaH 711 Ho H ah,,i. festeld. dicht. Vervolgens deed zij de deur achter hem Van rimfni? °P Juffrouw Blacklock, de eigenares vóór zich haddocks, toe. Hij zag een rijzige gestalte tig actieve vrouw van om en bij de zes- 'olvw haren bezaten nog een natuurlijke svJAViner en hnripn oor» Solvinrv "uxc" nug een na intens? i1 boden een beschaafde omlijsting aan een doordrink T vastbel'a<ien gezicht. Zij hld grijze droeCT J, g 2e og?n,en een stevige, kordate kin. Zii' trg over haar linker oor een heelkundig verband. grijze, <-» - -07*oicvigc, xAL»j.uate Kin. Zii 2Ve-I\haar bnker oor een heelkundig verband Was <,IeziCi? was n,let opgemaakt en haar kleding over rw, giï een tweed rok met een gebreide pull- zii Air hoge kraag van dit kledingstuk droeg cainz--wuze van verrassing, een stel ouderwetse cameeeneen Victoriaans trekje, dat wat senti- \Tak aani3ei,ed en d,US eigenlijk niet bij haar paste. Vlak naast haar ontwaarde Craddock een dame irW,i°f!geve"rr dezelfde leeftijd, die hij zonder moeite Identificeerde als „Dora Bunnenjuffrouw vm gel zelschap", gelijk agent Legg hem had opgegeven. Het ronde gezicht van de juffrouw verried de groot ste spanning; haar haar piekte slordig uit het netje °P ham- hoofd. „Geschift", had de agent er minder officieel aan toegevoegd. e mfrouw Blacklock sprak hem met een beschaafde Ori/L vriendelijk toe. „Goedenmorgen, inspecteur mii KCu' Dit is mijn vriendin, juffrouw Bunner, die nin5,t„?ei!ulPzaarn is bij de huishouding. Neemt u n«LU rookt zeker, niet?" Zijn ow u'.niet onder diensttijd, juffrouw Blacklock." Het tvnp "adden vlug de kamer even opgenomen, tot één een ouderwetse suite, samengetrokken helft ee„ a zitkamer. Twee hoge ramen in deze in hèt mirM, er in de anderecanapétafel nog een tweed?, ®et een grote vaas chrysanten zellig maar vr„Va?s voor raamfleuriS en ge ve ODvallendJvolkomen conventioneel. De eni- vaas?e met een n Werd gevormd door een zilveren f2tie bii de d<x>rS„r verdorde viooltjes, op een ta- Jieh niet knn f,A 8- naar de andere kamer. Daar rdnrde bloemen^n°v,Stellen' dat iuffrouw Blacklock verdorde (1at"Lhaar kamer liet staan, leek hem dit een dut de gewone orde van zaken in huis op ingrijpende manier verstoord was. Hij vroeg: „Heb ik het goed, juffrouw Blacklock, dat dit de kamer is waarm2ich het incident heeft afgespeeld? „Ja, zeker." „Maar u had het gisteravond moeten zien riep juffrouw Bunner, „wat een bende! Twee tafeltjes on derstebovenéén er van met een gebroken poot... en al die mensen liepen in donker tegen elkaar op één heeft met z'n sigaret een vlek gebrand op óns mooiste tafelblad. Jongelui doen zo roekeloosGe lukkig is er niets van het porselein gebroken Juffrouw Blacklock onderbrak haar vriendelijk ï^uar beslist: „Dora, al die dingen zijn maar kleinig- 2«r In _,ls trouwens het allerbeste, vind ik, als CraifdocIT stelt "rag6n beantwoorden, die inspecteur liik^n wa7tgk JU",rouw Blacklock. Ik kom zo dade- i. wU1p„ e van gisteravond. Allereerst zou rii vragen, wanneer u de overledeneRu- ai Scherz, voor de laatste maal heeft ontmoet." Rudi Scherz?" Juffrouw Blacklock keek verwon derd. „Heette hij zo? Ik dacht eigenlijk...... maar dat komt er niet op aan. Voor het eerst heb ik hem ont moet in Medham Spa, toen ik daar een dagje was gaan winkelenlaat eens kijken, een week of drie geleden. Wüjuffrouw Bunner en ik...... hebben toen geluncht in het Royal Spa Hotel. Juist toen_we weg wilden gaan, hoorde ik mijn naam noemen. Dat was dat jongmens. Hij vroeg: „U is juffrouw Blacklock, nietwaar?" En toen zei hy, dat ik hem wel niet zou herkennen, maar dat hu de zoon was van de eigenaar van het Hotel des Alpes in Montreux, waar mijn zuster en ik in de oorlog nog een klein jaar hebben gelogeerd." „Hotel des Alpes, Montreux,' noteerde Crad dock. „Herkende u hem toen ook, juffrouw Black lock?" „O, neen, ik niet. Maar ik heb hem heel vriende lijk gevraagd of het hem in Engeland beviel en toen zei hij ja. Zijn vader had hem een half jaar hierheen gestuurd om het hotelbedrijf te leren. Dat klonk al lemaal heel gewoon. Zulke jongelui bu de Receptie van een hotel lijken allemaal op elkaar, nietwaar? Maar wij hadden de beste herinneringen aan ons verbljjf in Montreux en de hotelier was bijzonder vriendelijk voor ons geweest." „En wanneer was uw tweede ontmoeting?" „Ongeveer... ja, het moet een dag of tien geleden zijn geweest, toen stond hij hier plotseling voor onze neus, tot mijn grote verwondering. Hij maakte zijn verontschuldiging, maar ik was de enige, zei hij, die hij kende in Engeland. Hij vertelde, dat hij drin gend geld nodig had om weer naar Zwitserland terug te keren, want zijn moeder was zo ernstig ziek." „Maar Letty heeft het hem niet gegeven," voeg de juffrouw Bunner er haastig aan toe. „Het was een véél te doorzichtig verhaal," ver volgde juffrouw Blacklock met nadruk. „Ik kreeg dadelijk de indruk, dat de jongen niet deugde. Zo'n verhaal dat je dringend om geld verlegen zit om naar Zwitserland terug te gaan is natuurlijk onzin! (Wordt vervolgdj Anastasia in 1920. Mevrouw Tsjaikofski roept, als zij bij deze dame thee drinkt jn de asbak be merkt: „Dat is het monogram van mijn oom in Hessen!" Inderdaad zijn het de initialen van groothertog Ernst Ludwig van Hessen Voor de niet-insider zijn de bewijzen overweldigend. Wat is dan de reden dat zovelé van de nog overgebleven fami lieleden van de grootvorstin de aan spraken van mevrouw Tsjaikofski niet willen erkennen? Ik, Anastasia, vertel Bij Ad. M. C. Stok in de Forum- Boekerij is een, zoals bij deze uit geverij gebruikelijk, kloek werk ver schenen, dat de zaak uit de doeken doet. Het heet: „Ik, Anastasia ver telmet als attractieve ondertitel: De levensstrijd der laatste Tsaren- dochter. Volgens dit boek is er geen twijfel mogelijk of ook in deze kwes tie is: „money the root of all evil". Het gaat om twintig miljoen roebel die onder de vier zusters verdeeld moes ten worden; Kort voor de dood van de Tsaar in Jekaterinenburg had de keizer een gesprek met de Tsarina en de grootvorstinnen. Hij had dit geld op de Bank of England gedeponeerd voor als de nood aan de man kwam. Deze som was daar gedeponeerd ten name van een man, wiens naam me vrouw Tsjaikofski vergeten was. Zij wist alleen te zeggen dat het een Duits klinkende naam was van één lettergreep met een A er in. Als die naam genoemd werd, kon het bedrag worden uitbetaald. Voor de grootvor stin Olga was het /liet moeilijk te weten dat het de naam was van de minister van financiën: Bark, daar zij op de hoogte was van het feit dat deze, kort voor het uitbreken van de oorlog, naar Engeland was gestuurd met een persoonlijke missie van de Tsaar. Mevrouw von Dehn heeft het bestaan van deze miljoenenschat be vestigd, daar zij onder ede verklaard heeft: dat de Tsarina Alexandra Feo- dorowna van Rusland in maart 1917 tegen haar heeft gezegd: Wij zullen tenminste niet behoeven te bedelen, want wij hebben een vermogen op de Bank of England. Er is ook een tegoed van de Tsaar in Duitsland ge weest. In 1933 gaf het kantongerecht in Berlijn een erfbewijsstuk af. Op de lijst van erfgenamen komt Anastasia niet voor, maar van de zeven erfgena men hebben er twee het aandeel niet aanvaard. Het vermoeden bestaat dat prinses Heinrich van Pruisen en groot vorstin Olga Alexandrowna, de echt genote van overste Koelikowsky, die destijds tot het laatste toe geweigerd heeft de verklaring der familie tegen Anastasia mede te ondertekenen, geen aanspraken hebben laten gelden op hun aandeel, althans één van beiden. De strijd om haar erkenning is echter geenszins geëindigd. Gedurende veertig jaar nu strijdt de vrouw, die in een kolenbrandershut in het Zwarte Woud woont, om haar rechten. Reddii ing Volgens haar eigen verklaringen en die van ooggetuigen is Anastasia de enige geweest die bij de moord op het gezin van de Tsaar met een bajonet werd gestoken. Het verhaal van de redding wordt in dit boek verhaald door de voormalige Oostenrijkse krijgsgevan gene Franz Swoboda op 12 december 1938. Anastasia zelf vertelt hoe ze in de nacht steeds maar door reden. Zij was in gezelschap van twee vrou wen en twee mannen. Zij heetten Tsjaikofski. De mannen werden Ser- gej en Alexander genoemd. De vrou wen Maria en Veronika. Zij reisden naar Roemenië. Van de redding weet zij alleen wat Alexander haar heeft meegedeeld, die volgens hemzelf deel had uitgemaakt van de Rode Garde in Jekaterinenburg. Zij hebben allen geleefd van de juwelen, ongezette edel stenen, waaronder veel smaragden en een parelsnoer, die in de zijnaad van de rok van Anastasia waren genaaid In Boekarest bemerkte de vluchtelinge dat z}j een kind verwachtte. Het kind van Alexander, die zij dwong haar te trouwen. Van de plechtigheid weet zij niets merer. Korte tijd daarna wordt Alexander Tsjaikofski vermoord. Het kind verdwijnt en is nooit meer ge vonden. In 1925 kwam een man naar Berlijn om Anastasia te zoeken. Het kan Sergej Tsjaikofski geweest zijn die verklaringen aflegde, welke erop wij zen, dat het kind in een weeshuis te Galatz in Roemenië was ondergebracht. Hoewel men ook dit spoor is nage gaan, is de knaap niet gevonden, zodat men wel mag aannemen, dat hij een andere naam draagt. Degelijk werk Wat er van dit alles en nog veel meer zij: Anastasia of, als men wil mevrouw Tsjaikofski vertelt niet ai- iéén. Haai verhaal wordt gecompleteerd met gegevens, uitspraken en documen ten die, verzameld door Roland Krug, mèt de woorden van de geheimzinni ge vrouw, een dik boek vormen, waar- 1 Een stukje muziek, dat zich voor een poosje een plaats heeft weten te verwerven tussen allerhande „pops" en „tops" is de mars uit de veel besproken, film The Bridge on the river Kwai, in welk verhaal, dat speelt in een Japans krijgsgevangenkamp op Ceylon gedurende de jongste wereldoorlog, de Britse trots en discipline worden gesteld tegenover de dwingelandij van een vazal der Japanse tirannie. Het is een pakkende, een intrigerende mars, waar bij de tegenmelodie wordt uitgemaakt door de mars Colonel Bogey, die door de soldaten in de film met pijn en moeite maar met vastberadenheid wordt ge floten. Het orkest van Mitch Miller, dat gespecialiseerd is in de uitvoering van militaire muziek met aparte geluiden, heeft van deze Kwai-mars een boeiend stuk muziek gemaakt, waarbij de Franse hoorns natuurlijk weer een belangrijke rol spelen. Het 45 toeren Philipsplaatje 429382 BE is overigens geheel aan muziek uit de Kwai-film gewijd. Daar bij keert de Kwai-mars steeds in andere arrangementen terug, ingebouwd in de composities van Malcolm Arnold, waar bij in nogal grillige klanken de span ningen van de jungle en van de in de film verbeelde bruggebouw tot uit drukking komen. De Kwai-mars in de uitvoering van Mitch Millers orkest maakt ook deel uit van „The Big Four" op Philips 45 toeren 430501 BE. Daar zijn dan verder in gegroefd „The lord made a peanut", plezierig opgediend door Guy Mitchell, het liedje „Kisses sweeter than wine", waarin Frankie Vaughan hart en ziel gelegd heeft en de song „Teacher's pet", vlot en fris als altijd gezon gen door Doris Day. Voor dit Big-Four-plaatje zijn weer de be tere orkesten op getrommeld t.w. die van Wally Stott, Ray Con- niff en Frank de Vol. Een plaatje, dat ook best in de dans-disco- theek kan. Guy, Frankie en Doris heb ben ons vanwege de Kwai-mars even af doen dwalen van het onderwerp „instrumentale muziek" waarmee we de rubriek van deze week wilden be ginnen. We keren er dus weer naar terug en worden dan meteen geboeid door de melodieuze klanken, met gloed en zwier en vooral met een natuurlijke bravour aan snaar en blaasinstrumen ten ontlokt door het Hongaarse ensem ble van Bela Babai, dat de luisteraar via de MMS-langspeler 2127 doet kennis maken met pure zigeunermuziek van Hongaarse en Russische huize. De plaat, die een groot aantal volkswijsjes en dansen bevat, is een weldaad aan klank kleuren en aan bezield musiceren. Af wisselend van stemmingen, rijk aan contrasten zijn de vele meeslepende improvisaties, die van een sterke en brede natuurlijke muzikaliteit getuigen. De plaat is niet in de winkel te koop; ze kan worden besteld bij MMS, Paulus Potterstraat 12 te Amsterdam. Marsen, walsen en andere dans- en luisterliedjes uit voorbije en tegenwoor dige tijd maken het program uit, dat onder de titel „Ballads of the merry go round nr. 1" komt geklonken uit het 89 toetsen rijke Gavioli-kermisorgel, op Philips 33 toeren p 13016 R. Het is een blijmoëdig, een tevreden geluid, dat het orgel ten beste geeft: De klanken zijn fleurig en gezellig en de driftige trom mels geven er pittige accenten aan. Bij verscheidene nummers kan men een dansje wagen. Gesoigneerde dansmuziek levert ook de 33 toeren Philipsplaat p 13061, die tot titel heeft „Cocktail Time". De licht en luchtig gespeelde me lodieën, die uit verschei dene landen stammen, worden met stijl en smaak door het vaderlandse kwartet van Jan Hof meester uitgevoerd. André Vallee zingt daarbij een beste partij. Zijn stem is mannelijk, ronduit en be schaafd, zijn voordracht zeer verdienstelijk. Het geheel maakt een aangename indruk. Vooral de Franse chansons komen tot hun recht. Wij noemen van het repertoire o.a. La goulante du pauvre Jean, in Hamburg sind die nachte lang, J'ai rendez-vous avec vous, Around the world en Les lavandières du Portugal. Beste plaat ook, wanneer men een stemmig achter grondmuziekje zoekt. Twee Charlie Kunz-plaatjes, dat wil zeggen een van de echte Kunz en een van zijn Nederlandse imitator Eddie de Boever, respectievelijk genummerd FM 264173 en 264191, beide 45 toeren Decca- publikaties. Pianomuziek voor bij de thee. Charlie Kunz presenteert een vijftal werkjes in het zeer rustige genre (o.a. A tear fell, My September love en Poor peo ple of Paris); Eddie Wisselt een paar langzame composi ties met een wat vluggere melodie af. Afgezien van het dat Eddie's piano niet zo'n beste is en hij er af en toe naast slaat maakt onze vaderlandse Kunz zeker geen slechte beurt. De Amsterdamse po^itiekapel toont zich via Decca 45 toeren FM 264173 ■weer eens van zijn populaire kant, van zijn veelzijdige kant mag men zeggen, want de kapel schrikt noch voor „Oom Piet is weer terug uit Amerika" als voor de Liechtensteiner Polka en de Italiano-calypso terug en voegt daar dan nog de nummers Tipitipitipso, San tiago en Hoopla aan toe. Een kordaat en genoeglijk stukje muziek, dat het b.v. op een feestavondje best zal doen. Hetzelfde geldt voor de 45 toeren fontanapublikatie 266035, dat gewijd is aan een vlotte medley van bergland liedjes, (o.a. Du bist die Rose, Die Dorfmusik en Urlaub in Tirol) met als vaderlandse bijdrage (alsof we niets beters hebben!): Ik ben zo blij dat m'n neus van voren zit. Dit vakantieplaatje komt voor rekening van The Harmo- van de liefhebbers zullen smullen. Toch, al moge het onderwerp sensationeel zijn, krijgt men de indruk dat het werk degelijk in elkaar zit, met vele argu menten vóór en tegen. Het is voorzien van vele portretten van de tegenstan ders en ook vindt men de conterfeitsels van hen, die vast geloven in de identi teit van de vermeende Tsarendochter, o.a. kroonprinses Cecilie van Duitsland. Uit het geheel treedt inmiddels een figuur naar voren, die men moeilpk een alleraardigste vrouw kan noemen. Of zh nu de Tsarendochter is of met, mevrouw Tsjaikofski blijkt uitermate grillig, koppig, en vrijwel niet-te-han- teren geweest te zijn en zeker m de eerste jaren, toen de wereld bewijzen vóór en tegen haar begon te verzame len. Een ieder die belang stelt in de procedure en de processen, die nog steeds gevoerd worden, zal zeker veel van zijn gading vinden in dit door Hans van Assumburg vertaalde boek. J. W. HOFSTRA nica Jims o.l.v. Jan Hofmeester. Van meer originele klankkleur zijn de mu ziek en zang, die op Decca 45 toeren DFE 6482 en onder de titel „Will Gla- hé macht Music" de sfeer van de klei ne dorpjes tussen de Alpen oproepen. De al eerder uitgebrachte Liechtenstei ner en Swiss Kantonpolka worden op dit charmante plaatje vergezeld van „Sweet Elizabeth" en „Tavern in the town". De zang is van een prettig in het gehoor liggende meerstemmigheid; de muziek is kwiek en charmant. VOCALISTEN Het legertje van zangers en zange ressen is dit keer rijk gevari eerd. Artone-label laat via het 45 toeren Verveplaatje VV 20039 de krachtige en prettige stem horen van Al Martino in twee werkjes, t.w. A little love a little kiss - en - When day is done, die niet zonder smaak zijn ge ïnstrumenteerd. Het niet met name ge noemde begeleidende orkest beschikt over een goede trompettist. Prettig zang en dansplaatje dus. Dat Martino in zijn voordracht wel eens wat geforceerd doet zal men wel op de koop toe willen nemen. „Indiana" van Paul Anka was nog wel aan te horen. Bij het luisteren naar „Let the bells keep ringing" maar voor al naar „Crazy love" hebben we het jammer gevonden dat het 45 toeren Artoneplaatje AP 22023 onbreekbaar is. Wat een croon-gekrijs is me dat! Johnnie Ray is er niets bij. Zonde ook van de violenklanken, die orkestleider Don Costa ter begeleiding van het hijgende en puffende jongmens blijkbaar wel illustra tief achtte. Zonde ook van de melodie van „Let the bells keep ringing" en de muzi kale uitvoering daar van, die zonder Anka best zouden kun nen worden aangehoord. Young Jessie, die a la Fats Domino zingt, ofschoon hij iets helderder van stem en nog iets meer geëmotioneerd is dan Fats, blijft tenminste binnen de perken. Make believe en Shuffle in the gravel (London 45 toeren FL 1721) zijn overigens nog opwindend ge noeg. Fats zingt intussen zelf ook dap per door. Op London 45 toeren vertolkt hij in zijn bekende stijl een viertal „Blues for love. Love, dreams en kis ses wat de klok slaat op het dwingende ritme van het orkest, dat de nasale en trekkende zang van Fats omlijst. Weliswaar heel wat rustiger, gedistin geerder, maar naar onze smaak minder bezield dan ze zouden moeten worden uitgevoerd, klinken op het klemmodel 33 toerenplaatje varieton POP 4 muzi kaal (band van Michael Dunn) en vo- kaal (Bonnie Boyd) zes melodieën van Gershwin, t.w. 's Wonderful, Embrace- able you, Lady be good, Someone to watch over me, Somebody loves me en The man I love. Verscheidene soli en duetten (saxofoon, trompet, gitaar) hebben wel kwaliteit en vallen in het wat passieve en flair- loze geheel des te sterker op. Met dit alles wil in tussen niet gezegd zijn, dat men bij de muziek op dit plaatje niet tot een stemmig dansje zou kunnen worden geïnspireerd. In het rock-and-roll en mambo-genre laat het 33 toerenplaatje POP 41 (Va rieton) het betere werk horen. De rock and roll-nummers met name zijn ge kruid, zonder de smaak te bederven. De individuele zangers en de zangensem bles gaan zich niet aan overdreven ma niertjes en schreeuwerige uitschieters te buiten. Overigens houdt de muziek hen wel binnen de perken. Orkesten als die van Jimmy Carroll en Sy Oliver weten wel geladen klanken te presenteren zonder uit de band te springen De mambo's op dit plaatje vallen de kleur rijke arrangementen op. De slepende trompetsoli in b.v. Cherry Pink zijn bij zonder suggestief. De publikatie is mede de moeite van het be luisteren waard om de overtuigende zang van Cab Calloway in „Learning the blues". Het nummer Shake rattle and roll boeit op zijn beurt door de interpretatie daarvan «Hil in ritme-en-blues- stiji. Kortom, een gevarieerd plaatje, vnLfi °P- Zijn soort' muzikaal en voxaal op emg niveau staat. We noe- ,n°S eve" de tBels van de num- Something's got to give. Rock Cherry pink and apple blossom white, Rock love, Learning the blues en Shake rattle and roll. Varie- n-plaatjes zÜn verkrijgbaar aan het eerder genoemde MMS-adres te Am sterdam. s Wonderful, Wagon wheels, That old black magic en Dancing in the dark he- ten de vier werkjes, die Ray Conniff uit koos voor zijn new-sound-versie daarop, vastgelegd op het 45 toerenplaatje 429294 van Philips. Bij de bijzonder suggestie ve klanken (b.v. in that old black ma- gic), die de moderne arrangementen op dit viertal werkjes oproepen, laat Con niff individuele en koorstemmen in strumentaal, vaak orchestraal, functio neren. Er komt zo een niet alledaags geluid uit de bus, waarbij verscheidene „dialogen" tussen stemmen en instru menten goed gevonden zijn. Een inte ressant plaatje voor diegenen, die zo geheten progressieve klanken weten te waarderen. EDMUNDO ROSS Om dan met een prima plaat te be sluiten: via Decca 33 toeren LK 4236 heeft de orkestleider-bij-uit stek voor latijns-amerikaanse muziek, Edmundo Ros, gehoor willen geven aan het veelvuldig verzoek eens een aantal dansnummers ten beste te geven in een niet zo typisch latijns-amerikaanse kleur. Het heeft onze vriend Ros ken nelijk moeite gekost. De latijns-ameri kaanse muziek is hem nu eenmaal op het lijf geschreven, bij wijze van spre ken. Weliswaar heeft het program op deze plaat een europees, zo ge wilt: amerikaans karakter, maar tussen de regels, c.q. de notenbalken door, is zo niet de klank in het ritme van de la tijns-amerikaanse muziek te horen, dan toch haar aparte aroma te proeven. Edmundo heeft een gulden middenweg bewan deld. Hij heeft europese en amerikaanse melodieën, zo als The nearness of you, La vie en rose, Dolores, April in Portugal, Jealousy en zo verder, latijns-amerikaans geïnterpreteerd. Zo krijgt men „La vie en rose" als een baiao te horen, het „National embleem" als een samba, „Estrellita" als een cha cha cha, „Under the bridges of Paris" als een mambo en ook „April in Portugal" als een cha cha cha. Om iedereen te gerie ven heeft Ros ook twee quicksteps in zijn program ingelast, het nummer Do lores, en deoorspronkelijke tango Jealousy. De kwaliteit van Edmundo Ros muziek is voldoende bekend, zij is van verrukkelijke warme kleuren, mooi van instrumentale contrastwerking en perfect van ritme en ze wordt met zorg en toegewijdheid uitgevoerd. FRéDéRIC.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 11