EDUARD VERKADE 80 JAAR- 11 EXAMENS Klassieke muziek op de plaat D Geloofsgenoten in nood O I WIE ADVERTEERT— I EEN MOORD! Eminent toneelvernieuwer brengt psychologie in het theaterrealisme DE AUTHENTHIEKE WAARDE VAN HET WOORD syotfga Pianowerk van G'ranados, Dohnany, Schumann en Beethoven Moedig lekenapostolaat in de missie r em Dr. J. A. Bierens de Haan overleden «KT V. J ZATERDAG 14 JUNI 1958 PAGINA 11 ii Liturgische weekkalender door AGATHA CHRISTIE uit." «.ma. Cruddot* T^duard Verkade regisseert. Het toneel verbeeldt een Louis Seize-kamer. De Graaf is in druk en naar de schrijver aanneemt geestig gesprek gewikkeld met een v?Igens haarzelve allerliefste jonge vrouw. De knecht, een jonge ma die zijn eerste rol speelt, komt op met in zijn hand de door alle on - spelers en would-be toneelspelers verfoeide brief, die hij met de Monseigneur, er is een brief voor u gebracht! aan zijn mees er Dit zijn de eerste woorden van de rol. De Graaf t h t eDistel stoord te zijn in zijn flirt: „Een brief? Voor mij?" neemt het epistel ju?ste? Zeg.t en. P.as.san* Jegen de knecht: '"^De*jongeman gaat af. Einde juist in zo n uitstekend humeurJ van zijn rol. Als de knecht en scène verschijnt on-dan derbreekt Eduard Verkade het spel en zelfs met ontgaan aar aan het haast zich met grote schreden vanuit de zaal het toneel op, blijft voor de knecht, die plichtshalve een zuur g - Zicht heeft gezet, staan, buigt zich V is héél lang voorover en vraagt y zijn Zaanse zangerige tongval\?Yaard om kijkt u zo zuur, meneer? ^VoorEduard Verkade zijn alle bij hem gf„fcfrices, toneelspelers, heren en alle heeft die hij aan zijn dienst verphcht heelt, dames) De jonge toneels^ Verkade>s zeer schuchtere too" tegenover hun tijd waren jonge acteurs s nat directeuren zéér schu verkadê Tk komt pas later, menheer Verkade Ik bedoel" zeet Verkade, „un(bij dat. ub zwalit hij met zijn armen om dat wat hö in Z6ggen' te preciseren), ik bedoel, uhwaarom kijk. u zo zuur? Als mens, als acteur?" En als de toneelspeler m spe hem nog niet begrijpt, pakt de regisseur hem bij de arm, voert hem terzijde en vraagt vertrouwelijk: „Waar komt u van daan?" Nu is de jongeman helemaal de kluts kwijt: „Uit Delft." zegt hij enigs zins ongerust. Waarop Verkade: „Neen, ik bedoel niet waar li vandaan komt, maar waar die knecht die u voorstelt te moeten gaan zijn, vandaan komt, nu, op het ogenblik dat hjj in de kamer van de Graaf binnentreedt?" Met wanhoop in da ogen verklaart de pas geëngageer de kunstenaar dat l.ij dat niet weet. Ver kade laat zijn arm los, gaat een paar stappen achteruit en begint te verkla ren met overduidelijke mimiek en een dramatische toon in de ietwat nasale stem, die iedereen die op het toneel is, jmsteren„U komt uit de de keukÜ? zeggen, uhniet uit hebt daar net*^ de bediendenkamer. U gehad met de kokkm mhriHkteliike scène In dit stuk. Zij is verlfèfdTp „Op mij?" (vraagt de begi min of meer verschrikt.) „Ja, zij liefd op u. Zjj is een vrouw 'van 'bij" de veertig, een weduwe, die door haar man slecht bejegend werd. Héél slecht geloof ik persoonlijk," voegt de indrin gende stem er aan toe. „U bent jong, u ziet er voortreffelijk uit, u is van een aangename uhdispositie. Kort om zij heeft één (Verkade kent het Woord: 'n niet) één welgevallig en als ik mij niet vergis, ook wellustig oog op Uw persoon laten vallen. U wilt dat niet; U wordt onder die voortdurende atten ties als daar zijn: het persoonlijk wassen van uw ondergoeduhen het klaarmaken van lekkere schoteltjes die zi;i u voorzet, en die u, ontken het maar biet, met graagte, zelfs met.uh eén aan schrokzucht grenzende appetit Verorbert, zéér geprikkeld Zojuist heeft u, terwijl de Graaf hier be*!,b was zich op liefelijke wijze te ver- ma met deze bijzónder aantrekkelij- ke aam? zich weer aan de tafel neer- glzet m4t voor u een schotel.uh gezet met schotel.... uhApropos, waar houdt u van, meneer? Van haché," antwoordt de onder vraagde zonder enige gene. Verkade deinst even achteruit en kijkt zeer on gelovig- Dan legt hij zich bij deze voor hem wat buitenissige culinaire voor liefde neer, zucht, zwaait met zijn ar men en vervolgt: „U was dus een scho teluhhachéuhaan het eten, toen deze brief gebracht werd." Hij wijst op het epistel, dat de acteur bog in de hand geklemd houdt. „U was dus uit uw humeur toen de brengster, Dhet was een dartele oog van uw meester, die heus wel aan iets anders denkt dan aan zijn bediende. Vandaar dan ook dat hij zegt.uh.wat zegt u ook weer, meneer Eerens? Oh, juist. Vandaar dat deze dan ook zegt: „Wat kijk je zuur? En ik ben juist in zo'n uitstekend hu meur. En als u nu in die zure blik ook nog iets van jaloezie zoudt kunnen leggen, omdat het u nu eenmaal niet vergund is zo ongedwongen als de Graaf, "ier, het hof, te maken aan degene die uw hart bekoord heeft, dan heb ik pre cies de gelaatsuitdrukking, die aanlei ding kan zijn tot de woorden die de heer Eerens, alhoewel enigszins verstoord, zo vlot tot u spreekt. Als u die uitdruk king niet tot uhuitdrukking brengt, dan kan de heer Eerens niet goed reageren, ziet u. U verhindert hem dan, om zo te zeggen, de juiste nu ance te brengen die het publiek om de gehele situatie te begrijpen, nodig heett Begrijpt u? Komt u nu nog eens binnen De jongeman die, ongelukkig met die ene zin, in de kleedkamer heeft gemop perd over die rol van een paar woor den en daarbij zich niet ontzag van een „figurantenbriefje!" te spreken, is er na Verkade's uiteenzetting van over tuigd dat hij niet zó maar een knecht is, die een brief opbrengt, maar dat hij door zijn directeur en regisseur in het kostbare bezit is gesteld van een echte rol; een echte rol met een psychologi sche achtergrond. Dat was Verkade's geheim. De bar ste futiliteiten in tekst en situatie wer den door hem voorzien van een psycho logische achtergrond, die tot effect had, dat het stuk vaak ver geheven werd uit de platboomse gegevens, waarmee de schrijver het had voorzien, en de to neelspelers die in dat stuk rollen ver vulden het idee kregen, dat zij niet als toneelspelers met rollen, maar als ech te mensen in menselijke situaties op de Dr. J. A. Bierens de Haan overleden In de ouderdom van 75 jaar is te Sienna in Italië, waar hij met vakantie vertoefde, overleden dr. Johan Abra ham Bierens de Haan, oud-privaat do cent aan de universiteit van Amster dam en secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem. Hij werd geboren op 17 maart 1883 te Haarlem, bezocht het gymna sium aldaar en studeerde aan de uni versiteit in Utrecht wis- en natuurkun de, waar hij in 1913 promoveerde. Hij is o.m. als zoöloog verbonden ge weest aan het toenmalige Koloniaal In stituut te Amsterdam. Van 1924 tot 1939 was hij privaat docent aan de Amster damse universiteit. Dr. Bierens de Haan is tijdens zijn le ven voorzitter van de Bond Heemschut en vice-voorzitter van de Nederlandse dierkundige vereniging geweest en van 1939 tot zijn dood beheerde hij het secretariaat van de Hollandsche maat schappij der Wetenschappen te Haar lem. Aanvankelijk studeerde J. A. Bierens de Haan astronomie; na zijn militaire dienst ging hij over naar de biologie. In januari 1913 promoveerde hij op een proefschrift, getiteld „Over homogene en heterogene versmeltingen bij echini- denkiemen". Dit was het eerste Neder landse werk over experimentele em bryologie. Zijn belangstelling ging hoofdzakelijk uit naar zuivere wetenschappelijk on derzoek. Daar hij inmiddels belangstel ling had opgevat voor de dierpsycholo- gie, die toen onder invloed van prof. dr. I F. J. J. Buytendijk in Nederland meer i aandacht kreeg ging hij in 1921 naar Genève, waar hij 2 jaar werkte in aet psychologisch instituut van Clapare. Als privaat-docent kreeg hij de gelegenheid in Artis een laboratorium voor dierpsy chologie te vestigen. Van deze unieke gelegenheid om te werken met andere dieren dan de soorten die gewoonlijk voor laboratoriumonderzoekingen wor den gebruikt, heeft hij een ruim gebruik gemaakt, zoals gebleken is uit zijn vele publikaties. planken stonden. Hij schoof vergezich ten en onvermoede achtergronden ach ter de woorden, waarvan de meeste ac teurs in de dagen dat Verkade begon te regisseren niet het minste bennl hadden. Het vak: regisseur, was nieuw. Vóór zijn tüd waren er eigenlijk alleen maar mettenrs-en-scène, die er zich toe be perkten de toneelspelers te wijzen, hoe zij zich hadden voorgesteld dat de ac- teurs in het stuk zouden gaan en staan, en er niet al te boos over waren als zij dat op eigen gelegenheid veranderden. Van karakterologische en psyehologische intenties was geen sprake. Toen Verkade ging regisseren, werd dat wel volkomen anders. Hij haatte to neeltrucs, speelroutine en vakfinesse als een pest, als deze tenminste in louter uiterlijkheden resulteerden. Vandaar zijn grote voorliefde voor de z.g. dilettan ten, d.w.z. de doorf het toneel bezetenen, die zich, met geheel geen of slechts met weinig ervaring uitgerust, volledig aan hem overgaven. Hij heeft prachtige re sultaten bereikt door zijn bekend geble ven „peptalks", die een ieder die hem deze hoorde geven, warm maakte voor de rol, die hij moest spelen. Voor het stuk, waarin hij optrad. Eduard Verka- sie in de plaats stelde van de werkelijk heid. De eerste, die het woord en bij hem was dat in de eerste plaats Shake speare's woord zijn authentieke waar de op het toneel teruggaf. De eerste, die het decor volstrekt beschouwde als on dersteuning van de situatie. En niets meer. De realiteit vluchtte hij op het to neel, al metamorfoseerde hij die o.a. in Wilde's stukken tot een geestelijke en geestige sprookjeswerkelijkheid. Als acteur was hij beperkt, maar wie Jat niet? Toch blijft de herinnering 'L a' «iguren als Crofts uit „Mrs. War- Rpdriif" van Shaw en Osborne nit riff's De grote reis" onvergetelijk, h snreken van zijn Hamlet en om niet te_ spreKcn Sheriffs „De grote reis Zcbeüi.teGeSenevandegenen dteooUhet tie ?enh actrice8Vea slaapwandelscène uit >v-uci waa ctr„ jonge vrouw, die er ki'A onappetijtelijk uitzagu met a&Ju verzocht deze brief zonder uitstel dwijUw meester te bezorgen. Zij ver- weze^. u staat op;uhmet leed- schotej--.. kijkt u naar de dampende de is ook de eerste geweest die de illu- juist Uhhaché en u wilt u ----- ■- - - -- me plicht ^wijten van uw onaangena me plichti"-ja juistonaangena- het binnenhut voor een bediende is onaangenaam "Sen van een brief ook zit te eten, ais*!? hijuhhache en deuh_e kokkin binnentreedt presenteert van dm^jhoureuze rekening uhhachét>aterbjke schotel bent daarvoor na ai u niet. U ché u had al ee« Ljuhha- dat verrukkelijke maai °te portie van in de stemming_ en ufeêeten niet wijst haar af. Maar zij dj-- uhu doet u, voor de zoveélste kS? aan- Zl' een dame weinig voegzame een aan klaringuhabes vantoi?esver- overleden man, natuurlijk, die die kelijk zéér slecht heeft behandelt^617" omdat zij onder de indruk is Va a ,fn jeugdig en.uh.onbedorven en. smakelijk uiterlijk. Zij dringt zo aan, da: u, volkómen door haar liefderijke p0_ gingen u te uhnaderen, in het uriiw gedreven, zich losrukt, uw livrei rechttrekt, deze weer in orde brengt, en u naar déééze salon begeeft, om uw meester, deze Graaf daar, de missive over te reiken. Het is duideliik dat u, 5°Sgeheel onder houdt b,0, onledig °f meer ?en min flirt u yèrgaande jets anders wel te denken ?rVa? er zich v0]i„ és achter die ue een acinw «-Cno1pn zullen de Macbeth te zien voorspelen, zuu adembenemende indruk» |rduard Ver- beth (in de gedaante van maak- kade in een gewoon Pa „lek" niet te 8|a verdoemde vlek mei vergeten. als zij Vo'haar hand kon wasse ---g,eaaJ re? toneelspelers was hij c „ualité's van seur' ™cht en vond de quaüte s an hun défauts en exploiteerde die staat, over deur om u alsnog tonën halen te denkt zlJn- U Ier-lief ?an dat al- mei?ste binnen- u Je' met wie ding" understan- vriendelijk betoont tegen de rijpe, en31,- hartelijkheid hefde smach tende vrouw, die.. Seen gele- m 1 voorbij iaat gaan om.... uh.... haché voor- k vi uh.... hakken. Vandaar Eduard Verkade als Hamlet. vaak zeer onbeschaamd, maar met het resultaat dat het publiek een rol zag spelen die het grootste effect sorteerde. Onze tijd, die type-casting iets van zelfsprekends vindt op het toneel en in de film, was Eduard Verkade vèr voor uit. Ut! heeft de toneelspelersstand uit een misschien niet ten onrechte steeds door de burger gestigmatiseerd isole ment verlost. Hü was een bezielde en geestdriftige leider van kunstenaars en als mens een gentleman van een vaak niet te omschrijven charme. Dat hij als perfectionist vaak ver onder de door hemzelf gestelde maat bleef, moest hem vaak verdrieten, maar zolang hij als re gisseur bleef werken, heeft hij talloze kunstenaars door zijn idealisme, zijn intellect en "eest geïnspireerd tot scho ne en grote daden. Hij zal tachtig jaar worden. De leef tijd der zeer sterken. Teruggetrokken op zijn huis aan de Vecht waar hij op zijn verjaardag niet aanwezig zal zijn, om zich aan alle manifestaties van vriendschap, genegenheid en respect te onttrekken kan hij nu zijn werkzaam leven overzien met de troostende en;blij de gedachte dat hij het metier regisse ren en toneelspelen onschatbare diensten bewezen heeft, de acteurs veel werklust en inspiratie heeft geschonken en allen die hem mochten ontmoeten, de indruk van een waarlijk door de Muzen bevlo gen mens. In Nederland is hij nu reeds onsterfelijk. Moge de datum dat hij zijn memoires zal publiceren na zjjn dood nog zeer verre zijn. Eduard Verka de, van harte proficiat! J. W. HOFSTRA. ZONDAG 15 juni: 3e zondag na Pinkste ren; eigen mis; 2e geb. H.H. Vitus en ge zellen; credo; pref. v. d. H. Drieëenheid; groen. MAANDAG: mis van zondag; groen. DINSDAG; mis van zondag; groen. WOENS DAG: H.Ephraëm, belijder-kerkleraar; mis: In medio; 2 geb. H.H. Marcus en Marcel- Uanus; credo; wit. DONDERDAG: H. Julia na, maagd; eigen mis; 2 geb. H.H. Gerva- sius en Protasius; wit. Den Bosch: Eucha ristisch Hart van Jesus; eigen mis; pref. v. h. H. Hart; wit. VRIJDAG: mis van zon dag; 2 geb. H. Silverius; groen. Breda: Wonderbare H. Hostie; eigen mis; 2 geb. H. Silverius: credo; wit. ZATERDAG: H. Aloysius, belijder; eigen mis; wit. Haarlem: H. Engelmundus, abt; eigen mis; 2 geb. H. Aloysius: wit. ZONDAG 22 juni: 4e zon dag na Pinksteren; eigen mis; credo: pref. v. d. H. Drieëenheid; groen. AMSTERDAM, Montessori-lyceum, gymn. A: Andrée Banting, Marianne Car- miggelt, Lucie Flothuis, Marijke Heintz, Marijke Hofstra, Robbert van der Lek, Jaap Rost Onnes. Afdeling B; Paulien Kroger, Phileke de Lara. AMSTERDAM, 13 juni Doet. ge neeskunde: P. G. J. Visser R. van der Veen (Haarlem), mej. I. H. I. Verhoeff (Bussum), mej. E. M. Tendean, S. VA Maroko. Oey Tjiong Hian P. A. Heu- denrijk, E. C. Dubbeldam, mej. J. Stib- be, J. F. van Ravenzwaay, mevr. C. Voorhoeve-Bakker, mej. H. Broers, J. A. F. Nolte, P. B. van Bentum, N. Bal- zer, M. J. Wilmering mej. W. Gorter, R. Willemse (allen te Amsterdam1. Doet. scheikunde C. Veeger (Weesp), belastingconsulent-examen G. van Eg- mond (Amsterdam). ROTTERDAM, 13 juni Propaed. econ. wet.; M. J. Barendrecht, 's-Gra- venhage; J. P. van Beelen, Zaandam; mej. M. van der Bent, 's-Gravenhage; L. Ch. M. van den Bergh, Dordrecht; A. Berkhout (z.g.) Gorinchem; W. A. G. Blonk, 's-Gravenhage; W. Borrie, Rotterdam; J. J. Breunis, Enschede; J. J. Brinkman (z.g Lunteren; A. P. Broeren, Utrecht: B. R. de Bruijn, Utrecht; B. J. Bultena, Amsterdam; J P. Bunt (z.g.), Heerenveen; H. E. Chin, Rotterdam; J. H. J. van Dam, Delft; P. Dubbeldam, Dordrecht; A. Dijkers, Rotterdam; J. J. B. Fanoy, Wassenaar; A. Geldermans, IJmuiden; P. W. G. Gerbers, 's-Gravenhage; J. van Gefjl, Vlaardingen; S. S. Goslinga, Hoorn; R. van Graafeiland (z.g.), Rot terdam; J. de Graaf, 's-Gravenhage; J. B. J. Hagemeier, Doetinchem; B. van Hasselt (z.g.), Schiedam; A. L. Hem- penius, Rotterdam; R. W. A. Hermans, 's-Gravenhage; R. Hortensius, Rotter dam; J. Huisjes, Enschede; A. M. de Jong, Bodegraven; R. de Keizer, Rot terdam; A. de Koning (z.g.), Ridder kerk; A. R. Kramer, 's-Gravenhage; R. D. Kramer, 's-Gravenhage, A. van Lot- tum, Rotterdam; R. F. M. Lubber (z.g.), Rotterdam; Chr. G. Meeder, Utrecht; K. Miedema, 's-Gravenhage; J. Noordermeer, Strijen; F. M. Post, Rotterdam; mej. C. Priem, Delft; J. P. Pronk, 's-Gravenhage; P. A. W. Roef, Tilburg; H. O. C. R. Ruding (z.g.), Breda; P. A. de Ruiter, Schiedam; M. Sander, Breda. DEN HAAG: Gymn. A. de dames: M. Kremer, H. Mendel, A. Rekers, Y. Roodenburg, B. Tobi en N. A. Wiegerink. Afgewezen 1 cand.; 1 herexamen. e jongst verschenen opname van Eduard van Beinum en het Con certgebouw-Orkest is de 25-cm Philips G 05319 R, bevattende Brahms' Altrapsodie, waaraan naar vaste tradi tie medewerkt de Kon. Mannenzang- vereniging Apollo", maar waarin een nieuwe altsoliste verschijnt: Aafje Hey- nis, nog niet lang geleden aan het zan gersfirmament verschenen en zonder twijfel met een aanzienlijke toekomst voor zich. Zij is een bijzonder consciën tieus zangeres, gelijk zij ook ten duide lijkste demonstreert aan de keerzijde van de plaat in Brahms' „Vier ernste Gesange", met pianobegeleiding van Jo han v.d. Boogert. Aafje Heyriis is een uitermate ernstige zangeres, maar juist daarom moet zij voor twee dingen op passen: Hollandse vocalisten neigen al tijd tot plechtstatigheid. Hollandse alten doen dit inzonderheid. De ware kunste naarspersoonlijkheid, die men voor al les zou willen tegenkomen, heb ik bij het luisteren naar deze platen nog niet ontmoet. Zij zingt eigenlijk alles op de zelfde manier, n.l. plechtig en „geho- ben" en zij maakt ruimschoots gebruik van aandoenlijke zweilinkjes en tril- linkjes in de toonvorming, speciaal in de aanzetting van de adem, ongetwij feld omdat zij meent, dat dit gevoelvol is. Het is in werkelijkheid niets anders dan een buiten de cantabiliteit vallende truc, die vele Hollandse vocalisten eigen is en hen belet in voldoende mate door te dringen tot de kunst van de einde- ud-missionaris H. Hermans, Laza rist, voor eeuwig verbannen uit China door de communisten, heeft in het Nederlands tijdschrift voor missiewetenschap: „Het Missie werk" een op eigen ervaring ge baseerd verslag gepubliceerd over de grote waarde van het lekenapostolaat, dat ons veel te zeggen heeft. En dit te meer, daar de laatste tijd weer nieu we en zeer lsuwe pogingen worden ge daan om de Chinese katholieken los te maken van de Kerk. Reeds vanaf het begin van de communistische overheer sing heeft men de theorie van de z.g. drievoudige onafhankelijkheid gepro pageerd; de onafhankelijkheid in finan ciën (geen geld meer uit het buiten land), de onafhankelijkheid in de ver spreiding (geen buitenlandse missiona rissen meer) en de onafhankelijkheid in het béstuur (los van Rome). Met deze propaganda-leuze sturen de com munisten aan op een zelfstandige katho lieke kerk in China, die men op die ma nier wil bevrijden van het z.g. „imperia lisme". Het klinkt allemaal als alleen maar propaganda en men doet het voorkomen alsof men de Chinese katholieken op die manier een grote dienst bewijst ^_men verlost hen immers van de slavernij van het Westen en het Vaticaan! maar als men bedenkt, dat wij hier in feite met dwang in de ergste vorm te doen hebben, dan zien de zaken er anders «s. uit Alle buiten- landse bisschoppen zijn verbannen, in de gevangenis ge storven of gedood; vele inheemse bis schoppen zijn ge arresteerd evenals talrijke priesters. Wie niet aan de propaganda voor een eigen Natio nale Kerk gehoor zaamt, geld als reactionair, landverrader en vijand van het volk. De gelovigen worden op allelei wijzen onder druk ge zet. In deze omstandigheden is het niet te verwonderen, dat velen, onder wie ook priesters, aan het streven naar een nationale kerk meedoen. Wie zal zeg gen, wat zij te verduren hadden, ai- vorens toe te geven? Sinds enige maanden is het parool: Wij, Chinezen, moeten het bestuur van onze kerk zelf in handen nemen. Geen buitenlandse mogendheid (de Paus.) heeft zich daarin te mengen. Dit com munistisch bevel brengt mee, dat som mige Chinese priesters tot bisschop wor den „gekozen" door het volk. (Volgens het Kerkelijk recht kan iemand alleen bisschop worden door een benoeming van de Paus; de wijding geschiedt door drie bisschoppen in 'n urenlange plech tigheid). In ^Jhina krijgt de door het volk „gekozen" priester een ring aan de vinger, hij legt de eed af enhp is bisschop! Twee maanden geleden heeft men officiëler gedaan en op het oog „wettiger". Een Chinese bisschop, die voor de druk van de regering be zweken is, wijdde, ondanks het verbod van Rome, twee priesters tot bisschop. Rome heeft dit een maand later offi cieel ongeldig verklaard en erop gewe zen, dat de drie overtreders door het bestaande recht de ex-communicatie in lopen. n deze verwarde toestand, die jaar in jaar uit moeilijker werd, heeft vanaf het begin het lekenaposto laat in de vorm van het Maria-legioen bewonderenswaardig werk verricht. Pa ter Hermans beperkt zich in zijn be schrijving tot het bisdom Tientsin, waar aan hij zelf'.1verbonden was. Het Maria- legioen werd pas in 1948 in China op gericht. Men heeft het „het wonder van de moderne tijd" genoemd. Het beleef de in korte tijd een enorm snelle groei en breidde zich over heel China uit. De opkomende overheersing van het com munisme heeft daartoe zeker veel bijge dragen. Men vond er een nieuwe, con crete vorm van verzetsmogelijkheid in. In Tientsin had men op die manier een groep van meer dan duizend lekenapos telen, die uitmuntten door een vurige ijver. Het waren veelal leraren of stu denten aan de middelbare jongens- en meisjesscholen of universiteiten. Met de biddende leden" samen bedroeg het Maria-legioen in Tientsin meer dan 6000 man. Toch moet men zeggen, dat deze men sen al verklaren de moeilijke om standigheden die voor het geloof ge vaarlijk waren de snelle uitbreiding van het legioen gedeeltelijk zich uit echte overtuiging en uit liefde voor hun ge loof aaneensloten om de Kerk te verde digen. Er waren ook groepen van al leen arbeiders, van verpleegsters en werksters in ziekenhuizen. Deze bereik ten soms resultaten gelijkend op de mi lieu-beïnvloeding, die wij in Nederland kennen in de bedrijfskernen. Men heeft deze mensen met een gerust hart regel recht apostolaatswerk kunnen toever trouwen. Vooral de studenten hebben onder hun medestudenten, die nog hei denen waren, prachtig werk verricht. In het jaar 1950 kwam men op die ma nier tot meer dan 1400 doopsels door toedoen van deze lekenapostelen. Men verspreidde bovendien zeer veel lectuur over godsdienst en Kerk; een bijzonder geschikt middel om de nel denen voor te lichten, maar ook om de zwakke katholieken te steunen. Toen Tientsin eenmaal door de com munisten veroverd was, begonnen uiteraard grote moeilijkheden. Men heeft volgehouden met het apostolaats werk tot het laatste toe en daardoor be reikt, dat de gelovigen aanmerkelijk sterker stonden in hun trouw aan de Kerk. Dat dit nodig was blijkt voor een goed verstaander overduidelijk uit wat wij boven over het streven naar een na tionale kerk zeiden. Zeer velen hebben bij de toenemende vervolgingen ware heldenmoed aan de dag gelegd. Het behoeft wel geen na der betoog, dat het Maria-legioen een doom in het oog van de communisten was. Het werd dan ook opgeheven. Onze geloofsgenoten in China leven onder onvoorstelbaar moeilijke omstan digheden. Velen hebben hun trouw aan geloof en Kerk met de dood bekocht, duizenden lijden in gevangenissen en kampen. Moge ons gebed, dagelijks en oprecht medelevend, hun kracht en moed ver werven om hun onmenselijke be proevingen te doorstaan. 20 i. nrwe Phillipa, ik bedoel mevrouw Haymes, "?r An Davas Hall. De poort vindt u hier vlak werkt op r)^arna zHn de Swettenhams de naaste tegenover. ieaereen u zó aanwijzen!" buren. Dat na(J in de oorlog kennelijk te lijden Dayas fia «erde welig over de vroegere as- gehad. Wild g ndnetels en ander onkruid gedijden pergebedden. d stukie moestuin vertoonde reeds er in overvloed, fen j orde was eeroeDen. Hier tekenen, dat het vin sta. zag Craddock eeno g ieUnde. ZUUL gezicht °P 1IU, 'Avmes hebben? Heb geen idee „Moet u meviou gr z0 haar eigen manieren waar ze zit. Die h mens om raad. Ja, zo zijn op na. Vraagt ook g ken dat ze alles weten zo de jonge vrouwen. cn wej eens op een trac. ,ze. ,een broekdiag t het tuinie- tor hebben gezeten. Maar m, niet _n een was geroepen. Hier staan, die met een n gezeien. "„„.ooi ren aan. Dat leer je nu eenmaal en een zucht. Tuinieren, zeg jouwen. wel eens op een trac_ dra ze een broek diaghet op tuinie- een vloek dat hebben we hier "d« oude butts z.g Merit, een PfHd^dKS: heid aan zijn adres. ..Nou zal ik je êen mng zeg gen, meneer, wat dacht u, dat ïka op zo een reuzenterrein kan beginnenD:ne man én een jongen, die hadden we hier vroegeren die wa ren nodig ook! Nou sta ik er alleen voor. Ik geef het je te doen. Ik werk hier vaak tot acht uur 's avonds. Acht uur, hoort u?" „Waar werk Je dan bij? Een petroleumlamp?" „Natuurlijk bedoel ik niet in deze tijd van het jaar! Natuurlijk heb ik het over de zomermaanden!" „O," antwoordde Craddock gerustgesteld. „Dan zal ik nu mevrouw Haymes maar eens gaan zoe ken." De tuinman toonde zich belangstellend. „Wat moet u van naar? U is van de politie, hè? Gaat zeker over die geschiedenis op Little Paddocks? Gemasker de overval op een kamer vol mensen! Zoiets zou je vóór de oorlog nooit hebben gehoord. Zeker van al die deserteurs. Desperado's die het platteland af schuimen. Waarom jagen ze daar niet beter achter aan?" „Dat weet ik ook niet," antwoordde Craddock. „Deze overval wordt hier zeker druk besproken, hè?" „Nou en of! Waar gaat het naar toe, tegenwoor dig? „Dat komt nou van de film," zei Ned Barker. Maar Tom Riley zei: „Dat heb je als je al die vreemdelingen hier maar laat rondlopen!' En reken maar, die keukenmeid, die j'uffrouw Blacklock in huis heeft, die weet er vast méér van. Ze is natuur lijk communist of erger. Wij houden hier niet van dat slag! En Mariene, hier in de bar, die is er van overtuigd, dat juffrouw Blacklock een bom dui ten thuis moet hebben. Niet dat je dat aan haar zien kanze is altijd even eenvoudig gekleed. En die dikke parels aan haar hals zijn vals, dat kun je wel zien. Maar gesteld, dat die parels echt zouden zijnOfschoon, dat noemen ze tegenwoor dig „toneelparels"net als vroeger die Parijse diamanten, daar weet mijn vrouw alles van, die is kamenier geweest vroeger. Je hebt tegenwoordig niet veel echte dingen meer." De oude Ashe wachtte even voor hij verder ging. „Maar ze heeft nooit een cent in huis, juffrouw Blacklock, dat wist Jim Huggins. Die kan het we ten, want zfjn vrouw werkt er vijf dagen in de week en die steekt overal, wat je noemt, d'r neus in." „Zei hij ook wat zijn vrouw van het geval dacht?" informeerde Craddock. „Ja, die zei, dat Mitzi er wel meer van zou weten. Wat een humeur heeft die meid! Om wat van te krijgen! En een verbeelding meneer! Ze heeft mevrouw Huggins in d'r gezicht een gewone werkvrouw genoemd!" Craddock bleef staan om de opmerkingen van de oude baas even in zijn ordelijke geest te rang schikken. Hij kreeg op die manier een aardig overzicht over de gangbare praatjes in landelijk Chipping Cleghorn, al werd hij er niet veel wij zer van. Hij keerde zich om en Ashe riep hem nog brommerig na: „Misschien vindt u haar wel in de appelbomen. Zij is jonger dan ik en krijgt de ap pels gauwer beneden." Inderdaad trof Craddock de gezochte Phillipa Hay mes zonder mankeren in de appelboomgaard. Het eerste wat hij van haar zag, waren haar mooie be nen in een lange slobberbroek, die zichtbaar wer den toen zt) zich uit een boom naar beneden liet glijden. Toen zag Phillipa hem met ietwat verhit gezicht en verwarde haren verschrikt aan. „Een goeie Rosalinde", dacht Craddock dade- IXJk, want hij was Shakespeare-bewonderaar en had de melancholieke Jacques gespeeld in een succes opvoering van „As you like it", voor het Wezen fonds van de Politie. Maar even later corrigeerde hq deze indruk. Phillipa leek hem te houterig voor een Rosalinde, haar blonde onbewogenheid was wel volmaakt Engels, maar niet van de zestiende, doch van de twintigste eeuw. Welopgevoed, ongeëmo tioneerd, zonder een greintje ondeugendheid. „Goedenmorgen, mevrouw Haymes. Het spijt me, dat ik u aan het schrikken maak. Ik ben inspec teur Craddock van de recherche. Ik wilde u een ogenblikje spreken." „Over gisteravond?" „Zo is het." „Zou het lang duren. Zullen weZe keek wat aarzelend om zich heen. Craddock wees op een omgevallen boom. „Een beetje on-officieel," zei hij opgewekt, „maar ik zal u niet langer ophouden dan strikt noodzakelijk is." „Erg vriendelijk." „Het is voor m'n rapport. U kwam gisteravond hier van uw werk. Hoe laat ongeveer?" „Zo omstreeks half zes. Ik was nog een tjjaje na vijven gebleven om de planten in de kassen water te geven." (Wordt vervolgd) loze nuanceringen van de klank, die de eentonige niet ter zake doende gevoel volheid verdrijft. Dat te leren is eigen lijk al wat Aafje Heynis maar behoeft om een groot zangeres te worden. .Apollo" is natuurlijk in de Altrapsodie fluwelig van klank als altijd en het ge- heel wordt door van Beinum geleid m een gedempte, mysterieuze toon en in soepele lijnen. Uit een serie pianoplaten, die hier verder ter sprake komt, kies ik naar mijn en vermoed^ijk naar veler per soonlijke voorkeur allereerst de onach terhaalbare grote muzikant, die Robert Casadesus is. Hij heeft ditmaal voor Philips A 01324 L gespeeld twee van Schumann's hoofdwerken: Carnaval en de Etudes symphoniques. „Gasaae- sus' veelzijdigheid is een van zijn meesi bijzondere attrakties. De Duitse romantiek in haar verschil lende staten heeft in hem een van naar beste vertolkers gevonden. Hij staai niet alleen boven zijn instrument uit, maar evenzeer boven de stijlen en ae nationaliteiten. Wat hij aanraakt, open baart zijn pure muziekwezen. Dit mani festeert zich al heel indrukwekkend in de Etudes symphoniques in hun rijke vermenging van klahkweelde, virtuosi teit en diep muzikaal denken. In „Car naval" treft Casadesus al deze geest rijke genrestukken met zijn spitse Gal lische geest tot in het hart en het gaat nooit ten koste van de stnkt muzikale behandeling van de tekst. Ook hier is het weer pure muziek, waar n alle me nigvuldige gemoedsbewegingen van ae dichter spreken. Er zijn voorts twee Beethoven-opna men. DGG introduceert op LPM 18456 een nog niet zo heel bekende pianist, Helmut Roloff, die buitengewoon fraai uitgebalanceerd en gaaf pianospel laat genieten in Beethovens weinig gehoorde Fünfzehn Variationen mit ;uge m Es op. 35, bijgenaamd de „Eroica' -varia ties. Op Columbia CX 1498 speelt Walter Gieseking twee van Beethovens Sonaten, n.l. ia D op. 10 no. 3 en in Bes op. 22, waarvan de laatste stellig de belang rijkste is, doordat haar evenwichtige, forse structuur duidelijk aangeeft hoe ver Beethoven in weinige jaren was ge- evolueerd sedert hij de zeer onevenwich tige en ook wel eens ietwat rethon- sche Sonate op. 10 nr. 3 schreef, al doet hij daarmee dan ook al een koene greep. Gieseking schijnt dat ook zo ver staan te hebben. De laatstgenoemde so nate speelt hij aanzienlijk minder geïn teresseerd, soms rammelend snel, dan op. 22, die hij imponerend door een voudige klaarte tot ontwikkeling laat komen. Een opname, die de liefhebbers een heel bijzonder genoegen zal doen is die van Eduardo del Pueyo, die voor Phi- CRANADOS lips A 00389 L de complete serie van Granados' „Goyescas" heeft gespeeld, ae pianostukken, die hjj op een lichte intrige-draad heeft ontworpen naar schilderijen van Goya. Het is verruk kelijke muziek in haar breed elabore- rende fantasie, haar rijke melodische invallen en haar petillante ritmiek, mu ziek van de meest verscheiden poëtische stemmingen, maar moeilijk vloeiend en spannend te spelen, omdat de stukken zeer ingewikkeld en druk geschreven zijn. Als men dat niet uit de noten weet, zal men het aan het spel van deze mees terlijke pianist niet horen. Het levert een niet aflatende vreugde op te horen hoe gloedvol en rijk geschakeerd hy musiceert, terwijl hij in wezen toch heel eenvoudig op het samenspel van ritme en melodie is afgestemd. His Master's Voice zond mij twee pla ten (ALP 1552 en 1553), waarvoor Ernst von Dohnanyi een reeks van zijn eigen werken heeft gespeeld. Men mag daar uit afleiden, dat de papieren van de di rigent-pianist-componist in de ver enigde Staten hoog genoteerd staan, vermoedelijk omdat men hem daar be ter kent dan wij in Europa en men le vendiger indrukken heeft van zyn be- minnelijke en briljante muzikanteske sa ven. Zijn composities zjjn in de voor naamste plaats bepaald door bef j^t, dat Dohnanyi een ^voerend musicus is die nog als in oude tijden in staat is'ziin eigen muziek te schreven» in die zin dat hh muziek maakt, die hemzelf aU uitvoerder ligt. Zij wordt met ge- tvneerd door de kenmerken van grote persoonlijkheid, zij is nieta^end noch diepgravend. Zu zoekthaar Égge vens in romantische en laat-romanu sche stijlen en voegt die vol geheel aaneen. Zo hoort men een suite van karakterstukken „Winter regen" geheten, voorts de Suite h? the Olden Style, een Pavane t variaties een oewerking van Schu- bertsTvalfes nobles", de „Six piano pièces" op. 41 en nog verschillende los se stukken waarin Dohnanyi veelal op cosmopolitische manier tribuut betaalt aan de muziek van zjjn geboorteland, de Tsjechische zfjde van Hongarije. De componist speelt ze zelf met heel het kleurrijke toucher waarom zijn pianis- tiek beroemd Is. L. H*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 11