EDUARD VERKADE 80 JAAR-
11
EXAMENS
Klassieke muziek
op de plaat
D
Geloofsgenoten in nood
O
I
WIE ADVERTEERT—
I EEN MOORD!
Eminent toneelvernieuwer brengt psychologie
in het theaterrealisme
DE AUTHENTHIEKE WAARDE
VAN HET WOORD
syotfga
Pianowerk van G'ranados, Dohnany,
Schumann en Beethoven
Moedig lekenapostolaat in de missie
r
em
Dr. J. A. Bierens
de Haan overleden
«KT
V.
J
ZATERDAG 14 JUNI 1958
PAGINA 11
ii
Liturgische weekkalender
door
AGATHA CHRISTIE
uit." «.ma. Cruddot*
T^duard Verkade regisseert.
Het toneel verbeeldt een Louis Seize-kamer. De Graaf is in druk en
naar de schrijver aanneemt geestig gesprek gewikkeld met een
v?Igens haarzelve allerliefste jonge vrouw. De knecht, een jonge ma
die zijn eerste rol speelt, komt op met in zijn hand de door alle on -
spelers en would-be toneelspelers verfoeide brief, die hij met de
Monseigneur, er is een brief voor u gebracht! aan zijn mees er
Dit zijn de eerste woorden van de rol. De Graaf t h t eDistel
stoord te zijn in zijn flirt: „Een brief? Voor mij?" neemt het epistel
ju?ste? Zeg.t en. P.as.san* Jegen de knecht: '"^De*jongeman gaat af. Einde
juist in zo n uitstekend humeurJ
van zijn rol.
Als de knecht en scène verschijnt on-dan
derbreekt Eduard Verkade het spel en zelfs met ontgaan aar aan het
haast zich met grote schreden vanuit
de zaal het toneel op, blijft voor de
knecht, die plichtshalve een zuur g -
Zicht heeft gezet, staan, buigt zich V
is héél lang voorover en vraagt y
zijn Zaanse zangerige tongval\?Yaard
om kijkt u zo zuur, meneer? ^VoorEduard
Verkade zijn alle bij hem gf„fcfrices,
toneelspelers, heren en alle heeft
die hij aan zijn dienst verphcht heelt,
dames) De jonge toneels^ Verkade>s
zeer schuchtere too" tegenover hun
tijd waren jonge acteurs s nat
directeuren zéér schu verkadê Tk
komt pas later, menheer Verkade Ik
bedoel" zeet Verkade, „un(bij dat.
ub zwalit hij met zijn armen om
dat wat hö in Z6ggen' te
preciseren), ik bedoel, uhwaarom
kijk. u zo zuur? Als mens, als acteur?"
En als de toneelspeler m spe hem nog
niet begrijpt, pakt de regisseur hem bij
de arm, voert hem terzijde en vraagt
vertrouwelijk: „Waar komt u van
daan?" Nu is de jongeman helemaal de
kluts kwijt: „Uit Delft." zegt hij enigs
zins ongerust. Waarop Verkade: „Neen,
ik bedoel niet waar li vandaan komt,
maar waar die knecht die u voorstelt
te moeten gaan zijn, vandaan komt, nu,
op het ogenblik dat hjj in de kamer van
de Graaf binnentreedt?" Met wanhoop
in da ogen verklaart de pas geëngageer
de kunstenaar dat l.ij dat niet weet. Ver
kade laat zijn arm los, gaat een paar
stappen achteruit en begint te verkla
ren met overduidelijke mimiek en een
dramatische toon in de ietwat nasale
stem, die iedereen die op het toneel is,
jmsteren„U komt uit de
de keukÜ? zeggen, uhniet uit
hebt daar net*^ de bediendenkamer. U
gehad met de kokkm mhriHkteliike scène
In dit stuk. Zij is verlfèfdTp
„Op mij?" (vraagt de begi
min of meer verschrikt.) „Ja, zij
liefd op u. Zjj is een vrouw 'van 'bij" de
veertig, een weduwe, die door haar
man slecht bejegend werd. Héél slecht
geloof ik persoonlijk," voegt de indrin
gende stem er aan toe. „U bent jong,
u ziet er voortreffelijk uit, u is van een
aangename uhdispositie. Kort
om zij heeft één (Verkade kent het
Woord: 'n niet) één welgevallig en als
ik mij niet vergis, ook wellustig oog op
Uw persoon laten vallen. U wilt dat niet;
U wordt onder die voortdurende atten
ties als daar zijn: het persoonlijk wassen
van uw ondergoeduhen het
klaarmaken van lekkere schoteltjes die
zi;i u voorzet, en die u, ontken het maar
biet, met graagte, zelfs met.uh
eén aan schrokzucht grenzende appetit
Verorbert, zéér geprikkeld
Zojuist heeft u, terwijl de Graaf hier
be*!,b was zich op liefelijke wijze te ver-
ma met deze bijzónder aantrekkelij-
ke aam? zich weer aan de tafel neer-
glzet m4t voor u een schotel.uh
gezet met schotel.... uhApropos,
waar houdt u van, meneer?
Van haché," antwoordt de onder
vraagde zonder enige gene. Verkade
deinst even achteruit en kijkt zeer on
gelovig- Dan legt hij zich bij deze voor
hem wat buitenissige culinaire voor
liefde neer, zucht, zwaait met zijn ar
men en vervolgt: „U was dus een scho
teluhhachéuhaan het
eten, toen deze brief gebracht werd."
Hij wijst op het epistel, dat de acteur
bog in de hand geklemd houdt. „U was
dus uit uw humeur toen de brengster,
Dhet was een
dartele oog van uw meester, die
heus wel aan iets anders denkt dan aan
zijn bediende. Vandaar dan ook dat hij
zegt.uh.wat zegt u ook weer,
meneer Eerens? Oh, juist. Vandaar dat
deze dan ook zegt: „Wat kijk je zuur?
En ik ben juist in zo'n uitstekend hu
meur. En als u nu in die zure blik
ook nog iets van jaloezie zoudt kunnen
leggen, omdat het u nu eenmaal niet
vergund is zo ongedwongen als de Graaf,
"ier, het hof, te maken aan degene die
uw hart bekoord heeft, dan heb ik pre
cies de gelaatsuitdrukking, die aanlei
ding kan zijn tot de woorden die de heer
Eerens, alhoewel enigszins verstoord,
zo vlot tot u spreekt. Als u die uitdruk
king niet tot uhuitdrukking
brengt, dan kan de heer Eerens niet
goed reageren, ziet u. U verhindert
hem dan, om zo te zeggen, de juiste nu
ance te brengen die het publiek om de
gehele situatie te begrijpen, nodig heett
Begrijpt u? Komt u nu nog eens
binnen
De jongeman die, ongelukkig met die
ene zin, in de kleedkamer heeft gemop
perd over die rol van een paar woor
den en daarbij zich niet ontzag van een
„figurantenbriefje!" te spreken, is er
na Verkade's uiteenzetting van over
tuigd dat hij niet zó maar een knecht
is, die een brief opbrengt, maar dat hij
door zijn directeur en regisseur in het
kostbare bezit is gesteld van een echte
rol; een echte rol met een psychologi
sche achtergrond.
Dat was Verkade's geheim. De bar
ste futiliteiten in tekst en situatie wer
den door hem voorzien van een psycho
logische achtergrond, die tot effect had,
dat het stuk vaak ver geheven werd uit
de platboomse gegevens, waarmee de
schrijver het had voorzien, en de to
neelspelers die in dat stuk rollen ver
vulden het idee kregen, dat zij niet als
toneelspelers met rollen, maar als ech
te mensen in menselijke situaties op de
Dr. J. A. Bierens de Haan overleden
In de ouderdom van 75 jaar is te
Sienna in Italië, waar hij met vakantie
vertoefde, overleden dr. Johan Abra
ham Bierens de Haan, oud-privaat do
cent aan de universiteit van Amster
dam en secretaris van de Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen te
Haarlem. Hij werd geboren op 17 maart
1883 te Haarlem, bezocht het gymna
sium aldaar en studeerde aan de uni
versiteit in Utrecht wis- en natuurkun
de, waar hij in 1913 promoveerde.
Hij is o.m. als zoöloog verbonden ge
weest aan het toenmalige Koloniaal In
stituut te Amsterdam. Van 1924 tot 1939
was hij privaat docent aan de Amster
damse universiteit.
Dr. Bierens de Haan is tijdens zijn le
ven voorzitter van de Bond Heemschut
en vice-voorzitter van de Nederlandse
dierkundige vereniging geweest en van
1939 tot zijn dood beheerde hij het
secretariaat van de Hollandsche maat
schappij der Wetenschappen te Haar
lem.
Aanvankelijk studeerde J. A. Bierens
de Haan astronomie; na zijn militaire
dienst ging hij over naar de biologie.
In januari 1913 promoveerde hij op een
proefschrift, getiteld „Over homogene
en heterogene versmeltingen bij echini-
denkiemen". Dit was het eerste Neder
landse werk over experimentele em
bryologie.
Zijn belangstelling ging hoofdzakelijk
uit naar zuivere wetenschappelijk on
derzoek. Daar hij inmiddels belangstel
ling had opgevat voor de dierpsycholo-
gie, die toen onder invloed van prof. dr.
I F. J. J. Buytendijk in Nederland meer
i aandacht kreeg ging hij in 1921 naar
Genève, waar hij 2 jaar werkte in aet
psychologisch instituut van Clapare. Als
privaat-docent kreeg hij de gelegenheid
in Artis een laboratorium voor dierpsy
chologie te vestigen. Van deze unieke
gelegenheid om te werken met andere
dieren dan de soorten die gewoonlijk
voor laboratoriumonderzoekingen wor
den gebruikt, heeft hij een ruim gebruik
gemaakt, zoals gebleken is uit zijn vele
publikaties.
planken stonden. Hij schoof vergezich
ten en onvermoede achtergronden ach
ter de woorden, waarvan de meeste ac
teurs in de dagen dat Verkade begon te
regisseren niet het minste bennl hadden.
Het vak: regisseur, was nieuw. Vóór
zijn tüd waren er eigenlijk alleen maar
mettenrs-en-scène, die er zich toe be
perkten de toneelspelers te wijzen, hoe
zij zich hadden voorgesteld dat de ac-
teurs in het stuk zouden gaan en staan,
en er niet al te boos over waren als zij
dat op eigen gelegenheid veranderden.
Van karakterologische en psyehologische
intenties was geen sprake.
Toen Verkade ging regisseren, werd
dat wel volkomen anders. Hij haatte to
neeltrucs, speelroutine en vakfinesse als
een pest, als deze tenminste in louter
uiterlijkheden resulteerden. Vandaar zijn
grote voorliefde voor de z.g. dilettan
ten, d.w.z. de doorf het toneel bezetenen,
die zich, met geheel geen of slechts met
weinig ervaring uitgerust, volledig aan
hem overgaven. Hij heeft prachtige re
sultaten bereikt door zijn bekend geble
ven „peptalks", die een ieder die hem
deze hoorde geven, warm maakte voor
de rol, die hij moest spelen. Voor het
stuk, waarin hij optrad. Eduard Verka-
sie in de plaats stelde van de werkelijk
heid. De eerste, die het woord en bij
hem was dat in de eerste plaats Shake
speare's woord zijn authentieke waar
de op het toneel teruggaf. De eerste, die
het decor volstrekt beschouwde als on
dersteuning van de situatie. En niets
meer. De realiteit vluchtte hij op het to
neel, al metamorfoseerde hij die o.a. in
Wilde's stukken tot een geestelijke en
geestige sprookjeswerkelijkheid.
Als acteur was hij beperkt, maar wie
Jat niet? Toch blijft de herinnering
'L a' «iguren als Crofts uit „Mrs. War-
Rpdriif" van Shaw en Osborne nit
riff's De grote reis" onvergetelijk,
h snreken van zijn Hamlet en
om niet te_ spreKcn
Sheriffs „De grote reis
Zcbeüi.teGeSenevandegenen dteooUhet
tie ?enh actrice8Vea slaapwandelscène uit
>v-uci waa ctr„ jonge vrouw, die er
ki'A onappetijtelijk uitzagu met
a&Ju verzocht deze brief zonder uitstel
dwijUw meester te bezorgen. Zij ver-
weze^. u staat op;uhmet leed-
schotej--.. kijkt u naar de dampende de is ook de eerste geweest die de illu-
juist Uhhaché en u wilt u ----- ■- - - --
me plicht ^wijten van uw onaangena
me plichti"-ja juistonaangena-
het binnenhut voor een bediende is
onaangenaam "Sen van een brief ook
zit te eten, ais*!? hijuhhache
en deuh_e kokkin binnentreedt
presenteert van dm^jhoureuze rekening
uhhachét>aterbjke schotel
bent daarvoor na ai u niet. U
ché u had al ee« Ljuhha-
dat verrukkelijke maai °te portie van
in de stemming_ en ufeêeten niet
wijst haar af. Maar zij dj-- uhu
doet u, voor de zoveélste kS? aan- Zl'
een dame weinig voegzame een aan
klaringuhabes vantoi?esver-
overleden man, natuurlijk, die die
kelijk zéér slecht heeft behandelt^617"
omdat zij onder de indruk is Va a ,fn
jeugdig en.uh.onbedorven en.
smakelijk uiterlijk. Zij dringt zo aan, da:
u, volkómen door haar liefderijke p0_
gingen u te uhnaderen, in het
uriiw gedreven, zich losrukt, uw livrei
rechttrekt, deze weer in orde brengt,
en u naar déééze salon begeeft, om uw
meester, deze Graaf daar, de missive
over te reiken. Het is duideliik dat u,
5°Sgeheel onder
houdt b,0, onledig
°f meer ?en min
flirt u yèrgaande
jets anders wel
te denken ?rVa?
er zich v0]i„
és
achter die
ue een acinw «-Cno1pn zullen de
Macbeth te zien voorspelen, zuu
adembenemende indruk» |rduard Ver-
beth (in de gedaante van maak-
kade in een gewoon Pa „lek" niet
te 8|a verdoemde vlek mei
vergeten.
als zij
Vo'haar hand kon wasse ---g,eaaJ
re? toneelspelers was hij c „ualité's
van seur' ™cht en vond de quaüte s
an hun défauts en exploiteerde die
staat,
over
deur
om u alsnog
tonën halen te
denkt zlJn- U
Ier-lief ?an dat al-
mei?ste binnen-
u Je' met wie
ding" understan-
vriendelijk betoont
tegen de rijpe,
en31,- hartelijkheid
hefde smach
tende vrouw, die..
Seen gele-
m 1 voorbij
iaat gaan om....
uh.... haché voor-
k vi uh....
hakken. Vandaar
Eduard Verkade als Hamlet.
vaak zeer onbeschaamd, maar met het
resultaat dat het publiek een rol zag
spelen die het grootste effect sorteerde.
Onze tijd, die type-casting iets van
zelfsprekends vindt op het toneel en in
de film, was Eduard Verkade vèr voor
uit. Ut! heeft de toneelspelersstand uit
een misschien niet ten onrechte steeds
door de burger gestigmatiseerd isole
ment verlost. Hü was een bezielde en
geestdriftige leider van kunstenaars en
als mens een gentleman van een vaak
niet te omschrijven charme. Dat hij als
perfectionist vaak ver onder de door
hemzelf gestelde maat bleef, moest hem
vaak verdrieten, maar zolang hij als re
gisseur bleef werken, heeft hij talloze
kunstenaars door zijn idealisme, zijn
intellect en "eest geïnspireerd tot scho
ne en grote daden.
Hij zal tachtig jaar worden. De leef
tijd der zeer sterken. Teruggetrokken op
zijn huis aan de Vecht waar hij op
zijn verjaardag niet aanwezig zal zijn,
om zich aan alle manifestaties van
vriendschap, genegenheid en respect te
onttrekken kan hij nu zijn werkzaam
leven overzien met de troostende en;blij
de gedachte dat hij het metier regisse
ren en toneelspelen onschatbare diensten
bewezen heeft, de acteurs veel werklust
en inspiratie heeft geschonken en allen
die hem mochten ontmoeten, de indruk
van een waarlijk door de Muzen bevlo
gen mens. In Nederland is hij nu reeds
onsterfelijk. Moge de datum dat hij zijn
memoires zal publiceren na zjjn dood
nog zeer verre zijn. Eduard Verka
de, van harte proficiat!
J. W. HOFSTRA.
ZONDAG 15 juni: 3e zondag na Pinkste
ren; eigen mis; 2e geb. H.H. Vitus en ge
zellen; credo; pref. v. d. H. Drieëenheid;
groen. MAANDAG: mis van zondag; groen.
DINSDAG; mis van zondag; groen. WOENS
DAG: H.Ephraëm, belijder-kerkleraar; mis:
In medio; 2 geb. H.H. Marcus en Marcel-
Uanus; credo; wit. DONDERDAG: H. Julia
na, maagd; eigen mis; 2 geb. H.H. Gerva-
sius en Protasius; wit. Den Bosch: Eucha
ristisch Hart van Jesus; eigen mis; pref.
v. h. H. Hart; wit. VRIJDAG: mis van zon
dag; 2 geb. H. Silverius; groen. Breda:
Wonderbare H. Hostie; eigen mis; 2 geb.
H. Silverius: credo; wit. ZATERDAG: H.
Aloysius, belijder; eigen mis; wit. Haarlem:
H. Engelmundus, abt; eigen mis; 2 geb.
H. Aloysius: wit. ZONDAG 22 juni: 4e zon
dag na Pinksteren; eigen mis; credo: pref.
v. d. H. Drieëenheid; groen.
AMSTERDAM, Montessori-lyceum,
gymn. A: Andrée Banting, Marianne Car-
miggelt, Lucie Flothuis, Marijke Heintz,
Marijke Hofstra, Robbert van der Lek,
Jaap Rost Onnes.
Afdeling B; Paulien Kroger, Phileke
de Lara.
AMSTERDAM, 13 juni Doet. ge
neeskunde: P. G. J. Visser R. van der
Veen (Haarlem), mej. I. H. I. Verhoeff
(Bussum), mej. E. M. Tendean, S. VA
Maroko. Oey Tjiong Hian P. A. Heu-
denrijk, E. C. Dubbeldam, mej. J. Stib-
be, J. F. van Ravenzwaay, mevr. C.
Voorhoeve-Bakker, mej. H. Broers, J.
A. F. Nolte, P. B. van Bentum, N. Bal-
zer, M. J. Wilmering mej. W. Gorter,
R. Willemse (allen te Amsterdam1.
Doet. scheikunde C. Veeger (Weesp),
belastingconsulent-examen G. van Eg-
mond (Amsterdam).
ROTTERDAM, 13 juni Propaed.
econ. wet.; M. J. Barendrecht, 's-Gra-
venhage; J. P. van Beelen, Zaandam;
mej. M. van der Bent, 's-Gravenhage;
L. Ch. M. van den Bergh, Dordrecht;
A. Berkhout (z.g.) Gorinchem; W. A.
G. Blonk, 's-Gravenhage; W. Borrie,
Rotterdam; J. J. Breunis, Enschede;
J. J. Brinkman (z.g Lunteren; A. P.
Broeren, Utrecht: B. R. de Bruijn,
Utrecht; B. J. Bultena, Amsterdam;
J P. Bunt (z.g.), Heerenveen; H. E.
Chin, Rotterdam; J. H. J. van Dam,
Delft; P. Dubbeldam, Dordrecht; A.
Dijkers, Rotterdam; J. J. B. Fanoy,
Wassenaar; A. Geldermans, IJmuiden;
P. W. G. Gerbers, 's-Gravenhage; J.
van Gefjl, Vlaardingen; S. S. Goslinga,
Hoorn; R. van Graafeiland (z.g.), Rot
terdam; J. de Graaf, 's-Gravenhage; J.
B. J. Hagemeier, Doetinchem; B. van
Hasselt (z.g.), Schiedam; A. L. Hem-
penius, Rotterdam; R. W. A. Hermans,
's-Gravenhage; R. Hortensius, Rotter
dam; J. Huisjes, Enschede; A. M. de
Jong, Bodegraven; R. de Keizer, Rot
terdam; A. de Koning (z.g.), Ridder
kerk; A. R. Kramer, 's-Gravenhage; R.
D. Kramer, 's-Gravenhage, A. van Lot-
tum, Rotterdam; R. F. M. Lubber
(z.g.), Rotterdam; Chr. G. Meeder,
Utrecht; K. Miedema, 's-Gravenhage;
J. Noordermeer, Strijen; F. M. Post,
Rotterdam; mej. C. Priem, Delft; J. P.
Pronk, 's-Gravenhage; P. A. W. Roef,
Tilburg; H. O. C. R. Ruding (z.g.),
Breda; P. A. de Ruiter, Schiedam; M.
Sander, Breda.
DEN HAAG: Gymn. A. de dames:
M. Kremer, H. Mendel, A. Rekers,
Y. Roodenburg, B. Tobi en N. A.
Wiegerink.
Afgewezen 1 cand.; 1 herexamen.
e jongst verschenen opname van
Eduard van Beinum en het Con
certgebouw-Orkest is de 25-cm
Philips G 05319 R, bevattende Brahms'
Altrapsodie, waaraan naar vaste tradi
tie medewerkt de Kon. Mannenzang-
vereniging Apollo", maar waarin een
nieuwe altsoliste verschijnt: Aafje Hey-
nis, nog niet lang geleden aan het zan
gersfirmament verschenen en zonder
twijfel met een aanzienlijke toekomst
voor zich. Zij is een bijzonder consciën
tieus zangeres, gelijk zij ook ten duide
lijkste demonstreert aan de keerzijde
van de plaat in Brahms' „Vier ernste
Gesange", met pianobegeleiding van Jo
han v.d. Boogert. Aafje Heyriis is een
uitermate ernstige zangeres, maar juist
daarom moet zij voor twee dingen op
passen: Hollandse vocalisten neigen al
tijd tot plechtstatigheid. Hollandse alten
doen dit inzonderheid. De ware kunste
naarspersoonlijkheid, die men voor al
les zou willen tegenkomen, heb ik bij
het luisteren naar deze platen nog niet
ontmoet. Zij zingt eigenlijk alles op de
zelfde manier, n.l. plechtig en „geho-
ben" en zij maakt ruimschoots gebruik
van aandoenlijke zweilinkjes en tril-
linkjes in de toonvorming, speciaal in
de aanzetting van de adem, ongetwij
feld omdat zij meent, dat dit gevoelvol
is. Het is in werkelijkheid niets anders
dan een buiten de cantabiliteit vallende
truc, die vele Hollandse vocalisten eigen
is en hen belet in voldoende mate door
te dringen tot de kunst van de einde-
ud-missionaris H. Hermans, Laza
rist, voor eeuwig verbannen uit
China door de communisten,
heeft in het Nederlands tijdschrift
voor missiewetenschap: „Het Missie
werk" een op eigen ervaring ge
baseerd verslag gepubliceerd over de
grote waarde van het lekenapostolaat,
dat ons veel te zeggen heeft. En dit
te meer, daar de laatste tijd weer nieu
we en zeer lsuwe pogingen worden ge
daan om de Chinese katholieken los te
maken van de Kerk. Reeds vanaf het
begin van de communistische overheer
sing heeft men de theorie van de z.g.
drievoudige onafhankelijkheid gepro
pageerd; de onafhankelijkheid in finan
ciën (geen geld meer uit het buiten
land), de onafhankelijkheid in de ver
spreiding (geen buitenlandse missiona
rissen meer) en de onafhankelijkheid
in het béstuur (los van Rome). Met
deze propaganda-leuze sturen de com
munisten aan op een zelfstandige katho
lieke kerk in China, die men op die ma
nier wil bevrijden van het z.g. „imperia
lisme".
Het klinkt allemaal als alleen maar
propaganda en men doet het voorkomen
alsof men de Chinese katholieken op die
manier een grote dienst bewijst ^_men
verlost hen immers van de slavernij van
het Westen en het Vaticaan! maar
als men bedenkt, dat wij hier in feite
met dwang in de ergste vorm te doen
hebben, dan zien de zaken er anders
«s. uit Alle buiten-
landse bisschoppen
zijn verbannen, in
de gevangenis ge
storven of gedood;
vele inheemse bis
schoppen zijn ge
arresteerd evenals
talrijke priesters.
Wie niet aan de
propaganda voor
een eigen Natio
nale Kerk gehoor
zaamt, geld als reactionair, landverrader
en vijand van het volk. De gelovigen
worden op allelei wijzen onder druk ge
zet. In deze omstandigheden is het niet
te verwonderen, dat velen, onder wie
ook priesters, aan het streven naar een
nationale kerk meedoen. Wie zal zeg
gen, wat zij te verduren hadden, ai-
vorens toe te geven?
Sinds enige maanden is het parool:
Wij, Chinezen, moeten het bestuur van
onze kerk zelf in handen nemen. Geen
buitenlandse mogendheid (de Paus.)
heeft zich daarin te mengen. Dit com
munistisch bevel brengt mee, dat som
mige Chinese priesters tot bisschop wor
den „gekozen" door het volk. (Volgens
het Kerkelijk recht kan iemand alleen
bisschop worden door een benoeming
van de Paus; de wijding geschiedt door
drie bisschoppen in 'n urenlange plech
tigheid). In ^Jhina krijgt de door het
volk „gekozen" priester een ring aan
de vinger, hij legt de eed af enhp
is bisschop! Twee maanden geleden
heeft men officiëler gedaan en op het
oog „wettiger". Een Chinese bisschop,
die voor de druk van de regering be
zweken is, wijdde, ondanks het verbod
van Rome, twee priesters tot bisschop.
Rome heeft dit een maand later offi
cieel ongeldig verklaard en erop gewe
zen, dat de drie overtreders door het
bestaande recht de ex-communicatie in
lopen.
n deze verwarde toestand, die jaar
in jaar uit moeilijker werd, heeft
vanaf het begin het lekenaposto
laat in de vorm van het Maria-legioen
bewonderenswaardig werk verricht. Pa
ter Hermans beperkt zich in zijn be
schrijving tot het bisdom Tientsin, waar
aan hij zelf'.1verbonden was. Het Maria-
legioen werd pas in 1948 in China op
gericht. Men heeft het „het wonder van
de moderne tijd" genoemd. Het beleef
de in korte tijd een enorm snelle groei
en breidde zich over heel China uit. De
opkomende overheersing van het com
munisme heeft daartoe zeker veel bijge
dragen. Men vond er een nieuwe, con
crete vorm van verzetsmogelijkheid in.
In Tientsin had men op die manier een
groep van meer dan duizend lekenapos
telen, die uitmuntten door een vurige
ijver. Het waren veelal leraren of stu
denten aan de middelbare jongens- en
meisjesscholen of universiteiten. Met de
biddende leden" samen bedroeg het
Maria-legioen in Tientsin meer dan
6000 man.
Toch moet men zeggen, dat deze men
sen al verklaren de moeilijke om
standigheden die voor het geloof ge
vaarlijk waren de snelle uitbreiding van
het legioen gedeeltelijk zich uit echte
overtuiging en uit liefde voor hun ge
loof aaneensloten om de Kerk te verde
digen. Er waren ook groepen van al
leen arbeiders, van verpleegsters en
werksters in ziekenhuizen. Deze bereik
ten soms resultaten gelijkend op de mi
lieu-beïnvloeding, die wij in Nederland
kennen in de bedrijfskernen. Men heeft
deze mensen met een gerust hart regel
recht apostolaatswerk kunnen toever
trouwen. Vooral de studenten hebben
onder hun medestudenten, die nog hei
denen waren, prachtig werk verricht.
In het jaar 1950 kwam men op die ma
nier tot meer dan 1400 doopsels door
toedoen van deze lekenapostelen.
Men verspreidde bovendien zeer veel
lectuur over godsdienst en Kerk; een
bijzonder geschikt middel om de nel
denen voor te lichten, maar ook om de
zwakke katholieken te steunen.
Toen Tientsin eenmaal door de com
munisten veroverd was, begonnen
uiteraard grote moeilijkheden. Men
heeft volgehouden met het apostolaats
werk tot het laatste toe en daardoor be
reikt, dat de gelovigen aanmerkelijk
sterker stonden in hun trouw aan de
Kerk. Dat dit nodig was blijkt voor een
goed verstaander overduidelijk uit wat
wij boven over het streven naar een na
tionale kerk zeiden.
Zeer velen hebben bij de toenemende
vervolgingen ware heldenmoed aan de
dag gelegd. Het behoeft wel geen na
der betoog, dat het Maria-legioen een
doom in het oog van de communisten
was. Het werd dan ook opgeheven.
Onze geloofsgenoten in China leven
onder onvoorstelbaar moeilijke omstan
digheden. Velen hebben hun trouw aan
geloof en Kerk met de dood bekocht,
duizenden lijden in gevangenissen en
kampen.
Moge ons gebed, dagelijks en oprecht
medelevend, hun kracht en moed ver
werven om hun onmenselijke be
proevingen te doorstaan.
20
i. nrwe Phillipa, ik bedoel mevrouw Haymes,
"?r An Davas Hall. De poort vindt u hier vlak
werkt op r)^arna zHn de Swettenhams de naaste
tegenover. ieaereen u zó aanwijzen!"
buren. Dat na(J in de oorlog kennelijk te lijden
Dayas fia «erde welig over de vroegere as-
gehad. Wild g ndnetels en ander onkruid gedijden
pergebedden. d stukie moestuin vertoonde reeds
er in overvloed, fen j orde was eeroeDen. Hier
tekenen, dat het vin sta.
zag Craddock eeno g ieUnde.
ZUUL gezicht °P 1IU, 'Avmes hebben? Heb geen idee
„Moet u meviou gr z0 haar eigen manieren
waar ze zit. Die h mens om raad. Ja, zo zijn
op na. Vraagt ook g ken dat ze alles weten zo
de jonge vrouwen. cn wej eens op een trac.
,ze. ,een broekdiag t het tuinie-
tor hebben gezeten. Maar m, niet _n een
was geroepen. Hier
staan, die met een
n gezeien. "„„.ooi
ren aan. Dat leer je nu eenmaal
en een zucht. Tuinieren, zeg
jouwen. wel eens op een trac_
dra ze een broek diaghet op tuinie-
een vloek
dat hebben we hier
"d« oude butts z.g Merit, een PfHd^dKS:
heid aan zijn adres. ..Nou zal ik je êen mng zeg
gen, meneer, wat dacht u, dat ïka
op zo een reuzenterrein kan beginnenD:ne man én
een jongen, die hadden we hier vroegeren die wa
ren nodig ook! Nou sta ik er alleen voor. Ik geef
het je te doen. Ik werk hier vaak tot acht uur
's avonds. Acht uur, hoort u?"
„Waar werk Je dan bij? Een petroleumlamp?"
„Natuurlijk bedoel ik niet in deze tijd van het
jaar! Natuurlijk heb ik het over de zomermaanden!"
„O," antwoordde Craddock gerustgesteld. „Dan
zal ik nu mevrouw Haymes maar eens gaan zoe
ken."
De tuinman toonde zich belangstellend. „Wat moet
u van naar? U is van de politie, hè? Gaat zeker
over die geschiedenis op Little Paddocks? Gemasker
de overval op een kamer vol mensen! Zoiets zou
je vóór de oorlog nooit hebben gehoord. Zeker van
al die deserteurs. Desperado's die het platteland af
schuimen. Waarom jagen ze daar niet beter achter
aan?"
„Dat weet ik ook niet," antwoordde Craddock.
„Deze overval wordt hier zeker druk besproken,
hè?"
„Nou en of! Waar gaat het naar toe, tegenwoor
dig? „Dat komt nou van de film," zei Ned Barker.
Maar Tom Riley zei: „Dat heb je als je al die
vreemdelingen hier maar laat rondlopen!' En reken
maar, die keukenmeid, die j'uffrouw Blacklock in
huis heeft, die weet er vast méér van. Ze is natuur
lijk communist of erger. Wij houden hier niet van
dat slag! En Mariene, hier in de bar, die is er
van overtuigd, dat juffrouw Blacklock een bom dui
ten thuis moet hebben. Niet dat je dat aan haar
zien kanze is altijd even eenvoudig gekleed.
En die dikke parels aan haar hals zijn vals, dat
kun je wel zien. Maar gesteld, dat die parels echt
zouden zijnOfschoon, dat noemen ze tegenwoor
dig „toneelparels"net als vroeger die Parijse
diamanten, daar weet mijn vrouw alles van, die is
kamenier geweest vroeger. Je hebt tegenwoordig
niet veel echte dingen meer."
De oude Ashe wachtte even voor hij verder ging.
„Maar ze heeft nooit een cent in huis, juffrouw
Blacklock, dat wist Jim Huggins. Die kan het we
ten, want zfjn vrouw werkt er vijf dagen in de
week en die steekt overal, wat je noemt, d'r neus
in."
„Zei hij ook wat zijn vrouw van het geval dacht?"
informeerde Craddock.
„Ja, die zei, dat Mitzi er wel meer van zou
weten. Wat een humeur heeft die meid! Om wat
van te krijgen! En een verbeelding meneer!
Ze heeft mevrouw Huggins in d'r gezicht een
gewone werkvrouw genoemd!"
Craddock bleef staan om de opmerkingen van
de oude baas even in zijn ordelijke geest te rang
schikken. Hij kreeg op die manier een aardig
overzicht over de gangbare praatjes in landelijk
Chipping Cleghorn, al werd hij er niet veel wij
zer van. Hij keerde zich om en Ashe riep hem nog
brommerig na: „Misschien vindt u haar wel in de
appelbomen. Zij is jonger dan ik en krijgt de ap
pels gauwer beneden."
Inderdaad trof Craddock de gezochte Phillipa Hay
mes zonder mankeren in de appelboomgaard. Het
eerste wat hij van haar zag, waren haar mooie be
nen in een lange slobberbroek, die zichtbaar wer
den toen zt) zich uit een boom naar beneden liet
glijden. Toen zag Phillipa hem met ietwat verhit
gezicht en verwarde haren verschrikt aan.
„Een goeie Rosalinde", dacht Craddock dade-
IXJk, want hij was Shakespeare-bewonderaar en had
de melancholieke Jacques gespeeld in een succes
opvoering van „As you like it", voor het Wezen
fonds van de Politie. Maar even later corrigeerde
hq deze indruk. Phillipa leek hem te houterig voor
een Rosalinde, haar blonde onbewogenheid was wel
volmaakt Engels, maar niet van de zestiende, doch
van de twintigste eeuw. Welopgevoed, ongeëmo
tioneerd, zonder een greintje ondeugendheid.
„Goedenmorgen, mevrouw Haymes. Het spijt me,
dat ik u aan het schrikken maak. Ik ben inspec
teur Craddock van de recherche. Ik wilde u een
ogenblikje spreken."
„Over gisteravond?"
„Zo is het."
„Zou het lang duren. Zullen weZe keek wat
aarzelend om zich heen. Craddock wees op een
omgevallen boom. „Een beetje on-officieel," zei hij
opgewekt, „maar ik zal u niet langer ophouden
dan strikt noodzakelijk is."
„Erg vriendelijk."
„Het is voor m'n rapport. U kwam gisteravond
hier van uw werk. Hoe laat ongeveer?"
„Zo omstreeks half zes. Ik was nog een tjjaje
na vijven gebleven om de planten in de kassen
water te geven."
(Wordt vervolgd)
loze nuanceringen van de klank, die de
eentonige niet ter zake doende gevoel
volheid verdrijft. Dat te leren is eigen
lijk al wat Aafje Heynis maar behoeft
om een groot zangeres te worden.
.Apollo" is natuurlijk in de Altrapsodie
fluwelig van klank als altijd en het ge-
heel wordt door van Beinum geleid m
een gedempte, mysterieuze toon en in
soepele lijnen.
Uit een serie pianoplaten, die hier
verder ter sprake komt, kies ik naar
mijn en vermoed^ijk naar veler per
soonlijke voorkeur allereerst de onach
terhaalbare grote muzikant, die Robert
Casadesus is. Hij heeft ditmaal voor
Philips A 01324 L gespeeld twee van
Schumann's hoofdwerken: Carnaval en
de Etudes symphoniques. „Gasaae-
sus' veelzijdigheid is een van zijn meesi
bijzondere attrakties.
De Duitse romantiek in haar verschil
lende staten heeft in hem een van naar
beste vertolkers gevonden. Hij staai
niet alleen boven zijn instrument uit,
maar evenzeer boven de stijlen en ae
nationaliteiten. Wat hij aanraakt, open
baart zijn pure muziekwezen. Dit mani
festeert zich al heel indrukwekkend in
de Etudes symphoniques in hun rijke
vermenging van klahkweelde, virtuosi
teit en diep muzikaal denken. In „Car
naval" treft Casadesus al deze geest
rijke genrestukken met zijn spitse Gal
lische geest tot in het hart en het gaat
nooit ten koste van de stnkt muzikale
behandeling van de tekst. Ook hier is
het weer pure muziek, waar n alle me
nigvuldige gemoedsbewegingen van ae
dichter spreken.
Er zijn voorts twee Beethoven-opna
men. DGG introduceert op LPM 18456
een nog niet zo heel bekende pianist,
Helmut Roloff, die buitengewoon fraai
uitgebalanceerd en gaaf pianospel laat
genieten in Beethovens weinig gehoorde
Fünfzehn Variationen mit ;uge m Es
op. 35, bijgenaamd de „Eroica' -varia
ties.
Op Columbia CX 1498 speelt Walter
Gieseking twee van Beethovens Sonaten,
n.l. ia D op. 10 no. 3 en in Bes op. 22,
waarvan de laatste stellig de belang
rijkste is, doordat haar evenwichtige,
forse structuur duidelijk aangeeft hoe
ver Beethoven in weinige jaren was ge-
evolueerd sedert hij de zeer onevenwich
tige en ook wel eens ietwat rethon-
sche Sonate op. 10 nr. 3 schreef, al doet
hij daarmee dan ook al een koene
greep. Gieseking schijnt dat ook zo ver
staan te hebben. De laatstgenoemde so
nate speelt hij aanzienlijk minder geïn
teresseerd, soms rammelend snel, dan
op. 22, die hij imponerend door een
voudige klaarte tot ontwikkeling laat
komen.
Een opname, die de liefhebbers een
heel bijzonder genoegen zal doen is die
van Eduardo del Pueyo, die voor Phi-
CRANADOS
lips A 00389 L de complete serie van
Granados' „Goyescas" heeft gespeeld,
ae pianostukken, die hjj op een lichte
intrige-draad heeft ontworpen naar
schilderijen van Goya. Het is verruk
kelijke muziek in haar breed elabore-
rende fantasie, haar rijke melodische
invallen en haar petillante ritmiek, mu
ziek van de meest verscheiden poëtische
stemmingen, maar moeilijk vloeiend en
spannend te spelen, omdat de stukken
zeer ingewikkeld en druk geschreven
zijn. Als men dat niet uit de noten weet,
zal men het aan het spel van deze mees
terlijke pianist niet horen. Het levert
een niet aflatende vreugde op te horen
hoe gloedvol en rijk geschakeerd hy
musiceert, terwijl hij in wezen toch
heel eenvoudig op het samenspel van
ritme en melodie is afgestemd.
His Master's Voice zond mij twee pla
ten (ALP 1552 en 1553), waarvoor Ernst
von Dohnanyi een reeks van zijn eigen
werken heeft gespeeld. Men mag daar
uit afleiden, dat de papieren van de di
rigent-pianist-componist in de ver
enigde Staten hoog genoteerd staan,
vermoedelijk omdat men hem daar be
ter kent dan wij in Europa en men le
vendiger indrukken heeft van zyn be-
minnelijke en briljante muzikanteske sa
ven. Zijn composities zjjn in de voor
naamste plaats bepaald door bef j^t,
dat Dohnanyi een ^voerend musicus
is die nog als in oude tijden in staat
is'ziin eigen muziek te schreven» in die
zin dat hh muziek maakt, die hemzelf
aU uitvoerder ligt. Zij wordt met ge-
tvneerd door de kenmerken van grote
persoonlijkheid, zij is nieta^end
noch diepgravend. Zu zoekthaar Égge
vens in romantische en laat-romanu
sche stijlen en voegt die
vol geheel aaneen. Zo hoort men een
suite van karakterstukken „Winter
regen" geheten, voorts de Suite
h? the Olden Style, een Pavane
t variaties een oewerking van Schu-
bertsTvalfes nobles", de „Six piano
pièces" op. 41 en nog verschillende los
se stukken waarin Dohnanyi veelal op
cosmopolitische manier tribuut betaalt
aan de muziek van zjjn geboorteland,
de Tsjechische zfjde van Hongarije. De
componist speelt ze zelf met heel het
kleurrijke toucher waarom zijn pianis-
tiek beroemd Is.
L. H*