Zingen met het hart
zijn en ontroering
Naar de Kiele
De „MASTREECHTER STAAR"
monument van de mannenzang
Ontroerd zijn en ontroering ontketenen
DESKUNDIGHEID MAG DE
LIEFDE NIET VERVANGEN
EXAMENS
Verkorting van
arbeidstijd
Meer systematisch subsidie
beleid nodig
De strijkstokken zijn
weer thuis
naar Tilburgse
moordzaak
Congres Wit-Gele Kruis gesloten
Hernieuwd onderzoek
ZATERDAG 21 JUNI 1958
PAGINA 9
baron
Uw garantie voor
ECHTHEID
ZUIVERHEID
SHELLE WERKING
tnnoZ is als leider
In het jaar Onzes Heren 1919 bracht de Koninklijke Zangvereniging
••Mastreechter Staar" in het paleis Noordeinde in Den Haag een
aub^de aan de Koninklijke Familie. En naar aanleiding van dat
rüU2e gebeuren noteerde destijds de secretaris van H. N. baron van
Geen in zm dagboek. Toen de Koninklijke Familie had plaats geno
men en de voorzitter, 'de heer Meertens, een korte toespraak tot de
koningin had gericht' hief de heer P. Gielen zijn dirigeerstaf op en
weerklonk in de mooie, grote zaal het krachtige en indrukwekkende
„Zij leve lang, hoera!" zoals alleen de geschoolde zangers van de
Mastreechter Staar dit kunnen laten horen. Dit is voor mij „het grote
moment" uit mijn vriendschap met de Mastreechter Staar. Ook later
mocht ik het „Zij leve lang" bij enkele gelegenheden horen en het
blijft steeds aangrijpend; maar nu, bij deze gelegenheid was het
machtig, voelde men een rilling door het lichaam gaan.' Deze woor
den van de secretaris van baron van Geen verschenen overigens niet
alleen in diens dagboek, zij staan ook, en met gulden letters, geschre
ven in de annalen van de „Staar". De prestatie van een rilling door
het lichaam van een secretaris van een nog wel Haagse
gejaagd te hebben, herinneren zich ook de koorleden van nu met
warme genegenheid. Want het vermogen om ontroerd te zijn én ont
roering los te slaan wordt door ieder „Staar"-lid nog steeds als het
hoogste goed beschouwd. Het behoort tot zijn bestaan als zanger.
Advertentie
De concertmeester van het Gelders
Orkest, de heer Simon Kooke te
Arnhem, had begin mei aan een
collega twee kostbare strijkstokken
voor eën gezamenlijke waarde van
ruim f 600.- meegegeven om ze in
Den Haag te laten-beharen. In plaats
daarvan had de collega ze in de
trein laten liggen met als gevolg, dat
ze van Den Haag uit richting Keulen
ingingen. Nasporingen van de re
cherche en van de Spoorwegen noch
telexboodschappen naar de Politie
in Keulen leverden het gewenste
resultaat op, en de anders zo opge
wekte concertmeester werd een
verdrietig man. Immers, wat is een
violist zonder strijkstok?
Maar zie, zo lang er strijkstokken
zijn is er hoop. Een bericht in de
pers bracht een stationsbeambte in
herinnering, dat hij de stokken in
handen had gehad. Menend, dat ze
aan een Duitser toebehoorden had
hij ze doorgestuurd naar Emmerich.
Vandaar gingen ze naar Wuppertal.
De stationsbeambte legde zijn krant
neer, belde Wupertal en vernam
dat de strijkstokken weer naar Em
merich waren teruggestuurd. Van
daag zijn ze weer thuis, in de viool
behuizing van Simon Kooke in
Arnhem.
Er is een goede kans dat com-
mandeur J. F. van Duim de
volgende week in Kiel de voor
malige commandant ontmoet van
de Duitse onderzeeboot U 95. Op
28 november 1941, 's nachts om
tien minuten voor een ging die
onderzeeboot tengevolge van
treffers die werden geplaatst
door de Nederlandse onderzee
boot de O 21, ten onder. Er
waren twaalf overlevenden,
waaronder de commandant van
het Duitse schip, die door de
O 21 werden opgepikt. Com
mandeur Van Duim was bevel
voerder op de O 21. Al enige
tijd geleden heeft hij een brief
gekregen van de voormalige
Duitse U-bootcommandant, die
hem bedankte voor de goede
behandeling aan boord van de
O 21 ondervonden. Hij was wel
kom in het huis van de Duitse
marineman als hij nog ooit eens
in de buurt zou komen. Dat zal
dan waarschijnlijk de vólgende
deur Vn geuren. Comman-
nfflfl eqmpe van elf marine-
Mlc]eren naar Kiel vertrokken,
dne zeilteams deel te Unmm nnrlfMir T F
nemen aan de wereldbekende vjOIÏllllclllClGlll J« -T
zeilwedstrijden, die de Kieler- Tk 1^,
Woche worden genoemd. Vail Duim
omrnandeur Van Duim is een grote man met scherpe ogen in een
n?i °l0eVe2 pctekend gezicht. Hij is getrouwd en heeft twee zoons van
j en twaalf jaar. „Misschien komen ze ook wel naar de marine," zegt hy.
2:e eerst de h.B.S. maar aflopen, dan kunnen we daarna zien. De
elangstelhng voor de marine is er wel, maar evengoed die voor luchtvaart
en wegtransport. Technische belangstelling dus. We komen uit een familte
van veeartsen uit Gelderland. Twee overgrootvaders en veertien ooms,
allen waren ze veearts. Oorspronkelijk zijn we dus niet op de marin
georiënteerd geweest. Maar mijn vader was wel marine-officier. Hij w
artillerist. Ik heb maar een andere zijde van het vak gekozen. de voor
daarmee moeilijke vakdiscussies. Mijn vader was een goed schermer
hij sloeg erg hard. Daarom ben ik maar gaan zeilen. In het begin oen
met mijn vader meegegaan."
Voor het eerst na de oorlog zal de Koninklijke Marine d
de Kieler-woche, die van 21 tot en met 29 juni inJ,01ordwS r;rjP
wordt gehouden. Leider is commandeur J. F. van Duim. Er ga
drakenjachten naar toe en wel „De Groene Draak ,4e Goede H nlaats
„de Prins te Paerdt". Een landingsvaartuig brengt de bo.te,l Com-
van bestemming. Er gaan ook tegelijk een paar burserjachten
mandeur Van Duim kent de ban. Hij is dnf"l°al. ,057 f^pn'de Neder-
zeilwedstrijden, In de jaren 1935 tot en met 19. 7 In ™f™ZJnlnwed-
landers de Hindenburg-bokaal mee naar huis. Na twee y
strijden had het Nederlandse team al zoveelpunten dat g hebben
in zou kunnen slagen de Nederlanders voorbij te g ^rijdreglementen
naar aanleiding van de door ons ^olgde Uctwk de
toen meteen maar veranderd, zegt commong zodat de beker
lachend. De Duitsers wonnen in 1938, de Engelsen
bij het begin van de oorlog in n oa niet helemaal af ge-
Bij het uitbreken van de oorlog was de O 21a™C™et_n verschill™de
bouwd. De twee.ëndertig jarige Willemsorde - slaagde
malen onderscheiden, °nder brengen De hele oorlog door heeft
niettemin m de boot naar Engeland ^r^otste aantal bewezen treffers
hy met de O 21 sevaren. l^nderzeeërs Dje tijd ging je niet in je koude
geboekt van de^fcb°n zijn ervaringen heeft hij het boek „Onder de
kleren zitten, zegt hy. Over aeschreven waarvan rond elfduizend exem-
bloedvlag van hr ms. O 21 ^schreven^wa^
cmveTdïnM hfhardop. „Misschien dan wel over historie Wij weten
daar niet veel van af. Maar de Engelsen zijn heel goed in maritieme
geschiedenis Dat is heel belangrijk. Er wordt bij ons te weinig aan ge
dacht." Commandeur Van Duim heeft weinig tyd om daar over na te denken.
Hij is nu hoofd van de inlichtingendienst van de marine „In plaats van
een schip kreeg ik een stoel," zegt hij spytig. „Wij vechten in de koude
oorlog."
De „Staar" zingt gloedvol in alle omstandigheden. Op het kersenfeest in Uden
Joegoslavië „Indien de huidige ont
wikkeling zich voortzet is het niet uit
gesloten dat wü met Joegoslavië gaan
praten", zo heeft bondskanselier Aden
auer van West-Duitsland op een diner
van de buitenlandse pers te Bonn ver
klaard. Hij zei dit in antwoord op een
vraag over een mogelijk herstel van de
diplomatieke betrekkingen tussen beide
landen, die in oktober 1957 door West-
Duitsland z^n verbroken wegens Tito's
erkenning van Oost-Duitsland.
Tijdens het tweedaagse nationale con
gres van het Wit-Gele Kruis te Utrecht
is in plenaire zittingen en sectiebijeen
komsten voortdurend gesproken over de
noodzakelijke deskundigheid als een van
de belangrijkste aspecten van het
kruiswerk in de toekomst. Ook de vica-
ris-generaal van de aartsbisschop van
Utrecht, mgr. Th. Hendriksen, die na
mens mgr. dr. B. J. Alfrink tijdens de
slotzitting het woord voerde, deed dit.
Het is voor het Wit-Gele Kruis geen
kwestie meer van zijn of niet zijn maar
van steeds beter zijn. Vroeger moest
de liefde zowel de salariëring als de
deskundigheid vervangen, nu moet er
tegen gewaakt worden, dat de liefde
door de deskundigheid overbodig ge
maakt wordt, aldus mgr. Hendriksen.
Het Wit-Gele Kruis zou in christelijke
verantwoordelijkheid tekort schieten in
dien niet naar de hoogste technische per
fectie werd gestreefd, maar tevens moet
een menselijke ontmoeting van patiënt
en katholieke wijkverpleegster mogelijk
blijven. Het laatste is temeer belang
rijk omdat het kruiswerk zich niet al
leen het aardse, maar ook het eeuwige
geluk van de mens ten doel stelt. De
vicaris-generaal besloot met de grote
waardering van de aartsbisschop voor
het werk van het Wit-Gele Kruis uit te
spreken, zowel voor het werk van de
wijkverpleegsters en kraamverzorgsters
als voor dat van de werkers achter de
schermen.
Ook dr. H. Dijkhuis, plv. directeur-
Vandaar dat men ook Bolsward en
Parijs nog immer als gloriepunten uit
de contemporaine geschiedenis van
het koor beschouwt. In Bolsward geviel
het zo, dat de „Staar" om een hartelijk
gebaar te maken een Fries liedje zong,
in het Fries natuurlijk. En het Friese
auditorium raakte daardoor in zulk een
opwinding dat het na afloop van het
lammer spontaan losbrak in een fu-
ÏSs gezongen „Waar m bronsgroen
Schout". Ziet u dat noemt men m
^tricht reageren.
op^in Parijs. Men trad er in, 1954
men fe beroemde „Salie Gaveau En
Marsen het concert dus met de
daarmee se"- De zangers ontketenden
liike eeec^hmiddellijk een onbeschnjfe;
Wiize van *ntt- De Fransen vielen by
wuze van spreken van hun stoelen; zo
f?» en. .9v.?rtuigend was hun volkslied
waarschpnlijk sinds de Franse revolutie
j' ™eer gezongen. En die knapen van
SfsvV. ar hadden hun doel weer be-
?n méér dan dat, zij hadden een
toppunt van enthousiasme ontketend nog
vóór net concert goed en wel was begon
nen.
Wjj mogen in dit verband wellicht
ook putten uit eigen herinnering Des
tijds brachten Koningin Juliana -
beschermvrouwe van De Staar" en
Prins Bernhard een officieel bezoek aan
Limburg. En op het Maastrichtse stad
huis stond dus de Koninklijke Zangver
eniging aangetreden. Op een gegeven
moment kwam het zo uit dat Hare Ma
jesteit zich temidden van de zangers
oevond Het moment was gekomen;
hit moment nL dat het licht-ontvlam-
bare zangershart inspireert tot een on-
UnWK^ke7koren0nthfefmdus onmiddellijk
de arme™ latei daverde hei_Do-
mine, salvam fac Regmam n°f\ra™
door de ruimte. En wij mogen niet eg
gen dat wij veel bewondering
voor het werkje van de heer Giess
maar op dat moment verging het o"=
als destijds de secretaris van baron van
Geen: wij voelden een rilling door net
lichaam gaan.
En tot de status van nuchter-denkend
piens teruggekeerd vroegen wij ons af:
noe kwam dat zo ineens? Wij wisten op
die vraag maar één antwoord: hier was
gezongen met het hart, wij moeten wel
licht zeggen: met het Maastrichtse
hart. Dat had de secretaris, de Frie
zen, de Parijzenaars en wij mogen wel
zeggen, nu ook óns, overrompeld.
Er was echter niet alléén gezongen
„met het hart". De echte, bonafide
koorzanger Is daarmee alleen nooit te
vreden. Hü weet zelfs, dat men slechts
d&n „van binnenuit" kan en mag zin
gen, wanneer men de zaken „van bui
ten uit" terdege beheerst. Want die
echte koorzanger is een apart, een
zeer apart mens. Hij is bereid niet veel
minder dan zijn leven te geven om een
ragfijn pianissimo te bereiken en hij
vergeet grif vrouw en kinderen omder-
wille van een stralend forte. De tech
niek van het zingen is voor hem geen
noodzaak, maar een levensbehoefte.
Slechts als hij die onder de knie heeft,
zo weet hij, is hij er van verzekerd, dat
hij straks zorgeloos uiting kan geven
aan zijn liefde voor het lied en de
klank en dat hij dus kan bijdragen tot
de roem en glorie van zijn vereniging,
die zijn leven en zijn zaligheid is. Staar-
zangers zijn zich van deze gevoelens
en overwegingen in hoge mate bewust;
en men mag dan ook van de
.►Mastreechter Staar" gerust gewagen
als van een monument van de man
nenzang.
Lid zijn van de „Staar" betekent dan
ook: tot een elite behoren. Niet tot een
maatschappelijke elite uiteraard, want
de zangerswereld kent geen rangen en
standen, maar tot een overkoepelende
elite van hen, die zonder aanziens des
persoons één zijn in hun ootmoedige
liefde voor de schone zang en het
factor"™^11'86 leven- En die laatste
lactor mag men dan vooral niet ver
geten. „Staarlid" worden betekent niet
alleen zich onderwerpen aan een door
de dirigent, overigens niet al te streng,
te ondernemen onderzoek op stem-qua^
liteit, het betekent ook het ondergaan
van een soort noviciaat van zes maan
den. En tijdens dat half jaar wordt niet
alléén gelet op de helderheid van de te
nor of de glans van de basstem. Een
Staarlid behoort te houden van het le
ven of hij zal niet zingen. Hij heeft een
maal als lid aanvaard zijn rechten en
maar even overtuigend
plichten. Tot zijn rechten behoren het
meezingen-naar-eer-en-geweten, tot zijn
plichten het deelnemen aan de ge
noegens, die bestaan in het heffen
van een goed glas bier en in het
provisorisch zingen op recepties of
zelfs, na gedane „arbeid", in het in
verspreide groepen zingen in café's,
maar zingen komt er altijd wel in wel
ke vorm dan ook aan te pas. En geen
goed Staarlid of hij eist zijn plichten
wel op als rechten. Als „Staarlfd" kan
men bovendien voor het leven staat ma
ken op de belangstelling van de colle-
ga's-in-Sinte-Caecilia. En zelfs voor
verder, want geen zanger zal ten grave
dalen zonder dat het koor hem onder
op de binnenplaats van de Nederlandse ambassade in Parijs.
De dirigent van de Mastreechter Staar" Martin Koekelkoren.
het zingen van het „Beati mortui" hem
op zijn laatste gang vergezelt.
De Koninklijke Zangvereniging
„Mastreechter Staar" bestaat begin ju
li 75 jaar. En u moet dus iets uit de
geschiedenis van het koor vernemen.
Het werd in 1883 opgericht uit een
groep leden van de ontbonden mannen-
zangvereniging Polyhymnia. Tien jaar
had de vereniging toch wel nodig om
tot een enigszins gevestigd bestaan te
geraken. Zij bloeide, volgens goed
Maastrichtse zede, helemaal op via een
crisis die bijna een einde aan haar be
staan had gemaakt. Dit dan vooral
dank zij het ferme ingrijpen van de
heer W. H. Pijls, die destijds een bij
zonder resolute burgemeester van Maas
tricht moet zijn geweest. Samen met
de heer Jan van Poppel dezelfde die
de befaamde, nog immer door mannen-
zangverenigingen gezongen, toast com
poneerde forceerde hij een krachtige
reorganisatie. Zij trokken de jonge, Bel
gische dirigent Peter Gielen als diri
gent aan. En dat bleek bij nader in
zien de juiste man op de juiste plaats
te zijn. Hetgeen overtuigend kwam vast
te staan toen het koor de hoogste be
kroning verwierf op een in Mons ge
houden zangconcours. Peter Gielen, die
bleef tot in de dertiger jaren, is onge
twijfeld een van degenen geweest, die
de „Mastreechter Staar" heeft gemaakt
tot wat zij nu is. De dirigenten die na
hem kwamen hadden de, overigens nog
moeilijk genoeg te vervullen, taak om
te behouden, waar het het gehalte van
het koor aangaat en om te vernieuwen
waar het het repertoire betreft.
Henri Heydendaal, Paul Huppertz en
nu (sinds 1947) Martin Koekelkoren heb
ben In beide sectoren gedaan wat zij
konden. En dat geldt dan vooral voor
de huidige dirigent, een slendere, iet
wat verlegen jongeman-in-de-dagelijk-
se omgang, maar een beeld van
geestdriftige vastberadenheid wanneer
hij voor zijn koor staat. Hij weet hoe
mannenzang-op-zijn-best kan klinken en
hij weet wellicht nog beter hoe hij de
specifieke, fluwelige „Staar"-klank in de
praktijk kan behouden en realiseren.
Het mag dan waar zijn dat het Maas
trichtse repertoire in zijn samenstelling
wat onevenwichtig is en niet helemaal
tot in alle onderdelen „bij". Het is ze
ker waar, dat het grammofoonplaten-
repertoire voor het merendeel uit num
mers „voor de galerij" bestemd is.
Maar het staat als een paal boven wa
ter dat de „Staar" bijna alles kan en
dat het „de galerij" dan toch ook „ver
leidt" tot het luisteren naar werk, dat
ze anders tot haar schade nimmer zou
horen, of het nu van Poulenc, Milhaud
of van Van Hemel is.
En boven alles staat dat de „Mas
treechter Staar" op dit moment een
bloeiende levenskrachtige vereniging is,
die onder een uitstekende leiding
met name van haar preases, de heer
Louis Daenen een stralende toekomst
tegemoet gaat. Zingend tot meerdere
eer en glorie van God, de muziek en
O.L. Heer vindt het niet erg vooral
van Maastricht.
HERMAN HOFHUIZEN
Nu de in Essen in België woonachtige
Nederlander heeft bekend op de Kalmt-
houtse heide de Belgische Maria van
Steensel te hebben vermoord, zal de
rijksrecherche uit Breda hem een ver
hoor afnemen in verband met de nog
steeds onopgehelderde moordaanslag op
het 24-jarige meisje Corry Theewes uit
Rijen. 23 maart 1955 werd dit meisje
op de Lovense kanaaldijk in Tilburg
vermoord. De Tilburgse politie slaagde
er niet in dit misdrijf op te lossen. De
officier van Justitie in Breda gaf on
langs opdracht aan de rijksrecherche
een nieuw onderzoek te beginnen. Ook
dit leverde nog niets op. Omdat het par
ket te Breda geen enkele mogelijkheid
wil uitsluiten, zal een onderzoek wor
den ingesteld en de man aan een ver
hoor worden onderworpen. Directe aan
wijzingen, dat hij ook bü de Tilburgse
zaak betrokken zou zijn geweest, zijn er
niet.
AMSTERDAM, Fons Vitae: Gymn.
B: A. C. M. ten Brink: M. P. H. G
van der Donk; M. F. Oeij; J. W. M.
Pijls; G. M. A. Sweerman, allen té
Amsterdam. Afgewezen: één.
AMSTERDAM, 20 juni. Nutssemina-
num voor pedagogiek: diploma kleu
ter pedagogiek: mej. G. J. Brummel,
Dordracht; mevr. A. J. van Ha-v d
Graaff, Utrecht; mej. M. S. Okma, Den
9",' lyej' N. G. Gutte, Culemborg;
T. J Hoeksema, Amsterdam; mej.
Chr. P. Kamphuis, Utrecht; mevr. J. H.
Kiesstra-Veenstra, Drachten; mei. D
J. Kouw, Den Haag.
's-GRAVENHAGE, 20 juni Heil
gymnastiek en massage, de dames- M
?ifIeSt<;n' Amsterdam; J. v. Groningen,
Utrecht, M. v. d. Velden, Rotterdam;
Westra, Rotterdam; mevrouw
Witzenhausen-van den. Hoogen, Amster-
dam; en de heren H. J. Nieuwstraten,
E- Goudsmit, Laren.
GRONINGEN 20 juni Artsexamen
le ged: H. C. J. de Boer, Amsterdam;
N. van der Meulen, Haren (Gr). Be
vorderd tot arts:D. J, Beintema, Ha
ren (Gr); D. Kramer, Leeuwarden;
W. E. de Lange, Stadskanaal.
VUGHT: M. M. S. Regina Coeli: M.
Th. Beukers, Rotterdam; M. Bremer,
Houten; R. Driesen, Oirschot, M. J.
Dubois, Venlo; J. Goemans, Zeist; I.
van der Heyde, Vught; H. Holla, Vught;
L. Krugers Dagneaux, Vught; G. Lind
ner, Leeuwarden; M. v. Maaren, Vught;
J. Mutsaerts, Tilburg; T. Nijsten, Vught
B. Prinz, Haarlem; M. Raeven, Vught;
W. van Rappard, Vught; M. Smits,
Breda; W. Smits, 's-Hertogenbosch; H.
van Spaandonk, Vught; H. Swinkels,
Best; I. Vos de Wael, Brummen; M.
van Wensen, Vught. Afgewezen: één
candidate.
generaal van de volksgezondheid, loof
de het kruiswerk, zij het met enige kri
tische kanttekeningen. „Het zijn onze
virenden, die onze feilen tonen", merk
te de voorzitter van de Nationale Fede
ratie, dokter Chr. Mol, in zijn dankwoord
op. De ingewikkelde organisatie van
plaatselijke, provinciale en nationale
verenigingen en commissies, die nage
noeg het hele terrein van de preven
tieve gezondheidszorg behartigen, ver
toont op de verschillende terreinen en
°°k plaateebjk en regionaal grote ver-
SiJi aldus dr- Dijkhuis. Hetzelfde
geldt voor de subsidiëring door rijk,
provincies en gemeenten, die volgens
normen en onder voorwaarden gebeurt,
welke zeer weinig uniformiteit verto
nen. De positieve waarde van het feit,
dat zoveel mensen geheel vrijwillig op
actieve wijze betrokken zijn bij de ge
zondheidszorg, mag niet verbergen, dat
het nodig is, voortdurend kritisch te
blijven en de bestaande organisatie zo
nodig te verbeteren en vooral zoveel
mogelijk te vereenvoudigen.
Volgens dr. Dijkhuis zal het nodig
zijn, tot een meer systematisch, op
vaste regels gegrond subsidiebeleid te
komen, waarbij de bemoeiingen van
het rijk beperkt blijven tot essentiële
punten, die van landelijke betekenis
zijn. Voor de particuliere gezondheids
zorg is het noodzakelijk, dat de ver
deling van de financiële lasten over
rijk, provincies, gemeenten en de ver
enigingen zelf duidelijker wordt be
paald, zodat bij het aanvatten van
nieuwe werkzaamheden hiervan kan
worden uitgegaan.
De wijze, waarop de ziekenfondsen
kunnen bijdragen in de kosten van de
wijkverpleging, noemde dr. Dijkhuis een
vraagstuk met veel principiële zijden.
Nog altijd lijkt hem een subsidiëring
via het Praeventiefonds de meest aan
gewezen en enig juiste weg.
Met respectering van de autonomie
van de plaatselijke verenigingen, is
volgens dr. Dijkhuis een sterkere bun
deling in provinciaal verband en een
beleid van de provinciale organisaties,
dat afgestemd is op nationale eisen,
noodzakelijk. Wanneer het gaat om be
paalde projecten b.v. vaccinatie te
gen polio aan nationaal plan in kor
te tijd uit te voeren, blijkt hoe labiel en
moeilijk te dirigeren het sterk gedecen
traliseerde uitvoerend apparaat van on
ze gezondheidszorg is.
De structuur van de particuliere ge
zondheidszorg zal nog meer gericht moe
ten zijn op de totale zorg en op het be-
vqrderep van de gezondheid, van het in
dividu in zijn omgeving.
Als laatste gast sprak tijdens de ple
naire slotzitting pater H. de Riedmat-
ten O.P., geestelijk adviseur van het
Informatiecentrum van de Internatio
nale Katholieke Organisaties te Genève,
over verantwoordelijkheid, die niet aan
landsgrenzen gebonden is. Hü zette de
betekenis van de internationale samen
werking ten bate van de volksgezond
heid uiteen, zoals deze door de Wereld
gezondheidsorganisatie verwezenlijkt
wordt, en hield een beschouwing over
de houding, die de christen b(j de be
oordeling van dit werk dient aan te
nemen.
(Vervolg van pagina 1)
als bijdrage tot die ontplooiing niet ge
heel gaat wegcijferen. Arbeiden is voor
de mens natuur-noodzakelijk en erbeid
op zichzelf is nooit een vloek geweest,
maar een grote zegen. De moraal-theo-
logische kant van dit vraagstuk op dit
ogenblik geheel buiten beschouwing la
tende, willen we er nadrukkelijk de aan
dacht op vestigen, hoe het ontbreken
van arbeidsgelegenheid nog veel meer
msns-ontwaardend werkt dan een inci
denteel optredende te lange arbeidstijd.
Het wil ons derhalve voorkomen, dat
de vakbeweging bü het overigens ge
rechtvaardigd streven naar arbeidsver-
korting moet blüven uitgaan yan de er
kenning van de onmisbaarheid van de
arbeid. Ook voor de ontplooiing van de
menselijke persoon. We mogen zonder
meer vaststellen, dat we hier te doen
hebben met een zeer complex pro
bleem, waarin de opvoedkundige, so
ciale en economische kanten als het
ware om de voorrang strüden. Het ver
heugt ons oprecht dat de christelijke
vakbeweging ten aanzien van deze
moeilijke materie een eigen standpunt
weet te bepalen en daarbij de moeilijk
heden beslist niet uit de weg gaat.
Verkorting van de arbeidstüd im
mers, welke zonder meer aan de
orde gesteld en nagestreefd zou
worden, zou dwaasheid zün. De verkor
ting in een bedrijfstak, waarin laat ons
zeggen honderdduizend werknemers
werken, met één uur per week, zou een
verzwaring van lasten betekenen waar
van eerst aangetoond zou moeten wor
den, dat het door de bedrijfstak te dra
gen is. Deze lastenverzwaring zou
slechts mogelük zün, indien in mindere
uren minstens een gelijkblüvende pro-
duktie wordt geleverd en dat zal slechts
weer mogelijk zün, door verbetering
van de arbeidsmethode, invoering van
meer rationele machines, enz. Maar
zelfs dan nog komt de vraag of dit in
alle industrieën mogelijk zal zün. Indien
evenwel door toeneming van de auto
matisering, de produktieve mankracht
sterk toeneemt, komt voor ons onmid-
dellük de vraag of niet op andere wijze
dan door inkorting van de werkweek-
de totale arbeidstijd verminderd dient
te worden.
In Nederland b.v. begint de gemid
delde arbeider op ongeveer 15-jarige
leeftüd. Zowel jeugdorganisaties, als
ernstige volwassenen, beklagen zich
over de misgroeiing die de jonge mens
ondergaat tengevolge van zijn te vroeg
ingeschakeld worden, vooral in het in
dustriële produktie-proces. Zou men
dan niet veel meer moeten denken aan
een opschuiving van de beginleeftüd,
waardoor de jonge mensen op een iets
meer gerijpt moment in het leven hun
intree maken in fabriek en werkplaats?
We zyn er ons van bewust, dat aan
een verhoging van de entree-leeftijd
evenzeer vraagstukken vastzitten van
opvoedkundige, sociale en vooral ook
economische aard. Een opschuiving
van de entree-leeftüd zonder dat daar
aan wordt verbonden een verhoging
van de leerplichtige leeftüd schept een
haast onaanvaardbaar pedagogisch va
cuum. En toch lükt ons dit een benade
ring van het probleem, welke betere
waarborgen schept voor de ontplooiing
van de menselijke persoonlijkheid. Nu
immers moet de jeugdbeweging en de
standsorganisatie later, heel dikwijls
proberen te repareren wat kapot werd
geslagen in de kinderziel, die te vroeg
voor problemen werd geplaatst welke
niet te overzien waren. We hopen van
harte, dat het I.C.V.-congres ook deze
kanten van de zaak zal willen bezien