Zingen met het hart zijn en ontroering Naar de Kiele De „MASTREECHTER STAAR" monument van de mannenzang Ontroerd zijn en ontroering ontketenen DESKUNDIGHEID MAG DE LIEFDE NIET VERVANGEN EXAMENS Verkorting van arbeidstijd Meer systematisch subsidie beleid nodig De strijkstokken zijn weer thuis naar Tilburgse moordzaak Congres Wit-Gele Kruis gesloten Hernieuwd onderzoek ZATERDAG 21 JUNI 1958 PAGINA 9 baron Uw garantie voor ECHTHEID ZUIVERHEID SHELLE WERKING tnnoZ is als leider In het jaar Onzes Heren 1919 bracht de Koninklijke Zangvereniging ••Mastreechter Staar" in het paleis Noordeinde in Den Haag een aub^de aan de Koninklijke Familie. En naar aanleiding van dat rüU2e gebeuren noteerde destijds de secretaris van H. N. baron van Geen in zm dagboek. Toen de Koninklijke Familie had plaats geno men en de voorzitter, 'de heer Meertens, een korte toespraak tot de koningin had gericht' hief de heer P. Gielen zijn dirigeerstaf op en weerklonk in de mooie, grote zaal het krachtige en indrukwekkende „Zij leve lang, hoera!" zoals alleen de geschoolde zangers van de Mastreechter Staar dit kunnen laten horen. Dit is voor mij „het grote moment" uit mijn vriendschap met de Mastreechter Staar. Ook later mocht ik het „Zij leve lang" bij enkele gelegenheden horen en het blijft steeds aangrijpend; maar nu, bij deze gelegenheid was het machtig, voelde men een rilling door het lichaam gaan.' Deze woor den van de secretaris van baron van Geen verschenen overigens niet alleen in diens dagboek, zij staan ook, en met gulden letters, geschre ven in de annalen van de „Staar". De prestatie van een rilling door het lichaam van een secretaris van een nog wel Haagse gejaagd te hebben, herinneren zich ook de koorleden van nu met warme genegenheid. Want het vermogen om ontroerd te zijn én ont roering los te slaan wordt door ieder „Staar"-lid nog steeds als het hoogste goed beschouwd. Het behoort tot zijn bestaan als zanger. Advertentie De concertmeester van het Gelders Orkest, de heer Simon Kooke te Arnhem, had begin mei aan een collega twee kostbare strijkstokken voor eën gezamenlijke waarde van ruim f 600.- meegegeven om ze in Den Haag te laten-beharen. In plaats daarvan had de collega ze in de trein laten liggen met als gevolg, dat ze van Den Haag uit richting Keulen ingingen. Nasporingen van de re cherche en van de Spoorwegen noch telexboodschappen naar de Politie in Keulen leverden het gewenste resultaat op, en de anders zo opge wekte concertmeester werd een verdrietig man. Immers, wat is een violist zonder strijkstok? Maar zie, zo lang er strijkstokken zijn is er hoop. Een bericht in de pers bracht een stationsbeambte in herinnering, dat hij de stokken in handen had gehad. Menend, dat ze aan een Duitser toebehoorden had hij ze doorgestuurd naar Emmerich. Vandaar gingen ze naar Wuppertal. De stationsbeambte legde zijn krant neer, belde Wupertal en vernam dat de strijkstokken weer naar Em merich waren teruggestuurd. Van daag zijn ze weer thuis, in de viool behuizing van Simon Kooke in Arnhem. Er is een goede kans dat com- mandeur J. F. van Duim de volgende week in Kiel de voor malige commandant ontmoet van de Duitse onderzeeboot U 95. Op 28 november 1941, 's nachts om tien minuten voor een ging die onderzeeboot tengevolge van treffers die werden geplaatst door de Nederlandse onderzee boot de O 21, ten onder. Er waren twaalf overlevenden, waaronder de commandant van het Duitse schip, die door de O 21 werden opgepikt. Com mandeur Van Duim was bevel voerder op de O 21. Al enige tijd geleden heeft hij een brief gekregen van de voormalige Duitse U-bootcommandant, die hem bedankte voor de goede behandeling aan boord van de O 21 ondervonden. Hij was wel kom in het huis van de Duitse marineman als hij nog ooit eens in de buurt zou komen. Dat zal dan waarschijnlijk de vólgende deur Vn geuren. Comman- nfflfl eqmpe van elf marine- Mlc]eren naar Kiel vertrokken, dne zeilteams deel te Unmm nnrlfMir T F nemen aan de wereldbekende vjOIÏllllclllClGlll J« -T zeilwedstrijden, die de Kieler- Tk 1^, Woche worden genoemd. Vail Duim omrnandeur Van Duim is een grote man met scherpe ogen in een n?i °l0eVe2 pctekend gezicht. Hij is getrouwd en heeft twee zoons van j en twaalf jaar. „Misschien komen ze ook wel naar de marine," zegt hy. 2:e eerst de h.B.S. maar aflopen, dan kunnen we daarna zien. De elangstelhng voor de marine is er wel, maar evengoed die voor luchtvaart en wegtransport. Technische belangstelling dus. We komen uit een familte van veeartsen uit Gelderland. Twee overgrootvaders en veertien ooms, allen waren ze veearts. Oorspronkelijk zijn we dus niet op de marin georiënteerd geweest. Maar mijn vader was wel marine-officier. Hij w artillerist. Ik heb maar een andere zijde van het vak gekozen. de voor daarmee moeilijke vakdiscussies. Mijn vader was een goed schermer hij sloeg erg hard. Daarom ben ik maar gaan zeilen. In het begin oen met mijn vader meegegaan." Voor het eerst na de oorlog zal de Koninklijke Marine d de Kieler-woche, die van 21 tot en met 29 juni inJ,01ordwS r;rjP wordt gehouden. Leider is commandeur J. F. van Duim. Er ga drakenjachten naar toe en wel „De Groene Draak ,4e Goede H nlaats „de Prins te Paerdt". Een landingsvaartuig brengt de bo.te,l Com- van bestemming. Er gaan ook tegelijk een paar burserjachten mandeur Van Duim kent de ban. Hij is dnf"l°al. ,057 f^pn'de Neder- zeilwedstrijden, In de jaren 1935 tot en met 19. 7 In ™f™ZJnlnwed- landers de Hindenburg-bokaal mee naar huis. Na twee y strijden had het Nederlandse team al zoveelpunten dat g hebben in zou kunnen slagen de Nederlanders voorbij te g ^rijdreglementen naar aanleiding van de door ons ^olgde Uctwk de toen meteen maar veranderd, zegt commong zodat de beker lachend. De Duitsers wonnen in 1938, de Engelsen bij het begin van de oorlog in n oa niet helemaal af ge- Bij het uitbreken van de oorlog was de O 21a™C™et_n verschill™de bouwd. De twee.ëndertig jarige Willemsorde - slaagde malen onderscheiden, °nder brengen De hele oorlog door heeft niettemin m de boot naar Engeland ^r^otste aantal bewezen treffers hy met de O 21 sevaren. l^nderzeeërs Dje tijd ging je niet in je koude geboekt van de^fcb°n zijn ervaringen heeft hij het boek „Onder de kleren zitten, zegt hy. Over aeschreven waarvan rond elfduizend exem- bloedvlag van hr ms. O 21 ^schreven^wa^ cmveTdïnM hfhardop. „Misschien dan wel over historie Wij weten daar niet veel van af. Maar de Engelsen zijn heel goed in maritieme geschiedenis Dat is heel belangrijk. Er wordt bij ons te weinig aan ge dacht." Commandeur Van Duim heeft weinig tyd om daar over na te denken. Hij is nu hoofd van de inlichtingendienst van de marine „In plaats van een schip kreeg ik een stoel," zegt hij spytig. „Wij vechten in de koude oorlog." De „Staar" zingt gloedvol in alle omstandigheden. Op het kersenfeest in Uden Joegoslavië „Indien de huidige ont wikkeling zich voortzet is het niet uit gesloten dat wü met Joegoslavië gaan praten", zo heeft bondskanselier Aden auer van West-Duitsland op een diner van de buitenlandse pers te Bonn ver klaard. Hij zei dit in antwoord op een vraag over een mogelijk herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen, die in oktober 1957 door West- Duitsland z^n verbroken wegens Tito's erkenning van Oost-Duitsland. Tijdens het tweedaagse nationale con gres van het Wit-Gele Kruis te Utrecht is in plenaire zittingen en sectiebijeen komsten voortdurend gesproken over de noodzakelijke deskundigheid als een van de belangrijkste aspecten van het kruiswerk in de toekomst. Ook de vica- ris-generaal van de aartsbisschop van Utrecht, mgr. Th. Hendriksen, die na mens mgr. dr. B. J. Alfrink tijdens de slotzitting het woord voerde, deed dit. Het is voor het Wit-Gele Kruis geen kwestie meer van zijn of niet zijn maar van steeds beter zijn. Vroeger moest de liefde zowel de salariëring als de deskundigheid vervangen, nu moet er tegen gewaakt worden, dat de liefde door de deskundigheid overbodig ge maakt wordt, aldus mgr. Hendriksen. Het Wit-Gele Kruis zou in christelijke verantwoordelijkheid tekort schieten in dien niet naar de hoogste technische per fectie werd gestreefd, maar tevens moet een menselijke ontmoeting van patiënt en katholieke wijkverpleegster mogelijk blijven. Het laatste is temeer belang rijk omdat het kruiswerk zich niet al leen het aardse, maar ook het eeuwige geluk van de mens ten doel stelt. De vicaris-generaal besloot met de grote waardering van de aartsbisschop voor het werk van het Wit-Gele Kruis uit te spreken, zowel voor het werk van de wijkverpleegsters en kraamverzorgsters als voor dat van de werkers achter de schermen. Ook dr. H. Dijkhuis, plv. directeur- Vandaar dat men ook Bolsward en Parijs nog immer als gloriepunten uit de contemporaine geschiedenis van het koor beschouwt. In Bolsward geviel het zo, dat de „Staar" om een hartelijk gebaar te maken een Fries liedje zong, in het Fries natuurlijk. En het Friese auditorium raakte daardoor in zulk een opwinding dat het na afloop van het lammer spontaan losbrak in een fu- ÏSs gezongen „Waar m bronsgroen Schout". Ziet u dat noemt men m ^tricht reageren. op^in Parijs. Men trad er in, 1954 men fe beroemde „Salie Gaveau En Marsen het concert dus met de daarmee se"- De zangers ontketenden liike eeec^hmiddellijk een onbeschnjfe; Wiize van *ntt- De Fransen vielen by wuze van spreken van hun stoelen; zo f?» en. .9v.?rtuigend was hun volkslied waarschpnlijk sinds de Franse revolutie j' ™eer gezongen. En die knapen van SfsvV. ar hadden hun doel weer be- ?n méér dan dat, zij hadden een toppunt van enthousiasme ontketend nog vóór net concert goed en wel was begon nen. Wjj mogen in dit verband wellicht ook putten uit eigen herinnering Des tijds brachten Koningin Juliana - beschermvrouwe van De Staar" en Prins Bernhard een officieel bezoek aan Limburg. En op het Maastrichtse stad huis stond dus de Koninklijke Zangver eniging aangetreden. Op een gegeven moment kwam het zo uit dat Hare Ma jesteit zich temidden van de zangers oevond Het moment was gekomen; hit moment nL dat het licht-ontvlam- bare zangershart inspireert tot een on- UnWK^ke7koren0nthfefmdus onmiddellijk de arme™ latei daverde hei_Do- mine, salvam fac Regmam n°f\ra™ door de ruimte. En wij mogen niet eg gen dat wij veel bewondering voor het werkje van de heer Giess maar op dat moment verging het o"= als destijds de secretaris van baron van Geen: wij voelden een rilling door net lichaam gaan. En tot de status van nuchter-denkend piens teruggekeerd vroegen wij ons af: noe kwam dat zo ineens? Wij wisten op die vraag maar één antwoord: hier was gezongen met het hart, wij moeten wel licht zeggen: met het Maastrichtse hart. Dat had de secretaris, de Frie zen, de Parijzenaars en wij mogen wel zeggen, nu ook óns, overrompeld. Er was echter niet alléén gezongen „met het hart". De echte, bonafide koorzanger Is daarmee alleen nooit te vreden. Hü weet zelfs, dat men slechts d&n „van binnenuit" kan en mag zin gen, wanneer men de zaken „van bui ten uit" terdege beheerst. Want die echte koorzanger is een apart, een zeer apart mens. Hij is bereid niet veel minder dan zijn leven te geven om een ragfijn pianissimo te bereiken en hij vergeet grif vrouw en kinderen omder- wille van een stralend forte. De tech niek van het zingen is voor hem geen noodzaak, maar een levensbehoefte. Slechts als hij die onder de knie heeft, zo weet hij, is hij er van verzekerd, dat hij straks zorgeloos uiting kan geven aan zijn liefde voor het lied en de klank en dat hij dus kan bijdragen tot de roem en glorie van zijn vereniging, die zijn leven en zijn zaligheid is. Staar- zangers zijn zich van deze gevoelens en overwegingen in hoge mate bewust; en men mag dan ook van de .►Mastreechter Staar" gerust gewagen als van een monument van de man nenzang. Lid zijn van de „Staar" betekent dan ook: tot een elite behoren. Niet tot een maatschappelijke elite uiteraard, want de zangerswereld kent geen rangen en standen, maar tot een overkoepelende elite van hen, die zonder aanziens des persoons één zijn in hun ootmoedige liefde voor de schone zang en het factor"™^11'86 leven- En die laatste lactor mag men dan vooral niet ver geten. „Staarlid" worden betekent niet alleen zich onderwerpen aan een door de dirigent, overigens niet al te streng, te ondernemen onderzoek op stem-qua^ liteit, het betekent ook het ondergaan van een soort noviciaat van zes maan den. En tijdens dat half jaar wordt niet alléén gelet op de helderheid van de te nor of de glans van de basstem. Een Staarlid behoort te houden van het le ven of hij zal niet zingen. Hij heeft een maal als lid aanvaard zijn rechten en maar even overtuigend plichten. Tot zijn rechten behoren het meezingen-naar-eer-en-geweten, tot zijn plichten het deelnemen aan de ge noegens, die bestaan in het heffen van een goed glas bier en in het provisorisch zingen op recepties of zelfs, na gedane „arbeid", in het in verspreide groepen zingen in café's, maar zingen komt er altijd wel in wel ke vorm dan ook aan te pas. En geen goed Staarlid of hij eist zijn plichten wel op als rechten. Als „Staarlfd" kan men bovendien voor het leven staat ma ken op de belangstelling van de colle- ga's-in-Sinte-Caecilia. En zelfs voor verder, want geen zanger zal ten grave dalen zonder dat het koor hem onder op de binnenplaats van de Nederlandse ambassade in Parijs. De dirigent van de Mastreechter Staar" Martin Koekelkoren. het zingen van het „Beati mortui" hem op zijn laatste gang vergezelt. De Koninklijke Zangvereniging „Mastreechter Staar" bestaat begin ju li 75 jaar. En u moet dus iets uit de geschiedenis van het koor vernemen. Het werd in 1883 opgericht uit een groep leden van de ontbonden mannen- zangvereniging Polyhymnia. Tien jaar had de vereniging toch wel nodig om tot een enigszins gevestigd bestaan te geraken. Zij bloeide, volgens goed Maastrichtse zede, helemaal op via een crisis die bijna een einde aan haar be staan had gemaakt. Dit dan vooral dank zij het ferme ingrijpen van de heer W. H. Pijls, die destijds een bij zonder resolute burgemeester van Maas tricht moet zijn geweest. Samen met de heer Jan van Poppel dezelfde die de befaamde, nog immer door mannen- zangverenigingen gezongen, toast com poneerde forceerde hij een krachtige reorganisatie. Zij trokken de jonge, Bel gische dirigent Peter Gielen als diri gent aan. En dat bleek bij nader in zien de juiste man op de juiste plaats te zijn. Hetgeen overtuigend kwam vast te staan toen het koor de hoogste be kroning verwierf op een in Mons ge houden zangconcours. Peter Gielen, die bleef tot in de dertiger jaren, is onge twijfeld een van degenen geweest, die de „Mastreechter Staar" heeft gemaakt tot wat zij nu is. De dirigenten die na hem kwamen hadden de, overigens nog moeilijk genoeg te vervullen, taak om te behouden, waar het het gehalte van het koor aangaat en om te vernieuwen waar het het repertoire betreft. Henri Heydendaal, Paul Huppertz en nu (sinds 1947) Martin Koekelkoren heb ben In beide sectoren gedaan wat zij konden. En dat geldt dan vooral voor de huidige dirigent, een slendere, iet wat verlegen jongeman-in-de-dagelijk- se omgang, maar een beeld van geestdriftige vastberadenheid wanneer hij voor zijn koor staat. Hij weet hoe mannenzang-op-zijn-best kan klinken en hij weet wellicht nog beter hoe hij de specifieke, fluwelige „Staar"-klank in de praktijk kan behouden en realiseren. Het mag dan waar zijn dat het Maas trichtse repertoire in zijn samenstelling wat onevenwichtig is en niet helemaal tot in alle onderdelen „bij". Het is ze ker waar, dat het grammofoonplaten- repertoire voor het merendeel uit num mers „voor de galerij" bestemd is. Maar het staat als een paal boven wa ter dat de „Staar" bijna alles kan en dat het „de galerij" dan toch ook „ver leidt" tot het luisteren naar werk, dat ze anders tot haar schade nimmer zou horen, of het nu van Poulenc, Milhaud of van Van Hemel is. En boven alles staat dat de „Mas treechter Staar" op dit moment een bloeiende levenskrachtige vereniging is, die onder een uitstekende leiding met name van haar preases, de heer Louis Daenen een stralende toekomst tegemoet gaat. Zingend tot meerdere eer en glorie van God, de muziek en O.L. Heer vindt het niet erg vooral van Maastricht. HERMAN HOFHUIZEN Nu de in Essen in België woonachtige Nederlander heeft bekend op de Kalmt- houtse heide de Belgische Maria van Steensel te hebben vermoord, zal de rijksrecherche uit Breda hem een ver hoor afnemen in verband met de nog steeds onopgehelderde moordaanslag op het 24-jarige meisje Corry Theewes uit Rijen. 23 maart 1955 werd dit meisje op de Lovense kanaaldijk in Tilburg vermoord. De Tilburgse politie slaagde er niet in dit misdrijf op te lossen. De officier van Justitie in Breda gaf on langs opdracht aan de rijksrecherche een nieuw onderzoek te beginnen. Ook dit leverde nog niets op. Omdat het par ket te Breda geen enkele mogelijkheid wil uitsluiten, zal een onderzoek wor den ingesteld en de man aan een ver hoor worden onderworpen. Directe aan wijzingen, dat hij ook bü de Tilburgse zaak betrokken zou zijn geweest, zijn er niet. AMSTERDAM, Fons Vitae: Gymn. B: A. C. M. ten Brink: M. P. H. G van der Donk; M. F. Oeij; J. W. M. Pijls; G. M. A. Sweerman, allen té Amsterdam. Afgewezen: één. AMSTERDAM, 20 juni. Nutssemina- num voor pedagogiek: diploma kleu ter pedagogiek: mej. G. J. Brummel, Dordracht; mevr. A. J. van Ha-v d Graaff, Utrecht; mej. M. S. Okma, Den 9",' lyej' N. G. Gutte, Culemborg; T. J Hoeksema, Amsterdam; mej. Chr. P. Kamphuis, Utrecht; mevr. J. H. Kiesstra-Veenstra, Drachten; mei. D J. Kouw, Den Haag. 's-GRAVENHAGE, 20 juni Heil gymnastiek en massage, de dames- M ?ifIeSt<;n' Amsterdam; J. v. Groningen, Utrecht, M. v. d. Velden, Rotterdam; Westra, Rotterdam; mevrouw Witzenhausen-van den. Hoogen, Amster- dam; en de heren H. J. Nieuwstraten, E- Goudsmit, Laren. GRONINGEN 20 juni Artsexamen le ged: H. C. J. de Boer, Amsterdam; N. van der Meulen, Haren (Gr). Be vorderd tot arts:D. J, Beintema, Ha ren (Gr); D. Kramer, Leeuwarden; W. E. de Lange, Stadskanaal. VUGHT: M. M. S. Regina Coeli: M. Th. Beukers, Rotterdam; M. Bremer, Houten; R. Driesen, Oirschot, M. J. Dubois, Venlo; J. Goemans, Zeist; I. van der Heyde, Vught; H. Holla, Vught; L. Krugers Dagneaux, Vught; G. Lind ner, Leeuwarden; M. v. Maaren, Vught; J. Mutsaerts, Tilburg; T. Nijsten, Vught B. Prinz, Haarlem; M. Raeven, Vught; W. van Rappard, Vught; M. Smits, Breda; W. Smits, 's-Hertogenbosch; H. van Spaandonk, Vught; H. Swinkels, Best; I. Vos de Wael, Brummen; M. van Wensen, Vught. Afgewezen: één candidate. generaal van de volksgezondheid, loof de het kruiswerk, zij het met enige kri tische kanttekeningen. „Het zijn onze virenden, die onze feilen tonen", merk te de voorzitter van de Nationale Fede ratie, dokter Chr. Mol, in zijn dankwoord op. De ingewikkelde organisatie van plaatselijke, provinciale en nationale verenigingen en commissies, die nage noeg het hele terrein van de preven tieve gezondheidszorg behartigen, ver toont op de verschillende terreinen en °°k plaateebjk en regionaal grote ver- SiJi aldus dr- Dijkhuis. Hetzelfde geldt voor de subsidiëring door rijk, provincies en gemeenten, die volgens normen en onder voorwaarden gebeurt, welke zeer weinig uniformiteit verto nen. De positieve waarde van het feit, dat zoveel mensen geheel vrijwillig op actieve wijze betrokken zijn bij de ge zondheidszorg, mag niet verbergen, dat het nodig is, voortdurend kritisch te blijven en de bestaande organisatie zo nodig te verbeteren en vooral zoveel mogelijk te vereenvoudigen. Volgens dr. Dijkhuis zal het nodig zijn, tot een meer systematisch, op vaste regels gegrond subsidiebeleid te komen, waarbij de bemoeiingen van het rijk beperkt blijven tot essentiële punten, die van landelijke betekenis zijn. Voor de particuliere gezondheids zorg is het noodzakelijk, dat de ver deling van de financiële lasten over rijk, provincies, gemeenten en de ver enigingen zelf duidelijker wordt be paald, zodat bij het aanvatten van nieuwe werkzaamheden hiervan kan worden uitgegaan. De wijze, waarop de ziekenfondsen kunnen bijdragen in de kosten van de wijkverpleging, noemde dr. Dijkhuis een vraagstuk met veel principiële zijden. Nog altijd lijkt hem een subsidiëring via het Praeventiefonds de meest aan gewezen en enig juiste weg. Met respectering van de autonomie van de plaatselijke verenigingen, is volgens dr. Dijkhuis een sterkere bun deling in provinciaal verband en een beleid van de provinciale organisaties, dat afgestemd is op nationale eisen, noodzakelijk. Wanneer het gaat om be paalde projecten b.v. vaccinatie te gen polio aan nationaal plan in kor te tijd uit te voeren, blijkt hoe labiel en moeilijk te dirigeren het sterk gedecen traliseerde uitvoerend apparaat van on ze gezondheidszorg is. De structuur van de particuliere ge zondheidszorg zal nog meer gericht moe ten zijn op de totale zorg en op het be- vqrderep van de gezondheid, van het in dividu in zijn omgeving. Als laatste gast sprak tijdens de ple naire slotzitting pater H. de Riedmat- ten O.P., geestelijk adviseur van het Informatiecentrum van de Internatio nale Katholieke Organisaties te Genève, over verantwoordelijkheid, die niet aan landsgrenzen gebonden is. Hü zette de betekenis van de internationale samen werking ten bate van de volksgezond heid uiteen, zoals deze door de Wereld gezondheidsorganisatie verwezenlijkt wordt, en hield een beschouwing over de houding, die de christen b(j de be oordeling van dit werk dient aan te nemen. (Vervolg van pagina 1) als bijdrage tot die ontplooiing niet ge heel gaat wegcijferen. Arbeiden is voor de mens natuur-noodzakelijk en erbeid op zichzelf is nooit een vloek geweest, maar een grote zegen. De moraal-theo- logische kant van dit vraagstuk op dit ogenblik geheel buiten beschouwing la tende, willen we er nadrukkelijk de aan dacht op vestigen, hoe het ontbreken van arbeidsgelegenheid nog veel meer msns-ontwaardend werkt dan een inci denteel optredende te lange arbeidstijd. Het wil ons derhalve voorkomen, dat de vakbeweging bü het overigens ge rechtvaardigd streven naar arbeidsver- korting moet blüven uitgaan yan de er kenning van de onmisbaarheid van de arbeid. Ook voor de ontplooiing van de menselijke persoon. We mogen zonder meer vaststellen, dat we hier te doen hebben met een zeer complex pro bleem, waarin de opvoedkundige, so ciale en economische kanten als het ware om de voorrang strüden. Het ver heugt ons oprecht dat de christelijke vakbeweging ten aanzien van deze moeilijke materie een eigen standpunt weet te bepalen en daarbij de moeilijk heden beslist niet uit de weg gaat. Verkorting van de arbeidstüd im mers, welke zonder meer aan de orde gesteld en nagestreefd zou worden, zou dwaasheid zün. De verkor ting in een bedrijfstak, waarin laat ons zeggen honderdduizend werknemers werken, met één uur per week, zou een verzwaring van lasten betekenen waar van eerst aangetoond zou moeten wor den, dat het door de bedrijfstak te dra gen is. Deze lastenverzwaring zou slechts mogelük zün, indien in mindere uren minstens een gelijkblüvende pro- duktie wordt geleverd en dat zal slechts weer mogelijk zün, door verbetering van de arbeidsmethode, invoering van meer rationele machines, enz. Maar zelfs dan nog komt de vraag of dit in alle industrieën mogelijk zal zün. Indien evenwel door toeneming van de auto matisering, de produktieve mankracht sterk toeneemt, komt voor ons onmid- dellük de vraag of niet op andere wijze dan door inkorting van de werkweek- de totale arbeidstijd verminderd dient te worden. In Nederland b.v. begint de gemid delde arbeider op ongeveer 15-jarige leeftüd. Zowel jeugdorganisaties, als ernstige volwassenen, beklagen zich over de misgroeiing die de jonge mens ondergaat tengevolge van zijn te vroeg ingeschakeld worden, vooral in het in dustriële produktie-proces. Zou men dan niet veel meer moeten denken aan een opschuiving van de beginleeftüd, waardoor de jonge mensen op een iets meer gerijpt moment in het leven hun intree maken in fabriek en werkplaats? We zyn er ons van bewust, dat aan een verhoging van de entree-leeftijd evenzeer vraagstukken vastzitten van opvoedkundige, sociale en vooral ook economische aard. Een opschuiving van de entree-leeftüd zonder dat daar aan wordt verbonden een verhoging van de leerplichtige leeftüd schept een haast onaanvaardbaar pedagogisch va cuum. En toch lükt ons dit een benade ring van het probleem, welke betere waarborgen schept voor de ontplooiing van de menselijke persoonlijkheid. Nu immers moet de jeugdbeweging en de standsorganisatie later, heel dikwijls proberen te repareren wat kapot werd geslagen in de kinderziel, die te vroeg voor problemen werd geplaatst welke niet te overzien waren. We hopen van harte, dat het I.C.V.-congres ook deze kanten van de zaak zal willen bezien

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 9