LANDBOUW blijft zorgenkind van de Russische regering Ambitieuze ontginningsplannen in Siberië en Kazakhstan houden grote risico s in Russen betogen weer voor Amerikaanse ambassade m WE ADVERTEERT— I EEN MOORD! L hete l SPOTSPIEGEL' Verwarde en onvolledige berichtgeving E'j Oplichting rond puzzel Dinsdag debat in Lagerhuis Nehroe vraagt Eisenhower troepen uit Libanon terug te trekken Vooronderzoek gelast Prof. H. Cornells O.P. hoogleraar te Nijmegen Jongeman verdronken MET TRACTOR TE WATER GERAAKT Midden-Oosten „TEER EN VEREN VOOR PULLES" (fifl #1 ZATERDAG 19 JULI 1958 PAGINA 9 neem ook mee op vakantie je kunt nooit weten ft mm m door AGATHA CHRISTIE Advertentie (Van een bijzondere correspondent) zijn maar weinig dingen die in de Sovjet-Unie met meer geheim zinnigheid worden omgeven dan de landbouw, de veeteelt, de zware industrie en de sociaal-economische toestand van de arbeiders. De land bouw is voor de Sovjet-Unie de Achil lespees van haar binnenlandse politiek. De gegevens die jaarlijks worden ver strekt in het officiële partij-rapport, in tijdschriften en dagbladartikelen, zijn zo onvolledig en verward, dat het zelfs voor ingewijden in de Sovjet-politiek uiterst moeilijk blijft zich een beeld van de situatie te vormen. Illustratief is een vergelijking tussen de uitlatin gen van Malenkov en Khroesjtsjev. De eerste verklaarde in oktober 1952 op het negentiende partijcongres, dat ,,het graanprobleem, dat zich aanvankelijk zo ernstig liet aanzien, definitief is overwonnen". Khroesjtsjev deelde van zijn kant in maart 1954 mee, dat de graanoogst .niet voldoende was om aan de behoeften van de zich steeds uit breidende bevolking te voldoen. Hij zei het noodzakelijk te achten, dat de oogst met 35 a 40 procent werd ver hoogd. Hiervoor zou men in Siberië en in Kazakhstan 13 miljoen ha bouw grond moeten ontginnen. Het grondbeginsel van de landbouw In de Sovjet-Unie is, dat de staat de enige eigenaar is van alle grond. Die grond wordt in twee categorieën ver deeld, namelijk in sovchozen en kol chozen De eerste categorie bestaat eenvoudig uit staatsbedrijven, volledig op kosten van de overheid geëxploi teerd. Zij beslaan een totaal van 136.8 miljoen ha grond, maar daarvan wer- dep althans in juli 1957 slechts 88.7 miljoen bebouwd. De tweede categorie, de kolchozen, bestaat uit landbouwbe drijven die door de .staat aan rechts persoonlijkheid bezittende gemeen schappen van boeren worden verhuurd. In juli 1957 hadden zij volgens de of ficiële gegevens 801.7 miljoen ha grond te bewerken, maar daarvan waren in werkelijkheid maar 389.7 miljoen be bouwd. Het grote voordeel dat de bewoners der kolchozen genieten boven die der sovchozen, is ongetwijfeld het kleine «tukje grond dat zij te eigen bate mogen bewerken. Zij mogen bovendien een koe houden, een slachtos, varkens, kippen en geiten. Het totaal aan grond dat de bewoners der kolchozen voor eigen gebruik bezitten, bedraagt onge veer 7.5 miljoen ha. Het belang van dat cijfer wordt duidelijk, als men be denkt, dat de particuliere landbouwbe drijven, die er in de Sovjet-Unie toch ook nog zijn, in totaal slechts over 0.2 miljoen ha beschikken. Bij een beschikking van de Opper ste Sovjet van juni van dit jaar zijn de boeren ontslagen van de verplich te levering van landbouwprodukten van hun vrije grond. In het verleden moesten zij daarvan jaarlijks 10 tot 40 procent afstaan aan de staat. In 1956 bedroeg dit percentage in de sector aardappelen zelfs 44 procent. Nu is bepaald, dat de verplichte levering wordt vervangen door een nog nader te regelen systeem van belastingen. Sinds Stalin in 1930, tegen de raad gevingen van Lenin in, alle grond heeft genationaliseerd, is de Sovjet- iandbouw in gebreke gebleven. Hier voor bestonden verschillende redenen. De voornaamste daarvan was wel het verzet van de boeren, die weigerden voor een hongerloon voor de staat te werken. Een andere reden was het ge brek aan landbouwmachines en verder was de bebouwbare oppervlakte van de sovchozen en kolchozen te groot voor het aantal boeren dat in de eerste jaren vrijwillig zijn werkkracht ter beschikking stelde. In de laatste jaren heeft de Sovjet regering andere redenen aangevoerd voor de agrarische tekorten. Niet al leen de droogte van sommige jarerf, maar ook de arbeiders op de kolchozen stelde zij verantwoordelijk. Deze laat- sten zouden meer tijd en zorg besteed hebben aan het bewerken van hun eigen stukje grond dan aan de bebou wing van de gemeenschappelijke gron den. Zij repte niet over het gebrek aan zaadgoed en ook niet over de bedrijfs economische nadelen die waren ver bonden aan het systeem, waarbij alle landbouwmachines in een centraal de pot met een afzonderlijke directie wa ren ondergebracht. De 10e maart 1956 besloten het cen trale comité van de Russische partij en de ministerraad het statuut van de kolchozen te veranderen en de arbei ders minder vrije grond te geven, mede omdat zij van sommige kolchozen klachten zouden hebben ontvangen over een starre en daardoor onrechtvaardi ge verdeling. Het decreet van 10 maart noemde de toekenning van stukjes grond aan de arbeiders op de kolchozen een nood zakelijk kwaad, zolang de exploitatie van de kolchozen niet kan instaan voor de persoonlijke behoeften van de be woners. De onheilspellende gevolgtrek king, waar dit decreet dus op aanstuur de, was, dat het bezit van dergelijke lapjes grond overbodig was geworden op die kolchozen, waar de produktie de vastgestelde quota had bereikt. Dit decreet bleek dan ook al dadelijk een gevaarlijk wapen in handen van de ac tivisten, die men op iedere kolchoze aantreft. Steeds veelvuldiger werden de be richten over kolchozen, waar men „vrij willig'' had besloten tot inkrimping of opheffing van de bouwgronden voor particulier gebruik. In dit licht heeft dus de opheffing van de verplichte leve ranties een afnemende betekenis. Wfj hebben hierboven al vermeld, dat Nikita Khroesjtsjev het no dig oordeelde de bebouwbare oppervlakte in de Sovjet-Unie met on- ■x De eerste oogst in Siberië en Kazakhstan zou volgens officiële mededelingen aan de verwachtingen hebben beantwoord: gemiddeld 17 a 18 kwintalen per ha. geveer 13 miljoen ha te vergroten. In 1954 begon de Russische regering aan de uitvoering van ontginningswerken in Siberië en Kazakhstan. In dit laatste gebied zou thans reeds 30 miljoen ha zijn ontgonnen. De eerste oogst schijnt volgens de officiële mededelingen ten volle aan de verwachtingen te hebben beantwoord met een gemiddelde van 17 a 18 kwintalen per ha. Het volgende jaar deden de gevolgen van de grote droogte zich echter al gelden. De oogst was zo slecht, dat men ze op vele plaat sen op het veld liet staan. Natuurlijk kunnen dergelijke uitge strekte oppervlakten gemakkelijk door natuurrampen als te grote droogte, te lange winters of te veel regen worden getroffen. Toch werd er een zondebok gezocht. De eerste secretaris van de partij in Kazakhstan, Ponomarenko, werd 9 augustus 1955 uit zijn ambt ont slagen. Om het gevaar van te grote droogte te ondervangen is men er toe overge gaan in de wintermaanden de dikke laag sneeuw onder te ploegen, maar dit procédé is slechts toepasselijk op 30 a 40 procent van de grond. Alles bij elkaar blijft de landbouw in deze streken een gewaagde onderneming en dit niet alleen wegens de wisselvallig heden van het klimaat, maar ook we gens het gebrek aan werkkrachten. De Pravda van Kazakhstan beweerde op 22 januari 1956 tenminste, dat de mees te sovchozen met een gemiddelde opper vlakte van 20 a 30.000 ha slechts be schikken over 4 500 arbeiders, of één per 50 ha. Waarom is Khroesjtsjev dan overge gaan tot een onderneming, waaraan zelfs Stalin zich nooit heeft durven wa gen? Wfj veronderstellen, dat dit om militaire en politieke (redenen is ge beurd. Het is namelijk opvallend, dat de ontginningen in Siberië en Kazakh stan gebeuren ten koste van de Oekraï ne, de graanschuur van Europa. De Oekraïne heeft zich altijd het felst ver zet tegen de nationalisatie van de land bouwbedrijven en op het ogenblik vindt men er de meeste kolchozen en dus ook de door de regering zozeer gelaakte versnippering van grond en arbeids krachten. De regering zou de kolchozen wil len omvormen tot sovchozen, maar de bevolking verzet zich hiertegen. Om het verzet te breken heeft de rege ring geen beter middel kunnen vin den dan de ontvolking van de Oekraï ne. Met veel tam-tam voerde zij de aanwervingspropaganda voor Siberië en Kazakhstan, men ronselde eenvou dig arbeiders voor de nieuwe ontgin ningen; het werd een ware exodus van 200.000 jonge arbeidskrachten. De militaire reden voor de gevolgde landbouwpolitiek is, dat de ligging van de Oekraïne zeer ongunstig is. De laat ste oorlog heeft aangetoond, dat een verwoesting of bezetting van de Oekraï- ne de Sovjet-Unie in haar bestaans mogelijkheden aantast. De partij zocht dus een middel om de graanopbrengst in oorlogstijd te verzekeren door de landbouw zover mogelijk naar het noor den te verplaatsen. In plaats van tarwe zal men in het vervolg in de Oekraïne vooral maïs verbouwen, wat weer op een intensivering van de veeteelt schijnt te wijzen. De eerste secretaris van de Oekraïnse partij, Kiritsjenko, verklaar de op 15 februari, dat men de maïs- oogst op de sovchozen en kolchozen alleen maar kan doen toenemen ten koste van het winter- en zomergraan, „dat toch weinig oplevert." Het blijft inmiddels een open vraag, of de grote investering aan werkkrach- ten, aan materiaal en kapitaal ten kos te van een verzekerde opbrengst in de le Russische boeren hebben zich immer tegen de nationalisatie van de land- 'ouw oedryven verzet. Zij weigeren voor een hongerloon voor de staat te werken. Oekraïne wel verantwoord is. In het westen zou men de kansen eerst tegen elkaar hebben afgewogen. Voor de Rus sen is de ontginning van Siberië en Kazakhstan een prestige-kwestie gewor den. En het ziet er naar uit, dat zjj de huid van de beer verkocht hebben voordat zij hem geschoten hebben. De Sovjet-landbouw boert niet voor delig. Een grondige herziening is no dig. In januari van dit jaar heeft Khroesjtsjev de landbouwmachines rechtstreeks ter beschikking van de landbouwers gesteld. Maar eerste voor waarde is een grotere vrijheid voor de boer, die beter dan een starre bureau cratie de waarde van de grond kent en meer rekening houdt met de wissel valligheden van het klimaat. (Van onze Haagse redactie) De officier van justitie bij de Haagse rechtbank, mr. dr. J. C. Maris, heeft een gerechtelijk vooronderzoek gevor derd tegen een ambtenaar van het ministerie van economische zaken, die verdacht wordt van oplichting of vals heid in geschrifte. Deze ambtenaar, de zoon van een puzzelmedewerker aan een groot dagblad, zou aan twee puz zels van het betreffende dagblad heb ben deelgenomen, terwijl hij de oplos sing geheel of gedeeltelijk kende. De prijzen die hij met het oplossen van deze puzzels had verdiend aanzien lijke geldprijzen zou hij ten on rechte hebben gewonnen. De ambtenaar is in begin april enkele dagen door de politie vastgehouden. Aanleiding tot het vooronderzoek is het resultaat van het opsporingsonderzoek. Dit voor onderzoek zal, naar wordt verwacht, niet voor september beginnen. De amb tenaar is voortdurend blijven ontken nen zich aan de feiten, waarvan hij wordt verdacht, te hebben schuldig gemaakt. Het bestuur der Sint Radboudstich- ting heeft pater H. Cornelis O. P. te Hoei België, benoemd tot gewoon hoogleraar in de faculteit der Godgeleerdheid aan de r.k. universiteit te Nijmegen voor het geven van onderwijs in de godsdienst geschiedenis en de godsdienstwijsbe geerte. Prof. Cornelis bezet dus de leerstoel, die bij het overlijden van prof. dr. K. L. Belloni is vrijgekomen. Om kwart over tien vrijdagavond is te Leeuwarden de 19-jarige H. E. S., toen hij met een landbouwtractor op de Kanaalweg wilde keren, te dicht op de walkant gekomen, waardoor de tractor kantelde en met de bestuurder in het kanaal stortte. Hoewel voorbijgangers direct red dingspogingen in het werk stelden, ge lukte het pas na een half uur het slacht offer te vinden. De levensgeesten ble ken toen reeds geweken. De jongeman had de tractor meege nomen van de boerderij van zijn vader om er een eindje mee te gaan rijden. (Van onze Londense correspondent) LONDEN, hedenmorgen De heer Butler, behalve Lord Geheim Zegelbewaarder en minister van Bin nenlandse Zaken ook leider van het Lagerhuis, maakte gisteren bekend dat het Lagerhuis de volgende week dins dag een debat zal wijden aan de bui tenlandse politiek. Zulks geschiedt op initiatief van de oppositie, en het is vrijwel zeker dat het debat zich voor namelijk bezig zal houden met het onderwerp waaraan in de huidige week reeds twee debatten werden gewijd, het Nabije Oosten. De eerste minister van Groot-Brittan- nië hield gisteren een bijeenkomst met leden van zijn defensiecomité. Opmer kelijk was dat hij wel de stafchefs maar niet de ministers van Oorlog, Marine, Luchtmacht en Bevoorrading uitnodigde deel te nemen aan de ver gadering. De Labourpartij is enigszins in moeilijkheden tengevolge van het ge drag van een van haar leidende figu ren aan het eind van het donderdag gehouden debat over het Nabije Oosten. De fractie in het Lagerhuis wordt ge leid door een eigen „kabinet", waar van de twaalf leden officieel woordvoer der zijn voor hun eigen „departement". Een hunner, officieel woordvoerder voor defensie-affaires, George Brown, onthield zich donderdag van stemming, zulks met geheel voorbedachten rade. Hij was het niet eens met zijn colle ga's in de leiding van Labour dat hel zenden van troepen naar Jordanië ver oordeeld behoorde te worden. Er zal heel wat tact nodig zijn om deze.breuk in de partijleiding te helen. Normaal zou het weinig moeite kosten om de heer Brown uit de partijleiding te verwijderen, maar behalve officieel woordvoerder van de fractieleiding op het terrein van defensie, is de heer Brown eveneens de leider van de vak- verenigingsgroep in'de labourfractie in het Lagerhuis. Deze groep telt ruim negentig leden, en indien zü achter de heer Brown staat, zal de heer Gaitskell zich minstens tweemaal bedenken voor hij de heer Brown de les leest. Voor de tweede achtereenvolgende dag zijn in Moskou betogingen gehou den voor de Amerikaanse ambassade in de Tsjaikovvski-straat. Het aantal beto gers was gisteren echter veel groter dan daags tevoren men schat, dat er ongeveer 20.000 waren en voorts verliep de betoging veel onstuimiger. Er werden zeker twintig ruiten van het ambassadegebouw vernield en er zijn ook heel wat inktpotten tegen de pui kapot gegooid. Een zeer groot aantal leuzen werd meegevoerd, zoals „Han den af van Libanon" en „Teer en veren voor Dulles". Een jongeman be vestigde een portret van Nasser aan het hek van de ambassade. Gewone agenten, bereden politie en militairen zorgden voor de bewaking van de am bassade. De Amerikaanse ambassa deur heeft gisteren in de loop van de dag zeker 65 petities ontvangen van verschillende organisaties en groeperin gen in de Sovjet-Unie, die het optreden in Libanon en Jordanië zeggen af te keuren. Ook voor de Britse ambassade in Moskou is betoogd. Ongeveer honderd man wisten door te dringen in een bijgebouw, dat wordt bewoond door de arts van de ambas sade. Zij troffen alleen de vrouw van de arts en haar zoontje aan. Zonder moeite konden moeder en kind zich naar het hoofdgebouw begeven. Een poging van de betogers om ook daar binnen te komen mislukte. Er werden tal van papieren met leuzen erop tegen de gevel van de Britse am bassade geplakt. Leden van het Britse ambassade-personeel antwoorden hier op door pamfletten uit te delen, waar in het Britse optreden wordt gerecht vaardigd. Vandaag hebben duizenden betogers zich naar het Britse consulaat in Sjang hai begeven om te protester enetgen „de imperialistische agressie" van Engelsen en Amerikanen in het Midden-Oosten, aldus meldt radio-Peking. Jonge betogers beukten vanmorgen met de handen de auto van de Britse zaakgelastigde in Pe king, toen deze van het Chinese minis terie van buitenlandse zaken naar de Britse ambassade terugreed. De zaakge lastigde, Duncan Wilson, had een protest in ontvangst genomen van de Chinese regering tegen de landing van Britse troepen in Jordanië. Personeel van de Britse ambassade dat bij de ingang van het gebouw stond werd door betogers met steentjes be kogeld. Een auto, dlie het terrein van de ambassade opreed, was met biljetten vol geplakt. waarop de woorden „blijf van Jordanië af" stonden. Ook in Boekarest is er betoogd voor de Amerikaanse en Britse legaties. In Oost-Berlijn drong een aantal be togers het gebouw van de Britse mi litaire missie binnen, sloeg enkele ruiten stuk en vernielde de inventa ris. Een geparkeerde auto werd omver geworpen en tot slot werd de Britse vlag omlaag gehaald en verscheurdl Bij het gebouw van de Amerikaanse militaire missie troffen de betogers al le deuren gesloten aan. Zij klommen over de hekken, haalden de Amerikaan- - js Terwijl politie te voet en te paard toekijkt demonstreren Russen voor de Amerikaanse ambassade in Moskou. (Radiografisch overgebrachte foto 50 „Je hebt dus staan luisteren „Ja, dat hèh ik. Ik geloof zelfs, dat het de be doeling was, dat ik alles horen zou „Hoe bedoel je?" „Onze Letty is óók niet gekNuhoe het züjü bent geborgen, maar hoe vind je het zelf?" „O, Julia, ik had geen moment aan die moge- lykheid gedacht „Niet, zeg je? Heus niet? Jij zit toch vrüwel op zwart zaad? Maar denk er aan, Phillipaals er iemand tante Letty nu naar de andere wereld helpt, dan ben jij verdachte no. één!" „Juist niet. Ik zou wel gek zün als ik haar nu naar het leven stondterwijl ik, door rustig te wach ten „Ah, dus jij weet ook alles van die stervende mevrouw Hoe-heet-ze-ook-weerdaar helemaal in Schotland? Ik dacht alPhillipa, jü bent een ech te stiekeme „Ik wil jou en Patrick nergens van beroven." „Heus? Ik geloof er niets vanhet spijt me." Inspecteur Craddock had op zü'n terugreis in de trein een ellendige nacht doorgebracht. Zün dromen leken wel nachtmerries. Hij snelde in zün onrustige slaap voortdurend voort door grauwe gangen van een middeleeuws kasteel, in vergeefse pogingen ergens op tijd te komen of tüdig een naderend onheil te verhinderen. Tenslotte droomde hü, dat hü wakker lag. Dat was al een kolossale opluchting. Maar toen ging het portier van zün coupé open en keek Letitia Blaeklock hem met verwijtende blikken aan, ter wijl het bloed haar over het gezicht stroomde. „Waarom, heb je mij niet tijdig gered? Dat had je gekund, als je gewild had!" Op dat moment werd hij werkelijk wakker. In ieder geval, de inspecteur was blü, toen hij weer in Mil- chester was. Hij ging rechtstreeks aan de commis saris rapport uitbrengen. „Dit brengt ons dus niet veel verder," zuchtte Ry- desdale. „Het bevestigt alleen wat juffrouw Blaeklock verteld heeft. Pip en Emmaik ben straal be nieuwd." „Patrick en Julia Simmons hebben de juiste leef tijd, meneer. Als we zekerheid hadden, dat juffrouw Blaeklock ze sedert hun eerste jaren nooit meer ge zien had." Met een zachte grinnik zei Rydesdale: „Dat heeft juffrouw Marple, onze medewerkster, allang voor ons uitgevist. Juffrouw Blaeklock heeft ze een paar maan den geleden pas voor het eerst van haar leven ont moet." „Ja, dan zou ik zo zeggen, meneer „Zo gemakkelük gaat het niet, Craddock. Wü heb ben alle gegevens gecontroleerd. Als we daar op af gaan, moeten we Patrick en Julia afschrijven. Zün marinejaren kloppen als een busbeste conduite staat, alleen een beetje last van insubordinatie We hebben ook Cannes nagegaan en een verontwaar digde mevrouw Simmons heeft daar verklaard, dat haar zoon en dochter in Chipping Cleghorn logeren bij hun tante Letitia Blaeklock. Allemaal in orde!" „En is die mevrouw Simmons ook werkelük me vrouw Simmons?" „Ze staat al een hele tijd als mevrouw Simmons bekend, dat is het enige wat ze me kunnen verzeke ren," antwoordde Rydesdale droogjes. „Jadie twee pasten anders preciesbroer en zus, zelfde leeftijd. Onbekenden voor juffrouw BlaeklockPip en Emma!" De commissaris knikte bedachtzaam en schoof Craddock nu een stuk papier toe. „We hebben ook nog wat over mevrouw Easterbrook gevonden," zei hü. De inspecteur las met aandacht en opgetrokken wenkbrauwen. „Erg interessant," merkte hij op. „Ze heeft die ouwe gek dus handig aan de haak gesla genMaar toch bestaat er geen enkel verband met deze zaak, voorzover ik begrüp." „Nee, kennelijk niet." „En hier zijn nog enkel* gegevens met betveWang tot mevrouw Hay mes." se vlag omlaag, schilderden er de woorden „Ami, go home" op en hesen het dundoek vervolgens weer hoog aan de mast. De Indonesische regering heeft offi cieel meegedeeld, dat zij het Brits-Ame rikaanse optreden in het Midden-Oos ten afkeurt. Zij is van mening, dat de V.N. het aangewezen orgaan zijn om de Arabische landen bü te staan de moeilijkheden te overwinnen, die „dik wijls gepaard gaan met een nationale groei." Het Marokkaanse parlement heeft de landingen in Libanon en Jordanië veroordeeld als „koloniale agressie." „Premier Nehroe van Indië heeft in antwoord op een boodschap van presi dent Eisenhower geschreven, dat hij gaarne zou zien, dat Amerika zijn troe pen uit Libanon terugtrok. Nehroe meent, dat de waarnemers van de V.N. in staat zijn infiltratie van wapens en manschappen te voorkomen. De Italiaange premier, Amintore Fanfani, heeft over de toestand in het Midden-Oosten persoonlijke brieven ge schreven aan president Eisenhower en aan bondskanselier Adenauer van West-Duitsland. Uit Israël wordt gemeld, dat premier Ben Goerion twee hoge functionarissen op pad heeft gestuurd om van het wes ten moderne wapens te kopen. De di recteur-generaal van het ministerie van defensie, Peres, heeft zich daartoe naar Parüs begeven en ambassadeur Eban, die in Israël was aangekomen om daar zijn verlof door te brengen, is naar Washington teruggekeerd. De Israëlische stafchef, generaal Haim Laskov, heeft verklaard, dat in zün land „alle militaire voorzorgsmaat regelen zijn genomen. Andermaal trok Craddock zün voorhoofd in rim pels. „Met die jonge dame zal ik nog eens moeten praten, stel ik me voor." „Denk je dat je aan deze inlichtingen wat hebben kunt?" „Dat geloof ik stellig. Het is wel niet rechtstreeks, maar toch Beide mannen zwegen enige ogenblikken. „En hoe heeft Fletcher gewerkt, meneer?" „Fletcher is heel actief geweest," vertelde commis saris Rydesdale. „Met toestemming van juffrouw Blaeklock heeft hij het hele huis nauwkeurig onderzocht,' maar niets ver dachts kunnen vinden. Vervolgens heeft hjj nagegaan wie die deur kan hebben gesmeerd. Dat viel erg te gen, want 't bleek, dat het buitenlandse keukenmeis je haast iedere middag even uitgaatal was het al leen om in het dorp naar de Tearoom te gaan. Wan neer juffrouw Blaeklock en juffrouw Bunner dus gaan wandelen in de middag gaan ze vaak bosbessen plukken kan iedereen rustig binnen komen." „Gaat er dan geen enkele deur op slot?" vroeg Craddock verbaasd. „Vroeger wel. Maar tegenwoordig niet." „En wat vond Fletcher, wie waren er allemaal bin nen geweest?" „Vrijwel alle buren. Ik heb ze hier op een Rjstje." De commissaris raadpleegde zün notities. „Juffrouw Murgatroyd heeft een broedse kip gebracht om op eieren te zetten. Ze deed nogal zenuwachtig, maar Fletcher beschouwt dat een kwestie van aanleg, geen bewijs van schuld. Verder is mevrouw Swettenham wat paardenvoer komen halen, dat juffrouw Blaeklock voor haar op de keukentafel had klaar gezet; ze had het uit Milchester meegebracht. Mevrouw Swetten ham zegt, dat ze het liever haalt als Mitzi er niet is, omdat die altijd zo onhebbelijk doet." „Klinkt aannemelijk." „Volgende is juffrouw Hinchliffe. Die zei, dat ze er in geen weken geweest was. Maar dat bleek wél het geval. Want Mitzi zag haar op een keer door de züdeur weggaan en dat bevestigde de werkvrouw ook. Juffrouw Hinchliffe gaf toe, dat het best moge- lük kan zün geweest, maar zij kon zich niet herinne ren waarvoor ze was komen küken. Misschien alleen maar even aangelopen." „Dat klinkt tamelijk vreemd." (Wordt vtrvolffd) (NADRUK VERBODE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 9