LANDBOUW blijft zorgenkind
van de Russische regering
Ambitieuze ontginningsplannen in Siberië en
Kazakhstan houden grote risico s in
Russen betogen weer voor
Amerikaanse ambassade
m
WE ADVERTEERT—
I EEN MOORD!
L
hete
l
SPOTSPIEGEL'
Verwarde en onvolledige berichtgeving
E'j
Oplichting rond
puzzel
Dinsdag debat in
Lagerhuis
Nehroe vraagt Eisenhower troepen uit
Libanon terug te trekken
Vooronderzoek gelast
Prof. H. Cornells O.P.
hoogleraar te Nijmegen
Jongeman verdronken
MET TRACTOR TE
WATER GERAAKT
Midden-Oosten
„TEER EN VEREN VOOR PULLES"
(fifl
#1
ZATERDAG 19 JULI 1958
PAGINA 9
neem ook
mee op vakantie
je kunt nooit weten
ft
mm
m
door
AGATHA CHRISTIE
Advertentie
(Van een bijzondere correspondent)
zijn maar weinig dingen die in
de Sovjet-Unie met meer geheim
zinnigheid worden omgeven dan
de landbouw, de veeteelt, de zware
industrie en de sociaal-economische
toestand van de arbeiders. De land
bouw is voor de Sovjet-Unie de Achil
lespees van haar binnenlandse politiek.
De gegevens die jaarlijks worden ver
strekt in het officiële partij-rapport, in
tijdschriften en dagbladartikelen, zijn
zo onvolledig en verward, dat het zelfs
voor ingewijden in de Sovjet-politiek
uiterst moeilijk blijft zich een beeld
van de situatie te vormen. Illustratief
is een vergelijking tussen de uitlatin
gen van Malenkov en Khroesjtsjev. De
eerste verklaarde in oktober 1952 op
het negentiende partijcongres, dat ,,het
graanprobleem, dat zich aanvankelijk
zo ernstig liet aanzien, definitief is
overwonnen". Khroesjtsjev deelde van
zijn kant in maart 1954 mee, dat de
graanoogst .niet voldoende was om aan
de behoeften van de zich steeds uit
breidende bevolking te voldoen. Hij zei
het noodzakelijk te achten, dat de
oogst met 35 a 40 procent werd ver
hoogd. Hiervoor zou men in Siberië
en in Kazakhstan 13 miljoen ha bouw
grond moeten ontginnen.
Het grondbeginsel van de landbouw
In de Sovjet-Unie is, dat de staat de
enige eigenaar is van alle grond. Die
grond wordt in twee categorieën ver
deeld, namelijk in sovchozen en kol
chozen De eerste categorie bestaat
eenvoudig uit staatsbedrijven, volledig
op kosten van de overheid geëxploi
teerd. Zij beslaan een totaal van 136.8
miljoen ha grond, maar daarvan wer-
dep althans in juli 1957 slechts 88.7
miljoen bebouwd. De tweede categorie,
de kolchozen, bestaat uit landbouwbe
drijven die door de .staat aan rechts
persoonlijkheid bezittende gemeen
schappen van boeren worden verhuurd.
In juli 1957 hadden zij volgens de of
ficiële gegevens 801.7 miljoen ha grond
te bewerken, maar daarvan waren in
werkelijkheid maar 389.7 miljoen be
bouwd.
Het grote voordeel dat de bewoners
der kolchozen genieten boven die der
sovchozen, is ongetwijfeld het kleine
«tukje grond dat zij te eigen bate
mogen bewerken. Zij mogen bovendien
een koe houden, een slachtos, varkens,
kippen en geiten. Het totaal aan grond
dat de bewoners der kolchozen voor
eigen gebruik bezitten, bedraagt onge
veer 7.5 miljoen ha. Het belang van
dat cijfer wordt duidelijk, als men be
denkt, dat de particuliere landbouwbe
drijven, die er in de Sovjet-Unie toch
ook nog zijn, in totaal slechts over 0.2
miljoen ha beschikken.
Bij een beschikking van de Opper
ste Sovjet van juni van dit jaar zijn
de boeren ontslagen van de verplich
te levering van landbouwprodukten
van hun vrije grond. In het verleden
moesten zij daarvan jaarlijks 10 tot
40 procent afstaan aan de staat. In
1956 bedroeg dit percentage in de
sector aardappelen zelfs 44 procent.
Nu is bepaald, dat de verplichte
levering wordt vervangen door een
nog nader te regelen systeem van
belastingen.
Sinds Stalin in 1930, tegen de raad
gevingen van Lenin in, alle grond
heeft genationaliseerd, is de Sovjet-
iandbouw in gebreke gebleven. Hier
voor bestonden verschillende redenen.
De voornaamste daarvan was wel het
verzet van de boeren, die weigerden
voor een hongerloon voor de staat te
werken. Een andere reden was het ge
brek aan landbouwmachines en verder
was de bebouwbare oppervlakte van de
sovchozen en kolchozen te groot voor
het aantal boeren dat in de eerste
jaren vrijwillig zijn werkkracht ter
beschikking stelde.
In de laatste jaren heeft de Sovjet
regering andere redenen aangevoerd
voor de agrarische tekorten. Niet al
leen de droogte van sommige jarerf,
maar ook de arbeiders op de kolchozen
stelde zij verantwoordelijk. Deze laat-
sten zouden meer tijd en zorg besteed
hebben aan het bewerken van hun
eigen stukje grond dan aan de bebou
wing van de gemeenschappelijke gron
den.
Zij repte niet over het gebrek aan
zaadgoed en ook niet over de bedrijfs
economische nadelen die waren ver
bonden aan het systeem, waarbij alle
landbouwmachines in een centraal de
pot met een afzonderlijke directie wa
ren ondergebracht.
De 10e maart 1956 besloten het cen
trale comité van de Russische partij
en de ministerraad het statuut van de
kolchozen te veranderen en de arbei
ders minder vrije grond te geven, mede
omdat zij van sommige kolchozen
klachten zouden hebben ontvangen over
een starre en daardoor onrechtvaardi
ge verdeling.
Het decreet van 10 maart noemde
de toekenning van stukjes grond aan
de arbeiders op de kolchozen een nood
zakelijk kwaad, zolang de exploitatie
van de kolchozen niet kan instaan voor
de persoonlijke behoeften van de be
woners. De onheilspellende gevolgtrek
king, waar dit decreet dus op aanstuur
de, was, dat het bezit van dergelijke
lapjes grond overbodig was geworden
op die kolchozen, waar de produktie
de vastgestelde quota had bereikt. Dit
decreet bleek dan ook al dadelijk een
gevaarlijk wapen in handen van de ac
tivisten, die men op iedere kolchoze
aantreft.
Steeds veelvuldiger werden de be
richten over kolchozen, waar men „vrij
willig'' had besloten tot inkrimping of
opheffing van de bouwgronden voor
particulier gebruik. In dit licht heeft
dus de opheffing van de verplichte leve
ranties een afnemende betekenis.
Wfj hebben hierboven al vermeld,
dat Nikita Khroesjtsjev het no
dig oordeelde de bebouwbare
oppervlakte in de Sovjet-Unie met on-
■x
De eerste oogst in Siberië en Kazakhstan zou volgens officiële mededelingen aan de verwachtingen hebben beantwoord:
gemiddeld 17 a 18 kwintalen per ha.
geveer 13 miljoen ha te vergroten. In
1954 begon de Russische regering aan
de uitvoering van ontginningswerken
in Siberië en Kazakhstan. In dit laatste
gebied zou thans reeds 30 miljoen ha
zijn ontgonnen. De eerste oogst schijnt
volgens de officiële mededelingen ten
volle aan de verwachtingen te hebben
beantwoord met een gemiddelde van
17 a 18 kwintalen per ha. Het volgende
jaar deden de gevolgen van de grote
droogte zich echter al gelden. De oogst
was zo slecht, dat men ze op vele plaat
sen op het veld liet staan.
Natuurlijk kunnen dergelijke uitge
strekte oppervlakten gemakkelijk door
natuurrampen als te grote droogte, te
lange winters of te veel regen worden
getroffen. Toch werd er een zondebok
gezocht. De eerste secretaris van de
partij in Kazakhstan, Ponomarenko,
werd 9 augustus 1955 uit zijn ambt ont
slagen.
Om het gevaar van te grote droogte te
ondervangen is men er toe overge
gaan in de wintermaanden de dikke
laag sneeuw onder te ploegen, maar
dit procédé is slechts toepasselijk op
30 a 40 procent van de grond. Alles
bij elkaar blijft de landbouw in deze
streken een gewaagde onderneming en
dit niet alleen wegens de wisselvallig
heden van het klimaat, maar ook we
gens het gebrek aan werkkrachten. De
Pravda van Kazakhstan beweerde op
22 januari 1956 tenminste, dat de mees
te sovchozen met een gemiddelde opper
vlakte van 20 a 30.000 ha slechts be
schikken over 4 500 arbeiders, of één
per 50 ha.
Waarom is Khroesjtsjev dan overge
gaan tot een onderneming, waaraan
zelfs Stalin zich nooit heeft durven wa
gen? Wfj veronderstellen, dat dit om
militaire en politieke (redenen is ge
beurd. Het is namelijk opvallend, dat
de ontginningen in Siberië en Kazakh
stan gebeuren ten koste van de Oekraï
ne, de graanschuur van Europa. De
Oekraïne heeft zich altijd het felst ver
zet tegen de nationalisatie van de land
bouwbedrijven en op het ogenblik vindt
men er de meeste kolchozen en dus ook
de door de regering zozeer gelaakte
versnippering van grond en arbeids
krachten.
De regering zou de kolchozen wil
len omvormen tot sovchozen, maar de
bevolking verzet zich hiertegen. Om
het verzet te breken heeft de rege
ring geen beter middel kunnen vin
den dan de ontvolking van de Oekraï
ne. Met veel tam-tam voerde zij de
aanwervingspropaganda voor Siberië
en Kazakhstan, men ronselde eenvou
dig arbeiders voor de nieuwe ontgin
ningen; het werd een ware exodus
van 200.000 jonge arbeidskrachten.
De militaire reden voor de gevolgde
landbouwpolitiek is, dat de ligging van
de Oekraïne zeer ongunstig is. De laat
ste oorlog heeft aangetoond, dat een
verwoesting of bezetting van de Oekraï-
ne de Sovjet-Unie in haar bestaans
mogelijkheden aantast. De partij zocht
dus een middel om de graanopbrengst
in oorlogstijd te verzekeren door de
landbouw zover mogelijk naar het noor
den te verplaatsen. In plaats van tarwe
zal men in het vervolg in de Oekraïne
vooral maïs verbouwen, wat weer op
een intensivering van de veeteelt schijnt
te wijzen. De eerste secretaris van de
Oekraïnse partij, Kiritsjenko, verklaar
de op 15 februari, dat men de maïs-
oogst op de sovchozen en kolchozen
alleen maar kan doen toenemen ten
koste van het winter- en zomergraan,
„dat toch weinig oplevert."
Het blijft inmiddels een open vraag,
of de grote investering aan werkkrach-
ten, aan materiaal en kapitaal ten kos
te van een verzekerde opbrengst in de
le Russische boeren hebben zich immer tegen de nationalisatie van de land-
'ouw oedryven verzet. Zij weigeren voor een hongerloon voor de staat te werken.
Oekraïne wel verantwoord is. In het
westen zou men de kansen eerst tegen
elkaar hebben afgewogen. Voor de Rus
sen is de ontginning van Siberië en
Kazakhstan een prestige-kwestie gewor
den. En het ziet er naar uit, dat zjj
de huid van de beer verkocht hebben
voordat zij hem geschoten hebben.
De Sovjet-landbouw boert niet voor
delig. Een grondige herziening is no
dig. In januari van dit jaar heeft
Khroesjtsjev de landbouwmachines
rechtstreeks ter beschikking van de
landbouwers gesteld. Maar eerste voor
waarde is een grotere vrijheid voor de
boer, die beter dan een starre bureau
cratie de waarde van de grond kent
en meer rekening houdt met de wissel
valligheden van het klimaat.
(Van onze Haagse redactie)
De officier van justitie bij de Haagse
rechtbank, mr. dr. J. C. Maris, heeft
een gerechtelijk vooronderzoek gevor
derd tegen een ambtenaar van het
ministerie van economische zaken, die
verdacht wordt van oplichting of vals
heid in geschrifte. Deze ambtenaar, de
zoon van een puzzelmedewerker aan
een groot dagblad, zou aan twee puz
zels van het betreffende dagblad heb
ben deelgenomen, terwijl hij de oplos
sing geheel of gedeeltelijk kende. De
prijzen die hij met het oplossen van
deze puzzels had verdiend aanzien
lijke geldprijzen zou hij ten on
rechte hebben gewonnen. De ambtenaar
is in begin april enkele dagen door de
politie vastgehouden. Aanleiding tot
het vooronderzoek is het resultaat van
het opsporingsonderzoek. Dit voor
onderzoek zal, naar wordt verwacht,
niet voor september beginnen. De amb
tenaar is voortdurend blijven ontken
nen zich aan de feiten, waarvan hij
wordt verdacht, te hebben schuldig
gemaakt.
Het bestuur der Sint Radboudstich-
ting heeft pater H. Cornelis O. P. te Hoei
België, benoemd tot gewoon hoogleraar
in de faculteit der Godgeleerdheid aan
de r.k. universiteit te Nijmegen voor het
geven van onderwijs in de godsdienst
geschiedenis en de godsdienstwijsbe
geerte.
Prof. Cornelis bezet dus de leerstoel,
die bij het overlijden van prof. dr.
K. L. Belloni is vrijgekomen.
Om kwart over tien vrijdagavond is
te Leeuwarden de 19-jarige H. E. S.,
toen hij met een landbouwtractor op de
Kanaalweg wilde keren, te dicht op de
walkant gekomen, waardoor de tractor
kantelde en met de bestuurder in het
kanaal stortte.
Hoewel voorbijgangers direct red
dingspogingen in het werk stelden, ge
lukte het pas na een half uur het slacht
offer te vinden. De levensgeesten ble
ken toen reeds geweken.
De jongeman had de tractor meege
nomen van de boerderij van zijn vader
om er een eindje mee te gaan rijden.
(Van onze Londense correspondent)
LONDEN, hedenmorgen
De heer Butler, behalve Lord Geheim
Zegelbewaarder en minister van Bin
nenlandse Zaken ook leider van het
Lagerhuis, maakte gisteren bekend dat
het Lagerhuis de volgende week dins
dag een debat zal wijden aan de bui
tenlandse politiek. Zulks geschiedt op
initiatief van de oppositie, en het is
vrijwel zeker dat het debat zich voor
namelijk bezig zal houden met het
onderwerp waaraan in de huidige week
reeds twee debatten werden gewijd,
het Nabije Oosten.
De eerste minister van Groot-Brittan-
nië hield gisteren een bijeenkomst met
leden van zijn defensiecomité. Opmer
kelijk was dat hij wel de stafchefs
maar niet de ministers van Oorlog,
Marine, Luchtmacht en Bevoorrading
uitnodigde deel te nemen aan de ver
gadering.
De Labourpartij is enigszins in
moeilijkheden tengevolge van het ge
drag van een van haar leidende figu
ren aan het eind van het donderdag
gehouden debat over het Nabije Oosten.
De fractie in het Lagerhuis wordt ge
leid door een eigen „kabinet", waar
van de twaalf leden officieel woordvoer
der zijn voor hun eigen „departement".
Een hunner, officieel woordvoerder
voor defensie-affaires, George Brown,
onthield zich donderdag van stemming,
zulks met geheel voorbedachten rade.
Hij was het niet eens met zijn colle
ga's in de leiding van Labour dat hel
zenden van troepen naar Jordanië ver
oordeeld behoorde te worden.
Er zal heel wat tact nodig zijn om
deze.breuk in de partijleiding te helen.
Normaal zou het weinig moeite kosten
om de heer Brown uit de partijleiding
te verwijderen, maar behalve officieel
woordvoerder van de fractieleiding op
het terrein van defensie, is de heer
Brown eveneens de leider van de vak-
verenigingsgroep in'de labourfractie in
het Lagerhuis. Deze groep telt ruim
negentig leden, en indien zü achter de
heer Brown staat, zal de heer Gaitskell
zich minstens tweemaal bedenken voor
hij de heer Brown de les leest.
Voor de tweede achtereenvolgende
dag zijn in Moskou betogingen gehou
den voor de Amerikaanse ambassade in
de Tsjaikovvski-straat. Het aantal beto
gers was gisteren echter veel groter
dan daags tevoren men schat, dat
er ongeveer 20.000 waren en voorts
verliep de betoging veel onstuimiger.
Er werden zeker twintig ruiten van het
ambassadegebouw vernield en er zijn
ook heel wat inktpotten tegen de pui
kapot gegooid. Een zeer groot aantal
leuzen werd meegevoerd, zoals „Han
den af van Libanon" en „Teer en
veren voor Dulles". Een jongeman be
vestigde een portret van Nasser aan
het hek van de ambassade. Gewone
agenten, bereden politie en militairen
zorgden voor de bewaking van de am
bassade. De Amerikaanse ambassa
deur heeft gisteren in de loop van de
dag zeker 65 petities ontvangen van
verschillende organisaties en groeperin
gen in de Sovjet-Unie, die het optreden
in Libanon en Jordanië zeggen af te
keuren. Ook voor de Britse ambassade
in Moskou is betoogd.
Ongeveer honderd man wisten door
te dringen in een bijgebouw, dat wordt
bewoond door de arts van de ambas
sade. Zij troffen alleen de vrouw van
de arts en haar zoontje aan. Zonder
moeite konden moeder en kind zich
naar het hoofdgebouw begeven.
Een poging van de betogers om
ook daar binnen te komen mislukte. Er
werden tal van papieren met leuzen
erop tegen de gevel van de Britse am
bassade geplakt. Leden van het Britse
ambassade-personeel antwoorden hier
op door pamfletten uit te delen, waar
in het Britse optreden wordt gerecht
vaardigd.
Vandaag hebben duizenden betogers
zich naar het Britse consulaat in Sjang
hai begeven om te protester enetgen „de
imperialistische agressie" van Engelsen
en Amerikanen in het Midden-Oosten,
aldus meldt radio-Peking. Jonge betogers
beukten vanmorgen met de handen de
auto van de Britse zaakgelastigde in Pe
king, toen deze van het Chinese minis
terie van buitenlandse zaken naar de
Britse ambassade terugreed. De zaakge
lastigde, Duncan Wilson, had een protest
in ontvangst genomen van de Chinese
regering tegen de landing van Britse
troepen in Jordanië.
Personeel van de Britse ambassade dat
bij de ingang van het gebouw stond
werd door betogers met steentjes be
kogeld. Een auto, dlie het terrein van de
ambassade opreed, was met biljetten vol
geplakt. waarop de woorden „blijf van
Jordanië af" stonden.
Ook in Boekarest is er betoogd voor
de Amerikaanse en Britse legaties.
In Oost-Berlijn drong een aantal be
togers het gebouw van de Britse mi
litaire missie binnen, sloeg enkele
ruiten stuk en vernielde de inventa
ris. Een geparkeerde auto werd omver
geworpen en tot slot werd de Britse
vlag omlaag gehaald en verscheurdl
Bij het gebouw van de Amerikaanse
militaire missie troffen de betogers al
le deuren gesloten aan. Zij klommen
over de hekken, haalden de Amerikaan-
-
js
Terwijl politie te voet en te paard toekijkt demonstreren Russen voor de Amerikaanse ambassade in Moskou.
(Radiografisch overgebrachte foto
50
„Je hebt dus staan luisteren
„Ja, dat hèh ik. Ik geloof zelfs, dat het de be
doeling was, dat ik alles horen zou
„Hoe bedoel je?"
„Onze Letty is óók niet gekNuhoe het
züjü bent geborgen, maar hoe vind je het zelf?"
„O, Julia, ik had geen moment aan die moge-
lykheid gedacht
„Niet, zeg je? Heus niet? Jij zit toch vrüwel op
zwart zaad? Maar denk er aan, Phillipaals er
iemand tante Letty nu naar de andere wereld helpt,
dan ben jij verdachte no. één!"
„Juist niet. Ik zou wel gek zün als ik haar nu naar
het leven stondterwijl ik, door rustig te wach
ten
„Ah, dus jij weet ook alles van die stervende
mevrouw Hoe-heet-ze-ook-weerdaar helemaal in
Schotland? Ik dacht alPhillipa, jü bent een ech
te stiekeme
„Ik wil jou en Patrick nergens van beroven."
„Heus? Ik geloof er niets vanhet spijt me."
Inspecteur Craddock had op zü'n terugreis in de
trein een ellendige nacht doorgebracht. Zün dromen
leken wel nachtmerries. Hij snelde in zün onrustige
slaap voortdurend voort door grauwe gangen van een
middeleeuws kasteel, in vergeefse pogingen ergens
op tijd te komen of tüdig een naderend onheil te
verhinderen. Tenslotte droomde hü, dat hü wakker
lag. Dat was al een kolossale opluchting. Maar toen
ging het portier van zün coupé open en keek Letitia
Blaeklock hem met verwijtende blikken aan, ter
wijl het bloed haar over het gezicht stroomde.
„Waarom, heb je mij niet tijdig gered? Dat had
je gekund, als je gewild had!"
Op dat moment werd hij werkelijk wakker. In ieder
geval, de inspecteur was blü, toen hij weer in Mil-
chester was. Hij ging rechtstreeks aan de commis
saris rapport uitbrengen.
„Dit brengt ons dus niet veel verder," zuchtte Ry-
desdale. „Het bevestigt alleen wat juffrouw Blaeklock
verteld heeft. Pip en Emmaik ben straal be
nieuwd."
„Patrick en Julia Simmons hebben de juiste leef
tijd, meneer. Als we zekerheid hadden, dat juffrouw
Blaeklock ze sedert hun eerste jaren nooit meer ge
zien had."
Met een zachte grinnik zei Rydesdale: „Dat heeft
juffrouw Marple, onze medewerkster, allang voor ons
uitgevist. Juffrouw Blaeklock heeft ze een paar maan
den geleden pas voor het eerst van haar leven ont
moet."
„Ja, dan zou ik zo zeggen, meneer
„Zo gemakkelük gaat het niet, Craddock. Wü heb
ben alle gegevens gecontroleerd. Als we daar op af
gaan, moeten we Patrick en Julia afschrijven. Zün
marinejaren kloppen als een busbeste conduite
staat, alleen een beetje last van insubordinatie
We hebben ook Cannes nagegaan en een verontwaar
digde mevrouw Simmons heeft daar verklaard, dat
haar zoon en dochter in Chipping Cleghorn logeren
bij hun tante Letitia Blaeklock. Allemaal in orde!"
„En is die mevrouw Simmons ook werkelük me
vrouw Simmons?"
„Ze staat al een hele tijd als mevrouw Simmons
bekend, dat is het enige wat ze me kunnen verzeke
ren," antwoordde Rydesdale droogjes.
„Jadie twee pasten anders preciesbroer
en zus, zelfde leeftijd. Onbekenden voor juffrouw
BlaeklockPip en Emma!"
De commissaris knikte bedachtzaam en schoof
Craddock nu een stuk papier toe. „We hebben ook nog
wat over mevrouw Easterbrook gevonden," zei hü.
De inspecteur las met aandacht en opgetrokken
wenkbrauwen. „Erg interessant," merkte hij op. „Ze
heeft die ouwe gek dus handig aan de haak gesla
genMaar toch bestaat er geen enkel verband
met deze zaak, voorzover ik begrüp."
„Nee, kennelijk niet."
„En hier zijn nog enkel* gegevens met betveWang
tot mevrouw Hay mes."
se vlag omlaag, schilderden er de
woorden „Ami, go home" op en hesen
het dundoek vervolgens weer hoog aan
de mast.
De Indonesische regering heeft offi
cieel meegedeeld, dat zij het Brits-Ame
rikaanse optreden in het Midden-Oos
ten afkeurt. Zij is van mening, dat de
V.N. het aangewezen orgaan zijn om
de Arabische landen bü te staan de
moeilijkheden te overwinnen, die „dik
wijls gepaard gaan met een nationale
groei."
Het Marokkaanse parlement heeft
de landingen in Libanon en Jordanië
veroordeeld als „koloniale agressie."
„Premier Nehroe van Indië heeft in
antwoord op een boodschap van presi
dent Eisenhower geschreven, dat hij
gaarne zou zien, dat Amerika zijn troe
pen uit Libanon terugtrok. Nehroe
meent, dat de waarnemers van de V.N.
in staat zijn infiltratie van wapens en
manschappen te voorkomen.
De Italiaange premier, Amintore
Fanfani, heeft over de toestand in het
Midden-Oosten persoonlijke brieven ge
schreven aan president Eisenhower en
aan bondskanselier Adenauer van
West-Duitsland.
Uit Israël wordt gemeld, dat premier
Ben Goerion twee hoge functionarissen
op pad heeft gestuurd om van het wes
ten moderne wapens te kopen. De di
recteur-generaal van het ministerie van
defensie, Peres, heeft zich daartoe naar
Parüs begeven en ambassadeur Eban,
die in Israël was aangekomen om daar
zijn verlof door te brengen, is naar
Washington teruggekeerd.
De Israëlische stafchef, generaal
Haim Laskov, heeft verklaard, dat in
zün land „alle militaire voorzorgsmaat
regelen zijn genomen.
Andermaal trok Craddock zün voorhoofd in rim
pels. „Met die jonge dame zal ik nog eens moeten
praten, stel ik me voor."
„Denk je dat je aan deze inlichtingen wat hebben
kunt?"
„Dat geloof ik stellig. Het is wel niet rechtstreeks,
maar toch
Beide mannen zwegen enige ogenblikken. „En hoe
heeft Fletcher gewerkt, meneer?"
„Fletcher is heel actief geweest," vertelde commis
saris Rydesdale.
„Met toestemming van juffrouw Blaeklock heeft hij
het hele huis nauwkeurig onderzocht,' maar niets ver
dachts kunnen vinden. Vervolgens heeft hjj nagegaan
wie die deur kan hebben gesmeerd. Dat viel erg te
gen, want 't bleek, dat het buitenlandse keukenmeis
je haast iedere middag even uitgaatal was het al
leen om in het dorp naar de Tearoom te gaan. Wan
neer juffrouw Blaeklock en juffrouw Bunner dus gaan
wandelen in de middag gaan ze vaak bosbessen
plukken kan iedereen rustig binnen komen."
„Gaat er dan geen enkele deur op slot?" vroeg
Craddock verbaasd.
„Vroeger wel. Maar tegenwoordig niet."
„En wat vond Fletcher, wie waren er allemaal bin
nen geweest?"
„Vrijwel alle buren. Ik heb ze hier op een Rjstje."
De commissaris raadpleegde zün notities. „Juffrouw
Murgatroyd heeft een broedse kip gebracht om op
eieren te zetten. Ze deed nogal zenuwachtig, maar
Fletcher beschouwt dat een kwestie van aanleg, geen
bewijs van schuld. Verder is mevrouw Swettenham
wat paardenvoer komen halen, dat juffrouw Blaeklock
voor haar op de keukentafel had klaar gezet; ze had
het uit Milchester meegebracht. Mevrouw Swetten
ham zegt, dat ze het liever haalt als Mitzi er niet is,
omdat die altijd zo onhebbelijk doet."
„Klinkt aannemelijk."
„Volgende is juffrouw Hinchliffe. Die zei, dat ze
er in geen weken geweest was. Maar dat bleek wél
het geval. Want Mitzi zag haar op een keer door de
züdeur weggaan en dat bevestigde de werkvrouw
ook. Juffrouw Hinchliffe gaf toe, dat het best moge-
lük kan zün geweest, maar zij kon zich niet herinne
ren waarvoor ze was komen küken. Misschien alleen
maar even aangelopen."
„Dat klinkt tamelijk vreemd."
(Wordt vtrvolffd)
(NADRUK VERBODE