HAARLEM KREEG ROND 1700
ZIJN EERSTE SCHOUWBURG
Rederijkers speelden in 16de en 17de
eeuw zonder theater
Jan Sluyters bij kunsthandel Bier
In 1779 werd op het Plein de
Buitenschouwburg gebouwd
fqnoctue/)
HUB0TILE
schoorsteen
plaat
Van Looy-museum toont
werk van Tinas van Doorn
J
Anderhalve ton voor restau
ratie van twee panden aan
Gedempte Oude Gracht
Te snel gereden
Lening voor af-
bouw
Coornhertlyceum
TWEE EXPOSITIES VAN HOOG GEHALTE
HARTSTOCHTELIJK
EN ZINTUIGELIJK
HET B1NNENBEELD
GROEN Co.
n.v. H O U T R I B O
Ruim 3 ton voor ver
betering van zwembad
aan de Kleverlaan
Nieuwe verbeteringen
aan de jeugdherberg
Geslaagden Avond
lyceum
Haarlemse melk-
conflict
OPLOSSING NOG
NIET IN ZICHT
Krediet voor vergro
ting van kanoloods
Verdachte tot f 75
boete veroordeeld
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1958
PAGINA 3
r
Eerste theater
PHILIPS AUTO-RADIO
Inbouw en reparaties
Modernisering
JULIANA PARK 44
tel.55530
Wijngaardranken
CENTRALE VERWARMING
POW-R-MATIC Oliebranders
Het mag een beetje vreemd klinken, maar in zeker opzicbt
hebben de Haarlemse Rederijkers een pluim op bun boed
verdiend, omdat zij het in de zestiende en zeventiende eeuw
zonder theater moesten doen. In zeker opzicbt, wanneer men hen
namelijk stelt naast hun, kunstbroeders in Amsterdam. Daar was
reeds in 1617 op de Keizersgracht een schouwburg gebouwd en
het eerste vaste toneel van de Nederlanden getimmerd, maar dat
was eigenlijk alleen het gelukkig resultaat van literaire en minder
artistieke meningsverschillen tussen de Amsterdamse Rederijkers.
Alledaags gezegd: er was herrie in de Rederijkerskamer ,,De
bloeyende Eglentier", en zoals het in dergelijke gevallen vaker
gebeurt, kwam het tot scheuring. Dr. Samuel Coster, Hooft,
Breero en anderen verlieten de Kamer en stichtten „De Duytsche
Academie ter beoefening van literatuur, toneelspel en wetenschap.
De nieuwe broederschap met de deftige naam deed het niet
minder dan met een eigen theater, al was het dan maar een
simpel houten gebouw, niet ongelijk aan een grote boerderij met
een spits dak. Maar het was een begin; op dezelfde plaats bouwde
Jacob van Campen in 1657 een stenen schouwburg (ingewijd op
J januari 1658 met Vondels Gysbrecht), die zich allengs ont
wikkeld heeft tot de stadsschouwburg van de hoofdstad. Terecht is
dan ook in de muur van de huidige schouwburg, aan de zijde van de
stille uithoek van het Leidse Plein, een bronzen gedenkplaat gemetseld
met de kop van dr. Coster, „stichter van de Amsterdamse Stads
schouwburg".
Velen zullen zich de knusse loge-
tjes van de oude Jansschouwburg
nog wel herinneren. In de geschie-
nis van het Haarlemse toneelleven
heejt ze een belangrijke rol
gespeeld.
In Haarlem geen ruzie, geen schouw
burg. Toen de Amsterdamse toneelspe
lers bijvoorbeeld in 1656 in Haarlem een
voorstelling kwamen geven, speelden zij
„bij den Haarlemmer Hout"; dat zal dus
■wel in een tent of een loods geweest
zijn. Een afbeelding van het affiche voor
deze voorstelling bestaat nog. Overigens
kan men later wel een parallel vinden
tussen de toneelsituatie van de hoofd
stad en Haarlem. Ieder die een beetje
Ihuïs is in de Nederlandse toneel
geschiedenis, kent wel de befaamde
Houten Kast op het Amsterdamse Leidse
Plein. Dat theater was gebouwd na de
verschrikkelijke brand in de schouw
burg op de Keizersgracht, in 1772: het
was bedoeld als noodgebouw en heeft
dan ook precies een eeuw dienst ge
daan. Noodoplossingen hebben dikwijls
een taai leven.
De Houten Kast op het Plein is pre
cies de naam die ook past op het
theater, dat de acteur Neyts
burping16* kouwen: een houten schouw-
de Ten-moi°p het plein ter hoogte van
van hmP vf7Sstraat- Neyts was de "f?
In if LJ ™e Operagezelschap dat
op 11 mei 1772, de rampzalige avond
van de brand in Amsterdam De qualyk
bewaarde dogter" had gespeeld. Hij had
alles in het vuur verloren, speelde nog
een jaar in een tent te Amsterdam,
kwam dus in 1779 te Haarlem te voor
schijn als schouwburgdirecteur. Zijn
houten theater was voor de Haarlem
mers de Buitenschouwburg, immers bui
ten de Grote Houtpoort gelegen. Merk
waardig dat het evenals de Houten Kast
te Amsterdam precies een eeuw bestaan
heeft. Tot 1879. Toen had het een goede,
maar ook een slechte tijd achter de rug,
slecht vooral sinds 1849. In dat jaar was
immers de „nieuwe" schouwburg ge
sticht, de moderne Janswegschouwburg,
midden in de stad gelegen, modern, com
fortabel, in alle opzichten beter dan de
schouwburgloods van het Plein. De con
currentie daartegen was te zwaar.
De Buitenschouwburg was intussen
niet het eerste theater van Haarlem.
Omstreeks het begin van de achttiende
eeuw was er al een bescheiden toneel
tempel geweest op de Koudenhorn,
merkwaardigerwijze in een huis dat
vroeger als kerk van de Jezuïeten had
dienst gedaan. Veel is er niet over be
kend, ling heeft zij met bestaan.
Het eerste theatertje dan, met een
vast toneel, was een toneelzaal aan het
Klein Heiligland. Dat Haarlem dit aan
amateurs te danken had, lag eigenlijk
voor de hand; bij de stedelijke overheid
was het nooit in de vroede hooiden op
gekomen een schouwburg te bouwen, en
een gezelschap van beroepsspelers be
zaten wij in Haarlem niet. Het had er
„77lk bunnen bestaan! De toneel-
tehuU e* Klein Heiligland was net
zaam Vermaak» Tooneelsociëteit „Leer-
ongetwijfeld verm" s1tif.1?1tinS dle
toneelkunst in wT il ™or tl
en bii de Haarif^. m heeft gemaakt
voor toneel heeft gekweeki18"88*™^
houden, al bleef dPze verdienstelijke
werkzaamheid dan ook bPn.Jw i 5!
meer notabele kringen. Perkt tot de
„Leerzaam Vermaak" Was g id
uit het genootschap „Eer voedt de
kunst", waarin Adr. Loosjes Pzn in 1777
enkele gelijkgezinde jongelui had ver
enigd ter „beoefening van de letter
kunde en andere beschaafde oefening".
Omstreeks 1780 verbonden de jongelui
zich met een genootschap, dat een nog
mooiere naam had: „Vlijt, moeder der
Wetenschap". Het ging er serieus aan
toe, de mooie naam was geen vlag om
alleen gezellige avondjes te organiseren,
®en van de leden reciteerde het een of
ander, liet zijn eigen letterkundige proe-
yetl horen of hield een inleiding over
een letterkundig of ander onderwerp.
■D© prestaties werden instantelijK noor
jury beoordeeld en met een prijsje
Advertentie
Koninginneweg 6, Tuinlaantje 18.
Telefoon 14024
beloond; de overige leden en introducé's
luisterden en konden desgewenst met de
inleider in discussie treden. Af en toe
werd ook een toneelstukje ten beste
gegeven; dat zal wel in de smaak ge
vallen zijn na alle inleidingen en lezin
gen: toneel werd spoedig de voornaam
ste bezigheid. Stukken met vrouwen
rollen werden oorspronkelijk niet ge
speeld, of Loosjes ging ze bewerken;
hetgeen betekende dat de vrouwenrollen
werden wèggewerkt. Wat het meespelen
van dames betreft had Loosjes de klok
dus ruim een eeuw teruggezet.
Het allengs drukker wordende toneel
spelen bracht moeilijkheden mee voor
het genootschap. De voorstellingen wer
den immers gegeven bij de leden, die
beurt voor beurt in hun huis een toneel
zaal moesten improviseren. De huizen
zullen daarvoor groot genoeg geweest
zijn, maar met decor en verlichting bleef
het natuurlijk primitief behelpen: de
leden gingen verlangen naar een toneel
zaal met een vast toneel.
Het ideaal werd verwezenlijkt, toen
het genootschap in 1785 het oude
weeshuis van de Doopsgezinde Ge
meente aan het Klein Heiligland kon
kopen. Het geval kostte ƒ2805,-. De
naam werd nu veranderd in „Leer-
Advertentie
en plaats vóór de winter
binnen enkele uren een
met natuursteeneffect.
Onbrandbaar en modern
van kleur en vormgeving.
Het zwembad aan de Kleverlaan
blijkt niet meer te voldoen aan redelijk
te stellen eisen. B. en W. van Haarlem
stellen de raad daarom voor f 309.00»
beschikbaar te stellen voor de verbete
ring en verbouwing van het bad. De
inrichting is totaal verouderd, maar kan
voorlopig in Haarlem-noord nog met
worden gemist. Na de voorgestelde ver
betering en verbouwing zal zij echter
nog 10 a 15 jaar mee kunnen.
Daartoe moet een rondpomp- en
chloreringsinstallatie worden aange
bracht en een basinbodem, die met door
chloor wordt aangetast. De houten per
rons om het basin moeten door beton
nen perrons vervangen worden, terwijl
de entree van het zwembad en het ter
ras vergroot moet worden. De vloeren
van de kleedcabines zullen van beton
moeten worden gemaakt. Voor het on
derbrengen van 'n waterzuiveringsinstal
latie is een gebouw met een verdieping
geprojecteerd, op welke verdieping een
clublokaal kan worden ingericht. Bouw
technisch is het nodig het gebouw een
grotere omvang te geven dan alleen
voor het onderbrengen van de water
zuiveringsinstallatie nodig is. Het club
lokaal kan meehelpen de zalennood in
dit stadsdeel enigszins te verlichten.
B. en W. merken op dat intussen on
verminderd voortgegaan moet worden
met het voorbereiden van de plannen
voor een zwembad aan de Planetenlaan
en van een zwembad in het Burgemees
ter Reinaldapark.
zaam Vermaak", er kwamen meer
leden, de Toneelsociëteit ging een
bloeiende tijd tegemoet onder leiding
van de „direkteur" Jan van Walré.
Hij was een ijverig, maar geen groot
dichter; als leider kon de sociëteit
echter geen betere man wensen.
hij was energiek en voortvarend, had
altijd nieuwe plannen, ontwierp zelf
decors en costuums. Onder zijn leiding
liet de sociëteit de kans niet voorbij
gaan. om in 1796 het achterliggende
pand, in de Grote Houtstraat dus, aan
te kopen voor 1500.-; het schouw
burgje werd uitgebreid en verbeterd;
er werden o.a. „moderne" kleedkamers
ingericht.
„Leerzaam Vermaak" was een toneel
sociëteit. Met andere woorden de toneel
zaal aan het Klein Heiligland was niet
een voor iedereen toegankelijk theater;
de voorstellingen konden alleen bijge
woond worden door de leden en hun
introducé's. Wat de laatsten betreft,
werd streng de hand gehouden aan het
reglement; nauwkeurig was voorge
schreven, hoeveel familieleden en gas
ten voor introductie in aanmerking kwa
men. Op overtreding stond de fikse boete
van ƒ50.-, een bedrag, dat ook tegen
woordig onwaarschijnlijk hoog zou zijn
en waaruit wel blijkt, uit welke kringen
de leden kwamen. Een eenvoudig am
bachtsman of neringdoende had overi
gens ook nietde hoge contributie van
„Leerzaam Vermaak" kunnen betalen;
bij de oprichting was het 14.- per jaar;
toen in 1791 een en ander in de toneel
zaal werd verbouwd en vertimmerd,
werd het 21.—.
Jan van Walré of het bestuur of wie
er dan verantwoordelijk voor was, had
rekening gehouden met mogelijke ijdele
bevliegingen van de leden. Wie als
actief lid was opgetreden en later drie
keer een (waarschijnlijk kleinere) rol
weigerde, werd eenvoudig als lid ge
schrapt! „Leerzaam Vermaak" en het
theatertje bloeiden, overleefden de
zwarte tijden van de Bataafse Republiek
en de inlijving bij Frankrijk, al zal er
in de laatste Napoleontische jaren niet
veel gespeeld zijn. De ondergang kwam
echter na de bevrijding; het land was
totaal verarmd, het economische leven
kon niet in enkele jaren op slag komen;
het toneel moest wel gevoelig lijden
onder deze omstandigheden. In 1816
werd de toneelsociëteit opgeheven.
„Leerzaam Vermaak" werd bijna zes
tig jaar overleefd door de „Wijngaard
ranken", de op één na oudste rede
rijkerskamer van Haarlem. Deze kamer,
die in de vorige eeuw vele jaren bijeen
kwam in het zogenaamde Commensalen-
huis (het huidige Vincentiusgebouw) in
de Zoetestraat, beperkte zich niet tot
toneel, ofschoon zijn „verdienstelijke
priesterschaar eene menigte aanbidders
verzamelt in onze tempels, aan Thalia
en Melpomene gewijd". De leden hiel
den zich reeds in ae zeventiende eeuw
effectief bezig met taalstudie en taal
zuiverheid, lieten verhandelingen schrij
ven over bijvoorbeeld „Of Gods genade
door Christi lyden en 's Geestes kracht
ons salicheyd maar ten deel of gheheel
heeft gewrocht", en namen o.a. het ini
tiatief tot plaatsing van een gedenk
steen in het geboortehuis van Lourens
Coster op de Grote Markt. Maar, later
opgericht dan de „Pelicaen" (Trou moet
blycken), heeft het de hoge ouderdom
van de huidige sociëteit niet mogen be
reiken. In 1874 is de „Wijngaardranken"
tot opheffing overgegaan. Er waren toen
nog zes leden.
Hk. A.
Eerste artikel in deze serie verscheen In
onze courant van zaterdag 16 augustus.
Er ontbreekt nog een en ander aan
de jeugdherberg „Jan Gvjzen". De
vloerbedekking in de hal moet gewij
zigd worden, terwijl de kapstokken op
de juiste hoogte moeten worden ge-
br acht. Daarvoor is enige wijziging in
de muurindeling noodzakelijk. In de toi
letten in de gang moet een eenvoudige
wasgelegenheid worden aangelegd. De
administratiekamer van de jeugdher
bergkamer moet verwarmd kunnen
worden en er moet een luchtverver
singsmogelijkheid worden aangebracht.
dragen rf'inTfnn deze verbeteringen be-
om welk bedrag B. en
W. de raad thans vragen.
,^L^LlaatsLe ,.froeP leerlingen, die
deelgenomen hebben aan de staats
examens, slaagden de volgende leer
lingen van het Haarlems Avondlyceum:
voor Gymnasium M. F. van Trigt te
Warmond en L. van Rijswijk te Sant
poort; voorHBSAP. Dunk te Zand-
voort; voor HBS B K. J. W. v d Broek
te Zandvoort en W. Clay te Vogelen
zang; voor artikel 3 R. Termeer te
Heemstede.
De bemiddelingscommissie in het
Haarlemse melkconflict heeft als haar
neutraal voorzitter aangewezen dr. ir.
C. Schiere, directeur van het botercon-
trole station Zuid-Holland in Den Haag.
De commissie heeft tot nu toe eenmaal
met de beide partijen in het conflict ge
confereerd. Veel nader tot een oplos
sing is men tot nog toe echter niet ge
komen. De commissie heeft nog geen
gemeenschappelijke basis kunnen vinden
waarop beide partijen bereid zijn met
elkaar te praten. Zij wil op de eerste
plaats bereiken, dat de eigen slijters
van de Sierkan weer van de straat
verdwijnen zodat de prijs-concurrentie
wordt opgeheven. De slijters van de
Sierkan trekken intussen nog iedere
morgen trouw de wijk in.
Wü vernemen dat de directie van de
Sierkan inmiddels weer nieuwe bestel
wagens heeft besteld. Het ziet er dus
niet naar uit dat er op korte termijn
een einde wordt gevonden in het con
flict.
De Haarlemse Kanovereniging heeft
onlangs, geholpen door een spaaractie
en veler hulp, een tienpersoons- en een
vierpersoonskano aangeschaft. De kano-
loods van de vereniging aan de Schalk-
wijkerweg is berekend op boten van
maximaal 6 meter lengte, terwijl de
nieuwe boten resp. 10 en 9 meter lang
zijn.
Over de hele lengte van de loods zal
een vliering van 14 meter lengte en 3
meter breedte moeten worden aange
bracht, aan beide zijden voorzien van
een eenvoudige houten leuning. Er moet
een ladderverbinding met de begane
grond komen. Bovendien moet ook op
deze vliering electrisch licht worden
aangebracht. Het raam in de zuidelijke
topgevel moet vergroot worden om de
boten door te kunnen transporteren, en
het moet afgesloten kunnen worden
met een draaibaar houten luik. De kos
ten worden begroot op f 3.240. De huur
kan daardoor verhoogd worden met f 75
per jaar. B. en W. vragen de raad de
benodigde gelden voor deze verbeterin
gen toe te staan.
In een stille achterstraat, terzijde waarvan de drukte door de Grote Hout
straat golft, prijken twee voortreffelijke, gedistingeerde schilderijtjes,
door de kleine uitstalkasten als een vitrine omsloten.
Het moet de argeloze wandelaar een verrassing zijn, zulke kostelijke ju
weeltjes van schilderkunst zo maar langs de straat uitgestald te zien. Als
hij door de glazen deur naar binnen gluurt ziet hij een zaal met frisse, kleu
rige schilderijen die bescheiden aangekondigd staan als Expositie van na
gelaten werk van Jan Sluyters.
En enkele minuten verderop, in het Van Looy-museum, is er een keuze
te zien uit het werk van Tinus van Doorn, wiens naam nauwelijks
klank heeft onder het volk maar wiens schilderijen allerwege belangstelling
hebben getrokken, hoewel het het jeugdwerk is van een schilder die bijna
twintig jaar terug overleed.
Het is in de kunsthandel Bier aan het
Groot Heiligland, dat wij de schilderij
en van Jan Sluijters hebben gezien. Het
is een verkoopstentoonsteiling uit de
artistieke nalatenschap van de vorig
jaar overleden meester. Hoe jeugdig
en aanvaardbaar, plezierig en blijmoe-,
dig dit werk voor ons thans ook is,
toen de jonge Sluijters in 1906 na zijn
Prix de Rome-reis uit Parijs terug
kwam met de kleur van de Franse lu-
ministen, de ritmische korte toets van
Van Gogh, de kleurontleding van Seu-
rat en de levensfelheid van de Toulou
se Lautrec in zijn geestelijke bagage,
stuitte hij in het donker schilderende
Holland op grote weerstand. Sluijters
heeft zich niet laten weerhouden. In
Gestel en Mondriaan vond hij mede
standers, met wie hij zich aansloot bij
andere wegbereiders naar een moder
ne Nederlandse schilderkunst als
Toorop Thorn Prikker en Schelfhout. In
1908 hield St.-Lucas (in Amsterdams
Stedelijk Museum!) een opzienbarende
doorbraaktentoonstelling. Dit is inmid
dels een halve eeuw geleden en de Nieu
we Beweging, die toen op gang kwam
is op de dag van heden nog niet uit
gewerkt.
Sluijters was geen theoreticus en is
de minst doctrinaire deelgenoot gewor
den. Meerdere stijlopvattingen, die ge
lijktijdig en achtereenvolgens opgeld
deden, beproefde hij en wat hü bruik
baar achtte behield hij in de hartstoch
telijke, maar toch ook vreugdevolle be
zigheid, die voor hem het schilderen
was. Zo is Sluijters tot zijn dood op de
hoge leeftijd van 76 jaar toe een vitale,
jeugdige verschijning in de schilder
kunst gebleven; een schilder uit visu
ele ontroering, een knap vakman met
veel ervaring, een genieter van al het
schone, waarop zijn blikken bleven rus
ten. Portret en landschap, bloemstuk,
stilleven, kinderfiguur en het blanke
naakt waren zijn onderwerpen, die op
deze tentoonstelling, welke nog tot 7
september duurt, met uit de meeste
perioden gave en zeer fraaie voorbeel
den vertegenwoordigd zijn.
Een bondig overzicht van wat Sluij
ters heeft betekend, maar een vreugde
tevens voor het oog, deze orgie van
kleur, vlokkig gegroepeerd tot vorm
door een rasschilder. Een tentoonstel
ling om vakantie mee te vieren!
Een heel ander verhaal vormt de ach
tergrond van de tentoonstelling van na
gelaten werk van Tinus van Doorn, die
tot 1 september in het Van Looy-mu
seum wordt gehouden.
Deze in Indië geboren, in Holland
opgegroeide schilder graficus
beeldhouwer die ook enige litterair zeer
verzorgde kritieken heeft geschreven,
stierf op 35-jarige leeftijd. „De dag
waarop het Duitse leger Brussel bin
nentrok, 17 mei 1940, is ook de dag van
zijn dood en van die van zijn vrouw
geworden". Zo staat het heel sober in
de catalogus, maar deze formulering
laat voldoende ruimte om het drama
van wanhoop te vermoeden dat zich
toen voltrokken heeft. Het wordt ook
voelbaar uit zijn werk, dat een heim
wee vertoont naar blije zorgeloosheid.
Tegenover de zintuiglijk levende Sluy
ters is Tinus van Doorn de kunstenaar
van het „binnenbeeld".
Hjj is na zijn studie aan de H.B.S. te
Breda leerling geweest van de Haagse
Academie, waar de subjectief ingestel
de, niet normatief corrigerende, ver
sierend gerichte opleiding wel zeer in
haakte op zijn weinig reëele, utopisch-
dichterlijke karakter. Hij kreeg er een
verzorgd handschrift, charmant van
lijn, samenvattend van visie, vereenvou
digend van vorm. Hij leerde er toepas
sen wat bruikbaar was en weglaten wat
ongelegen kwam. Zijn beeldende taal
heeft de kenmerken van al zijn tijd
genoten: het primaire van Permeke en
Chabot, getemperd door de verfijning
van zijn geacheveerde geest, het de
coratieve van de Bergense school, het
punctueel verzorgde van de nieuwe za
kelijkheid, het expressionisme van
Kruyder, de vormbinding van Cantré.
Tijdsepigonisme zal men Tinus van
Doorn echter niet mogen verwijten.
Daarvoor is hij in alles wat hij deed
toch te zeer zichzelf, en hij zelf is deel
van zijn tijd. Ondanks dat heeft zijn
werk niet gedateerd. Men vindt in Van
Doorns werk terug datgene wat in de
beeldende kunst van alle tijden van be
lang is geweest; de benadering van de
zichtbare werkelijkheid niet door de
imitatie maar door suggestie in vorm
en kleur naar de mogelijkheden van
materiaal en gereedschap.
Het Boerenmeisje uit 1934 heeft mo
menten, waarin de soberheid van zeg
ging wonderlijke volledigheid oproept.
Het heeft het frappant-klassieke van
het vergroot fragment uit een laat-mid-
deleeuws schilderij. In de laatste jaren
van zijn leven neemt zijn vakmatige
kwaliteit toe in de soberheid van direc
te materiaalbezieling en vormsuggestie
terwijl artistiek de grootste eenvoud
van beeld sterk overdrachtelijke wer
king verkrijgt.
Dit wel zeer bijzonder gevoelige,
door weinigen gekende werk appelleert
aan emoties die wjj allen kennen, de
voordracht is aansprekend, dichterlijk
en soms sprookjesachtig. Ook het be
zoek aan deze tentoonstelling is een be
levenis die dankbaar stemt. L. T.
Bloemstilleven van Jan Sluyters op de expositie in kunsthandel Bier.
De verbouwing en het restaureren
van de beide panden aan de Gedempte
Oude Gracht, die de Haarlemse raad in
juni 1957 aankocht ten behoeve van
Openbare Werken, zal de gemeente op
f 146.000 komen te staan. Het perceel
Gedempte Oude Gracht 41 komt voor op
de voorlopige monumentenlijst en beide
huizen komen al voor in de 17e eeuwse
archieven. B. en W. stellen voor de hui
zen zoveel mogelijk in hun oude toe
stand te behouden of terug te brengen.
Alle in later tijden aangebrachte be
timmeringen, stucadoor- en boardpla
fonds zijn verwijderd en daarbij is wel
geblekên, dat de constructie in een
slechte toestand verkeert. De top van de
voorgevel moet worden vernieuwd van
de waterlijst onder de ramen van de
Harmonicaspeler in boomgaard, een werk van Tinus van Doorn, te zien op de
tentoonstelling in Huis Van Looy.
Vrijdag kwam voor de Hilversumse
kantonrechter de zaak voor van iemand
aan wie ten laste gelegd werd
te hard te hebben gereden. 12 april j.l.
had hij met een snelheid van 81 km
per uur over de Ceintuurbaan te Bus-
sum gereden, terwijl slechts de maxi
mumsnelheid van 50 km is toegestaan.
Hjj werd opgemerkt door een politie
man m burger, die zich in dezelfde
richting als verdachte begaf, in een
oudere wagen. De politieman volgde
verdachte en wist hem tot stoppen te
dwingen. De politieman was uit zijn
wagen gestapt, doch verdachte was
toen met grote snelheid weggereden.
Verdachte verklaarde in de veronder
stelling te hebben verkeerd, dat de po
litieman ruzie zou gaan zoeken. Hjj
had dus gemaakt, dat hij wegkwam,
niet wetend, dat hij met een politie
man in Durger te doen had.
Hij verklaarde niet gehoord te heb
ben, dat deze zich als politie bekend
maakte. De officier achtte het ten las
te gelegde bewezen en merkte op, dat
verdachte wegens zijn faam in de auto
wereld verplicht was een voorbeeld
voor anderen op de weg te zijn. Hij
eiste een boete van 200 of 2 maanden
hechtenis en voorts een voorwaardelij
ke intrekking van het rijbewijs voor 6
maanden met een proeftijd van 1 jaar.
De verdediger mr. B. W. Stomps uit
Haarlem, verzocht de rechter zich te
verplaatsen in de gesteltenis van ver
dachte. Een trotse bezitter van een
snelle sportwagen is meestal geneigd,
wanneer een oude wagen hem passeert
zijn snelheid te verhogen, voerde mr.
Stomps in zijn verdediging aan. Hij
voegde er aan toe, dat verdachte meer
dan 1 miljoen kilometer heeft gereden
zonder een ongeluk te hebben veroor
zaakt. Verdachte heeft niet geweten,
dat de aanhouder een politieman was
en dus kan hem niet worden aangere
kend weerbarstig tegen deze man te
zijn geweest. Hij was weggereden om
een scheldpartij te voorkomen. Mr.
Stomps demonstreerde vervolgens met
een model van de sportwagen (Schaal
1 op 18) en fotomateriaal, waaruit z.i.
bleek, dat de politieambtenaar niet de
minste kans had gelopen te worden
overreden.
De kantonrechter, mr. Van Meerwijk
deed terstond uitspraak en veroordeel
de verdachte tot 75 boete subs. 14 da
gen hechtenis.
tweede verdieping af. De slechte toe
stand van het metselwerk blijkt geca
moufleerd te zijn door overgeverfde
herstellingen met stopverf. De onderpui
van de voorgevel dateert uit de negen
tiende eeuw en omdat geen oudere ge
gevens bekend zijn, zal de gevel worden
hersteld in de toestand zoals die om
streeks 1810 was.
In de achtergevel moeten de kozijnen
op de oorspronkelijke maat worden ge
maakt, terwijl de bijbehorende vensters
moeten worden aangebracht en het met
selwerk hersteld moet worden. Belang
rijke binnenmuren op de benedenver
dieping zijn gesloopt en aan de aanwe
zige muren moeten voorzieningen wor
den getroffen, om het verband te her
stellen. De zoldering aan de voorzijde
is gevaarlijk verminkt, evenals het
trappenhuis, dat ook vernieuwd moet
worden.
De bouwgeschiedenis van het perceel
Gedempte Oude Gracht 43 is vrijwel
onbekend, maar er zijn wel ingrijpende
verbouwingen nodig. De voorgevel kan
blijven staan, maar de achtergevel moet
achteruit worden geplaatst om de ach
terkamers van perceel 41 voldoende
daglichtinval te geven. In de beide per
celen zal centrale verwarming worden
aangelegd, waartoe in de uitgebouwde
kamer van perceel 41, de zogeheten
Empirekamer, tot voorlopige ketelka
mer wordt ingericht. In een volgend sta
dium van het restauratieplan zal achter
deze kamer een verwarmingskelder
worden aangelegd. Voor de restauratie
van perceel 41 zal rijk en provincie
om subsidie worden gevraagd.
Advertentie
BLOEMEND AAL - TELEF. 54855
B. en W. van Haèrlem vragen de raad
toestemming om by de N.V. Bank voor
Nederlandse Gemeenten een bedrag van
f 2.015.000 te lenen tegen een rente van
4% pet. per jaar, ter financiering van
de bouw van het vierde deel van het
Coornhertlyceum. De lening heeft een
looptijd van dertig jaar.
Deze week heeft de aanbesteding van
de bouw plaats gehad. Enige jaren ge
leden keurde de raad een besluit goed
om voor rond twee miljoen het vierde
deel van het Coornhertlyceum te doen
bouwen. Doordat de nodige vergunnin
gen uitbleven en als gevolg van de be
stedingsbeperking, moest de bouw voort
durend worden uitgesteld. De minister
van O. K. en W. heeft nu bemiddeld,
zodat Haarlem het benodigde bedrag
kon lenen.