HAARLEM KREEG ROND 1700 ZIJN EERSTE SCHOUWBURG Rederijkers speelden in 16de en 17de eeuw zonder theater Jan Sluyters bij kunsthandel Bier In 1779 werd op het Plein de Buitenschouwburg gebouwd fqnoctue/) HUB0TILE schoorsteen plaat Van Looy-museum toont werk van Tinas van Doorn J Anderhalve ton voor restau ratie van twee panden aan Gedempte Oude Gracht Te snel gereden Lening voor af- bouw Coornhertlyceum TWEE EXPOSITIES VAN HOOG GEHALTE HARTSTOCHTELIJK EN ZINTUIGELIJK HET B1NNENBEELD GROEN Co. n.v. H O U T R I B O Ruim 3 ton voor ver betering van zwembad aan de Kleverlaan Nieuwe verbeteringen aan de jeugdherberg Geslaagden Avond lyceum Haarlemse melk- conflict OPLOSSING NOG NIET IN ZICHT Krediet voor vergro ting van kanoloods Verdachte tot f 75 boete veroordeeld ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1958 PAGINA 3 r Eerste theater PHILIPS AUTO-RADIO Inbouw en reparaties Modernisering JULIANA PARK 44 tel.55530 Wijngaardranken CENTRALE VERWARMING POW-R-MATIC Oliebranders Het mag een beetje vreemd klinken, maar in zeker opzicbt hebben de Haarlemse Rederijkers een pluim op bun boed verdiend, omdat zij het in de zestiende en zeventiende eeuw zonder theater moesten doen. In zeker opzicbt, wanneer men hen namelijk stelt naast hun, kunstbroeders in Amsterdam. Daar was reeds in 1617 op de Keizersgracht een schouwburg gebouwd en het eerste vaste toneel van de Nederlanden getimmerd, maar dat was eigenlijk alleen het gelukkig resultaat van literaire en minder artistieke meningsverschillen tussen de Amsterdamse Rederijkers. Alledaags gezegd: er was herrie in de Rederijkerskamer ,,De bloeyende Eglentier", en zoals het in dergelijke gevallen vaker gebeurt, kwam het tot scheuring. Dr. Samuel Coster, Hooft, Breero en anderen verlieten de Kamer en stichtten „De Duytsche Academie ter beoefening van literatuur, toneelspel en wetenschap. De nieuwe broederschap met de deftige naam deed het niet minder dan met een eigen theater, al was het dan maar een simpel houten gebouw, niet ongelijk aan een grote boerderij met een spits dak. Maar het was een begin; op dezelfde plaats bouwde Jacob van Campen in 1657 een stenen schouwburg (ingewijd op J januari 1658 met Vondels Gysbrecht), die zich allengs ont wikkeld heeft tot de stadsschouwburg van de hoofdstad. Terecht is dan ook in de muur van de huidige schouwburg, aan de zijde van de stille uithoek van het Leidse Plein, een bronzen gedenkplaat gemetseld met de kop van dr. Coster, „stichter van de Amsterdamse Stads schouwburg". Velen zullen zich de knusse loge- tjes van de oude Jansschouwburg nog wel herinneren. In de geschie- nis van het Haarlemse toneelleven heejt ze een belangrijke rol gespeeld. In Haarlem geen ruzie, geen schouw burg. Toen de Amsterdamse toneelspe lers bijvoorbeeld in 1656 in Haarlem een voorstelling kwamen geven, speelden zij „bij den Haarlemmer Hout"; dat zal dus ■wel in een tent of een loods geweest zijn. Een afbeelding van het affiche voor deze voorstelling bestaat nog. Overigens kan men later wel een parallel vinden tussen de toneelsituatie van de hoofd stad en Haarlem. Ieder die een beetje Ihuïs is in de Nederlandse toneel geschiedenis, kent wel de befaamde Houten Kast op het Amsterdamse Leidse Plein. Dat theater was gebouwd na de verschrikkelijke brand in de schouw burg op de Keizersgracht, in 1772: het was bedoeld als noodgebouw en heeft dan ook precies een eeuw dienst ge daan. Noodoplossingen hebben dikwijls een taai leven. De Houten Kast op het Plein is pre cies de naam die ook past op het theater, dat de acteur Neyts burping16* kouwen: een houten schouw- de Ten-moi°p het plein ter hoogte van van hmP vf7Sstraat- Neyts was de "f? In if LJ ™e Operagezelschap dat op 11 mei 1772, de rampzalige avond van de brand in Amsterdam De qualyk bewaarde dogter" had gespeeld. Hij had alles in het vuur verloren, speelde nog een jaar in een tent te Amsterdam, kwam dus in 1779 te Haarlem te voor schijn als schouwburgdirecteur. Zijn houten theater was voor de Haarlem mers de Buitenschouwburg, immers bui ten de Grote Houtpoort gelegen. Merk waardig dat het evenals de Houten Kast te Amsterdam precies een eeuw bestaan heeft. Tot 1879. Toen had het een goede, maar ook een slechte tijd achter de rug, slecht vooral sinds 1849. In dat jaar was immers de „nieuwe" schouwburg ge sticht, de moderne Janswegschouwburg, midden in de stad gelegen, modern, com fortabel, in alle opzichten beter dan de schouwburgloods van het Plein. De con currentie daartegen was te zwaar. De Buitenschouwburg was intussen niet het eerste theater van Haarlem. Omstreeks het begin van de achttiende eeuw was er al een bescheiden toneel tempel geweest op de Koudenhorn, merkwaardigerwijze in een huis dat vroeger als kerk van de Jezuïeten had dienst gedaan. Veel is er niet over be kend, ling heeft zij met bestaan. Het eerste theatertje dan, met een vast toneel, was een toneelzaal aan het Klein Heiligland. Dat Haarlem dit aan amateurs te danken had, lag eigenlijk voor de hand; bij de stedelijke overheid was het nooit in de vroede hooiden op gekomen een schouwburg te bouwen, en een gezelschap van beroepsspelers be zaten wij in Haarlem niet. Het had er „77lk bunnen bestaan! De toneel- tehuU e* Klein Heiligland was net zaam Vermaak» Tooneelsociëteit „Leer- ongetwijfeld verm" s1tif.1?1tinS dle toneelkunst in wT il ™or tl en bii de Haarif^. m heeft gemaakt voor toneel heeft gekweeki18"88*™^ houden, al bleef dPze verdienstelijke werkzaamheid dan ook bPn.Jw i 5! meer notabele kringen. Perkt tot de „Leerzaam Vermaak" Was g id uit het genootschap „Eer voedt de kunst", waarin Adr. Loosjes Pzn in 1777 enkele gelijkgezinde jongelui had ver enigd ter „beoefening van de letter kunde en andere beschaafde oefening". Omstreeks 1780 verbonden de jongelui zich met een genootschap, dat een nog mooiere naam had: „Vlijt, moeder der Wetenschap". Het ging er serieus aan toe, de mooie naam was geen vlag om alleen gezellige avondjes te organiseren, ®en van de leden reciteerde het een of ander, liet zijn eigen letterkundige proe- yetl horen of hield een inleiding over een letterkundig of ander onderwerp. ■D© prestaties werden instantelijK noor jury beoordeeld en met een prijsje Advertentie Koninginneweg 6, Tuinlaantje 18. Telefoon 14024 beloond; de overige leden en introducé's luisterden en konden desgewenst met de inleider in discussie treden. Af en toe werd ook een toneelstukje ten beste gegeven; dat zal wel in de smaak ge vallen zijn na alle inleidingen en lezin gen: toneel werd spoedig de voornaam ste bezigheid. Stukken met vrouwen rollen werden oorspronkelijk niet ge speeld, of Loosjes ging ze bewerken; hetgeen betekende dat de vrouwenrollen werden wèggewerkt. Wat het meespelen van dames betreft had Loosjes de klok dus ruim een eeuw teruggezet. Het allengs drukker wordende toneel spelen bracht moeilijkheden mee voor het genootschap. De voorstellingen wer den immers gegeven bij de leden, die beurt voor beurt in hun huis een toneel zaal moesten improviseren. De huizen zullen daarvoor groot genoeg geweest zijn, maar met decor en verlichting bleef het natuurlijk primitief behelpen: de leden gingen verlangen naar een toneel zaal met een vast toneel. Het ideaal werd verwezenlijkt, toen het genootschap in 1785 het oude weeshuis van de Doopsgezinde Ge meente aan het Klein Heiligland kon kopen. Het geval kostte ƒ2805,-. De naam werd nu veranderd in „Leer- Advertentie en plaats vóór de winter binnen enkele uren een met natuursteeneffect. Onbrandbaar en modern van kleur en vormgeving. Het zwembad aan de Kleverlaan blijkt niet meer te voldoen aan redelijk te stellen eisen. B. en W. van Haarlem stellen de raad daarom voor f 309.00» beschikbaar te stellen voor de verbete ring en verbouwing van het bad. De inrichting is totaal verouderd, maar kan voorlopig in Haarlem-noord nog met worden gemist. Na de voorgestelde ver betering en verbouwing zal zij echter nog 10 a 15 jaar mee kunnen. Daartoe moet een rondpomp- en chloreringsinstallatie worden aange bracht en een basinbodem, die met door chloor wordt aangetast. De houten per rons om het basin moeten door beton nen perrons vervangen worden, terwijl de entree van het zwembad en het ter ras vergroot moet worden. De vloeren van de kleedcabines zullen van beton moeten worden gemaakt. Voor het on derbrengen van 'n waterzuiveringsinstal latie is een gebouw met een verdieping geprojecteerd, op welke verdieping een clublokaal kan worden ingericht. Bouw technisch is het nodig het gebouw een grotere omvang te geven dan alleen voor het onderbrengen van de water zuiveringsinstallatie nodig is. Het club lokaal kan meehelpen de zalennood in dit stadsdeel enigszins te verlichten. B. en W. merken op dat intussen on verminderd voortgegaan moet worden met het voorbereiden van de plannen voor een zwembad aan de Planetenlaan en van een zwembad in het Burgemees ter Reinaldapark. zaam Vermaak", er kwamen meer leden, de Toneelsociëteit ging een bloeiende tijd tegemoet onder leiding van de „direkteur" Jan van Walré. Hij was een ijverig, maar geen groot dichter; als leider kon de sociëteit echter geen betere man wensen. hij was energiek en voortvarend, had altijd nieuwe plannen, ontwierp zelf decors en costuums. Onder zijn leiding liet de sociëteit de kans niet voorbij gaan. om in 1796 het achterliggende pand, in de Grote Houtstraat dus, aan te kopen voor 1500.-; het schouw burgje werd uitgebreid en verbeterd; er werden o.a. „moderne" kleedkamers ingericht. „Leerzaam Vermaak" was een toneel sociëteit. Met andere woorden de toneel zaal aan het Klein Heiligland was niet een voor iedereen toegankelijk theater; de voorstellingen konden alleen bijge woond worden door de leden en hun introducé's. Wat de laatsten betreft, werd streng de hand gehouden aan het reglement; nauwkeurig was voorge schreven, hoeveel familieleden en gas ten voor introductie in aanmerking kwa men. Op overtreding stond de fikse boete van ƒ50.-, een bedrag, dat ook tegen woordig onwaarschijnlijk hoog zou zijn en waaruit wel blijkt, uit welke kringen de leden kwamen. Een eenvoudig am bachtsman of neringdoende had overi gens ook nietde hoge contributie van „Leerzaam Vermaak" kunnen betalen; bij de oprichting was het 14.- per jaar; toen in 1791 een en ander in de toneel zaal werd verbouwd en vertimmerd, werd het 21.—. Jan van Walré of het bestuur of wie er dan verantwoordelijk voor was, had rekening gehouden met mogelijke ijdele bevliegingen van de leden. Wie als actief lid was opgetreden en later drie keer een (waarschijnlijk kleinere) rol weigerde, werd eenvoudig als lid ge schrapt! „Leerzaam Vermaak" en het theatertje bloeiden, overleefden de zwarte tijden van de Bataafse Republiek en de inlijving bij Frankrijk, al zal er in de laatste Napoleontische jaren niet veel gespeeld zijn. De ondergang kwam echter na de bevrijding; het land was totaal verarmd, het economische leven kon niet in enkele jaren op slag komen; het toneel moest wel gevoelig lijden onder deze omstandigheden. In 1816 werd de toneelsociëteit opgeheven. „Leerzaam Vermaak" werd bijna zes tig jaar overleefd door de „Wijngaard ranken", de op één na oudste rede rijkerskamer van Haarlem. Deze kamer, die in de vorige eeuw vele jaren bijeen kwam in het zogenaamde Commensalen- huis (het huidige Vincentiusgebouw) in de Zoetestraat, beperkte zich niet tot toneel, ofschoon zijn „verdienstelijke priesterschaar eene menigte aanbidders verzamelt in onze tempels, aan Thalia en Melpomene gewijd". De leden hiel den zich reeds in ae zeventiende eeuw effectief bezig met taalstudie en taal zuiverheid, lieten verhandelingen schrij ven over bijvoorbeeld „Of Gods genade door Christi lyden en 's Geestes kracht ons salicheyd maar ten deel of gheheel heeft gewrocht", en namen o.a. het ini tiatief tot plaatsing van een gedenk steen in het geboortehuis van Lourens Coster op de Grote Markt. Maar, later opgericht dan de „Pelicaen" (Trou moet blycken), heeft het de hoge ouderdom van de huidige sociëteit niet mogen be reiken. In 1874 is de „Wijngaardranken" tot opheffing overgegaan. Er waren toen nog zes leden. Hk. A. Eerste artikel in deze serie verscheen In onze courant van zaterdag 16 augustus. Er ontbreekt nog een en ander aan de jeugdherberg „Jan Gvjzen". De vloerbedekking in de hal moet gewij zigd worden, terwijl de kapstokken op de juiste hoogte moeten worden ge- br acht. Daarvoor is enige wijziging in de muurindeling noodzakelijk. In de toi letten in de gang moet een eenvoudige wasgelegenheid worden aangelegd. De administratiekamer van de jeugdher bergkamer moet verwarmd kunnen worden en er moet een luchtverver singsmogelijkheid worden aangebracht. dragen rf'inTfnn deze verbeteringen be- om welk bedrag B. en W. de raad thans vragen. ,^L^LlaatsLe ,.froeP leerlingen, die deelgenomen hebben aan de staats examens, slaagden de volgende leer lingen van het Haarlems Avondlyceum: voor Gymnasium M. F. van Trigt te Warmond en L. van Rijswijk te Sant poort; voorHBSAP. Dunk te Zand- voort; voor HBS B K. J. W. v d Broek te Zandvoort en W. Clay te Vogelen zang; voor artikel 3 R. Termeer te Heemstede. De bemiddelingscommissie in het Haarlemse melkconflict heeft als haar neutraal voorzitter aangewezen dr. ir. C. Schiere, directeur van het botercon- trole station Zuid-Holland in Den Haag. De commissie heeft tot nu toe eenmaal met de beide partijen in het conflict ge confereerd. Veel nader tot een oplos sing is men tot nog toe echter niet ge komen. De commissie heeft nog geen gemeenschappelijke basis kunnen vinden waarop beide partijen bereid zijn met elkaar te praten. Zij wil op de eerste plaats bereiken, dat de eigen slijters van de Sierkan weer van de straat verdwijnen zodat de prijs-concurrentie wordt opgeheven. De slijters van de Sierkan trekken intussen nog iedere morgen trouw de wijk in. Wü vernemen dat de directie van de Sierkan inmiddels weer nieuwe bestel wagens heeft besteld. Het ziet er dus niet naar uit dat er op korte termijn een einde wordt gevonden in het con flict. De Haarlemse Kanovereniging heeft onlangs, geholpen door een spaaractie en veler hulp, een tienpersoons- en een vierpersoonskano aangeschaft. De kano- loods van de vereniging aan de Schalk- wijkerweg is berekend op boten van maximaal 6 meter lengte, terwijl de nieuwe boten resp. 10 en 9 meter lang zijn. Over de hele lengte van de loods zal een vliering van 14 meter lengte en 3 meter breedte moeten worden aange bracht, aan beide zijden voorzien van een eenvoudige houten leuning. Er moet een ladderverbinding met de begane grond komen. Bovendien moet ook op deze vliering electrisch licht worden aangebracht. Het raam in de zuidelijke topgevel moet vergroot worden om de boten door te kunnen transporteren, en het moet afgesloten kunnen worden met een draaibaar houten luik. De kos ten worden begroot op f 3.240. De huur kan daardoor verhoogd worden met f 75 per jaar. B. en W. vragen de raad de benodigde gelden voor deze verbeterin gen toe te staan. In een stille achterstraat, terzijde waarvan de drukte door de Grote Hout straat golft, prijken twee voortreffelijke, gedistingeerde schilderijtjes, door de kleine uitstalkasten als een vitrine omsloten. Het moet de argeloze wandelaar een verrassing zijn, zulke kostelijke ju weeltjes van schilderkunst zo maar langs de straat uitgestald te zien. Als hij door de glazen deur naar binnen gluurt ziet hij een zaal met frisse, kleu rige schilderijen die bescheiden aangekondigd staan als Expositie van na gelaten werk van Jan Sluyters. En enkele minuten verderop, in het Van Looy-museum, is er een keuze te zien uit het werk van Tinus van Doorn, wiens naam nauwelijks klank heeft onder het volk maar wiens schilderijen allerwege belangstelling hebben getrokken, hoewel het het jeugdwerk is van een schilder die bijna twintig jaar terug overleed. Het is in de kunsthandel Bier aan het Groot Heiligland, dat wij de schilderij en van Jan Sluijters hebben gezien. Het is een verkoopstentoonsteiling uit de artistieke nalatenschap van de vorig jaar overleden meester. Hoe jeugdig en aanvaardbaar, plezierig en blijmoe-, dig dit werk voor ons thans ook is, toen de jonge Sluijters in 1906 na zijn Prix de Rome-reis uit Parijs terug kwam met de kleur van de Franse lu- ministen, de ritmische korte toets van Van Gogh, de kleurontleding van Seu- rat en de levensfelheid van de Toulou se Lautrec in zijn geestelijke bagage, stuitte hij in het donker schilderende Holland op grote weerstand. Sluijters heeft zich niet laten weerhouden. In Gestel en Mondriaan vond hij mede standers, met wie hij zich aansloot bij andere wegbereiders naar een moder ne Nederlandse schilderkunst als Toorop Thorn Prikker en Schelfhout. In 1908 hield St.-Lucas (in Amsterdams Stedelijk Museum!) een opzienbarende doorbraaktentoonstelling. Dit is inmid dels een halve eeuw geleden en de Nieu we Beweging, die toen op gang kwam is op de dag van heden nog niet uit gewerkt. Sluijters was geen theoreticus en is de minst doctrinaire deelgenoot gewor den. Meerdere stijlopvattingen, die ge lijktijdig en achtereenvolgens opgeld deden, beproefde hij en wat hü bruik baar achtte behield hij in de hartstoch telijke, maar toch ook vreugdevolle be zigheid, die voor hem het schilderen was. Zo is Sluijters tot zijn dood op de hoge leeftijd van 76 jaar toe een vitale, jeugdige verschijning in de schilder kunst gebleven; een schilder uit visu ele ontroering, een knap vakman met veel ervaring, een genieter van al het schone, waarop zijn blikken bleven rus ten. Portret en landschap, bloemstuk, stilleven, kinderfiguur en het blanke naakt waren zijn onderwerpen, die op deze tentoonstelling, welke nog tot 7 september duurt, met uit de meeste perioden gave en zeer fraaie voorbeel den vertegenwoordigd zijn. Een bondig overzicht van wat Sluij ters heeft betekend, maar een vreugde tevens voor het oog, deze orgie van kleur, vlokkig gegroepeerd tot vorm door een rasschilder. Een tentoonstel ling om vakantie mee te vieren! Een heel ander verhaal vormt de ach tergrond van de tentoonstelling van na gelaten werk van Tinus van Doorn, die tot 1 september in het Van Looy-mu seum wordt gehouden. Deze in Indië geboren, in Holland opgegroeide schilder graficus beeldhouwer die ook enige litterair zeer verzorgde kritieken heeft geschreven, stierf op 35-jarige leeftijd. „De dag waarop het Duitse leger Brussel bin nentrok, 17 mei 1940, is ook de dag van zijn dood en van die van zijn vrouw geworden". Zo staat het heel sober in de catalogus, maar deze formulering laat voldoende ruimte om het drama van wanhoop te vermoeden dat zich toen voltrokken heeft. Het wordt ook voelbaar uit zijn werk, dat een heim wee vertoont naar blije zorgeloosheid. Tegenover de zintuiglijk levende Sluy ters is Tinus van Doorn de kunstenaar van het „binnenbeeld". Hjj is na zijn studie aan de H.B.S. te Breda leerling geweest van de Haagse Academie, waar de subjectief ingestel de, niet normatief corrigerende, ver sierend gerichte opleiding wel zeer in haakte op zijn weinig reëele, utopisch- dichterlijke karakter. Hij kreeg er een verzorgd handschrift, charmant van lijn, samenvattend van visie, vereenvou digend van vorm. Hij leerde er toepas sen wat bruikbaar was en weglaten wat ongelegen kwam. Zijn beeldende taal heeft de kenmerken van al zijn tijd genoten: het primaire van Permeke en Chabot, getemperd door de verfijning van zijn geacheveerde geest, het de coratieve van de Bergense school, het punctueel verzorgde van de nieuwe za kelijkheid, het expressionisme van Kruyder, de vormbinding van Cantré. Tijdsepigonisme zal men Tinus van Doorn echter niet mogen verwijten. Daarvoor is hij in alles wat hij deed toch te zeer zichzelf, en hij zelf is deel van zijn tijd. Ondanks dat heeft zijn werk niet gedateerd. Men vindt in Van Doorns werk terug datgene wat in de beeldende kunst van alle tijden van be lang is geweest; de benadering van de zichtbare werkelijkheid niet door de imitatie maar door suggestie in vorm en kleur naar de mogelijkheden van materiaal en gereedschap. Het Boerenmeisje uit 1934 heeft mo menten, waarin de soberheid van zeg ging wonderlijke volledigheid oproept. Het heeft het frappant-klassieke van het vergroot fragment uit een laat-mid- deleeuws schilderij. In de laatste jaren van zijn leven neemt zijn vakmatige kwaliteit toe in de soberheid van direc te materiaalbezieling en vormsuggestie terwijl artistiek de grootste eenvoud van beeld sterk overdrachtelijke wer king verkrijgt. Dit wel zeer bijzonder gevoelige, door weinigen gekende werk appelleert aan emoties die wjj allen kennen, de voordracht is aansprekend, dichterlijk en soms sprookjesachtig. Ook het be zoek aan deze tentoonstelling is een be levenis die dankbaar stemt. L. T. Bloemstilleven van Jan Sluyters op de expositie in kunsthandel Bier. De verbouwing en het restaureren van de beide panden aan de Gedempte Oude Gracht, die de Haarlemse raad in juni 1957 aankocht ten behoeve van Openbare Werken, zal de gemeente op f 146.000 komen te staan. Het perceel Gedempte Oude Gracht 41 komt voor op de voorlopige monumentenlijst en beide huizen komen al voor in de 17e eeuwse archieven. B. en W. stellen voor de hui zen zoveel mogelijk in hun oude toe stand te behouden of terug te brengen. Alle in later tijden aangebrachte be timmeringen, stucadoor- en boardpla fonds zijn verwijderd en daarbij is wel geblekên, dat de constructie in een slechte toestand verkeert. De top van de voorgevel moet worden vernieuwd van de waterlijst onder de ramen van de Harmonicaspeler in boomgaard, een werk van Tinus van Doorn, te zien op de tentoonstelling in Huis Van Looy. Vrijdag kwam voor de Hilversumse kantonrechter de zaak voor van iemand aan wie ten laste gelegd werd te hard te hebben gereden. 12 april j.l. had hij met een snelheid van 81 km per uur over de Ceintuurbaan te Bus- sum gereden, terwijl slechts de maxi mumsnelheid van 50 km is toegestaan. Hjj werd opgemerkt door een politie man m burger, die zich in dezelfde richting als verdachte begaf, in een oudere wagen. De politieman volgde verdachte en wist hem tot stoppen te dwingen. De politieman was uit zijn wagen gestapt, doch verdachte was toen met grote snelheid weggereden. Verdachte verklaarde in de veronder stelling te hebben verkeerd, dat de po litieman ruzie zou gaan zoeken. Hjj had dus gemaakt, dat hij wegkwam, niet wetend, dat hij met een politie man in Durger te doen had. Hij verklaarde niet gehoord te heb ben, dat deze zich als politie bekend maakte. De officier achtte het ten las te gelegde bewezen en merkte op, dat verdachte wegens zijn faam in de auto wereld verplicht was een voorbeeld voor anderen op de weg te zijn. Hij eiste een boete van 200 of 2 maanden hechtenis en voorts een voorwaardelij ke intrekking van het rijbewijs voor 6 maanden met een proeftijd van 1 jaar. De verdediger mr. B. W. Stomps uit Haarlem, verzocht de rechter zich te verplaatsen in de gesteltenis van ver dachte. Een trotse bezitter van een snelle sportwagen is meestal geneigd, wanneer een oude wagen hem passeert zijn snelheid te verhogen, voerde mr. Stomps in zijn verdediging aan. Hij voegde er aan toe, dat verdachte meer dan 1 miljoen kilometer heeft gereden zonder een ongeluk te hebben veroor zaakt. Verdachte heeft niet geweten, dat de aanhouder een politieman was en dus kan hem niet worden aangere kend weerbarstig tegen deze man te zijn geweest. Hij was weggereden om een scheldpartij te voorkomen. Mr. Stomps demonstreerde vervolgens met een model van de sportwagen (Schaal 1 op 18) en fotomateriaal, waaruit z.i. bleek, dat de politieambtenaar niet de minste kans had gelopen te worden overreden. De kantonrechter, mr. Van Meerwijk deed terstond uitspraak en veroordeel de verdachte tot 75 boete subs. 14 da gen hechtenis. tweede verdieping af. De slechte toe stand van het metselwerk blijkt geca moufleerd te zijn door overgeverfde herstellingen met stopverf. De onderpui van de voorgevel dateert uit de negen tiende eeuw en omdat geen oudere ge gevens bekend zijn, zal de gevel worden hersteld in de toestand zoals die om streeks 1810 was. In de achtergevel moeten de kozijnen op de oorspronkelijke maat worden ge maakt, terwijl de bijbehorende vensters moeten worden aangebracht en het met selwerk hersteld moet worden. Belang rijke binnenmuren op de benedenver dieping zijn gesloopt en aan de aanwe zige muren moeten voorzieningen wor den getroffen, om het verband te her stellen. De zoldering aan de voorzijde is gevaarlijk verminkt, evenals het trappenhuis, dat ook vernieuwd moet worden. De bouwgeschiedenis van het perceel Gedempte Oude Gracht 43 is vrijwel onbekend, maar er zijn wel ingrijpende verbouwingen nodig. De voorgevel kan blijven staan, maar de achtergevel moet achteruit worden geplaatst om de ach terkamers van perceel 41 voldoende daglichtinval te geven. In de beide per celen zal centrale verwarming worden aangelegd, waartoe in de uitgebouwde kamer van perceel 41, de zogeheten Empirekamer, tot voorlopige ketelka mer wordt ingericht. In een volgend sta dium van het restauratieplan zal achter deze kamer een verwarmingskelder worden aangelegd. Voor de restauratie van perceel 41 zal rijk en provincie om subsidie worden gevraagd. Advertentie BLOEMEND AAL - TELEF. 54855 B. en W. van Haèrlem vragen de raad toestemming om by de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten een bedrag van f 2.015.000 te lenen tegen een rente van 4% pet. per jaar, ter financiering van de bouw van het vierde deel van het Coornhertlyceum. De lening heeft een looptijd van dertig jaar. Deze week heeft de aanbesteding van de bouw plaats gehad. Enige jaren ge leden keurde de raad een besluit goed om voor rond twee miljoen het vierde deel van het Coornhertlyceum te doen bouwen. Doordat de nodige vergunnin gen uitbleven en als gevolg van de be stedingsbeperking, moest de bouw voort durend worden uitgesteld. De minister van O. K. en W. heeft nu bemiddeld, zodat Haarlem het benodigde bedrag kon lenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 3