Troonsbestijging 60 jaar geleden jaar Over 2 of 3 landing op de maan mogelijk LEVE DE WILLEMIEN! r? ALGEMEEN HANDELSBLAD. BU HAAR ACHTENZEVENTIGSTE VERJAARDAG Leven in „ruimtekamer" Maan als tussenstation voor de ruimtevaart BULLETIN De Wilhel- minische periode Belangrijke voor dracht van dr. Stehling De idylle der kroningsfeesten 1898 opnieuw beleefd Dinsdag 6 September. HARE MAJESTEIT DE HOKI AG IN heeft verzocht des avonds na elf uur rumoer op den Dam zooveel mogelijk te ver mijden, opdat Hare Majesteit in deze vermoeiende dagen eene niet te zeer gestoorde nachtrust kunne genieten. ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1958 PAGINA 7 FRED THOMAS j-k~ oningin Wilhelmina He- /k lena Paulina werd op 31 augustus 1898 acht tien jaar en aanvaardde de regering over Nederland en zijn koloniën in Oost en West. Een week later, op de 6e september, werd zij in een verenigde zitting van de Staten-G ener aal, volgens voorschrift van de Grondwet samengekomen te Amster dam in de Nieuwe Kerk, plechtig beëdigd en ingehul digd. Emma, de koningin weduwe, die sinds 1890 het regentschap had waarge nomen, trad terug in de sympathieke rol van konin gin-moeder. Het „koninginne tje" was Koningin Wilhel mina geworden. Zij zou dat vijftig jaar blijven, alvorens haar taak aan haar dochter over te dragen. Wie de idyllische dagen van augus tusseptember 1898, voort levend in de herinnering als „de Kroningsfeesten"nog eens helemaal wil naproe ven, kan te kust en te keur gaan in een kostelijk boekje, dat verschenen is onder de titel: „Leve de Willemien". e bibliothecaris van het J Instituut voor Perswe tenschap aan de uni versiteit van Amsterdam, de heer D. H. Couvee, heeft het geschreven en samenge steld. hij beschikte daartoe als nauwelijks een ander over de meest ideale bron, kranten en periodieken uit die tijd, van alle pluimage, die hem rijkelijk konden voorzien van het meest ge varieerde materiaal. De heer Couvee heeft ernstig ver gaard, gespeurd, geselecteerd; tenslotte was het een mer a, boire. Het resultaat van zijn arbeid zal heel wat Ne derlanders prettige uren be zorgen: nog velen onder ons bewaren aan de dagen, die hierbij herleven, een mis schien vage, maar toch per soonlijke herinnering. De jongere generatie zal er zich over verbazen hoe in de tijd van één mensenleven zoveel veranderen kon. j~N e schrijver leidt het J boekje in met een uiterst beknopt, maar helder en overzichtelijk beeld van de tweede helft der negentiende eeuw, de voor uitgang, de staatkundige ontwikkeling, kunst en cul tuur, vrouwenbeweging, dag bladen, drankbestrijding. In het algemeen was Nederland in 1898 een welvarend land. Helaas werden de vruchten van die welvaart geenszins door allen geplukt. Toch voelde men zich één: samen Nederlanders op dit bij uit stek nationaal festijn. Jeugd en opleiding van de jonge koningin passeren de revue, naast de bekende, gepas teuriseerde en vele malen gecontroleerde feitjes een enkel verrassend detail, zoals de aversie van de jonge ko ningin van haar Engelse gouvernante. De Prins van Wales, bij wie zij in 1895 tijdens een bezoek aan Engeland haar nood klaagde, repliceerde: „Ja, ja, die gouvernantes zullen onze reputatie nog bederven". seling een rij martiaal kij kende agenten het strand opmarcheerde en een groot stuk zand schoonveegde. Een klein, tenger meisje in het wit, met een grote hoed met veren op, kwam aan de hand van een dame naar de zee toe; de dame zette zich in een badstoel, het meisje kreeg een emmertje en een Gevraagd: schep en mocht daarmee aan de voeten van de dame ai spelen. Ze had last van haar TetUrktmdigsn laidtiecrgnn- „HET VOLKSLIED", ier sluit aardig bij aan een voorval, dat Annie Salomons vermeldt, die aan het slot van het boekje kinderherinneringen heeft toegevoegd. Zij vertelt van een waaierige dag aan het Scheveningse strand, hoe zij daar met vriendin netjes speelde en hoe plot- grote noea, aie ae zeewina Ud huilf m dtD uitgerer: oneerbiedig traahtte af te q, j. hm IT, rukken; zij moest bij het K&PPLER8TRAAT 4i. 'sGravenhtga. spelen haar witte hand VAM HET schoentjes aan houden. Wij, zegt Annie Salomons, keken met meegevoel toe: dat het prinsesje nu helemaal alleen moest spelen! Dat ze haar hoed niet mocht afzetten en haar handschoenen uittrek ken! We hadden wel voor haar rechten willen opkomen tegen die stijve hofdame, die blijkbaar niet begreep, dat er niets aan was om zó op het strand te spelen. Op de Dam kon men een ruime salon met balcon en één of twee slaapkamers huren voor f2.000.-! Een plaatsje op het dak kostte f 15.-. et boekje vertelt uit voerig van de plannen en commissies, het huldeblijk aan de koningin moeder, het geschenk van Amsterdam: de gouden koets, waartoe het initiatief werd geboren in de Jordaan, natuurlijk .in de Willem straat. De misrekening van het vreemdelingenverkeer, zoals thans weer actueel met de Expo in Brussel, de hooggespannen verwachting, die juist velen weerhield, die niets wilden riskeren. Het massaal bezoek aan Am sterdam bestond voor een groot deel uit dagjesmensen en logeetjes bij oom of tante. Overigens wist men ook toen reeds, in die legen darisch goedkope tijd, wel van gelegenheidsprijzen! Zit plaatsen voor de 7e septem ber op de mooiste tribune kostten f 25.- en f 10.-. lie facetten van het feest komen aan de orde: het standpunt der werkliedenverenigingen, de actie der geheelonthou ders, de liederen die men zong, of nooit gezongen heeft, de versieringen, volks feesten en -spelen, optoch ten en tentoonstellingende viering elders in Nederland en overzee, de critiek. En als climax natuurlijk de in tocht en inhuldiging. Het heeft alles een bijzondere levendigheid door de be knopt gehouden tekst en niet het minst de vele knip sels uit kranten: hoe de generatie van toen het alles heeft gezien en ervaren. Tal van foto's en prenten zijn er bij afgedrukt, verrassend opgedoken uit de archieven. En een attractie op zich vormen de advertenties uit de bladen van die dagen, een tijdbeeld op zich. Zo vult het een dubbele pocket in de Ooievaar-serie van Bert Bakker/Daamen N.V. te Den Haag. Het had een lijvig boek kunnen zijn, maar in deze vorm zullen velen er van genieten. F. Th. Door tractor overreden Herinneringen aan Koningin IW ilhelmina H. K. H. Prinses Wilhelmina wordt morgen 78 jaar. Zestig jaar geleden aanvaardde zij de regering, een stralend jong meisje, een en al bloei van jeugd. Met baar ging het Nederlandse volk een nieuwe eeuw, een andere en naar men oprecht geloofde: steeds betere tijd tegemoet. Zo waren de augustus- en septemberdagen van 1898 vervuld van een feestelijkheid, die Wij ons nauwelijks nog kunnen voorstellen, en die ook voor latere generaties niet meer zou zijn weggelegd. Na zestig lange, veel bewogen jaren leeft zij nog steeds in ons midden, het prille beeldschone meisje van eertijds, een stille en teruggetrokken, beproefde en getekende, in het eind onmisken baar teleurgestelde vrouw. Vormt de Victoriaanse periode voor Engeland een romantische droom, in hoofdzaak gelukkig en glorieus, Wilhelmina's regeringstijd is een kentering geweest, heeft zich bewogen over de grens van twee werelden: de wereld van gisteren het fin de siècle. Ia belle Epoque, zo men wil nog de jaren twintig en die van vandaag zoals Zij werd geboren uit de chaos der grootste en meest schrikwekkende oorlogen in de historie. Twee werelden: die van de zekerheid, en die Van de rouw, de angst, de chronische onrust. Koninginnedag bleef lang een heel bijzondere dag, welke onze ouders ongebrui kelijk populair met ons vierden, 's Middags moch ten wij met hen de stad in, „naar de drukte kijken". De grachten met huis aan huis de oude diepkleuri- ge vlaggen, half in het nazomers groen, waren vol statige rust, maar eenmaal in de Paleisstraat kwam het feest op ons af: Dam en Dam rak vol stalletjes en kramen, ver klede kinderen, straatartisten, vol Hartjesdag-achtig lawijt. En in de Kalverstraat had men de spiegel ruiten der café's zorgvuldig met plan ken beschermd tegen de uitbundigheid op een later uur van de hossers. Als wij de drukte buiten hadden gezien en wat ons betrof: genoten, zochten wij een plaatsje in een der café's, reeds vroeg vol mensen, die wat de mannen betrof Oranje-bitter dronken, met of zonder klont, de dames bij voorkeur advocaat. Ook óns gezinshoofd nam bij deze gelegenheid de nationale drank, in plaats van zijn vaste bit tertje longa vitae. Mama zal wel ad vocaat genomen hebben, wij als kin deren mochten kiezen tussen fosco, grenadine met een rietje, dan wel een ^orbet. Daar zaten wij voor onze ver beelding veel te lang op, in het steeds voller wordend café, terwijl buiten de drukte toenam, het gedrang waar wij voor gekomen waren om het van een veilige zitplaats te zien. Tot het hos sen begon: „Wat heeft de boer in zijn pijp? Hooi, hooi, hooi!" Steeds weer afgewisseld door het „Oranje bo ven! Leve de Willemien!", waarbij geleidelijk aan het „Weg met de so cialen!" minder eenstemmig klonk, zo'n beetje aarzelend, in mineur. Het hos sen vormde de climax en beduidde te vens het moment van naar huis toe gaan. Altijd een weinig ontevreden, dat herinneren wij ons goed; wij had den er weet niet wat verwacht. Onze ouders zeiden tot elkaar: Het wordt Koningin Wilhelmina op achttienjarige leeftijd toen zij dt regering aanvaardde. Een portret, waar men altijd opnieuw geboeid en ontroerd naar kijkt: zo stralend jong, dat meisje, zo mooi, zo teder, en toch ook vastberaden. En onwillekeu rig stelt men dit prille, dit broze gelaat tegen de achtergrond van de toekomst, de Era Wilhelmina, thans het recent ver leden, en dan is er stof te over om te bepeinzen en te bespiegelen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw hing het lot van het Huis Oranje, het voortbestaan van de ooit zo bloeien de dynastie, aan een zijden draad. Drie zonen waren de koning geschon ken: één van hen, Prins Maurits, stierf als kind, de hoop der natie, de Kroonprins,, eenmaal, naar men mocht verwachten' Willem de Vierde, verkoos de Boulevard boven het Binnenhof. In de kracht van zijn jaren vond „Le Rrince Citron", zoals hij in de vrien denkring heette, een tragische dood in Panjs. De derde en jongste zoon was de zwakke, chronisch zieke Prins Alexander, die menselijkerwijs de ko ning nooit zou overleven. Hij is de eni ge van de halfbroers, die het Prinses je Wilhelmina m 1880, geboren uit 's ko- nings tweede huwehjk, op reeds gevor derde leeftijd met Emma van Waldeck- Pyrmont, nog kort heeft gekend. Hij overleed in 1884. En toen „de grijze ko- Hing in het land al bij de zee" zelf het hoofd voorgoed te ruste lei, was de toekomst der dynastie een meisje van amper tien jaar, een eenzaam kind on der strenge tucht in de grote, stille Paleizen. Toen zij op achttienjarige leeftijd de regering aanvaardde en plechtig werd gekroond eigenlijk was zij al sinds vaders dood „het koninginne tje" en zou zij eerst veel later de langste tijd Prinses zijn, hebben ve len m haar een tweede Victoria ge- Z1J?"' misschien even lang zou re- lendarf^v, Tee.ds bij haar leven le" weten wü a tse vorstin. Thans geweest. Menigeen 1?ogeli)k Z0" zijn lukkig met de sSnd e2eer,00k TE" dit heimelijk gewast SI Za a®"' re generatie, voor wié x£ oude- helmina een' be°grr£Ie Koningin Wel verbonden met al het lie£ en ®n' een lange levenstijd, een vroegere een verloren wereld: duizend en een'her innering, die m haar gestalte hadden gekregen. Wilhelmina zelf heeft het niet gewild. De last van vijftig jaar vooral de beproeving der laatste tien' was drukkend en wat zij aan illusies had bewaard, misschien nog in het eind gewonnen, bleken een wensdroom te zijn geweest; de hoop op een be tere samenleving in een nabije toekomst onvervulbaar. Wilhelmina keerde terug tot de status van haar Prille jeugd; Prinses der Nederlan den. Het Nederlandse volk heeft haar besluit gerespecteerd, de rust die zy Wenste, geëerbiedigd. v.,-die dit schrijven, hebben de kro- eSgsfeesten niet beleefd, wij zijn van fd,later decennium, uit „La belle Epo- Maar in de milieus leefde nog aP de herinnering. Thuis in de gp |°n" stond het portret van de jon- pp„koningin plechtig en pompeus op fin, sl-andaard, de omlijsting van blauw u\veel, met goudkoord gedrapeerd en één een vergulde kroon. Minstens nog hat Portret hing elders aan de wand en hin T'-T Pr«kten er de bekende kro- daéSbordjes; „Het verheugd Amster- iï£}..aan zUne kinderen. Inhuldiging smaakvol Regout-product, dat" tv!™e®Lv®ïi™uw,d., me4 de Jaren, ?teeds siertthans ons Persoonlijk interieur"verl ■VeniA waren nog heel wat meer sou- De jonge Wilhelmina in Friese dracht en npi' TVa g bewaard en bij tijd Haar geslacht gaat in rechte lijn terug °hs ^tegenheid nog eens bekeken. Heel naar Jan Willem Friso: een zwak voor ehistif T g denken was sterk monar- Friesland behoort wel tot de Oranje- "stisch en zou dat altijd blijven, ge- elk jaar een. groter bende. Het jaar daarop gingen zij toch weer kijken. Op school leerden wij het liedje „Naar de Dam", op muziek van Philip Loots: „Tim, tam, tam, naar de Dam, daar is wat te zien! Eens in 't jaar leeft het daar, woont er Wilhelmien! Laat ons in de pas mar cheren, zo, zó moet het gaan. Of de janmaats exerceren, met de riemen slaan!" Het jaarlijks bezoek van de koningin was een evenement. Na schooltijd ging je naar de Dam waar immers altijd wat te zien was, al waren het alleen maar de traditio nele baldakijn, de paardenhokken, de schildwachthuisjes, de goede, ouder wetse Kwatta-soldaten op post dan wel de martiale Koninklijke Mare chaussee, zoals de Jordaan zei: de liefdezusters. Wat zich van dag jot dag en van uur tot uur afspeelde ach ter de facade, in de koninklijke ver trekken, de eetzaal, de troonzaal!, het gaf stof genoeg aan de fantasie. Pas veel later, in de jaren dertig, pal voor de restauratie van het eerst toen definitief paleis, hebben wij de ontstellende werkelijkheid aan schouwd, de lampetkannen, de ka merschermen, de Engelse ledikanten, heel de kille, armzalige, weinig vor stelijke sfeer, het ergst van al voor de dignitarissen, die 's avonds in het holle, duistere gebouw met een kaars naar hun kamer moesten, slapen in een soort spookbed. Buiten zagen wij alleen maar het bal- con, waarop na eindeloos wachten en eindeloos juichen een enkele maal de hoge bezoekers verschenen, soms met een buitenlandse gast. Natuurlijk heb ben wij deelgenomen aan een der vele kinderaubades, gedirigeerd door Fred Roeske; zonder dat zou onze jeugd in Amsterdam niet compleet zijn geweest. Wij hebben er een zwak van behouden voor het sinds lang afgezworen en ver guisde „Wien Neêrlandsch bloed door d'aderen vloeit", dat nog van een ty pisch negentiende-eeuwse, juichende feestelijkheid is. Zoals voor ons gevoel niets beter de sfeer en de blijheid weer geeft van destijds de kroningsfeesten als woorden en melodie van Catharina van Rennes: „Heil U. juichen strand en duin, heil U klinkt door Hollands tuin, koningin, koningin der Nederlanden!" Als nieuwsgierige Amsterdamse jongen, later als journalist hebben wij op datzelfde balcon veel zien ver anderen. Wij hebben tussen vader en moeder het prinsesje groot zien wor den, het lieve, oude gezicht be groet van koningin-moeder Emma, voor de herinnering altijd in het paars met veel witte kant, en onafscheide lijk een parasol. Op de achtergrond de stille, stramme figuur van Prins Hendrik. En toen de eenzaamheid: de koningin, in het wit van de Sak sische rouw dikwijls alleen, soms met de Prinses; precies als veertig jaar tevoren twee vrouwen. Tot de balcon- deuren zich wijd openden voor een verloofd prinselijk paar, dat zo ken nelijk de moederlijke zegen had. En toen het jonge gezin in Soestdijk zich vermeerderde, brak de dag aan, dat vier jeugdige Oranje-telgen met hun ouders en grootmoeder zich presen teerden aan Nederland en Amster dam, een geheel nieuwe bloei, zij het thans in de vrouwelijke lijn. En intussen, jaar in jaar uit, vervul de Wilhelmina de plichten van haar staat. Zij was dapper, doortastend, on vermoeibaar. Met een van onze eerste onderzeeërs maakte zij een duikoefening mee: men vertelde na afloop hoe zij, staande voor de perioscoop op het emo tioneel moment van onder water gaan geen spier had vertrokken. De Vrije So cialist Zuurbier mocht later op de Haarlemmerdijk zijn krantje uitventen met de roep:„Hoe kon Haore Maojes- teit so diep sinke!", de manhafte konin gin had haar aard niet verloochend, het tsarenbloed, dat via Anna Paulowna in haar aderen vloeit en haar tekent, zo als het zeer duidelijk haar vader deed. Wilhelmina was de enige, die in het cri- tieke uur Paul Kruger daadwerkelijk hulp bood. Wilhelmina was op haar post altijd en overal waar de nood aan de man was. Deze bijdrage is echter niet bedoeld als een levensbeschrijving; nog minder een karakterschets van haar bewind: onuitputtelijk zou de herinne ring zijn uit meer dan een kwart eeuw Prinses Wilhelmina leeft thans tien jaar in stilte. Zij was 58 jaar koningin geleden werd zij beëedigd en ingehul digd. Amsterdam en Nederland hebben de Kroningsfeesten 1898 met luister en groot enthousiasme gevierd. Vooral de intocht van de pas gekroonde, jonge koningin in haar hoofdstad is een hoog tepunt geworden verslaggeverij, telkens weer in de ge- en heeft 50 jaar geregeerd. Zestig jaar legenheid om haar van nabij gade te -> --■= u..i slaan. Tot de dag en het uur, dat het „Le ve de koningin!" over de Dam klonk, voor de eerste maal aangeheven door 'rinses Wilhelmina, de geschiedenis zich herhaalde van een moeder, die haar dochter de gouden, maar loodzware scepter overgaf. Nog een heel 1|^H enkele maal heb- A: ben wij prinses Wilhelmina terug- k°Z'tféestBij eC't |Hr^ Loo, bij een aan- - Jpfc komst op Schip- j hol. Elke keer gaf y.JBWBpBHWWBWBK het ons een schok van ontroering: voel werd in ons M HmhPjH wakker, haast zou jsstósW men het klassiek - „BH mogen noemen. A A Het was een ont- moeting met het verleden, de con- frontatie met een époque, groots en ln|i|H^, i m bewogen, tragisch 111188# 2 inm! en triest, en ve- lorlei gevoelens riep het wakker: bewondering, eer- bied, genegenheid, trouw. Ons mo- §P<j narchistische hart klopte hevig. Wij HL; hadden één woord tot haar willen tot uitdrukking teit". Maar wij zijn geen Italiaan, MHhBHB V':„- - i.i.' een Hollander. Dus bleven wij waar m wij waren en ver- Wilhelmina heeft geen gemakkelijke jeugd gehad, zeer zuimden in ons streng, zeer afgezonderd en zeer conventioneel opgevoed. leven de zoveelste Hoe totaal anders denken en leven thans haar kleinkin- spontane kans. deren op Soestdijk. Dr. Kurt Stehling, een der belangrijk ste medewerkers van het Vanquardpro- gramma der Amerikaanse marine, heeft vrijdagavond op het internatio naal ruimtevaartcongres te Amster dam een belangrijke verklaring afge legd, waarbij hfj constateerde, dat de maan zeer goed als tussenstation voor de ruimtevaart zou kunnen dienen. Een ruimtevaartstation op de maan biedt, aldus dr. Stehling, betere mogelijkhe- traditie. (40 pCt. k eoittnt), voor wjjuWin Ntfrlandteh Hoed, T.n H. J. 8HIT. Ia NB S5-U1 ooaranUn werd dit kil bewfji T.n ingeqemaoheid er geplutet. Het oordeel >u be- TetUrk nrntP hoed die de zeewind Z,ch ,M U ook in pr- m i m den voor exploratie dan het inrichten van een kunstmatig in de ruimte opge bouwde basisstation. Dr. Stehling beweert, dat met de hui dige techniek der raketten het binnen niet al te lange tijd mogelijk zal zijn de maan mét raketten te bereiken. Men moet thans reeds beginnen met de stu die van een plan voor een permanent interplanetair ruimtestation op de maan. Dr. Stehling is het kennelijk niet eens met zijn landgenoot dr. Wemher von Braun, die reeds zes jaar geleden het plan heeft ontworpen in de ruimte een tussenstation te bouwen, welk plan evenwel zoveel precisiearbeid en we tenschappelijke voorbereiding vereist, dat men terecht aan het slagen daar van mag twijfelen. De inrichting van een waarnemingsstation op de maan daarentegen zal eenvoudiger zijn en zon der twijfel goedkoper en vooral ook doel matiger. In de nabije toekomst zal men met vloeistofraketten, b.v. van het ty pe Atlas, onderdelen voor het opbou wen van het maan-station in de ruimte kunnen zenden. Voorts is dr. Stehling van mening, dat het nog maar twee ot drie jaar zal duren voor er mensen op de maan zul len kunnen landen. Die mensen zullen dan kunnen beginnen met de opbouw van het waarnemingsstation op de maan. Dr. Stehling verklaarde voorts, dat mensen zeker op de maan zullen kunnen leven. Door middel van een spe ciaal daarvoor geconstrueerde ruimte- kamer zullen zij zich op de maan kun nen voortbewegen en die mechanische arbeid verrichten, welke nodig is voor de opbouw van het station. Dr. Ernst Stuhlinger, eerste assis tent van dr. Wemher von Braun, die eveneens verbonden is aan de afde ling „geleide projectielen" van het Amerikaanse leger op de Redstoneba- sis te Huntsville in Alabama, heeft vrijdag tijdens een voordracht over toekomstige voortstuwingssystemen van ruimteschepen enkele interessan te bijzonderheden verteld, waarbij hij, evenals zovele van zijn voorgangers verklaarde, dat de verwerkelijking van vele plannen afhankelijk is van financiële steun der overheid, die de opdrachten verstrek^ Toch meende hij, dat binnen tien jaar een ionenra ket in de ruimte zal vliegen, die vol komen geleid en gecontroleerd zal kunnen worden door wetenschaps mensen op aarde. Aan het slot van zijn voordracht con stateerde dr. Stuhlinger, dat op dit con gres duidelijk is gebleken, dat de ruim tevaart niet meer behoort te worden ge rangschikt onder de „mogelijkheden", integendeel, de ruimtevaart is reeds werkelijkheid. In de komende jaren gaat het erom de methode te verbe teren en te perfectioneren. In de middaguren hield prof. V. I. Krassovsky, een der leden van de Rus sische delegatie, een voordracht over de resultaten, die met de waarnemingen van de Spoetnik 3 zijn bereikt. Het lan ceren van de Spoetniks moet men zien. aldus deze Russische geleerde, als het begin van een nieuw tijdperk, waarbij een poging wordt gedaan de geheimen van de atmosfeer en van de interpla netaire ruimte te doorgronden. Prof. Krassovsky zei, dat in de Spoetniks en voornamelijk in de derde een compleet laboratorium was geplaatst ten einde onze kennis van de kosmische ruimte te vergroten. Alle gegevens die de Spoetnik 3 verzamelde, werden aan di verse afdelingen van wetenschappelijk onderzoek in Rusland verstrekt. Met het uitwerken van de reeds verzamelde gegevens is men nog lang niet gereed, maar toch is prof. Krassovsky van oor deel, dat de kennis omtrent de tempera tuur in de bovenste lagen van de atmos feer. de electronenconcentratie op ver schillende hoogten en de botsingen met kleine meteorieten, dank zjj de waarne mingen van de instrumenten uit de Spoetnik 3, aanzienlijk zal worden ver groot. De drie-en-veertigjarige landbouwer J. Tenzen uit Nieuw-Vennep, die don derdagavond op een door zijn vijftien jarige zoon bestuurde tractor stond, is door onbekende oorzaak op het voor wiel gevallen en vervolgens door dit wiel overreden. In ernstige toestand werd hjj naar het Diakonessenhuis te Haarlem vervoerd, waar de landbouwer intussen is over leden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 7