Troonsbestijging 60 jaar geleden
jaar
Over 2 of 3
landing op
de maan mogelijk
LEVE DE WILLEMIEN!
r?
ALGEMEEN HANDELSBLAD.
BU HAAR ACHTENZEVENTIGSTE VERJAARDAG
Leven in „ruimtekamer"
Maan als tussenstation voor
de ruimtevaart
BULLETIN
De Wilhel-
minische periode
Belangrijke voor
dracht van dr.
Stehling
De idylle der kroningsfeesten
1898 opnieuw beleefd
Dinsdag 6 September.
HARE MAJESTEIT DE
HOKI AG IN heeft verzocht des
avonds na elf uur rumoer op den
Dam zooveel mogelijk te ver
mijden, opdat Hare Majesteit in
deze vermoeiende dagen eene niet
te zeer gestoorde nachtrust kunne
genieten.
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1958
PAGINA 7
FRED THOMAS
j-k~ oningin Wilhelmina He-
/k lena Paulina werd op
31 augustus 1898 acht
tien jaar en aanvaardde de
regering over Nederland en
zijn koloniën in Oost en West.
Een week later, op de 6e
september, werd zij in een
verenigde zitting van de
Staten-G ener aal, volgens
voorschrift van de Grondwet
samengekomen te Amster
dam in de Nieuwe Kerk,
plechtig beëdigd en ingehul
digd. Emma, de koningin
weduwe, die sinds 1890 het
regentschap had waarge
nomen, trad terug in de
sympathieke rol van konin
gin-moeder. Het „koninginne
tje" was Koningin Wilhel
mina geworden. Zij zou dat
vijftig jaar blijven, alvorens
haar taak aan haar dochter
over te dragen. Wie de
idyllische dagen van augus
tusseptember 1898, voort
levend in de herinnering als
„de Kroningsfeesten"nog
eens helemaal wil naproe
ven, kan te kust en te keur
gaan in een kostelijk boekje,
dat verschenen is onder de
titel: „Leve de Willemien".
e bibliothecaris van het
J Instituut voor Perswe
tenschap aan de uni
versiteit van Amsterdam, de
heer D. H. Couvee, heeft
het geschreven en samenge
steld. hij beschikte daartoe
als nauwelijks een ander
over de meest ideale bron,
kranten en periodieken uit
die tijd, van alle pluimage,
die hem rijkelijk konden
voorzien van het meest ge
varieerde materiaal. De heer
Couvee heeft ernstig ver
gaard, gespeurd, geselecteerd;
tenslotte was het een mer
a, boire. Het resultaat van
zijn arbeid zal heel wat Ne
derlanders prettige uren be
zorgen: nog velen onder ons
bewaren aan de dagen, die
hierbij herleven, een mis
schien vage, maar toch per
soonlijke herinnering. De
jongere generatie zal er zich
over verbazen hoe in de tijd
van één mensenleven zoveel
veranderen kon.
j~N e schrijver leidt het
J boekje in met een
uiterst beknopt, maar
helder en overzichtelijk beeld
van de tweede helft der
negentiende eeuw, de voor
uitgang, de staatkundige
ontwikkeling, kunst en cul
tuur, vrouwenbeweging, dag
bladen, drankbestrijding. In
het algemeen was Nederland
in 1898 een welvarend land.
Helaas werden de vruchten
van die welvaart geenszins
door allen geplukt. Toch
voelde men zich één: samen
Nederlanders op dit bij uit
stek nationaal festijn. Jeugd
en opleiding van de jonge
koningin passeren de revue,
naast de bekende, gepas
teuriseerde en vele malen
gecontroleerde feitjes een
enkel verrassend detail, zoals
de aversie van de jonge ko
ningin van haar Engelse
gouvernante. De Prins van
Wales, bij wie zij in 1895
tijdens een bezoek aan
Engeland haar nood klaagde,
repliceerde: „Ja, ja, die
gouvernantes zullen onze
reputatie nog bederven".
seling een rij martiaal kij
kende agenten het strand
opmarcheerde en een groot
stuk zand schoonveegde. Een
klein, tenger meisje in het
wit, met een grote hoed met
veren op, kwam aan de hand
van een dame naar de zee
toe; de dame zette zich in
een badstoel, het meisje
kreeg een emmertje en een
Gevraagd:
schep en mocht daarmee
aan de voeten van de dame ai
spelen. Ze had last van haar TetUrktmdigsn laidtiecrgnn-
„HET VOLKSLIED",
ier sluit aardig bij aan
een voorval, dat Annie
Salomons vermeldt,
die aan het slot van het
boekje kinderherinneringen
heeft toegevoegd. Zij vertelt
van een waaierige dag aan
het Scheveningse strand,
hoe zij daar met vriendin
netjes speelde en hoe plot-
grote noea, aie ae zeewina Ud huilf m dtD uitgerer:
oneerbiedig traahtte af te q, j. hm IT,
rukken; zij moest bij het K&PPLER8TRAAT 4i. 'sGravenhtga.
spelen haar witte hand
VAM HET
schoentjes aan houden. Wij,
zegt Annie Salomons, keken
met meegevoel toe: dat het
prinsesje nu helemaal alleen
moest spelen! Dat ze haar
hoed niet mocht afzetten en
haar handschoenen uittrek
ken! We hadden wel voor
haar rechten willen opkomen
tegen die stijve hofdame,
die blijkbaar niet begreep,
dat er niets aan was om zó
op het strand te spelen.
Op de Dam kon men een
ruime salon met balcon en
één of twee slaapkamers
huren voor f2.000.-! Een
plaatsje op het dak kostte
f 15.-.
et boekje vertelt uit
voerig van de plannen
en commissies, het
huldeblijk aan de koningin
moeder, het geschenk van
Amsterdam: de gouden koets,
waartoe het initiatief werd
geboren in de Jordaan,
natuurlijk .in de Willem
straat. De misrekening van
het vreemdelingenverkeer,
zoals thans weer actueel
met de Expo in Brussel, de
hooggespannen verwachting,
die juist velen weerhield,
die niets wilden riskeren.
Het massaal bezoek aan Am
sterdam bestond voor een
groot deel uit dagjesmensen
en logeetjes bij oom of
tante. Overigens wist men
ook toen reeds, in die legen
darisch goedkope tijd, wel
van gelegenheidsprijzen! Zit
plaatsen voor de 7e septem
ber op de mooiste tribune
kostten f 25.- en f 10.-.
lie facetten van het
feest komen aan de
orde: het standpunt
der werkliedenverenigingen,
de actie der geheelonthou
ders, de liederen die men
zong, of nooit gezongen
heeft, de versieringen, volks
feesten en -spelen, optoch
ten en tentoonstellingende
viering elders in Nederland
en overzee, de critiek. En
als climax natuurlijk de in
tocht en inhuldiging. Het
heeft alles een bijzondere
levendigheid door de be
knopt gehouden tekst en
niet het minst de vele knip
sels uit kranten: hoe de
generatie van toen het alles
heeft gezien en ervaren. Tal
van foto's en prenten zijn
er bij afgedrukt, verrassend
opgedoken uit de archieven.
En een attractie op zich
vormen de advertenties uit
de bladen van die dagen, een
tijdbeeld op zich. Zo vult
het een dubbele pocket in
de Ooievaar-serie van Bert
Bakker/Daamen N.V. te Den
Haag. Het had een lijvig
boek kunnen zijn, maar in
deze vorm zullen velen er
van genieten. F. Th.
Door tractor overreden
Herinneringen aan Koningin
IW ilhelmina
H. K. H. Prinses Wilhelmina wordt morgen 78 jaar. Zestig jaar geleden
aanvaardde zij de regering, een stralend jong meisje, een en al bloei van
jeugd. Met baar ging het Nederlandse volk een nieuwe eeuw, een andere
en naar men oprecht geloofde: steeds betere tijd tegemoet. Zo waren de
augustus- en septemberdagen van 1898 vervuld van een feestelijkheid, die
Wij ons nauwelijks nog kunnen voorstellen, en die ook voor latere generaties
niet meer zou zijn weggelegd. Na zestig lange, veel bewogen jaren leeft zij
nog steeds in ons midden, het prille beeldschone meisje van eertijds, een
stille en teruggetrokken, beproefde en getekende, in het eind onmisken
baar teleurgestelde vrouw. Vormt de Victoriaanse periode voor Engeland
een romantische droom, in hoofdzaak gelukkig en glorieus, Wilhelmina's
regeringstijd is een kentering geweest, heeft zich bewogen over de grens
van twee werelden: de wereld van gisteren het fin de siècle. Ia belle
Epoque, zo men wil nog de jaren twintig en die van vandaag zoals
Zij werd geboren uit de chaos der grootste en meest schrikwekkende
oorlogen in de historie. Twee werelden: die van de zekerheid, en die
Van de rouw, de angst, de chronische onrust.
Koninginnedag
bleef lang een
heel bijzondere
dag, welke onze
ouders ongebrui
kelijk populair
met ons vierden,
's Middags moch
ten wij met hen
de stad in, „naar
de drukte kijken".
De grachten met
huis aan huis de
oude diepkleuri-
ge vlaggen, half
in het nazomers
groen, waren vol
statige rust, maar
eenmaal in de
Paleisstraat kwam
het feest op ons
af: Dam en Dam
rak vol stalletjes
en kramen, ver
klede kinderen,
straatartisten, vol
Hartjesdag-achtig
lawijt. En in de
Kalverstraat had
men de spiegel
ruiten der café's zorgvuldig met plan
ken beschermd tegen de uitbundigheid
op een later uur van de hossers. Als wij
de drukte buiten hadden gezien en
wat ons betrof: genoten, zochten wij
een plaatsje in een der café's, reeds
vroeg vol mensen, die wat de mannen
betrof Oranje-bitter dronken, met of
zonder klont, de dames bij voorkeur
advocaat. Ook óns gezinshoofd nam
bij deze gelegenheid de nationale
drank, in plaats van zijn vaste bit
tertje longa vitae. Mama zal wel ad
vocaat genomen hebben, wij als kin
deren mochten kiezen tussen fosco,
grenadine met een rietje, dan wel een
^orbet. Daar zaten wij voor onze ver
beelding veel te lang op, in het steeds
voller wordend café, terwijl buiten de
drukte toenam, het gedrang waar wij
voor gekomen waren om het van een
veilige zitplaats te zien. Tot het hos
sen begon: „Wat heeft de boer in
zijn pijp? Hooi, hooi, hooi!" Steeds
weer afgewisseld door het „Oranje bo
ven! Leve de Willemien!", waarbij
geleidelijk aan het „Weg met de so
cialen!" minder eenstemmig klonk, zo'n
beetje aarzelend, in mineur. Het hos
sen vormde de climax en beduidde te
vens het moment van naar huis toe
gaan. Altijd een weinig ontevreden,
dat herinneren wij ons goed; wij had
den er weet niet wat verwacht. Onze
ouders zeiden tot elkaar: Het wordt
Koningin Wilhelmina op achttienjarige leeftijd toen zij dt
regering aanvaardde. Een portret, waar men altijd opnieuw
geboeid en ontroerd naar kijkt: zo stralend jong, dat meisje,
zo mooi, zo teder, en toch ook vastberaden. En onwillekeu
rig stelt men dit prille, dit broze gelaat tegen de achtergrond
van de toekomst, de Era Wilhelmina, thans het recent ver
leden, en dan is er stof te over om te bepeinzen en te
bespiegelen.
In de jaren zeventig van de vorige
eeuw hing het lot van het Huis Oranje,
het voortbestaan van de ooit zo bloeien
de dynastie, aan een zijden draad.
Drie zonen waren de koning geschon
ken: één van hen, Prins Maurits,
stierf als kind, de hoop der natie, de
Kroonprins,, eenmaal, naar men mocht
verwachten' Willem de Vierde, verkoos
de Boulevard boven het Binnenhof. In
de kracht van zijn jaren vond „Le
Rrince Citron", zoals hij in de vrien
denkring heette, een tragische dood in
Panjs. De derde en jongste zoon was
de zwakke, chronisch zieke Prins
Alexander, die menselijkerwijs de ko
ning nooit zou overleven. Hij is de eni
ge van de halfbroers, die het Prinses
je Wilhelmina m 1880, geboren uit 's ko-
nings tweede huwehjk, op reeds gevor
derde leeftijd met Emma van Waldeck-
Pyrmont, nog kort heeft gekend. Hij
overleed in 1884. En toen „de grijze ko-
Hing in het land al bij de zee" zelf het
hoofd voorgoed te ruste lei, was de
toekomst der dynastie een meisje van
amper tien jaar, een eenzaam kind on
der strenge tucht in de grote, stille
Paleizen.
Toen zij op achttienjarige leeftijd
de regering aanvaardde en plechtig
werd gekroond eigenlijk was zij al
sinds vaders dood „het koninginne
tje" en zou zij eerst veel later de
langste tijd Prinses zijn, hebben ve
len m haar een tweede Victoria ge-
Z1J?"' misschien even lang zou re-
lendarf^v, Tee.ds bij haar leven le"
weten wü a tse vorstin. Thans
geweest. Menigeen 1?ogeli)k Z0" zijn
lukkig met de sSnd e2eer,00k TE"
dit heimelijk gewast SI Za a®"'
re generatie, voor wié x£ oude-
helmina een' be°grr£Ie Koningin Wel
verbonden met al het lie£ en ®n'
een lange levenstijd, een vroegere een
verloren wereld: duizend en een'her
innering, die m haar gestalte hadden
gekregen. Wilhelmina zelf heeft het
niet gewild. De last van vijftig jaar
vooral de beproeving der laatste tien'
was drukkend en wat zij aan illusies
had bewaard, misschien nog in het
eind gewonnen, bleken een wensdroom
te zijn geweest; de hoop op een be
tere samenleving in een nabije
toekomst onvervulbaar. Wilhelmina
keerde terug tot de status van haar
Prille jeugd; Prinses der Nederlan
den. Het Nederlandse volk heeft haar
besluit gerespecteerd, de rust die zy
Wenste, geëerbiedigd.
v.,-die dit schrijven, hebben de kro-
eSgsfeesten niet beleefd, wij zijn van
fd,later decennium, uit „La belle Epo-
Maar in de milieus leefde nog
aP de herinnering. Thuis in de
gp |°n" stond het portret van de jon-
pp„koningin plechtig en pompeus op
fin, sl-andaard, de omlijsting van blauw
u\veel, met goudkoord gedrapeerd en
één een vergulde kroon. Minstens nog
hat Portret hing elders aan de wand en
hin T'-T Pr«kten er de bekende kro-
daéSbordjes; „Het verheugd Amster-
iï£}..aan zUne kinderen. Inhuldiging
smaakvol Regout-product,
dat" tv!™e®Lv®ïi™uw,d., me4 de Jaren,
?teeds
siertthans ons Persoonlijk interieur"verl
■VeniA waren nog heel wat meer sou- De jonge Wilhelmina in Friese dracht
en npi' TVa g bewaard en bij tijd Haar geslacht gaat in rechte lijn terug
°hs ^tegenheid nog eens bekeken. Heel naar Jan Willem Friso: een zwak voor
ehistif T g denken was sterk monar- Friesland behoort wel tot de Oranje-
"stisch en zou dat altijd blijven, ge-
elk jaar een. groter bende. Het jaar
daarop gingen zij toch weer kijken.
Op school leerden wij het liedje
„Naar de Dam", op muziek van
Philip Loots: „Tim, tam, tam, naar
de Dam, daar is wat te zien! Eens
in 't jaar leeft het daar, woont er
Wilhelmien! Laat ons in de pas mar
cheren, zo, zó moet het gaan. Of de
janmaats exerceren, met de riemen
slaan!" Het jaarlijks bezoek van de
koningin was een evenement. Na
schooltijd ging je naar de Dam
waar immers altijd wat te zien was,
al waren het alleen maar de traditio
nele baldakijn, de paardenhokken, de
schildwachthuisjes, de goede, ouder
wetse Kwatta-soldaten op post dan
wel de martiale Koninklijke Mare
chaussee, zoals de Jordaan zei: de
liefdezusters. Wat zich van dag jot
dag en van uur tot uur afspeelde ach
ter de facade, in de koninklijke ver
trekken, de eetzaal, de troonzaal!,
het gaf stof genoeg aan de fantasie.
Pas veel later, in de jaren dertig, pal
voor de restauratie van het eerst
toen definitief paleis, hebben wij de
ontstellende werkelijkheid aan
schouwd, de lampetkannen, de ka
merschermen, de Engelse ledikanten,
heel de kille, armzalige, weinig vor
stelijke sfeer, het ergst van al voor
de dignitarissen, die 's avonds in het
holle, duistere gebouw met een kaars
naar hun kamer moesten, slapen in
een soort spookbed.
Buiten zagen wij alleen maar het bal-
con, waarop na eindeloos wachten en
eindeloos juichen een enkele maal de
hoge bezoekers verschenen, soms met
een buitenlandse gast. Natuurlijk heb
ben wij deelgenomen aan een der vele
kinderaubades, gedirigeerd door Fred
Roeske; zonder dat zou onze jeugd in
Amsterdam niet compleet zijn geweest.
Wij hebben er een zwak van behouden
voor het sinds lang afgezworen en ver
guisde „Wien Neêrlandsch bloed door
d'aderen vloeit", dat nog van een ty
pisch negentiende-eeuwse, juichende
feestelijkheid is. Zoals voor ons gevoel
niets beter de sfeer en de blijheid weer
geeft van destijds de kroningsfeesten
als woorden en melodie van Catharina
van Rennes: „Heil U. juichen strand en
duin, heil U klinkt door Hollands tuin,
koningin, koningin der Nederlanden!"
Als nieuwsgierige Amsterdamse
jongen, later als journalist hebben
wij op datzelfde balcon veel zien ver
anderen. Wij hebben tussen vader en
moeder het prinsesje groot zien wor
den, het lieve, oude gezicht be
groet van koningin-moeder Emma,
voor de herinnering altijd in het paars
met veel witte kant, en onafscheide
lijk een parasol. Op de achtergrond
de stille, stramme figuur van Prins
Hendrik. En toen de eenzaamheid:
de koningin, in het wit van de Sak
sische rouw dikwijls alleen, soms met
de Prinses; precies als veertig jaar
tevoren twee vrouwen. Tot de balcon-
deuren zich wijd openden voor een
verloofd prinselijk paar, dat zo ken
nelijk de moederlijke zegen had. En
toen het jonge gezin in Soestdijk zich
vermeerderde, brak de dag aan, dat
vier jeugdige Oranje-telgen met hun
ouders en grootmoeder zich presen
teerden aan Nederland en Amster
dam, een geheel nieuwe bloei, zij het
thans in de vrouwelijke lijn.
En intussen, jaar in jaar uit, vervul
de Wilhelmina de plichten van haar
staat. Zij was dapper, doortastend, on
vermoeibaar. Met een van onze eerste
onderzeeërs maakte zij een duikoefening
mee: men vertelde na afloop hoe zij,
staande voor de perioscoop op het emo
tioneel moment van onder water gaan
geen spier had vertrokken. De Vrije So
cialist Zuurbier mocht later op de
Haarlemmerdijk zijn krantje uitventen
met de roep:„Hoe kon Haore Maojes-
teit so diep sinke!", de manhafte konin
gin had haar aard niet verloochend, het
tsarenbloed, dat via Anna Paulowna in
haar aderen vloeit en haar tekent, zo
als het zeer duidelijk haar vader deed.
Wilhelmina was de enige, die in het cri-
tieke uur Paul Kruger daadwerkelijk
hulp bood. Wilhelmina was op haar post
altijd en overal waar de nood aan de
man was. Deze bijdrage is echter niet
bedoeld als een levensbeschrijving; nog
minder een karakterschets van haar
bewind: onuitputtelijk zou de herinne
ring zijn uit meer dan een kwart eeuw
Prinses Wilhelmina leeft thans tien
jaar in stilte. Zij was 58 jaar koningin
geleden werd zij beëedigd en ingehul
digd. Amsterdam en Nederland hebben
de Kroningsfeesten 1898 met luister en
groot enthousiasme gevierd. Vooral de
intocht van de pas gekroonde, jonge
koningin in haar hoofdstad is een hoog
tepunt geworden
verslaggeverij, telkens weer in de ge- en heeft 50 jaar geregeerd. Zestig jaar
legenheid om haar van nabij gade te -> --■= u..i
slaan. Tot de dag en het uur, dat het „Le
ve de koningin!" over de Dam klonk,
voor de eerste maal aangeheven door
'rinses Wilhelmina, de geschiedenis zich
herhaalde van een moeder, die haar
dochter de gouden, maar loodzware
scepter overgaf.
Nog een heel 1|^H
enkele maal heb- A:
ben wij prinses
Wilhelmina terug-
k°Z'tféestBij eC't |Hr^
Loo, bij een aan- - Jpfc
komst op Schip- j
hol. Elke keer gaf y.JBWBpBHWWBWBK
het ons een schok
van ontroering:
voel werd in ons M HmhPjH
wakker, haast zou jsstósW
men het klassiek - „BH
mogen noemen. A A
Het was een ont-
moeting met het
verleden, de con-
frontatie met een
époque, groots en ln|i|H^, i m
bewogen, tragisch 111188# 2 inm!
en triest, en ve-
lorlei gevoelens
riep het wakker:
bewondering, eer-
bied, genegenheid,
trouw. Ons mo- §P<j
narchistische hart
klopte hevig. Wij HL;
hadden één woord
tot haar willen
tot uitdrukking
teit". Maar wij
zijn geen Italiaan, MHhBHB
V':„- -
i.i.'
een Hollander. Dus
bleven wij waar m
wij waren en ver- Wilhelmina heeft geen gemakkelijke jeugd gehad, zeer
zuimden in ons streng, zeer afgezonderd en zeer conventioneel opgevoed.
leven de zoveelste Hoe totaal anders denken en leven thans haar kleinkin-
spontane kans. deren op Soestdijk.
Dr. Kurt Stehling, een der belangrijk
ste medewerkers van het Vanquardpro-
gramma der Amerikaanse marine,
heeft vrijdagavond op het internatio
naal ruimtevaartcongres te Amster
dam een belangrijke verklaring afge
legd, waarbij hfj constateerde, dat de
maan zeer goed als tussenstation voor
de ruimtevaart zou kunnen dienen. Een
ruimtevaartstation op de maan biedt,
aldus dr. Stehling, betere mogelijkhe-
traditie.
(40 pCt. k eoittnt),
voor
wjjuWin Ntfrlandteh Hoed,
T.n H. J. 8HIT.
Ia NB S5-U1 ooaranUn werd dit
kil bewfji T.n ingeqemaoheid er
geplutet. Het oordeel >u be-
TetUrk
nrntP hoed die de zeewind Z,ch ,M U ook in pr-
m i m
den voor exploratie dan het inrichten
van een kunstmatig in de ruimte opge
bouwde basisstation.
Dr. Stehling beweert, dat met de hui
dige techniek der raketten het binnen
niet al te lange tijd mogelijk zal zijn
de maan mét raketten te bereiken. Men
moet thans reeds beginnen met de stu
die van een plan voor een permanent
interplanetair ruimtestation op de
maan. Dr. Stehling is het kennelijk niet
eens met zijn landgenoot dr. Wemher
von Braun, die reeds zes jaar geleden
het plan heeft ontworpen in de ruimte
een tussenstation te bouwen, welk plan
evenwel zoveel precisiearbeid en we
tenschappelijke voorbereiding vereist,
dat men terecht aan het slagen daar
van mag twijfelen. De inrichting van
een waarnemingsstation op de maan
daarentegen zal eenvoudiger zijn en zon
der twijfel goedkoper en vooral ook doel
matiger. In de nabije toekomst zal men
met vloeistofraketten, b.v. van het ty
pe Atlas, onderdelen voor het opbou
wen van het maan-station in de ruimte
kunnen zenden.
Voorts is dr. Stehling van mening,
dat het nog maar twee ot drie jaar zal
duren voor er mensen op de maan zul
len kunnen landen. Die mensen zullen
dan kunnen beginnen met de opbouw
van het waarnemingsstation op de
maan. Dr. Stehling verklaarde voorts,
dat mensen zeker op de maan zullen
kunnen leven. Door middel van een spe
ciaal daarvoor geconstrueerde ruimte-
kamer zullen zij zich op de maan kun
nen voortbewegen en die mechanische
arbeid verrichten, welke nodig is voor
de opbouw van het station.
Dr. Ernst Stuhlinger, eerste assis
tent van dr. Wemher von Braun, die
eveneens verbonden is aan de afde
ling „geleide projectielen" van het
Amerikaanse leger op de Redstoneba-
sis te Huntsville in Alabama, heeft
vrijdag tijdens een voordracht over
toekomstige voortstuwingssystemen
van ruimteschepen enkele interessan
te bijzonderheden verteld, waarbij hij,
evenals zovele van zijn voorgangers
verklaarde, dat de verwerkelijking
van vele plannen afhankelijk is van
financiële steun der overheid, die de
opdrachten verstrek^ Toch meende
hij, dat binnen tien jaar een ionenra
ket in de ruimte zal vliegen, die vol
komen geleid en gecontroleerd zal
kunnen worden door wetenschaps
mensen op aarde.
Aan het slot van zijn voordracht con
stateerde dr. Stuhlinger, dat op dit con
gres duidelijk is gebleken, dat de ruim
tevaart niet meer behoort te worden ge
rangschikt onder de „mogelijkheden",
integendeel, de ruimtevaart is reeds
werkelijkheid. In de komende jaren
gaat het erom de methode te verbe
teren en te perfectioneren.
In de middaguren hield prof. V. I.
Krassovsky, een der leden van de Rus
sische delegatie, een voordracht over de
resultaten, die met de waarnemingen
van de Spoetnik 3 zijn bereikt. Het lan
ceren van de Spoetniks moet men zien.
aldus deze Russische geleerde, als het
begin van een nieuw tijdperk, waarbij
een poging wordt gedaan de geheimen
van de atmosfeer en van de interpla
netaire ruimte te doorgronden. Prof.
Krassovsky zei, dat in de Spoetniks en
voornamelijk in de derde een compleet
laboratorium was geplaatst ten einde
onze kennis van de kosmische ruimte
te vergroten. Alle gegevens die de
Spoetnik 3 verzamelde, werden aan di
verse afdelingen van wetenschappelijk
onderzoek in Rusland verstrekt. Met
het uitwerken van de reeds verzamelde
gegevens is men nog lang niet gereed,
maar toch is prof. Krassovsky van oor
deel, dat de kennis omtrent de tempera
tuur in de bovenste lagen van de atmos
feer. de electronenconcentratie op ver
schillende hoogten en de botsingen met
kleine meteorieten, dank zjj de waarne
mingen van de instrumenten uit de
Spoetnik 3, aanzienlijk zal worden ver
groot.
De drie-en-veertigjarige landbouwer
J. Tenzen uit Nieuw-Vennep, die don
derdagavond op een door zijn vijftien
jarige zoon bestuurde tractor stond, is
door onbekende oorzaak op het voor
wiel gevallen en vervolgens door dit
wiel overreden.
In ernstige toestand werd hjj naar het
Diakonessenhuis te Haarlem vervoerd,
waar de landbouwer intussen is over
leden.