Tik op de schedel door Penitenciër 0 CARRÉ SHtóHAP Studiebijeenkomst centrum katholieke M.O.B.'s Houdt scholenbouw met de woningbouw gelijke tred? Brieven uit Rome in „Te Elfder Ure" AAN DE VIJVER BIJ SCHAEPMANS GRAF ROME een fascinerende stad, fantastisch en overstelpend J Romeins ontbijt tam nimfa Vissers ondergingen hersenspoeling Excessen bij het ontgroenen komen in debat Wrijf Kou en Pijn Bruiloft twee eeuwen terug De bewaking van de rijksmusea Voorlopig verslag onderwijsbegroting Vijftigste jaarboek van Amstelodamum ZATERDAG 25 OKTOBER 1958 PAGINA 7 FRED THOMAS De verkoop van schilde rijen-collecties Bestuur Liefdezusters REVUE weg met DAMPQ - Een dubbeltalige biechtstoel, in dit geval Duits en Italiaans. De aanraking na afloop van de biecht, met de roede van de Penitenciër. Tij hekben een ochtend in Rome benut om een bezoek te brengen aan W* twee Nederlandse graven. In de Gesü, de hoofdkerk der Jezuïeten, dienden wij de Mis bij de tombe van pater Roothaan, en op de Campo Santo Teutonico, het kleine kerkhof in de schaduw van de St. 'eter. stonden wij aan de rustplaats van Schaepman. Het vvas een kleine, persoonlijke pelgrimage: wij zijn een' Roothaaan- ST°te Generaal is te Amsterdam in dezelfde buurt opgegroeid, c 7 er e Westertoren, diende als wij de Mis in de Krijtbergskerk. En ocnr-~ j laeP®an heeft menige voetstap staan op onze dierbare Voorburgwal, Paichouii-reuk van zijn soutane zweeft als het ware nog op de Jjpenmar t: nu wij van dag tot dag met de grandeur van het Pausdom vou en gecon ronteerd. komen ons zijn gedichten voor de geest, begrijpen Wij meer van hem, is hij ons heel nabij. De dagen te Rome tussen het ejjid van de rouwtijd, de Novemdialis, en het begin van het Conclaaf hadden voor ons zo n beetje de sfeer van de laatste week van het jaar, van Kerstmis tot Oud en Nieuw. Gewichtig nieuws was nauwelijks te verwachten, >ets belangrijks viel niet ie verslaan, en zo konden wij ons overgeven aan het avontuur, de droom, de trance van ons eerste langdurig verblijf in deze fascinerende, fantastische, overstelpende stad. Ochtenden en avonden, 's middags wordt men geacht te slapen, zyn wij VP goed geluk door de stad gegaan, bij ih.nr,'!eUr de oude buurten, door bochtige m ,n en. hellende stegen, over intie me pleintjes, en steeds weer de vaak h.»„ aSen?e binnenhoven in. Wy heb- klïken VJÜ?gespeurd in vervallen teintjes, ovévt1rd naar futselende fon- lende, morsend het spuitende, stroe- stad en haar ve ,Water, geroken aan de ben de goudeele 8eur'S leven. Wij heb- }en aan een thfeltt^" gedronken, bui- koffie genoten met VOOI etn traltor,a' een der vele bars Zae,te b™.?dJ?s nipt in een creme'ria \r r-u 'JS wij op de markt, b^ntts aTdê kleuren van vruchten en vis griezel den bij de kramen met niets dan inge wand van schaap en lam: zeemlelr- achtige pensen, hart, milt, nieren; Ro- ^®inse delicatesse allemaal. Dan slurp- ten wij behaaglijk de rauwe mosselen Pit, een dozijn voor ons opengesneden, en konden niet genoeg krijgen van al leen reeds de aanblik van de op win gerdblad gepresenteerde vangst uit de meren: Nemi, Albano, Bracciano. De oren tuiten ons van het gerucht van Rome, dat ons van vroeg tot laat vergezelt. In de stad met haar inten sief autoverkeer, de razende jacht der rumoerige scooters, in het gastvrije huis Van onze Romeinse correspondent, mid- ?en in de klassieke Rione di Parione, "Uiten op straat en binnen in de hof: luidruchtige Italiaanse stemmen, ruzie etl radio, het rinkelen van een telefoon, geklop en gehamer, opmerkelijk melo dieus gezang, kindergehuil. Dit alles Overstelpt en bedwelmt ons, zoals heel eeuwenoude en eeuwige sfeer, tast baar tussen de okergele en terra-tonisre *aeaden, in woonkazernes, die ooit Palazzo's zün geweest, plotseling nog lr> het grillig gelid als zodanig in ere en f?bruik. De winkeltjes en bedrijven, on- flePe nissen en krochten, handel en fbjbacht naast hypermoderne kapsa- t°OS- Het is herfst en de plastic en den n gordijnen voor de ingacg wor- Vervangen door wanden en deuren met glas' hele straten als aquaria, he; j onbelemmerd de inkyk op be21g" von»u?.n bedrijf, bannen groeten in het pen bt)gaan, meisjes en vrouwen wer- blnl een kushand naar een met verse hian versierde Madonna in ergens H-b blinde, brokkelige muur. En hier en gpur °P een hoek zit een oude vrouw lutt i bU een kacheltje en poft voor ele lires de nieuwe kastanjes. j J^ater Herman v. d. Kroft S.J. van Nederlandse uitzendingen via de uiicaanse Radio droeg voor ons de en' n u,°P- d'e wij wilden laten lezen de nu-b?n. gediend aan het altaar in afin van Ftoothaan's graf. Na dop zijn wij samen gaan ontbijten in vpi jugeving der Gesü, in een der te ,lYaar de Romein dit pleegt der oln' y hechten als Nederlan- maa,aa"t«n. rustig, stevig ontbijt, teren n vluchtig zich ontnuch- ren naar T.nt™^ „„„j Een der vele moderne bars in het oude Rome, waar de Romein voor de toog zijn koffie drinkt en met een enkel zoet broodje vluchtig ontbijt. op te nemen, te verwerken, te begrij pen. Dit geldt trouwens voor heel Ro me: men kan de stad niet aan, haar geschiedenis niet, haar monumenten niet, haar wezen niet. Er is hier zo ontzettend veel gebeurd, alles wat een mens maar kan bedenken aan ver hevens èn aan afgrijselijks. Op geen plek ter wereld is zoveel ondergegaan, verpulverd, bedolven, tot puin verval len. Men weet geen weg meer uit de oudheid, de renaissance, de barok, de jongere bouwkunst, heel de cultuur historie der mensheid op en over en door elkaar heen. In de nog koeste rende warmte van de herfstzon zitten wy op het terras van Mastro Stefa- no's Trattoria aan de Piazza Navona, voormalig Circo Agonale, het stadion van pomitiaan, pal over de kerk van St. Agnes van Boromini, de fontein van Bernini. Wij zuigen vergenoegd onze Abacchio, Romeins stuk lams vlees, dat smelt In de mond. en intus sen obsedeert ons de kerk, de fontein, het plein, heel de situatie. Wij voe len ons onwennig, déplacé, een gevoel, dat wij in Londen, Parys, Wenen nooit hebben gekend. Hier zijn wij vreem deling, buitenstaander, outcast. Rome: de aanraking met de petitentie- roede, om het zo maar eens te noemen, verleent aan de biechteling 300 dagen af laat, méér dan zelfs een bisschop ge rechtigd is bij enigerlei gelegenheid uit te delen. Dit bracht ons op het spoor van het instituut der Penitenciërs en wij hebben niet gerust voor een Nederlandse Peni tenciër ons het fijne ervan had ver teld. Ja, wij hadden wel eens gelezen van zonden zó ernstig, dat alleen de paus persoonlijk die kon vergeven. Bij voorbeeld zeeroverij plegen in pauselijk gewaad. Of in het openbaar de pause lijke bul verbranden. Dit is echter uit de tijd en komt niet meer in het ker kelijk wetboek voor. Het eerste doet men tegenwoordig onder Panamese of Libe riaanse vlag, het laatste is evenmin nog aan de orde. Wel geldt het nadrukkelijk in (leze dagen actueel voor het schenden, door wie dan ook, van het geheim van het Conclaaf. En zo is er een aantal gevallen, uitsluiten:' aan de paus voorbehouden. Natuurlijk kan in stervensgevaar elke priester de ahsolu- koffio»tar ^atÜnse aard, met een kop ook zifT z£ n enkel zoet broodje, heeft voorkeur Cil=rm?' Men Pleegt het bij er ook te doen, maar kan Wij gaan zitten en dat hebben o^^aan, oprecht ogenblik riist t - genietend van zo'n zige Romeinse i "den van het be- kop koSfi en 6V1n' Natuurlijk is een broodje voor nZOn -enkel besuikerd uje voor ons niet genoeg, ooi vü plegen er nof .e knabbelen, met nartige kaas, en drinken koffie"ëïy,naiuurnjK is een tie en zo n enkel besuikerd voor *en' sïjdZ .wTplfl""eor nog salami nf^ «1J te knabbelen, met «en éroot ha[tlge kaas, en groot glas verrukkelijk koele zmei^?r'a Maggiore, een der vier aartsbasilieken, aangewezen als biechtkerk en der Penitenciërs. In deze kerk vervullen Dominicanen het specifieke ambt. on«. even dat stokpaardje van in Vi.Jeaar.0n:1 kan het nou wèl weer dat in de miilioenenstad Rome, i-rii„fnen gewoon uit een fles melk melk voorgezet, die ook zuiver naar fahrLiSmaakt, waar men niets van de veilig u-an Proeft. Is dat in ons zui- mncroici uitnemendheid nu echt niet van a if, o 's de gemiddelde smaak nf» Nederlander inderdaad zo wei- v-i I '«uucx muci ncicin /ju wet- horia^vft8*1 20 banaal, alleen maar elimn rf °P, goedkoop, zonder een Lr, v. Konsumfreudigkeit van el- uers net publiek. Vier maal per week, 's avonds om .,tie,n' verzorgt oater v. d. S' ujï6 Nederlandse uitzendingen van uit het Vaticaan. Helaas is da ovaï- komst bij het grote gedrang in de aether juist, naar onze contreien, Nederland en Belgie, nog al te vaak onvoldoende Dü schaadt de belangstelling en bemoeilijkt de taak van de ïog jonge, enthousiaste radio-pater. Hij moet heel wat teleur stelling verwerken, maar houdt vol, ho pende op de duur het oor van Neder land blijvend te boeien en te behouden. m geheel in de stijl te blijven heb ben wij de middag voor onze Mis in de Gesü plechtig gebiecht in de St Pieter, bij wat wij later hebben gewe ten- een wasechte Penitenciër. Men kan er in alle talen terecht, maar de „Nederlands-sprekende biechtstoel" bleek onbemand, en zo kwamen wij bij een Italiaans priester, die Engels verstond. Deze beduidde ons na afloop midden in het front voor de biechtstoel neer te knielen, waarna hii de klepdeur voor zijn zitplaats opende, 'n soort hen gel uitstak en ons daarmee 'n lichte tik op de schedel gaf. Hadden wij zo zwaar gezondigd voor 'n dergelijk openbaar ver maan? Nee, helemaal niet; naar wij la ter vernamen is dit een privilege, voor behouden aan de Penitenciërs te tie geven, verder echter alleen de paus. Wel bestaat de mogelijkheid van een „voorlopige absolutie", door een daartoe gerechtigd Penitenciër. Het instituut van de Penitenciërs is heel oud. Men moet er voor teruggaan tot de opbloei van de Kerk in de vier de en vijfde eeuw, nadat zij van Con stanten tie vrijheid had verkregen. Van overal stroomden de pelgrims naar Ro me en het is in deze periode, dat let terlijk de kerken en kerkjes er als paddestoelen uit de grond zijn ge schoten. Velen kwamen ook met hun moeilijkheden, gewetensconflicten, heel ernstige zonden. Zij zochten raad en vergeving. De paus heeft toen een nieuw kerkelijk ambt gecreëerd, dat van de Penitenciërs: priesters met spe ciale kennis van zaken, die de moeilij ke gevallen, die werden voorgelegd, zou den behandelen, raad geven, meesttijds ook gemachtigd de absolutie te verle nen, behoudens natuurlijk de uitzonde ringen, voorbehouden aan de paus zelf. Vier basilieken zijn als biechtkerk aan gewezen. Als voornaamste geldt de Ma ria Maggiore, meer nog dan de St. Pie ter. De Penitenciërs zijn hier Domini canen. In de St. Pieter Minderbroe ders Conventuelen, in St. Jan van La- teranen Franciscanen en in St. Paulps buiten de Muren Benedictijnen. In to taal bedraagt hun aantal 40 a 50. Men kan er in de meeste talen terecht tot m het Hindostaans, Nieuw Grieks, Egyptisch, Syrisch. Men kan zpn za ken ook schriftelijk voorleggen. Het laatste woord is aan de Groot-Peni- tenciër, op het ogenblik kardinaal Ca- nah, bijgestaan door een raad van zes, net hoogste gewetens-gerechtshof. Een gevoel, dat ons ook bekroop tij dens de plechtigheden, in de afgelopen dagen bijgewoond. Ons Cah-inistisch, Jansenistisch aangevreten zieltje wist geen weg met die uitbundigheid en pracht, de bijkans barbaarse luister van de superbarok, het volle geweld van de contra-reformatie. Wij waren verbijs terd, verslagen, min of meer verdoofd, tegelijk ons helder bewust van de afwe zigheid van wat wij tot dan toe onder ontroering hadden verstaan: alleen maar ontsteld. Het wonderlijke was, dat wij ons na afloop het was de be grafenisplechtigheid van de paus te rugvonden met Charles Eyck en Ber- tus Aafjes ineen winkeltje van re ligieuze souvenirs achter de colonnade. Wjj reageerden de blijkbaar eendere emotie af met erg nuchter, erg Neder lands, nogal critisch commentaar. Te gelijk tastten onze handen in een tros van mannelijk-degelijke, grofkralige ro zenkransen, plukten er een uit lieten er een onooglijke medaille aan vast maken, met de beeltenis van Pius XII, en borgen hem zorgzaam weg. Wü zün nu twee weken in Rome. Nog altüd worstelen wü met de stad, met het Vaticaan. Maar wij zün niet voor niets aan Roothaans graf geweest en aan dat van Schaepman. Hoe spijt het ons nu, dat wij diens gedichten niet hebben meegenomen, belangrüker nu dan al de reisbeschrijvingen, gidsen en ,Hoe zeg ih het in het Ttaliaans". Trou wens, eerlük bekend, wü bezitten zün werk niet eens. Nu hadden wü het alle- maal willen lezen, nu het schemert voor ons, het licht van een dieper begrip wil opgaan: de eenheid, de universaliteit van de Kerk, haar grootheid, haar glo rie, haar ontzagwekkende, alles omvat tende ruimte. Waarbinnen wü thuis ho ren, ons thuis weten, ademen en leven. Onwillekeurig spelen ons melodie en woorden van Schaepmans Pauslied door de geest, zo vaak en mtoos enthousiast gezongen, echter eerst thans begrepen. En de regels, die men tenminste van Schaepmans oeuvre moet kennen: ,,'t Zün achttien honderd jaar! en nog, nog staat de rots Onwrikbaar als voorheen, hoe fel de branding klots' Met een tevreden gebaar heeft het genootschap Amstelodamum dezer da gen bij zijn leden het vijftigste jaarboek op tafel gelegd. De eerste halve eeuw van naarstige studie van het oude Am sterdam en van waakzaamheid voor het behoud van de oude stad is voorbij. Amstelodamum is voor de liefhebber van de stad even onmisbaar als de Westertoren. Mr H. van Riel opent het jaarboek met een beschouwing over de 49 voorafgaande jaarboeken en over de belangrijkste medewerkers. Men leest er vele namen bij van reeds lang verschei den kenners: 'Breen, Kouwenaar, D. C. Meijer jr., Knoef en vele anderen. Mr. Oldewelt schrijft in het jaarboek over het ontstaan van de Duvelshoek, het' oude buurtje dat verdween voor Tuschinski en de Galeries Modernes. Dr. Fuchs neemt de oude Rijnvaart van Amsterdam onder de loupe. Mej. van Eeghen heeft weer een bijzonder lezens waardig artikel bijgedragen. Ditmaal behandelt zij de eeuwenoude geschiede nis van de brouwerij De Hooiberg, die de onmiddellijke voorganger werd van Heineken's bierbrouwerij. Mej. Bijte- kiar schrijft ditmaal niet over de Oude Kerk mayr over het huis Herengracht 543, welks verbouwingsrekening uit 1742 een zeer interessant beeld geven van de maatschappelijke stand van de bouw vakken in die jaren. Het waren bepaald geen armoedige lieden. Mr. Oldewelt heeft bovendien nog een bijzonder in teressant artikel bijgedragen over het aansprekersoproer van 1696, dat men aan de hand van een bewaard gebleven dagboek van een ooggetuige de make laar Joris Craffurd zeer levend beschre ven vindt. Hetzelfde geldt voor het ver haal van mej. Van Eeghen over een deftige Amsterdamse bruiloft in 3750, waarvan ook een zeer uitvoerig verslag bewaard is gebleven, dat een bijzonder openhartig beeld geeft van de zeden van die dagen. Een artikel van wijlen Mieras over het grachtenboek en van de heer Nanninga over het oude Entre potdok besluit het jaarboek, dat met zijn ruim 200 paginas de liefhebbers weer een hartig brok interessante lec tuur verschaft. (Van onze Haagse redactie) Welke maatregelen zijn genomen ter voorkoming van diefstal en inbraak in de rüksmusea, zo wil de Tweede Ka mer weten in haar voorlopig verslag op de begroting van minister Cals. Is er centraal toezicht op de bewaking? Bij de afdeling oudheidkunde hoort ook de vraag welke monumenten met ondergang worden bedreigd en of de beschikbare middelen voldoende zün om onherstelbare verliezen te voorkomen. De kamer stelt zich tevens voor de gebeurtenissen rond de schilderüencol- lecties van Regnault en Van Beuningen ter sprake te brengen. De Kamer informeert waarvoor het bedrag van 70.000.- voor de betrek kingen met Indonesië is bestemd. Hoe staat het met de culturele verzorging van Nederlanders in Indonesië? Tüdens het generaal kapittel der lief dezusters van de H. Carolus Borromeus, Onder de Boten te Maastricht werden in het algemeen bestuur gekozen: moe der Chrysaria Jongerius, algemeen over ste; moeder Emmanuel Lemmens, vi- cares; moeder Hermine Bots; moeder Lambertilla Janssen; moeder Paulie Douven; zuster Celestie Rieter, alge meen econome. Advertentie vond o v iedere3 d3q2en8o ZO" Als zuil der waarheid, als het middel punt der tüden. Ziet, eeuwen gaan voorbü en brengen vreugd en lüden En schand' en eer; met de stroom des tüds vergaat Wat van de tü'd is en de rots van Petrus staat! Bü het graf van Schaepman op dat stille Campo Santo Teuton O j in de scha duw van de St. Pieter hebben wü lang gedraald en is aan ons benepen zieltje veel verklaard. Toen wü ons omkeer den om heen te gaan, zagen wij in het midden van de begraafplaats een klei ne waterpartij, een minimaal vijver tje. In die enge, maar klare omsloten- heid weerspiegelde zich precies de koe pel van Michel Angelo: hü vulde haar geheel. et gesprek was slechts even een aanraking met de toppen, de geestelijke spits van de Kerk, die als de koepel van Michel Angelo steeds hoger en machtiger boven de sterveling uitrijst, de kleine pelgrim in Rome. Zoals heel de wereld, de traditie, de sfeer van het Vaticaan, haar organisatie, haar protocol, het niveau, waarop alles zich beweegt. Men heeft tijd nodig om het in zich Het „centrum katholieke medisch op voedkundige bureaus" hield vrüdag en vandaag in Oisterwyk een studieweek end over het thema: „Wat verwacht men van het medisch opvoedkundig bu reau". In de middagbyeenkomst van vrüdag heeft dr F. J. A. Huygen ge sproken over „Wat verwacht de huis arts van het medisch opvoedkundig bu reau". Hü stelde, dat het voor de huis arts reeds moeilük is zyn plaats te vin den of te hervinden in de lichamelüke gezondheidszorg in deze tüd van snel toenemende specialisatie en differentia tie. Nog moeilüker is zün plaats te vin den in het voor hem nieuwe terrein van de zorg voor de geestelyke gezondheid aldus de inleider. Een belangryk belet- sel zag dr. Huygen hierby in de een- zydig-natuurwetenschappelüke, soma tische gerichtheid van de algemene artsopleiding. Dit leidt tot een onwille keurige vertekening in het mensbeeld van de aankomende arts, aldus spreker. Anderzyds komt de huisarts in zün dagelyks werk voortdurend in aanra king met psychische en sociale proble matiek en de implicaties hiervan op me disch gebied Wanneer zün ogen hier voor eenmaal opengaan voelt hü grote lacunes in zün kennis en kunde ter han tering van deze problemen, hetgeen toch van hem wordt verwacht, aldus spreker. Hü ziet dan uit naar mogelyk- heden deze hiaten aan te vullen. In het tegemoetkomen aan deze behoefte zou den naar de mening van de inleider de medisch opvoedkundige bureaus een be- langrüke taak kunnen zien en vervul len. De tweede inleider was mr. L. H. J. Brantjes, die sprak over: „Is het me disch opvoedkundig bureau een levende cel in de kinderbeschermingswereld?" Hü ging uit van een aantal stellingen. B\j de wettelüke maatregel van de on der toezichtstelling is aan de kinder rechter eei opvoedende taak toebedeeld en voor de juiste vervulling van deze taak kan hy de medewerking van een medisch-opvoedkundig bureau niet ont beren, aldus een van deze stellingen. Als elke alleen-zittende rechter dreigt ook een kinderrechter op de duur te ver starren in persoonlyke waarde-oordelen, aldus spreker. Geregeld contact met het team van het medisch opvoedkundig bureau zal hem voor dit isolement be hoeden en voorkomen, dat zijn gezags uitoefening ontaardt in machtsuitoefe ning. Russische patrouillevaartuigen hebben in mei j.l. een aantal Japanse vissersvaartuigen opgebracht, die er van beschuldigd werden in door de Sovjet-autoriteiten tot territoriale wateren verklaard zeegebied te hebben gevist. De 122 vissers die de boten bemanden, werden gevangen gezet. Dezer dagen werden zij vrijgelaten en in de haven van Moji op het eiland Kioesjieo, ontscheept. De terugkeer in hun vaderland had echter een verrassend trekje: de vissers verlieten hun schip, rode vlaggen zwaaiend, en anti-regerings leuzen roepend. Tegenover Japanse verslaggevers die meer wilden weten van deze merkwaardige verandering in geestesgesteldheid verklaarden zij slechts dat het zitting hebbende kabinet-Kisji, een „reactionaire en Amerikaans gezinde regering," niet deugde. De toedracht werd pas duidelijk toen bleek, dat de vissers elke dag van hun verblijf in Rusland vijf uur onderricht in de communistische leerstellingen hadden ontvangen stede t te van «ding be- |ezien iteit. s als -tiss, jode- tisch 'ging 'jrlük galons yerop •uien aties •zelli- |n zo- Ijroen doen ;kets aan, gora ratie §rt en oond Na Iding de allen ver in de -ting, met Er aag. ski een een H. e n. >ang ?ape mijl n. igei ïgei ?an. (Van onze Haagse redactie) In werkelijkheid veel meer dan de achtennegentig genummerde vragen bevat het voorlopig verslag van de Tweede Kamer op de begroting van on- derwys, kunsten en wetenschappen. De vaste commissie voor O. K. en W. heeft in haar voorlopig verslag, in overeen stemming met de nieuwe wijze van schriftelyke voorbereiding van de be grotingsbehandeling, ditmaal slechts de concrete vragen van feitelijke aard op genomen. In het verslag is voorts een aantal punten vermeld, waarvan geble ken is dat onder de l"den van de Twee de Kamer behoefte bestaat daarover by de openbare behandeling het woord te voeren. Een aantal van de vragen, gerangschikt naar de afdelingen van de begroting, wordt hieronder weergege ven. Gevraagd wordt onder Algemeen of verwacht kan worden dat in 1959 het bouwvolume voor onderwysdoeleinden tot een bedrag van 210 miljoen kan wor den verwerkelijkt, en of de minister een specificatie kan geven van dit bouwvo lume over de verschillende takken van onderwys, gesplitst naar openbaar en büzorfder onderwüs. Hoe groot zou het bouwvolume moeten zün om in de mo menteel bestaande werkelyke behoefte te kunnen voorzien?, zo wordt verder gevraagd. Ook wil men meer weten om trent eventuele verdelingsnormen inza ke de toekenning van bouwvolume over de verschillende sectoren van het on derwüs. Gevraagd wordt of de minister kan mededelen of in de situatie van nu de scholenbouw ongeveer gelyke tred houdt met de woningbouw en in wel ke verhouding de bouw van gymnas tieklokalen staat tot de feitelyke be hoefte. Men vraagt ook of er een wet- telyke regeling van de vakantie spreiding in voorbereiding is. Voor wat het ministerie aangaat, in teresseert het bepaalde Kamerleden, blükens een vraag, of de minister nader kan motiveren waarom het noodzake- lük is het aantal ambtenaren met ruim duizend te doen toenemen. Gevraagd wordt of de adviescommissie-spelling wet nog wel vergadert en wanneer de beëindiging van de werkzaamheden van deze commissie wordt verwacht. Onder de afdeling rijksschooltoezicht vallen de vragen of de minister het toezicht op het schriftelijk onderwys, zoals dit nu werkt, voldoende acht en of het waar is dat inspecteurs van het onderwys in een bepaald deel van het jaar dikwijls waarschünlijk in verband met examens „onbereikbaar" zün. Lager onderwijs: Kan de minister ge gevens verstrekken omtrent de behoefte aan kleuteronderwys en aangeven in hoeverre daaraan wordt voldaan of bin nenkort kan worden voldaan? Acht de minister het aantal van zesendertig op leidingsscholen voor kleuterleidster het (voorlopige) maximum? Gevraagd wordt een overzicht van de onderwij zers, die uitstel of vrüstelling van dienst, plicht hebben verkregen op grond van hun onderwyzersfunctie in bepaalde aangewezen gebieden. Neemt de gemid delde klasbezetting van de gewone lage re scholen, alsook het aantal klassen, dat een bezetting heeft boven het gemid delde, af of toe? En: Kan de minister mededeling doen over de stand van za ken wat betreft de vestiging van een nieuwe katholieke kweekschool in het westen van het land onder gelyktüdige opheffing vart twee katholieke kweek scholen in het zuiden? Omtrent het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs wordt o.m. ge vraagd of de bewindsman tegelijk met de prognose over de te verwachten leerlingenaantallen een prognose kan geven over het benodigde en bereikba re aantal leraren. Onder het hoofdstuk nijverheidsonderwijs valt de vraag of de minister mededelingen kan doen over de stand van zaken met betrekking tot de voorbereidingen tot en onderhande lingen over de stichting van een twee de hogere technische school in zuid- Limburg. Als onderwerp voor de openbare be raadslaging over hoger onderwys en we. tenschappen wordt o.a. genoemd de (al of niet wenselüke) uitbreiding van het aantal universitaire leerstoelen (bij voorbeeld de op Indonesië betrekking hebbende leerstoelen). Voor de openbare beraadslaging wordt voorts als onderwerp genoemd de excessen by het ontgroenen. iiiiiiiiniiiiiimniimiHiHHiiuiiiiiiimiiiiniHiiiiimmiMmm Het okt. nummer van „Te Elfder Ure" is ongewoon samengesteld. In plaats van een verscheidenheid van artikelen be vat het, naast een beknopte kritische kroniek, slechts één artikel, te weten een in vier delen uiteen vallende be schouwing over het te Rome zetelende bestuur der Kerk. van de hand van pastoor J. Brouwers uit Banholt in Limburg. De gekozen vorm lijkt het meest op die van een aantal bladzijden uit een bespiegelend dagboek, maar dan van een bewust voor anderen ter lezing bestemd dagboek. Met het oog op dat laatste is de titel „Brieven uit Rome niet misplaatst. Ofschoon de redactionele afsluiting van het nummer kennelijk heeft plaats gehad vóór de ernstige ziekte en het overlijden van de Paus, krijgt het in deze dagen van herdenking van de overleden opperherder en vlak voor de keuze van een nieuwe Paus een bijzon dere actualiteit. Wij vestigen de aandacht op dit ge schrift omdat het enerzijds open en vrijmoedig van toon is doch anderzijds de grenzen van de bêtamelyk- overschrijdt. Het is met ernst en zin voor verantwoordelijkheid geschre ven, het is vrij van negativismen en van een rancuneuze ondertoon. Onverbloemd en met kennis van zaken wordt in leven dige afwisseling en met behulp van authentieke citaten gewezen op de goede en de verkeerde dingen in de praktijk van het centrale Kerkbestuur. Van de vitale onderwerpen die ter sprake wor den gebracht, veelal tegen de achter grond van de historie enerzijds en de actualiteit van onze dagen anderzijds, noemen we: de openbare meningsuiting in de Kerk, de verouderde Index, de on volkomenheden van het bestuur door de Congregaties en door de Curie in het algemeen, de centralisatie van de macht en het „Italianisme" in de Kerk. Wij zullen in deze korte bespreking niet op details ingaan en willen volstaan met de veronderstelling, dat ontwikkelde en kritisch denkende gelovigen in bet be sef van hun medeverantwoordelijkheid voor het wel en wee der Kerk met vrucht kennis zullen nemen van pastoor Brouwers' beschouwing. Het is vooral geen byzantinistisch stuk, maar het heeft evenmin de puberale ontsieringen van wrokkig verzet. Het heeft de man- nenmaat van fiere, ernstige en liefdevolle openheid, waaraan ook in katholiek Ne derland nog steeds behoefte is. v. R. De padvinders in Nieuw-Guinea hebben in de omgeving van Hollandia wedstrijden gehouden, waarbij het erom ging om als district het best uit de bus te komen. Hier ziet men het wegvoeren van een „gewonde". Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 7