Tik op de schedel door Penitenciër
0
CARRÉ
SHtóHAP
Studiebijeenkomst centrum
katholieke M.O.B.'s
Houdt scholenbouw met de
woningbouw gelijke tred?
Brieven uit Rome
in „Te Elfder Ure"
AAN DE VIJVER BIJ SCHAEPMANS GRAF
ROME een fascinerende stad,
fantastisch en overstelpend
J
Romeins ontbijt
tam nimfa
Vissers ondergingen hersenspoeling
Excessen bij het ontgroenen komen
in debat
Wrijf Kou en Pijn
Bruiloft twee
eeuwen terug
De bewaking van de
rijksmusea
Voorlopig verslag onderwijsbegroting
Vijftigste jaarboek
van Amstelodamum
ZATERDAG 25 OKTOBER 1958
PAGINA 7
FRED THOMAS
De verkoop van schilde
rijen-collecties
Bestuur Liefdezusters
REVUE
weg met DAMPQ
-
Een dubbeltalige biechtstoel, in dit geval Duits en Italiaans. De aanraking na
afloop van de biecht, met de roede van de Penitenciër.
Tij hekben een ochtend in Rome benut om een bezoek te brengen aan
W* twee Nederlandse graven. In de Gesü, de hoofdkerk der Jezuïeten,
dienden wij de Mis bij de tombe van pater Roothaan, en op de
Campo Santo Teutonico, het kleine kerkhof in de schaduw van de St.
'eter. stonden wij aan de rustplaats van Schaepman. Het
vvas een kleine, persoonlijke pelgrimage: wij zijn een' Roothaaan-
ST°te Generaal is te Amsterdam in dezelfde buurt opgegroeid,
c 7 er e Westertoren, diende als wij de Mis in de Krijtbergskerk. En
ocnr-~
j laeP®an heeft menige voetstap staan op onze dierbare Voorburgwal,
Paichouii-reuk van zijn soutane zweeft als het ware nog op de
Jjpenmar t: nu wij van dag tot dag met de grandeur van het Pausdom
vou en gecon ronteerd. komen ons zijn gedichten voor de geest, begrijpen
Wij meer van hem, is hij ons heel nabij. De dagen te Rome tussen het
ejjid van de rouwtijd, de Novemdialis, en het begin van het Conclaaf hadden
voor ons zo n beetje de sfeer van de laatste week van het jaar, van Kerstmis
tot Oud en Nieuw. Gewichtig nieuws was nauwelijks te verwachten,
>ets belangrijks viel niet ie verslaan, en zo konden wij ons overgeven aan
het avontuur, de droom, de trance van ons eerste langdurig verblijf in
deze fascinerende, fantastische, overstelpende stad.
Ochtenden en avonden, 's middags
wordt men geacht te slapen, zyn wij
VP goed geluk door de stad gegaan, bij
ih.nr,'!eUr de oude buurten, door bochtige
m ,n en. hellende stegen, over intie
me pleintjes, en steeds weer de vaak
h.»„ aSen?e binnenhoven in. Wy heb-
klïken VJÜ?gespeurd in vervallen
teintjes, ovévt1rd naar futselende fon-
lende, morsend het spuitende, stroe-
stad en haar ve ,Water, geroken aan de
ben de goudeele 8eur'S leven. Wij heb-
}en aan een thfeltt^" gedronken, bui-
koffie genoten met VOOI etn traltor,a'
een der vele bars Zae,te b™.?dJ?s
nipt in een creme'ria \r r-u 'JS
wij op de markt, b^ntts aTdê
kleuren van vruchten en vis griezel
den bij de kramen met niets dan inge
wand van schaap en lam: zeemlelr-
achtige pensen, hart, milt, nieren; Ro-
^®inse delicatesse allemaal. Dan slurp-
ten wij behaaglijk de rauwe mosselen
Pit, een dozijn voor ons opengesneden,
en konden niet genoeg krijgen van al
leen reeds de aanblik van de op win
gerdblad gepresenteerde vangst uit de
meren: Nemi, Albano, Bracciano.
De oren tuiten ons van het gerucht
van Rome, dat ons van vroeg tot laat
vergezelt. In de stad met haar inten
sief autoverkeer, de razende jacht der
rumoerige scooters, in het gastvrije huis
Van onze Romeinse correspondent, mid-
?en in de klassieke Rione di Parione,
"Uiten op straat en binnen in de hof:
luidruchtige Italiaanse stemmen, ruzie
etl radio, het rinkelen van een telefoon,
geklop en gehamer, opmerkelijk melo
dieus gezang, kindergehuil. Dit alles
Overstelpt en bedwelmt ons, zoals heel
eeuwenoude en eeuwige sfeer, tast
baar tussen de okergele en terra-tonisre
*aeaden, in woonkazernes, die ooit
Palazzo's zün geweest, plotseling nog
lr> het grillig gelid als zodanig in ere en
f?bruik. De winkeltjes en bedrijven, on-
flePe nissen en krochten, handel en
fbjbacht naast hypermoderne kapsa-
t°OS- Het is herfst en de plastic en
den n gordijnen voor de ingacg wor-
Vervangen door wanden en deuren
met glas' hele straten als aquaria,
he; j onbelemmerd de inkyk op be21g"
von»u?.n bedrijf, bannen groeten in het
pen bt)gaan, meisjes en vrouwen wer-
blnl een kushand naar een met verse
hian versierde Madonna in ergens
H-b blinde, brokkelige muur. En hier en
gpur °P een hoek zit een oude vrouw
lutt i bU een kacheltje en poft voor
ele lires de nieuwe kastanjes.
j J^ater Herman v. d. Kroft S.J. van
Nederlandse uitzendingen via de
uiicaanse Radio droeg voor ons de
en' n u,°P- d'e wij wilden laten lezen
de nu-b?n. gediend aan het altaar in
afin van Ftoothaan's graf. Na
dop zijn wij samen gaan ontbijten in
vpi jugeving der Gesü, in een der
te ,lYaar de Romein dit pleegt
der oln' y hechten als Nederlan-
maa,aa"t«n. rustig, stevig ontbijt,
teren n vluchtig zich ontnuch-
ren naar T.nt™^ „„„j
Een der vele moderne bars in het oude Rome, waar de Romein voor de toog zijn
koffie drinkt en met een enkel zoet broodje vluchtig ontbijt.
op te nemen, te verwerken, te begrij
pen. Dit geldt trouwens voor heel Ro
me: men kan de stad niet aan, haar
geschiedenis niet, haar monumenten
niet, haar wezen niet. Er is hier zo
ontzettend veel gebeurd, alles wat een
mens maar kan bedenken aan ver
hevens èn aan afgrijselijks. Op geen
plek ter wereld is zoveel ondergegaan,
verpulverd, bedolven, tot puin verval
len. Men weet geen weg meer uit de
oudheid, de renaissance, de barok, de
jongere bouwkunst, heel de cultuur
historie der mensheid op en over en
door elkaar heen. In de nog koeste
rende warmte van de herfstzon zitten
wy op het terras van Mastro Stefa-
no's Trattoria aan de Piazza Navona,
voormalig Circo Agonale, het stadion
van pomitiaan, pal over de kerk van
St. Agnes van Boromini, de fontein
van Bernini. Wij zuigen vergenoegd
onze Abacchio, Romeins stuk lams
vlees, dat smelt In de mond. en intus
sen obsedeert ons de kerk, de fontein,
het plein, heel de situatie. Wij voe
len ons onwennig, déplacé, een gevoel,
dat wij in Londen, Parys, Wenen nooit
hebben gekend. Hier zijn wij vreem
deling, buitenstaander, outcast.
Rome: de aanraking met de petitentie-
roede, om het zo maar eens te noemen,
verleent aan de biechteling 300 dagen af
laat, méér dan zelfs een bisschop ge
rechtigd is bij enigerlei gelegenheid uit
te delen.
Dit bracht ons op het spoor van het
instituut der Penitenciërs en wij hebben
niet gerust voor een Nederlandse Peni
tenciër ons het fijne ervan had ver
teld. Ja, wij hadden wel eens gelezen
van zonden zó ernstig, dat alleen de
paus persoonlijk die kon vergeven. Bij
voorbeeld zeeroverij plegen in pauselijk
gewaad. Of in het openbaar de pause
lijke bul verbranden. Dit is echter uit
de tijd en komt niet meer in het ker
kelijk wetboek voor. Het eerste doet men
tegenwoordig onder Panamese of Libe
riaanse vlag, het laatste is evenmin nog
aan de orde. Wel geldt het nadrukkelijk
in (leze dagen actueel voor het
schenden, door wie dan ook, van het
geheim van het Conclaaf. En zo is er
een aantal gevallen, uitsluiten:' aan de
paus voorbehouden. Natuurlijk kan in
stervensgevaar elke priester de ahsolu-
koffio»tar ^atÜnse aard, met een kop
ook zifT z£ n enkel zoet broodje, heeft
voorkeur Cil=rm?' Men Pleegt het bij
er ook te doen, maar kan
Wij gaan zitten en dat hebben
o^^aan, oprecht
ogenblik riist t - genietend van zo'n
zige Romeinse i "den van het be-
kop koSfi en 6V1n' Natuurlijk is een
broodje voor nZOn -enkel besuikerd
uje voor ons niet genoeg, ooi
vü plegen er nof
.e knabbelen, met
nartige kaas, en drinken
koffie"ëïy,naiuurnjK is een
tie en zo n enkel besuikerd
voor
*en' sïjdZ .wTplfl""eor nog
salami nf^ «1J te knabbelen, met
«en éroot ha[tlge kaas, en
groot glas verrukkelijk
koele
zmei^?r'a Maggiore, een der vier aartsbasilieken, aangewezen als biechtkerk en
der Penitenciërs. In deze kerk vervullen Dominicanen het specifieke ambt.
on«. even dat stokpaardje van
in Vi.Jeaar.0n:1 kan het nou wèl weer
dat in de miilioenenstad Rome,
i-rii„fnen gewoon uit een fles melk
melk voorgezet, die ook zuiver naar
fahrLiSmaakt, waar men niets van de
veilig u-an Proeft. Is dat in ons zui-
mncroici uitnemendheid nu echt niet
van a if, o 's de gemiddelde smaak
nf» Nederlander inderdaad zo wei-
v-i I '«uucx muci ncicin /ju wet-
horia^vft8*1 20 banaal, alleen maar
elimn rf °P, goedkoop, zonder een
Lr, v. Konsumfreudigkeit van el-
uers net publiek.
Vier maal per week, 's avonds om
.,tie,n' verzorgt oater v. d.
S' ujï6 Nederlandse uitzendingen van
uit het Vaticaan. Helaas is da ovaï-
komst bij het grote gedrang in de aether
juist, naar onze contreien, Nederland en
Belgie, nog al te vaak onvoldoende Dü
schaadt de belangstelling en bemoeilijkt
de taak van de ïog jonge, enthousiaste
radio-pater. Hij moet heel wat teleur
stelling verwerken, maar houdt vol, ho
pende op de duur het oor van Neder
land blijvend te boeien en te behouden.
m geheel in de stijl te blijven heb
ben wij de middag voor onze Mis
in de Gesü plechtig gebiecht in de
St Pieter, bij wat wij later hebben gewe
ten- een wasechte Penitenciër. Men
kan er in alle talen terecht, maar de
„Nederlands-sprekende biechtstoel"
bleek onbemand, en zo kwamen wij
bij een Italiaans priester, die Engels
verstond. Deze beduidde ons na afloop
midden in het front voor de biechtstoel
neer te knielen, waarna hii de klepdeur
voor zijn zitplaats opende, 'n soort hen
gel uitstak en ons daarmee 'n lichte tik
op de schedel gaf. Hadden wij zo zwaar
gezondigd voor 'n dergelijk openbaar ver
maan? Nee, helemaal niet; naar wij la
ter vernamen is dit een privilege, voor
behouden aan de Penitenciërs te
tie geven, verder echter alleen de paus.
Wel bestaat de mogelijkheid van een
„voorlopige absolutie", door een daartoe
gerechtigd Penitenciër.
Het instituut van de Penitenciërs is
heel oud. Men moet er voor teruggaan
tot de opbloei van de Kerk in de vier
de en vijfde eeuw, nadat zij van Con
stanten tie vrijheid had verkregen. Van
overal stroomden de pelgrims naar Ro
me en het is in deze periode, dat let
terlijk de kerken en kerkjes er als
paddestoelen uit de grond zijn ge
schoten. Velen kwamen ook met hun
moeilijkheden, gewetensconflicten, heel
ernstige zonden. Zij zochten raad en
vergeving. De paus heeft toen een
nieuw kerkelijk ambt gecreëerd, dat
van de Penitenciërs: priesters met spe
ciale kennis van zaken, die de moeilij
ke gevallen, die werden voorgelegd, zou
den behandelen, raad geven, meesttijds
ook gemachtigd de absolutie te verle
nen, behoudens natuurlijk de uitzonde
ringen, voorbehouden aan de paus zelf.
Vier basilieken zijn als biechtkerk aan
gewezen. Als voornaamste geldt de Ma
ria Maggiore, meer nog dan de St. Pie
ter. De Penitenciërs zijn hier Domini
canen. In de St. Pieter Minderbroe
ders Conventuelen, in St. Jan van La-
teranen Franciscanen en in St. Paulps
buiten de Muren Benedictijnen. In to
taal bedraagt hun aantal 40 a 50. Men
kan er in de meeste talen terecht tot
m het Hindostaans, Nieuw Grieks,
Egyptisch, Syrisch. Men kan zpn za
ken ook schriftelijk voorleggen. Het
laatste woord is aan de Groot-Peni-
tenciër, op het ogenblik kardinaal Ca-
nah, bijgestaan door een raad van zes,
net hoogste gewetens-gerechtshof.
Een gevoel, dat ons ook bekroop tij
dens de plechtigheden, in de afgelopen
dagen bijgewoond. Ons Cah-inistisch,
Jansenistisch aangevreten zieltje wist
geen weg met die uitbundigheid en
pracht, de bijkans barbaarse luister van
de superbarok, het volle geweld van de
contra-reformatie. Wij waren verbijs
terd, verslagen, min of meer verdoofd,
tegelijk ons helder bewust van de afwe
zigheid van wat wij tot dan toe onder
ontroering hadden verstaan: alleen
maar ontsteld. Het wonderlijke was,
dat wij ons na afloop het was de be
grafenisplechtigheid van de paus te
rugvonden met Charles Eyck en Ber-
tus Aafjes ineen winkeltje van re
ligieuze souvenirs achter de colonnade.
Wjj reageerden de blijkbaar eendere
emotie af met erg nuchter, erg Neder
lands, nogal critisch commentaar. Te
gelijk tastten onze handen in een tros
van mannelijk-degelijke, grofkralige ro
zenkransen, plukten er een uit lieten
er een onooglijke medaille aan vast
maken, met de beeltenis van Pius XII,
en borgen hem zorgzaam weg.
Wü zün nu twee weken in Rome. Nog
altüd worstelen wü met de stad, met
het Vaticaan. Maar wij zün niet voor
niets aan Roothaans graf geweest en
aan dat van Schaepman. Hoe spijt het
ons nu, dat wij diens gedichten niet
hebben meegenomen, belangrüker nu
dan al de reisbeschrijvingen, gidsen en
,Hoe zeg ih het in het Ttaliaans". Trou
wens, eerlük bekend, wü bezitten zün
werk niet eens. Nu hadden wü het alle-
maal willen lezen, nu het schemert voor
ons, het licht van een dieper begrip wil
opgaan: de eenheid, de universaliteit
van de Kerk, haar grootheid, haar glo
rie, haar ontzagwekkende, alles omvat
tende ruimte. Waarbinnen wü thuis ho
ren, ons thuis weten, ademen en leven.
Onwillekeurig spelen ons melodie en
woorden van Schaepmans Pauslied door
de geest, zo vaak en mtoos enthousiast
gezongen, echter eerst thans begrepen.
En de regels, die men tenminste van
Schaepmans oeuvre moet kennen:
,,'t Zün achttien honderd jaar! en nog,
nog staat de rots
Onwrikbaar als voorheen, hoe fel de
branding klots'
Met een tevreden gebaar heeft het
genootschap Amstelodamum dezer da
gen bij zijn leden het vijftigste jaarboek
op tafel gelegd. De eerste halve eeuw
van naarstige studie van het oude Am
sterdam en van waakzaamheid voor het
behoud van de oude stad is voorbij.
Amstelodamum is voor de liefhebber
van de stad even onmisbaar als de
Westertoren. Mr H. van Riel opent het
jaarboek met een beschouwing over de
49 voorafgaande jaarboeken en over de
belangrijkste medewerkers. Men leest er
vele namen bij van reeds lang verschei
den kenners: 'Breen, Kouwenaar, D. C.
Meijer jr., Knoef en vele anderen.
Mr. Oldewelt schrijft in het jaarboek
over het ontstaan van de Duvelshoek,
het' oude buurtje dat verdween voor
Tuschinski en de Galeries Modernes.
Dr. Fuchs neemt de oude Rijnvaart van
Amsterdam onder de loupe. Mej. van
Eeghen heeft weer een bijzonder lezens
waardig artikel bijgedragen. Ditmaal
behandelt zij de eeuwenoude geschiede
nis van de brouwerij De Hooiberg, die
de onmiddellijke voorganger werd van
Heineken's bierbrouwerij. Mej. Bijte-
kiar schrijft ditmaal niet over de Oude
Kerk mayr over het huis Herengracht
543, welks verbouwingsrekening uit 1742
een zeer interessant beeld geven van de
maatschappelijke stand van de bouw
vakken in die jaren. Het waren bepaald
geen armoedige lieden. Mr. Oldewelt
heeft bovendien nog een bijzonder in
teressant artikel bijgedragen over het
aansprekersoproer van 1696, dat men
aan de hand van een bewaard gebleven
dagboek van een ooggetuige de make
laar Joris Craffurd zeer levend beschre
ven vindt. Hetzelfde geldt voor het ver
haal van mej. Van Eeghen over een
deftige Amsterdamse bruiloft in 3750,
waarvan ook een zeer uitvoerig verslag
bewaard is gebleven, dat een bijzonder
openhartig beeld geeft van de zeden
van die dagen. Een artikel van wijlen
Mieras over het grachtenboek en van
de heer Nanninga over het oude Entre
potdok besluit het jaarboek, dat met
zijn ruim 200 paginas de liefhebbers
weer een hartig brok interessante lec
tuur verschaft.
(Van onze Haagse redactie)
Welke maatregelen zijn genomen ter
voorkoming van diefstal en inbraak
in de rüksmusea, zo wil de Tweede Ka
mer weten in haar voorlopig verslag op
de begroting van minister Cals. Is er
centraal toezicht op de bewaking?
Bij de afdeling oudheidkunde hoort
ook de vraag welke monumenten met
ondergang worden bedreigd en of de
beschikbare middelen voldoende zün om
onherstelbare verliezen te voorkomen.
De kamer stelt zich tevens voor de
gebeurtenissen rond de schilderüencol-
lecties van Regnault en Van Beuningen
ter sprake te brengen.
De Kamer informeert waarvoor het
bedrag van 70.000.- voor de betrek
kingen met Indonesië is bestemd. Hoe
staat het met de culturele verzorging
van Nederlanders in Indonesië?
Tüdens het generaal kapittel der lief
dezusters van de H. Carolus Borromeus,
Onder de Boten te Maastricht werden
in het algemeen bestuur gekozen: moe
der Chrysaria Jongerius, algemeen over
ste; moeder Emmanuel Lemmens, vi-
cares; moeder Hermine Bots; moeder
Lambertilla Janssen; moeder Paulie
Douven; zuster Celestie Rieter, alge
meen econome.
Advertentie
vond o v
iedere3
d3q2en8o
ZO"
Als zuil der waarheid, als het middel
punt der tüden.
Ziet, eeuwen gaan voorbü en brengen
vreugd en lüden
En schand' en eer; met de stroom des
tüds vergaat
Wat van de tü'd is en de rots van
Petrus staat!
Bü het graf van Schaepman op dat
stille Campo Santo Teuton O j in de scha
duw van de St. Pieter hebben wü lang
gedraald en is aan ons benepen zieltje
veel verklaard. Toen wü ons omkeer
den om heen te gaan, zagen wij in het
midden van de begraafplaats een klei
ne waterpartij, een minimaal vijver
tje. In die enge, maar klare omsloten-
heid weerspiegelde zich precies de koe
pel van Michel Angelo: hü vulde haar
geheel.
et gesprek was slechts even een
aanraking met de toppen, de
geestelijke spits van de Kerk,
die als de koepel van Michel Angelo
steeds hoger en machtiger boven de
sterveling uitrijst, de kleine pelgrim
in Rome. Zoals heel de wereld, de
traditie, de sfeer van het Vaticaan,
haar organisatie, haar protocol, het
niveau, waarop alles zich beweegt.
Men heeft tijd nodig om het in zich
Het „centrum katholieke medisch op
voedkundige bureaus" hield vrüdag en
vandaag in Oisterwyk een studieweek
end over het thema: „Wat verwacht
men van het medisch opvoedkundig bu
reau". In de middagbyeenkomst van
vrüdag heeft dr F. J. A. Huygen ge
sproken over „Wat verwacht de huis
arts van het medisch opvoedkundig bu
reau". Hü stelde, dat het voor de huis
arts reeds moeilük is zyn plaats te vin
den of te hervinden in de lichamelüke
gezondheidszorg in deze tüd van snel
toenemende specialisatie en differentia
tie. Nog moeilüker is zün plaats te vin
den in het voor hem nieuwe terrein van
de zorg voor de geestelyke gezondheid
aldus de inleider. Een belangryk belet-
sel zag dr. Huygen hierby in de een-
zydig-natuurwetenschappelüke, soma
tische gerichtheid van de algemene
artsopleiding. Dit leidt tot een onwille
keurige vertekening in het mensbeeld
van de aankomende arts, aldus spreker.
Anderzyds komt de huisarts in zün
dagelyks werk voortdurend in aanra
king met psychische en sociale proble
matiek en de implicaties hiervan op me
disch gebied Wanneer zün ogen hier
voor eenmaal opengaan voelt hü grote
lacunes in zün kennis en kunde ter han
tering van deze problemen, hetgeen
toch van hem wordt verwacht, aldus
spreker. Hü ziet dan uit naar mogelyk-
heden deze hiaten aan te vullen. In het
tegemoetkomen aan deze behoefte zou
den naar de mening van de inleider de
medisch opvoedkundige bureaus een be-
langrüke taak kunnen zien en vervul
len.
De tweede inleider was mr. L. H. J.
Brantjes, die sprak over: „Is het me
disch opvoedkundig bureau een levende
cel in de kinderbeschermingswereld?"
Hü ging uit van een aantal stellingen.
B\j de wettelüke maatregel van de on
der toezichtstelling is aan de kinder
rechter eei opvoedende taak toebedeeld
en voor de juiste vervulling van deze
taak kan hy de medewerking van een
medisch-opvoedkundig bureau niet ont
beren, aldus een van deze stellingen.
Als elke alleen-zittende rechter dreigt
ook een kinderrechter op de duur te ver
starren in persoonlyke waarde-oordelen,
aldus spreker. Geregeld contact met het
team van het medisch opvoedkundig
bureau zal hem voor dit isolement be
hoeden en voorkomen, dat zijn gezags
uitoefening ontaardt in machtsuitoefe
ning.
Russische patrouillevaartuigen hebben in mei j.l. een aantal Japanse
vissersvaartuigen opgebracht, die er van beschuldigd werden in door de
Sovjet-autoriteiten tot territoriale wateren verklaard zeegebied te hebben
gevist. De 122 vissers die de boten bemanden, werden gevangen gezet. Dezer
dagen werden zij vrijgelaten en in de haven van Moji op het eiland Kioesjieo,
ontscheept. De terugkeer in hun vaderland had echter een verrassend trekje:
de vissers verlieten hun schip, rode vlaggen zwaaiend, en anti-regerings
leuzen roepend.
Tegenover Japanse verslaggevers die meer wilden weten van
deze merkwaardige verandering in geestesgesteldheid verklaarden zij
slechts dat het zitting hebbende kabinet-Kisji, een „reactionaire en
Amerikaans gezinde regering," niet deugde. De toedracht werd pas duidelijk
toen bleek, dat de vissers elke dag van hun verblijf in Rusland vijf uur
onderricht in de communistische leerstellingen hadden ontvangen
stede
t te
van
«ding
be-
|ezien
iteit.
s als
-tiss,
jode-
tisch
'ging
'jrlük
galons
yerop
•uien
aties
•zelli-
|n zo-
Ijroen
doen
;kets
aan,
gora
ratie
§rt en
oond
Na
Iding
de
allen
ver
in de
-ting,
met
Er
aag.
ski
een
een
H.
e n.
>ang
?ape
mijl
n.
igei
ïgei
?an.
(Van onze Haagse redactie)
In werkelijkheid veel meer dan de
achtennegentig genummerde vragen
bevat het voorlopig verslag van de
Tweede Kamer op de begroting van on-
derwys, kunsten en wetenschappen. De
vaste commissie voor O. K. en W. heeft
in haar voorlopig verslag, in overeen
stemming met de nieuwe wijze van
schriftelyke voorbereiding van de be
grotingsbehandeling, ditmaal slechts de
concrete vragen van feitelijke aard op
genomen. In het verslag is voorts een
aantal punten vermeld, waarvan geble
ken is dat onder de l"den van de Twee
de Kamer behoefte bestaat daarover
by de openbare behandeling het woord
te voeren. Een aantal van de vragen,
gerangschikt naar de afdelingen van de
begroting, wordt hieronder weergege
ven.
Gevraagd wordt onder Algemeen of
verwacht kan worden dat in 1959 het
bouwvolume voor onderwysdoeleinden
tot een bedrag van 210 miljoen kan wor
den verwerkelijkt, en of de minister een
specificatie kan geven van dit bouwvo
lume over de verschillende takken van
onderwys, gesplitst naar openbaar en
büzorfder onderwüs. Hoe groot zou het
bouwvolume moeten zün om in de mo
menteel bestaande werkelyke behoefte
te kunnen voorzien?, zo wordt verder
gevraagd. Ook wil men meer weten om
trent eventuele verdelingsnormen inza
ke de toekenning van bouwvolume over
de verschillende sectoren van het on
derwüs.
Gevraagd wordt of de minister kan
mededelen of in de situatie van nu de
scholenbouw ongeveer gelyke tred
houdt met de woningbouw en in wel
ke verhouding de bouw van gymnas
tieklokalen staat tot de feitelyke be
hoefte. Men vraagt ook of er een wet-
telyke regeling van de vakantie
spreiding in voorbereiding is.
Voor wat het ministerie aangaat, in
teresseert het bepaalde Kamerleden,
blükens een vraag, of de minister nader
kan motiveren waarom het noodzake-
lük is het aantal ambtenaren met ruim
duizend te doen toenemen. Gevraagd
wordt of de adviescommissie-spelling
wet nog wel vergadert en wanneer de
beëindiging van de werkzaamheden van
deze commissie wordt verwacht. Onder
de afdeling rijksschooltoezicht vallen de
vragen of de minister het toezicht op het
schriftelijk onderwys, zoals dit nu werkt,
voldoende acht en of het waar is dat
inspecteurs van het onderwys in een
bepaald deel van het jaar dikwijls
waarschünlijk in verband met examens
„onbereikbaar" zün.
Lager onderwijs: Kan de minister ge
gevens verstrekken omtrent de behoefte
aan kleuteronderwys en aangeven in
hoeverre daaraan wordt voldaan of bin
nenkort kan worden voldaan? Acht de
minister het aantal van zesendertig op
leidingsscholen voor kleuterleidster het
(voorlopige) maximum? Gevraagd
wordt een overzicht van de onderwij
zers, die uitstel of vrüstelling van dienst,
plicht hebben verkregen op grond van
hun onderwyzersfunctie in bepaalde
aangewezen gebieden. Neemt de gemid
delde klasbezetting van de gewone lage
re scholen, alsook het aantal klassen,
dat een bezetting heeft boven het gemid
delde, af of toe? En: Kan de minister
mededeling doen over de stand van za
ken wat betreft de vestiging van een
nieuwe katholieke kweekschool in het
westen van het land onder gelyktüdige
opheffing vart twee katholieke kweek
scholen in het zuiden?
Omtrent het voorbereidend hoger en
middelbaar onderwijs wordt o.m. ge
vraagd of de bewindsman tegelijk met
de prognose over de te verwachten
leerlingenaantallen een prognose kan
geven over het benodigde en bereikba
re aantal leraren. Onder het hoofdstuk
nijverheidsonderwijs valt de vraag of de
minister mededelingen kan doen over
de stand van zaken met betrekking tot
de voorbereidingen tot en onderhande
lingen over de stichting van een twee
de hogere technische school in zuid-
Limburg.
Als onderwerp voor de openbare be
raadslaging over hoger onderwys en we.
tenschappen wordt o.a. genoemd de (al
of niet wenselüke) uitbreiding van het
aantal universitaire leerstoelen (bij
voorbeeld de op Indonesië betrekking
hebbende leerstoelen).
Voor de openbare beraadslaging
wordt voorts als onderwerp genoemd de
excessen by het ontgroenen.
iiiiiiiiniiiiiimniimiHiHHiiuiiiiiiimiiiiniHiiiiimmiMmm
Het okt. nummer van „Te Elfder Ure"
is ongewoon samengesteld. In plaats van
een verscheidenheid van artikelen be
vat het, naast een beknopte kritische
kroniek, slechts één artikel, te weten
een in vier delen uiteen vallende be
schouwing over het te Rome zetelende
bestuur der Kerk. van de hand van
pastoor J. Brouwers uit Banholt in
Limburg. De gekozen vorm lijkt het
meest op die van een aantal bladzijden
uit een bespiegelend dagboek, maar dan
van een bewust voor anderen ter lezing
bestemd dagboek. Met het oog op dat
laatste is de titel „Brieven uit Rome
niet misplaatst.
Ofschoon de redactionele afsluiting
van het nummer kennelijk heeft plaats
gehad vóór de ernstige ziekte en het
overlijden van de Paus, krijgt het in
deze dagen van herdenking van de
overleden opperherder en vlak voor de
keuze van een nieuwe Paus een bijzon
dere actualiteit.
Wij vestigen de aandacht op dit ge
schrift omdat het enerzijds open en
vrijmoedig van toon is doch anderzijds
de grenzen van de bêtamelyk-
overschrijdt. Het is met ernst en
zin voor verantwoordelijkheid geschre
ven, het is vrij van negativismen en van
een rancuneuze ondertoon. Onverbloemd
en met kennis van zaken wordt in leven
dige afwisseling en met behulp van
authentieke citaten gewezen op de goede
en de verkeerde dingen in de praktijk
van het centrale Kerkbestuur. Van de
vitale onderwerpen die ter sprake wor
den gebracht, veelal tegen de achter
grond van de historie enerzijds en de
actualiteit van onze dagen anderzijds,
noemen we: de openbare meningsuiting
in de Kerk, de verouderde Index, de on
volkomenheden van het bestuur door
de Congregaties en door de Curie in het
algemeen, de centralisatie van de macht
en het „Italianisme" in de Kerk.
Wij zullen in deze korte bespreking
niet op details ingaan en willen volstaan
met de veronderstelling, dat ontwikkelde
en kritisch denkende gelovigen in bet be
sef van hun medeverantwoordelijkheid
voor het wel en wee der Kerk met
vrucht kennis zullen nemen van pastoor
Brouwers' beschouwing. Het is vooral
geen byzantinistisch stuk, maar het
heeft evenmin de puberale ontsieringen
van wrokkig verzet. Het heeft de man-
nenmaat van fiere, ernstige en liefdevolle
openheid, waaraan ook in katholiek Ne
derland nog steeds behoefte is. v. R.
De padvinders in Nieuw-Guinea hebben in de omgeving van Hollandia wedstrijden
gehouden, waarbij het erom ging om als district het best uit de bus te komen.
Hier ziet men het wegvoeren van een „gewonde".
Advertentie