WEL EEN HUIS, MAAR NOG GEEN THUIS
Twee jaar is weinig om veel
leed te vergeten
Het Nederlandse volk moet thans
de consequenties dragen
van zijn emotionele hulpverlening
Stuur ons de bollen maar,
wij doen de rest
Victoria
MEDISCHE VOORLICHTING
E'
Showterrein voor Nederlandse
kwekers
KEUKENHOF IN AMERIKA
ABDIJSIROOP^
VRIJDAG 31 OKTOBER 1958
PAGINA 11
Huis en werk voor velen
wal Levert levert is goed!
Adem weer
vrij!
Rijksambtenarenzaken
Reeds zeven commissies
van overleg in actie
Altijd ovenvers-
Altijd even lekker!
garandeert U de versheid
Er zijn geen eigenwijzer en angstiger patiënten
dan lezers van medische boekjes - Toch kan
verantwoorde voorlichting veel nut hebben
Hongaarse vluchtelingen zijn in
ons land nog niet geïntegreerd
Het beeld zal ons voor altijd bijblijven. Het beeld
van mateloze ellende en troost, in de nacht
van 14 op 15 november 1956, toen de eerste
Hongaarse vluchtelingen in de Jaarbeurshallen te
Utrecht aankwamen. We zien nog de moegehuilde
ogen van de kinderen voor ons, de verbeten gezichten
van de mannen, de bezorgdheid van de moeders. Er
Werd ons iets gewaar van het drama, dat zich in de
afgelopen dagen had voltrokken in Hongarije; zes
honderd vluchtelingen droegen de stigmata, die de
Russische knoet in het Hongaarse volk geslagen had.
Voor hen had Nederland de hoogste registers van
Zijn medeleven en hulpvaardigheid opengetrokken;
geld en goederen stroomden binnen; velen boden hun
diensten aan; er werden woningen gereserveerd,
betrekkingen in het vooruitzicht gesteld, opvangkampen
en contractpensions in gereedheid gebracht. Met wijd
geopende armen stond de Nederlandse bevolking
klaar om hun, die vaderland, huis. goederen, familie,
kortom alles verlaten hadden, een nieuw vaderland en
een nieuw leven aan te bieden. De dankbaarheid
van de Hongaren was ontroerend. Het dierbaarste
van wat zij nog bezaten, boden zij onze Koningin
aan: een met bloed besmeurde vrijheidsvlag. Zij tilden
de kleine kinderen op om de aartsbisschop, die in de
hal een H. Mis opdroeg, hun een kruisje te laten
geven. Zij zongen met verstikte stem hun volkslied.
De Jaarbeurshallen waren vervuld van leed en
opbeuring, van medeleven en dankbaarheid. Beelden,
die ons voor altijd zullen bijblijven.
Het is nu twee jaar geleden, dat de
Hongaren op de barricaden stonden en
het Nederlandse volk met verbijstering
de nieuwsberichten volgde op die on
vergetelijke zondag 4 november. Wat
is er na twee jaar geworden van de
honderden vluchtelingen, die in de daar
op volgende dagen in de Jaarbeurshal
len met tomeloze hulpvaardigheid wer
den omringd? Wat hebben zij gevonden
in onze toen zo wijd geopende armen?
„Die waren er niet in onze winkels,"
zegt Sandor Lakatos, terwijl hij zijn
zoontje een sinaasappel geeft. We vin
den hem terug in een noodwoning te Vlis-
singen (Havendorp), die klein, maar
warm en gezellig is. Zijn vrouw schenkt
koffie in, zet schalen koekjes en choco
lade voor ons op tafel neer. We herin
neren ons dit jonge echtpaar van twee
jaar geleden; twee schuwe mensen,
eigenlijk nog kinderen van nauwelijks
twintig jaar, die op een bank in de gro
te Jaarbeurshal dichtbij elkaar gekropen
waren. Het was hun huwelijksreis. Zij
tvaren 20 oktober 1956 getrouwd en na
boen drie dagen later de vlucht naar
Oostenrijk. Via Utrecht kwamen zij ten-
slotte in Vlissingen aan, waar verleden
juli hun zoontje werd geboren. In
ha^apest zouden zy voor hem geen si-
sinAppelen gevonden hebben, in Vlis-
r?en wel.
dot "ebroken Nederlands vertelt San-
dat hij werk gevonden had op
v.H o^P7worfDe Schelde. Maar omdat
ny tr Te weiniR verdiende, had hij an
der werk gezocht; na een paar maan
den gooide zijn nieuwe baas hem er uit
en nu loopt hij naar het Arbeidsbureau.
Nog niets, over twee weken nog maar
eens terugkomen." Nu zit hy naast de
kachel, een jonge stevige kerel, in zijn
handen een sinaasappel om met zyn
zoontje te spelen.
Dat is één geval, een van de honder
den. Uit het verhaal van Sandor Laka
tos mag geen conclusie getrokken wor
den ten aanzien van alle Hongaren in
Nederland. Er zijn er velen, die een
•hooi huis gekregen hebben en vast
k'erk. Er zijn veel bazen en personeels
chefs, die vol waardering over hun Hon
gaarse werkkrachten spreken. Wat San
dor overkomen is, mag geen maatstaf
heten. Maar een uitzondering is hij
evenmin.
De Hongaren kwamen in Nederland
l°en de arbeidsmarkt nog steeds niet
verzadigd was. Vrijwel allen vonden
^erk, nadat zjj successievelijk uit de
dpvangkampen waren verdwenen en
een huis of een paar kamers toegewe-
*en hadden gekregen. De jonge alleen
staande mannen de helft van het to
tale aantal vluchtelingen werden in
kosthuizen ondergebracht.
Maar hiermede was de integratie in
het Nederlandse volk niet voltooid, nog
Pas nauwelijks begonnen. Er kwamen
•Moeilijkheden, vooral onder de jonge
nen. Spoedig reeds maakten de kranten
•helding van opstootjes, waarbij Honga-
*en betrokken waren. Velen verwissel
den na enige maanden van betrekking.
Er waren degelijke katholieke gezinnen,
die na korte tijd hun Hongaarse kost
ganger niet langer in huis wilden heb
ben omdat hy niet naar de kerk ging,
wel naar het café. Het Nederlandse sys
teem van jeugdlonen bracht spanningen
de- jongeren. Zy hadden in Hon-
Lnrrffeleerd» hun handen te gebrui-
leen' bepaald ^oor'loon™*A aI'
hun DrodnktL. de hoeveelheid van
verdiende het' har?st werkte'
zestien ontving meer da»6? -JOngln Van
vijftig." zUn vader van
„Ik probeerde zo hard mogeliik te
Werken," vertelt ons een neeent
ge Hongaar, die in de ijzerfieter1? van
een groot Nederlands bedryt £®revcïï
kwam. „Maar de baas zei, dat ik maar
gewoon moest doen, omdat ik toch geen
cent meer zou krijgen dan het vastge
stelde jeugdloon." Deze jongen komt nu
3 zaterdags thuis met acht en dertig
fulden in zijn hand; precies dertig gul.
?en kostgeld en acht gulden zakgeld,
^aarvan moet hij een nieuw pak ko-
En dit is nog maar één probleem Er
Ju er vele. Zoals b.v. van het Hon
gaarse echtpaar, dat in een parochie
kerk naar de zondagsmis ging en van
On plaats gejaagd werd omdat het ge
rechte plaatsen waren en de „pach-
rs hun rechten opeisten; sindsdien
het echtpaar niet meer in de pa-
j^chiekerk. En zo zijn er meer proble-
derVef het a]gemeen kan gesteld wor-
dat de Hongaren het economisch
Zen °!aken- Er zyn weliswaar werklo-
°hder hen, maar in verhouding niet
heme n onder de Nederlandse werk-
zich Js' .Toen de bestedingsbeperking
driivSf6 Selden, hebben de meeste be-
garon ,niet hij voorkeur eerst de Hon-
der ^afgestotenhet tegendeel was eer-
voor a feval> omdat men wist, dat het
vnnr tS Hongaren moeilijker zou zijn dan
vinL„ e£erlanders om ander werk te
bii j z0n wel ontslagen gevallen
ren- nnf® g van een aantal Honga-
ree4ld Z0?hten hun heil in onge-
1e°mep^ton knvitaan nu °p straat. Maar
e_,meesten hebben werk.
Aalmoezenier Radanyi op huisbezoek bij een Hongaars gezin in Vlissingen. Het jonge echtpaar vluchtte drie dagen na
zijn huwelijk en is dus eigenlijk reeds twee jaar op „huwelijksreis" in Nederlana.
wen. Het zijn slechts fundamenten. Over
het algemeen is van een werkelijke in
tegratie nog geen sprake. De meeste
Hongaren voelen zich m Nederland nog
niet echt thuis. De gebrekkige beheer
sing van onze taal - al kunnen de man
nen zich op het werk wel verstaanbaar
maken en de vrouwen in de winkels
eveneens belemmert een inten ;ief
contact met de Nederlandse bevolking,
die op haar beurt veelal niet bijzonder
toeschietelijk is. Men heeft gehoord
van enkele gevallen: een Hongaar, die
ruzie maakte op het werk, een brom
fiets stal, een bierfles door een caféruit
gooide. En hieruit worden conclusies
getrokken: zo zyn de Hongaren, zo zijn
ze allemaal.
Inderdaad, zo zijn sommigen. En het
zyn op de eerste plaats de Hongaren
zelf, die dit niet willen goedpraten. Ook
de Hongaren achter het IJzeren Gor
dijn veroordelen deze houding van een
aantal van hun landgenoten in het vrije
Westen. Typerend hiervoor is een brief
uit Boedapest van een (uiteraard) on
bekende afzender aan de vluchtelingen.
„Als één van jullie een straatjon
gen is, dan zegt het buitenland: zo
zyn de Hongaren," schrijft de man
van achter het IJzeren Gordijn. „Ik
weet heel goed: wy zijn ook geneigd
tot dit soort oordelen. Maar als er on
der jullie oneerlijke of onverant-
woordelijke mensen zyn, helpen zy
Kadar en zijn handlangers de boeien
te smeden, die om onze polsen gaan,
niet om die van jullie, begrepen? Om
ONZE polsen."
Zo leerde Nederland twee jaar gele
den de Hongaarse vluchtelingen kennen.
Voor deze oude vrouw en haar jonge
kleinkind begon op vreemde bodem
een nieuw leven.
hun volk,
schenden.
hun helden, hun idealen
„Zyn jullie er dan niet van over
tuigd, dat alle schoftigheden, die jul
lie daai in grotere welvaart en rui
mere vrijheid begaan, wapens zyn in
handen van Khroesjtsjev en Kadar?
En weten jullie niet, dat de rode pers
jullie doen en laten met een gryns
van leedvermaak registreert en te
gen ons gebruikt? Ze willen bewijzen,
dat er in de oktoberopstand alleen
maar uitschot op straat is versche
nen. En die bewyzen, die leveren jul
lie, vluchtelingen."
Het zijn deze enkele „stropers", om
het woord van de schrijver te gebrui
ken, die de Nederlanders minder toe
schietelijk ten opzichte van de vluchte
lingen in het algemeen gemaakt heb
ben dan men zich twee jaar geleden
had durven realiseren. De spontane
hulp werd in november 1956 niet ge
remd door praktische overwegingen. Wij
stelden onze grenzen open uit medelij
den en uit protest tegen de Russische
machthebbers, zonder de gevolgen van
onze naastenliefde onder ogen te willen
of te kunnen zien. Maar wanneer wy
twee jaar geleden, ontdaan van alle
emotie, de zaak nuchter bekeken had
den, had het ons toen reeds duidelijk
moeten zyn, dat onder drieduizend on-
geselecteerde vluchtelingen wij waren
in dit opzicht minder kieskeurig en
daarom wellicht meer menselijk dan
Amerika een aantal minder gewens
te elementen zou zyn. Nu weten wij het
wel, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen,
dat hun aantal kleiner is dan verwacht
mocht worden, dat de houding van het
overgrote merendeel van de Hongaren
zeer correct is en dat waar zich
eens een ontsporing voordoet er re
denen zyn, die hiervoor zoal geen ver
ontschuldiging dan toch wel een verkla
ring inhouden.
Reeds twee jaar geleden zei pater Ro-
chus Radanyi S.J. ons tijdens een inter
view in de Jaarbeurs, dat hij zich voor
al zorgen maakte over de jongemannen
onder de vluchtelingen. Deze Hongaar
se Jezuïet, reeds in 1955 gevlucht en ra-
dien officieel benoemd tot aalmoezenier
van de Hongaarse vluchtelingen in Ne
derland, wees er toen op, dat de Hon-
(Vervolg op pagina 13)
Advertentie
LEVERT CO AMSTERDAM
OORLAM
ZEER OUDE GENEVER
Een heel bijzonder plan hebben de
gezamenlijke Nederlandse bloembol
lenexporteurs op Amerika aan de open
baarheid prijsgegeven. In april 1960
zal in de V.S. nauwelijks vijftig kilome
ter ten noorden van de stad New York,
een „New World Keukenhof" worden
geopend. Het wordt een permanent
showterrein voor de Nederlandse bol-
lenkwekers, die met hun Keukenhof
hier te lande ook bij de toeristen zo
veel succes oogsten. Deze bollentuin-
overzee zal, hoewel de Nederlandse ini
tiatiefnemers een vinger in de pap blij
ven houden, geëxploiteerd worden door
de City Investing Company, een New
Yorkse maatschappij voor onroerende
goederen en bouwondernemingen die
ten noorden van de stad een terrein van
achtduizend ha bosgrond bezit, dat de
naam Sterling Forest draagt. Het ter
rein wordt ontgonnen tot een bijzonde
re omgeving voor enige van de lei
dende onderzoek-laboratoria in de V.S.
zoals de Union Carbide, die er mo
menteel een reactor-laboratorium laat
bouwen. (Dit project wordt geheel in
de rotsen uitgehouwen). Het ligt in de
bedoeling dat de verschillende indus
trieën, die in Sterling Forest een on-
derzoek-centrum vestigen, het natuur
schoon en de rust in de omgeving zo
veel mogelijk in tact laten. Alleen op
die voorwaarde heeft de City Investing
Company het terrein kunnen verwer
ven.
Zestig ha nu van dit gebied, dat wat
landschap betreft veel aan de Arden
nen doet denken, is bestemd voor de
stichting Sterling Forest Gardens. Men
beoogt een halfjaarlijkse tentoonstelling
van om te beginnen Nederlandse bol
gewassen, die naarmate het seizoen vor
dert, door Amerikaanse zomer- en
herfstbloemen zullen worden vervan
gen. Men wil van Sterling Forest Gar
dens mettertijd een tuinbouwcentrum
maken; de baten zullen worden be
stemd voor o.a. de opleiding op tuin
bouwgebied. Dit is dan uiteraard het
Amerikaanse deel van de opzet. Voor de
Nederlandse bollenkwekers betekent
dit project een unieke show-mogelijk
heid voor hun producten. Er zijn deze
herfst, hoewel er aan het terrein zelf
nog onnoemelijk veel gebeuren moet
(voor rekening van de City Investing
Company) reeds een kleine dertigdui
zend proefbollen geplant.
De aanleg van het tentoonstellings
terrein wordt verzorgd door twee Ne
derlanders, Willem van der Lee, de
schepper van de Keukenhof in Lisse,
en Carl van Empelen Jr. tuinarchi
tect in Heemstede. Het terein ligt min
of meer in een dal, en op het ogenblik
is men dan ook hard werkende aan een
drainage-systeem. Aan verschillende
moerassige gedeelten moet water wor
den onttrokken, terwy'l voor de droge
tijd een stuwdam moet worden ge
bouwd, die in een kunstmatig meer
190 miljoen gallons water zal ophou
den. Op het terrein komen een water
val, een kleine en een grote loop-route
een rosarium, waterlelievijvers, een
koude kas, zoals op Keukenhof, en er
zal gezorgd worden voor parkeermoge-
lykheid voor enige honderden autobus
sen en ongeveer drieduizend personen
auto's.
Voor wie zich een indruk van de op
pervlakte wil vormen: de Keukenhof
beslaat 25 ha, Sterling Forest Gardens
60 ha. In de bollentuin komt een restau
rant met wintertuin te staan, dat ont
worpen wordt door de architect Edward
Stone, die ook het Amerikaanse pavil
joen op de Expo heeft gebouwd. Ster
ling Forest Gardens is langs drie hoofd
wegen te bereiken, en ligt bovendien
in de buurt van twee bekende recrea
tie-gebieden en niet te ver van de uni
versiteitssteden Columbia en Prince
ton verwijderd. Het ligt in de bedoeling
van Sterling Forest mettertijd een
soort natuurreservaat te maken, een
gereserveerde plaats dus voor laborato
ria, wetenschapsmensen, herten, bevers
en bloembollen alles in gepaste mate,
om de rust niet te verstoren.
De Nederlandse exporteurs denken
per jaar zeker een miljoen bollen in de
grond van Sterling Forest Gardens te
(laten) steken. De stichting op haar
beurt schat het aantal bezoekers voor
zichtig op vier miljoen per jaar (Keu
kenhof 600.000),
Advertentie
Zuiver Uw lucht
wegen snel en grondig
van vastzittend slijm
en ziektekiemen met
(Van onze Haagse redactie)
Niet minder dan zeven bijzondere
commissies van overleg voor riiksamb-
tenarenzaken zijn thans reeds in wer
king op grond van het algemeen rijks
ambtenarenreglement. Over een zestal
andere commissies is inmiddels reeds
door de centrale commissie van georga
niseerd overleg gunstig geadviseerd.
Een interim advies werd door de cen
trale commissie uitgebracht over nog
eens twee commissies. Minister Struy-
cken geeft deze cijfers in zijn memorie
van antwoord aan de Tweede Kamer.
Advertentie
Deze kleine Hongaar werd verleden jaar in Nederland geboren. Op straat leert
Een hu7éVA\""cV w.'?lK' hij Nederlandse woordjes van zijn vriendjes, thuis leren zijn ouders hem Hon- CJ, „ull.
<oende n™ zljrï echter niet vol- gaars spreken. Het Nederlandse Hongaartje maakt zich nog geen zorgen over zijn nen zwijgen omdat er onder de vluch-
oende om een nieuw leven op te bou- toekomst in Nederland of in Hongarije. telL|^!toópe™s zittln,Te de eer van
De schryver zegt, een bittere smaak
in zijn mond te hebben en niet te kun-
(Van onze medische medewerker)
r is de laatste tijd
nogal wat te doen
geweest om te ko-
Amen tot het uitgeven
van een medisch maand
blad voor leken, met
name in de kringen van
de Koninklijke Neder
landse Maatschappij tot
bevordering der Ge
neeskunst, de vereni
ging waarbij de meeste
artsen, welke functie zy
ook uitoefenen, zijn aangesloten. Huis
artsen, specialisten, bedryfsartsenver-
enigingen vormen onderafdelingen van
de Maatschappij. Er is bij de leek
wij hebben hier onlangs in onze me
dische kroniek toevallig nog over ge
schreven in de laatste tientallen
jaren een toenemende belangstelling
ontstaan voor medische problemen.
Dit is begrijpelijk, want gezondheid
en ziekte raken de kern van het men
selijk wezen. De grote vraag is echter
hoe aan deze toenemende belangstel
ling tegemoet te komen.
Een oplossing die elke belangstellen
de leek en de gewetensvolle medicus
bevredigt, lijkt moeilijk te vinden. De
medicus kan niet op alle vragen van
de leek een bevredigend antwoord ge
ven. Niet omdat hij de leek dom wil
houden, maar mdat het als regel
zonder uitgebreide kennis van samen
hangende vraagstukken niet mogelijk
is om inzicht te krygen in één pro
bleem. Het zal dus meestal halve ken
nis worden. Bovendien, en dat is een
even belangrijk .)unt, is de leek er niet
mee gebaat halve waarheden te we
ten over allerlei ziekten en hun symp
tomen. Hij kan geen goed gefundeerd
oordeel vellen en zeker niet als het
hem zelf betreft. Er zijn geen eigen
wijzer en angstiger patiënten dan me
dische boekjes-lezers en zij die met
medische zaken van doen hebben. Het
is zelfs geen sinecure voor een arts,
een collega als patiënt te moeten be
handelen.
De verhouding arts patiënt moet
op vertrouwen berusten. Ont
breekt het vertrouwen van de patiënt
in kennis, kunde en integriteit van de
dokter dan zal hy niet sneller gene
zen door het beter te willen weten
dan zijn dokter. Hem rest dan
slechts een dokter te zoeken die hij
wel vertrouwen kan schenken. Dat is
prettiger voor de dokter.
Toch kan verantwoorde medische
voorlichting zeer veel nut hebben, niet
om van de leek een halve dokter te
maken, maar wel om hem begrip bij
te brengen voor de moeilijkheden
waarvoor zijn dokter komt te staan
en vooral ook omdat de leek in eer
ste instantie degene is die ziekten kan
voorkomen door een gezonde leefwij
ze. Hier ligt bij uitstek een voorlich
tende taak voor de schrijvende arts.
Mede hierom hebbën de meeste Ne
derlandse dagbladen inclusief uw lijf
blad een medische rubriek.
Gebruikmakend van de behoefte van
de leek meer te willen weten van ge
zondheid en ziekte wordt echter ook
op onverantwoorde wijze medische
kleurde omslag is alleraardigst. Jam
mer dat de verdere inhoud op slecht
papier is gedrukt en de opmaak geen
bewondering afdwingt. Het door som
migen geopperde bezwaar dat de ar
tikelen niet zijn ondertekend kan ik
niet delen. De artikelen vallen immers
onder de verantwoordelijkheid van
een redactieraad bestaande uit een
aantal met name genoemde artsen.
Ondertekening van elk artikel afzon
derlijk zal als nadelen opleveren een
mogelijk reclame-effect voor de on
dertekenaar en de kans dat hy of zij
als nasleep een groot aantal waarde
volle en of waardeloze commentaren
voorhchtmg bedreven in allerlei bla-
aen en blaadjes, waarvan men een
deel zelfs ongevraagd in de bus krijgt;
een kruidemerskrantje dat zichzelf
respecteert schijnt een medische re-
bnek van node te hebben om zyn
stand op te houden.
Het is voor de leek niet na te gaan
van wie dergelijke schrijfsels afkom
stig zijn. Of de schrijver deskundig is
en of de schryver respectievelijk de
verspreider van die lectuur de belan
gen van de lezers of die van de eigen
portemonnaie in de eerste plaats voor
ogen heeft.
O adat „de kranten grotendeels uit
medische kronieken zouden be
staan" als ze op uitgebreide
schaal medische voorlichting zouden
moeten geven en om de kwalijke in
vloed van „ongepast geschrijf" eniger
mate te nivelleren is ook de maat
schappij voor geneeskunde er na lang
aarzelen en veel delibereren toe over
gegaan een medisch maandblad voor
de leek uit te geven teneinde: „gezon
den en zieken een gezonde kyk op de
gezondheid te geven". Het eerste num
mer van „Spreekuur Thuis" is zojuist
verschenen en lykt ons over het ge
heel genomen geslaagd in deze opzet.
Het bevat een vijftiental lezenswaar
dige artikelen met gezellige illustra
ties, wars van sensatie. Vooral de ge-
persoonlijk, per brief of per telefoon
gaat krijgen, die een extra belasting
gaan vormen. Daarom lijkt het my de
beste oplossing als de redactieraad
redactie?) als tussenpersoon fun
geert. Als de inhoud van het blad op
hetzelfde peil blijft zal de geïnteres
seerde leek die financieel in staat is
zich op dit maandblad te abonneren
9,- per jaar) veel wetenswaardigs
kunnen leren.
Enkele weken geleden is een twee
de populair medisch maandblad uit
gekomen: „Leven en Gezondheid",
waarvan de redactie zich hult in ano
nimiteit. Met opzet schrijven wjj een
tweede maandblad, omdat mij ter
ore is gekomen, dat tot de uitgave
daarvan is besloten nadat bekend was
geworden dat onder auspiciën van de
mij voor geneeskunde een maandblad
uitgegeven zou worden. Naar ver
luidt geschiedt de uitgave van het
tweede maandblad onder de vleugels
van een grote uitgeverij. Het is duide
lijk, dat waar oen maandblad nog
moet bewijzen dat het in een behoef
te voorziet, de noodzaak van het op
treden van een concurrent niet valt in
te zien, terwijl de anonimiteit van de
redactie bovendien geen enkele garan
tie geeft voor blijvende betrouwbaar
heid, al valt op het eerste nummer
niets aan te merken.
St.