Land in zicht Gelijke studierechten voor diploma's gymnasium, atheneum en lyceum Horizontale en verticale verbindingen Departementale voorlichting veel te optimistisch Hongaarse niet vluchtelingen ingeburgerd „Te dure melk" RAAMWET VAN MINISTER CALS Straaljager wordt gelicht Kritische woorden van mr. Beernink Ike stemt Rockefeller Huidige ziekenfonds coupons verdwijnen DE WONINGNOOD IN ONS LAND 12 VRIJDAG 31 OKTOBER 1958 PAGINA 13 Al gerookt? (Van onze onderwijsredacteur) In zijn memorie van toelichting bij de raamwet voor het voortgezet onderwijs, die thans is ingediend bij de Tweede Kamer, spreekt minister Cals uit, dat een organisch geheel van onderwijsvoorzieningen de nodige horizontale en verticale bindingen moet vertonen. Deze bindingen zijn duidelijk aanwijsbaar in het wetsontwerp, dat uitgaat van de volgende opzet: Al gerookt? voer atheneum X, A werkt ongekend grondig en doelmatig voor U Al gerookt? Rekening gepresenteerd iTTrTthon Al gerookt? Maratho^ Advertentie die had er eerder moeten zijn... Na al hetgeen er sinds jaar en dag te doen is geweest over de wetgeving voor het voortgezet onderwijs valt de raamwet, die mi nister Cals thans bij de Tweede Ka mer heeft ingediend, op door haar bondigheid. De vrees dat het stre ven van de bewindsmai om het ge hele voortgezet onderwijs in één wet telijke regeling onder te brengen zou uitlopen op een onhanteerbare mam moetwet, is blijkens dit wetsontwerp ongegrond geweest. Men vraagt zich bij lezing van dit stuk hier en daar wel eens af of het eigenlijk niet meer een nota in wetsvorm is 'an een wet, maar het ontwerp heeft in ieder ge val de verdienste, dat het de niet weinig gecompliceerde materie van het voortgezet onderwijs onderbrengt in een overzichtelijke regeling. Een dergelijke wet is niet het werk van een minister alleen of van een minis ter met zijn departement: het „te genspel" van de maatschappij heeft er zeker ook in doorgewerkt. De bewindsman komt echter het com pliment toe, dat hij na het „decenni um confusionis", zoals het in het Zwartboek van de leraren is ge noemd, de stof onmiskenbaar in zijn greep gekregen heeft, ook al is dat dan wel eens de greep van het com promis. Drie punten verdienen in deze raamwet bijzondere aandacht. Daar is vooreerst de samenhang: we heb ben hier inderdaad te maken met een organisch geheel van onderwijs voorzieningen. Hoe men die samen hang wil waarderen is een andere zaak, doch primair felt, dat de wet in plaats van een reeks naast, door, over en uit elkaar gegroeide voorzie ningen een sluitend stelsel geeft. Dit blijkt onder meer uit de overgangs mogelijkheden van de ene school naar de andere. Over de waarde van die overgangen en over de vraag of ze ook anders gelegd zouden kunnen worden valt wederom te discussië ren, maar de aanwezigheid van ho rizontale en verticale verbindingen verdient zonder twijfel de voorkeur boven de bestaande „doodlopende straten". Een ander aspect van deze samenhang is, dat voor de stichting van scholen een gezonde „planning" ontworpen is. Men mag 's ministers opzet die kwalificatie geven ener zijds omdat de bewindsman de op richting van een ieuwe school niet wil bekijken als een incidenteel ge- Val, doch tegen een bredere achter grond en anderzijds omdat het par ticulier initiatief toch de gelegenheid krijgt in die planning mee te spelen '■hetgeen voor het v.h.m.o. en het ft-o. bepaald een vooruitgang is), ter- n\ er voorts objectieve normen gorden vastgelegd, die de waarborg iaS^n" dat de gerechtvaardigde ver- gens van verschillende groeperin gen gehonoreerd worden. Het reali seren van de plangedachte zal van het U.l.o., dat thans onder het auto matisme van de lager-onderwijswet valt een zeker offer vragen voor een breder belang. Bij een goede rege ling van het overgangsrecht (dat in de raamwet nog niet aan de orde komt) is echter de procedure in haar geheel te waarderen. Ten tweede is er de situering van het bijzonder onderwijs, dat m de huidige situatie een soort bijwagen van de openbare tram lijkt, doch dat in de raamwet' een gelijkberechtigde plaats krijgt. Men heeft aanvanke lijk gevreesd, dat de plannen van mr. Cals afbreuk zouden doen aan de eigen „gestalte" van het bijzonder onderwijs. De minister heeft in een later stadium voor die bezwaren het nodige begrip getoond, maar hij heeft deze zaak tenslotte toch ook in een zodanige vorm weten te gieten, dat hij overeenkomstig 3ijn bedoeling het grondwetsartikel waar maakt, hetwelk zegt, dat hét onderwijs, dus openbaar en bijzonder, een voorwerp van de aanhoudende zorg der rege ring is. Wat dit aangaat mag de raamwet-Cals een knappe synthese heten. Op de derde plaats moet bij dit wetsontwerp gelet worden op het krachtenveld van centralisatie en vrijheid bij de inrichting van het on derwijs. Éen raamwet makend, die het gehele terrein van het voortge zet onderwijs bestrijkt, heeft mr. Cals tevens een nieuwe wet voor het v.h.m.o. geleverd, een wet die er weer anders uitziet dan de nu inge trokken voorstellen-Rutten. De be windsman geeft te verstaan, dat de zich naar zijn oordeel niet onde^ii=met de inrichting van het dit nu fStAWp* bem°eien. Hoe pakt enige reservé B«.dit Punt lijkt eerste indruk is dat j™splaatst d? vrü ™a3r aa; net accent toch Unties va?LP de ambtelijke in stanties valt. Deze kwestie verdient zeker nader onderzoek, zoals trou wens heel de onderwijskundige kant van het ontwerp een analyse waard is. Wanneer hierbij en bij nog zoveel andere punten straks de kri tiek loskomt het zal wel Weer een zeer heterogene kritiek zijn dan moge men intussen niet de betekenis van deze raamwet in haar geheel uit het oog verliezen. We zijn bu eindelijk weer zo ver, dat er een Wetsontwerp op tafel ligt laaJ- ,men er zuinig op zijn. Bij het verschijnen van het zogenaamde Bilderbergrap- Port een rapport, dat bij de tot standkoming van de raamwet een belangrijke rol heeft gespeeld, ook al zijn niet alle suggesties van de on- derwijsinspecteurs overgenomen is ergens het woord aangehaald, dat oen einde maakte aan de onzeker heid van de bemanning der „Santa Maria", waarmee Columbus naar het westen voer: land in zicht. Wij willen dit woord graag overnemen, doch daarbij moet dan v/el bedacht worden, dat het in zicht gekomen land nog niet bereikt is. Vele plan- £ed voor het voortgezet onderwijs ei?- i,n de afgelopen decennia schipbreuk geleden. De minister moet zijn schip nog voor anker zien .ln de baai die Staten-Ge- to 7ni I en men kan zich met eni ge zorg afvragen hoeveel tijd deze manoeuvre nog zal vergen. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs a) het voorbereidend wetenschappe lijk onderwijs (v.w.o.), rechtstreeks aansluitend op het basisonderwijs (la gere school), geeft de voorbereiding op de studie aan universiteit en hoge school. Onder het v.w.o. vallen: 1. het (zesjarig) gymnasium, dat in de hogere klassen gesplitst wordt in een alpha- en bêta-richting. In de alpha-richting staat de studie van de klassieke talen op de voorgrond, in de bêta-richting de studie van de wiskunde en ''natuurwetenschappen. 2. het (zesjarig) atheneum, in de hogere klassen gesplitst in een A-af deling, waarin de economische en, maatschappelijke vakken op de voor grond staan, en in een B-afdeling, waarin het accent valt op de wiskun de en natuurwetenschappen. Het atheneum komt in de plaats van de huidige h.b.s. in zoverre deze school voorbereidt op hoger onderwijs. De h.b.s.-nieuwe stijl wordt dus zesjarig. Om het voorbereidend wetenschap pelijk karakter van het atheneum te accentueren krijgt deze school als verplicht vak eenvoudig Latijn. 3. het (zesjarig) lyceum met een „onderbouw" van minstens één jaar en een „bovenbouw" van gymnasium en atheneum. De memorie van toelichting maakt melding van een „revolutionair" plan ten aanzien van de studierechten, verbanden aan de diploma's gymna sium, atheneum en lyceum. Minister Cals wil de abituriënten van deze drie scholen de mogelijkheid bieden examen te doen in alle faculteiten of afdelingen van universiteiten en hogescholen. Algemeen voortgezet onderwijs b) het algemeen voortgezet onder wijs, dat evenals het v.w.o. recht streeks aansluit op het basisonderwijs, wordt onderverdeeld in drie soorten: 1. het hoger algemeen voortgezet onderwijs (h.a.v.o.) dient onder meer ter vervanging van de huidige h.b.s., in zoverre deze school algemene vor ming geeft ter voorbereiding op de intrede in de maatschappij. De h.a. v.o.-school krijgt een vijfjarige cur sus. De huidige m.m.s. is als een h.a.v.o.-school voor meisjes te be schouwen. Een deel van de leerlin gen, die thans naar het v.h.m.o. en het u.l.o. gaan, ziet de minister in de toekomst op de h.a.v.o.-school. In de hoogste twee leerjaren zal er ruimte zijn voor differentiaties in het leerplan. Het h.a.v.o. kan als basis dienen voor hogere beroepsopleidin gen. 2. het middelbaar algemeen voort gezet onderwijs (m.a.v.o.) zal de plaats innemen van het huidige u.l.o. De cursusduur wordt drie of vier jaar. De m.a.v.o.-school zal algemeen vormend onderwijs geven, maar in het derde en vierde leerjaar kan de ze school door een zekere differen tiatie vooruitlopen op eventueel ver der te volgen beroepsopleidingen. 3. het lager algemeen voortgezet onderwijs (l.a.v.o.) kan zowel gege ven worden in de 1ste of in de 1ste en de 2de klas van scholen voor la ger beroepsonderwijs als in afzonder- liike 1 a v.o.-scholen met een cursus duur van twee jaar. In het eerste geval gaat het om een geleidelijke overgang van de fase van het alge meen voortgezet onderwijs naar die van het eigenlijke beroepsondeiwjjs. Een van de uitgangspunten van mr. Cals is, dat aan elke beroepsoplei ding vooraf dient te gaan een tase van algemeen, niet rechtstreeks op een beroep gericht, onderwijs. De daarnaast genoemde afzonderlijke l.a.v.o.-school neemt de plaats in van de huidige v.g.l.o.-school. Brugklasse Een belangrijk punt in de raamwet is de instelling van de zogenaamde brugklasse, welke behoudens één wij ziging is overgenomen uit het rap port van de Werkgroep Inspectie (het „Bilderbergrapport"). In het vooront werp-raamwet, dat in maart van dit jaar gepubliceerd is in ons blad, kwam deze brugklasse niet voor; in zijn de finitieve ontwerp heeft de bewindsman de suggestie van de onderwijsinspec- teurs echter wel verwerkt. Het brug- jaar bestaat hierin, dat op het gym- Advertentle die had ér eerder moeten zfjn (Van onze Haagse redactie) tussen idfewikkelde voorschotregeling gingen waT^t^ii3 .,en bedrijfsvereni- ziekenfondspremie zal w^ing Van de geldswaarde^ - "n werkgever de nota"" van de^edïïjfsveT- enigmg nu kan voldoen, zullen komen te vervallen. De ziekenfondscoupons zoals de werknemers met een salaris onder de loongrens die nu elke maand in hun loonzakjes vinden, zullen in die vorm eveneens komen te vervallen. De wijziging van de regeling gaat 1 januari 1959 in. De ziekenfondsraad beraadt zich nog over de invoering van een ander soort ziekenfondscoupons. De bedrijfsvereni gingen zullen, volgens de gewijzigde regeling, aan de werkgevers voorschot nota's zenden, zoals in verband met de ziektewet al gebeurt. Er komen op die wijze toch voldoende contanten beschik baar. Bij de definitieve verrekening zul len de werkgevers geen schutbladen meer behoeven in te zenden. De huidige ziekenfondscoupon dateert van 1941. toen de verplichte ziekenfonds verzekering werd ingevoerd. nasium, het atheneum, het lyceum, de h.a.v.o.- en de m.a.v.o.-school in de eerste klas dezelfde vakken onderwe zen zullen worden. In het Bilderberg rapport bracht deze uniformiteit mee, dat het gymnasium in de eerste klas het Latijn'zou moeten prijsgeven. Ten aanzien van dit punt gaat mr. Cals echter een andere weg: de raamwet laat voor het gymnasium de mogelijk heid open aan de vakken van het brug- jaar het Latijn toe te voegen, zij het met minder uren dan thans gebruike lijk is. De brugklasse beoogt onder meer de ,,overstap"-mogelijkheden van de ene school naar de andere te ver gemakkelijken en de aanpassing van de leerlingen aan de nieuwe school te verbeteren. Met het oog op dit tweede doel is een regeling ontworpen, die beperking van het aantal leraren in de brugklasse mogelijk maakt. Ook het l.a.v.o. krijgt een brugjaar, doch hier zal het programma niet hetzelfde zijn als bij het v.w.o., het h.a.v.o. en het m.a.v.o. Beroepsonderwijs c) het beroeponderwijs vertoont evenals het algemeen voortgezet onder wijs drie geledingen: hoger, middel baar en lager. 1. onder het hoger beroepsonder wijs, dat aansluit op het h.a.v.o., vallen o.a. de hogere technische scholen (cursusduur 2 tot 4 jaar), de hogere landbouwscholen (3 of 4 jaar), de scholen voor hoger sociaal-peda gogisch onderwijs (b.v. de huidige school voor maatschappelijk werk), scholen voor hoger economisch en administratief onderwijs (cursusduur 2 jaar), scholen voor kunstonderwijs en de kweekschool. 2. middelbaar beroepsonderwijs, voortbouwend op het m.a.v.o., wordt o.a. gegeven op de huidige u.t.s., de u.l.n.o.-opleidingen voor meisjes, de middelbare landbouwscholen en de scholen voor middelbaar econo misch en administratief onderwijs, beide met een cursusduur van twee jaar, 3. bij het lager beroepsonderwijs, dat aansluit op het l.a.v.o., vindt men onder meer: de lagere technische scholen (cursusduur drie, eventueel vier jaar)de scholen voor lager huis- houdonderwijs, de lagere landbouw scholen (4 jaar) en de scholen voor lager economisch en administratief onderwijs (cursusduur eveneens vier jaar). Aansluiting Naast deze algemene opzet trekken nog enkele andere punten in de wet de aandacht. Aan de kwestie van de aan sluiting van het voortgezet onderwijs op het basisonderwijs een sleutel probleem in de huidige onderwijssitua- Andere naam gevraagd In de raamwet-Cals wordt bij net voorbereidend wetenschappelijk on derwijs direct na het gymnasium het Atheneum genoemd. Deze naam is vooral gekozen om duidelijk aan te geven, dat men niet zonder meer te maken heeft met een zesjarig ge maakte h.b.s. De minister van O. K. en W. is echter nog niet erg gelukkig met deze naam. Op het atheneum zullen de leerlingen enige kennis van (een voudig) latijn kunnen verwerven. De bewindsman acht dit van belang, onder meer omdat het kan leiden tot beter begrip van gebruikelijke namen, termen en uitdrukkingen in het intellectuele verkeer, hetgeen vooral bij de academische studie van belang is. Grieks komt echter in het programma van het atheneum niet voor. Dit kan verwarring scheppen: de school, die geen Grieks geeft, draagt een naam, die juist direct aan Griekenland doet denken. Men heeft evenwel nog niet een betere naam voor deze school van voorbereidend wetenschappelijk onderwijs kunnen vinden. Mr. Cals verklaarde dezer dagen op een persconferentie, dat hij zich aanbevolen houdt voor sugges ties op dit punt. Advertentie tie - wordt in de memorie van toelich- Een bergingsvaartuig van de Britse luchtmacht heeft een deel van de Scimitar- ting een afzonderliike naraeraaf ge- straaljager, die op 25 september ].l. verongelukte bij een landing op het dek van wiid De minister meent dat het svs- het vliegdekschip „Victorious", boven water gebracht. De piloot van het toestel teem van een voorbereidende klasse in is het onSeluk om het leven gekomen. z'n algemeenheid minder geschikt is. Hij wil echter het toelatingsexamen niet als enig verplicht selectiemiddel stellen en zal daarom ruimte maken voor andere selectiemiddelen, met na me de proefklasse. Voor de scholen van v.w.o., h.a.v.o. en ten dele ook van m.a.v.o. zal een sys teem van kern- en keuzevakken moge lijk worden gemaakt. Gestreefd wordt naar inkrimping van het aantal eind examenvakken. Het systeem van eind examens is naar de mening van mr. Cals onmisbaar. Evenals thans bij het v.h.m.o. het geval is, zullen bij het v. w.o. en het h.a.v.o. de eindexamens worden afgenomen aan de scholen. Voor het m.a.v.o. wil de bewindsman de huidige regeling van de mulo-exa mens, die voortreffelijk voldoet, hand haven. De scholen, die in de raamwet ge noemd worden, kunnen zowel dag- als avondscholen zijn. Dit betekent, dat on der meer de avondlycea een wettelijke basis krijgen. Ook wordt een wettelijke basis geboden voor de scholengemeen schappen. Het h.a.v.o. bijvoorbeeld kan het best verwezenlijkt worden enerzijds in een scholengemeenschap met een v.w.o.-school, anderzijds in een gemeen schap met een m.a.v.o.-school. Er zal een herziening nodig zijn van de hui dige m.o.-akten in v.w.o.- en h.a.v.o.- akten. Voor het m.a.v.o. zullen niet zon der meer dezelfde bevoegdheidseisen kunnen gelden als thans voor het u.l.o.; derhalve is ook een herziening van de lagere akten noodzakelijk. Advertentie Al gerookt? die had er eerder moeten zijn. Onder de titel „Is er nog woningnood" hield donderdag mr. H. K. J. Beernink, secretaris van de gemeente Rijswijk en lid van de Tweede Kamer, een rede op de vergadering van de Prov. Contact commissie Zuid-Holland inzake het woonruimtevraagstuk, die in het Rotter damse Groothandelsgebouw wordt ge houden. In snel tempo ging hij de situ atie van het ogenblik na en kwam tot de conclusie, dat ondanks optimistische berichten van regeringswege nog on weerlegbaar sprake is van een ernstig tekort aan woningen in ons land, niet alleen in de steden maar evenzeer op het platteland. De heer Beernink toonde zich bijzonder ontstemd over de depar tementale voorlichting, die met statis tische cijfers poogt aan te tonen, dat de woningnood zijn ernstig karakter ver liest. 1 januari, zo heeft het ministerie be kend gemaakt, was er in 208 van de 1000 gemeenten in Nederland geen statistisch woningtekort meer. Maar statistisch materiaal geeft de werkelijkheid aller minst weer. Volgens deze methode wordt het verschil berekend tussen het aantal woningen in een gemeente en het aan tal gezinnen dat daar gevestigd is, en uit deze becijfering resulteert een overschot, een evenwicht, dan wel een tekort. Re- ele getallen daarentegen houden reke ning met het aantal huwelijksgegadig den, met de gerepatrieerden, van wie een groot deel nog in contractpensions ver blijft, met mensen die economisch aan een bepaalde gemeente gebonden zijn en daar geen woning kunnen bemachtigen en tenslotte met gezinnen die het met een te kleine woning moeten stellen. Met nadruk drong de heer Beernink aan op het verstrekken van cijfers, die de feitelijke toestand weergeven. De spreker duidde voorts op het ver schijnsel, dat een verzadiging optreedt in de behoefte aan koopwoningen van f 40.000 en hoger. De regering en de ge meenten zouden aan deze categorie min der medewerking moeten geven. Ook ge beurt het niet zelden, dat de tenslotte vastgestelde prijzen van dure huurwo ningen veel hoger vallen dan aanvan kelijk was overeengekomen, door de stij ging van bouwkosten en andere oorza ken. Naar de heer Beernink meende, zouden de gemeenten hier niet langer genoegen mee moeten nemen, en de bouwondernemingen houden aan de oor spronkelijke afspraak. De grootste behoefte aan woningen is in de huurklasse van f 70 tot f 100. Indien de premieregeling een renda bele bouw van deze huizen niet moge lijk maakt, is een derde financierings- regehng de oplossing. De huidige si- tuatie, dat tal van gezinnen met lage ïnxomens m vooroorlogse midden- standswonmgen huizén en midden standers met woningwetwoningen ge noegen moeten nemen, noemde de heer Beernink ongezond. Hij meent evenwel, dat zich over een jaar of ze ven normale verhoudingen zullen ont wikkelen, wanneer tenminste jaarlijks de voorraad met ongeveer 80.000 wo ningen wordt aangevuld. Om de par ticuliere bouw te bevorderen, die nóg steeds niet dezelfde kansen geniet als de woningwetbouw, dienen hogere be dragen beschikbaar te komen. Ernstige kritiek oefende de heer Beer nink uit op de centrale inschrijving van woningzoekenden, door de minister van maatschappelijk werk ingevoerd. Met deze maatregel zijn verwachtingen ge wekt die nimmer in vervulling kunnen komen. Er komt geen woning méér door tot stand, en hoewel het gemeentebe stuur tenslotte beslist, is het de vraag of de gemeentelijke autonomie niet in het gedrang komt. Aan het slot van zijn toespraak be toogde de heer Beernink dat z.i. aan huurvergoedmg van de vooroorlogse wo ningen niet valt te ontkomen, ook al zui len loonronden hiervan het gevolg zijn. 142.50 De ERRES Jumbo stofzuiger In de vorm ligt zijn kracht! (Vervolg van pagina 11) gaarse jeugd twaalf jaar lang systema tisch vergiftigd is met communistische propaganda en geïnfecteerd is met communistische ideeën. Hun haat tegen de Russen is nog geen bewijs van hun ideologische zuiverheid. Dit verklaart een deel van de moei lijkheden, waarin sommige Hongaren zijn komen te verkeren in ons land. Daarbij komt de onrust van velen over hun achtergebleven familie, over hun toekomst. Zullen zij Hongarije ooit te rug zien en hoe? Zullen zij hun hele le ven in Nederland blijven? Voor een aan tal staat het laatste min of meer vast; er zijn jongemannen met Nederlandse meisjes getrouwd; er zijn ouders, wier kinderen een Nederlandse opvoeding school krijgen. Zij hebben dan ook rust gevonden en zich met de situatie verzoend. Maar zij zijn in de minderheid. De meesten dragen de spanning en het geen er aan voorafgegaan is, nog in zich. Men mag niet verwachten, dat zij in twee jaar zouden acclamatiseren in een volkomen onbekend land met an dere gewoonten, een andere levensin stelling. Het verblijf in Nederland vraagt een aanpassing en inspanning, die velen nog niet hebben kunnen op brengen. En het is jammer, dat lang niet alle Nederlanders hiervoor begrip hebben, al moet met waardering wor- Advertentie die had er eerder moeten zijn den geconstateerd, dat ook talrijke landgenoten deze moeilijkheden wel begrijpen. Wanneer men na twee jaar pater Ra- danyi om zijn mening vraagt, blijkt hij over het geheel genomen niet ontevre den te zjjn, vooral niet na de moeilijk heden, die zich de eerste maanden voordeden. Hij wijst er op, dat vele Hongaren terecht teleurgesteld zijn. In hun verdrukking hadden zij zich van het vrije Westen een ideaalbeeld ge vormd, maar toen zij meenden, dat hun droom werkelijkheid ging worden, ont dekten zij, dat ook in ons land het ma terialisme aanwezig is en velen be heerst. Deze teleurstelling heeft ook conse quenties voor hun religieus leven. Be halve dat hun geloofspraktijk sterk af wijkt van wat zjj in Nederland zien, hadden zij een nieuwe wereld ver wacht, niet slechts een andere vorm van het materialisme, dat zjj ontvlucht waren. Dit maakt de zielzorg onder de vluchtelingen bijzonder moeilijk. On danks de ijver van individuele paro chiegeestelijken, kan over het alge meen niet gezegd worden, dat de Hon garen, die in grote meerderheid katho liek zijn, in de parochiegemeenschap opgenomen zijn. 'Naar schatting praktiseert slechts tien procent van de Hongaren. Op het platteland is de situatie minder ongun stig dan in de grote steden en over het algemeen is er meer geloofsijver on der de ouderen en gehuwden dan onder de alleenstaande jongeren. Wel is er veel belangstelling voor de „Hongaar se" mis, wanneer aalmoezenier Rada- nyi of een van zijn drie medewerkers de verschillende centra bezoekt. De Hongaren hebben er kennelijk nog veel behoefte aan, „onder ons" te zijn, ook in hun religieuze praktijk. Vooral bij het dopen en trouwen hechten zij er grote waarde aan, dat een Hongaars priester de H.H. Sacramenten toedient. Het werk van de aalmoezenier bestaat voor een zeer groot deel uit huisbe zoek onder zijn over het hele land ver spreide landgenoten en uit kerkelijke bijeenkomsten in de centra. Om echter de mensen nog intensie ver te kunnen beïnvloeden, begint pa ter Radanyi binnenkort met de uitgave van een eigen maandblad onder de naam ,,A Kereszt Népe" (Het Kruis- dragend Volk) voor de katholieke Hon garen in Nederland, voorlopig in een oplage van 2000 en grotendeels in de Hongaarse taal, met enige Nederland se vertalingen. Successievelijk zullen er meer Nederlandse bijdragen in opgenomen worden om daardoor het Nederlands taalgebruik onder de Hon garen te bevorderen. Pater Radanyi ontmoet in zijn werk veel steun van het Nederlands r.-k. Huisvestingscomité en van het Lande lijk Sociaal Charitatief Centrum, afde ling vluchtelingen en ontheemden. Ook de officiële instanties zijn hem zeer ter- wille. Op verschillende plaatsen heeft hij Nederlandse priesters bereid gevon den, regelmatig contact met de Hon garen te onderhouden, voor zover de Hongaarse zielzorgers dit zelf niet kun nen doen. Binnenkort zullen er in de V.S. verkiezingen worden gehouden voor het gouver neurschap der stalen. President Eisenhower en Nelson Rockefeller die kandidaat is voor het gouverneurschap van de staat New York ziet men hier het „V"-teken maken op een verkiezingsbijeenkomst van de republikeinse partijin Hotel Roosevelt te New York. Toen Nederland twee jaar geleden zijn grenzen ontsloot voor de Honga ren, heeft waarschijnlijk wel de over heid, maar niet de gehele bevolking zich gerealiseerd, dat voor deze on baatzuchtige en emotionele hulpverle ning ooit een rekening gepresenteerd zou worden. Dit is inmiddels gebeurd, eerder dan velen verwacht hadden. Reeds drie maanden na november 1956 gingen er protesten op, dat aan de vluchtelingen woningen toegewezen werden, terwijl nog zoveel Nederlan ders op een woning wachtten. De Hon garen hadden iets anders mogen ver wachten: na het eerste spontane mede leven meer begrip voor hun moeilijk heden. Men kan niet zeggen, dat de Nederlanders onwelwillend tegenover de Hongaren staan, maar zjj hebben zich blijkbaar onvoldoende gereali seerd, dat deze ontwortelde mensen ve le jaren nodig zouden hebben om zich (Vervolg van pagina 1) aar nu dan die te dure melk. Laat men zich in politieke- en in landbouwkringen niet vergis sen over de stemming bij het publiek ten aanzien van dit volksvoedsel bij uit stek. Men kan een zekere geladenheid waarnemen, ongeveer tot uitdrukking komend in deze gedachte: men trekt zich in boerenkringen niets aan van de vraag, of melk en melkprodukten voor de man met de kleine portemonnaie nog bereikbaar blijven. Wij voor ons geloven niet dat de zaak zo ligt, maar er zal dan aan betere voorlichting voor het publiek moeten worden gedaan, wil men de gedachten- gang in de juiste orde terugkrijgen. Wij herinneren ons nogal sterk de voor-oor- logse situatie waarin de boeren als het ware hun straat konden schrobben met de vrij waardeloze melk. De onder- melk, doorgaans gebruikt als varkens voer, werd dikwijls zonder meer maar weggegooid. Gevolg was niet alleen, dat onder de boeren veel armoe werd geleden met alle maatschappelijke ge volgen van dien (lata we nog maar eens denken aan de keine boeren-actie Bouwman) maar de landarbeiders wa ren in niet veel mindere mate de dupe van deze wantoestand. Landarbeider en armoediaaien, zij betekenden het zelfde. Wie vóór de oorlog wel eens in West-Brabant verkeerde of in de Gel derse Achterhoek behoudt zjjn leven lang herinneringen aan de ellendige toestand, waarin het grootste deel van deze mensen verkeerde. We hebben ons tijdens en onmiddel lijk na de oorlog allemaal voorgeno men, dat er veel, heel veel moest ver anderen. Geen werkloosheid meer, een behoorlijke oudedagsverzorging; goed gespreide welvaart: enz. enz. Maar als dat voor de werknemers geldt, dan spreekt het toch vanzelf, dat dit ook voor andere bevolkingsgroepen moet op gaan. En de cirkel is duidelijk: als een boer behoorlijke lonen moet beta len, dan moet hij die kunnen doorbere kenen in -de door hem te leveren pro- dukten zoals melk en granen. Het gaat niet aan, om enerzijds goe de lonen te vragen en anderzijds de gevolgen van deze loonsverhogingen niet te willen opvangen. Evenmin gaat het aan, om te bevorderen, dat de landarbeiders wel en de boeren zelf niet in welvaart zouden vooruitgaan. Is men nu schoenfabrikant of produ ceert men radiotoestellen, dan kan men met de produktie daarvan reke ning houden zowel met de nationale behoefte als met de internationale vraag. In beginsel dient een boer dat natuurlijk ook te doen, maar een koe is iets anders dan een machine. Na de oorlog is alles op alles gezet, om onze geslonken veestapel weer op een be hoorlijk peil te brengen. Wij moesten onze plaats op de internationale markt weer terug krijgen. Ek jong stuk vee behoeft een aantal jaren (waarin het alleen maar geld kost) alvorens het gaat produceren. Eenmaal aan het pro duceren kan men niet zonder meer de toevloed weer afsnijden. We hopen, dat hieruit, zij het mis schien zeer onwetenschappelijk, maar wel duidelijk zal zijn, dat bedrijfsvergelijkingen tussen landbouw en fabriekmatige bedrijven niet zonder meer opgaan. De kern van de moeilijk heid is op het ogenblik, dat de produk tie sterker is gestegen dan de behoef te. Daardoor is een ineenstorting ont staan van de wereldmarktprijzen en daardoor worden onze boeren in hun bestaan bedreigd. Nu staan we hier geen ach en wee te roepen over de situatie bij de boe ren, al zijn aan de andere kant de door minister Vondeling bekend gemaakte inkomens van de boeren toch ook niet zo, dat van slapend rijk worden kan worden gesproken. Waar het ons. zon der dat we op alle technische details ook maar kunnen ingaan, om gaat is de bevordering van het inzicht, dat er toch bij het publiek moet zijn, dat er een wisselwerking moet zjjn tussen de kosten van voortbrenging en de prijs, die wij aan de deur voor de artikelen betalen. Nu zjj toegegeven, dat wij op elke uit gevoerde liter melk zoveel toeleggen, dat daardoor ook de binnenlandse con sumptieprijs zeer aanzienlijk stijgt, maar de buitenlandse situatie heeft on ze regering niet in handen, laat staan onze boeren. De oplossing van het pro bleem, waarvoor we zitten, is naar on ze mening nationaal niet te vinden. Wanneer men het niet aandurft, om de ze zaak minstens op Europees niveau, en dan nog wel op korte termijn, te be zien, zullen de moeilijkheden steeds groter worden. Het lijlct dienstig, om op deze zaak nog eens nader terug te komen, omdat een algemeen beschou- winkje als dit ook de consument niet voldoende inzicht verschaft in de inge wikkeldheid van het vraagstuk. Advertentie Al gerookt? die had er eerder moeten zijn... te kunnen aanpassen, dat zjj Hongaren bljjven en hun volksaard niet verloo chenen willen. Wjj zijn geneigd, zo snel te oorde len. Wij kunnen weinig goede woor den vinden voor de vijfhonderd, die inmiddels naar Hongarije terugge keerd zijn. Hun motieven laten zich slechts raden: angst voor wraakne ming op hun familie, teleurstelling over het vrije Westen, moeilijkheden in hun nieuwe omgeving. Er waren ook avonturiers bij, wier vlucht niets te maken had met gewetensnood; voor hen was de teleurstelling in Ne derland waarschijnlijk het grootst. Weinig goede woorden ook voor hen. die in ons land de teugels van de vrij heid een beetje te royaal vieren. Maar begrijpen wij dan wel, dat deze men sen geen Nederlands gedragspatroon kan worden opgedrukt? Wij mogen niet meer verlangen dan dat zij willen pro beren, zich aan onze normen te houden. Voor de rest past ons nog slechts medeleven, evenveel als thans twee jaar geleden. Wij ontmoetten dezer da gen een jong echtpaar, dat bij de vlucht zjjn enig kind een meisje van drie jaar bij een grootmoeder achterliet. Reeds twee jaar proberen zjj, het kind naar Nederland te halen; bij de Neder landse gezant te Boedapest ligt het vliegbiljet gereed, maar het visum blijft uit. Een andere Hongaar vertelde ons van zijn broer, die in Frankrijk te recht gekomen is. Zij hebben geen an dere familie dan elkaar en de Hongaar in Frankrijk zou graag naar Nederland komen. Maar allerlei bepalingen belet ten hem dit blijkbaar. Dit zijn slechts twee gevallen, maar zo zijn er meer. Er zijn nog zoveel schrijnende wonden. Zij vormen geen excuus voor wat op het gedrag van en kelen aan te merken valt. Maar zij herinneren ons er wel aan, dat novem ber 1956 nog zo kort achter ons ligt. Want wat is twee jaar voor zoveel leed en ellende als wij toen de jaar beurshallen zagen binnenstromen? NIC. SCHRAMA Advertentie die had er eerder moeten zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1958 | | pagina 13