Land in zicht
Gelijke studierechten voor diploma's
gymnasium, atheneum en lyceum
Horizontale en verticale
verbindingen
Departementale voorlichting
veel te optimistisch
Hongaarse
niet
vluchtelingen
ingeburgerd
„Te dure melk"
RAAMWET VAN MINISTER CALS
Straaljager wordt gelicht
Kritische woorden van mr. Beernink
Ike stemt Rockefeller
Huidige ziekenfonds
coupons verdwijnen
DE WONINGNOOD IN ONS LAND
12
VRIJDAG 31 OKTOBER 1958
PAGINA 13
Al gerookt?
(Van onze onderwijsredacteur)
In zijn memorie van toelichting bij de raamwet voor het voortgezet
onderwijs, die thans is ingediend bij de Tweede Kamer, spreekt minister
Cals uit, dat een organisch geheel van onderwijsvoorzieningen de nodige
horizontale en verticale bindingen moet vertonen. Deze bindingen zijn
duidelijk aanwijsbaar in het wetsontwerp, dat uitgaat van de volgende
opzet:
Al gerookt?
voer atheneum
X, A
werkt ongekend grondig
en doelmatig voor U
Al gerookt?
Rekening gepresenteerd
iTTrTthon
Al gerookt?
Maratho^
Advertentie
die had er eerder moeten zijn...
Na al hetgeen er sinds jaar en
dag te doen is geweest over de
wetgeving voor het voortgezet
onderwijs valt de raamwet, die mi
nister Cals thans bij de Tweede Ka
mer heeft ingediend, op door haar
bondigheid. De vrees dat het stre
ven van de bewindsmai om het ge
hele voortgezet onderwijs in één wet
telijke regeling onder te brengen zou
uitlopen op een onhanteerbare mam
moetwet, is blijkens dit wetsontwerp
ongegrond geweest. Men vraagt zich
bij lezing van dit stuk hier en daar
wel eens af of het eigenlijk niet meer
een nota in wetsvorm is 'an een wet,
maar het ontwerp heeft in ieder ge
val de verdienste, dat het de niet
weinig gecompliceerde materie van
het voortgezet onderwijs onderbrengt
in een overzichtelijke regeling. Een
dergelijke wet is niet het werk van
een minister alleen of van een minis
ter met zijn departement: het „te
genspel" van de maatschappij heeft
er zeker ook in doorgewerkt. De
bewindsman komt echter het com
pliment toe, dat hij na het „decenni
um confusionis", zoals het in het
Zwartboek van de leraren is ge
noemd, de stof onmiskenbaar in zijn
greep gekregen heeft, ook al is dat
dan wel eens de greep van het com
promis.
Drie punten verdienen in deze
raamwet bijzondere aandacht. Daar
is vooreerst de samenhang: we heb
ben hier inderdaad te maken met
een organisch geheel van onderwijs
voorzieningen. Hoe men die samen
hang wil waarderen is een andere
zaak, doch primair felt, dat de wet
in plaats van een reeks naast, door,
over en uit elkaar gegroeide voorzie
ningen een sluitend stelsel geeft. Dit
blijkt onder meer uit de overgangs
mogelijkheden van de ene school
naar de andere. Over de waarde van
die overgangen en over de vraag of
ze ook anders gelegd zouden kunnen
worden valt wederom te discussië
ren, maar de aanwezigheid van ho
rizontale en verticale verbindingen
verdient zonder twijfel de voorkeur
boven de bestaande „doodlopende
straten". Een ander aspect van deze
samenhang is, dat voor de stichting
van scholen een gezonde „planning"
ontworpen is. Men mag 's ministers
opzet die kwalificatie geven ener
zijds omdat de bewindsman de op
richting van een ieuwe school niet
wil bekijken als een incidenteel ge-
Val, doch tegen een bredere achter
grond en anderzijds omdat het par
ticulier initiatief toch de gelegenheid
krijgt in die planning mee te spelen
'■hetgeen voor het v.h.m.o. en het
ft-o. bepaald een vooruitgang is), ter-
n\ er voorts objectieve normen
gorden vastgelegd, die de waarborg
iaS^n" dat de gerechtvaardigde ver-
gens van verschillende groeperin
gen gehonoreerd worden. Het reali
seren van de plangedachte zal van
het U.l.o., dat thans onder het auto
matisme van de lager-onderwijswet
valt een zeker offer vragen voor een
breder belang. Bij een goede rege
ling van het overgangsrecht (dat in
de raamwet nog niet aan de orde
komt) is echter de procedure in haar
geheel te waarderen.
Ten tweede is er de situering van
het bijzonder onderwijs, dat m de
huidige situatie een soort bijwagen
van de openbare tram lijkt, doch dat
in de raamwet' een gelijkberechtigde
plaats krijgt. Men heeft aanvanke
lijk gevreesd, dat de plannen van
mr. Cals afbreuk zouden doen aan de
eigen „gestalte" van het bijzonder
onderwijs. De minister heeft in een
later stadium voor die bezwaren het
nodige begrip getoond, maar hij
heeft deze zaak tenslotte toch ook in
een zodanige vorm weten te gieten,
dat hij overeenkomstig 3ijn bedoeling
het grondwetsartikel waar maakt,
hetwelk zegt, dat hét onderwijs, dus
openbaar en bijzonder, een voorwerp
van de aanhoudende zorg der rege
ring is. Wat dit aangaat mag de
raamwet-Cals een knappe synthese
heten.
Op de derde plaats moet bij dit
wetsontwerp gelet worden op het
krachtenveld van centralisatie en
vrijheid bij de inrichting van het on
derwijs. Éen raamwet makend, die
het gehele terrein van het voortge
zet onderwijs bestrijkt, heeft mr.
Cals tevens een nieuwe wet voor het
v.h.m.o. geleverd, een wet die er
weer anders uitziet dan de nu inge
trokken voorstellen-Rutten. De be
windsman geeft te verstaan, dat de
zich naar zijn oordeel niet
onde^ii=met de inrichting van het
dit nu fStAWp* bem°eien. Hoe pakt
enige reservé B«.dit Punt lijkt
eerste indruk is dat j™splaatst d?
vrü ™a3r aa; net accent toch
Unties va?LP de ambtelijke in
stanties valt. Deze kwestie verdient
zeker nader onderzoek, zoals trou
wens heel de onderwijskundige kant
van het ontwerp een analyse waard
is.
Wanneer hierbij en bij nog zoveel
andere punten straks de kri
tiek loskomt het zal wel
Weer een zeer heterogene kritiek zijn
dan moge men intussen niet de
betekenis van deze raamwet in haar
geheel uit het oog verliezen. We zijn
bu eindelijk weer zo ver, dat er een
Wetsontwerp op tafel ligt laaJ- ,men
er zuinig op zijn. Bij het verschijnen
van het zogenaamde Bilderbergrap-
Port een rapport, dat bij de tot
standkoming van de raamwet een
belangrijke rol heeft gespeeld, ook al
zijn niet alle suggesties van de on-
derwijsinspecteurs overgenomen
is ergens het woord aangehaald, dat
oen einde maakte aan de onzeker
heid van de bemanning der „Santa
Maria", waarmee Columbus naar
het westen voer: land in zicht. Wij
willen dit woord graag overnemen,
doch daarbij moet dan v/el bedacht
worden, dat het in zicht gekomen
land nog niet bereikt is. Vele plan-
£ed voor het voortgezet onderwijs
ei?- i,n de afgelopen decennia
schipbreuk geleden. De minister
moet zijn schip nog voor anker zien
.ln de baai die Staten-Ge-
to 7ni I en men kan zich met eni
ge zorg afvragen hoeveel tijd deze
manoeuvre nog zal vergen.
Voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs
a) het voorbereidend wetenschappe
lijk onderwijs (v.w.o.), rechtstreeks
aansluitend op het basisonderwijs (la
gere school), geeft de voorbereiding op
de studie aan universiteit en hoge
school. Onder het v.w.o. vallen:
1. het (zesjarig) gymnasium, dat
in de hogere klassen gesplitst wordt
in een alpha- en bêta-richting. In de
alpha-richting staat de studie van de
klassieke talen op de voorgrond, in
de bêta-richting de studie van de
wiskunde en ''natuurwetenschappen.
2. het (zesjarig) atheneum, in de
hogere klassen gesplitst in een A-af
deling, waarin de economische en,
maatschappelijke vakken op de voor
grond staan, en in een B-afdeling,
waarin het accent valt op de wiskun
de en natuurwetenschappen. Het
atheneum komt in de plaats van de
huidige h.b.s. in zoverre deze school
voorbereidt op hoger onderwijs. De
h.b.s.-nieuwe stijl wordt dus zesjarig.
Om het voorbereidend wetenschap
pelijk karakter van het atheneum te
accentueren krijgt deze school als
verplicht vak eenvoudig Latijn.
3. het (zesjarig) lyceum met een
„onderbouw" van minstens één jaar
en een „bovenbouw" van gymnasium
en atheneum.
De memorie van toelichting maakt
melding van een „revolutionair" plan
ten aanzien van de studierechten,
verbanden aan de diploma's gymna
sium, atheneum en lyceum. Minister
Cals wil de abituriënten van deze
drie scholen de mogelijkheid bieden
examen te doen in alle faculteiten
of afdelingen van universiteiten en
hogescholen.
Algemeen voortgezet onderwijs
b) het algemeen voortgezet onder
wijs, dat evenals het v.w.o. recht
streeks aansluit op het basisonderwijs,
wordt onderverdeeld in drie soorten:
1. het hoger algemeen voortgezet
onderwijs (h.a.v.o.) dient onder meer
ter vervanging van de huidige h.b.s.,
in zoverre deze school algemene vor
ming geeft ter voorbereiding op de
intrede in de maatschappij. De h.a.
v.o.-school krijgt een vijfjarige cur
sus. De huidige m.m.s. is als een
h.a.v.o.-school voor meisjes te be
schouwen. Een deel van de leerlin
gen, die thans naar het v.h.m.o. en
het u.l.o. gaan, ziet de minister in
de toekomst op de h.a.v.o.-school. In
de hoogste twee leerjaren zal er
ruimte zijn voor differentiaties in het
leerplan. Het h.a.v.o. kan als basis
dienen voor hogere beroepsopleidin
gen.
2. het middelbaar algemeen voort
gezet onderwijs (m.a.v.o.) zal de
plaats innemen van het huidige u.l.o.
De cursusduur wordt drie of vier
jaar. De m.a.v.o.-school zal algemeen
vormend onderwijs geven, maar in
het derde en vierde leerjaar kan de
ze school door een zekere differen
tiatie vooruitlopen op eventueel ver
der te volgen beroepsopleidingen.
3. het lager algemeen voortgezet
onderwijs (l.a.v.o.) kan zowel gege
ven worden in de 1ste of in de 1ste
en de 2de klas van scholen voor la
ger beroepsonderwijs als in afzonder-
liike 1 a v.o.-scholen met een cursus
duur van twee jaar. In het eerste
geval gaat het om een geleidelijke
overgang van de fase van het alge
meen voortgezet onderwijs naar die
van het eigenlijke beroepsondeiwjjs.
Een van de uitgangspunten van mr.
Cals is, dat aan elke beroepsoplei
ding vooraf dient te gaan een tase
van algemeen, niet rechtstreeks op
een beroep gericht, onderwijs. De
daarnaast genoemde afzonderlijke
l.a.v.o.-school neemt de plaats in van
de huidige v.g.l.o.-school.
Brugklasse
Een belangrijk punt in de raamwet
is de instelling van de zogenaamde
brugklasse, welke behoudens één wij
ziging is overgenomen uit het rap
port van de Werkgroep Inspectie (het
„Bilderbergrapport"). In het vooront
werp-raamwet, dat in maart van dit
jaar gepubliceerd is in ons blad, kwam
deze brugklasse niet voor; in zijn de
finitieve ontwerp heeft de bewindsman
de suggestie van de onderwijsinspec-
teurs echter wel verwerkt. Het brug-
jaar bestaat hierin, dat op het gym-
Advertentle
die had ér eerder moeten zfjn
(Van onze Haagse redactie)
tussen idfewikkelde voorschotregeling
gingen waT^t^ii3 .,en bedrijfsvereni-
ziekenfondspremie zal w^ing Van de
geldswaarde^ - "n
werkgever de nota"" van de^edïïjfsveT-
enigmg nu kan voldoen, zullen komen
te vervallen. De ziekenfondscoupons
zoals de werknemers met een salaris
onder de loongrens die nu elke maand in
hun loonzakjes vinden, zullen in die
vorm eveneens komen te vervallen. De
wijziging van de regeling gaat 1 januari
1959 in.
De ziekenfondsraad beraadt zich nog
over de invoering van een ander soort
ziekenfondscoupons. De bedrijfsvereni
gingen zullen, volgens de gewijzigde
regeling, aan de werkgevers voorschot
nota's zenden, zoals in verband met de
ziektewet al gebeurt. Er komen op die
wijze toch voldoende contanten beschik
baar. Bij de definitieve verrekening zul
len de werkgevers geen schutbladen
meer behoeven in te zenden.
De huidige ziekenfondscoupon dateert
van 1941. toen de verplichte ziekenfonds
verzekering werd ingevoerd.
nasium, het atheneum, het lyceum, de
h.a.v.o.- en de m.a.v.o.-school in de
eerste klas dezelfde vakken onderwe
zen zullen worden. In het Bilderberg
rapport bracht deze uniformiteit mee,
dat het gymnasium in de eerste klas
het Latijn'zou moeten prijsgeven. Ten
aanzien van dit punt gaat mr. Cals
echter een andere weg: de raamwet
laat voor het gymnasium de mogelijk
heid open aan de vakken van het brug-
jaar het Latijn toe te voegen, zij het
met minder uren dan thans gebruike
lijk is. De brugklasse beoogt onder
meer de ,,overstap"-mogelijkheden van
de ene school naar de andere te ver
gemakkelijken en de aanpassing van
de leerlingen aan de nieuwe school te
verbeteren. Met het oog op dit tweede
doel is een regeling ontworpen, die
beperking van het aantal leraren in
de brugklasse mogelijk maakt. Ook het
l.a.v.o. krijgt een brugjaar, doch hier
zal het programma niet hetzelfde zijn
als bij het v.w.o., het h.a.v.o. en het
m.a.v.o.
Beroepsonderwijs
c) het beroeponderwijs vertoont
evenals het algemeen voortgezet onder
wijs drie geledingen: hoger, middel
baar en lager.
1. onder het hoger beroepsonder
wijs, dat aansluit op het h.a.v.o.,
vallen o.a. de hogere technische
scholen (cursusduur 2 tot 4 jaar), de
hogere landbouwscholen (3 of 4 jaar),
de scholen voor hoger sociaal-peda
gogisch onderwijs (b.v. de huidige
school voor maatschappelijk werk),
scholen voor hoger economisch en
administratief onderwijs (cursusduur
2 jaar), scholen voor kunstonderwijs
en de kweekschool.
2. middelbaar beroepsonderwijs,
voortbouwend op het m.a.v.o., wordt
o.a. gegeven op de huidige u.t.s.,
de u.l.n.o.-opleidingen voor meisjes,
de middelbare landbouwscholen en
de scholen voor middelbaar econo
misch en administratief onderwijs,
beide met een cursusduur van twee
jaar,
3. bij het lager beroepsonderwijs,
dat aansluit op het l.a.v.o., vindt men
onder meer: de lagere technische
scholen (cursusduur drie, eventueel
vier jaar)de scholen voor lager huis-
houdonderwijs, de lagere landbouw
scholen (4 jaar) en de scholen voor
lager economisch en administratief
onderwijs (cursusduur eveneens vier
jaar).
Aansluiting
Naast deze algemene opzet trekken
nog enkele andere punten in de wet de
aandacht. Aan de kwestie van de aan
sluiting van het voortgezet onderwijs
op het basisonderwijs een sleutel
probleem in de huidige onderwijssitua-
Andere naam gevraagd
In de raamwet-Cals wordt bij net
voorbereidend wetenschappelijk on
derwijs direct na het gymnasium het
Atheneum genoemd. Deze naam is
vooral gekozen om duidelijk aan te
geven, dat men niet zonder meer te
maken heeft met een zesjarig ge
maakte h.b.s.
De minister van O. K. en W. is
echter nog niet erg gelukkig met
deze naam. Op het atheneum zullen
de leerlingen enige kennis van (een
voudig) latijn kunnen verwerven. De
bewindsman acht dit van belang,
onder meer omdat het kan leiden
tot beter begrip van gebruikelijke
namen, termen en uitdrukkingen in
het intellectuele verkeer, hetgeen
vooral bij de academische studie van
belang is. Grieks komt echter in het
programma van het atheneum niet
voor. Dit kan verwarring scheppen:
de school, die geen Grieks geeft,
draagt een naam, die juist direct aan
Griekenland doet denken. Men heeft
evenwel nog niet een betere naam
voor deze school van voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs kunnen
vinden. Mr. Cals verklaarde dezer
dagen op een persconferentie, dat hij
zich aanbevolen houdt voor sugges
ties op dit punt.
Advertentie
tie - wordt in de memorie van toelich- Een bergingsvaartuig van de Britse luchtmacht heeft een deel van de Scimitar-
ting een afzonderliike naraeraaf ge- straaljager, die op 25 september ].l. verongelukte bij een landing op het dek van
wiid De minister meent dat het svs- het vliegdekschip „Victorious", boven water gebracht. De piloot van het toestel
teem van een voorbereidende klasse in is het onSeluk om het leven gekomen.
z'n algemeenheid minder geschikt is.
Hij wil echter het toelatingsexamen
niet als enig verplicht selectiemiddel
stellen en zal daarom ruimte maken
voor andere selectiemiddelen, met na
me de proefklasse.
Voor de scholen van v.w.o., h.a.v.o.
en ten dele ook van m.a.v.o. zal een sys
teem van kern- en keuzevakken moge
lijk worden gemaakt. Gestreefd wordt
naar inkrimping van het aantal eind
examenvakken. Het systeem van eind
examens is naar de mening van mr.
Cals onmisbaar. Evenals thans bij het
v.h.m.o. het geval is, zullen bij het v.
w.o. en het h.a.v.o. de eindexamens
worden afgenomen aan de scholen.
Voor het m.a.v.o. wil de bewindsman
de huidige regeling van de mulo-exa
mens, die voortreffelijk voldoet, hand
haven.
De scholen, die in de raamwet ge
noemd worden, kunnen zowel dag- als
avondscholen zijn. Dit betekent, dat on
der meer de avondlycea een wettelijke
basis krijgen. Ook wordt een wettelijke
basis geboden voor de scholengemeen
schappen. Het h.a.v.o. bijvoorbeeld kan
het best verwezenlijkt worden enerzijds
in een scholengemeenschap met een
v.w.o.-school, anderzijds in een gemeen
schap met een m.a.v.o.-school. Er
zal een herziening nodig zijn van de hui
dige m.o.-akten in v.w.o.- en h.a.v.o.-
akten. Voor het m.a.v.o. zullen niet zon
der meer dezelfde bevoegdheidseisen
kunnen gelden als thans voor het u.l.o.;
derhalve is ook een herziening van de
lagere akten noodzakelijk.
Advertentie
Al gerookt?
die had er eerder moeten zijn.
Onder de titel „Is er nog woningnood"
hield donderdag mr. H. K. J. Beernink,
secretaris van de gemeente Rijswijk en
lid van de Tweede Kamer, een rede op
de vergadering van de Prov. Contact
commissie Zuid-Holland inzake het
woonruimtevraagstuk, die in het Rotter
damse Groothandelsgebouw wordt ge
houden. In snel tempo ging hij de situ
atie van het ogenblik na en kwam tot
de conclusie, dat ondanks optimistische
berichten van regeringswege nog on
weerlegbaar sprake is van een ernstig
tekort aan woningen in ons land, niet
alleen in de steden maar evenzeer op
het platteland. De heer Beernink toonde
zich bijzonder ontstemd over de depar
tementale voorlichting, die met statis
tische cijfers poogt aan te tonen, dat de
woningnood zijn ernstig karakter ver
liest.
1 januari, zo heeft het ministerie be
kend gemaakt, was er in 208 van de 1000
gemeenten in Nederland geen statistisch
woningtekort meer. Maar statistisch
materiaal geeft de werkelijkheid aller
minst weer. Volgens deze methode wordt
het verschil berekend tussen het aantal
woningen in een gemeente en het aan
tal gezinnen dat daar gevestigd is, en uit
deze becijfering resulteert een overschot,
een evenwicht, dan wel een tekort. Re-
ele getallen daarentegen houden reke
ning met het aantal huwelijksgegadig
den, met de gerepatrieerden, van wie een
groot deel nog in contractpensions ver
blijft, met mensen die economisch aan
een bepaalde gemeente gebonden zijn en
daar geen woning kunnen bemachtigen
en tenslotte met gezinnen die het met
een te kleine woning moeten stellen.
Met nadruk drong de heer Beernink aan
op het verstrekken van cijfers, die de
feitelijke toestand weergeven.
De spreker duidde voorts op het ver
schijnsel, dat een verzadiging optreedt
in de behoefte aan koopwoningen van
f 40.000 en hoger. De regering en de ge
meenten zouden aan deze categorie min
der medewerking moeten geven. Ook ge
beurt het niet zelden, dat de tenslotte
vastgestelde prijzen van dure huurwo
ningen veel hoger vallen dan aanvan
kelijk was overeengekomen, door de stij
ging van bouwkosten en andere oorza
ken. Naar de heer Beernink meende,
zouden de gemeenten hier niet langer
genoegen mee moeten nemen, en de
bouwondernemingen houden aan de oor
spronkelijke afspraak.
De grootste behoefte aan woningen
is in de huurklasse van f 70 tot f 100.
Indien de premieregeling een renda
bele bouw van deze huizen niet moge
lijk maakt, is een derde financierings-
regehng de oplossing. De huidige si-
tuatie, dat tal van gezinnen met lage
ïnxomens m vooroorlogse midden-
standswonmgen huizén en midden
standers met woningwetwoningen ge
noegen moeten nemen, noemde de
heer Beernink ongezond. Hij meent
evenwel, dat zich over een jaar of ze
ven normale verhoudingen zullen ont
wikkelen, wanneer tenminste jaarlijks
de voorraad met ongeveer 80.000 wo
ningen wordt aangevuld. Om de par
ticuliere bouw te bevorderen, die nóg
steeds niet dezelfde kansen geniet als
de woningwetbouw, dienen hogere be
dragen beschikbaar te komen.
Ernstige kritiek oefende de heer Beer
nink uit op de centrale inschrijving van
woningzoekenden, door de minister van
maatschappelijk werk ingevoerd. Met
deze maatregel zijn verwachtingen ge
wekt die nimmer in vervulling kunnen
komen. Er komt geen woning méér door
tot stand, en hoewel het gemeentebe
stuur tenslotte beslist, is het de vraag
of de gemeentelijke autonomie niet in
het gedrang komt.
Aan het slot van zijn toespraak be
toogde de heer Beernink dat z.i. aan
huurvergoedmg van de vooroorlogse wo
ningen niet valt te ontkomen, ook al zui
len loonronden hiervan het gevolg zijn.
142.50
De ERRES Jumbo stofzuiger
In de
vorm ligt zijn kracht!
(Vervolg van pagina 11)
gaarse jeugd twaalf jaar lang systema
tisch vergiftigd is met communistische
propaganda en geïnfecteerd is met
communistische ideeën. Hun haat tegen
de Russen is nog geen bewijs van hun
ideologische zuiverheid.
Dit verklaart een deel van de moei
lijkheden, waarin sommige Hongaren
zijn komen te verkeren in ons land.
Daarbij komt de onrust van velen over
hun achtergebleven familie, over hun
toekomst. Zullen zij Hongarije ooit te
rug zien en hoe? Zullen zij hun hele le
ven in Nederland blijven? Voor een aan
tal staat het laatste min of meer vast;
er zijn jongemannen met Nederlandse
meisjes getrouwd; er zijn ouders, wier
kinderen een Nederlandse opvoeding
school krijgen. Zij hebben dan ook
rust gevonden en zich met de situatie
verzoend.
Maar zij zijn in de minderheid. De
meesten dragen de spanning en het
geen er aan voorafgegaan is, nog in
zich. Men mag niet verwachten, dat zij
in twee jaar zouden acclamatiseren in
een volkomen onbekend land met an
dere gewoonten, een andere levensin
stelling. Het verblijf in Nederland
vraagt een aanpassing en inspanning,
die velen nog niet hebben kunnen op
brengen. En het is jammer, dat lang
niet alle Nederlanders hiervoor begrip
hebben, al moet met waardering wor-
Advertentie
die had er eerder moeten zijn
den geconstateerd, dat ook talrijke
landgenoten deze moeilijkheden wel
begrijpen.
Wanneer men na twee jaar pater Ra-
danyi om zijn mening vraagt, blijkt hij
over het geheel genomen niet ontevre
den te zjjn, vooral niet na de moeilijk
heden, die zich de eerste maanden
voordeden. Hij wijst er op, dat vele
Hongaren terecht teleurgesteld zijn. In
hun verdrukking hadden zij zich van
het vrije Westen een ideaalbeeld ge
vormd, maar toen zij meenden, dat hun
droom werkelijkheid ging worden, ont
dekten zij, dat ook in ons land het ma
terialisme aanwezig is en velen be
heerst.
Deze teleurstelling heeft ook conse
quenties voor hun religieus leven. Be
halve dat hun geloofspraktijk sterk af
wijkt van wat zjj in Nederland zien,
hadden zij een nieuwe wereld ver
wacht, niet slechts een andere vorm
van het materialisme, dat zjj ontvlucht
waren. Dit maakt de zielzorg onder de
vluchtelingen bijzonder moeilijk. On
danks de ijver van individuele paro
chiegeestelijken, kan over het alge
meen niet gezegd worden, dat de Hon
garen, die in grote meerderheid katho
liek zijn, in de parochiegemeenschap
opgenomen zijn.
'Naar schatting praktiseert slechts
tien procent van de Hongaren. Op het
platteland is de situatie minder ongun
stig dan in de grote steden en over het
algemeen is er meer geloofsijver on
der de ouderen en gehuwden dan onder
de alleenstaande jongeren. Wel is er
veel belangstelling voor de „Hongaar
se" mis, wanneer aalmoezenier Rada-
nyi of een van zijn drie medewerkers
de verschillende centra bezoekt. De
Hongaren hebben er kennelijk nog veel
behoefte aan, „onder ons" te zijn, ook
in hun religieuze praktijk. Vooral bij
het dopen en trouwen hechten zij er
grote waarde aan, dat een Hongaars
priester de H.H. Sacramenten toedient.
Het werk van de aalmoezenier bestaat
voor een zeer groot deel uit huisbe
zoek onder zijn over het hele land ver
spreide landgenoten en uit kerkelijke
bijeenkomsten in de centra.
Om echter de mensen nog intensie
ver te kunnen beïnvloeden, begint pa
ter Radanyi binnenkort met de uitgave
van een eigen maandblad onder de
naam ,,A Kereszt Népe" (Het Kruis-
dragend Volk) voor de katholieke Hon
garen in Nederland, voorlopig in een
oplage van 2000 en grotendeels in de
Hongaarse taal, met enige Nederland
se vertalingen. Successievelijk zullen
er meer Nederlandse bijdragen in
opgenomen worden om daardoor het
Nederlands taalgebruik onder de Hon
garen te bevorderen.
Pater Radanyi ontmoet in zijn werk
veel steun van het Nederlands r.-k.
Huisvestingscomité en van het Lande
lijk Sociaal Charitatief Centrum, afde
ling vluchtelingen en ontheemden. Ook
de officiële instanties zijn hem zeer ter-
wille. Op verschillende plaatsen heeft
hij Nederlandse priesters bereid gevon
den, regelmatig contact met de Hon
garen te onderhouden, voor zover de
Hongaarse zielzorgers dit zelf niet kun
nen doen.
Binnenkort zullen er in de V.S. verkiezingen worden gehouden voor het gouver
neurschap der stalen. President Eisenhower en Nelson Rockefeller die kandidaat
is voor het gouverneurschap van de staat New York ziet men hier het „V"-teken
maken op een verkiezingsbijeenkomst van de republikeinse partijin Hotel
Roosevelt te New York.
Toen Nederland twee jaar geleden
zijn grenzen ontsloot voor de Honga
ren, heeft waarschijnlijk wel de over
heid, maar niet de gehele bevolking
zich gerealiseerd, dat voor deze on
baatzuchtige en emotionele hulpverle
ning ooit een rekening gepresenteerd
zou worden. Dit is inmiddels gebeurd,
eerder dan velen verwacht hadden.
Reeds drie maanden na november 1956
gingen er protesten op, dat aan de
vluchtelingen woningen toegewezen
werden, terwijl nog zoveel Nederlan
ders op een woning wachtten. De Hon
garen hadden iets anders mogen ver
wachten: na het eerste spontane mede
leven meer begrip voor hun moeilijk
heden. Men kan niet zeggen, dat de
Nederlanders onwelwillend tegenover
de Hongaren staan, maar zjj hebben
zich blijkbaar onvoldoende gereali
seerd, dat deze ontwortelde mensen ve
le jaren nodig zouden hebben om zich
(Vervolg van pagina 1)
aar nu dan die te dure melk.
Laat men zich in politieke- en
in landbouwkringen niet vergis
sen over de stemming bij het publiek
ten aanzien van dit volksvoedsel bij uit
stek. Men kan een zekere geladenheid
waarnemen, ongeveer tot uitdrukking
komend in deze gedachte: men trekt
zich in boerenkringen niets aan van de
vraag, of melk en melkprodukten voor
de man met de kleine portemonnaie
nog bereikbaar blijven.
Wij voor ons geloven niet dat de zaak
zo ligt, maar er zal dan aan betere
voorlichting voor het publiek moeten
worden gedaan, wil men de gedachten-
gang in de juiste orde terugkrijgen. Wij
herinneren ons nogal sterk de voor-oor-
logse situatie waarin de boeren als het
ware hun straat konden schrobben met
de vrij waardeloze melk. De onder-
melk, doorgaans gebruikt als varkens
voer, werd dikwijls zonder meer maar
weggegooid. Gevolg was niet alleen,
dat onder de boeren veel armoe werd
geleden met alle maatschappelijke ge
volgen van dien (lata we nog maar
eens denken aan de keine boeren-actie
Bouwman) maar de landarbeiders wa
ren in niet veel mindere mate de dupe
van deze wantoestand. Landarbeider
en armoediaaien, zij betekenden het
zelfde. Wie vóór de oorlog wel eens in
West-Brabant verkeerde of in de Gel
derse Achterhoek behoudt zjjn leven
lang herinneringen aan de ellendige
toestand, waarin het grootste deel van
deze mensen verkeerde.
We hebben ons tijdens en onmiddel
lijk na de oorlog allemaal voorgeno
men, dat er veel, heel veel moest ver
anderen. Geen werkloosheid meer, een
behoorlijke oudedagsverzorging; goed
gespreide welvaart: enz. enz. Maar als
dat voor de werknemers geldt, dan
spreekt het toch vanzelf, dat dit ook
voor andere bevolkingsgroepen moet
op gaan. En de cirkel is duidelijk: als
een boer behoorlijke lonen moet beta
len, dan moet hij die kunnen doorbere
kenen in -de door hem te leveren pro-
dukten zoals melk en granen.
Het gaat niet aan, om enerzijds goe
de lonen te vragen en anderzijds de
gevolgen van deze loonsverhogingen
niet te willen opvangen. Evenmin gaat
het aan, om te bevorderen, dat de
landarbeiders wel en de boeren zelf
niet in welvaart zouden vooruitgaan.
Is men nu schoenfabrikant of produ
ceert men radiotoestellen, dan kan
men met de produktie daarvan reke
ning houden zowel met de nationale
behoefte als met de internationale
vraag. In beginsel dient een boer dat
natuurlijk ook te doen, maar een koe
is iets anders dan een machine. Na de
oorlog is alles op alles gezet, om onze
geslonken veestapel weer op een be
hoorlijk peil te brengen. Wij moesten
onze plaats op de internationale markt
weer terug krijgen. Ek jong stuk vee
behoeft een aantal jaren (waarin het
alleen maar geld kost) alvorens het
gaat produceren. Eenmaal aan het pro
duceren kan men niet zonder meer de
toevloed weer afsnijden.
We hopen, dat hieruit, zij het mis
schien zeer onwetenschappelijk,
maar wel duidelijk zal zijn, dat
bedrijfsvergelijkingen tussen landbouw
en fabriekmatige bedrijven niet zonder
meer opgaan. De kern van de moeilijk
heid is op het ogenblik, dat de produk
tie sterker is gestegen dan de behoef
te. Daardoor is een ineenstorting ont
staan van de wereldmarktprijzen en
daardoor worden onze boeren in hun
bestaan bedreigd.
Nu staan we hier geen ach en wee
te roepen over de situatie bij de boe
ren, al zijn aan de andere kant de door
minister Vondeling bekend gemaakte
inkomens van de boeren toch ook niet
zo, dat van slapend rijk worden kan
worden gesproken. Waar het ons. zon
der dat we op alle technische details
ook maar kunnen ingaan, om gaat is
de bevordering van het inzicht, dat er
toch bij het publiek moet zijn, dat er
een wisselwerking moet zjjn tussen de
kosten van voortbrenging en de prijs,
die wij aan de deur voor de artikelen
betalen.
Nu zjj toegegeven, dat wij op elke uit
gevoerde liter melk zoveel toeleggen,
dat daardoor ook de binnenlandse con
sumptieprijs zeer aanzienlijk stijgt,
maar de buitenlandse situatie heeft on
ze regering niet in handen, laat staan
onze boeren. De oplossing van het pro
bleem, waarvoor we zitten, is naar on
ze mening nationaal niet te vinden.
Wanneer men het niet aandurft, om de
ze zaak minstens op Europees niveau,
en dan nog wel op korte termijn, te be
zien, zullen de moeilijkheden steeds
groter worden. Het lijlct dienstig, om
op deze zaak nog eens nader terug te
komen, omdat een algemeen beschou-
winkje als dit ook de consument niet
voldoende inzicht verschaft in de inge
wikkeldheid van het vraagstuk.
Advertentie
Al gerookt?
die had er eerder moeten zijn...
te kunnen aanpassen, dat zjj Hongaren
bljjven en hun volksaard niet verloo
chenen willen.
Wjj zijn geneigd, zo snel te oorde
len. Wij kunnen weinig goede woor
den vinden voor de vijfhonderd, die
inmiddels naar Hongarije terugge
keerd zijn. Hun motieven laten zich
slechts raden: angst voor wraakne
ming op hun familie, teleurstelling
over het vrije Westen, moeilijkheden
in hun nieuwe omgeving. Er waren
ook avonturiers bij, wier vlucht niets
te maken had met gewetensnood;
voor hen was de teleurstelling in Ne
derland waarschijnlijk het grootst.
Weinig goede woorden ook voor hen.
die in ons land de teugels van de vrij
heid een beetje te royaal vieren. Maar
begrijpen wij dan wel, dat deze men
sen geen Nederlands gedragspatroon
kan worden opgedrukt? Wij mogen niet
meer verlangen dan dat zij willen pro
beren, zich aan onze normen te houden.
Voor de rest past ons nog slechts
medeleven, evenveel als thans twee
jaar geleden. Wij ontmoetten dezer da
gen een jong echtpaar, dat bij de vlucht
zjjn enig kind een meisje van drie
jaar bij een grootmoeder achterliet.
Reeds twee jaar proberen zjj, het kind
naar Nederland te halen; bij de Neder
landse gezant te Boedapest ligt het
vliegbiljet gereed, maar het visum
blijft uit. Een andere Hongaar vertelde
ons van zijn broer, die in Frankrijk te
recht gekomen is. Zij hebben geen an
dere familie dan elkaar en de Hongaar
in Frankrijk zou graag naar Nederland
komen. Maar allerlei bepalingen belet
ten hem dit blijkbaar.
Dit zijn slechts twee gevallen, maar
zo zijn er meer. Er zijn nog zoveel
schrijnende wonden. Zij vormen geen
excuus voor wat op het gedrag van en
kelen aan te merken valt. Maar zij
herinneren ons er wel aan, dat novem
ber 1956 nog zo kort achter ons ligt.
Want wat is twee jaar voor zoveel
leed en ellende als wij toen de jaar
beurshallen zagen binnenstromen?
NIC. SCHRAMA
Advertentie
die had er eerder moeten zijn